Blog van medewerkers
- met elkaar hebben gesproken over welk product Green Meteor wilde kopen en voor welk doel Green Meteor dit product wilde gebruiken;
- op de hoogte waren (of behoorden te zijn) van (de mogelijkheid van) schade aan komkommerplanten door de toepassing van plastisol in teeltgoten.
Het hof overweegt dat de stelplicht en bewijslast met betrekking tot feiten die leiden tot de conclusie dat Corus toerekenbaar tekort is geschoten, in beginsel, gelet op artikel 150 Rv, op Meteor Systems rust. Voordat het hof toekomt aan het opdragen van een bewijslast aan een partij wil het hof partijen eerst op een zitting vragen kunnen stellen.
Het hof geeft daarbij aan dat de zaak zich toe spitst op (gestelde) gesprekken in 1999 en 2001 tussen Green Meteor en Corus over productspecificaties, producttoepassingen en eigenschappen van hetgeen is gekocht en geleverd, en op de (gestelde) wetenschap in 2001 van marktontwikkelingen (claims van komkommerkwekers). Deze vragen zullen op een zitting aan de orde komen.
Hof ’s-Hertogenbosch, 20 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1416 [Corus / Meteor Systems]
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
 
- Voor het aangaan van een overeenkomst is het verstandig om vast te leggen waar de producten / dienst die wordt gekocht voor wordt gebruikt gaat worden [onderzoeksplicht koper];
- Wanneer een beoogd koper aangeeft waar hij het product / de dienst voor wil gaan gebruiken dan heeft de beoogd verkoper de verplichting om te waarschuwen wanneer dat problemen op kan leveren [meldingsplicht verkoper];
- Vaak is het dus onverstandig om te volstaan met een standaard koopovereenkomst. Het is verstandig om in de overwegingen van een koopovereenkomst op te nemen het doel waar de koper het product voor wil gaan gebruiken en de beperkingen die de verkoper daarbij aangeef;
- In een procedure geldt vaak dat wanneer een stelling niet uitdrukkelijk wordt betwist, dat deze dan als zijnde waar wordt aangenomen. Daarom is het zinvol op vaststellingen van deskundigen expliciet te reageren;
- In deze zaak zullen getuigen mogelijk moeten gaan verklaren over de inhoud van gesprekken in 1999 en 2001. Daarnaast zullen getuigen moeten verklaren over hun bekendheid in 2001 met claims van komkommerkwekers. Het is zeer de vraag of getuigen daar in 2014 nog iets over kunnen verklaren. Partijen hadden er ook voor kunnen kiezen om al in een veel eerdere fase een getuigenverhoor te organiseren, zelfs voorafgaand aan de procedure. Het voordeel daarvan is dat door een rechter dan getuigenverklaringen worden opgenomen die later in de procedure gebruikt kunnen worden. De informatie gaat dan niet verloren.
Zie ook branche AgriFood
In deze zaak vordert Meteor Systems, leverancier van systemen voor de productie in de glastuinbouw, vergoeding van Corus voor schade die het gevolg is van plaatstaal [plastisol] dat Corus heeft geleverd aan Green Meteor [de inmiddels failliete dochter van Meteor Systems]. Het plaatstaal is verwerkt in teeltgoten voor komkommerkwekers. De rechtbank had Corus veroordeeld om € 218.240,75 aan Meteor Systems te betalen. Corus komt in hoger beroep van dat vonnis.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:24:28 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:24:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/27/wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 7051 [post_author] => 24 [post_date] => 2014-05-06 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-05-06 00:00:00 [post_content] =>Bemiddelingsvergoeding aan Direct Wonen verschuldigd?
Onderstaand een uitspraak van de Rechtbank Gelderland inzake de zeer actuele discussie omtrent het ‘dienen van twee heren’ door woningbemiddelingsbureau’s. Direct Wonen informeert woningzoekenden uit en te na over de manier waarop Direct Wonen werkt, voor wie Direct Wonen werkt en wat zij exact doet voor de betreffende partij. Zogezegd het continue spanningsveld tussen woningverhuurder en woningzoekende, waarin het bemiddelingsbureau haar werkzaamheden moet verrichten.
Zo is in onderstaande casus aan de kamerverhuurder een marketingfee gevraagd voor het aanbieden van de te verhuren woning via Direct Wonen. Aan de woningzoekende is een bemiddelingsfee gevraagd, omdat Direct Wonen, in opdracht van de woningzoekende, bemiddelingswerkzaamheden heeft verricht. Dat mag, aldus deze rechtbank. Dat is positief voor de woningbemiddelingsbureau’s.
