Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 88
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 88
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 870, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 17623
                    [post_author] => 7
                    [post_date] => 2019-08-01 11:54:27
                    [post_date_gmt] => 2019-08-01 09:54:27
                    [post_content] => Als een bedrijf verkocht wordt, moet een koopprijs betaald worden. Professionele adviseurs bepalen doorgaans de waarde van de aandelen. Soms is een deel van de koopprijs afhankelijk van toekomstige prestaties. Dan biedt een earn-out clausule uitkomst. Daarin leggen partijen vast onder welke voorwaarden op welke momenten er een bedrag betaald moet worden. Vaak wordt een deel van de koopprijs bij levering van de aandelen betaald en een deel later. Na de verkoop heeft de verkoper geen invloed meer op de prestaties van de onderneming. Daarom moet de verkoper de formulering van de earn-out zorgvuldig kiezen.
Zorgvuldig formuleren
Dat bleek onlangs ook in een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. Ingenium was met anderen aandeelhouder van de onderneming Buckaroo. Dit is een aanbieder van online betaaldiensten en geautomatiseerde incassodiensten. Intrum Justitia had interesse in die aandelen om de diensten van Buckaroo toe te kunnen voegen aan de diensten van Intrum. Intrum werkt internationaal in 20 landen. Dit was een kans om Buckaroo internationaal op de kaart te kunnen zetten. De koopprijs kwam niet eenvoudig tot stand. Partijen kozen voor een lage betaling ineens en een earn-out in de toekomst.
Afspraken
Partijen sloten een aparte earn-out overeenkomst. Daarin legden ze vast dat Intrum Justitia vrij was het beleid bij Buckaroo te bepalen. Dat hoefde niet gericht te zijn op betalingen onder de earn-out regeling. Wel moest Intrum justitia de bepalingen van de “commercial agreement” in acht nemen. Dat was een bijlage bij de earn-out overeenkomst waarin beleidsvoornemens opgenomen waren. Het ging er dan vooral om dat Buckaroo geïntegreerd zou worden in de Intrum organisatie. Haar diensten werden zodoende opgenomen in het dienstenpakket van Intrum. Zo zou Buckaroo haar entree in Europa maken. Intrum justitia kende dat beleidsvoornemen, maar had het niet onderschreven.
Interpretatie
Gaandeweg bleek dat Indigium geen earn-out betaald kreeg. Dat kwam omdat het beleid van Buckaroo afweek van de voornemens, althans dat vond Indigium. Intrum zou daarmee in strijd gehandeld hebben met de verplichtingen uit de “commercial agreement”. Dat rechtvaardigde volgens Indigium een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank dacht daar anders over. Die legde de overeenkomsten taalkundig uit. De verplichting van Intrum om voor de earn-out te zorgen, bestond simpelweg niet.
Hoger beroep
In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof Amsterdam nagenoeg hetzelfde. Onder normale omstandigheden “komt het bij de uitleg van een overeenkomst aan op de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de desbetreffende bepalingen mochten toekennen en hetgeen ze redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten”[1]. Zowel Indigium als Intrum Justitia zijn professionele partijen. Ze hadden zich bovendien laten bijstaan door deskundige adviseurs. Ook hield de overeenkomst ook een zogenaamde “entire agreement clause” in. Dat betekent dat wat er in staat, de volledige overeenkomst tussen partijen is.
Taalkundige uitleg
Volgens het hof lag het daarom meest voor de hand dat voor de uitleg van de overeenkomsten een taalkundige uitleg gehanteerd wordt. Weliswaar moest Intrum Justitia rekening houden met de belangen van Buckaroo en haar beleidsvoornemens, tegelijk stond het haar vrij het beleid bij Buckaroo zelf in alle vrijheid te bepalen. Daar ging het mis. Het hof kon daar onmogelijk een verplichting van Intrum Justitia in lezen tot het werkelijk ten uitvoer leggen van die beleidsvoornemens. Om die reden ging het hof aan de vordering van Indigium voorbij. Hij bekrachtigde hij het vonnis van de rechtbank.
Conclusie
Dit arrest leert opnieuw dat het bij het formuleren van een contract aankomt op een zorgvuldige woordkeuze. Dat geldt eens te meer als de partijen bij een overeenkomst zich bedienen van juridische bijstand. Normaal bieden de omstandigheden van het geval en de Haviltex-maatstaf nog uitkomst als een contract voor meerdere uitleg vatbaar is. Dat schuift dan op richting een taalkundige uitleg als er deskundige adviseurs bij betrokken zijn. Die taalkundige uitleg laat veel minder ruimte voor interpretatie. Hoe meer onduidelijkheden, des te meer risico voor de partij die het van de uitleg van een overeenkomst moet hebben. [1] Dit wordt het Haviltex-criterium genoemd, naar het gelijknamige arrest van de Hoge Raad van 13 maart 1981 (NJ 1981-635) [post_title] => De taalkundige uitleg van de Earn-Out [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-taalkundige-uitleg-van-de-earn-out [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:06 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17623 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 17492 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-30 16:27:14 [post_date_gmt] => 2019-07-30 14:27:14 [post_content] => Op 25 juni 2019 heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat tot gevolg heeft dat de Handelsregisterwet 2007 op een aantal punten wordt gewijzigd. Het aangenomen wetsvoorstel is hier te vinden. De belangrijkste wijzigingen zien op:
  1. invoering van een register voor civielrechtelijke bestuursverboden; en
  2. uitbreiding van de mogelijkheid voor de Kamer van Koophandel tot ontbinding van rechtspersonen.
