Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 34
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 34
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1413
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 330, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 35428
                    [post_author] => 73
                    [post_date] => 2023-03-20 09:32:55
                    [post_date_gmt] => 2023-03-20 08:32:55
                    [post_content] => Afgelopen jaar zagen we dat de zorginkoop niet soepel verliep. Het inkoopproces zal moeten veranderen wil de zorginkoop voor 2024 beter verlopen. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de achtergrond van de zorginkoop en worden handige tips gegeven voor de zorgaanbieder bij de Zvw-inkoopprocedure.

De achtergrond van zorginkoop

De zorginkoop is een belangrijk instrument voor toegankelijke en betaalbare zorg. De inflatie had echter grote invloed op de zorginkoop voor 2023. De zorgverzekeraars wilden de stijgende prijzen niet compenseren omdat dit een nog hogere premiestijging tot gevolg zou hebben voor het 2024. Daartegenover stonden de zorgaanbieders die vreesden dat zij niet kostendekkend konden werken als zij niet gecompenseerd werden voor de hogere kosten. Er werd gesproken van een record aantal contracten met zorgaanbieders die de verzekeraars niet tijdig rond hadden. De (meeste) zorgaanbieders geven de voorkeur aan gecontracteerd werken. Iemand met een zorgvraag zal namelijk eerder kiezen voor een gecontracteerde aanbieder. Bij deze zorgaanbieder wordt namelijk de nodige behandeling wel vergoed. Daarnaast levert niet-gecontracteerde zorg ook meer administratieve lasten op voor een zorgaanbieder. Vooral de kleine zorgaanbieders ervaren weinig ruimte bij de contractering. Het is tekenen bij het kruisje of niet tekenen. Ruimte voor onderhandeling of afwijkingen ervaren zij niet. De kleine zorgaanbieder heeft onvoldoende verkoopmacht om de touwtjes in handen te nemen. Het staat zorgverzekeraars echter vrij om een niet-onderhandelbaar aanbod te doen aan zorgaanbieders. Volgens de NZa moeten zij wel voldoende bereikbaar zijn voor vragen. Dit is opgenomen in de Regeling transparantie Zorginkoopproces. Verzekeraars moeten op grond van de Regeling uiterlijk op 1 april a.s. duidelijk maken welke contractsvariant zij aan zorgaanbieders gaan aanbieden. Daarnaast moeten zij ook bekend maken hoe wordt omgegaan met bijcontractering. In de Regeling staat tevens dat de verzekeraar voldoende tijd moet bieden voor bijcontractering en vragen van zorgaanbieders.

Tips voor de zorgaanbieder

  1. Controleer het inkoopbeleid
Het inkoopbeleid wordt uiterlijk 1 april a.s. voornamelijk in hoofdlijnen gepresenteerd. Hierin zal ook de wijze staan waarop een verzoek tot aanvullende afspraken ingediend kan worden. Ook inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het vorige zorginkoopbeleid worden gedeeld. Controleer of aan de vereisten van artikel 4 van de Regeling transparantie Zorginkoopproces is voldaan. Stel tijdig schriftelijke vragen aan de zorgverzekeraar. De verzekeraar is verplicht deze tijdig en duidelijk te beantwoorden op grond van de regeling. Vraag verheldering indien punten onduidelijk zijn. Indien dit niet tijdig wordt gedaan kan dit nadelig uitpakken voor de zorgaanbieder.
  1. Inkoopbeleid niet in lijn met de regeling? Dien een handhavingsverzoek in bij de NZa
De NZa ziet er op toe dat de zorginkoop transparant verloopt. Door middel van een handhavingsverzoek kan de NZa de verzekeraar dwingen het inkoopbeleid aan te vullen of aan te passen. Dit moet de verzekeraar tijdig en gemotiveerd te doen.
  1. Noteer uw contactpersoon
De contractering verloopt op zijn best indien zaken niet meerdere keren besproken dienen te worden met verschillende personen. Zorg dat uw contactpersoon bij de verzekeraar ook mandaat heeft om bepaalde beslissingen te nemen.
  1. Sla acht op de termijnen
Ga allereerst na of de termijnen uit het inkoopbeleid redelijk zijn. Een redelijk termijn is minimaal 4 weken, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Indien de termijnen niet redelijk zijn, verzoek de NZa dan tijdig om handhavend op te treden. De NZa wenst dat verzekeraars uiterlijk 7 weken voor het einde van het jaar hun polisvoorwaarden publiceren. Dan moet ook bekend zijn welke zorgaanbieders zijn gecontracteerd met welke verzekeraars. Dit is echter geen wettelijke eis. Voor een zorgaanbieder is het dus het beste indien zij een contractaanbod begin oktober hebben. Zo kan er aan de redelijke termijn voldaan worden en kunnen ook de polisvoorwaarden tijdig gepubliceerd worden.
  1. Leg besprekingen en afspraken schriftelijk vast
Maak een verslag van ieder overleg. Ons advies is om mondelinge afspraken in een mail ter bevestiging aan de verzekeraar te sturen. Mocht het nodig zijn, kunt u hier later op terugvallen.
  1. Vraag tijdig om advies
Loopt u tijdens het contracteerproces vast? Of twijfelt u of de verzekeraar wel in lijn met de regels omtrent zorginkoop handelt? Vraag tijdig om (juridisch) advies.

Tijd voor verandering

Zolang de zorgaanbieders en de verzekeraars de contractering niet als samenwerking gaan zien, zal het proces niet positief veranderen. Beide partijen willen uiteindelijk toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede zorg. Dit gaat niet zolang verzekeraars de zorgaanbieders bij het kruisje laten tekenen. Dit is ook niet in lijn met het Integraal Zorgakkoord. Heeft u als zorgaanbieder gedurende de contractperiode een discussie of geschil met een zorgverzekeraar? Wenst u advies gedurende de contractperiode? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers.   Jody Esveldt 1 [post_title] => De zorginkoop: tijd voor verandering! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-zorginkoop-tijd-voor-verandering [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-13 11:57:03 [post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:57:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35428 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 35372 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-03-17 09:08:14 [post_date_gmt] => 2023-03-17 08:08:14 [post_content] => Als een gemeente geen of aanzienlijk minder cliënten doorverwijst naar een zorgaanbieder ten opzichte van andere zorgaanbieders, kan deze achterstelling in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel en daarmee onrechtmatig handelen door de gemeente opleveren.

De kwestie

In het hier te bespreken arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaat het om de uitvoering van de Jeugdwet door de gemeente Zutphen. Deze gemeente heeft de bevoegdheid tot het nemen van indicatiebesluiten gemandateerd aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Een gecontracteerde zorgaanbieder De Verborgen Kracht B.V (DVK) wordt geconfronteerd met een verminderd aantal verwijzingen en vindt dat de gemeente hiermee onrechtmatig handelt. Er wordt over geprocedeerd en voornoemd hof moet zich in hoger beroep over de zaak buigen.

