WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 40, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 43339
[post_author] => 19
[post_date] => 2024-08-23 12:06:55
[post_date_gmt] => 2024-08-23 10:06:55
[post_content] => Inleiding
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 juli 2024 een overzichtsuitspraak gepubliceerd waarin duidelijk uiteen wordt gezet wat de mogelijkheden zijn voor het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en het aanvoeren van nieuwe gronden tijdens een bestuursrechtelijke procedure. In dit artikel bespreken wij de zaak en de belangrijkste punten uit de overzichtsuitspraak.
Feiten
Deze zaak draait om een hekwerk op een perceel. Voor dit hekwerk is door het college van een omgevingsvergunning verleend. Hiertegen is appellante in bezwaar en beroep gegaan. Het beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard. Hiertegen heeft appellante hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep verwijst appellante naar een civiel vonnis Dit civiele vonnis is door de rechtbank in beroep buiten beschouwing gelaten wegens strijd met de goede procesorde. Dit gaf voor de Afdeling aanleiding om een overzicht te creëren van de mogelijkheden om tijdens een bestuursrechtelijke procedure bewijsmiddelen en beroepsgronden in te brengen.
Overzicht van de ABRvS
Het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen
Hoofdregel
Gedurende een procedure mogen partijen nieuwe bewijsmiddelen indienen. Dit betekent bijvoorbeeld dat in hoger beroep een bewijsmiddel mag worden ingediend dat in bezwaar en beroep niet naar voren is gekomen. Deze hoofdregel beschermt het recht op gelijke proceskansen en sluit aan bij het belang van materiële waarheidsvinding. Oude rechtspraak waarin de Afdeling oordeelde dat onder bepaalde omstandigheden geen bewijsstukken mochten worden ingediend omdat deze al in de bestuurlijke fase naar voren hadden moeten worden gebracht, verlaat de Afdeling hiermee expliciet.
Begrenzing van het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen door de eis van goede procesorde
Twee oriëntatiepunten zijn van belang om te beoordelen of het indienen van een nieuw bewijsmiddel in strijd is met de goede procesorde.
Ten eerste moet er voor de overige partijen voldoende tijd zijn om zich inhoudelijk over het nieuwe bewijs uit te kunnen laten.
Ten tweede is van belang of de zaak door het nieuwe bewijsmiddel moet worden aangehouden, waardoor een onwenselijke of onaanvaardbare vertraging van de procedure in het licht van de belangen van de overige partijen en een goede rechtspleging kan ontstaan. Hierbij is van belang of het bewijsmiddel eerder had kunnen worden ingediend, de omvang en complexiteit van het bewijsmiddel en de benodigde deskundigheid.
Beperkte mogelijkheid om later nieuw bewijs in te brengen door de aard van de procedure, procedurevoorschriften of wettelijke voorschriften
In deze gevallen kunnen bewijsmiddelen slechts worden aangebracht tot aan de aanvraag- of bezwaarfase, dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gaat om een tenderprocedure in een subsidieregeling.
Het aanvoeren van nieuwe gronden
Een nieuwe grond in de beroepsfase (grond is niet aangevoerd tijdens bestuurlijke fase)
In de beroepsfase mogen nieuwe gronden worden aangevoerd die niet tijdens bezwaar of zienswijze naar voren zijn gekomen. Een nieuwe grond kan ook worden aangevoerd nadat de beroepstermijn is verstreken, maar dit mag niet strijdig zijn met de goede procesorde of wettelijke voorschriften. Hiervoor gelden dezelfde oriëntatiepunten als hierboven uiteengezet.
Een nieuwe grond in de hoger beroepsfase (grond is niet aangevoerd tijdens beroepsfase)
In het omgevingsrecht geldt een grondentrechter, dit houdt in dat er in hoger beroep géén nieuwe gronden mogen worden aangevoerd. Uitzondering op deze regel is mogelijk wanneer de nieuwe grond geen nadeel brengt aan derde-belanghebbenden. Belangrijk om te weten is dat het grondentrechter expliciet ziet op het aanvoeren van nieuwe gronden. Wat wel is toegestaan is het aanvoeren van nadere argumenten om eerder ingebrachte gronden te onderbouwen.
Het grondentrechter geldt niet voor geschillen die niet van omgevingsrechtelijke aard zijn. Buiten het omgevingsrecht mogen dus wel nieuwe gronden worden aangevoerd. Er gelden wel enkele beperkingen. Indien een grond na afloop van de hoger beroepstermijn wordt aangedragen en dit strijdig is met de goede procesorde wordt deze buiten beschouwing gelaten. Ook geldt de mogelijke beperking door wettelijke voorschriften. Daarnaast blijven gronden die in beroep uitdrukkelijk zijn prijsgegeven en opnieuw worden aangevoerd in hoger beroep buiten beschouwing.
Oordeel ABRvS in ECLI:NL:RVS:2024:2853
De rechtbank liet het civiele vonnis buiten beschouwing omdat het in strijd met de goede procesorde zou zijn om tijdens de zitting het vonnis pas te overhandigen. Volgens de ABRvS kon de rechtbank deze keuze terecht maken. Omdat het vonnis pas tijdens de zitting werd overhandigd hadden de andere partijen slechts kort de tijd om zich over het bewijsmiddel uit te laten. Appellante beschikte al langer over het vonnis en had dus de mogelijkheid om het bewijsmiddel eerder in te dienen.
De Afdeling neemt het vonnis echter wel in beschouwing. Het civiele vonnis dient ter ondersteuning voor het betoog dat appellante belanghebbende is. Dit heeft zij in elke fase van proces aangevoerd, hierdoor kan het civiele vonnis worden gezien als een ondersteuning van een eerder aangevoerde grond.
Dit artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne.
ECLI:NL:RVS:2024:2853
[post_title] => ABRvS overzichtsuitspraak over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en gronden
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => abrvs-overzichtsuitspraak-over-het-inbrengen-van-nieuwe-bewijsmiddelen-en-gronden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-23 12:12:43
[post_modified_gmt] => 2024-08-23 10:12:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43339
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 43265
[post_author] => 65
[post_date] => 2024-08-22 13:32:06
[post_date_gmt] => 2024-08-22 11:32:06
[post_content] => In de steeds complexere zakelijke wereld van vandaag is het naleven van regelgeving essentieel, vooral voor bedrijven die actief zijn op de Europese markt. Een cruciaal aspect van deze naleving is de CE-certificering. Deze CE-certificering zorgt ervoor dat producten voldoen aan de vereisten binnen de Europese Economische Ruimte. Maar wie moet de CE-certificering hebben? Moet deze op naam staan van de producent of op naam van de distributeur?