Register voor civielrechtelijke bestuursverboden
Per 1 juli 2016 kan de rechter een bestuursverbod opleggen aan bestuurders van rechtspersonen die zich bijvoorbeeld schuldig hebben gemaakt aan faillissementsfraude of aan wanbeheer in de aanloop naar een faillissement. Zo’n bestuursverbod heeft tot gevolg dat een bestuurder gedurende een bepaalde periode:
  • geen bestuurder of commissaris mag zijn van een rechtspersoon, tenzij de rechter in het vonnis daarop uitzonderingen toestaat;
  • geen volmacht mag verkrijgen;
  • een rechtspersoon niet mag vertegenwoordigen;
  • niet als bestuurder of commissaris mag worden benoemd bij de oprichting van nieuwe rechtspersonen.
Opgelegde bestuursverboden zullen door de Kamer van Koophandel worden gepubliceerd in een daarvoor bestemd register. Door de wijziging van de Handelsregisterwet krijgt dit register een wettelijke basis. De precieze gegevens die in het register worden opgenomen en de mate van openbaarheid daarvan zullen nog nader worden vastgesteld.
Uitbreiding mogelijkheid Kamer van Koophandel tot ontbinding van rechtspersonen
De Kamer van Koophandel kan rechtspersonen ontbinden die hun werkzaamheden hebben beëindigd of die nooit actief zijn geweest. De Kamer van Koophandel moet daarvoor een ontbindingsprocedure starten, waarbij sprake moet zijn van twee van de omstandigheden die worden genoemd in artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn het feit dat er minimaal een jaar geen bestuurder ingeschreven is in het handelsregister, wanneer er minimaal een jaar niet is voldaan aan de verplichting tot publicatie van de jaarrekening of wanneer er minimaal een jaar geen aangifte is gedaan voor de vennootschapsbelasting. In het aangenomen wetsvoorstel is voorgesteld om een vierde grond voor ontbinding van rechtspersonen in de wet vast te leggen, namelijk wanneer de rechtspersoon niet of niet meer bereikbaar is op het adres dat is ingeschreven in het handelsregister, terwijl ook geen opgave tot adreswijziging is gedaan.
Vervolg
Nu het wetsvoorstel is aangenomen door de Eerste Kamer, is de volgende stap de publicatie van de wet en het inwerkingtredingsbesluit in het Staatsblad. Vervolgens zal de wet daadwerkelijk inwerking treden. Naar verwachting zal dit omstreeks juli 2020 zijn. [post_title] => Handelsregisterwet wordt gewijzigd [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handelsregisterwet-wordt-gewijzigd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 10:01:18 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 08:01:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17492 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 17490 [post_author] => 6 [post_date] => 2019-07-30 11:32:29 [post_date_gmt] => 2019-07-30 09:32:29 [post_content] =>
De feiten.
Deze vraag kwam aan de orde in een geschil tussen Luxury Bedding Company en Luxury Beds. Beide ondernemingen verkopen luxe bedden, boxsprings en matrassen. Luxury Bedding Company bestaat sinds 2014 en Luxury Beds sinds 2016. Luxury Bedding Company stelt dat Luxury Beds:
  • Inbreuk zou hebben gemaakt op haar auteursrecht. Luxury Beds gebruikte foto’s uit de catalogus van Luxury Bedding Company op haar website en op haar gevel.
  • Daarnaast gebruikte Luxury Beds de slogan van Luxury Bedding Company. Daarmee maakt inbreuk op het auteursrecht op deze slogans.
  • Luxury Beds maakte inbreuk op de handelsnaam van Luxury Bedding Company.
  • Verder handelde Luxury Beds onrechtmatig (‘slaafse nabootsing’). Dit door alle facetten van de verkoop van Luxury Bedding Company na te bootsen (de ‘stijl’). Daarnaast door de wijze van presenteren van Luxury Bedding Company na te bootsen.
In kort geding waren al vorderingen van Luxury Bedding Company toegewezen. Ook de rechtbank Rotterdam wijst in een vonnis van 17 juli 2019 verschillende vorderingen van Luxury Bedding Company toe. De rechtbank oordeelt dat het gebruik van de foto’s, handelsnaam en domeinnaam, inbreuk oplevert op het auteursrecht. Daarnaast wordt inbreuk gemaakt op de handelsnaam van Luxury Bedding Company. Ten aanzien van de slogans oordeelt de rechtbank dat er geen auteursrecht is ontstaan omdat ‘geen sprake (is) van een keuze, schikking of combinatie van woorden op een oorspronkelijke wijze waarmee de auteur uitdrukking geeft aan zijn creatieve geest en tot een resultaat komt dat een eigen intellectuele schepping vormt’. Het is een gebruikelijke combinatie van woorden.