Anderzijds is het wel zo dat de rechtbank verlangt dat Direct Wonen inzichtelijk maakt wat zij exact voor een werkzaamheden heeft verricht voor de bemiddelingsfee. Dit om te kunnen beoordelen of die bemiddelingsfee niet te hoog is geweest [en dus een ‘onredelijk voordeel’ heeft opgeleverd voor het bemiddelingsbureau].
Rechtbank Gelderland, 18 april 2014
Zie uitspraak
Mocht u vragen hebben, weet ons te vinden.
[post_title] => Weer uitspraak in voordeel woningbemiddelingsbureau! [post_excerpt] =>Bemiddelingsvergoeding aan Direct Wonen verschuldigd?
Onderstaand een uitspraak van de Rechtbank Gelderland inzake de zeer actuele discussie omtrent het ‘dienen van twee heren’ door woningbemiddelingsbureau’s. Direct Wonen informeert woningzoekenden uit en te na over de manier waarop Direct Wonen werkt, voor wie Direct Wonen werkt en wat zij exact doet voor de betreffende partij. Zogezegd het continue spanningsveld tussen woningverhuurder en woningzoekende, waarin het bemiddelingsbureau haar werkzaamheden moet verrichten.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => weer-uitspraak-in-voordeel-woningbemiddelingsbureau [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:25:16 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:25:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/06/weer-uitspraak-in-voordeel-woningbemiddelingsbureau/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 7050 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-05-05 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-05-05 00:00:00 [post_content] =>In deze Oostenrijkse zaak gaat het om de registratie van het woord KORNSPITZ. Backaldrin vervaardigt onder dit merk een bakmengsel dat zij in de eerste plaats aan bakkers levert. De concurrenten van Backaldrin en het merendeel van de bakkers weten dat het woordteken „KORNSPITZ” als merk is ingeschreven. Eindgebruikers vatten het woordmerk echter op als de gebruikelijke benaming van een bakkerijproduct, te weten langwerpige broodjes die aan beide uiteinden spits toelopen. Pfahnl heeft verzocht om doorhaling van de merkregistratie.
De Merkenrichtlijn bepaalt in art. 12 lid 2 dat een merk vervallen worden verklaard wanneer het, na de datum waarop het is ingeschreven door toedoen of nalaten van de merkhouder tot de in de handel gebruikelijke benaming is geworden van een waar of dienst waarvoor het ingeschreven is. Wanneer aan deze voorwaarde is voldaan dan kan het merk zijn functie niet meer vervullen omdat het merk het onderscheidende vermogen heeft verloren.
In deze zaak is aan de orde de vraag vanuit wie dit beoordeeld moet worden? Volstaat het wanneer alleen de eindgebruiker [en niet de ondernemers in de branche] het als een soortnaam zien. De Oostenrijkse rechter geeft aan dat de eindverbruikers van de zogenoemde KORNSPITZ broodjes, dat woordteken waarnemen als de gebruikelijke benaming voor die broodjes en dat zij zich er niet bewust van zijn dat het merk ziet op het bakmengsel dat is gebruikt en dat afkomstig is van een bepaalde onderneming. Dit komt onder andere omdat de verkopers van deze broodjes niet vermelden dat KORNSPITZ een merk is. Het Hof oordeelt dat de vaststelling vanuit de eindgebruikers voldoende is.
In een eerdere uitspraak [Hof van Justitie EG, 29 april 2004, Bjornekulla Fruktindustrier v Procordia Food] besliste het Hof dat dit beoordeeld moest worden vanuit niet enkel de consumenten en eindverbruikers, maar ook rekening houdend met de wijze waarop beroepsbeoefenaars, zoals verkopers, het waarnemen. De perceptie van consumenten of eindverbruikers speelde volgens het Hof over het algemeen wel een beslissende rol.
Kortom, een merkhouder kan zijn rechten dus verliezen wanneer het merk door toedoen of nalaten van deze houder louter uit het oogpunt van de eindverbruikers ervan de gebruikelijke benaming voor deze waar is geworden.
De tweede vraag was of het feit dat de houder van een merk de verkopers niet ertoe aanzet om dit merk meer te gebruiken bij de verkoop van een waar waarvoor het merk is ingeschreven als „nalaten” kan worden aangemerkt.
Het Hof heeft eerder geoordeeld [Hof van Justitie EG, 27 april 2006, Levi Strauss] dat het door een merkhouder niet optreden tegen derden die inbreuk op het merkrecht maken als nalaten wordt aangemerkt. Dergelijk optreden beoogt immers juist het onderscheidend vermogen van het betrokken merk te handhaven.
Het Hof overweegt dat nalaten elk verzuim omvat waardoor de merkhouder onvoldoende erop toeziet dat zijn merk zijn onderscheidend vermogen behoudt.