Diverse Europese regelgeving
De Europese Unie heeft het eenvoudiger gemaakt om handel te drijven op het Europese continent. Daarmee is er door de jaren heen echter ook steeds meer wet- en regelgeving gekomen. Het kan een behoorlijke zoektocht zijn om antwoord te vinden op de vraag wie verantwoordelijk is voor de CE-certificering. Immers, een richtlijn verwijst vaak naar een verordening, en een verordening weer naar een andere richtlijn.
Regelgeving
Er zijn talloze producten die in verschillende categorieën kunnen worden ingedeeld. Al deze categorieën hebben net wat andere vereisten om te voldoen aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving. Zoals veel juristen vaak zeggen: het hangt af van de omstandigheden van het geval. Van belang is om te weten om wat voor soort product het gaat, waar het product wordt geproduceerd, waar het product zal worden gebruikt, en door welke partij(en) het product wordt aangeboden.
CE-certificering
Dat een CE-certificering aangevraagd moet worden, is bij velen bekend. Maar wat nu als jij niet de producent bent, maar alleen de distributeur? Moet jij dan ook een CE-certificaat aanvragen, of mag je het CE-certificaat van de producent gebruiken?
Ook kan de vraag oproepen of jij als distributeur op het CE-certificaat naast of in plaats van de producent vermeld moet staan. Om hier concreet een antwoord op te geven, moeten eerst de bovenstaande vragen worden beantwoord.
Conclusie
Wil je weten of de CE-certificering van jouw product voldoet aan de huidige wet- en regelgeving? Neem dan contact op met een van onze specialisten. Onze specialisten zullen uitzoeken hoe de certificering van jouw product eruit moet zien.
[post_title] => Wie moet de CE-certificering hebben?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wie-moet-de-ce-certificering-hebben
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-22 13:33:41
[post_modified_gmt] => 2024-08-22 11:33:41
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43265
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 43263
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-08-22 11:11:27
[post_date_gmt] => 2024-08-22 09:11:27
[post_content] => Als uw onderneming zich bezighoudt met de productie en/of import van producten, dan is het maar wat vervelend als er door gebruik van een van die producten schade ontstaat. U kunt namelijk door een consument aansprakelijk worden gesteld als zijnde producent voor de schade die daaruit voortvloeit. Hoe de productaansprakelijkheid voor producenten precies in elkaar steekt, leest u in deze blog.
Productaansprakelijkheid: algemeen
In artikelen 6:185-6:193 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staan de regels over de productaansprakelijkheid. Deze regelgeving is gebaseerd op de EU-richtlijn inzake productaansprakelijkheid (85/374/EEG).
Op grond van artikel 6:185 BW is de producent aansprakelijk voor gebreken aan een product, indien een koper als gevolg van dat gebrek schade lijdt.[1] In artikel 6:186 BW staat vervolgens dat een product gebrekkig is, indien het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten, gelet op:
- De presentatie van het product, waaronder de informatie over het product;
- Het te verwachten gebruik;
- Het tijdstip van in het verkeer brengen.
Op het moment dat een product als gebrekkig wordt bestempeld, kan in beginsel
de producent aangesproken worden op grond van artikel 6:187 lid 2 BW. In dit artikel wordt een ruime definitie gehanteerd voor het begrip ‘producent’. Hierdoor kunnen ook andere partijen in de keten aangesproken worden voor gebreken aan een product als ware zij producent van dat product.
Productaansprakelijkheid: ruime definitie ‘producent’
Zoals gezegd wordt in artikel 6:187 BW aangegeven wie in het kader van de producentaansprakelijkheid beschouwd kan worden als producent. Volgens het tweede lid van artikel 6:187 BW wordt ten eerste als producent aangemerkt de fabrikant van een eindproduct, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, alsmede eenieder
die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen
In het derde lid van artikel 6:187 BW staat dat
onverminderd de aansprakelijkheid van de producent van het tweede lid, ook degene die een product van buiten het EU-gebied invoert, als ware hij producent kan worden aangesproken.
Twee producenten: hoofdelijke verbondenheid
Dit betekent dus dat u ook als
importeur mogelijk aangesproken wordt voor de ontstane schade, als een product in het buitenland geproduceerd is. De wetgever heeft voorzien in de omstandigheid dat er twee ‘producenten’ zijn aan te merken. Artikel 6:189 BW stelt namelijk dat indien verschillende personen op grond van 6:185 lid 1 BW aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, ieder van hen voor geheel kan worden aangesproken.
Conclusie
Als u producten importeert, kunt u dus ook als producent worden aangesproken voor
eventuele schade die ontstaat door gebruik van dat product. Daarmee is het van belang dat u goed weet wat de kwaliteit is van de producten die u importeert.
Importeer u producten en heeft u vragen over productaansprakelijkheid?
Neem contact op met een van onze specialisten!
[1] G.H. Lankhorst, in:
T&C BW, commentaar op art. 6:185 e.v. BW.
[post_title] => Een paar vragen over productaansprakelijkheid en de producent
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-paar-vragen-over-productaansprakelijkheid-en-de-producent
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-22 11:18:29
[post_modified_gmt] => 2024-08-22 09:18:29
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43263
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 43251
[post_author] => 65
[post_date] => 2024-08-21 13:46:34
[post_date_gmt] => 2024-08-21 11:46:34
[post_content] => Als accountant ben je dagelijks bezig met cijfers, financiële rapportages en het adviseren van klanten over hun bedrijf. Hoewel het
intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) misschien niet direct in jouw vakgebied lijkt te vallen, kan enige basiskennis van dit rechtsgebied toch van groot belang zijn. In deze blog leg ik uit waarom dit zo is en hoe het accountants zou kunnen helpen.
Bescherming van bedrijfsmiddelen
Voor veel bedrijven zijn immateriële activa, zoals merken, patenten, auteursrechten en bedrijfsgeheimen, van onschatbare waarde. Dit zijn vormen van
intellectueel eigendom (IE). Als accountant is het belangrijk om te weten hoe deze activa beschermd kunnen worden en wat hun waarde is. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf dat een uniek softwareprogramma heeft ontwikkeld. De waarde van dit programma is niet alleen afhankelijk van de verkoop, maar ook van de bescherming ervan tegen namaak of ongeoorloofd gebruik daarvan. Door kennis van het IE-recht te vergaren, kan je je klanten beter adviseren over hoe ze deze waardevolle bezittingen kunnen beschermen en op de balans kunnen zetten.
Risico’s voor de financiële gezondheid
Het niet goed beschermen van intellectueel eigendomsrechten kan
financiële risico’s met zich brengen. Stel dat een bedrijf een belangrijke uitvinding niet patenteert, en een concurrent maakt hier misbruik van. Dit kan niet alleen leiden tot verlies van marktaandeel, maar ook tot kostbare rechtszaken. Als accountant moet je deze risico’s kunnen identificeren en bespreken met je klanten. Dit helpt om een compleet beeld te krijgen van de financiële gezondheid van een bedrijf en om potentiële problemen vroegtijdig te signaleren.