Slaafse nabootsing
Luxury Bedding Company stelt dat Luxury Beds bij het publiek nodeloos verwarring veroorzaakt. Dit doet zij doordat bezoekers van de winkels van Luxury Beds het gevoel krijgen dat zij bij Luxury Bedding Company op bezoek zijn. Dit gevoel krijgen zij doordat Luxury Beds afbeeldingen van Luxury Bedding Company gebruikt. En doordat een handelsnaam wordt gebruikt die veel lijkt op die van Luxury Bedding Company. Daarnaast worden slogans gebruikt die vrijwel identiek zijn. Verder hanteert Luxury Beds dezelfde productnamen en -modellen als Luxury Beds. En tenslotte is de presentatie als geheel (nabootsen van haar shop-in-shop concept), inclusief het gebruik van dezelfde accessoires, aankleding en displays, vergelijkbaar. De rechtbank overweegt dat ‘het enkele profiteren van andermans bedrijfsdebiet in de vorm van het nabootsen van andermans producten (zoals boxsprings, matrassen en accessoires) en/of onderscheidingsmiddelen (zoals slogans, shop-in-shop), waarmee die concurrent zijn product of bedrijf van dat van anderen onderscheidt, is toegestaan, ook indien men de ander daarmee schade berokkent.’ Dit is alleen anders wanneer er sprake van ‘bijkomende omstandigheden’. Bijvoorbeeld dat degene die nabootst dat alleen maar doet om de ander te schaden en/of te profiteren van het verwarringsgevaar dat daardoor ontstaat. Daarnaast moet degene die nabootst evengoed ‘een andere weg’ hebben kunnen nemen. Volgens de rechtbank is er geen sprake is van slaafse nabootsing ten aanzien van het op de markt brengen van vergelijkbare producten. Immers er zijn ook vele andere partijen die vergelijkbare producten op de markt brengen. Dit is anders ten aanzien van de wijze van presentatie. Daar is wel sprake van slaafse nabootsing. Dit door het gebruik van de slogans, de wijze van presentatie van die slogans (‘op dezelfde wijze en in hetzelfde lettertype’).
Winstafdracht
De rechtbank veroordeelt Luxury Beds om de winst die is behaald met het gebruik van de handelsnamen, domeinnaam en wijze van presentatie, aan Luxury Bedding Company af te dragen. In een aparte procedure (schadestaat procedure) moet die winst worden bepaald.
Wat betekent dit voor de praktijk.
Uit commerciële overwegingen kan het interessant zijn om ‘aan te haken’ bij een bekende naam, stijl, concept, presentatie, productgroep, etc. van een concurrent. Daarbij zijn er grenzen op basis van het auteursrecht, de handelsnaam en slaafse nabootsing. Maar er is wel ruimte.
Check
Twijfel je of jij of jouw concurrent te ver gaat? Twijfel je of er sprake is van inbreuk op auteursrecht, handelsnaam of van slaafse nabootsing? Leg het aan ons voor. Onze IE advocaten weten waar rechters naar kijken en kunnen een goed onderbouwd advies geven. [post_title] => Hoever mag je gaan bij het nabootsen van een stijl/concept? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoever-mag-je-gaan-bij-het-nabootsen-van-een-stijl-concept [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:07 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17490 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 17357 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-26 11:59:25 [post_date_gmt] => 2019-07-26 09:59:25 [post_content] => Het rommelt bij FC Den Bosch. Een geschil met een investeerder en een niet-sluitende begroting bedreigen het voortbestaan van de club. Het is niet verwonderlijk dat er in verschillende media inmiddels gespeculeerd wordt over een aanstaand faillissement.[1] Maar hoe realistisch is een faillissementsscenario eigenlijk?
Welke bedreigingen moet FC Den Bosch het hoofd bieden?
Medio juli ’19 kreeg de club te horen dat de heer Jordania geen goedkeuring krijgt om de aandelen over te nemen. Daarmee lijkt de club een financiële impuls mis te lopen. Deze impuls was broodnodig, aangezien FC Den Bosch nog geen sluitende begroting bij de KNVB heeft ingediend. Het tekort zou ongeveer € 1,6 miljoen bedragen. De KNVB heeft FC Den Bosch uitstel verleend tot 26 augustus a.s. Mocht het FC Den Bosch niet lukken om tijdig een sluitende begroting te presenteren, dan kan de KNVB aanvullende sancties opleggen. Hierbij valt te denken aan een geldboete, puntvermindering of zelfs het ontzeggen van het spelen van betaald voetbal. Als klap op de vuurpijl is FC Den Bosch op dit moment in een hoog oplopend geschil geraakt met de heer Jordania. De heer Jordania zou naar verluid zijn investering willen terugkrijgen.
Een faillissement is snel uitgesproken
In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is een faillissement makkelijk uitgesproken. De rechtbank toetst op aanvraag van een schuldeiser of op het eigen verzoek of er meerdere schuldeisers zijn, waarvan ten minste één schuld onbetaald wordt gelaten. Als hiervan sprake is, dan spreekt de rechtbank nog diezelfde dag het faillissement uit. Een curator bekijkt vervolgens de mogelijkheden om de eigendommen te verkopen. Dit doet hij in de hoop nog een uitkering te kunnen doen aan gedupeerden. In veel gevallen neemt een andere onderneming de activiteiten over en realiseert daarmee een zogeheten doorstart. Een doorstart levert de boedel meestal meer geld op dan een losse verkoop.