Dit betekent in deze zaak dat de Oostenrijkse rechter moet na gaan of Backaldrin al dan niet stappen heeft ondernomen om bakkers en distributeurs van levensmiddelen die broodjes verkopen die op basis van het door haar geleverde bakmengsel zijn geproduceerd, aan te zetten om het merk KORNSPITZ meer te gebruiken in hun handelscontacten met de klanten.
HvJEG 6 maart 2014, Backaldrin v Pfahnl, IEPT20 40306, HvJEU
Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk:
- Als merkhouder moet je alles in het werk stellen om te voorkomen dat je woordmerk tot een soortnaam verwordt [denk aan Aspirine, Chocomel, googelen, pamper];
- Dit betekent dus actief optreden wanneer anderen het gebruiken zonder toestemming van de merkhouder;
- Dit betekent ook het duidelijk maken voor het publiek dat het een geregistreerd merk is [bv door consequent het ® bij het merk te vermelden];
- Daarnaast kun je als merkhouder er ook voor zorgen dat er een soortnaam wordt gebruikt en beschikbaar blijft [bv Apple moet zorgen dat het woord tablet de soortnaam blijft voor een iPad en TomTom moet zorgen dat navigatiesysteem de soortnaam blijft].
Zie ook Agrifood
[post_title] => Het risico dat een merknaam verwordt tot soortnaam [post_excerpt] =>In deze Oostenrijkse zaak gaat het om de registratie van het woord KORNSPITZ. Backaldrin vervaardigt onder dit merk een bakmengsel dat zij in de eerste plaats aan bakkers levert. De concurrenten van Backaldrin en het merendeel van de bakkers weten dat het woordteken „KORNSPITZ” als merk is ingeschreven. Eindgebruikers vatten het woordmerk echter op als de gebruikelijke benaming van een bakkerijproduct, te weten langwerpige broodjes die aan beide uiteinden spits toelopen. Pfahnl heeft verzocht om doorhaling van de merkregistratie.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-risico-dat-een-merknaam-verwordt-tot-soortnaam [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:25:28 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:25:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/05/het-risico-dat-een-merknaam-verwordt-tot-soortnaam/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7049 [post_author] => 2 [post_date] => 2014-04-24 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-23 22:00:00 [post_content] =>Dit jaar ga ik met het team van Biking4Life 2014 in het Pinksterweekend met de fiets op een dag één tot driemaal de Mont Ventoux beklimmen. Biking4Life heeft al twee keer deelgenomen aan Alpe d'HuZes waarbij in de strijd tegen kanker de Alpe d’Huez beklommen werd. Dit jaar hebben we gekozen voor een ander goed doel, te weten steun aan de Stichting “Eet met je hart”. Deze stichting ondersteunt lokale initiatieven die eenzame en kwetsbare ouderen uit hun sociaal isolement halen. Initiatieven die ouderen weer laten genieten van het leven.
Eenzaamheid is een complex en groot maatschappelijk probleem, dat veel ouderen direct treft in hun welzijn. Het is een gevoel van leegte, verdriet en soms angst. Je voelt je minder verbonden met de wereld en met andere mensen om je heen. Gevoelens van eenzaamheid zijn vaak nog groter als je als oudere zelfstandig woont, moet rondkomen van je AOW en/of fysiek beperkt bent.
Als fietser van Biking4Life ken ik gelukkig nog geen fysieke beperkingen. Daarom wil ik mij nu inzetten voor een goed doel dat ons allemaal raakt en waarmee we allemaal in de toekomst in meer of mindere mate mee van doen krijgen. Steun mij daarom en doneer een bedrag.
Donaties kunnen gestort worden op bankrekeningnummer NL38 RABO 0154 5143 57 t.n.v. K. Albert inzake Biking4Life. Meer informatie is te vinden op onze facebookpagina “Biking4life 2014” en op www.eetmetjehart.nl. Wilt u me sportief uitdagen en uw donatie afhankelijk maken van het aantal beklimmingen van de Mont Ventoux, laat me dat dan weten. Ik zal er zeker voor gaan.