Klanten adviseren over het belang van intellectueel eigendom
Een belangrijk aspect van jouw rol als accountant is dat je klanten kunt wijzen op het belang van IE en hen kunt aanmoedigen om hier actie op te ondernemen. Veel ondernemers, vooral in het MKB, zijn zich misschien niet volledig bewust van de waarde en risico’s verbonden aan hun intellectuele eigendommen. Het is aan de accountant om hen hierop te attenderen. Door je klanten te informeren over hoe ze hun IE kunnen beschermen, zoals het
registreren van merken of het aanvragen van patenten, help je hen niet alleen om hun bedrijfsmiddelen te beveiligen, maar ook om hun concurrentiepositie te versterken. Dit proactieve advies kan uiteindelijk bijdragen aan het succes en de groei van hun onderneming, wat weer bijdraagt aan de duurzame relatie die jij met je klanten opbouwt.
Conclusie
Intellectueel eigendom vormt een onmisbaar onderdeel van het moderne bedrijfsleven. Voor accountants is het van groot belang om op de hoogte te zijn van
de basisprincipes van het intellectueel eigendomsrecht. Dit stelt je in staat om bedrijven beter te adviseren, risico's te identificeren, activa correct te waarderen en te zorgen voor naleving van de wet. Door je kennis op dit gebied uit te breiden, kun je niet alleen de financiële positie van je klanten versterken, maar ook je eigen waarde als adviseur vergroten.
Ben je accountant en wil je zelf meer weten over het intellectueel eigendomsrecht? Neem dan contact op met een van onze
specialisten. Ze praten je graag bij.
[post_title] => De accountant en het intellectueel eigendom
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-accountant-en-het-intellectueel-eigendom
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-21 13:46:34
[post_modified_gmt] => 2024-08-21 11:46:34
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43251
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 43226
[post_author] => 6
[post_date] => 2024-08-21 12:05:13
[post_date_gmt] => 2024-08-21 10:05:13
[post_content] => Contracten voor
AI-toepassingen zijn geen standaard softwarecontracten vanwege de unieke technische kenmerken van AI-software. AI-software is afhankelijk van data en het is moeilijk om van tevoren te voorspellen wat het eindproduct zal zijn. Dit betekent dat het moeilijk is om de prestaties van AI-software te garanderen en om te bepalen wie verantwoordelijk is voor ontwikkelingsfouten. Bovendien is er een grote vraag naar hergebruik van getrainde modellen en trainingsdatasets, wat leidt tot complexe kwesties met betrekking tot intellectueel eigendom en gebruiksvoorwaarden.
Standard contractual clauses
Een voorbeeld van een dergelijk contract is het “standard contractual clauses for the procurement of
Artificial Intelligence (AI) by public organisations”.
[1] Dit contract is opgesteld voor overheden die hoog-risico AI systemen aankopen. Het is nog een model contract. Het is opgesteld in het voordeel van aankopende partijen met bepalingen waar leveranciers, normaal gesproken, niet mee akkoord zullen gaan.
Verschillen tussen AI en traditionele software
Een van de belangrijkste technische kenmerken van
AI-software is dat het afhankelijk is van gegevens. Dit betekent dat de kwaliteit van de gegevens die worden gebruikt om het model te trainen van cruciaal belang is voor de prestaties van de AI-software. Als de gegevens van slechte kwaliteit zijn, zal de AI-software waarschijnlijk slecht presteren. Dit wordt vaak aangeduid als "garbage in, garbage out".
Een ander belangrijk kenmerk van AI-software is dat het moeilijk is om ex-post verificatie uit te voeren. Wanneer een getraind model wordt gegenereerd, is het vaak moeilijk voor mensen om het generatieproces en de aard van het getrainde model te begrijpen. Dit maakt het moeilijk om te bepalen wie verantwoordelijk is voor ontwikkelingsfouten.
Bovendien is er een grote vraag naar hergebruik van getrainde modellen en trainingsdatasets. Getrainde modellen kunnen evolueren door middel van extra leren en zijn relatief gemakkelijk om te zetten voor ander gebruik. Dit leidt tot complexe kwesties met betrekking tot intellectueel eigendom en gebruiksvoorwaarden.
Verschillen op een rijtje
Verschillende ontwikkelproces AI en software
Het ontwikkelproces van
standaard software (links: waterval) is ook anders dan
het ontwikkelproces van AI-software (rechts: iteratief proces):
Conclusie
In het licht van deze unieke kenmerken van AI-software, is het belangrijk dat contracten voor AI-toepassingen zorgvuldig worden opgesteld om rekening te houden met deze complexe kwesties. Dit kan helpen om duidelijkheid te scheppen over de rechten en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen en om geschillen te voorkomen. Wil je een contract met betrekking tot de ontwikkeling of aankoop van een
AI-toepassing laten opstellen of beoordelen,
neem dan contact op met mij.
Whitepaper
Wij hebben een whitepaper opgesteld met tips voor contacten met betrekking tot
de ontwikkeling /aankoop van AI toepassingen. Waar moet je aan denken bij het opstellen of beoordelen van een dergelijke overeenkomst.
Wanneer je dit whitepaper wilt ontvangen, en geïnformeerd wilt blijven over de uitvoering van AI regelgeving, vul dan onderstaand formulier in.
[1] AI Procurement Clauses template High Risk
[post_title] => Waarom een contract voor het ontwikkelen/kopen van AI toepassingen geen standaard software contract is?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => waarom-een-contract-voor-het-ontwikkelen-kopen-van-ai-toepassingen-geen-standaard-software-contract-is
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-27 11:12:56
[post_modified_gmt] => 2024-08-27 09:12:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43226
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 43218
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-08-20 10:21:36
[post_date_gmt] => 2024-08-20 08:21:36
[post_content] => In een belangrijke ontwikkeling voor de biotechnologie- en landbouwsectoren heeft het gerecht in eerste aanleg te Den Haag van het Unified Patent Court (“UPC”)
een bevel uitgevaardigd waarin een voorlopige voorziening in het voordeel van Amycel LLC tegen Szymon Spyra is toegekend. Deze beslissing benadrukt het belang van
grondige technische analyses bij het vaststellen van octrooi-inbreuk.
