WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[paged] => 0
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 16
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1415
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (16) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 0, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 43110
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-08-09 10:25:23
[post_date_gmt] => 2024-08-09 08:25:23
[post_content] => In een recente uitspraak van de Hoge Raad oordeelt De Hoge Raad dat er zwaarwegende redenen zijn om het medisch beroepsgeheim te doorbreken, een uitzondering op de regel.
Het gebeuren
Een jonge vrouw werd behandeld voor anorexia nervosa. Zij had daarnaast ook te kampen met andere psychische problemen. Zij is een tijdlang onder behandeling geweest bij een GGZ instelling. Zij kwam helaas te overlijden aan [de complicaties] van anorexia nervosa.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd [IGJ]
Er waren alarmerende signalen over het overlijden van de vrouw. Als toezichthouder heeft de inspectie dan ook een onderzoek ingesteld. Tijdens het onderzoek waren er verdenkingen gerezen van onzorgvuldig en onprofessioneel handelen dat kan hebben geleid tot of hebben bijgedragen aan het overlijden van de vrouw.
Aangifte
De inspectie heeft tegen de directeur van de GGZ instelling aangifte gedaan. Het OM is daarop een strafrechtelijk onderzoek gestart. Zij vordert tbv het onderzoek het complete medisch dossier van de vrouw. De vordering is door de RC [Rechter commissaris] toegewezen, en het verzet daarop is dus afgewezen.
Het patiënten dossier bevindt zich sedertdien in een kluis in het kabinet RC van de rechtbank.
Ook de rechtbank heeft de door de GGZ instelling ingediende klaagschriften ongegrond verklaard.
De klagers hebben beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
Juridisch kader
Een arts is verplicht om de vertrouwelijke informatie van zijn patiënt geheim te houden, ook bij overlijden van de patiënt.
Er kunnen uitzonderlijke omstandigheden zijn waarbij het medisch beroepsgeheim doorbroken wordt. Bijvoorbeeld in het geval van ernstige delicten en de gegevens niet op een andere manier kunnen worden verkregen.
Hoge Raad
De beslissing van de rechtbank dat er in casu zwaarwegende redenen zijn om het medisch beroepsgeheim te doorbreken blijft in stand. De gevraagde gegevens zijn nodig voor de waarheidsvinding en kunnen niet op andere wijze verkregen worden.
Ernstig strafbare feiten waarbij mensenlevens te betreuren zijn moeten onderzocht kunnen worden en berecht. In deze zaak was de jonge vrouw twee jaar in behandeling bij iemand die geen medische opleiding had gevolgd.
Ook moet ervoor gewaakt worden, indien de verwijten juist zijn, dat de verdachte nogmaals in de gelegenheid kan komen medische handelingen te verrichten zonder de vereiste kennis en kunde. Temeer nu er geen weg is naar de tuchtrechter omdat de verdachte niet BIG is geregistreerd.
Conclusie
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het medisch beroepsgeheim dus doorbroken worden. In casu was hiervan sprake.
Een zorgzinstelling kan echter niet zomaar op een verzoek van politie/justitie ingaan.
Als politie/justitie afgifte verlangt van de zorginstelling moet dit wel via een vordering van de Officier van Justitie plaats vinden. Het verzoek kan dan op juiste wijze getoetst worden.
Gehele uitspraak: ECLI:HR:2024:972
[post_title] => Medisch beroepsgeheim terecht doorbroken?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => medisch-beroepsgeheim-terecht-doorbroken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-09 10:29:08
[post_modified_gmt] => 2024-08-09 08:29:08
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43110
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 42165
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-05-21 09:38:48
[post_date_gmt] => 2024-05-21 07:38:48
[post_content] => Patiënt stopt met het cholesterolverlagende middel Simvastatine en krijgt een herseninfarct. De huisarts had dit als stoprecept voorgeschreven. Een stoprecept wordt voorgeschreven wanneer een arts besluit een bepaald medicijn te stoppen of niet langer voor te schrijven om verschillende redenen.
Het gebeuren
Op 16 november 2016 schrijft de huisarts een stoprecept voor op Simvastatine. Op 18 september 2017 overkomt de patiënt een herseninfarct. Patiënt stelt dat door het stoppen van de Simvastatine het herseninfarct is ontstaan. Patiënt stelt dat de huisarts onzorgvuldig heeft gehandeld en claimt de kosten die hij heeft opgelopen ten gevolge van het herseninfarct.
De [verzekeraar] van de huisarts erkent geen aansprakelijkheid. Patiënt stapt naar de rechter.
Onzorgvuldigheid huisarts volgens patiënt:
- Simvastatine had huisarts niet mogen stoppen
- Huisarts had hem niet voldoende op de hoogte gebracht v.w.b. de risico’s van het stoppen met het medicijn
- De huisarts had onvoldoende controle gehouden na het stoppen met het medicijn.
Verweer huisarts
Er is niet onzorgvuldig gehandeld;
- Huisarts werd geconfronteerd met voldongen feit dat patiënt zelf was gestopt met het medicijn
- Huisarts heeft stoprecept uitgeschreven om aansluiting te zoeken bij deze feitelijke situatie, op dat moment had patiënt ook geen hoog cholesterol
- Focus werd ten tijde van het consult gelegd op gezonde levensstijl en hervatting bloed verlagende medicatie
- Het causaal verband tussen het gestelde onzorgvuldig handelen en herseninfarct ontbreekt.
Beoordeling rechter
De hamvraag is of de huisarts heeft gehandeld als een goed hulpverlener.
Op initiatief van huisarts gestopt met medicatie?
In het huisartsenjournaal is gerapporteerd dat patiënt zelf is gestopt met het innemen van Simvastatine. De rechtbank gaat uit van de juistheid van het huisartsenjournaal. Dat de aantekeningen niet juist zouden zijn is niet aannemelijk gemaakt door de patiënt.
Dat patiënt zelf is gestopt met Simvastatine paste ook in het gedrag van de patiënt. Uit het huisartsenjournaal blijkt diverse keren dat hij niet verschijnt op controles of anderszins ‘zijn eigen weg gaat’.
De rechtbank houdt het erop dat de patiënt op eigen initiatief is gestopt met Simvastatine.
Uitschrijven van het stoprecept
Patiënt was al meer dan een maand gestopt met Simvastatine en ook het bloeddrukverlagende middel. Uit controle vlak voor het consult bleek dat de cholesterolwaarden normaal zijn. Het stoppen van Simvastatine was dan ook niet problematisch. De bloeddruk bleek echter niet goed te zijn. Op aandringen van de arts is weer begonnen met het bloeddrukverlagende medicijn.
Volgens de rechter heeft de huisarts in de gegeven omstandigheden dan ook niet onzorgvuldig gehandeld.
Onvoldoende houden van toezicht en controle
De rechter stelt vast dat uit het huisartsenjournaal blijkt dat in de periode na het consult diverse afspraken zijn gemaakt. Patiënt is echter zelf, zonder opgave van reden, niet verschenen.
Onder die omstandigheden kan de huisarts niet verweten worden dat zij onvoldoende toezicht en controle heeft gehouden op zijn gezondheidssituatie na afgifte van het stoprecept.
Er is geen sprake van onzorgvuldig handelen en de vorderingen van de patiënt worden afgewezen.
Conclusie
In deze zaak oordeelt de rechter dat er niet onzorgvuldig is gehandeld door de huisarts. De rechter komt hiermee nog niet eens toe aan de juridische vraag of er wel causaal verband is tussen het gestelde onzorgvuldig handelen en het herseninfarct. Hetgeen ook nog maar de vraag is.
Uit deze uitspraak blijkt verder maar weer eens hoe belangrijk het is voor hulpverleners om het medisch dossier goed op orde te hebben.
[post_title] => Is de huisarts aansprakelijk voor een herseninfarct na stoppen medicijnen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => is-de-huisarts-aansprakelijk-voor-een-herseninfarct-na-stoppen-medicijnen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-05-21 09:56:25
[post_modified_gmt] => 2024-05-21 07:56:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42165
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 41379
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-03-05 10:11:38
[post_date_gmt] => 2024-03-05 09:11:38
[post_content] => Automobilist heeft groen licht en slaat met normale snelheid linksaf. De bestuurder van de rechtdoor gaande snorfiets is door rood gereden. Is de bestuurder van de snorfiets volledig aansprakelijk?
Casus
Het staat vast dat de automobilist groen licht heeft gehad. De bestuurder van de snorfiets had rood licht. Het ongeval vond binnen de bebouwde kom plaats alwaar 50 km/uur gereden mocht worden. Er is geen indicatie dat de automobilist harder heeft gereden. De automobilist stond voorgesorteerd om linksaf te gaan en nam de bocht naar links. De bestuurder van de snorfiets kwam van de tegenovergestelde richting en reed rechtdoor bij rood licht. Een botsing was het gevolg en de bestuurder van de snorfiets liep hierbij letsel op. De bestuurder van de snorfiets stelt de [verzekeraar van] de automobilist aansprakelijk. De verzekeraar wijst de aansprakelijkheid af.
Het slachtoffer stapt naar de rechter.
Toepasselijke wetsartikelen
Een snorfiets wordt niet gelijkgesteld met een fiets. Dus de bestuurder van de snorfiets geniet ook geen bescherming zoals fietsers en voetgangers [art. 185 WVW] nu zij gewoon gemotoriseerd verkeer is. Het geschil zal moeten worden beoordeeld naar de gewone onrechtmatigheid, art. 6:162 BW.
Uitspraak Rechtbank
Vast staat dus dat de automobilist door een voor hem groen uitstralend verkeerslicht is gereden. De algemeen geldende regel van zorgvuldigheid in het verkeer (artikel 6 WVW) brengt echter mee dat - ook bij groen licht - niet mag worden afgeslagen voordat is gecontroleerd of dat zonder gevaar kan, en de weg daadwerkelijk vrij is.
De omstandigheid dat de automobilist door groen licht is gereden ontsloeg hem dus niet van zijn verplichting rekening te houden met de mogelijkheid dat verkeer vanuit de tegenovergestelde richting rechtdoor over de kruising zou kunnen rijden.
Bij het besturen van een personenauto geldt voorts dat niet goed uitkijken door de snelheid en de massa van de auto gemakkelijk tot een ongeval en daarmee tot letsel bij andere weggebruikers leidt, zoals bekend is.
Verkeerssituatie
Van belang is dat het hier om een overzichtelijke situatie ging. De snorfiets moet op enige afstand zichtbaar zijn geweest. Naast de aangesproken automobilist reed nog een automobilist die de aanrijding wel heeft kunnen voorkomen. Het betrof aldus twee banen voor links afslaand verkeer.
Alcoholgebruik
Ook staat vast dat de automobilist onder invloed van alcohol was. Het promillage van de automobilist bedroeg op het moment van de aanrijding 0,35, terwijl voor hem een promillage van maximaal 0,2 was toegestaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat (teveel) alcohol in het bloed de oplettendheid en het reactievermogen van de bestuurder negatief beïnvloedt.
De automobilist is aansprakelijk. Hij is bij de kruising afgeslagen zonder te controleren of de weg daadwerkelijk vrij was van verkeer.
Eigen schuld bestuurder snorfiets
Vast staat dat de snorfietser door roodlicht is gereden. Als zij was gestopt voor het roodlicht had de aanrijding niet plaats gevonden. Ook voor haar was de situatie overzichtelijk en zij had de automobilist al van enige afstand moeten kunnen zien. De automobilist had weliswaar beter moeten opletten maar daar tegenover staat dat de snorfietser een zeer ernstige fout heeft gemaakt. Gelet op de grote waarschijnlijkheid dat een aanrijding volgt als een rood verkeerslicht wordt genegeerd, dient de weggebruiker zeer scherp op verkeerslichten te letten.
De rechtbank oordeelt daarom dat de vergoedingsplicht van de verzekeraar van de automobilist met 70% moet worden verminderd.
Het slachtoffer krijgt aldus 30% van haar schade vergoed.
Conclusie
Ook al heb je groen licht je moet altijd nog controleren of de weg daadwerkelijk vrij is. Daarnaast is er in de praktijk ook altijd nog de mogelijkheid dat tegemoetkomende fietsers, bromfietsers, snorfietsen ook groen licht hebben en je dus voorrang moet geven.
Dit was hier echter niet aan de orde. Vanwege het rijden door roodlicht kreeg de bestuurder van de snorfiets toch de meeste schuld toebedeeld. Echter de automobilist die groen licht had gaat niet vrij uit.
Volledige uitspraak.
[post_title] => Groen licht? En toch kan het misgaan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => groen-licht-en-toch-kan-het-misgaan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-05 10:38:27
[post_modified_gmt] => 2024-03-05 09:38:27
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41379
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 41321
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-02-27 08:19:44
[post_date_gmt] => 2024-02-27 07:19:44
[post_content] => Het betreft hier een tuchtzaak waarbij klaagster jarenlang patiënt was van de betreffende huisarts en tevens ook bevriend was met de huisarts. Thans verwijt klaagster dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege had de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege denkt er anders over.
Casus
Klaagster was jarenlang patiënt van de huisarts. Sinds 2015 hadden zij ook een persoonlijke vriendschappelijke band met elkaar gekregen. De huisarts was in 2015 nauw betrokken bij het overlijden van de echtgenoot van klaagster. In die periode waren er ook problemen met de dochter van klaagster, die een relatie had met een persoon uit het criminele circuit. Informatie daarover heeft de huisarts toen door zijn nauwe betrokkenheid meegekregen onder andere doordat dit klaagster en haar echtgenoot veel geld had gekost.
De huisarts kwam veelvuldig over de vloer bij klaagster en klaagster paste ook vaak op de hond van de huisarts. Klaagster en huisarts hadden beiden elkaars huissleutels. In de contacten had klaagster de huisarts ook op de hoogte gehouden van het wel in wee in haar familie.
In de zomer van 2022 heeft een inbraak plaats gevonden in het huis van de huisarts. Vanwege zijn vermoeden dat de dochter van klaagster de inbraak had gepleegd, heeft de huisarts de vriendschap met klaagster verbroken. De partner van de huisarts heeft klaagster gebeld. De partner uit de beschuldiging aan klaagster dat de dochter van klaagster heeft ingebroken en juwelen heeft vervreemd.
Klacht
De klaagster stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Hij heeft persoonlijke informatie over haar dochter in de thuissituatie gedeeld met zijn partner, aldus klaagster.
Verweer huisarts
De huisarts stelt zich op het standpunt dat hij de informatie niet had verkregen in zijn hoedanigheid als huisarts, maar als vriend van de familie. Van schending van het beroepsgeheim is dan geen sprake, aldus de huisarts.
Uitspraak Centraal Tuchtcollege
Klaagster vond geen gehoor bij het Regionaal Tuchtcollege. De klacht werd aldaar ongegrond verklaard. Klaagster ging in beroep bij het Centraal Tuchtcollege.
Het beroepsgeheim geldt zowel voor medische als niet medische aangelegenheden die een arts in hoedanigheid van een arts worden toevertrouwd door een patiënt of diens naaste betrekkingen. Dit betekent in dit geval dat de informatie over de dochter van klaagster, die de huisarts rond de ziekte en het sterfbed van de echtgenoot van klaagster ter ore was gekomen, onder zijn beroepsgeheim valt.
Het standpunt van de huisarts dat hij die informatie als vriend van klaagster heeft verkregen volgt het Centraal Tuchtcollege niet. De huisarts was als arts bij klaagster en wijlen haar echtgenoot betrokken. Na het overlijden zijn naast de nog voortdurende behandelrelatie pas vriendschappelijke betrekkingen met klaagster ontstaan en onderhouden. Ook toen heeft klaagster met de huisarts gesproken over haar gezinssituatie. Ook die informatie valt onder het medisch beroepsgeheim, aangezien op dat moment nog steeds sprake was van een behandelrelatie. Het verweer van de huisarts dat hij bij klaagster in de thuissituatie geen medische handelingen heeft verricht, omdat hij dan geen dokterstas bij zich had, doet niet ter zake. Aldus het Centraal Tuchtcollege.
Conclusie
Het Centraal Tuchtcollege bevestigt met deze uitspraak dat het medisch beroepsgeheim een ruime uitleg heeft. Alle informatie die een arts van een patiënt verkrijgt valt in principe onder het medisch beroepsgeheim. Hierover moet de huisarts zwijgen, ook ten opzichte van zijn/haar eigen partner.
Volledige uitspraak: ECLI:NL:TGZCTG:2024:30
[post_title] => Medische zorgverleners opletten geblazen als je familie of vrienden behandelt!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => medische-zorgverleners-opletten-geblazen-als-je-familie-of-vrienden-behandelt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-27 08:19:44
[post_modified_gmt] => 2024-02-27 07:19:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41321
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 40837
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-01-23 11:04:17
[post_date_gmt] => 2024-01-23 10:04:17
[post_content] => Bestuurder verliest macht over het stuur en veroorzaakt hiermee een auto-ongeval. De passagier loopt letsel op maar krijgt niet haar volledige schade vergoed.
Het gebeuren
Op 15 april 2019 is een passagier een verkeersongeval overkomen. Zij zat op de bijrijdersstoel toen de bestuurder de macht over het stuur verloor, waarna de auto van de weg afraakte en in een sloot nabij de afrit belandde.
De bestuurder had lachgas gebruikt. De passagier droeg alleen de heupgordel. De andere gordelband bevond zich achter haar rug.
Letsel
Het slachtoffer heeft ernstig letsel opgelopen. Zij had meerdere wervelfracturen en fracturen in het linker scheenbeen, de rechterenkel en rechterhand. Zij was 14 dagen opgenomen in het ziekenhuis waarna een langdurige revalidatie volgde. Zij werkte op een kinderdagverblijf maar heeft inmiddels een WIA uitkering. Haar schade is dan ook waarschijnlijk aanzienlijk.
Aansprakelijkstelling
Het slachtoffer heeft de verzekeraar van de bestuurder aansprakelijk gesteld. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid erkend. Echter de verzekeraar past op de letselschade tevens een korting toe. De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat er sprake is van eigen schuld van het slachtoffer aan het ontstaan van haar schade. De verzekeraar vergoedt daarom slechts 50% van de schade.
Het slachtoffer is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter. Zij eist 100% vergoeding van haar letselschade.
Oordeel Rechtbank voor wat betreft het gordelgedrag
Het slachtoffer heeft de gordel niet juist gedragen en dit kan haar worden toegerekend. Het niet of niet juist dragen van de gordel leidt tot een eigen schuld percentage van 25%. De stelling van het slachtoffer dat zij een korset droeg [om esthetische redenen] en daarom de gordel op andere wijze heeft gedragen doet hier niet aan af.
Oordeel rechtbank voor wat betreft het lachgasgebruik van de bestuurder
De verzekeraar stelt dat het slachtoffer zelf ballonnen met gas zou hebben gevuld en aangereikt aan de bestuurder. Dit is niet bewezen, aldus de rechter.
Aan de bestuurder kan in ieder geval worden toegerekend dat hij tijdens het autorijden lachgas heeft ingenomen. Deze gedraging weegt zwaar. Het slachtoffer heeft op haar beurt onvoldoende gedaan om de bestuurder te beletten om lachgas te gebruiken.
Eigen schuld percentage
De rechtbank komt op een eigen schuldpercentage van 40% voor het slachtoffer. Wel vindt de rechtbank dat er plaats is voor een billijkheidscorrectie. Gelet op de ernst van de gemaakte fouten van de bestuurder maar ook gelet op de ernst van het letsel bij het slachtoffer. Op basis van billijkheid komt de rechter op een eigen schuld van 30%.
Het slachtoffer krijgt dan ook 70% van haar schade vergoed.
Conclusie
Passagiers let dus op dat je niet instapt in de auto van een bestuurder die alcohol of drugs heeft genomen.
Mocht het onverhoopt tot een ongeval leiden en loopt de passagier hierbij letsel op dan kan er korting plaatsvinden op de vergoeding van de letselschade. Op grote schade, zoals onderhavige, is dit zelfs meer dan de spreekwoordelijke slok op een borrel.
Ook bij het niet [juist] dragen van de gordel zal de volledige letselschade niet vergoed worden. Alleen als blijkt dat hetzelfde letsel ook was ontstaan bij het [juist] dragen van de gordel is een gordelkorting niet gerechtvaardigd. Het slachtoffer zal dit echter moeten bewijzen.
Voor de bestuurder kan het nog zo uitpakken dat de verzekeraar de uitgekeerde letselschade aan de passagier verhaalt op de bestuurder.
Hierbij de volledige uitspraak.
[post_title] => Letsel door lachgas en onjuiste gordel: Passagiers eigen verantwoordelijkheid?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => letsel-door-lachgas-en-onjuiste-gordel-passagiers-eigen-verantwoordelijkheid
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-01-23 11:10:18
[post_modified_gmt] => 2024-01-23 10:10:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40837
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 40277
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-12-22 10:49:17
[post_date_gmt] => 2023-12-22 09:49:17
[post_content] => Fatbikes zijn niet meer weg te denken. Hoe zit het met verzekering en aansprakelijkheid bijvoorbeeld voor letselschade. Ben je verzekerd of helemaal niet?
De fatbike overheerst steeds meer het straatbeeld, met name in de grote steden. Zijn de regels wel duidelijk? Ben je wel verzekerd als je een ongeval met de fatbike maakt? Je kan ook letselschade veroorzaken en de financiële belangen kunnen dan groot zijn.
Wat is een fatbike
Het zijn elektrische fietsen met dikke banden en een lage zit. Er is sprake van trapondersteuning normaliter tot 25 km/uur. Het zijn vooral jongeren die een fatbike kopen. Zeker sinds de helmplicht is ingesteld voor scooters/snorfietsen. In tegenstelling tot de scooters en snorfietsen hoef je geen helm op. En er geldt ook niet de minimumleeftijd van 16 jaar voor het besturen van een fatbike. De verkoop van fatbikes neemt dan ook gestaag toe.
Verzekering
Er geldt geen verzekeringsplicht nu een fatbike geen motorvoertuig is. Wel is het aan te raden een AVP verzekering [AansprakelijkheidsVerzekering Particulieren] af te sluiten zodat je verzekerd bent tegen aansprakelijkheid. Je hebt dan dekking als je zelf een ongeval veroorzaakt voor de schade aan derden. Hetzelfde als bij gewone fietsen. Ook loont het om een aparte verzekering tegen diefstal af te sluiten. Helaas worden de fatbikes in toenemende mate gestolen. Er zijn al verzekeraars die fatbikes niet meer willen verzekeren.
Wat als je zelf letselschade oploopt
Als je met je fatbike een ongeval overkomt waarbij een motorvoertuig is betrokken en je loopt zelf letsel op word je ook beschermd door art. 185 WVW. Immers fietsers en voetgangers worden gezien als zwakke verkeersdeelnemers en daarom extra beschermd in Nederland. Zij krijgen in de regel altijd minstens 50% van hun schade vergoed.
Echter:
Alhoewel het op zich een veilig vervoermiddel is kan je de fatbikes vrij eenvoudig opvoeren, dan kunnen zelfs snelheden van 40 tot 45 km/uur gehaald worden [of harder]. Je mag hiermee niet op de openbare weg en je bent niet meer verzekerd. Je zal zelf de schade die je veroorzaakt hebt aan een ander moeten betalen. Dit kan bij zwaar letsel oplopen. Mogelijk zal er dan beslag moeten worden gelegd op je woning of loon.
Als je zelf letsel oploopt kan je ook geen beroep meer doen op art. 185 WVW.
Dan zijn er ook fatbikes met een gashendel. Een gashendel mag slechts ondersteunen tot 6 km/uur. Je hoeft dan niet te trappen. Fatbikes die harder kunnen dan 25 km/uur zijn wettelijke gezien geen fiets meer maar een motorvoertuig. Je mag niet op de openbare weg en je bent evengoed niet verzekerd.
Rijdt een minderjarig kind op een opgevoerde fatbike en veroorzaakt hij/zij een ongeval dan zijn de ouders aansprakelijk. Geen enkele verzekering dekt de veroorzaakte [letsel]schade en de kosten van het slachtoffer kunnen oplopen zeker bij zwaar letsel.
Strafrechtelijk riskeert de bestuurder van een opgevoerde fatbike bij controle door de politie een boete van € 290,00 en in beslagname.
Kortom:
Bestuurders [of hun ouders] van fatbikes die harder kunnen dan 25 km/uur lopen een groot financieel risico. Daarnaast zijn de fatbikes die zijn opgevoerd of werken met een gashendel een gevaar op het fietspad. De verwachting is dat het aantal fietsongevallen en hierdoor letsel toe zal nemen. Met het verbannen van de fatbike naar de weg haal je niet de angel eruit. De opgevoerde fatbike zelf is het probleem en hiervoor moet duidelijke regelgeving komen en strenger worden gehandhaafd.
Het is enigszins te vergelijken met de opgevoerde bromfietsen. Een groot verschil is wel dat ook kinderen onder de 16 jaar op de fatbikes mogen rijden.
Mogen verkopers de opgevoerde fatbikes wel aanbieden? Ja dat mag, ook die met een gashendel. De fatbikes die harder kunnen dan 25 km/uur moeten wel voorzien zijn van een typegoedkeuring en de verkoper moet bij de verkoop wel vermelden dat er niet op de openbare weg mee mag gereden. Inmiddels heeft de inspectie al vele dwangsommen opgelegd aan o.a. webshops die geen typegoedkeuring hadden voor deze fatbikes.
Werk aan de winkel voor de wetgever
Er zal een leeftijdsgrens moeten komen voor de fatbikes en ook het opvoeren moet verboden worden. Nu is dit niet verboden. Alleen het rijden op de openbare weg met een opgevoerde fatbike is verboden. Ook zullen opgevoerde fatbikes niet meer voor de verkoop mogen worden aangeboden.
Een mogelijke helmplicht [voor overigens alle e-bikes] zal wellicht het enthousiasme voor de koop van fatbikes doen verminderen.
Zolang er geen verdergaande maatregelen worden getroffen zal de onveiligheid in het verkeer mede door opgevoerde fatbikes blijven bestaan.
[post_title] => Ben je wel verzekerd als je een ongeval met de fatbike maakt?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ben-je-wel-verzekerd-als-je-een-ongeval-met-de-fatbike-maakt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-22 10:49:17
[post_modified_gmt] => 2023-12-22 09:49:17
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40277
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 40153
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-12-12 10:54:00
[post_date_gmt] => 2023-12-12 09:54:00
[post_content] => Per 1 juli 2022 stelde de zorginstelling een algeheel verbod in voor roken zowel binnen in de gebouwen als buiten op haar terrein. Volgens de huisregels was er alleen een verbod voor roken in de gebouwen. Een cliënt was het niet eens met het algehele rookverbod en diende een klacht in bij de klachtencommissie en later bij de rechter. Volgens cliënt werden de huisregels ten onrechte niet toegepast. De rechter heeft uitspraak gedaan op 30 november 2023.
Onderhavige Casus
Cliënt [en dus tevens klager] was gedwongen opgenomen in de betreffende zorginstelling en moest een tijd in de instelling verblijven. Door het algehele rookverbod wordt hij gedwongen te stoppen met roken, terwijl hij dat niet wil en ook niet met dat doel is opgenomen in de instelling. Cliënt wil toestemming om te kunnen blijven roken.
De zorginstelling stelt zich op het standpunt dat zij het rookverbod volgens de wet moest instellen.
Klachtencommissie
De klachtencommissie verklaart zich onbevoegd om van de klacht kennis te nemen.
De cliënt stapt naar de rechter.
Rechtbank
De rechtbank doet uitspraak op 30 november 2023 nadat de zaak door de Hoge Raad was terugverwezen naar de rechtbank. De rechtbank moest volgens de Hoge Raad het beleid wel toetsen.
Rechtbank oordeelt vervolgens dat voor de zorginstelling geen wettelijke verplichting bestond om per 1 juli 2022 een algeheel rookverbod in te voeren. In de tabaks- en rookwarenwet staat namelijk dat de verplichting van een rookverbod niet geldt ‘in ruimten waar geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer’ en ‘in open lucht’.
Het betreft dus een eigen keuze van de zorginstelling. Onjuist is dan ook de stelling van de zorginstelling dat het algehele rookverbod dwingend voortvloeit uit de wet. En daarom het minder vergaande rookverbod van artikel 11 van de huisregels niet langer zou gelden.
Verder geldt dat in de huisregels alleen regels kunnen worden opgenomen die noodzakelijk zijn voor ‘de ordelijke gang van zaken en de veiligheid’ binnen de accommodatie, aldus de rechtbank. De zorginstelling geeft aan dat het rookverbod dient om de gezondheid van cliënten, medewerkers en bezoekers te bevorderen. Volgens de rechtbank valt dit niet onder ‘de ordelijke gang van zaken en veiligheid. ‘ De zorginstelling heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat het algehele rookverbod noodzakelijk is voor de ordelijke gang van zaken en veiligheid, passend bij de doelgroep, aldus de rechtbank.
De klacht van [inmiddels ex-]cliënt is gegrond.
Schadevergoeding
Klager vordert nog een schadevergoeding van € 1.000,00 voor het hem aangedane leed. Klager verblijft reeds geruime tijd in een andere instelling waardoor hij niet heeft kunnen profiteren van de gegrondverklaring van zijn klacht.
De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen o.a. nu de klager niet inzichtelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk schade heeft geleden door het algehele rookverbod.
Volledige uitspraak.
[post_title] => Mag een zorginstelling een algeheel rookverbod instellen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-een-zorginstelling-een-algeheel-rookverbod-instellen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-12 10:57:10
[post_modified_gmt] => 2023-12-12 09:57:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40153
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 39979
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-11-24 09:39:07
[post_date_gmt] => 2023-11-24 08:39:07
[post_content] => Duiken in ondiep water is zeer gevaarlijk. Helaas komt het regelmatig voor dat een zwemmer hierdoor een dwarslaesie oploopt. Is de eigenaar van het openbaar water mogelijk aansprakelijk?
Onlangs heeft rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een dergelijke zaak.
Het ongeval
Op 12 juni 2020 ging het slachtoffer met zijn vriend zwemmen op een plaats aan het meer waar meerdere personen aan het zwemmen waren. Een aantal personen stond al in het water en moedigden de jongen aan om ook in het water te komen. De 16-jarige jongen trok een sprintje vanaf de oever, is een stukje het water in gerend en vervolgens het water ingedoken. Door deze duik in het ondiepe water heeft hij zijn nek gebroken. Hij heeft een dwarslaesie waardoor hij blijvend rolstoel gebonden is.
Het betreffende deel van het meer is gelegen in een openbaar natuurgebied. Het Landschap is de eigenaar/beheerder. Het slachtoffer heeft Het Landschap aansprakelijk gesteld. Nationale Nederlanden is de verzekeraar van Het Landschap.
Argumenten in de aansprakelijkstelling
Het slachtoffer vindt dat Het Landschap aansprakelijk is op basis van de volgende feiten:
- Het natuurgebied is een natuur- en recreatiegebied waar veel gezwommen wordt. Juist ook op de plaats waar het ongeval plaatsvond.
- Ten tijde van het ongeval werd er nog meer gezwommen, nu door de Covid-maatregelen weinig andere recreatie mogelijk was. Het Landschap wist dit.
- Ook was bekend dat het water op veel plaatsen ondiep was.
- Het is een feit van algemene bekendheid dat jongeren niet altijd de nodige voorzichtigheid in acht nemen.
- Er was dan ook een grote kans dat een jongere recreant in het water zou duiken zonder eerst te kijken hoe diep het water was.
De eigenaar/beheerder had recreanten moeten waarschuwen. Bijvoorbeeld door borden te plaatsen die waarschuwen voor het ondiepe water. Het Landschap heeft dit niet gedaan en hiermee haar zorgplicht geschonden. Het Landschap is aansprakelijk, aldus het slachtoffer.
Verweer Het Landschap
Het meer is niet aangemerkt als zwemlocatie in de zin van de wet. Kwaliteits- en veiligheidseisen zijn dan ook niet van toepassing. Bij de ingang van het natuurgebied staat een bord; ‘betreden op eigen risico’. Ondiep water en zwemmen is in zijn algemeenheid niet gevaarlijk. De kans op gevaar is gering. Dit gevaar doet zich pas voor als iemand al rennend het ondiepe water induikt. Er waren ook geen indicatoren die erop zouden wijzen dat je daar kon duiken [duikplank, kade of andere kunstmatige verhoging].
Het water was niet helder. Des temeer reden om zich eerst ervan te vergewissen of het water diep genoeg was om te duiken.
Daarbij is het zeer bezwaarlijk om in een natuurgebied van ongeveer 9000 hectare waarschuwingsborden te plaatsen. Het Landschap beschikt niet over deze financiële middelen.
Ook is het maar de vraag of de waarschuwingsborden hadden geholpen, aldus het Landschap.
Het Landschap/Nationale Nederlanden erkent geen aansprakelijkheid.
Uitspraak Rechtbank
Het feit dat het natuurgebied niet is ingericht als zwemlocatie ontslaat Het Landschap niet van iedere zorgplicht. Het meer werd veelal door jongeren gebruikt als onofficiële zwemlocatie. Het was open water met laag gras aan het water, aldus geschikt om te zwemmen en te zonnen.
Volgens de rechtbank valt het wel te verwachten dat een jongere recreant een duik neemt in ondiep water. Waarschuwingsborden [bv in het water] hadden wel geholpen en het is niet bezwaarlijk deze te plaatsen. Dit wil niet zeggen dat het Landschap op alle plaatsen deze borden moet plaatsen. Maar op deze plaats wel gelet op de omstandigheden.
De rechtbank is van oordeel dat het Landschap aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval.
Eigen schuld
Wel is de rechtbank van oordeel dat het slachtoffer voor de helft [50%] eigen schuld heeft aan het ongeval. Hij is zelf niet voorzichtig geweest. Omdat hij de plek niet kende en het geen officiële zwemlocatie was had hij eerst moeten kijken hoe diep het water was.
Aldus
een vergoedingsverplichting voor Het Landschap van 50% van de schade. De rechtbank past wel een billijkheidscorrectie toe op basis van de ernst van het blijvend letsel dat het slachtoffer op jonge leeftijd heeft opgelopen. Het Landschap/Nationale Nederlanden zal 80% van de schade moeten vergoeden.
Conclusie
Deze uitspraak is in overeenstemming met eerdere uitspraken, alhoewel daar vaak wel sprake is van
officiële zwemrecreatie. Het betreft hier open water zonder formele zwemrecreatie. Maar ook dan kan dus een eigenaar/beheerder aansprakelijk zijn voor zwemongevallen, afhankelijk van de omstandigheden.
[post_title] => Dwarslaesie door duik in ondiep open water. Kan de eigenaar/beheerder aansprakelijk zijn?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => dwarslaesie-door-duik-in-ondiep-open-water-kan-de-eigenaar-beheerder-aansprakelijk-zijn
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-11-24 09:39:07
[post_modified_gmt] => 2023-11-24 08:39:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=39979
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 39777
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-11-13 14:41:58
[post_date_gmt] => 2023-11-13 13:41:58
[post_content] =>
Een patiënt heeft twee keer ingebroken in de praktijk van zijn huisarts en steekt de auto van de echtgenote van de huisarts in brand. De huisarts heeft hiervan aangifte gedaan. De patiënt stapt naar het Regionaal Tuchtcollege [RTC] en verwijt de huisarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden bij het doen van de aangifte.
Het gebeuren
De huisarts was enkele dagen niet op de praktijk. De assistente was als enige op de praktijk om telefoontjes te beantwoorden en patiënten door te verwijzen naar de waarnemer. De patiënt wilde een TBC bloedonderzoek en de assistente verwees hem naar de waarnemer. Patiënt wilde niet naar de waarnemer. Hij liep zomaar door naar de spreekkamer van de huisarts. De assistente heeft hem overgehaald de praktijk te verlaten. ‘s-Nachts werd er ingebroken in de praktijk en brand gesticht. De assistente verdacht de betreffende patiënt.
Het blijkt ook
de klager geweest te zijn die heeft ingebroken en brand gesticht. Hij wordt door de rechtbank strafrechtelijk veroordeeld voor die inbraken en de brandstichting. Hij krijgt een gevangenisstraf van 375 dagen en krijgt TBS opgelegd.
Aangifte door huisarts
De huisarts had aangifte gedaan van de inbraak en brandstichting.
De huisarts vermeldde hierbij dat de klager vlak na de eerste inbraak en de brandstichting nog in de praktijk is geweest, omdat hij een TBC bloedonderzoek wilde en volgens de assistente toen verward overkwam.
Klacht door patiënt bij Tucht college
Patiënt/klager verwijt de huisarts dat bij de aangifte zonder zijn toestemming onnodig
medische informatie aan de politie is verstrekt.
Verweer huisarts
De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Al snel na
de aangifte heeft de huisarts zich gerealiseerd dat hij beter niets over het TBC onderzoek had moeten vermelden en heeft de politie nog verzocht dit uit de aangifte te houden. De politie weigerde dit.
Desondanks is de huisarts van mening dat hij met de mededeling van het TBC onderzoek nog geen medische informatie over de klager heeft verstrekt.
Oordeel Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG)
Het RTG beoordeelt of de huisarts zijn
beroepsgeheim heeft geschonden en zo ja of hem dat tuchtrechtelijk verweten kan worden. Uitgangspunt bij deze beoordeling is de handreiking beroepsgeheim en politie/justitie uit het KNMG [Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst].
Volgens deze handreiking mag een arts bij de aangifte tegen een patiënt geen medische informatie verstrekken over de verdachte patiënt en sowieso niet meer informatie verstrekken dan noodzakelijk.
Het RTG is van mening dat de melding van het TBC onderzoek wel medische informatie betreft. En daarbij was het niet noodzakelijk om dit te melden bij de aangifte.
De huisarts had wel mogen aangeven dat de klager voor een onderzoek kwam en daarbij een verwarde indruk op de assistente maakte, maar meer ook niet.
De huisarts heeft zijn beroepsgeheim ten opzichte van de klager geschonden, aldus het RTG.
Maatregel door RTG
Het RTG legt echter geen maatregel op en overweegt in deze:
- wat de huisarts is overkomen is zeer ingrijpend en traumatiserend geweest;
- de huisarts heeft in die toestand een verklaring afgelegd;
- de huisarts, echtgenote en assistente hebben nog steeds last van het gebeuren;
- de huisarts heeft de volgende dag getracht zijn omissie te herstellen door de politie te verzoeken zijn aangifte aan te passen, maar tevergeefs.
De klacht is dus
wel gegrond verklaard maar er wordt vanwege bovenstaande redenen geen maatregel opgelegd
Conclusie
Een hulpverlener kan aangifte doen tegen een patiënt bij een vermoeden van een strafbaar feit. Hierbij moet wel de handreiking in de
KNMG worden gevolgd. Er mag bij aangifte niet meer gegevens verstrekt worden dan strikt noodzakelijk is.
De naam en adresgegevens van de verdachte mogen vrijgegeven worden maar geen medische informatie. Er is immers ook dan een zorgrelatie waarvan het beroepsgeheim onderdeel uitmaakt.
Gehele uitspraak.
[post_title] => Schending beroepsgeheim door aangifte tegen eigen patiënt?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => schending-beroepsgeheim-door-aangifte-tegen-eigen-patient
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-11-13 14:41:58
[post_modified_gmt] => 2023-11-13 13:41:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=39777
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 39339
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-10-19 14:33:54
[post_date_gmt] => 2023-10-19 12:33:54
[post_content] =>
Bestuurder met alcohol op veroorzaakt een ongeval. Inzittende loopt letsel op. Kan de verzekeraar de letselschade verhalen op de bestuurder?
In 2014 veroorzaakt de bestuurder van een auto onder invloed van alcohol een verkeersongeval. De inzittende loopt letsel op. De verzekeraar van de auto vergoedt de schade aan de inzittende en zoekt verhaal bij de bestuurder. De bestuurder wil niet betalen nu hij uitgaat van dekking op de polis. De zaak komt tot aan de Hoge Raad die onlangs uitspraak heeft gedaan.
WAM verzekeraar [Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen]
Het uitgangspunt van de WAM is dat het slachtoffer [behoudens enkele wettelijke uitsluitingen] altijd schadeloos gesteld moet worden. Wel speelt eventueel gedeeltelijk
eigen schuld een rol. Bijvoorbeeld het letsel is mede ontstaan door het niet dragen van de gordel. Ook
meerijden met een bestuurder waarvan men wist dat deze teveel alcohol had genuttigd kan gedeeltelijk eigen schuld opleveren.
Onderhavige casus
De auto was van de vader van bestuurder. De vader van de bestuurder had voor de auto een
WAM verzekering afgesloten. In de WAM is geregeld dat een benadeelde bij een verkeersongeval zich direct kan wenden tot de verzekeraar van de betreffende auto.
In de polis van vader staat dat er geen dekking is als de bestuurder niet had mogen rijden, omdat hij teveel alcohol op had. Deze uitsluiting kan echter [wettelijk] niet aan de gewonde inzittende tegengeworpen worden. Op basis van de WAM krijgt de inzittende een schadevergoeding van € 105.000,00.
De verzekeraar wil gaan verhalen op de bestuurder die onder invloed van alcohol het ongeval heeft veroorzaakt. Niet het volledige bedrag maar de verzekeraar vordert € 25.000,00 van de bestuurder.
Is verhaal op de bestuurder mogelijk?
De verzekeraar was wettelijk verplicht om de inzittende
schadeloos te stellen, terwijl er geen dekking was. Dit betekent dat de verzekeraar het bedrag dat zij heeft uitgekeerd mag verhalen op de aansprakelijke persoon [hier bestuurder].
Wel bestuurder, maar niet verzekeringnemer
Het verhaalsrecht van de verzekeraar geldt echter niet ten aanzien van de bestuurder die niet de
verzekeringnemer is, tenzij hij niet, te goeder trouw, mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt. In casu is de vader van de bestuurder verzekeringnemer.
De bestuurder betaalt niet en de verzekeraar stapt naar de rechter.
De hamvraag is of de bestuurder onder invloed van alcohol niet, te goeder trouw, mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door verzekering was gedekt.
Rechtbank en Hof
Wijzen beiden de vordering van de verzekeraar af.
Het Hof komt in het kort tot de conclusie dat het geen feit van algemene bekendheid is dat schade bij rijden onder invloed zeer wel van dekking kan zijn uitgesloten. Om mogelijke dekkingsconsequenties te begrijpen en te overzien is specifieke
kennis en enig
juridisch inzicht nodig, aldus het Hof. Het Hof gaat er dus van uit dat de bestuurder, te goeder trouw, mocht aannemen dat er dekking zou zijn.
Verzekeraar legt de zaak voor aan de Hoge Raad
De Hoge Raad geeft aan dat goede trouw ook ontbreekt als de bestuurder goede reden had te twijfelen over de vraag of zijn
aansprakelijkheid door verzekering was gedekt. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof Amsterdam en verwijst terug naar Gerechtshof Den Haag.
Conclusie
Als de bestuurder ook de verzekeringsnemer is, speelt de discussie over goede trouw niet inzake het aannemen van dekking. Immers uit de
polisvoorwaarden blijkt dat er geen dekking is voor schade die veroorzaakt wordt als de bestuurder onder invloed van alcohol verkeert. Het betreft een verzekeringsovereenkomst tussen verzekeringnemer en verzekeraar.
Maar het is dus anders als de auto wordt uitgeleend en de bestuurder dan dus geen verzekeringnemer is. Dan is de vraag of de bestuurder, te goeder trouw, ervan uit mocht gaan dat er dekking is? Dit is dus voor discussie vatbaar.
Het ongeval was van 2014. Kunnen we in ieder geval nu, 9 jaar later, niet stellen dat het een feit van algemene bekendheid is dat schade bij rijden onder invloed niet is verzekerd?
Gerechtshof Den Haag zal arrest gaan wijzen.
Gehele uitspraak:
ECLI:NL:HR:2023:1164
[post_title] => Kan de verzekeraar letselschade verhalen op (dronken) bestuurder?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-de-verzekeraar-letselschade-verhalen-op-dronken-bestuurder
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-20 09:20:47
[post_modified_gmt] => 2023-10-20 07:20:47
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=39339
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 43110
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-08-09 10:25:23
[post_date_gmt] => 2024-08-09 08:25:23
[post_content] =>
In een recente uitspraak van de Hoge Raad oordeelt De Hoge Raad dat er zwaarwegende redenen zijn om het medisch beroepsgeheim te doorbreken, een uitzondering op de regel.
Het gebeuren
Een jonge vrouw werd behandeld voor anorexia nervosa. Zij had daarnaast ook te kampen met andere
psychische problemen. Zij is een tijdlang onder behandeling geweest bij een GGZ instelling. Zij kwam helaas te overlijden aan [de complicaties] van anorexia nervosa.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd [IGJ]
Er waren alarmerende signalen over het overlijden van de vrouw. Als toezichthouder heeft de inspectie dan ook een onderzoek ingesteld. Tijdens het onderzoek waren er verdenkingen gerezen van onzorgvuldig en onprofessioneel handelen dat kan hebben geleid tot of hebben bijgedragen aan
het overlijden van de vrouw.
Aangifte
De inspectie heeft tegen de directeur van de GGZ instelling aangifte gedaan. Het OM is daarop
een strafrechtelijk onderzoek gestart. Zij vordert tbv het onderzoek het complete medisch dossier van de vrouw. De vordering is door de RC [Rechter commissaris] toegewezen, en het verzet daarop is dus afgewezen.
Het patiënten dossier bevindt zich sedertdien in een kluis in het kabinet RC van de rechtbank.
Ook de rechtbank heeft de door de GGZ instelling ingediende klaagschriften ongegrond verklaard.
De klagers hebben beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
Juridisch kader
Een arts is verplicht om
de vertrouwelijke informatie van zijn patiënt geheim te houden, ook bij overlijden van de patiënt.
Er kunnen uitzonderlijke omstandigheden zijn waarbij het medisch beroepsgeheim doorbroken wordt. Bijvoorbeeld in het geval van ernstige delicten en de gegevens niet op een andere manier kunnen worden verkregen.
Hoge Raad
De beslissing van de rechtbank dat er in casu zwaarwegende redenen zijn om het
medisch beroepsgeheim te doorbreken blijft in stand. De gevraagde gegevens zijn nodig voor de waarheidsvinding en kunnen niet op andere wijze verkregen worden.
Ernstig strafbare feiten waarbij mensenlevens te betreuren zijn moeten onderzocht kunnen worden en berecht. In deze zaak was de jonge vrouw twee jaar in behandeling bij iemand die geen medische opleiding had gevolgd.
Ook moet ervoor gewaakt worden, indien de verwijten juist zijn, dat de verdachte nogmaals in de gelegenheid kan komen medische handelingen te verrichten zonder de vereiste kennis en kunde. Temeer nu er geen weg is naar de tuchtrechter omdat de verdachte niet BIG is geregistreerd.
Conclusie
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het medisch beroepsgeheim dus doorbroken worden. In casu was hiervan sprake.
Een zorgzinstelling kan echter niet zomaar op een verzoek van politie/justitie ingaan.
Als politie/justitie afgifte verlangt van
de zorginstelling moet dit wel via een vordering van de Officier van Justitie plaats vinden. Het verzoek kan dan op juiste wijze getoetst worden.
Gehele uitspraak: ECLI:HR:2024:972
[post_title] => Medisch beroepsgeheim terecht doorbroken?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => medisch-beroepsgeheim-terecht-doorbroken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-09 10:29:08
[post_modified_gmt] => 2024-08-09 08:29:08
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43110
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 64
[max_num_pages] => 7
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] =>
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 495f5f33973478ff91e0cfd7ceef9750
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
In een recente uitspraak van de Hoge Raad oordeelt De Hoge Raad dat er zwaarwegende redenen zijn om het medisch beroepsgeheim te doorbreken, een uitzondering op de regel. Het gebeuren...
Lees meer
Patiënt stopt met het cholesterolverlagende middel Simvastatine en krijgt een herseninfarct. De huisarts had dit als stoprecept voorgeschreven. Een stoprecept wordt voorgeschreven wanneer een arts besluit een bepaald medicijn te...
Lees meer
Automobilist heeft groen licht en slaat met normale snelheid linksaf. De bestuurder van de rechtdoor gaande snorfiets is door rood gereden. Is de bestuurder van de snorfiets volledig aansprakelijk? Casus...
Lees meer
Het betreft hier een tuchtzaak waarbij klaagster jarenlang patiënt was van de betreffende huisarts en tevens ook bevriend was met de huisarts. Thans verwijt klaagster dat de huisarts zijn beroepsgeheim...
Lees meer
Bestuurder verliest macht over het stuur en veroorzaakt hiermee een auto-ongeval. De passagier loopt letsel op maar krijgt niet haar volledige schade vergoed. Het gebeuren Op 15 april 2019 is...
Lees meer
Fatbikes zijn niet meer weg te denken. Hoe zit het met verzekering en aansprakelijkheid bijvoorbeeld voor letselschade. Ben je verzekerd of helemaal niet? De fatbike overheerst steeds meer het straatbeeld,...
Lees meer
Per 1 juli 2022 stelde de zorginstelling een algeheel verbod in voor roken zowel binnen in de gebouwen als buiten op haar terrein. Volgens de huisregels was er alleen een...
Lees meer
Duiken in ondiep water is zeer gevaarlijk. Helaas komt het regelmatig voor dat een zwemmer hierdoor een dwarslaesie oploopt. Is de eigenaar van het openbaar water mogelijk aansprakelijk? Onlangs heeft...
Lees meer
Een patiënt heeft twee keer ingebroken in de praktijk van zijn huisarts en steekt de auto van de echtgenote van de huisarts in brand. De huisarts heeft hiervan aangifte gedaan....
Lees meer
Bestuurder met alcohol op veroorzaakt een ongeval. Inzittende loopt letsel op. Kan de verzekeraar de letselschade verhalen op de bestuurder? In 2014 veroorzaakt de bestuurder van een auto onder invloed...
Lees meer