[post_title] => Eet met je hart [post_excerpt] =>Dit jaar ga ik met het team van Biking4Life 2014 in het Pinksterweekend met de fiets op een dag één tot driemaal de Mont Ventoux beklimmen. Biking4Life heeft al twee keer deelgenomen aan Alpe d'HuZes waarbij in de strijd tegen kanker de Alpe d’Huez beklommen werd. Dit jaar hebben we gekozen voor een ander goed doel, te weten steun aan de Stichting “Eet met je hart”. Deze stichting ondersteunt lokale initiatieven die eenzame en kwetsbare ouderen uit hun sociaal isolement halen. Initiatieven die ouderen weer laten genieten van het leven.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => eet-met-je-hart [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 12:47:12 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 10:47:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/24/eet-met-je-hart/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7056 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-04-23 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-23 00:00:00 [post_content] => Een bedrijf in Food meldt de aannemer dat een kunststof dekvloer met vloercoating op de afdeling Food niet voldoet aan de bestekeisen. Deze [kennelijk nieuwe] klacht valt onder de door aannemer afgegeven vijfjarige garantie. De aannemer voert ondermeer het verweer dat de opdrachtgever niet tijdig heeft geklaagd onder verwijzing naar artikel 7:761 BW. Voornoemd artikel bepaalt ondermeer dat elke rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk verjaart door verloop van twee jaren nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd. Verder is vastgelegd dat indien de rechtsvordering krachtens het voornoemde zou verjaren tussen het tijdstip waarop de aannemer aan de opdrachtgever heeft medegedeeld dat hij het gebrek zou onderzoeken of herstellen en het tijdstip waarop hij het onderzoek en de pogingen tot herstel kennelijk als beëindigd beschouwd, de verjaringstermijn wordt verlengd. In het kader van de arbitrage ten overstaan van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, nodigen de arbiters de opdrachtgever uit in het kader van de tijdige klachtmelding aan te tonen wanneer de opdrachtgever deskundigen heeft ingeschakeld en het daarvan opgemaakte rapport over te leggen. De opdrachtgever verschaft de arbiters niet de verzochte informatie zodat de Raad van Arbitrage er van uit gaat dat de opdrachtgever niet kan aantonen wanneer hij in het kader van de tijdige klachtmelding de deskundigen heeft ingeschakeld, zodat de arbiters er van uitgaan dat de opdrachtgever de klacht niet tijdig aan de aannemer heeft gemeld. Het gevolg daarvan is dat het recht om de vordering in te stellen is komen te vervallen. De vordering van de aannemer tot vloerherstel trof een substantieel bedrag van meer dan € 200.000,=. Deze vordering is door de arbiters afgewezen omdat de opdrachtgever kennelijk niet op formeel juiste wijze bij de aannemer over het gebrek betreffende de vloer heeft geprotesteerd toen de opdrachtgever kennelijk zelf deskundigen heeft ingeschakeld. Het scheidsrechtelijk eindvonnis van 15 mei 2014 onder nummer 31.023 toont maar eens te meer het belang aan om als opdrachtgever tijdig en aantoonbaar bij de aannemer te reclameren over de gebreken teneinde later nog het recht te hebben een vordering in te kunnen stellen. [post_title] => Opdrachtgever in Food; belang van tijdig klagen bij aannemer [post_excerpt] =>Een bedrijf in Food meldt de aannemer dat een kunststof dekvloer met vloercoating op de afdeling Food niet voldoet aan de bestekeisen. Deze [kennelijk nieuwe] klacht valt onder de door aannemer afgegeven vijfjarige garantie. De aannemer voert ondermeer het verweer dat de opdrachtgever niet tijdig heeft geklaagd onder verwijzing naar artikel 7:761 BW.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => opdrachtgever-in-food-belang-van-tijdig-klagen-bij-aannemer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:58:07 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:58:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/23/opdrachtgever-in-food-belang-van-tijdig-klagen-bij-aannemer/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7048 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-04-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-14 00:00:00 [post_content] => Binnen de sectoren van Agro en Food zullen hoge energielasten eerder regel dan uitzondering zijn. Het technisch beheer en onderhoud van gebouwen wordt meestal uitbesteed aan installatiebedrijven op basis van inspanningscontracten. Het kan daarom zinvol zijn om te kijken of het juridisch ook anders kan via het prestatiecontract. In een prestatiecontract werken de opdrachtgever en de opdrachtnemer samen op basis van prestatie-eisen. Er worden garanties ten aanzien van de prestaties gegeven en de beloning vindt plaats aan de hand van het behalen van de gestelde doelen. Door middel van prestatiecontracten wordt de prestatie van de leverancier meetbaar met hopelijk als resultaat minder hoge energielasten, een beter binnenklimaat en al met al lagere beheerkosten. Het gebruik van prestatiecontracten gaat vaak gepaard met de inschakeling van een Energy Service Company [ESCo]. ESCo's zijn bedrijven die de aanleg en het onderhoud en beheer van de (klimaat-) installaties van gebouwen overnemen. Door middel van de toepassing van energiebesparende maatregelen wordt door de ESCo een gegarandeerde energiebesparing