De feiten
Amycel LLC is houder van Europees
Octrooi EP1993350 (“EP’350”), dat de champignon stam BR06 beschermt, die ook wel “Heirloom” wordt genoemd. Het geschil ontstond toen Amycel in 2017 ontdekte dat Szymon Spyra een champignon stam genaamd “Cayene” produceerde en op de markt bracht, die naar verluidt inbreuk maakte op EP’350. Ondanks pogingen om de kwestie in der minne te schikken, bleken de onderhandelingen niet succesvol. Dit leidde ertoe dat Amycel in juli 2023
een inbreukprocedure startte in Polen. Polen is geen UPC-lidstaat.
De zaak nam een belangrijke wending toen Amycel ontdekte dat de “Cayene”-stam ook werd verkocht in verschillende UPC-lidstaten, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Dit bracht Amycel ertoe om op 14 mei 2024 een actie in te stellen bij het gerecht in eerste aanleg van de UPC te
Den Haag, waarbij een voorlopige voorziening tegen Szymon Spyra werd geëist.
Procedureel probleem: onredelijke vertraging
Een van de kritieke kwesties die door het gerecht in eerste aanleg werd behandeld, was of Amycel onredelijk vertraagd had gehandeld bij het aanhangig maken van de UPC-actie. Op grond van Artikel 62 van de UPC Overeenkomst (“UPCA”) en Artikel 211(4) van het UPC-procesreglement had het gerecht het verzoek voor een voorlopige voorziening af kunnen wijzen. Een van de criteria voor het toewijzen van een voorlopige voorziening is namelijk dat het verzoek zonder onnodige vertraging is ingediend.
Szymon Spyra voerde aan dat de vertraging van Amycel na het indienen van de Poolse actie van bijna een jaar zou moeten leiden tot verwerping van het verzoek voor
de voorlopige voorziening vanwege het gebrek aan spoedeisendheid. De rechtbank verwierp dit argument echter en merkte op dat Amycel in dat jaar aanvullende genetische en fenotypische analyses had uitgevoerd, die nodig waren om meer gedetailleerd bewijs te verzamelen en om de technische verweren die al in de Poolse procedures waren ingebracht, te weerleggen.
Het gerecht in eerste aanleg concludeerde dat deze vertraging gerechtvaardigd was en geen nalatig of aarzelend gedrag van Amycel weerspiegelde. Het gerecht in eerste aanleg erkende dan ook de noodzaak van grondige technische beoordelingen in het specifieke gebied van biotechnologie.
Inhoudelijke kwestie: De octrooieerbaarheid van champignons
De zaak betrof ook de inhoudelijke vraag of champignons, zoals de 'Heirloom'-stam, onder
het Europees Octrooiverdrag (EOV) octrooieerbaar zijn. Szymon Spyra betoogde dat champignons als planten moeten worden beschouwd en daarom onder de uitsluiting van octrooieerbaarheid van plantensoorten vallen volgens Artikel 53(b) EOV.
Het gerecht in eerste aanleg verwierp dit argument en verduidelijkte dat champignons worden geclassificeerd in het afzonderlijke rijk Fungi, dat gescheiden is van planten. Ze vallen dus niet onder de uitsluiting zoals vermeld in Artikel 53(b). Het gerecht in eerste aanleg benadrukte dat uitzonderingen op octrooieerbaarheid nauwkeurig moeten worden geïnterpreteerd en merkte op dat het Europees Octrooibureau (EOB) champignons expliciet van deze uitzondering heeft uitgesloten.
Conclusie
De beslissing van het gerecht in eerste aanleg in het voordeel van Amycel LLC weerspiegelt de zorgvuldige afweging van zowel procedurele als inhoudelijke juridische kwesties door het gerecht in eerste aanleg, met name in de context van biotechnologie-octrooien. De uitspraak benadrukt het belang van grondige technische analyses in octrooi-inbreukzaken en de noodzaak om de interpretatie van octrooirecht af te stemmen op de huidige wetenschappelijke kennis.
Deze zaak schept ook een precedent voor hoe het UPC soortgelijke kwesties in de toekomst kan benaderen, met name met betrekking tot de urgentie-eis voor voorlopige voorzieningen en de
octrooieerbaarheid van biologische organismen.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => Champignons kunnen groeien, maar het zijn geen planten - dus octrooieerbaar
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => champignons-kunnen-groeien-maar-het-zijn-geen-planten-dus-octrooieerbaar
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-20 10:23:49
[post_modified_gmt] => 2024-08-20 08:23:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43218
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 43201
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-08-19 10:01:42
[post_date_gmt] => 2024-08-19 08:01:42
[post_content] => De Olympische Spelen van 2024 in Parijs zijn voorbij, maar de discussies over de ingezette AI-technologieën zijn nog actueel. In deze blog blikken we terug op
de rol van kunstmatige intelligentie (AI) tijdens de Spelen, met name op het gebied van veiligheid, en analyseren we de privacyvraagstukken die hierbij een rol speelden. Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor toekomstige grootschalige evenementen?
AI-surveillance tijdens de Spelen
De Franse overheid implementeerde een uitgebreid AI-surveillancesysteem voor de Olympische Spelen van 2024. Dit systeem gebruikte geavanceerde algoritmen om realtime videobeelden te analyseren om zo potentiële bedreigingen te identificeren. Nu de Spelen voorbij zijn, kunnen we de impact ervan evalueren.
Hoewel het
AI-surveillancesysteem enkele voordelen had voor de veiligheid, het
crowd management en de snelle detectie van verdachte situaties, riep het ook ernstige privacyzorgen op. Het systeem verzamelde massaal persoonsgegevens van bezoekers en inwoners, die mogelijk onvoldoende waren beschermd. Bovendien waren er enkele gevallen van
false positives, waarbij onschuldige mensen als verdacht werden aangemerkt. Dit leidde tot zorgen over de lange termijn impact van deze technologie op de privacy en de burgerrechten van de mensen.
Juridische uitdagingen
Het gebruik van AI-surveillance tijdens de Olympische Spelen viel in een juridisch grijs gebied. Frankrijk had speciale wetgeving aangenomen om het gebruik van deze technologie mogelijk te maken, wat vragen opriep over de verenigbaarheid ervan met
Europese privacywetgeving. Zo waren er zorgen over de omvang van de dataverzameling en -verwerking.
Onder de
AI Act, die deze maand in werking trad, worden AI-systemen voor biometrische identificatie in openbare ruimtes geclassificeerd als 'hoog risico', wat strenge eisen stelt op gebied van transparantie, menselijk toezicht en gegevensbescherming. Het inzetten van dergelijke systemen tijdens de Spelen heeft beleidsmakers en technologie-ontwikkelaars waardevolle inzichten verschaft in de praktische uitdagingen van het naleven van deze nieuwe regelgeving. Het heeft ook de noodzaak onderstreept van het voortdurend evalueren en aanpassen van AI-systemen om te voldoen aan de wettelijke en ethische normen een fundamenteel kader bieden voor de verantwoorde inzet van AI-technologieën, waarbij de balans tussen innovatie, veiligheid en fundamentele rechten centraal zal staan.