Geen doorstart mogelijk
De curator in het faillissement van een betaald voetbalorganisatie [“bvo”] kan zich de moeite van het onderzoeken van een doorstart besparen. Een doorstart valt of staat namelijk met de mogelijkheid om betaald voetbal te kunnen spelen. Hiervoor dien je als bvo over een zogeheten licentie van de KNVB te beschikken. Bij een faillissement vervalt de licentie, zo heeft de KNVB in het licentiereglement bepaald.[2] Het gevolg is dat de failliete bvo dus niet meer mag deelnemen aan het betaald voetbal. Het reglement biedt een kleine uitweg, namelijk de mogelijkheid dat een faillissement alsnog wordt vernietigd (bijvoorbeeld in hoger beroep). De praktijk leert echter dat hier zelden sprake van is. Is het dan niet mogelijk om de licentie voor het faillissement elders onder te brengen? Nee, hetzelfde licentiereglement maakt het onmogelijk om de licentie over te dragen.[3]
Voorbeelden uit het verleden
De duidelijkheid die het licentiereglement biedt, heeft als groot voordeel dat alle betrokkenen weten dat zij van het faillissement moeten wegblijven. In het verleden is al vaak gebleken dat onder druk alles vloeibaar wordt en zich alsnog een oplossing voor de problemen aandient. Bij Fortuna Sittard meldde zich in 2016 een nieuwe investeerder. RKC Waalwijk kon, een maand nadat het AD had geschreven dat het faillissement ‘nagenoeg onafwendbaar’ was[4], een faillissement voorkomen door de verkoop van het stadion. Nu kan RKC Waalwijk zelfs weer investeringen doen door de transfer van Frenkie de Jong.[5] Ten slotte lijkt FC Twente eerder dit jaar met hulp van de gemeente en een private investeerder te zijn gered van een faillissement.[6] Aan de andere kant heeft het laatste decennium ook aangetoond dat een faillissementsscenario voor bvo’s realistisch is. Het betaald voetbal heeft achtereenvolgens afscheid moeten nemen van: HFC Haarlem (2010), RBC Roosendaal (2011), SC Veendam (2013) en AGOVV (2013).
En dus…
gaat FC Den Bosch een hete zomer tegemoet, maar als de geschiedenis één ding heeft geleerd, is dat in het voetbal werkelijk alles kan gebeuren.   [1] Zo onder meer: T. van der Valk, 'Vechtscheiding Kakhi Jordania en FC Den Bosch: 'Als hij zijn zin krijgt, kan de club failliet gaan', geraadpleegd op 25 juli 2019, of Brabants Dagblad, Het is een groot risico voor de club, geraadpleegd op 25 juli 2019, of Voetbal International, Dit betekent mogelijk het faillissement van FC Den Bosch, geraadpleegd op 25 juli 2019. [2] Zie artikel 15 lid 1 onder e Licentiereglement KNVB. Geraadpleegd op 25 juli 2019. https://www.knvb.nl/downloads/sites/bestand/knvb/17269/licentiereglement-betaald-voetbal-juli-2019-onderdeel-van-reglementen-betaald-voetbal [3] Zie artikel 4 lid 6 Licentiereglement KNVB. Geraadpleegd op 25 juli 2019. https://www.knvb.nl/downloads/sites/bestand/knvb/17269/licentiereglement-betaald-voetbal-juli-2019-onderdeel-van-reglementen-betaald-voetbal [4] Redactie Ad, Faillissement RKC Waalwijk ‘nagenoeg onafwendbaar, geraadpleegd op 25 juli 2019. [5] W. Hack, Kassa rinkelt bij Willem II en RKC na megatransfer Frenkie de Jong, geraadpleegd op 25 juli 2019. [6] NOS, Gemeente Enschede voorkomt faillissement FC Twente met miljoenensteun, geraadpleegd op 25 juli 2019. [post_title] => Een hete zomer voor FC Den Bosch, maar alles is mogelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-hete-zomer-voor-fc-den-bosch-maar-alles-is-mogelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:15:08 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:15:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17357 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 17207 [post_author] => 12 [post_date] => 2019-07-23 12:27:27 [post_date_gmt] => 2019-07-23 10:27:27 [post_content] => In de ogen van de werkgever disfunctioneert de werknemer, maar je kunt niet zomaar van de werknemer af. Daarvoor moet er eerst ‘disfunctioneren dossier’ worden opgebouwd. Waar moet een dergelijk dossier aan voldoen? En waar kijkt een rechter naar als die het dossier toetst? Gelukkig heeft de Hoge Raad recent een aantal gezichtspunten gegeven, die meer duidelijkheid kunnen verschaffen aan zowel werkgever als werknemer. De Hoge Raad geeft -onder meer- de navolgende gezichtspunten over de opbouw en de beoordeling van een ‘disfunctioneren dossier’:
  • Schriftelijke vastlegging van het traject;
  • Kijk naar de aard, inhoud en het niveau van de functie;
  • De opleiding en ervaring van de werknemer speelt mee, bij de beoordeling;
  • De duur van het onvoldoende functioneren vanaf het moment dat werknemer daarvan [schriftelijk] op de hoogte is gesteld;
  • De duur van het dienstverband;
  • Wat is er in het verleden ondernomen tot verbeteren van het functioneren;
  • De mate waarin werknemer openstaat voor kritiek;
  • De eigen inzet van de werknemer voor verbetering;
  • Het nemen van initiatief van werkgever en werknemer.
Met bovengenoemde gezichtspunten heeft de Hoge Raad getracht weer enige duidelijkheid te geven over het correct aangaan van een disfunctioneren traject en de beoordeling er van. Zowel werkgever als werknemer moeten hiermee verder uit de voeten en het zal dus vooral moeten worden ingevuld naar alle omstandigheden van het geval. BG.legal kan u daarbij helpen! [post_title] => Disfunctioneren van de werknemer; wat moet ik er aan doen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => disfunctioneren-van-de-werknemer-wat-moet-ik-er-aan-doen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:09 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17207 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 17146 [post_author] => 10 [post_date] => 2019-07-18 10:15:35 [post_date_gmt] => 2019-07-18 08:15:35 [post_content] => Het is gebruikelijk dat een arbeidsovereenkomst wordt opgezegd per de eerste van een maand. De vraag is wat in dat geval nu precies de laatste dag van het dienstverband is. Die vraag is onder meer van belang voor de bepaling vanaf welke dag de vervaltermijn is gaan lopen voor de indiening door werknemer van een verzoek tot het toekennen van een transitievergoeding. De bevoegdheid daartoe vervalt immers drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
Gebruikelijke opzegging qua bewoording en de regeling in de wet
Uit een opzegging per de eerste van een maand blijkt niet eenduidig op welke dag de arbeidsovereenkomst zal eindigen. In de wet is aangegeven dat een opzegging geschiedt tegen het einde van de maand. Tegen die achtergrond ligt het op zichzelf in de rede dat een opzegging per de eerste van een maand inhoudt dat de arbeidsverhouding eindigt op de laatste dag van de voorafgaande maand.