geleverd. Ook het beheer, onderhoud en monitoring en zelfs de financiering kan door de ESCo onder het prestatiecontract worden verzorgd. ESCo's die met een prestatiecontract werken kunnen in verschillende vormen voorkomen. Een ESCo kan "light" zijn, wanneer het prestatiecontract waaronder de ESCo opereert bijvoorbeeld alleen installaties inregelt. Een product-ESCo richt zich meer op het nemen van één maatregel [bijvoorbeeld met betrekking tot warmte/koude opslag WKO] en voert daar het beheer op. Een installatie-ESCo zal meerdere maatregelen op het gebied van bijvoorbeeld klimaatinstallaties en verlichting nemen en daarop het beheer voeren. En tot slot kan een gebouw-ESCo naast de gegarandeerde energieprestatie ook verantwoordelijk worden gemaakt voor het beheer en het onderhoud van een geheel gebouw. De contractvorm van het prestatiecontract biedt kansen op verduurzaming tegen gelijkblijvende of dalende energie- en beheerkosten. Aan de ander kant, een prestatiecontract vereist net zoals bij andere contractvormen natuurlijk wel dat het geheel van rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer nauwkeurig in het contract wordt vastgelegd. Hiervoor is juridische expertise noodzakelijk. [post_title] => Verduurzaming van vastgoed via prestatiecontracten [post_excerpt] =>Binnen de sectoren van Agro en Food zullen hoge energielasten eerder regel dan uitzondering zijn. Het technisch beheer en onderhoud van gebouwen wordt meestal uitbesteed aan installatiebedrijven op basis van inspanningscontracten. Het kan daarom zinvol zijn om te kijken of het juridisch ook anders kan via het prestatiecontract.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verduurzaming-van-vastgoed-via-prestatiecontracten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:58:02 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:58:02 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/14/verduurzaming-van-vastgoed-via-prestatiecontracten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 7047 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-04-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-08 00:00:00 [post_content] => De verleiding is groot. Een medewerker van je grootste concurrent stelt je op de hoogte van het reilen en zeilen bij de concurrent en geeft je informatie zodat jij een voordeel hebt bij het binnenhalen van opdrachten. De betreffende medewerker heeft een concurrentiebeding, maar jij toch niet? Gebruik maken van handelen door een werknemer in strijd met een concurrentiebeding is in beginsel niet onrechtmatig, maar pas op! Onlangs is een tussenarrest gewezen door het Hof ’s-Hertogenbosch in een zaak tussen twee houthandelaren over het gebruik van vertrouwelijke bedrijfsgegevens. Een werknemer van de ene houthandelaar [met concurrentiebeding] heeft vertrouwelijke gegevens verstrekt aan de concurrent zodat deze telkens net iets lagere offertes kon uitbrengen voor dezelfde projecten. Het Hof stelt vast dat gebruikmaken van vertrouwelijke bedrijfsgegevens van een concurrent die via een werknemer van die concurrent zijn verkregen onrechtmatig kan zijn. Volgens vaste rechtspraak is het handelen met iemand - terwijl men weet dat deze persoon een met een derde gesloten overeenkomst schendt- op zichzelf jegens deze derde niet onrechtmatig en mag men zich in beginsel wenden tot relaties van de concurrent. Het kan echter wel onrechtmatig worden als er bijkomende omstandigheden zijn. In deze zaak is er met opzet samengespannen. Indien de betreffende concurrent voordeel heeft behaald met dit handelen, is het handelen naar oordeel van het hof onrechtmatig. Er moet dus worden onderzocht of gedaagde daadwerkelijk voordeel heeft behaald. Ook moet gelegenheid geboden worden tot het horen van getuigen [had de kantonrechter in eerste aanleg niet gedaan]. Deze zaak wordt nog vervolgd. Maar nog steeds geldt: profiteren van een [ex-] werknemer die handelt in strijd met een concurrentiebeding kan dus onrechtmatig zijn! Zie uitspraak [post_title] => Profiteren van bedrijfsgeheimen van de concurrent! [post_excerpt] =>De verleiding is groot. Een medewerker van je grootste concurrent stelt je op de hoogte van het reilen en zeilen bij de concurrent en geeft je informatie zodat jij een voordeel hebt bij het binnenhalen van opdrachten. De betreffende medewerker heeft een concurrentiebeding, maar jij toch niet? Gebruik maken van handelen door een werknemer in strijd met een concurrentiebeding is in beginsel niet onrechtmatig, maar pas op!
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => profiteren-van-bedrijfsgeheimen-van-de-concurrent [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-22 16:50:11 [post_modified_gmt] => 2021-12-22 15:50:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/08/profiteren-van-bedrijfsgeheimen-van-de-concurrent/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 1381 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-04-02 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-01 22:00:00 [post_content] => Markies Catering wordt een dochteronderneming van Appèl en zal onder eigen naam blijven opereren. De combinatie Appèl en Markies Catering groeit na de samenvoeging tot een volume van ruim 45 miljoen euro en wordt daarmee een van Brabants grotere werkgevers met meer dan 1.100 medewerkers. Appèl wil door deze samenvoeging haar positie in de cateringbranche, specifiek in de onderwijscatering, verder uitbouwen.