Lees ook: Privacy-valkuilen bij AI systemen en AI toezicht in Nederland
De balans tussen veiligheid en privacy
Het vinden van een evenwicht tussen
veiligheid en privacy bleek tijdens de Spelen een continue uitdaging. Hoewel er geen grote veiligheidsincidenten waren, waren er wel discussies over de privacy-impact.
De Franse overheid had een aantal maatregelen genomen om de privacy van de burgers te beschermen, zoals het beperken van de bewaartermijnen voor de verzamelde data, het streven naar transparantie over het datagebruik en het instellen van onafhankelijk toezicht op de implementatie van de surveillance. Toch waren er blijvende zorgen over de langetermijneffecten op mensen hun privacy en de mogelijke normalisering van massasurveillance.
Conclusie
De inzet van AI-surveillance tijdens de Olympische Spelen in Parijs was een belangrijke
testcase voor toekomstige grootschalige evenementen. Hoewel de technologie bijdroeg aan de veiligheid, waren er ook significante privacyzorgen. Deze ervaringen onderstrepen het belang van een zorgvuldige afweging tussen veiligheid en privacy in het digitale tijdperk van vandaag.
Door de lessen van Parijs 2024 ter harte te nemen, kan er bij
toekomstige evenementen hopelijk een betere balans worden gevonden - waarbij technologie onze veiligheid verbetert zonder onze fundamentele rechten in gevaar te brengen.
Heeft u vragen over de inzet van
AI? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers!
[post_title] => AI inzet voor de veiligheid op grootschalige evenementen: een terugblik op de Olympische Spelen 2024
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-inzet-voor-de-veiligheid-op-grootschalige-evenementen-een-terugblik-op-de-olympische-spelen-2024
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-19 10:01:42
[post_modified_gmt] => 2024-08-19 08:01:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43201
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 43186
[post_author] => 71
[post_date] => 2024-08-15 10:08:11
[post_date_gmt] => 2024-08-15 08:08:11
[post_content] => In 2023 stapte een groep kunstenaars en illustratoren (hierna: “de kunstenaars.”) naar de Amerikaanse rechter. De Kunstenaars waren het zat dat hun werken gebruikt werden in de AI-programma’s van
Stability AI en andere organisaties. Het werk van de kunstenaars werd gebruikt als input om de programma’s te trainen en voor output te kunnen zorgen. De kunstenaars hadden hier echter geen toestemming voor gegeven en kregen al helemaal geen compensatie. Ze stelden zich dan ook op het standpunt dat er sprake was van auteursrechtinbreuk.
AI en auteursrecht
AI en het auteursrecht is een juridisch complexe kwestie, omdat deze combinatie grotendeels nog onbekend terrein is. Het auteursrecht is al een oud recht dat de maker van een creatief werk in beginsel het alleenrecht geeft om met dat werk te kunnen doen wat hij of zij wil. Generatieve AI is een relatief nieuwe techniek die de laatste jaren erg populair is geworden, waarbij al bestaande digitale werken voor input en training van het AI-programma zorgen en de gebruiker aan de AI ‘opdrachten’ kan geven om voor nieuwe output te zorgen, bijvoorbeeld in de vorm van afbeeldingen. Dit kan door middel van een paar woorden, maar het kan ook op complexere wijze. Naast de vraag of er auteursrecht op een met AI gegenereerde creatie kan rusten, is een andere vraag of sprake kan zijn van inbreuk op de rechten van degenen wiens werken voor input hebben gezorgd.
Andersen c.s. / Stability AI c.s.
De zaak Sarah Andersen c.s. / Stability AI c.s. kwam voor de Amerikaanse rechter William Orrick. Eerder stuurde de rechter de eisers al eens
terug naar de tekentafel om hun vorderingen beter te onderbouwen. Deze zaak is zo belangrijk, omdat het de eerste groepsvordering betreft over
auteursrechtinbreuk tegen AI-organisaties. In dit nieuwe tussenvonnis kregen zowel eisers als gedaagden op verschillende punten gelijk of ongelijk, maar onder de streep komen de kunstenaars als winnaars naar voren.
Aangepaste eisen
De kunstenaars hadden hun stellingen zo aangepast dat Orrick nu wel uitspraak kon doen over de stelling dat sprake is van zowel directe auteursrechtinbreuk als aansporing daartoe. De
AI-modellen bevatten volgens de eisers gecomprimeerde kopieën van hun werken en de AI zet anderen actief aan tot het plegen van auteursrechtinbreuk. De rechter vond deze keer de stellingen plausibel genoeg om een motie tot verwerping door de gedaagden te overleven. Met andere woorden, als de stellingen voor waar worden aangenomen zullen ze een goede basis vormen voor aansprakelijk voor auteursrechtinbreuk.
Argumenten auteursrecht
De stellingen van
de kunstenaars liegen er niet om. Met het aanzetten tot auteursrechtinbreuk wordt hier niet bedoeld dat een product dat legaal gebruikt kan worden, op illegale wijze wordt verhandeld, gekopieerd of iets dergelijks. De beweringen gaan een stuk verder: De kunstenaars zeggen namelijk dat Stable Diffusion, het AI-programma van Stability AI, voor een groot deel is gebaseerd op gebruik van (kopieën van) auteursrechtelijke beschermde werken, of auteursrechtelijk beschermde elementen van die werken. Dat is de directe inbreuk. Door het maken van output door gebruikers van het programma wordt auteursrechtinbreuk gepleegd en het programma is dus gemaakt om die inbreuk te faciliteren. Volgens de kunstenaars zijn er gevallen bekend waarin de output zeer veel lijkt of zelfs identiek is aan sommige afbeeldingen die voor training/input zijn gebruikt. Door het gebruik van hun eigen namen in de prompts kunnen de kunstenaars ook afbeeldingen genereren die kenmerken van hun eigen werken bevatten, wat volgens hen aantoont dat hun werken worden gebruikt dan wel gekopieerd door de AI. Dit zijn flinke beweringen waar de rechter mee verder kan.
Argumenten misleiding consument
Daarnaast wordt er ook verwezen naar de Lanham Act, een Amerikaanse verordening die te maken heeft met onder andere eerlijke handelspraktijken en het beschermen van consumenten. AI-organisatie Midjourney plaatste op Discord een lijst van 4700 kunstenaars, wiens stijlen door Midjourney kunnen worden geproduceerd. Volgens de kunstenaars staan hun namen op deze lijst, hebben zij daarvoor
nooit toestemming gegeven en kunnen gebruikers het idee krijgen dat de kunstenaars daarvoor wel toestemming zouden hebben gegeven. Misleiding van de consument, volgens de eisers. Ook hierover zal de rechter uitspraak doen.