De beoordeling

De kern van het geschil betreft dus de vraag of de gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel DVK geen gelijk speelveld heeft geboden door ten opzichte van andere gecontracteerde zorgaanbieders, geen of aanzienlijk minder nieuwe cliënten naar DVK te verwijzen. Het hof spreekt richting de gemeente een bewijsvermoeden uit dat de gemeente nauwelijks nieuwe cliënten aan DVK heeft willen gunnen. Er worden cijfers overgelegd en er worden getuigen gehoord. Feit is dat er een sterke daling is te zien in de verwijzingen naar DVK. Het standpunt van de gemeente dat er sprake is van een ‘algemene daling’ veroorzaakt door onder meer strakkere handhaving van het jeugdzorgbudget, overtuigt het hof niet. In vergelijking met de andere zorgaanbieders is en blijft de daling in het aantal verwijzingen naar DVK aanzienlijk groter. Het door de gemeente doen horen van getuigen kan het vermoeden van  het hof dat DVK  is achtergesteld in het aantal cliënten niet ontzenuwen. Het hof benadrukt dat het de taak van de gemeente als overheid en dus ook van het CJG, is om zorg te dragen voor een gelijk speelveld voor haar zorgaanbieders. Door hier geen gelijk speelveld te waarborgen en dus in strijd te handelen met het gelijkheidsbeginsel, handelt  de gemeente jegens DVK onrechtmatig. Fact speelveld linkedin

Conclusie

Als gemeenten zorgaanbieders ten opzichte van andere zorgaanbieders, achterstellen door geen of aanzienlijk minder cliënten door te verwijzen kan dat in beginsel als strijdig met het gelijkheidsbeginsel, onrechtmatig zijn. Daarmee is niet gezegd dat in alle gevallen er sprake moet zijn van een gelijke verdeling van cliënten. Aangezien er nu eenmaal grote en kleine zorgaanbieders zijn met verschillende capaciteit, wordt in aanbestedingen soms teruggevallen op een ranking gebaseerd op capaciteit. Op deze wijze wordt voorzien in een gelijk speelveld.

Advies

Als u als gecontracteerde zorgaanbieder weinig cliënten doorverwezen krijgt en u hebt het vermoeden dat wat u doorverwezen krijgt beduidend minder is dan wat andere zorgaanbieders toebedeelt krijgen, kan het lonen de toepasselijke gemeentelijke spelregels rondom zorgtoewijzingen er op na te slaan. Bij vragen kunt u contact opnemen met de sectie Zorg. Rik Wevers 1 [post_title] => Gemeente moet zorgaanbieder gelijk speelveld bieden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gemeente-moet-zorgaanbieder-gelijk-speelveld-bieden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-17 09:09:58 [post_modified_gmt] => 2023-03-17 08:09:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35372 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 35412 [post_author] => 43 [post_date] => 2023-03-16 15:52:09 [post_date_gmt] => 2023-03-16 14:52:09 [post_content] => Op 14 maart 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan en daarmee aangenomen. Deze wet, die naar verwachting in de loop van dit jaar wordt ingevoerd en in ieder geval voor 2 jaar zal gelden, stelt nadere eisen aan de turboliquidatie om misbruik hiervan te voorkomen.

Wat is turboliquidatie?

Een turboliquidatie is een snelle manier om een onderneming te staken en de rechtspersoon, bijvoorbeeld een B.V., te ontbinden. Een turboliquidatie kan alleen uitgevoerd worden als de onderneming geen baten meer heeft. Dat betekent dat de onderneming geen activiteiten meer uitvoert en ook geen bezittingen/vermogen heeft. Een turboliquidatie wordt geëffectueerd door een besluit van de algemene vergadering. De rechtspersoon houdt na dit besluit direct op te bestaan en wordt uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bestuurders hoefden tot deze wet geen uitleg te geven over de turboliquidatie, in tegenstelling tot een situatie waarin de rechtspersoon wel over baten beschikt. In dat geval vindt er na de ontbinding nog een vereffening plaats door veelal de bestuurder. Deze moet hierover rekening en verantwoording afleggen, een plan van verdeling maken en dit plan openbaar maken. Overstijgen de schulden waarschijnlijk de baten, dan moet de vereffenaar het faillissement aanvragen en verloopt de vereffening van het vermogen van de rechtspersoon via de curator. Dit alles ter bescherming van de belangen van schuldeisers. Schuldeisers van de geturboliquideerde rechtspersoon worden echter geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat en blijven met lege handen achter, zonder dat er enige rekening en verantwoording wordt afgelegd. Zij kunnen wel juridische stappen ondernemen (o.a. de heropening van de vereffening verzoeken of het faillissement aanvragen), maar beschikken veelal niet over de daarvoor vereiste informatie. Bovendien moeten schuldeisers dan aanzienlijke kosten maken. De Tijdelijke wet turboliquidatie maakt daar een einde aan door bestuurders te verplichten financiële verantwoording af te leggen over de turboliquidatie. Net op tijd, nu de wetgever verwacht dat er in de komende periode als gevolg van de corona-maatregelen en energiecrisis meer gebruik zal worden gemaakt van turboliquidatie.

Nadere eisen aan turboliquidatie

De nieuwe wet eist van bestuurders dat zij binnen 14 dagen na de turboliquidatie de volgende documenten deponeren bij de Kamer van Koophandel:
  1. een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
  2. Een beschrijving van:
  3. de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
  4. indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en
  5. indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, en
  6. de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, voor zover deze nog niet openbaar zijn gemaakt terwijl daar wel een verplichting tot bestaat.
Zodra deze documenten zijn gedeponeerd, moeten bestuurders daar vervolgens schriftelijk mededeling van doen aan de schuldeisers van de rechtspersoon. Dit is een belangrijke ontwikkeling, want vaak kwamen schuldeisers pas een aantal maanden later achter de turboliquidatie. Door de invoering van dit vereiste kunnen schuldeisers eerder actie ondernemen als zij het niet eens zijn met de turboliquidatie. Onbetaald gebleven schuldeisers krijgen overigens ook een inzagerecht indien niet aan de deponeringsplicht is voldaan. Zij kunnen zich in dat geval wenden tot de kantonrechter voor een machtiging om de administratie (‘de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers’) van de geturboliquideerde rechtspersoon in te zien.

Sancties

Voldoen bestuurders niet aan de deponeringsverplichting dan plegen zij een economisch delict, wat bestraft kan worden met hechtenis van maximaal 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (op moment van schrijven €22.500,-). Ook kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie aan bestuurders een bestuursverbod van maximaal 5 jaar opleggen, indien een bestuurder zich niet aan de regels houdt, één of meer schuldeisers aanmerkelijk benadeelt of in de twee jaar voorafgaand aan de turboliquidatie ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement of turboliquidatie en hem hiervan een persoonlijk verwijt treft.