Markies Catering wordt een dochteronderneming van Appèl en zal onder eigen naam blijven opereren. De combinatie Appèl en Markies Catering groeit na de samenvoeging tot een volume van ruim 45 miljoen euro en wordt daarmee een van Brabants grotere werkgevers met meer dan 1.100 medewerkers. Appèl wil door deze samenvoeging haar positie in de cateringbranche, specifiek in de onderwijscatering, verder uitbouwen.
 
In februari van dit jaar hebben de Technische Universiteit Eindhoven, de Provincie Noord Brabant, de Gemeente 's-Hertogenbosch, Avans Hogeschool en bouwonderneming Heijmans de samenwerkingsovereenkomst getekend voor SPARK [center for open innovation in the construction industry]. SPARK is de cross-over voor innovatie en technologie in de bouw en beoogt de kwaliteit van de gebouwde omgeving sterk te verhogen door producten te ontwikkelen die zorgen voor verbetering van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.
SPARK is [ook] voor bedrijven of zij nu deel uitmaken van de keten “groen” [agro] of “grijs” [food] een interessant initiatief nu in hun branches het zoeken van de samenwerking ook het devies is met als aansprekend voorbeeld AgriFood Capital, de agrifoodcluster in en van Noordoost-Brabant.
Alle vijf genoemde initiatiefnemers van SPARK leveren een bijdrage door zich op SPARK op het terrein van Heijmans langs de Zuid Willemsvaart te vestigen of door mensen of middelen ter beschikking te stellen.
Een aantal partijen naast de vijf initiatiefnemers heeft al toegezegd zich op SPARK te zullen gaan vestigen en de komende tijd zal getracht worden nieuwe deelnemers te werven en ruimtelijke ontwikkeling te realiseren.
Het streven om de hele bouwketen bij SPARK te betrekken en daarmee te komen innovatie en nieuwe technologieën in de bouw spreekt tot de verbeelding en zal noodzakelijk zijn voor de bouw en de projectontwikkeling om in te spelen op trends en veranderende behoeften vanuit de maatschappij op het gebied van het gebruik van de gebouwde omgeving in relatie tot zaken als gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Zaken die ook voor de AgriFood branche van groot belang zijn.
Aandachtspunt bij samenwerkingsvormen in de bouw en in meer brede zin binnen elke agrifood cluster zal wel altijd moeten zijn dat de afspraken over [de uitkomsten van] samenwerking op juridisch deugdelijke wijze worden vastgelegd en waarbij Bogaerts & Groenen advocaten met haar expertise in diverse rechtsgebieden ten behoeve van AgriFood u van dienst kan zijn.
[post_title] => Ook van belang voor AgriFood; SPARK, innovatieve samenwerking in de bouw [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ook-van-belang-voor-agrifood-spark-innovatieve-samenwerking-in-de-bouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:30:08 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:30:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/03/11/ook-van-belang-voor-agrifood-spark-innovatieve-samenwerking-in-de-bouw/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7045 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-03-11 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-03-11 00:00:00 [post_content] =>De feiten
Glastuinbouwbedrijf A verkoopt met name komkommers en tomaten. Ten behoeve van gewasbescherming heeft zij het gewasbeschermingsmiddel Gazelle ingekocht bij Agerland B.V. [thans onderdeel Agrifirm]. A heeft vervolgens haar tomaten met Gazelle behandeld. Op 23 november 2010 is bij een controle van te oogsten tomaten een overschrijding van de Maximale Residu Limiet van de werkzame stof van Gazelle, Acetamiprid, geconstateerd. Van 3 tot 6 en van 8 tot 23 december 2010 is er een algeheel oogst- en verkoopverbod opgelegd geweest voor de tomatenteelt.
A is inmiddels failliet verklaard en de procedure wordt voortgezet door de curator. Naast Agrifirm wordt ook Certis, de importeur/ fabrikant van Gazelle aangesproken.
A vordert een verklaring voor recht dat Agrifirm en Certis hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door A BV ten gevolge van de schade aan haar tomatenteelt door toepassing van het product Gazelle geleden schade.
De beoordeling
Ten aanzien van Agrifirm
Agrifirm beroept zich op het vervalbeding dat is opgenomen in artikel 7 lid 10 van de algemene voorwaarden: “Onverminderd het bepaalde in artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek, vervalt het recht op schadevergoeding in ieder geval 12 maanden na de gebeurtenis of het nalaten (de prestatie) waaruit de schade direct of indirect voortvloeit en waarvoor Agerland aansprakelijk is.”