Conclusie
De rechter kan nu aan de hand van de nieuwe beweringen gaan bepalen of er inderdaad sprake is van (onder meer) auteursrechtinbreuk. Dit is een interessant nieuw hoofdstuk in een Amerikaanse rechtszaak die ongetwijfeld ook voor de rest van de wereld gevolgen gaat hebben. We houden je op de hoogte! Mocht je ondertussen vragen hebben over AI en verschillende rechten, neem dan gerust contact op met
onze specialisten.
[post_title] => Overwinning voor kunstenaars in zaak tegen Stability AI
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => overwinning-voor-kunstenaars-in-zaak-tegen-stability-ai
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-15 10:08:11
[post_modified_gmt] => 2024-08-15 08:08:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43186
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 43157
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-08-14 10:26:32
[post_date_gmt] => 2024-08-14 08:26:32
[post_content] => In het huidige digitale tijdperk staan bedrijven voor grote uitdagingen op het gebied van
kunstmatige intelligentie (AI) en
privacy. Als advocatenkantoor zien wij hoe organisaties worstelen met de balans tussen innovatie en compliance. Organisaties staan voor de uitdaging om innovatief te blijven én tegelijkertijd de privacy(rechten) van hun klanten te waarborgen. Dit vraagt om een nieuwe benadering van databeheer en -governance. In deze blog bespreken we de belangrijkste privacyvalkuilen bij het gebruik van AI en schetsen we een beeld van de toekomst van databeheer.
Privacy-valkuilen bij AI-implementatie
AI is een krachtige technologie die veel mogelijkheden biedt voor bedrijven, maar ook veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Bij het implementeren van AI moeten bedrijven rekening houden met de privacywetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die strenge eisen stelt aan de verwerking van persoonsgegevens. Echter zijn er een aantal valkuilen die vaak voorkomen bij het ontwerpen van een AI systeem.
Doelbinding
Doelbinding, een fundamentele regel van de AVG, vereist dat persoonsgegevens enkel gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor zij oorspronkelijk verzameld zijn. Bij AI kan de verleiding bestaan om gegevens voor nieuwe doeleinden te hergebruiken, dit is in strijd met de AVG en kan privacyrechten van betrokkene in gevaar brengen. Automatisch gegenereerde nieuwe doeleinden of het gebruik van irrelevante data door AI kunnen leiden tot problemen met doelbinding.
Proportionaliteit en dataminimalisatie
AI-systemen zijn 'datahongerig'. Ze presteren beter naarmate ze meer data tot hun beschikking hebben. Dit staat echter op gespannen voet met het principe van dataminimalisatie, dat juist voorschrijft zo min mogelijk persoonsgegevens te verwerken.
Continuïteit en het recht om vergeten te worden
AI-modellen zijn vaak een 'one-way street' voor data. Eenmaal getraind met persoonsgegevens, is het lastig deze weer te verwijderen zonder het hele model opnieuw te trainen. Naast het feit dat dit maanden kan duren en conflicteert dit ook met het recht van individuen om 'vergeten' te worden. Dit betekent dat bedrijven die AI gebruiken, goed moeten nadenken over welke data ze verzamelen en hoe lang ze die bewaren. Ook moeten ze transparant zijn over hun dataverwerking en de mogelijkheid bieden om bezwaar te maken of toestemming in te trekken. Daarnaast kunnen ze technieken zoals pseudonimisering, encryptie of differentiële privacy toepassen om de risico's voor de privacy te verminderen.
De toekomst van AI en privacy: alles draait om data
De komende vijf jaar zal de focus in de privacywereld verschuiven naar effectief databeheer. Deze verschuiving is niet alleen een reactie op de huidige uitdagingen, maar ook een noodzakelijke stap om toekomstige innovaties, zoals geavanceerde AI-toepassingen, mogelijk te maken zonder privacyrisico's te vergroten. Bedrijven moeten zich richten op:
- Het opbouwen van een datacultuur
- Modernisering van de data-architectuur
- Herontwerp van data-pijplijnen
Opbouwen van een datacultuur
Een datacultuur is een organisatiecultuur waarin alle medewerkers het belang van zorgvuldig databeheer erkennen en toepassen. Een sterke datacultuur zorgt ervoor dat alle medewerkers begrijpen hoe belangrijk zorgvuldig databeheer is. Dit omvat training, bewustwording en het implementeren van
best practices op alle niveaus van de organisatie.
Modernisering van de data-architectuur
Naarmate data een centralere rol krijgt in besluitvorming, moeten bedrijven investeren in schaalbare oplossingen zoals data warehouses. Deze maken het mogelijk om grote hoeveelheden data efficiënt op te slaan en te analyseren.
Herontwerp van data-pijplijnen
De manier waarop data wordt verzameld, getransformeerd en gedistribueerd binnen een organisatie moet worden herzien. Moderne technologieën maken het mogelijk om data sneller en veiliger te verwerken, maar vereisen wel een grondige herziening van bestaande processen.
Conclusie: anticiperen op de AI-revolutie
De opkomst van AI biedt enorme kansen voor bedrijven, maar brengt ook significante privacy-uitdagingen met zich. Het is cruciaal dat bedrijven die AI gebruiken strikte controle uitoefenen en
beschermingsmaatregelen treffen om de privacy te waarborgen. Bedrijven moeten bij het gebruik van data een zorgvuldige afweging maken tussen risico's en voordelen. Bedrijven die nu investeren in robuust databeheer en privacy-compliance, zullen een voorsprong hebben in de AI-gedreven toekomst.
Heeft u vragen over
compliance, zoals “hoe kan ik AI implementeren zonder privacywetgeving te overtreden?” Wilt u
uw boardroom voorbereiden op de AI-revolutie? Of zoekt u hulp bij het ontwikkelen van
een AI-beleid dat voldoet aan alle wettelijke vereisten? Neem dan contact met ons op. Ons gespecialiseerde team staat klaar om u te adviseren en te begeleiden bij alle aspecten van AI-implementatie en privacy-compliance.
Wilt u snel inzicht krijgen in de ethische verantwoordelijkheid van uw huidige AI-gebruik? Ontdek nu al hoe u ervoor staat met onze
AI Quickscan. In slechts 10 minuten krijgt u een helder beeld van hoe uw organisatie presteert op het gebied van verantwoorde AI-inzet. Deze snelle evaluatie helpt u potentiële risico's te identificeren en biedt een solide basis voor verdere optimalisatie van uw AI-strategie.
[post_title] => AI en privacy: uitdagingen voor bedrijven
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-en-privacy-uitdagingen-voor-bedrijven
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-14 10:26:32
[post_modified_gmt] => 2024-08-14 08:26:32
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43157
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 43123
[post_author] => 67
[post_date] => 2024-08-12 11:17:00
[post_date_gmt] => 2024-08-12 09:17:00
[post_content] => Eind mei 2024 werd er door de Minister van Financiën antwoord gegeven op feitelijke vragen over de Voorjaarsnota 2024. Daarbij ging de Minister ook in op de
kwijtscheldingswinstvrijstelling bij schuldsaneringen. Er werd voorgesteld om de kwijtscheldingswinst volledig vrij te stellen voor verliezen van meer dan 1 miljoen euro, voor zover deze uitgaat boven het verlies dat verder in het jaar is geleden. De maatregel is volgens de Minister te realiseren met ingang van boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025. Dat is goed nieuws voor bedrijven die in zwaar weer verkeren, aangezien zij na het bereiken van een
WHOA-akkoord met hun crediteuren met
minder belastingdruk te maken krijgen.
De wettelijke beperking van de verliesverrekening
Op 1 januari 2022 werd een
beperking van de verliesverrekening geïntroduceerd. Op grond van deze beperking zijn verliezen in de vennootschapsbelasting tot een bedrag van 1 miljoen euro per jaar volledig
verrekenbaar met de belastbare winst. Boven dit bedrag is het verlies verrekenbaar met de
helft van de resterende belastbare winst. Door de mogelijkheid tot verrekening te beperken wordt voorkomen dat ondernemingen met winstgevende activiteiten jarenlang geen belasting hoeven te betalen in Nederland.
De vrijstelling van de kwijtscheldingswinst
Als een onderneming in zwaar weer verkeert, komt het regelmatig voor dat bepaalde schulden als onderdeel van een schuldeisersakkoord worden
kwijtgescholden. Als er sprake is van zo’n situatie zien schuldeisers af van het innen van (een deel van) hun schuld bij de onderneming, maar kan er bij de onderneming in kwestie (kwijtscheldings)
winst ontstaan. In dat geval kan de onderneming de zogenoemde
kwijtscheldingswinstvrijstelling toepassen. Deze vrijstelling is in beginsel alleen van toepassing voor het deel van de kwijtscheldingswinst dat hoger is dan het geleden verlies.
Problematiek rondom beide wettelijke regelingen
De beperking van de verliesverrekening levert bij de aanwezigheid van te verrekenen verliezen boven de 1 miljoen euro en een belastbare winst (inclusief kwijtscheldingswinst) van meer dan 1 miljoen euro in het kwijtscheldingsjaar een
knelpunt op. In dat geval is er namelijk
vennootschapsbelasting verschuldigd. Dat is
onwenselijk in het kader van de doelstellingen van de WHOA, nu er na het bereiken van een
WHOA-akkoord alsnog een (problematische) belastingschuld kan ontstaan. Dit levert problemen op rondom de succesvolle afhandeling van zo’n akkoord, waardoor in de kern levensvatbare ondernemingen door deze wettelijke regelingen
alsnog failliet kunnen gaan.
Het voorstel van de Minister
De Minister erkent dat sprake is van een knelpunt en stelt voor om in situaties met te verrekenen verliezen van meer dan 1 miljoen euro de kwijtscheldingswinst
volledig vrij te stellen, in gevallen waarbij die uitgaat boven het verlies dat verder in het jaar is geleden. Voor situaties met te verrekenen verliezen van minder dan 1 miljoen euro blijft het huidige systeem wel gelden. De door de Minister voorgestelde oplossing is in overeenstemming met de WHOA-doelstellingen en heeft een
positief effect op het succes van toekomstige WHOA-trajecten. Omdat ondernemingen na het bereiken van een WHOA-akkoord met
minder belastingdruk te maken krijgen, wordt de financiële herstructurering eenvoudiger en worden de ondernemingen in kwestie na het bereiken van een akkoord niet alsnog met een belastingschuld geconfronteerd.
Conclusie
De voorgestelde aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling biedt een belangrijke verlichting voor bedrijven in financiële moeilijkheden. Door de kwijtscheldingswinst volledig vrij te stellen voor verliezen boven de 1 miljoen euro (in gevallen waarbij die uitgaat boven het verlies dat verder in het jaar is geleden), wordt de belastingdruk verminderd voor bedrijven die een succesvol WHOA-akkoord hebben bereikt. Deze maatregel, die volgens de Minister van kracht kan worden voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2025, voorkomt dat ondernemingen na een succesvolle herstructurering alsnog met een problematische belastingschuld worden geconfronteerd. Hierdoor wordt de financiële herstructurering
eenvoudiger en kansrijker.
Heeft u vragen in het kader van een WHOA-traject? Neem dan contact op met één van onze
collega's!
[post_title] => Mogelijke aanpassing kwijtscheldingswinstvrijstelling voor ondernemingen in zwaar weer
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mogelijke-aanpassing-kwijtscheldingswinstvrijstelling-voor-ondernemingen-in-zwaar-weer
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-12 11:17:00
[post_modified_gmt] => 2024-08-12 09:17:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43123
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 43339
[post_author] => 19
[post_date] => 2024-08-23 12:06:55
[post_date_gmt] => 2024-08-23 10:06:55
[post_content] =>
Inleiding
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 juli 2024 een
overzichtsuitspraak gepubliceerd waarin duidelijk uiteen wordt gezet wat de mogelijkheden zijn voor het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en het aanvoeren van nieuwe gronden
tijdens een bestuursrechtelijke procedure. In dit artikel bespreken wij de zaak en de belangrijkste punten uit
de overzichtsuitspraak.
Feiten
Deze zaak draait om
een hekwerk op een perceel. Voor dit hekwerk is door het college van een omgevingsvergunning verleend. Hiertegen is appellante in bezwaar en beroep gegaan. Het beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard. Hiertegen heeft appellante hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep verwijst appellante naar een civiel vonnis Dit civiele vonnis is door de rechtbank in beroep buiten beschouwing gelaten wegens strijd met de goede procesorde. Dit gaf voor de Afdeling aanleiding om een overzicht te creëren van de mogelijkheden om tijdens een bestuursrechtelijke procedure bewijsmiddelen en beroepsgronden in te brengen.
Overzicht van de ABRvS
Het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen
Hoofdregel
Gedurende een procedure mogen partijen nieuwe bewijsmiddelen indienen. Dit betekent bijvoorbeeld dat in hoger beroep een bewijsmiddel mag worden ingediend dat in bezwaar en beroep niet naar voren is gekomen. Deze hoofdregel beschermt het recht op gelijke proceskansen en sluit aan bij het belang van materiële waarheidsvinding. Oude rechtspraak waarin de Afdeling oordeelde dat onder bepaalde omstandigheden geen bewijsstukken mochten worden ingediend omdat deze al in de bestuurlijke fase naar voren hadden moeten worden gebracht, verlaat de Afdeling hiermee expliciet.
Begrenzing van het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen door de eis van goede procesorde
Twee oriëntatiepunten zijn van belang om te beoordelen of het indienen van een nieuw bewijsmiddel in strijd is met de goede procesorde.
Ten eerste moet er voor de overige partijen voldoende tijd zijn om zich inhoudelijk over het nieuwe bewijs uit te kunnen laten.
Ten tweede is van belang of de zaak door het nieuwe bewijsmiddel moet worden aangehouden, waardoor een onwenselijke of onaanvaardbare vertraging van de procedure in het licht van de belangen van de overige partijen en een goede rechtspleging kan ontstaan. Hierbij is van belang of het bewijsmiddel eerder had kunnen worden ingediend, de omvang en complexiteit van het bewijsmiddel en de benodigde deskundigheid.
Beperkte mogelijkheid om later nieuw bewijs in te brengen door de aard van de procedure, procedurevoorschriften of wettelijke voorschriften
In deze gevallen kunnen bewijsmiddelen slechts worden aangebracht tot aan de aanvraag- of bezwaarfase, dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gaat om een tenderprocedure in een subsidieregeling.
Het aanvoeren van nieuwe gronden
Een nieuwe grond in de beroepsfase (grond is niet aangevoerd tijdens bestuurlijke fase)
In de beroepsfase mogen nieuwe gronden worden aangevoerd die niet tijdens bezwaar of zienswijze naar voren zijn gekomen. Een nieuwe grond kan ook worden aangevoerd nadat de beroepstermijn is verstreken, maar dit mag niet strijdig zijn met de goede procesorde of wettelijke voorschriften. Hiervoor gelden dezelfde oriëntatiepunten als hierboven uiteengezet.
Een nieuwe grond in de hoger beroepsfase (grond is niet aangevoerd tijdens beroepsfase)
In het omgevingsrecht geldt een grondentrechter, dit houdt in dat er in hoger beroep géén nieuwe gronden mogen worden aangevoerd. Uitzondering op deze regel is mogelijk wanneer de nieuwe grond geen nadeel brengt aan derde-belanghebbenden. Belangrijk om te weten is dat het grondentrechter expliciet ziet op het aanvoeren van nieuwe gronden. Wat wel is toegestaan is het aanvoeren van nadere argumenten om eerder ingebrachte gronden te onderbouwen.
Het grondentrechter geldt niet voor geschillen die niet van omgevingsrechtelijke aard zijn. Buiten het omgevingsrecht mogen dus wel nieuwe gronden worden aangevoerd. Er gelden wel enkele beperkingen. Indien een grond na afloop van de hoger beroepstermijn wordt aangedragen en dit strijdig is met de goede procesorde wordt deze buiten beschouwing gelaten. Ook geldt de mogelijke beperking door wettelijke voorschriften. Daarnaast blijven gronden die in beroep uitdrukkelijk zijn prijsgegeven en opnieuw worden aangevoerd in hoger beroep buiten beschouwing.
Oordeel ABRvS in ECLI:NL:RVS:2024:2853
De rechtbank liet het civiele vonnis buiten beschouwing omdat het
in strijd met de goede procesorde zou zijn om tijdens de zitting het vonnis pas te overhandigen. Volgens de ABRvS kon de rechtbank deze keuze terecht maken. Omdat het vonnis pas tijdens de zitting werd overhandigd hadden de andere partijen slechts kort de tijd om zich over het bewijsmiddel uit te laten. Appellante beschikte al langer over het vonnis en had dus de mogelijkheid om het bewijsmiddel eerder in te dienen.
De Afdeling neemt het vonnis echter wel in beschouwing. Het civiele vonnis dient ter ondersteuning voor het betoog dat appellante belanghebbende is. Dit heeft zij in elke fase van proces aangevoerd, hierdoor kan het civiele vonnis worden gezien als een ondersteuning van een eerder aangevoerde grond.
Dit artikel is geschreven door
Rutger Boogers en
Anne Verberne.
ECLI:NL:RVS:2024:2853
[post_title] => ABRvS overzichtsuitspraak over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en gronden
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => abrvs-overzichtsuitspraak-over-het-inbrengen-van-nieuwe-bewijsmiddelen-en-gronden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-23 12:12:43
[post_modified_gmt] => 2024-08-23 10:12:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43339
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1413
[max_num_pages] => 142
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => c1187f865333df38f70351f81c81e4e9
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Inleiding De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 juli 2024 een overzichtsuitspraak gepubliceerd waarin duidelijk uiteen wordt gezet wat de mogelijkheden zijn voor het inbrengen van...
Lees meer
In de steeds complexere zakelijke wereld van vandaag is het naleven van regelgeving essentieel, vooral voor bedrijven die actief zijn op de Europese markt. Een cruciaal aspect van deze naleving...
Lees meer
Als uw onderneming zich bezighoudt met de productie en/of import van producten, dan is het maar wat vervelend als er door gebruik van een van die producten schade ontstaat. U...
Lees meer
Als accountant ben je dagelijks bezig met cijfers, financiële rapportages en het adviseren van klanten over hun bedrijf. Hoewel het intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) misschien niet direct in jouw vakgebied lijkt...
Lees meer
Contracten voor AI-toepassingen zijn geen standaard softwarecontracten vanwege de unieke technische kenmerken van AI-software. AI-software is afhankelijk van data en het is moeilijk om van tevoren te voorspellen wat het...
Lees meer
In een belangrijke ontwikkeling voor de biotechnologie- en landbouwsectoren heeft het gerecht in eerste aanleg te Den Haag van het Unified Patent Court (“UPC”) een bevel uitgevaardigd waarin een voorlopige...
Lees meer
De Olympische Spelen van 2024 in Parijs zijn voorbij, maar de discussies over de ingezette AI-technologieën zijn nog actueel. In deze blog blikken we terug op de rol van kunstmatige...
Lees meer
In 2023 stapte een groep kunstenaars en illustratoren (hierna: “de kunstenaars.”) naar de Amerikaanse rechter. De Kunstenaars waren het zat dat hun werken gebruikt werden in de AI-programma’s van Stability...
Lees meer
In het huidige digitale tijdperk staan bedrijven voor grote uitdagingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) en privacy. Als advocatenkantoor zien wij hoe organisaties worstelen met de balans tussen...
Lees meer
Eind mei 2024 werd er door de Minister van Financiën antwoord gegeven op feitelijke vragen over de Voorjaarsnota 2024. Daarbij ging de Minister ook in op de kwijtscheldingswinstvrijstelling bij schuldsaneringen....
Lees meer