Conclusie

Met de invoering van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt de turboliquidatie met meer waarborgen voor schuldeisers omkleed. Schuldeisers dienen tijdig geïnformeerd te worden over de voorgenomen turboliquidatie, zodat zij tijdig actie kunnen ondernemen. Anderzijds betekent de wet voor ondernemers nadere stappen die zij moeten zetten en eisen waaraan zij moeten voldoen indien zij hun onderneming willen staken middels een turboliquidatie. Goed advies is gelet op de sancties en mogelijkheden van schuldeisers daarbij essentieel. Denkt u na over de beëindiging van uw onderneming of wordt u geconfronteerd met een schuldenaar die de turboliquidatie heeft toegepast en heeft u vragen, neem dan contact op met een van de advocaten insolventierecht van BG.legal. Tom Oerlemans nieuw [post_title] => Wet transparantie turboliquidatie: net zo snel, maar wel transparanter [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wet-transparantie-turboliquidatie-net-zo-snel-maar-wel-transparanter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-16 15:52:09 [post_modified_gmt] => 2023-03-16 14:52:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35412 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 35401 [post_author] => 67 [post_date] => 2023-03-16 11:57:53 [post_date_gmt] => 2023-03-16 10:57:53 [post_content] => Op 7 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een interessant arrest gewezen over het benoemen van een tijdelijke bestuurder van een BV in een gewone civiele procedure.

Achtergrond

In deze zaak is er sprake van een aandeelhoudersgeschil tussen A en B, die ieder 50% aandeelhouder van een BV zijn en tevens beiden zijn aangesteld als bestuurder. A en B kunnen niet meer met elkaar door één deur en willen uit elkaar. Dit leidt uiteindelijk tot een procedure bij de rechtbank Gelderland, waarbij A vordert dat B haar aandelen aan A overdraagt, onder andere op basis van de geschillenregeling. Daarbij vraagt A de rechtbank om gedurende de procedure een derde (tijdelijke) bestuurder aan te stellen, bij wijze van voorlopige voorziening. Deze tijdelijke bestuurder zou de ontstane impasse binnen de BV kunnen doorbreken.

Geschil in eerste aanleg

De rechtbank Gelderland wijst het verzoek om een derde (tijdelijke) bestuurder van A af. Volgens de rechtbank is de bevoegdheid tot het benoemen van een tijdelijke bestuurder in beginsel voorbehouden aan de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. De Ondernemingskamer kan namelijk, in het kader van een zogenaamde enquêteprocedure, voorzieningen treffen in geval er sprake is van wanbeleid. Een van die voorzieningen is het tijdelijk aanstellen van bestuurders. De rechtbank overweegt dat zij slechts een tijdelijke bestuurder kan aanstellen vooruitlopend op een dergelijke enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer. Ook acht de rechtbank zich gebonden aan de maatstaf die de Ondernemingskamer voor het treffen van voorzieningen hanteert, namelijk dat er sprake moet zijn van wanbeleid. Nu er volgens de rechtbank geen gegronde redenen zijn om aan te nemen dat B zich schuldig zou maken aan wanbeleid, wijst de rechtbank de vordering tot het aanstellen van een tijdelijke bestuurder af.

Hoger beroep

A gaat in hoger beroep bij de Ondernemingskamer, die gelet op de hoofdprocedure op basis van de geschillenregeling bevoegd is. A is het niet eens met het oordeel dat de benoeming van een tijdelijke bestuurder in beginsel zou zijn voorbehouden aan de Ondernemingskamer en dat de rechtbank deze voorziening slechts in aanloop naar een enquêteprocedure zou kunnen treffen als er gegronde redenen zijn om wanbeleid aan te nemen. De Ondernemingskamer komt daarbij tot een ander oordeel dan de rechtbank. Haar bevoegdheid om tijdelijke bestuurders aan te stellen vormt geen beperking voor de bevoegdheid van de civiele bodemrechter (of een voorzieningenrechter in kort geding) om voorlopige voorzieningen te treffen. Partijen kunnen immers uiteenlopende redenen hebben om géén enquêteprocedure te willen starten. Ook in dergelijke gevallen is het treffen van voorlopige voorzieningen, waaronder het aanstellen van een tijdelijke bestuurder, mogelijk. Het gegeven dat de Ondernemingskamer tijdelijke bestuurders aan kan stellen, doet dus geen afbreuk aan de bevoegdheid van de civiele bodem- of voorzieningenrechter eenzelfde voorziening te treffen. Deze bodem- of voorzieningenrechter moet oordelen of het noodzakelijk is om, in afwachting van de uitkomst van de bodemzaak, ordemaatregelen te treffen die op de uitkomst daarvan vooruitlopen. Daarbij moeten alle omstandigheden en relevante belangen worden afgewogen. De maatstaf zoals gehanteerd door de rechtbank, de aanwezigheid van gegronde redenen om wanbeleid aan te nemen, was aldus ook onjuist.

Conclusie

Hoewel de Ondernemingskamer de vordering van A uiteindelijk afwijst omdat onvoldoende is aangetoond in welk opzicht een tijdelijk bestuurde de problematiek binnen de BV zal verminderen of verhelpen, werkt dit arrest van de Ondernemingskamer wel verhelderend. Voor de ondernemingsrechtelijke praktijk is duidelijk dat er voor het benoemen van een tijdelijke bestuurder meerdere mogelijkheden bestaan. Naast de route via de Ondernemingskamer kan ook de weg van de reguliere civiele procedure worden bewandeld. Bij een dergelijke vordering moet helder uiteen worden gezet waarom specifiek de tijdelijke bestuurder (en niet een andere maatregel) de problematiek binnen de bestuurskamer zal verhelpen, ook gelet op de kosten die zijn gemoeid met een tijdelijke bestuurder. Loopt u aan tegen problemen of een patstelling in de bestuurskamer, of heeft u vragen over de mogelijkheden tot benoeming van een tijdelijke bestuurder? Neem dan gerust contact op met een van de advocaten ondernemingsrecht van BG.legal. Remco de Jong nieuw 1 [post_title] => Benoeming tijdelijke bestuurder: meerdere wegen leiden naar Rome [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => benoeming-tijdelijke-bestuurder-meerdere-wegen-leiden-naar-rome [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-16 11:57:53 [post_modified_gmt] => 2023-03-16 10:57:53 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35401 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 35375 [post_author] => 39 [post_date] => 2023-03-16 08:48:27 [post_date_gmt] => 2023-03-16 07:48:27 [post_content] =>

Inleiding

Decentrale regels en de algemene rijksregels vormen twee van de zes kerninstrumenten uit de Omgevingswet. In deze blogreeks behandelen wij beide instrumenten op hoofdlijnen gezamenlijk. De wettelijke basis voor beide instrumenten is omschreven in Hoofdstuk 4 van de Omgevingswet.

Algemene Rijksregels

De algemene rijksregels staan verspreid over de Omgevingswet, de vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en de Omgevingsregeling. Kort gezegd gaat het om de volgende vier AMvB’s:
  • Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
  • Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);
  • Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl); en
  • Het Omgevingsbesluit (Ob)
Het meest in het oog springend zijn de rijksregels die zien op de in artikel 4.3 lid 1 van de Omgevingswet genoemde activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. De in dat artikellid genoemde activiteiten zijn uitgewerkt in het Bal en het Bbl. In de kern genomen zijn er in het Bal onder meer regels gesteld over de bescherming van milieu, waterstaatwerken, wegen en spoorwegen, zwemmers en cultureel erfgoed (waarbij het zwaartepunt ligt bij milieubelastende activiteiten). In het Bbl zijn regels gesteld over het (ver)bouwen, de staat en het gebruik van een bouwwerk en het uitvoeren van bouw- en/of sloopactiviteiten. In het Bkl zijn onder meer omgevingswaarden opgenomen voor luchtkwaliteit en de kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en zwemwater en zijn er instructieregels opgenomen die door decentrale overheden moeten worden toegepast. In het Ob zijn ten slotte onder meer nadere regels gesteld over decentrale regels, het bevoegd gezag voor omgevingsvergunningen, procedures, handhaving en het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO). Het gaat met het oog op het doel van deze blogreeks te ver om ieder besluit tot in detail te bespreken. Met het de algemene rijksregels is door de wetgever flexibiliteit beoogd. Dit wil zeggen dat de Omgevingswet nadrukkelijk de mogelijkheid biedt voor maatwerk als dit bij AMvB is toegelaten.[1] Een groot deel van de algemene rijksregels biedt die mogelijkheid ook. Onderscheiden moeten worden maatwerkregels, waarbij het bevoegd gezag het is toegelaten om in het individuele geval via maatwerk af te wijken van de algemene rijksregel, dan wel aanvullende regels op te nemen in het Omgevingsplan, en maatwerkvoorschriften, waarbij het bevoegd gezag bevoegd is om de algemene rijksregel verder in te vullen (dit kan zowel een aanscherping als versoepeling betreffen) en ziet niet op het individuele geval maar voor het gehele grondgebied of een bepaalde categorie. Een derde mate van flexibiliteit wordt beoogd middels de gelijkwaardigheidsbepaling, waarbij kort gezegd geldt dat andere maatregelen kunnen worden toegestaan als hiermee hetzelfde doel wordt bereikt. Naar aard komen bepaalde aspecten niet voor de toepassing van de gelijkwaardigheidsbepaling in aanmerking (zoals bepaalde veiligheidsaspecten).

Decentrale regels

De decentrale overheden zijn verplicht – voor zover niet uitputtend op Rijksniveau geregeld – om de regels over de fysieke regelgeving bijeen te brengen in één gebiedsdekkende regeling.  Dit betreft voor de gemeente het omgevingsplan, voor de provincie de omgevingsverordening en voor het waterschap de waterschapsverordening. Op het omgevingsplan zal verder in deze blogreeks nader bij worden stilgestaan. De regels dienen zoals hiervoor omschreven te worden vastgelegd in één gebiedsdekkende regeling, waarmee de inzichtelijkheid en de samenhang van de regels wordt bevorderd. Er geldt per bevoegd gezag dat er één omgevingsplan, één omgevingsverordening en één waterschapsverordening voor het gehele grondgebied wordt vastgesteld. Van belang is om op te merken dat op gemeentelijk niveau het niet is toegelaten regels op te nemen die afwijken van de algemene rijksregels of de regels in de provinciale omgevingsverordening, tenzij dit in de betreffende hogere regeling is toegelaten. Dit geldt tevens voor het opnemen van omgevingswaarden[2] in het omgevingsplan. Dat is alleen mogelijk indien dit niet reeds op Rijksniveau of provinciaal niveau is vastgesteld. In de omgevingsverordening kan de provincie ten slotte instructieregels[3] opnemen, waarin de provincie bijvoorbeeld gemeenten kan instrueren over de inhoud van het omgevingsplan, een programma of een maatwerkvoorschrift. In zoverre kan gesteld worden dat het primaat voor (decentrale) regelgeving bij de gemeente ligt, maar dat de provincie en het Rijk een sturende rol daarin (kunnen) hebben. Heeft u vragen neemt u dan contact op met één van de specialisten van de sectie overheid en vastgoed.
[1] Zo is in art. 2.14 Bal de mogelijkheid om maatwerkregels te stellen over meldingen beperkt.

[2] Omgevingswaarden zijn normen die de gewenste staat of kwaliteit van (een onderdeel van) de fysieke leefomgeving vastleggen (art 2.3 Ow).

[3] Instructieregels over het omgevingsplan kunnen overigens alleen gesteld worden over onderdelen die de Omgevingswet vereist of mogelijk maakt (art. 2.23 lid 3 Ow). Bovendien kan het Rijk ook instructieregels bij AMvB vaststellen.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 
Deel 1: De Omgevingsvisie 
Deel 2: Doel en opbouw van de Omgevingswet 
Deel 3: Algemene rijksregels en decentrale regels 
Deel 4: Het Omgevingsplan 
Deel 5: Het programma onder de Omgevingswet 
Deel 6: De omgevingsplanactiviteit 
Deel 7: Afwijken van het omgevingsplan 
Deel 8: Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet
Deel 9: Participatie onder de Omgevingswet
Deel 10: Instructies en instructieregels Provincie
Deel 11: Het projectbesluit
Deel 12: Planschade onder de Omgevingswet
Deel 13: Geluid onder de Omgevingswet
Deel 14: Handhaving onder de Omgevingswet
Deel 15: De Bruidsschat en overgangsrecht
Michael de Marco 5 [post_title] => Algemene rijksregels en decentrale regels [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => algemene-rijksregels-en-decentrale-regels [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-03-27 11:33:41 [post_modified_gmt] => 2024-03-27 10:33:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35375 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 35349 [post_author] => 16 [post_date] => 2023-03-14 11:06:41 [post_date_gmt] => 2023-03-14 10:06:41 [post_content] =>

Het gebeuren

Op 5 november 2016 komen vier mannen van een voetbalwedstrijd. Zij hebben allen alcohol en cocaïne genuttigd. De voetbalvereniging stelt een busje beschikbaar om naar huis te rijden. Niemand draagt de gordel. Een van de mannen, de voormalig trainer, wil onderweg afgezet worden. De bestuurder reageert hier echter niet op en de voormalig trainer trekt aan de handrem. Het busje gaat spinnen. Het voertuig raakt een betonnen paal en komt tot stilstand tegen een andere betonnen paal. De bijrijder overlijdt, de bestuurder loopt ernstig hersenletsel op en spreek zijn WA verzekeraar aan. Zijn verzekeraar wijst dekking af nu schade van de bestuurder niet gedekt is. Verwezen wordt naar art. 4 lid 1 WAM; De verzekering behoeft niet de aansprakelijkheid voor schade te dekken toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.”

Oordeel Rechtbank

Zoals reeds in de blog van 24 augustus 2021 besproken oordeelde de rechtbank dat de bestuurder niet meer te kwalificeren was als bestuurder, nadat de passagier aan de handrem had getrokken. De verzekeraar moest aldus de letselschade van de bestuurder vergoeden op basis van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen [WAM]. Art. 4 lid 1 WAM was niet van toepassing. De verzekeraar gaat in hoger beroep.

Oordeel Hof Arnhem Leeuwarden

Het Hof oordeelt anders over de uitleg van definitie van bestuurder. Of de bestuurder de auto daadwerkelijk onder controle heeft is niet van belang. Hij blijft immers de persoon die op de bestuurdersstoel achter het stuur heeft plaatsgenomen, de auto in beweging heeft gezet en de snelheid en rijrichting heeft bepaald. Hij hanteerde bedieningsorganen van het motorrijtuig en dat werd niet anders doordat een passagier plotseling aan de handrem trok en daarmee ook een bestuurshandeling uitvoerde. De bestuurder, aansprakelijk of niet, kan artikel 4 lid 1 WAM tegengeworpen worden. Ook als de bestuurder zelf geen verwijt zou treffen. De bestuurder kan zijn schade niet op de WAM verzekeraar verhalen. Het Hof vernietigt de beschikking van de rechtbank.

Betaalde voorschotten

Onder voorbehoud van dekking en aansprakelijkheid, in afwachting van het volledige procesverbaal en ongevallenrapport, heeft de verzekeraar wel voorschotten verstrekt aan de bestuurder. Dit betreft in de periode 2016 tot eind 2019. In totaal € 32.500,00. De [advocaat van] bestuurder geeft aan dat hiermee het vertrouwen is gewekt dat de schade door de verzekeraar vergoed zal worden. Het hof is het hier niet mee eens. Uit de correspondentie blijkt het voorbehoud inzake dekking en aansprakelijkheid in afwachting van het volledige proces-verbaal. Alhoewel de bestuurder reeds in januari 2019 het volledige proces-verbaal ter beschikking had is dit niet toegestuurd aan de verzekeraar. De verzekeraar kon hier pas in december 2019 over beschikken. De verzekeraar heeft ten tijde van de zitting verklaard dat de voorschotten niet worden teruggevorderd.

Schade Verzekering Inzittende [SVI]

Voor een dergelijke zaak biedt de schadeverzekering inzittende, als aanvullende verzekering, vaak de oplossing. Dit is een verzekering die letselschade vergoedt voor alle inzittenden in de auto, dus ook bestuurder. Ook bij éénzijdige ongevallen of als de bestuurder zelf aansprakelijk is. Echter in deze zaak verleent de verzekeraar ook geen dekking op de SVI nu de bestuurder alcohol en drugs heeft gebruikt en daarna is gaan rijden op de bewuste dag. Het gebruik van alcohol en drugs is een uitsluiting op de SVI polis.

Conclusie

Hier is sprake van zeer ernstig letsel waarbij de bestuurder geen aanspraak kan maken op de WAM dekking. Zeker voor bestuurders is een Schade Verzekering Inzittende daarom als aanvullende verzekering van belang. Echter hier mocht ook dat niet baten vanwege het alcohol en drugsgebruik van de bestuurder. Uiteindelijk blijft het slachtoffer met lege handen achter, behoudens de reeds verstrekte [in principe onverschuldigde] voorschotten op de letselschade. Hetgeen een druppel op de gloeiende plaat is. Volledige uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2022:10711 Edith de Koning [post_title] => Bestuurder auto blijft bestuurder, geen vergoeding van zijn letselschade [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bestuurder-auto-blijft-bestuurder-geen-vergoeding-van-zijn-letselschade [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-14 11:13:09 [post_modified_gmt] => 2023-03-14 10:13:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35349 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 35325 [post_author] => 74 [post_date] => 2023-03-10 17:03:40 [post_date_gmt] => 2023-03-10 16:03:40 [post_content] => Het kabinet wil het al bestaande puntensysteem voor huurwoningen, op basis waarvan de huurprijs wordt bepaald, uitbreiden en verplicht maken. Hierdoor worden verhuurders in zowel het lage- als middenhuursegment verplicht de maximale huurprijzen te respecteren. Verhuurders die dit niet doen riskeren een bestuurlijke boete van ruim 20.000 euro. Verhuurders die nogmaals de fout ingaan riskeren een boete van ruim 80.000 euro.

Woningwaarderingsstelstel

De maximale huurprijs van een woning wordt vastgesteld aan de hand van een puntensysteem, ook wel het woningwaarderingsstelstel [WWS] genoemd. Voor zelfstandige en onzelfstandige woningen zijn aparte puntensystemen waarbij op basis van kenmerken van de woning punten worden toegekend, bijvoorbeeld op basis van de oppervlakte van de woonruimte en de aanwezige voorzieningen. Het totaal aantal punten bepaalt vervolgens de maximale huurprijs. Het woningwaarderingsstelstel bestaat al langer, maar geldt op dit moment alleen voor woningen tot en met 148 punten, oftewel sociale huur. Voor deze woningen mag de huurprijs maximaal 808 euro bedragen. Uit onderzoek blijkt echter dat ongeveer de helft [!] van de circa 284.000 huurwoningen tot 148 punten voor een hogere huurprijs wordt verhuurd dan op basis van het WWS is toegestaan. Hierbij ligt de huurprijs gemiddeld circa 150 euro boven het WWS-maximum. Dit maximum is overigens niet verplicht; huurders die menen te veel huur te betalen kunnen hiertegen bezwaar maken bij de huurcommissie. In de praktijk gebeurt dit echter weinig.

Wetsvoorstel

Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat het woningwaarderingsstelstel wordt uitgebreid naar woningen tot en met 187 punten waarvoor een maximale huurprijs van 1123 euro geldt. Hierdoor gaat de huurbescherming van het woningwaarderingsstelstel voor zowel het lage- als het middenhuursegment gelden. Dit met als tweeledig doel om de huurprijs in dit segment beter in verhouding te brengen met de kwaliteit van de woning en hierdoor de kans voor middeninkomens op een betaalbare woning te verbeteren. Daarnaast wordt de huurprijsbescherming van het woningwaarderingsstelstel dwingend, wat betekent dat verhuurders verplicht worden de maximale huurprijzen te respecteren. Ook dienen zij een puntentelling op te nemen in de bijlage van het huurcontract. Hiermee beoogt het kabinet de huurbescherming effectiever te maken. In het wetsvoorstel wordt verder de jaarlijkse huurverhoging gemaximaliseerd en wordt de duurzaamheid van de woning een kenmerk op basis waarvan punten worden toegekend of zelfs afgetrokken. Hierover schreef mijn collega al in een eerdere blog.

Handhaving

In het kader van het dwingend maken van het woningwaarderingsstelstel om de huurprijsbescherming effectiever te maken wordt de handhaving bij gemeenten neergelegd. Gemeenten krijgen het juridisch instrumentarium om te handhaven op de maximale huurprijzen om huurders beter te beschermen. Zij kunnen onder meer een verklaring over de maximale huurprijs opvragen bij de Huurcommissie. Als blijkt dat een verhuurder een te hoge huurprijs vraagt dan kan de gemeentelijke een bestuurlijke boete opleggen van maximaal 20.500 euro. Verhuurders die binnen vier jaar nog een keer in de fout gaan, kunnen een bestuurlijke boete van maximaal 82.000 euro opgelegd krijgen. Het kabinet verwacht dat met het wetsvoorstel ruim 300.000 woningen een lagere huurprijs zullen krijgen dan zij nu hebben. Hierbij zal de huurprijs van deze woningen naar schatting met gemiddeld  190 euro per maand naar beneden gaan.[1] Op dit moment ligt het wetsvoorstel ter consulatie en geïnteresseerden kunnen tot eind maart op het wetsvoorstel reageren. Vervolgens zal de Raad van State advies over de wet uitbrengen waarna zowel de Tweede als Eerste kamer nog met het wetsvoorstel moeten instemmen. Desondanks hoopt het kabinet dat de wet al per 1 januari 2024 in werking treedt. [1] https://www.internetconsultatie.nl/wetbetaalbarehuur/document/10006 Robin Hoon 2 [post_title] => Verhuurders die te hoge huur vragen riskeren bestuurlijke boete [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verhuurders-die-te-hoge-huur-vragen-riskeren-bestuurlijke-boete [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:47:54 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:47:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35325 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 34787 [post_author] => 75 [post_date] => 2023-03-10 13:00:00 [post_date_gmt] => 2023-03-10 12:00:00 [post_content] => Het komt helaas vaak voor dat facturen van accountants niet of later worden betaald. Accountants moeten opletten dat hun onbetaalde facturen niet verjaren. Betaling van de factuur kan na verjaring namelijk niet meer worden afgedwongen. De verjaringstermijn kan telkens verlengd worden door stuiting. Dat gebeurt door een mededeling  waaruit duidelijk blijkt dat de betaling nog steeds wordt verwacht. Problematiek rondom stuiting speelde in de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 17 januari 2023.

Casus

Een accountant verzorgde voor een lange periode de boekhouding van een vennootschap onder firma (hierna: de ‘’vof’’). De vof, bestaande uit twee vennoten, hield zich voornamelijk bezig met het beheer en de verhuur van horecapanden. De facturen van de accountant werden vanaf een bepaald moment niet meer betaald tot een bedrag van €122.421,96. In de zaak ging het erom of de verjaringstermijn de verjaringstermijn van de facturen was gestuit door een waarschuwing van de accountant in de jaarstukken. De rechtbank behandelde ook de vraag of de accountant zich schuldig maakte aan wanprestatie door een van de twee vennoten niet te informeren over zijn werkzaamheden. De (niet-geïnformeerde) vennoot had een vrijwel onbeperkte volmacht aan zijn medevennoot verleend. In 2020 overleed één van de vennoten (hierna: ‘’vennoot A’’), waarna de vof werd ontbonden. De accountant stuurde in 2022 een betalingsverzoek voor de verrichte boekhoudwerkzaamheden tussen 2011 en 2015. Aan dit verzoek heeft de nog levende vennoot (hierna: ‘’vennoot B’’) geen gevolg gegeven. Vennoot B had lang geleden voor zich in privé en in zijn hoedanigheid van beherend vennoot een algehele volmacht aan zijn medevennoot verleend. De accountant had hierdoor alleen contact met vennoot A. De accountant vordert dat dat vennoot B veroordeeld wordt tot het betalen van de facturen. Vennoot B beroept zich echter op verjaring. De termijn was volgens de accountant gestuit. Vennoot A had namelijk jaren geleden met de accountant afgesproken dat uitstel van betaling ten aanzien van de facturen werd verleend. Dit werd opgenomen in de jaarstukken en dit werd ook besproken. Verder stelt vennoot B dat de accountant zich schuldig heeft gemaakt aan wanprestatie, aangezien deze hem onvoldoende heeft ingelicht over zijn werkzaamheden.

Stuiting van de verjaringstermijn

De rechtbank oordeelt dat de jaaroverzichten kunnen worden gezien als een schriftelijke mededeling in de context van stuiting. Hierbij zijn de formulering, opzet en context van de mededeling van belang. Volgens de rechtbank waarschuwen de jaarrekeningen de vof (‘’Bijgaand een overzicht van de nog aan mij verschuldigde nota’s en rente’’) dat de administratie en bewijsmateriaal bewaard moeten worden, zodat de vof zich na het verstrijken van de verjaringstermijn tegen een mogelijke vordering van de accountant kan verweren. Hoewel de jaaroverzichten enkel aan vennoot A waren gericht, zijn deze wel aan de postbus van de vof geadresseerd. Uit correspondentie tussen de accountant en de dochter van vennoot A blijkt dat de dochter samen met de partner van vennoot B het kantoor van de vof opgeruimd. Zij zijn hierbij de jaaroverzichten tegengekomen en hebben hier kopieën van gemaakt. Het feit dat de dochter bevestigt dat zij de jaaroverzichten heeft ontvangen en daarvan kopieën heeft gemaakt, betekent dat de vof deze jaaroverzichten heeft ontvangen. Daarom is er sprake van een schriftelijke mededeling die de verjaring stuit.

Wanprestatie van de accountant?

Vennoot B stelt verder dat de accountant is tekortgeschoten bij zijn werkzaamheden. Zo zou de accountant volgens de vennoot de op hem rustende onderzoeks-, informatie-, waarschuwings- en vergewisplicht hebben geschonden. Dit omdat de accountant nooit contact met vennoot B heeft opgenomen over de jaarlijks toegekende vergoeding van vennoot A. Vennoot B vindt dat hij hierover geïnformeerd moest worden. Omdat de accountant dit heeft nagelaten, heeft hij volgens vennoot B niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend accountant verwacht had mogen worden. De rechter oordeelt dat de taak van de accountant beperkt was tot het samenstellen van de jaarverslagen van de vof, het doen van belastingaangiften van de vennoten en het tijdig indienen van de goedgekeurde jaarverslagen. Er kan daarom niet worden vastgesteld dat de accountant meer had moeten doen. Daarnaast kijkt de rechter naar de inhoud van de volmacht, die bepaalde dat vennoot A bevoegd was om ‘’alle aangiften te ondertekenen, alle belastingen en heffingen te voldoen en alle bezwaar- en verzoekschriften, al dan niet op geschillen betrekking hebbende, in te dienen.’’. De volmacht verplichtte de accountant niet om vennoot B te informeren voordat de jaarstukken werden goedgekeurd en ingediend. De accountant hoefde vennoot B daarom niet in te lichten. Het was ook aan vennoot B om vennoot A aan te spreken en de volmacht in te trekken als hij van mening was dat de vergoeding die vennoot A ontving onevenredig was. Die kwestie gaat over de verhouding tussen de vennoten, waar de accountant als derde buiten staat. Bij vragen kunt u contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. ECLI:NL:RBOVE:2023:243
Robbert van de Ven
[post_title] => Accountants: laat vorderingen niet verjaren en stuit deze tijdig! [post_excerpt] => Moeten facturen van jaren geleden nog worden betaald, of zijn deze verjaard? Een schuldeiser doet er goed aan regelmatig een herinnering te sturen. Daarmee kan de verjaring worden ‘gestuit’. Een accountant verzorgt al bijna 40 jaar de boekhouding [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => accountants-laat-vorderingen-niet-verjaren-en-stuit-deze-tijdig-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:49:12 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:49:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-52429 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 35249 [post_author] => 2 [post_date] => 2023-03-09 15:19:15 [post_date_gmt] => 2023-03-09 14:19:15 [post_content] => Het Brabants Dagblad vroeg niet alleen een hoogleraar Bestuurskunde, maar ook Kim Albert, advocaat vastgoed- en omgevingsrecht van BG.legal als ‘expert’ naar zijn professionele mening over de consequenties van het bouwen van een grotere villa in Bruchem dan door de gemeente Zaltbommel is vergund. Wat kun je in een dergelijk geval als burger van een gemeente verwachten?Grote villa Bron: Brabants Dagblad, 9 maart 2023 In het recht geldt ‘de beginselplicht tot handhaving’, dat wil zeggen optreden tegen de overtreding, maar ook dat bekeken wordt of legalisering mogelijk en wenselijk is. Die afweging ligt bij de gemeente die daarbij alle belangen dient te betrekken. Welk vertrouwen moet daarbij gerespecteerd worden? Voer voor discussie. Lees hier hele artikel, "Gemeente moet optreden tegen veel te grote villa." Kim Albert nieuw 1 [post_title] => De gevolgen van te groot bouwen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-gevolgen-van-te-groot-bouwen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-09 15:30:46 [post_modified_gmt] => 2023-03-09 14:30:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35249 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 35205 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-03-09 10:39:47 [post_date_gmt] => 2023-03-09 09:39:47 [post_content] => Voor een fabrikant van een geneesmiddel een relevante vraag. Het antwoord op de vraag geeft namelijk aan welke regelgeving van toepassing is. In deze bijdrage zal op het antwoord gegeven worden.

Wat is een geneesmiddel?

De wet omschrijft een geneesmiddel als een substantie die als doel heeft een medische diagnose te stellen of fysiologische functies bij de mens te herstellen, te verbeteren of te wijzigen. Zij hebben een therapeutische of preventieve eigenschap. Bij geneesmiddelen wordt een onderscheid gemaakt tussen “geneesmiddel naar werking” en een “geneesmiddel naar aandiening”. De beoordeling wordt in Nederland gedaan door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Een geneesmiddel naar werking Er wordt gesproken van een “geneesmiddel naar werking” indien er wetenschappelijke kennis beschikbaar is die de farmacologische, immunologische en metabolische effecten vaststelt. Volgens vaste rechtspraak moet ook gekeken worden naar de risico’s die het gebruik ervan meebrengt. Een geneesmiddel naar aandiening Bij een “geneesmiddel naar aandiening” gaat het om de presentatie. Het gaat er hier om dat de gemiddelde consument de indruk krijgt dat het om een geneesmiddel gaat. Ook indien het product deze werking daadwerkelijk niet heeft.

Wat is een medisch hulpmiddel?

Een medisch hulpmiddel is een artikel (bijvoorbeeld een instrument, apparaat of stof) die speciaal bestemd is om te worden gebruikt voor diagnostische en/of therapeutische doeleinden en  aangewend wordt voor bijvoorbeeld behandeling of verlichting van ziekten. Een medisch hulpmiddel moet een werkingsmechanisme hebben dat niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt. Indien hier geen wetenschappelijke kennis over beschikbaar is kan het niet als medische hulpmiddel worden aangemerkt.

Neusspray: geneesmiddel of medisch hulpmiddel?

In een Duitse zaak werd de vraag gesteld welke wetgeving van toepassing was voor neusspray. Hiervoor moest de vraag beantwoord worden of neusspray een geneesmiddel was of een medisch hulpmiddel. De Duitse rechter heeft hiervoor recent uitleg gevraagd aan de hoogste Europese rechter.[1] In richtlijn 2001/83 betreffende geneesmiddelen staat dat deze richtlijn voorrang heeft op andere Uniewetgeving.[2] Deze voorrang zou ook bestaan op richtlijn 93/42 betreffende medische hulpmiddelen. De Europese rechter geeft hierbij aan dat er dan geen verschil wordt gemaakt voor een geneesmiddel naar werking of een geneesmiddel naar aandiening. Volgens de Duitse autoriteiten was de werkzaamheid van de neusspray onvoldoende wetenschappelijk vastgesteld. De Europese rechter legt hierbij uit dat een product waarvan het werkingsmechanisme niet wetenschappelijk is vastgelegd, niet onder de definitie van medisch hulpmiddel valt en ook niet onder die van het begrip geneesmiddel naar werking.

Conclusie

Er zijn dus verschillende omstandigheden in de beoordeling welke regelgeving nou precies van toepassing is. De belangrijkste is of de werkzaamheid wetenschappelijk is bewezen. Indien een product het vertrouwen wekt bij de consument dat het toch werkzaam is, kan het als geneesmiddel naar aandiening kwalificeren. Het zal zelden voorkomen dat een geneesmiddel ook een medisch hulpmiddel is. Mocht het product toch onder beide omschrijvingen vallen, heeft de regelgeving van geneesmiddelen voorrang. Heeft u vragen? Neem dan contact met ons op! ECLI:EU:C:2023:34 Art. 2, lid 2 richtlijn 2001/83. Jody Esveldt 1 [post_title] => Kan een geneesmiddel ook een medisch hulpmiddel zijn? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kan-een-geneesmiddel-ook-een-medisch-hulpmiddel-zijn [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-13 12:00:23 [post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:00:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35205 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 35428 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-03-20 09:32:55 [post_date_gmt] => 2023-03-20 08:32:55 [post_content] => Afgelopen jaar zagen we dat de zorginkoop niet soepel verliep. Het inkoopproces zal moeten veranderen wil de zorginkoop voor 2024 beter verlopen. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de achtergrond van de zorginkoop en worden handige tips gegeven voor de zorgaanbieder bij de Zvw-inkoopprocedure.

De achtergrond van zorginkoop

De zorginkoop is een belangrijk instrument voor toegankelijke en betaalbare zorg. De inflatie had echter grote invloed op de zorginkoop voor 2023. De zorgverzekeraars wilden de stijgende prijzen niet compenseren omdat dit een nog hogere premiestijging tot gevolg zou hebben voor het 2024. Daartegenover stonden de zorgaanbieders die vreesden dat zij niet kostendekkend konden werken als zij niet gecompenseerd werden voor de hogere kosten. Er werd gesproken van een record aantal contracten met zorgaanbieders die de verzekeraars niet tijdig rond hadden. De (meeste) zorgaanbieders geven de voorkeur aan gecontracteerd werken. Iemand met een zorgvraag zal namelijk eerder kiezen voor een gecontracteerde aanbieder. Bij deze zorgaanbieder wordt namelijk de nodige behandeling wel vergoed. Daarnaast levert niet-gecontracteerde zorg ook meer administratieve lasten op voor een zorgaanbieder. Vooral de kleine zorgaanbieders ervaren weinig ruimte bij de contractering. Het is tekenen bij het kruisje of niet tekenen. Ruimte voor onderhandeling of afwijkingen ervaren zij niet. De kleine zorgaanbieder heeft onvoldoende verkoopmacht om de touwtjes in handen te nemen. Het staat zorgverzekeraars echter vrij om een niet-onderhandelbaar aanbod te doen aan zorgaanbieders. Volgens de NZa moeten zij wel voldoende bereikbaar zijn voor vragen. Dit is opgenomen in de Regeling transparantie Zorginkoopproces. Verzekeraars moeten op grond van de Regeling uiterlijk op 1 april a.s. duidelijk maken welke contractsvariant zij aan zorgaanbieders gaan aanbieden. Daarnaast moeten zij ook bekend maken hoe wordt omgegaan met bijcontractering. In de Regeling staat tevens dat de verzekeraar voldoende tijd moet bieden voor bijcontractering en vragen van zorgaanbieders.

Tips voor de zorgaanbieder

  1. Controleer het inkoopbeleid
Het inkoopbeleid wordt uiterlijk 1 april a.s. voornamelijk in hoofdlijnen gepresenteerd. Hierin zal ook de wijze staan waarop een verzoek tot aanvullende afspraken ingediend kan worden. Ook inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het vorige zorginkoopbeleid worden gedeeld. Controleer of aan de vereisten van artikel 4 van de Regeling transparantie Zorginkoopproces is voldaan. Stel tijdig schriftelijke vragen aan de zorgverzekeraar. De verzekeraar is verplicht deze tijdig en duidelijk te beantwoorden op grond van de regeling. Vraag verheldering indien punten onduidelijk zijn. Indien dit niet tijdig wordt gedaan kan dit nadelig uitpakken voor de zorgaanbieder.
  1. Inkoopbeleid niet in lijn met de regeling? Dien een handhavingsverzoek in bij de NZa
De NZa ziet er op toe dat de zorginkoop transparant verloopt. Door middel van een handhavingsverzoek kan de NZa de verzekeraar dwingen het inkoopbeleid aan te vullen of aan te passen. Dit moet de verzekeraar tijdig en gemotiveerd te doen.
  1. Noteer uw contactpersoon
De contractering verloopt op zijn best indien zaken niet meerdere keren besproken dienen te worden met verschillende personen. Zorg dat uw contactpersoon bij de verzekeraar ook mandaat heeft om bepaalde beslissingen te nemen.
  1. Sla acht op de termijnen
Ga allereerst na of de termijnen uit het inkoopbeleid redelijk zijn. Een redelijk termijn is minimaal 4 weken, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Indien de termijnen niet redelijk zijn, verzoek de NZa dan tijdig om handhavend op te treden. De NZa wenst dat verzekeraars uiterlijk 7 weken voor het einde van het jaar hun polisvoorwaarden publiceren. Dan moet ook bekend zijn welke zorgaanbieders zijn gecontracteerd met welke verzekeraars. Dit is echter geen wettelijke eis. Voor een zorgaanbieder is het dus het beste indien zij een contractaanbod begin oktober hebben. Zo kan er aan de redelijke termijn voldaan worden en kunnen ook de polisvoorwaarden tijdig gepubliceerd worden.
  1. Leg besprekingen en afspraken schriftelijk vast
Maak een verslag van ieder overleg. Ons advies is om mondelinge afspraken in een mail ter bevestiging aan de verzekeraar te sturen. Mocht het nodig zijn, kunt u hier later op terugvallen.
  1. Vraag tijdig om advies
Loopt u tijdens het contracteerproces vast? Of twijfelt u of de verzekeraar wel in lijn met de regels omtrent zorginkoop handelt? Vraag tijdig om (juridisch) advies.

Tijd voor verandering

Zolang de zorgaanbieders en de verzekeraars de contractering niet als samenwerking gaan zien, zal het proces niet positief veranderen. Beide partijen willen uiteindelijk toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede zorg. Dit gaat niet zolang verzekeraars de zorgaanbieders bij het kruisje laten tekenen. Dit is ook niet in lijn met het Integraal Zorgakkoord. Heeft u als zorgaanbieder gedurende de contractperiode een discussie of geschil met een zorgverzekeraar? Wenst u advies gedurende de contractperiode? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers.   Jody Esveldt 1 [post_title] => De zorginkoop: tijd voor verandering! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-zorginkoop-tijd-voor-verandering [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-13 11:57:03 [post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:57:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35428 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1413 [max_num_pages] => 142 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 86616d2d6280592418e441fd699b5b3c [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Afgelopen jaar zagen we dat de zorginkoop niet soepel verliep. Het inkoopproces zal moeten veranderen wil de zorginkoop voor 2024 beter verlopen. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de achtergrond...
Lees meer
Als een gemeente geen of aanzienlijk minder cliënten doorverwijst naar een zorgaanbieder ten opzichte van andere zorgaanbieders, kan deze achterstelling in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel en daarmee onrechtmatig handelen...
Lees meer
Op 14 maart 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan en daarmee aangenomen. Deze wet, die naar verwachting in de loop van dit...
Lees meer
Op 7 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam een interessant arrest gewezen over het benoemen van een tijdelijke bestuurder van een BV in een gewone civiele procedure....
Lees meer
Inleiding Decentrale regels en de algemene rijksregels vormen twee van de zes kerninstrumenten uit de Omgevingswet. In deze blogreeks behandelen wij beide instrumenten op hoofdlijnen gezamenlijk. De wettelijke basis voor...
Lees meer
Het gebeuren Op 5 november 2016 komen vier mannen van een voetbalwedstrijd. Zij hebben allen alcohol en cocaïne genuttigd. De voetbalvereniging stelt een busje beschikbaar om naar huis te rijden....
Lees meer
Het kabinet wil het al bestaande puntensysteem voor huurwoningen, op basis waarvan de huurprijs wordt bepaald, uitbreiden en verplicht maken. Hierdoor worden verhuurders in zowel het lage- als middenhuursegment verplicht...
Lees meer
Moeten facturen van jaren geleden nog worden betaald, of zijn deze verjaard? Een schuldeiser doet er goed aan regelmatig een herinnering te sturen. Daarmee kan de verjaring worden ‘gestuit’. Een accountant verzorgt al bijna 40 jaar de boekhouding
Lees meer
Het Brabants Dagblad vroeg niet alleen een hoogleraar Bestuurskunde, maar ook Kim Albert, advocaat vastgoed- en omgevingsrecht van BG.legal als ‘expert’ naar zijn professionele mening over de consequenties van het...
Lees meer
Voor een fabrikant van een geneesmiddel een relevante vraag. Het antwoord op de vraag geeft namelijk aan welke regelgeving van toepassing is. In deze bijdrage zal op het antwoord gegeven...
Lees meer