A had gesteld dat het beding onredelijk bezwarend is. De rechtbank overweegt dat een dergelijk beding niet onredelijk bezwarend is. A vond een beroep op het vervalbeding in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Met name omdat de termijn van 12 maanden niet gestuit kan worden. De rechtbank passeert dit verweer omdat A een professionele partij is die door een deskundig rechtshulpverlener werd bijgestaan. Daarom valt niet in te zien dat het beroep op een - duidelijk - beding met een vervaltermijn van 12 maanden onaanvaardbaar zou zijn.
De rechter overweegt verder dat omdat de laatste levering op 21 oktober 2010 plaatsvond en Agrifirm pas op 22 november 2011 werd gedagvaard, zij haar vordering te laat, immers na ommekomst van de in het vervalbeding bepaalde termijn, heeft ingediend. Het beroep van Agrifirm op het vervalbeding slaagt. Omdat de exoneratie zowel ziet op de verplichting tot schadevergoeding ontstaan door een toerekenbare tekortkoming als op die ontstaan door een onrechtmatige daad, worden de vorderingen van A afgewezen.
Ten aanzien van Certis
A stelt dat zij Gazelle heeft gebruikt in haar tomatenteelt volgens de door Certis aangereikte informatie en volgens de op het product aangehechte etikettekst en dat zij (daardoor) schade heeft geleden. Certis zou aansprakelijk zijn voor het op de markt brengen van een gebrekkig product. Althans zou Certis niet de juiste of onvolledige informatie hebben verschaft ter zake de wijze van toepassing van het product.
De discussie spitst zich toe op de vraag of op het etiket vermeld had moeten worden dat de toepassing van Gazelle niet herhaald mag worden.
A stelt dat op het etiket een beperking van het aantal toepassingen of van de hoeveelheid te gebruiken water per hectare teelt had moeten worden vermeld. Dit zou gebruikelijk zijn. A onderbouwt dit onvoldoende terwijl Agrifirm juist voorbeelden in het geding brengt van etiketten van concurrenten die dat ook niet vermelden. De rechtbank vindt daarom dat A de stelling onvoldoende heeft onderbouwd.
Certis stelt verder dat uit de systematiek op het etiket volgt dat herhaald gebruik bij tomaten niet is toegestaan. Op het etiket staan diverse categorieën gewassen beschreven met voor elke categorie de wijze van toepassing en dosering. Bij vier categorieën staat vermeld “Indien nodig de toepassing herhalen.” Bij de overige dertien categorieën, waaronder die voor “de bedekte teelt van aubergine, tomaat, paprika en Spaanse peper” staat de mogelijkheid van herhaling niet vermeld. De rechtbank deelt dan ook de visie van Certis dat uit (de systematiek van) het etiket blijkt dat voor de bedekte teelt van tomaat, herhaling niet is toegestaan.
De rechtbank oordeelt dat de overige stellingen van A onvoldoende zijn onderbouwd.
De vorderingen jegens Certis worden afgewezen.
Rechtbank Gelderland, 10 april 2013,
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
Een leverancier doet er goed aan om in algemene voorwaarden gebruik te maken van de mogelijkheden om aansprakelijkheid te beperken; waaronder met een vervalbeding.
Een leverancier doet er goed aan om er voor te zorgen dat algemene voorwaarden op de juiste wijze van toepassing zijn verklaard [in deze zaak ging dat maar net goed];
Een afnemer doet er goed aan om de algemene voorwaarden van de leverancier goed te bestuderen en zo nodig vóór het aangaan van de overeenkomst afwijkende afspraken vast te leggen [“In afwijking van de algemene voorwaarden van de leverancier komen partijen het volgende overeen : …..”];
Een vervaltermijn kan niet worden gestuit. Houdt deze in de gaten en stel in ieder geval tijdig een vordering in. Desnoods wordt later de eis gewijzigd of aangevuld.
Degene die stelt dat een product gebrekkig is moet dit op deugdelijke wijze onderbouwen.
Zie ook AgriFood
[post_title] => Etiket insecticide Gazelle voldoet aan eisen, Agrifirm mag een beroep doen op vervalbeding in algemene voorwaarden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => etiket-insecticide-gazelle-voldoet-aan-eisen-agrifirm-mag-een-beroep-doen-op-vervalbeding-in-algemene-voorwaarden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:29:58 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:29:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/03/11/etiket-insecticide-gazelle-voldoet-aan-eisen-agrifirm-mag-een-beroep-doen-op-vervalbeding-in-algemene-voorwaarden/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 7053 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-05-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-05-27 00:00:00 [post_content] =>In deze zaak vordert Meteor Systems, leverancier van systemen voor de productie in de glastuinbouw, vergoeding van Corus voor schade die het gevolg is van plaatstaal [plastisol] dat Corus heeft geleverd aan Green Meteor [de inmiddels failliete dochter van Meteor Systems]. Het plaatstaal is verwerkt in teeltgoten voor komkommerkwekers. De rechtbank had Corus veroordeeld om € 218.240,75 aan Meteor Systems te betalen. Corus komt in hoger beroep van dat vonnis.