Wat geldt is een uitleg naar normaal spraakgebruik
Aan de andere kant, de betekenis die in het normaal spraakgebruik aan het woord “per” wordt gegeven is die van “vanaf” of “met ingang van”. Een opzegging per de eerste van een maand houdt naar normaal spraakgebruik dan in een opzegging met ingang van de eerste van een maand, zodat het dienstverband eindigt op de eerste van die maand. Vergelijk het met een indiensttreding per de eerste van een maand. Dit houdt naar normaal spraakgebruik ook in dat het dienstverband begint op de eerste van die maand. Als u als werkgever daadwerkelijk wil bewerkstelligen dat bij een opzegging per de eerste van een maand de arbeidsovereenkomst eindigt op de laatste dag van de voorafgaande maand dan dient u daarover de werknemer afdoende duidelijkheid te verschaffen.
Oplossing voor een duidelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst
Hoe doet u dat? Simpel. Bij een opzegging per de eerste van een maand vermeldt u altijd expliciet dat die opzegging inhoudt dat daarmee de laatste dag van het dienstverband zal zijn de laatste dag van de voorafgaande maand. Op deze wijze is er duidelijkheid vanaf wanneer precies de vervaltermijn van -hier- het door werknemer kunnen indienen van een verzoek om toekenning van een transitievergoeding gaat lopen en wanneer deze termijn dus zal eindigen.
Voorbeeld uit de praktijk
Tot slot, uit de tussenuitspraak van het hof Arnhem -Leeuwarden van 29 april 2019 blijkt hoezeer het de werkgever mogelijk  ‘letterlijk’ duur kan komen te staan als de juridisch vereiste duidelijkheid bij opzegging van de arbeidsovereenkomst niet wordt gegeven. [post_title] => Opzegging arbeidsovereenkomst; werkgever let op uw saeck! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => opzegging-arbeidsovereenkomst-werkgever-let-op-uw-saeck [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:09 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17146 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 17086 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-16 15:29:28 [post_date_gmt] => 2019-07-16 13:29:28 [post_content] => In mei 2019 heeft de Hoge Raad maar weer eens bevestigd dat de stelplicht en bewijslast die op een werkgever rust indien hij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wenst, een zwaar te nemen hobbel is. Hoewel de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met de werknemer had ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, veroordeelde het Gerechtshof de werkgever tot herstel dienstbetrekking. De Hoge Raad volgde het Gerechtshof in het oordeel dat de werkgever niet aan de stelplicht had voldaan. En overigens ook niet aan de bewijslast voor deze of een andere ontslaggrond.  
Casus
Het betrof een bij de Marokkaanse ambassade in dienst zijnde chauffeur, die in juni 2015 - na een ziekmelding - op staande voet werd ontslagen. De verwijten waren als volgt. De werknemer zou op briefpapier van de ambassade een verklaring hebben opgesteld betreffende de aanvraag om een familielid naar Nederland te halen. Daarnaast werd hem veelvuldig te laat komen, respectloos gedrag, schending van het beroepsgeheim en bedreiging verweten. Dit ontslag op staande voet redde het niet. Het door de ambassade ingediende voorwaardelijk verzoek tot ontbinding gebaseerd op verwijtbaar handelen van de werknemer alsmede een verstoorde arbeidsverhouding, werd wel toegewezen door de Kantonrechter op deze tweede grondslag.
Oordeel Hoge Raad
Deze ontbinding blijft niet in stand omdat het Gerechtshof Den Haag oordeelt – met latere instemming van de Hoge Raad – dat de ambassade niet heeft voldaan aan de stelplicht en bewijslast voor de ontslaggrond verstoorde verstandhouding of overigens verwijtbaar handelen. De zaak gaat voor de ambassade enerzijds verloren, omdat ook na het inschakelen van een deskundige niet bewezen wordt geacht dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan een vervalsing van officiële documenten. Anderzijds omdat wordt geoordeeld dat de werkgever op het punt van de andere verwijten onvoldoende aan zijn stelplicht heeft voldaan. Omdat de ambassade zich beroept op de rechtsgevolgen van de aan de werknemer gestuurde waarschuwingsbrieven moet zij – omdat dit wordt betwist – bewijzen dat de werknemer deze brieven ook heeft ontvangen. Hiervan is door de werkgever geen voldoende concreet bewijs aangeboden. Ook volgt de Hoge Raad de ambassade niet in de klacht dat dat het Gerechtshof de verwijten in onderlinge samenhang had moeten beschouwen. Het oordeel luidt: “Het gaat om vier verschillende, door de werkgever afzonderlijk gepresenteerde verwijten. Een gebrek aan concretisering ten aanzien van het ene verwijt, kan niet worden ‘geheeld’ door andere, eveneens onvoldoende geconcretiseerde verwijten: vage stellingen worden niet concreter door een opeenstapeling ervan.“
Ontslaggrond disfunctioneren
In oktober 2018 heeft de Hoge Raad al bevestigd dat ook in het geval van de ontslaggrond disfunctioneren – hoewel er geen uitdrukkelijke wettelijke verplichting daartoe is – een schriftelijke waarschuwing vereist kan zijn. De werknemer moet duidelijk kenbaar zijn wat er aan schort, wat er van hem wordt verlangd en dat zijn baan in gevaar is. Indien mondelinge waarschuwingen niet baten, kan een schriftelijke waarschuwing vereist zijn, zo oordeelt de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft verder in juni 2019 nog gezichtspunten gegeven hoe een deugdelijk verbeterplan er uit moet zien. Hierover kunt u nog op korte termijn een aparte blog op onze website tegemoet zien.
Ontslaggrond verwijtbaar handelen en verstoorde verstandhouding
In de zaak van de ambassade blijkt wat de stand van zaken is bij de ontslaggrond verwijtbaar handelen en verstoorde verstandhouding. Voor deze laatste ontslaggrond geldt ook dat een beroep daarop niet als een donderslag bij heldere hemel mag komen voor de werknemer. De werkgever zal moeten stellen en bewijzen dat hij pogingen heeft gedaan om de verhoudingen te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van gesprekken of mediation. Voor een geslaagd beroep op verwijtbaar handelen is vereist dat het de werknemer vooraf duidelijk is geweest wat wel en niet door de werkgever werd geaccepteerd. Tegen die achtergrond wordt in de vakliteratuur aangenomen dat een beroep op deze ontslaggrond moet worden geconcretiseerd aan de hand van bijvoorbeeld waarschuwingsbrieven, gespreksverslagen, interne memo’s en/of e-mails.
Conclusie en tips
De les die – opnieuw – valt te leren is dat je als werkgever zo concreet mogelijk én op een éénduidig te bewijzen manier moet aangeven aan de werknemer waar het aan schort in de arbeidsrelatie. En ook wat je vervolgens als werkgever hebt gedaan en welke ondersteuning je hebt geboden aan de werknemer om het geconstateerde probleem te verhelpen. Uiteraard moet dit, om discussie te voorkomen, schriftelijk gebeuren. Bij voorkeur natuurlijk naast mondeling, ter bevestiging van het gevoerde persoonlijke gesprek hieromtrent. Om te voorkomen dat de werknemer stelt dat hij de waarschuwingsbrief niet heeft ontvangen, is het raadzaam om deze brief persoonlijk te overhandigen en tegelijkertijd voor ontvangst te laten tekenen door de werknemer. Ook de aangetekende verzending van een brief is uiteraard een mogelijkheid, naast de verzending per e-mail. Zo voorkom je dat er – bij betwisting van ontvangst door de werknemer – nog een aanvullende stelplicht en bewijslast ten aanzien van de ontvangst door de werknemer gaat gelden.
Wet Arbeidsmarkt in Balans
De ingevolge de WAB per 1 januari 2020 geldende extra i-ontslaggrond, maakt het overigens wel mogelijk dat een ontbinding nadien wordt toegewezen als er sprake is van een combinatie van niet voldragen ontslaggronden. Echter, ook dan geldt dat de werkgever voldoende moet stellen om een ontbinding te krijgen én dat het gestelde ook voldoende concreet moet zijn. Bovendien kan de rechter bij een ontbinding op basis van deze nieuwe i-grond een hogere transitievergoeding toekennen (maximaal 50% extra). Voldoende reden lijkt me om als werkgever zeer alert te zijn en een beoogd einde van de arbeidsovereenkomst zorgvuldig voor te bereiden. Te meer omdat een goed opgebouwd ontslagdossier vaak een gang naar de rechter voorkomt. Het vergroot namelijk de kans dat een werknemer instemt met een einde van de arbeidsovereenkomst via een vaststellingsovereenkomst. [post_title] => Werkgever: ben aantoonbaar concreet in je verwijten richting werknemer [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkgever-ben-aantoonbaar-concreet-in-je-verwijten-richting-werknemer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-13 16:29:24 [post_modified_gmt] => 2023-01-13 15:29:24 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17086 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 17026 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-11 11:32:00 [post_date_gmt] => 2019-07-11 09:32:00 [post_content] => Vers van de pers: Adidas merk onderuit door nieuwe uitspraak. Recent heeft de Europese General Court een langverwachte uitspraak gedaan waarin het merk van Adidas (de drie strepen) ongeldig is verklaard. Kort gezegd oordeelde de EGC dat:
  • het merk zou geen "pattern mark" zijn maar een "ordinary figurative mark";
  • de gebruiksmogelijkheden, zoals het kleurenschema, van het merk mag niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling;
  • Adidas slaagt er niet in om onderscheidend vermogen binnen de gehele EU te bewijzen.
Betekent dit het einde van de bescherming van het Adidas merk zoals wij die tot nu toe kende? Nee. Adidas heeft namelijk meerdere merken met drie strepen (zie EUIPO register). Deze worden niet beïnvloed door het vonnis. Althans, nu nog niet. Het is wel de vraag in hoeverre Adidas ten aanzien van de overige merken wél onderscheidend vermogen kan aantonen. Bovendien kan nog in beroep worden gegaan bij het Hof. To be continued... [post_title] => Adidas merk onderuit door nieuwe uitspraak [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => adidas-merk-onderuit-door-nieuwe-uitspraak [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:10 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:10 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17026 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 17022 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-10 11:33:51 [post_date_gmt] => 2019-07-10 09:33:51 [post_content] => Tommy Hilfiger heeft een aanvraag bij de US Copyright Office ingediend voor de bescherming van haar auteursrechten. In dit geval ging het om de bescherming van de (rood-wit-blauwe) Tommy Hilfiger vlag. De US Copyright Office is een Amerikaanse overheidsinstantie die registers bijhoudt van auteursrechtregistraties. Bedrijven kunnen dus een aanvraag indienen om bescherming van hun auteursrecht te krijgen. Dit proces is vergelijkbaar met de registratie van merken en modellen in Nederland (en Europa). Alleen kan in Nederland het auteursrecht niet worden geregistreerd. De maker van een werk verkrijgt het auteursrecht automatisch, mits het werk creatief genoeg is. De US Copyright Office wijst de aanvraag van Tommy Hilfiger af. De vlag zou geen elementen bevatten die -alleen of gezamenlijk- in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. De registratie van bepaalde vormen is verboden in Amerika. Bijvoorbeeld de registratie van standaard geometrische vormen, kleuren en bekende symbolen. De vraag is echter of een creatieve combinatie van dit soort standaard vormen en kleuren wel beschermd kan worden? Volgens de US Copyright Office kan dit alleen als er meerdere elementen zijn, en als die elementen in opstelling en selectie voldoende origineel zijn. In combinatie met elkaar kunnen die elementen dan een origineel werk vormen. Helaas voor Tommy Hilfiger oordeelt het bestuur dat de combinatie van de basale elementen uit de vlag alsnog niet voldoende originaliteit oplevert. Volgens het bestuur bestaat de vlag bestaat uit "een eenvoudige combinatie van elementaire geometrische vormen met weinig variatie in kleuring". De rangschikking van 4 rechthoeken om een ​​grotere rechthoek te maken was dus niet creatief genoeg om copyrightbescherming te garanderen. Ik ben benieuwd of de vlag in Europa wel als voldoende creatief wordt beschouwd. [post_title] => Aanvraag Tommy Hilfiger bescherming auteursrechten afgewezen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanvraag-tommy-hilfiger-bescherming-auteursrechten-afgewezen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:10 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:10 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17022 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 17024 [post_author] => 26 [post_date] => 2019-07-05 11:11:36 [post_date_gmt] => 2019-07-05 09:11:36 [post_content] => Voor de beauty-liefhebbers onder ons: De High Court of Justice van Engeland en Wales heeft geoordeeld dat Benefit met haar merk "BEAUTY & THE BAY" geen inbreuk maakt op de merken van "BEAUTY BAY" (de favoriete online beauty webshop van velen). Het geschil ontstond toen Benefit een kerstset verkocht, waar een bolvormige geschenkdoos onderdeel van uitmaakte. Op de bol stond het merk "Beauty & the Bay" groot afgebeeld. Beauty Bay is bang voor de verwarring die deze tekst zal veroorzaken. Maar Benefit voert aan dat "Beauty and the Bay" door de gemiddelde consument begrepen zal worden als een woordspeling op "Beauty and the Beast". Verder zou de consument de tekst puur als decoratief beschouwen. Van verwarring is volgens Benefit dus geen sprake. De rechter gaat mee in het betoog van Benefit en komt tot de conclusie dat van merkinbreuk geen sprake is. Benefit mag de tekst dus op deze manier (blijven) gebruiken. [post_title] => Inbreuk op merken in de beauty branche [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inbreuk-op-merken-in-de-beauty-branche [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-02-12 17:04:01 [post_modified_gmt] => 2020-02-12 16:04:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17024 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 17623 [post_author] => 7 [post_date] => 2019-08-01 11:54:27 [post_date_gmt] => 2019-08-01 09:54:27 [post_content] => Als een bedrijf verkocht wordt, moet een koopprijs betaald worden. Professionele adviseurs bepalen doorgaans de waarde van de aandelen. Soms is een deel van de koopprijs afhankelijk van toekomstige prestaties. Dan biedt een earn-out clausule uitkomst. Daarin leggen partijen vast onder welke voorwaarden op welke momenten er een bedrag betaald moet worden. Vaak wordt een deel van de koopprijs bij levering van de aandelen betaald en een deel later. Na de verkoop heeft de verkoper geen invloed meer op de prestaties van de onderneming. Daarom moet de verkoper de formulering van de earn-out zorgvuldig kiezen.
Zorgvuldig formuleren
Dat bleek onlangs ook in een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. Ingenium was met anderen aandeelhouder van de onderneming Buckaroo. Dit is een aanbieder van online betaaldiensten en geautomatiseerde incassodiensten. Intrum Justitia had interesse in die aandelen om de diensten van Buckaroo toe te kunnen voegen aan de diensten van Intrum. Intrum werkt internationaal in 20 landen. Dit was een kans om Buckaroo internationaal op de kaart te kunnen zetten. De koopprijs kwam niet eenvoudig tot stand. Partijen kozen voor een lage betaling ineens en een earn-out in de toekomst.
Afspraken
Partijen sloten een aparte earn-out overeenkomst. Daarin legden ze vast dat Intrum Justitia vrij was het beleid bij Buckaroo te bepalen. Dat hoefde niet gericht te zijn op betalingen onder de earn-out regeling. Wel moest Intrum justitia de bepalingen van de “commercial agreement” in acht nemen. Dat was een bijlage bij de earn-out overeenkomst waarin beleidsvoornemens opgenomen waren. Het ging er dan vooral om dat Buckaroo geïntegreerd zou worden in de Intrum organisatie. Haar diensten werden zodoende opgenomen in het dienstenpakket van Intrum. Zo zou Buckaroo haar entree in Europa maken. Intrum justitia kende dat beleidsvoornemen, maar had het niet onderschreven.
Interpretatie
Gaandeweg bleek dat Indigium geen earn-out betaald kreeg. Dat kwam omdat het beleid van Buckaroo afweek van de voornemens, althans dat vond Indigium. Intrum zou daarmee in strijd gehandeld hebben met de verplichtingen uit de “commercial agreement”. Dat rechtvaardigde volgens Indigium een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank dacht daar anders over. Die legde de overeenkomsten taalkundig uit. De verplichting van Intrum om voor de earn-out te zorgen, bestond simpelweg niet.
Hoger beroep
In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof Amsterdam nagenoeg hetzelfde. Onder normale omstandigheden “komt het bij de uitleg van een overeenkomst aan op de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de desbetreffende bepalingen mochten toekennen en hetgeen ze redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten”[1]. Zowel Indigium als Intrum Justitia zijn professionele partijen. Ze hadden zich bovendien laten bijstaan door deskundige adviseurs. Ook hield de overeenkomst ook een zogenaamde “entire agreement clause” in. Dat betekent dat wat er in staat, de volledige overeenkomst tussen partijen is.
Taalkundige uitleg
Volgens het hof lag het daarom meest voor de hand dat voor de uitleg van de overeenkomsten een taalkundige uitleg gehanteerd wordt. Weliswaar moest Intrum Justitia rekening houden met de belangen van Buckaroo en haar beleidsvoornemens, tegelijk stond het haar vrij het beleid bij Buckaroo zelf in alle vrijheid te bepalen. Daar ging het mis. Het hof kon daar onmogelijk een verplichting van Intrum Justitia in lezen tot het werkelijk ten uitvoer leggen van die beleidsvoornemens. Om die reden ging het hof aan de vordering van Indigium voorbij. Hij bekrachtigde hij het vonnis van de rechtbank.
Conclusie
Dit arrest leert opnieuw dat het bij het formuleren van een contract aankomt op een zorgvuldige woordkeuze. Dat geldt eens te meer als de partijen bij een overeenkomst zich bedienen van juridische bijstand. Normaal bieden de omstandigheden van het geval en de Haviltex-maatstaf nog uitkomst als een contract voor meerdere uitleg vatbaar is. Dat schuift dan op richting een taalkundige uitleg als er deskundige adviseurs bij betrokken zijn. Die taalkundige uitleg laat veel minder ruimte voor interpretatie. Hoe meer onduidelijkheden, des te meer risico voor de partij die het van de uitleg van een overeenkomst moet hebben. [1] Dit wordt het Haviltex-criterium genoemd, naar het gelijknamige arrest van de Hoge Raad van 13 maart 1981 (NJ 1981-635) [post_title] => De taalkundige uitleg van de Earn-Out [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-taalkundige-uitleg-van-de-earn-out [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:06 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17623 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 439a232dbe07ec18c6932dc8d518f99e [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Als een bedrijf verkocht wordt, moet een koopprijs betaald worden. Professionele adviseurs bepalen doorgaans de waarde van de aandelen. Soms is een deel van de koopprijs afhankelijk van toekomstige prestaties....
Lees meer
30 jul 2019
BG.legal
Op 25 juni 2019 heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat tot gevolg heeft dat de Handelsregisterwet 2007 op een aantal punten wordt gewijzigd. Het aangenomen wetsvoorstel is hier...
Lees meer
De feiten. Deze vraag kwam aan de orde in een geschil tussen Luxury Bedding Company en Luxury Beds. Beide ondernemingen verkopen luxe bedden, boxsprings en matrassen. Luxury Bedding Company bestaat...
Lees meer
Het rommelt bij FC Den Bosch. Een geschil met een investeerder en een niet-sluitende begroting bedreigen het voortbestaan van de club. Het is niet verwonderlijk dat er in verschillende media...
Lees meer
In de ogen van de werkgever disfunctioneert de werknemer, maar je kunt niet zomaar van de werknemer af. Daarvoor moet er eerst ‘disfunctioneren dossier’ worden opgebouwd. Waar moet een dergelijk...
Lees meer
Het is gebruikelijk dat een arbeidsovereenkomst wordt opgezegd per de eerste van een maand. De vraag is wat in dat geval nu precies de laatste dag van het dienstverband is....
Lees meer
In mei 2019 heeft de Hoge Raad maar weer eens bevestigd dat de stelplicht en bewijslast die op een werkgever rust indien hij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wenst, een...
Lees meer
Vers van de pers: Adidas merk onderuit door nieuwe uitspraak. Recent heeft de Europese General Court een langverwachte uitspraak gedaan waarin het merk van Adidas (de drie strepen) ongeldig is...
Lees meer
Tommy Hilfiger heeft een aanvraag bij de US Copyright Office ingediend voor de bescherming van haar auteursrechten. In dit geval ging het om de bescherming van de (rood-wit-blauwe) Tommy Hilfiger...
Lees meer
Voor de beauty-liefhebbers onder ons: De High Court of Justice van Engeland en Wales heeft geoordeeld dat Benefit met haar merk "BEAUTY & THE BAY" geen inbreuk maakt op de...
Lees meer