Het hof stelt vast dat de plastisol, die Corus had geleverd, bij toepassing in de komkommerteelt schade heeft veroorzaakt aan komkommerplanten. Door een deskundige [Groen Agro Control] is een rapport uitgebracht waarin wordt aangegeven dat de in de coating van de plastisol verwerkte weekmakers de oorzaak zijn van de schade aan de komkommerplanten. Corus heeft in de procedure hier niet op gereageerd en heeft niets gesteld over een mogelijk andere oorzaak van deze schade. En dus staat dit voor het hof vast.
Nadat het probleem met de teeltgoten bekend werd zijn er nieuwe teeltgoten geleverd aan komkommerkwekers ter vervanging van de eerder geleverde teeltgoten. De kosten van de vervangende teeltgoten bedroeg € 218.240,75. Dit bedrag wordt als schadevergoeding terug gevorderd.
Wanprestatie
Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van wanprestatie door Corus beantwoordt het hof de vragen of partijen:
- met elkaar hebben gesproken over welk product Green Meteor wilde kopen en voor welk doel Green Meteor dit product wilde gebruiken;
- op de hoogte waren (of behoorden te zijn) van (de mogelijkheid van) schade aan komkommerplanten door de toepassing van plastisol in teeltgoten.
Het hof overweegt dat de stelplicht en bewijslast met betrekking tot feiten die leiden tot de conclusie dat Corus toerekenbaar tekort is geschoten, in beginsel, gelet op artikel 150 Rv, op Meteor Systems rust. Voordat het hof toekomt aan het opdragen van een bewijslast aan een partij wil het hof partijen eerst op een zitting vragen kunnen stellen.
Het hof geeft daarbij aan dat de zaak zich toe spitst op (gestelde) gesprekken in 1999 en 2001 tussen Green Meteor en Corus over productspecificaties, producttoepassingen en eigenschappen van hetgeen is gekocht en geleverd, en op de (gestelde) wetenschap in 2001 van marktontwikkelingen (claims van komkommerkwekers). Deze vragen zullen op een zitting aan de orde komen.
Hof ’s-Hertogenbosch, 20 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1416 [Corus / Meteor Systems]
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
 
- Voor het aangaan van een overeenkomst is het verstandig om vast te leggen waar de producten / dienst die wordt gekocht voor wordt gebruikt gaat worden [onderzoeksplicht koper];
- Wanneer een beoogd koper aangeeft waar hij het product / de dienst voor wil gaan gebruiken dan heeft de beoogd verkoper de verplichting om te waarschuwen wanneer dat problemen op kan leveren [meldingsplicht verkoper];
- Vaak is het dus onverstandig om te volstaan met een standaard koopovereenkomst. Het is verstandig om in de overwegingen van een koopovereenkomst op te nemen het doel waar de koper het product voor wil gaan gebruiken en de beperkingen die de verkoper daarbij aangeef;
- In een procedure geldt vaak dat wanneer een stelling niet uitdrukkelijk wordt betwist, dat deze dan als zijnde waar wordt aangenomen. Daarom is het zinvol op vaststellingen van deskundigen expliciet te reageren;
- In deze zaak zullen getuigen mogelijk moeten gaan verklaren over de inhoud van gesprekken in 1999 en 2001. Daarnaast zullen getuigen moeten verklaren over hun bekendheid in 2001 met claims van komkommerkwekers. Het is zeer de vraag of getuigen daar in 2014 nog iets over kunnen verklaren. Partijen hadden er ook voor kunnen kiezen om al in een veel eerdere fase een getuigenverhoor te organiseren, zelfs voorafgaand aan de procedure. Het voordeel daarvan is dat door een rechter dan getuigenverklaringen worden opgenomen die later in de procedure gebruikt kunnen worden. De informatie gaat dan niet verloren.
Zie ook branche AgriFood
In deze zaak vordert Meteor Systems, leverancier van systemen voor de productie in de glastuinbouw, vergoeding van Corus voor schade die het gevolg is van plaatstaal [plastisol] dat Corus heeft geleverd aan Green Meteor [de inmiddels failliete dochter van Meteor Systems]. Het plaatstaal is verwerkt in teeltgoten voor komkommerkwekers. De rechtbank had Corus veroordeeld om € 218.240,75 aan Meteor Systems te betalen. Corus komt in hoger beroep van dat vonnis.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:24:28 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:24:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/27/wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1496 [max_num_pages] => 150 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 98cdf371959fdbb3f677612720646aa3 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:0a7501ea7d7d1e6c8d946c495a04adf9:0.71514700 17618511940.00999400 1761851195 [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )


