WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 4
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 4
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1450
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 30, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 44416
[post_author] => 78
[post_date] => 2025-01-22 12:04:42
[post_date_gmt] => 2025-01-22 11:04:42
[post_content] => Aan het begin van elk jaar wordt er een lijst gepubliceerd met werken die niet langer auteursrechtelijk beschermd zijn. Deze werken zijn dan namelijk in het publiek domein terechtgekomen. Dit betekent dat deze werken vanaf dat moment in principe vrij te gebruiken zijn. Ieder jaar gaat het om vele bekende werken, maar ook iconen zoals Mickey Mouse en Winnie de Poeh. Ook in 2025 treden opnieuw werken van beroemde namen toe tot het publiek domein. Wat betekent dit concreet voor mensen en organisaties die met auteursrechtelijk beschermd materiaal werken?
Hoe lang geldt auteursrecht?
Allereerst wat informatie over de duur van het auteursrecht. Voor de meeste creatieve werken geldt een auteursrechtelijke bescherming van zeventig jaar na de dood van de maker, beginnend op 1 januari na het sterfjaar. Dit is vastgelegd in artikel 37 van de Auteurswet (Aw). Als de maker onbekend is, wordt het moment dat het werk voor het eerst (rechtmatig) openbaar is gemaakt als uitgangspunt genomen (artikel 38 Aw). Let op dat de termijn anders is afhankelijk van waar je in de wereld zit! Hoewel de EU een termijn van zeventig jaar hanteert, kunnen deze termijnen daarbuiten per land variëren. Dit is belangrijk om te weten als je internationaal werkt.
Publiek domein: elk jaar nieuwe werken
Ieder jaar vervalt dus het auteursrecht van werken waarvan de maker meer dan zeventig jaar geleden is overleden. In 2025 gaat dit bijvoorbeeld over werken van:
- Henri Matisse, Frida Kahlo, Piet Klaarhamer: hun kunstwerken vallen in 2025 in het publiek domein
- Alan Turing: ook vzijn onderzoekswerk valt nu in het publiek domein.
- Popeye: dit populaire figuurtje mag voortaan wat betreft het auteursrecht vrij gebruikt worden – ten minste, alléén de eerste versie! Latere versies blijven nog beschermd door het auteursrecht. Ook is Popeye nog beschermd door het merkenrecht (zie verderop). Het is dus nog uitkijken geblazen met de spinazie etende matroos.
In de EU zijn al deze werken nu in principe vrij te gebruiken
zonder toestemming van de oorspronkelijke rechthebbenden.
Wat betekent het publiek domein in de praktijk?
Zodra een werk in het publiek domein valt, is toestemming van de oorspronkelijke rechthebbenden niet langer vereist. Dit opent mogelijkheden voor
commercieel hergebruik: denk aan het maken van merchandise of het verwerken van werken in nieuwe producten. Maar ook simpelweg creatief bezig zijn met kunst en design wordt makkelijker als er werken uit het publiek domein gebruikt kunnen worden. Dit is een belangrijke balans tussen het beschermen van de rechten van de maker en het stimuleren van innovatie en creativiteit door anderen.
Beperkingen op gebruik: merkenrecht
Als onderneming kun je profiteren van werken die in het publiek domein vallen. Er zitten wel een paar addertjes onder het gras, want een werk kan beschermd zijn door andere rechten zoals
merken- en/of modellenrecht. Een bekend voorbeeld is
Mickey Mouse, die nog steeds beschermd wordt door merkenrecht, ondanks het vervallen van het auteursrecht op vroege versies. En zoals hierboven al gezegd, wordt ook Popeye, wiens eerste versie qua auteursrecht in het publiek domein is gekomen, beschermd door merkenrecht. Dat betekent dat je nog steeds niet alles met de matroos kunt doen wat je wilt, zeker niet als consumenten hierdoor denken dat er een connectie is tussen jouw werk en merkhouder Hearst Holdings.
Conclusie
Voor ondernemingen biedt het vervallen van auteursrecht kansen om rechtmatig gebruik te maken van
bekende werken. Het is echter belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de beperkingen, zoals bescherming via andere rechten, om juridische risico's te vermijden. Neem contact op met een gespecialiseerd adviseur om zeker te zijn van een correcte en strategische toepassing van deze werken. Onze
specialisten geven je graag advies!
[post_title] => Frida Kahlo en Popeye: weer nieuwe werken in het publiek domein!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => frida-kahlo-en-popeye-weer-nieuwe-werken-in-het-publiek-domein
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:43:25
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:43:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44416
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 44407
[post_author] => 73
[post_date] => 2025-01-20 15:13:09
[post_date_gmt] => 2025-01-20 14:13:09
[post_content] => De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal medisch niet-noodzakelijke behandelingen, ook wel
'wensgeneeskunde' genoemd. Wensgeneeskunde is een verzamelbegrip voor medische behandelingen die zonder directe medische noodzaak (een gezondheidsprobleem) worden verricht, maar enkel vanwege een wens van de patiënt.
Of het nu gaat om cosmetische ingrepen, vruchtbaarheidsbehandelingen zonder medische indicatie of electieve chirurgie - de juridische verplichtingen voor zorgaanbieders zijn zwaarder dan bij reguliere medische behandelingen.
Informed consent
De
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) maakt in principe geen onderscheid tussen behandelingen die wel of geen medische noodzaak hebben. De informatieplicht van de hulpverlener is verankerd in artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek (BW). Deze bepaling verplicht zorgverleners om patiënten te informeren over:
- het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling;
- de te verwachten gevolgen en risico's;
- alternatieven die in aanmerking komen, en
- de gezondheidssituatie en -vooruitzichten
Het toestemmingsvereiste is verder uitgewerkt in artikel 7:450 BW. Het voldoende informeren van de patiënt en het vragen van toestemming, wordt gezamenlijk
informed consent genoemd. Hierbij moet de hulpverlener ook aantonen dat de patiënt de informatie ook heeft begrepen en voldoende tijd heeft gehad om de informatie te verwerken.
Verzwaarde informatieplicht
Een hulpverlener kan niet verplicht worden een behandeling
zonder medische noodzaak uit te voeren, terwijl deze behandelplicht in beginsel wel geldt bij klassieke medische ingrepen. Als dan toch een geneeskundige behandeling wordt aangegaan brengt dat voor de hulpverlener extra verantwoordelijkheden mee.
In 2013 oordeelde het Centraal Tuchtcollege dat de afwezigheid van de behandelplicht met zich brengt dat “in deze gevallen zwaardere eisen moeten worden gesteld aan neerlegging in het medisch dossier van de redenen voor de behandeling en aan de informatieplicht van de arts als bedoeld in artikel 7:448 BW.”
[1]
Hoeveel hoger de lat voor de hulpverlener ligt, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.
Een recent voorbeeld
Bovenstaande kan geïllustreerd worden aan de hand van een recente uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) ’s-Hertogenbosch
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4. Hier onderging een patiënt een cosmetische besnijdenis.
Voorafgaand ontving de patiënt
een toestemmingsverklaring en nazorginformatie via de mail. Er vond geen voorafgaand consult plaats. De chirurg heeft op de dag van de ingreep enkele standaardvragen beantwoord. Na de ingreep ontstond er een litteken waar de patiënt ontevreden over was.
Het RTG toetst of de chirurg heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend chirurg mag worden verwacht. Het RTG oordeelt dat de klacht met betrekking tot het
informed consent gegrond is.
Volgens het RTG was het onvoldoende om te volstaan met het enkel toesturen van een algemene toestemmingsverklaring en nazorginformatie via e-mail. Daarbij nam de chirurg ten onrechte aan dat patiënten die een cosmetische besnijdenis wensen, altijd al volledig geïnformeerd zijn over de behandeling. Hij verifieerde niet actief of deze specifieke patiënt daadwerkelijk voldoende kennis had over de ingreep en de mogelijke gevolgen.
Tot slot werd in de summiere toestemmingsverklaring weliswaar melding gemaakt van algemene chirurgische risico's zoals nabloeding en infectie, maar voor een leek was niet duidelijk wat dit concreet betekende. Specifieke risico's zoals de duur van pijnklachten, het littekengenezingsproces en de mogelijkheid van cosmetisch tegenvallende resultaten (zoals in dit geval een verdikt litteken) werden niet besproken.
Conclusie
De verzwaarde informatieplicht bij niet-medisch noodzakelijke ingrepen vraagt om een systematische aanpak van zorginstellingen. Het volstaat niet om te werken met standaard toestemmingsformulieren. Een persoonlijke benadering, uitgebreide documentatie en goede communicatie zijn essentieel om aan de juridische vereisten te voldoen.
Heeft u vragen over informed consent? Of wilt u uw informed consent procedure evalueren? Neem gerust contact op met Jody Esveldt.
[1] ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2850

[post_title] => Verzwaarde informed consent bij medisch niet-noodzakelijke ingrepen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => verzwaarde-informed-consent-bij-medisch-niet-noodzakelijke-ingrepen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-20 15:14:56
[post_modified_gmt] => 2025-01-20 14:14:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44407
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 44397
[post_author] => 73
[post_date] => 2025-01-17 11:12:28
[post_date_gmt] => 2025-01-17 10:12:28
[post_content] => Het
Europese Hof van Justitie heeft op 4 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak tussen privacy-activist Max Schrems en Meta (het moederbedrijf van Facebook). Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor bedrijven die persoonsgegevens willen gebruiken voor
gepersonaliseerde advertenties.
Waar ging de zaak over?
Schrems ontving op Facebook-advertenties die waren gericht op homoseksuelen, terwijl hij zijn seksuele geaardheid nooit op Facebook had gedeeld. Hij had dit wel eens benoemd tijdens een openbaar toegankelijk rondetafelgesprek. Meta verzamelde deze informatie via tracking cookies en social media plug-ins op websites van derden. Vervolgens werden deze gegevens gebruikt voor de advertenties op Facebook.
De zaak richtte zich op twee fundamentele vragen:
- Mag een platform als Meta alle verzamelde persoonsgegevens onbeperkt gebruiken voor gerichte advertenties?
- Als iemand bepaalde persoonlijke informatie openbaar heeft gemaakt (zoals tijdens een presentatie), mag een bedrijf die informatie dan onbeperkt gebruiken voor reclamedoeleinden?
Wat heeft het Hof besloten?
Het Hof heeft twee belangrijke principes verduidelijkt:
- Het feit dat iemand bepaalde persoonlijke informatie openbaar heeft gemaakt (bijvoorbeeld tijdens een presentatie), betekent niet dat een bedrijf die informatie onbeperkt mag gebruiken voor advertentiedoeleinden.
- Bedrijven mogen niet ongelimiteerd persoonsgegevens verzamelen en gebruiken voor gerichte advertenties. Er moet:
- Een tijdslimiet zijn voor hoe lang gegevens bewaard worden;
- Onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten gegevens; en
- Rekening gehouden worden met de gevoeligheid van de gegevens.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Bedrijven die online adverteren moeten hun dataverzameling en -gebruik kritisch bekijken:
Gevoelige gegevens: Voor het gebruik van bijzondere persoonsgegevens (zoals seksuele geaardheid, politieke voorkeur en gezondheidsgegevens) is expliciete toestemming nodig. Het feit dat deze informatie ergens openbaar beschikbaar is, is niet voldoende.
Bewaartermijnen: Stel duidelijke termijnen vast voor hoe lang u persoonsgegevens bewaart voor advertentiedoeleinden. Onbeperkt bewaren is niet toegestaan.
Data minimalisatie: Verzamel alleen de gegevens die echt nodig zijn voor uw advertentiedoeleinden. "Nice to have" is niet genoeg, het moet "need to have" zijn.
Tracking en cookies: Wees transparant over welke gegevens u verzamelt via tracking cookies en social media plug-ins. Zorg daarnaast voor een geldige verwerkingsgrondslag.
Heeft u hulp nodig?
De eisen voor het gebruik van persoonsgegevens voor online adverteren worden steeds strenger. Wilt u weten of uw advertentiestrategie voldoet aan de laatste
privacy eisen? Neem dan contact met ons op.

[post_title] => Grenzen aan gebruik van persoonsgegevens voor advertenties
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => grenzen-aan-gebruik-van-persoonsgegevens-voor-advertenties
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-17 11:12:28
[post_modified_gmt] => 2025-01-17 10:12:28
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44397
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 44388
[post_author] => 78
[post_date] => 2025-01-15 15:54:52
[post_date_gmt] => 2025-01-15 14:54:52
[post_content] => De populaire Dubai-repen waren de afgelopen tijd onderwerp van een juridische discussie. Deze repen met pistache-vulling worden, ondanks de naam, niet in Dubai gemaakt. De rechter in Keulen oordeelde dat de repen dan ook niet naar die plaats genoemd mogen worden.
‘Dubai-reep’ uit Turkije
De Dubai-repen, volledige naam “Alyan Dubai Handmade Chocolate”, waren een doorn in het oog voor importeur Andreas Wilmer, die de wél in Dubai geproduceerde Fex-repen verkoopt. Hij spande succesvol een rechtszaak aan tegen Aldi Süd, die de Dubai-repen in Duitsland verkocht. Op 13 januari 2025 heeft de rechter bepaald dat chocoladeproducten niet onder de naam 'Dubai' mogen worden verkocht. De chocolade mag alleen ‘Dubai chocolade’ of iets soortgelijks genoemd worden als het ook daadwerkelijk in Dubai is geproduceerd. De rechter oordeelde dat de naam nu misleidend is voor consumenten, die kunnen denken dat de repen werkelijk in Dubai werden gemaakt of dat er een andere geografische connectie is met Dubai. De repen werden echter in Turkije vervaardigd.
Let op bij naamgeving van producten
Uit deze rechtszaak blijkt dat het juist benoemen van uw product van groot belang is. Wees nauwkeurig met
productbenamingen en marketinguitingen, vooral wanneer geografische aanduidingen worden gebruikt. Het gebruik van een plaatsnaam kan bij consumenten de verwachting wekken dat het product daar daadwerkelijk is vervaardigd. Dat geldt niet alleen voor uw eigen producten. Ook als een concurrent dergelijke producten met voor het publiek misleidende namen verkoopt, kan dat nadelig voor u zijn.
Aanbevelingen
Er zijn enkele concrete stappen die u kunt ondernemen om niet in dezelfde situatie als Andreas Wilmer en Aldi Süd te belanden:
Wees transparant: Zorg ervoor dat productnamen en marketinguitingen duidelijk en waarheidsgetrouw zijn over de herkomst en productieplaats van het product.
Check uw producten: Laat productnamen en verpakkingen toetsen door juridische experts om te voorkomen dat ze misleidend zijn en/of inbreuk maken op merkrechten van anderen.
Wek vertrouwen naar de consumenten: Bouw en behoud consumentenvertrouwen door eerlijk te zijn over uw producten en herkomst.
Check de concurrent: Wees alert op concurrenten die mogelijk misleidende namen gebruiken en overweeg juridische stappen indien dit uw marktpositie schaadt.
Conclusie
Het is essentieel voor bedrijven om zorgvuldig om te gaan met productbenamingen en marketingstrategieën, vooral wanneer deze verwijzen naar
specifieke geografische locaties. Door hiermee rekening te houden voorkomt u mogelijk juridische discussies. Twijfelt u over de benaming van uw product, of hebt u last van de acties van een concurrent?
Wij helpen u graag verder met het bepalen van uw juridische positie en eventuele vervolgstappen.
[post_title] => Duitse rechter verbiedt 'Dubai-repen': lessen om uw merk te beschermen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => duitse-rechter-verbiedt-dubai-repen-lessen-om-uw-merk-te-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:43:35
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:43:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44388
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 44378
[post_author] => 68
[post_date] => 2025-01-10 15:35:20
[post_date_gmt] => 2025-01-10 14:35:20
[post_content] => Diverse gemeenten in Nederland zijn druk bezig om met het gebruik van nieuwe technologieën hun gemeentelijke taken efficiënter uit te voeren. Slimme technologieën bieden veelbelovende oplossingen voor uitdagingen zoals verkeersdrukte, duurzaamheid en stedelijke leefbaarheid. Hierbij valt te denken aan slimme verkeerslichten die gegevens verzamelen om verkeersstromen efficiënter te maken en het gebruik van slimme camera’s voor zero-emissiezones.
[1]
Hoewel deze innovaties veelal een positief effect kunnen hebben, stuiten gemeenten vaak op juridische obstakels. In een recent artikel van de NOS geeft de gemeente Amsterdam aan te stoppen met de inzet van slimme verkeerslichten vanwege privacyrisico’s.
[2] Dit deed zij nadat
de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zorgen hierover had geuit.
[3] Naast privacywetgeving moeten gemeenten ook bewust zijn van het feit dat in dit soort technologieën vaak gebruik wordt gemaakt van Artificiële Intelligentie (AI). Dit betekent dat er ook gekeken moet worden of gemeentes gebruik maken van een AI-systeem zoals bedoeld in van de Europese AI Verordening (
AI Act).
De AVG
In
de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) staan de regels over het verwerken van persoonsgegevens. De AVG bepaalt onder meer dat er sprake moet zijn van een van de zes grondslagen, voordat verwerking plaats mag vinden. Gemeenten kunnen zich soms beroepen op de grondslag van een wettelijke verplichting, bijvoorbeeld als persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van het uitvoeren van handhavende taken. Echter, met het voldoen aan de verplichtingen uit de AVG is een gemeente er nog niet.
Verder dan de AVG: de AI Act
Naast de AVG moeten gemeenten inmiddels ook rekening houden met
de AI Act. Deze nieuwe Europese wetgeving introduceert extra eisen voor het gebruik van AI-systemen. Aan welke vereisten een bepaald AI-systeem moet voldoen hangt af van de vraag in welke risicocategorie dit systeem moet worden ingedeeld. In een eerder
blog schreven we al over de diverse uitgangspunten van de AI Act en de bijbehorende risicoclassificaties.
Voor gemeenten betekent dit dat zij niet alleen aan de AVG moeten voldoen, maar ook aan de vereisten uit de AI Act. Denk hierbij aan transparantie-eisen, documentatieverplichtingen en monitoring van algoritmes. In het geval dat een AI-systeem een hoog-risico systeem is, moeten publieke organen soms nog verplicht een aanvullend assessment uitvoeren, waarin wordt bekeken of een AI-systeem een (ongeoorloofde) inbreuk maakt op de fundamentele rechten van burgers.
Conclusie
De casus van de gemeente Amsterdam illustreert hoe belangrijk het is voor gemeenten om niet alleen te focussen op technologische voordelen, maar ook oog te hebben voor de juridische en ethische implicaties van innovatie. Een goed juridisch raamwerk helpt niet alleen risico’s te beperken, maar ook het publieke vertrouwen in zowel de gemeente als in nieuwe technologieën te vergroten.
Bij BG.legal begrijpen we de uitdagingen waarmee gemeenten worden geconfronteerd bij het doorvoeren van innovatie en het inzetten van AI. We bieden daarom advies op maat over:
Compliance met de AI Act;
Het uitvoeren van mensenrechtenassessments (IAMA);
Het voldoen aan de AVG.
Bent u werkzaam bij een gemeente en heeft u vragen over de juridische implicaties van artificiële intelligentie en slimme technologieën?
Neem gerust contact op met een van onze specialisten.
[1] Rijden en parkeren in het centrum | Gemeente Groningen
[2] Amsterdam zet niet meer in op 'slimme' verkeerslichten wegens privacywetgeving
[3] Zorgen AP om volgverkeerslichten | Autoriteit Persoonsgegevens

[post_title] => AI & Privacy: Hoe gemeenten balanceren tussen innovatie en regelgeving
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-privacy-hoe-gemeenten-balanceren-tussen-innovatie-en-regelgeving
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-10 15:35:20
[post_modified_gmt] => 2025-01-10 14:35:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44378
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 44353
[post_author] => 65
[post_date] => 2025-01-09 11:20:53
[post_date_gmt] => 2025-01-09 10:20:53
[post_content] => Het
auteursrecht is een belangrijk recht in industrieën als de textielsector. Veel prints, designs en patronen die worden ontworpen worden beschermd door het auteursrecht. Om inbreuk op auteursrechten te voorkomen zijn er een aantal belangrijke punten waarop je moet letten.
De auteursrechthebbende
Het bepalen wie de auteursrechthebbende is, is van belang om je rechten te kunnen handhaven, vooral in internationale kwesties. De oorspronkelijke maker is in de meeste gevallen de rechthebbende, tenzij de auteursrechten zijn overgedragen.
Overdracht auteursrecht
Wanneer een onderneming, bijvoorbeeld uit Turkije, een beroep wil doen op auteursrechten in Nederland, zijn goed opgestelde contracten van cruciaal belang. Vooral in grensoverschrijdende kwesties, voor het handhaven van auteursrechten, kunnen juridische verschillen tussen landen leiden tot complexiteit. De Berner Conventie
[1] biedt bescherming in aangesloten landen, maar
nationale wet- en regelgeving bepalen vaak de details. Hierdoor is het van belang om in contracten duidelijk vast te leggen wie de rechthebbende is, wat de voorwaarden van overdracht zijn en welk recht van toepassing is.
Volgens Nederlandse wet- en regelgeving kan het auteursrecht alleen door middel van een akte worden overgedragen. De akte moet ook voldoen aan bepaalde vereisten voor een correcte overdracht van het auteursrecht. In het geval de akte niet juist is opgesteld, kan het gevolg zijn dat de auteursrechten niet zijn overgedragen. Het gevolg zal zijn dat je ook niet handhavend kan optreden, omdat je niet de rechthebbende bent.
Praktijkvoorbeeld
Een Turkse textielonderneming deed een beroep op auteursrechten op een design. De onderneming had diverse kledingstukken met dit design op de markt bracht.
[2] In de uitspraak speelde een cruciale rol dat
de Turkse textielonderneming niet kon aantonen dat zij de rechtmatige eigenaar was van het auteursrecht op het ontwerp "Design." Hoewel zij claimde dat het auteursrecht was overgedragen door de oorspronkelijke ontwerper, waren de bijgevoegde documenten onvoldoende duidelijk of incompleet. Er was geen sluitend bewijs over wie het auteursrecht had overgedragen, welke rechten precies waren overgedragen, en onder welk recht de overdracht had plaatsgevonden. Daarnaast was het onduidelijk of de overgedragen rechten daadwerkelijk het volledige auteursrecht omvatten, omdat termen als "commerciële rechten" en "industrieel ontwerp" in de stukken niet specifiek genoeg waren. Hierdoor kon de Turkse textielonderneming niet overtuigend aantonen dat zij de rechthebbende was, wat een voorwaarde is om handhavend op te treden.
Conclusie
Het auteursrecht is essentieel in de textielindustrie om ontwerpen te beschermen. Om inbreuk effectief aan te pakken, moet duidelijk zijn wie de rechthebbende is en moeten overdrachten juridisch correct worden vastgelegd.
In Nederland is een akte vereist. Een praktijkvoorbeeld laat zien hoe een Turkse textielonderneming haar rechten niet kon handhaven door onduidelijke documenten. Dit benadrukt het belang van goed opgestelde contracten om auteursrechten te beschermen en te handhaven.
[1] De Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (de Parijse versie uit 1971).
[2] De uitspraak in het Nederlands (
link); ECLI:NL:RBGEL:2023:7484.
Hierbij de Engelse versie.

[post_title] => Grensoverschrijdende auteursrecht geschillen: een goede overeenkomst kan veel problemen voorkomen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => grensoverschrijdende-auteursrecht-geschillen-een-goede-overeenkomst-kan-veel-problemen-voorkomen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-09 11:20:53
[post_modified_gmt] => 2025-01-09 10:20:53
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44353
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 44320
[post_author] => 19
[post_date] => 2025-01-03 16:00:12
[post_date_gmt] => 2025-01-03 15:00:12
[post_content] => De Rechtbank Midden-Nederland heeft een interessante uitspraak gedaan over
de huisvesting van arbeidsmigranten waarin onder andere werd aangevoerd dat de bestemmingsplanregel ‘één huishouden’ strijd zou opleveren met het Europese recht op vrij verkeer. De rechtbank heeft de planregel daarom exceptief getoetst aan het recht van vrij verkeer van werknemers zoals gewaarborgd in artikel 45 VWEU. In dit artikel bespreken wij de feiten van de zaak en de beoordeling door de bestuursrechter.
Feiten
Eiseres in het geschil heeft een woning waarin ze arbeidsmigranten huisvest. De gemeente heeft handhavend opgetreden omdat de huisvesting van arbeidsmigranten in strijd is met het
bestemmingsplan. Op grond van het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming ‘wonen’. In de planregels wordt ‘wonen’ gedefinieerd als een gebouw dat ‘één huishouden’ kan huisvesten. Volgens de gemeente voldoen de arbeidsmigranten niet aan ‘één huishouden’.
Eiseres voert aan dat de planregel discriminerend is doordat het arbeidsmigranten beperkt in hun mogelijkheden voor huisvesting wanneer ze naar Nederland komen om te werken. Met deze beroepsgrond verzoekt eiseres de rechtbank om te beoordelen of de planregel strijd op levert met het vrij verkeer van werknemers, zoals is gewaarborgd in artikel 45 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank moet de planregel exceptief toetsen aan het VWEU. Een bestemmingsplan is namelijk een besluit van algemene strekking (bas) omdat bestemmingsplanregels zijn gericht aan een ieder. Op grond van artikel 8:3 lid 1 van de Awb mag er geen direct beroep worden ingesteld tegen algemeen verbindende voorschriften en is exceptieve toetsing dus vereist. Exceptieve toetsing houdt in dat de bestuursrechter de rechtmatigheid van het wettelijke voorschrift waarop een besluit is gebaseerd kan toetsen aan hoger recht of algemene rechtsbeginselen. In deze zaak kan de rechtbank de planregel exceptief toetsen aan het hogere Europese recht omdat op grond van de planregel het besluit tot handhaving is genomen waartegen eiseres in beroep is gegaan.
De exceptieve toetsing kan alleen als gevolg hebben dat de planregel onverbindend wordt geacht of dat
de planregel buiten toepassing wordt gelaten wanneer er evidente strijd is met de hogere regeling, in deze zaak dus het Europese recht op vrij verkeer van werknemers.
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van evidente strijd met het recht op vrij verkeer van werknemers. Er is volgens de rechtbank geen sprake van directe discriminatie, er wordt geen direct onderscheid gemaakt door in de planregel rechtstreeks te verwijzen naar een discriminatiegrond. Zo maakt de planregel volgens de rechtbank bijvoorbeeld geen onderscheid naar nationaliteit. Ook is er geen sprake van indirecte discriminatie, dit zou het geval zijn wanneer een in eerste opzicht neutrale bepaling nadelig uitpakt voor bepaalde groepen mensen. Volgens de rechtbank gaat het om een algemene bepaling die iedereen treft, als voorbeeld wordt gegeven dat ook studenten soms niet aan het vereiste van ‘één huishouden’ kunnen voldoen. De beroepsgrond dat er strijd is met artikel 45 VWEU slaagt daarom niet.
‘Één huishouden’?
Naast een beroep op het verbod van discriminatie voert eiseres ook aan dat er wel sprake is van
‘één huishouden’. Over het algemeen wordt de huisvesting van meerdere arbeidsmigranten niet gezien als ‘één huishouden’, in deze zaak slaagt deze beroepsgrond dan ook niet omdat er geen continuïteit in de samenstelling of onderlinge verbondenheid is. In een eerder
artikel schreven wij meer over de mogelijkheden voor arbeidsmigranten om te worden aangemerkt als ‘één huishouden’.
Concluderend
De uitspraak gedaan door de Rechtbank Midden-Nederland is een interessante toevoeging aan de jurisprudentie die ziet op de huisvesting van arbeidsmigranten. Duidelijk is geworden dat de ‘één huishouden’-eis die we vaak terugzien bij de bestemming ‘wonen’, volgens de bestuursrechter geen strijd op levert met het recht op vrij verkeer van werknemers zoals gewaarborgd in het Europese recht.
Dit artikel is geschreven door
Rutger Boogers en
Anne Verberne.

[post_title] => Discrimineert de ‘één huishouden’-regel arbeidsmigranten?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => discrimineert-de-een-huishouden-regel-arbeidsmigranten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-03 16:00:12
[post_modified_gmt] => 2025-01-03 15:00:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44320
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 44265
[post_author] => 19
[post_date] => 2024-12-24 11:25:30
[post_date_gmt] => 2024-12-24 10:25:30
[post_content] => Op 18 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee uitspraken gedaan waarmee de jurisprudentielijn over
intern salderen is gewijzigd. De wijziging in de rechtspraak volgt na recente arresten van het Hof van Justitie en het gebrek aan consistente toepassing van de huidige jurisprudentielijn door nuanceringen vanuit verschillende rechtbanken. In de kern bepalen de uitspraken dat intern salderen niet meer mag worden gebruikt bij de ‘voortoets’ voor vergunningaanvragen, waardoor de mogelijkheden voor intern salderen zullen worden beperkt.
In dit artikel gaan wij in op de voorheen geldende jurisprudentielijn, de wijzigingen die de Afdeling nu heeft doorgevoerd en de eerste implicaties hiervan voor de praktijk.
Vaste jurisprudentielijn sinds 2021
Sinds 2021 geldt er een vaste jurisprudentielijn van de Afdeling met betrekking tot intern salderen, op basis daarvan is voor intern salderen vaak geen natuurvergunning nodig.
Activiteiten waarbij
stikstofneerslag vrijkomt moeten rekening houden met Natura 2000-gebieden op grond van het natuurbeschermingsrecht. Wanneer een bedrijf bijvoorbeeld de hoeveelheid stikstof uitstoot wil uitbreiden of een wijziging wil doorvoeren in de bedrijfsactiviteiten, zal er moeten worden onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn voor Natura 2000-gebieden. Er mag hierbij gebruik worden gemaakt van ‘intern salderen’. Dit betekent dat de toekomstige stikstofgevolgen mogen worden weggestreept tegen de stikstofemissie die al wordt veroorzaakt op basis van de huidige bedrijfsvoering. Er kan hierbij bijvoorbeeld worden gedacht aan een plan voor grotere veestal, maar met een nieuw systeem waardoor de nieuwe bedrijfsvoering evenveel of zelfs minder stikstof uitstoot. Naast intern salderen kan er ook gebruik worden gemaakt van ‘extern salderen’. Dan wordt er gekeken naar de stikstof veroorzaakt door een andere activiteit of project. Op basis van de jurisprudentielijn die sinds 2021 wordt gehanteerd zijn de voorwaarden voor intern salderen echter gunstiger dan voor extern salderen.
Intern salderen kan worden gebruikt in de zogenaamde ‘voortoets’. Hierbij wordt beoordeeld of een aanvraag voor een
natuurvergunning vereist is voor activiteiten die mogelijke gevolgen hebben voor een beschermd natuurgebied. De uitkomst van het intern salderen speelt dus mee bij de vraag of kan worden uitgesloten dat een activiteit nadelige effecten heeft op een Natura 2000-gebied en of er dus een vergunning nodig is voor het project. Als dit niet kan worden uitgesloten moet er een namelijk een vergunningaanvraag worden gedaan en wordt er een passende beoordeling uitgevoerd. Doordat intern salderen tijdens de voortoets mee kan worden genomen, is het vaak zo dat een activiteit niet vergunningplichtig is.
Op twee belangrijke punten voert de Afdeling nu een wijziging door. Als eerste wordt duidelijk dat intern salderen niet meer voor de voortoets gebruikt mag worden. De Afdeling volgt hierbij de verplichtingen die komen vanuit het Hof van Justitie en het Europese recht. Ten tweede trekt de Afdeling de voorwaarden voor intern en extern salderen nagenoeg gelijk. Dit betekent dat intern salderen voortaan onderdeel zal zijn van de passende beoordeling voor een natuurvergunning aanvraag. Hierbij wordt strengere voorwaarden gehanteerd dan bij de voortoets.
Bij de voortoets mag voortaan dus alleen nog worden gekeken naar de nieuwe activiteit op zichzelf, er mag dus niet worden vergeleken met de oude situatie. Dit heeft als gevolg dat er bijna altijd een
vergunningplicht is. Bij de vergunningaanvraag wordt dan de passende beoordeling gemaakt, waarbij intern salderen nog wel kan worden toegepast. Er mogen bij de passende beoordeling namelijk ‘mitigerende maatregelen’ worden meegewogen, dit betekent dat de effecten van het vervangen of wijzigen van de stikstofuitstoot van een bestaande situatie (de ‘referentiesituatie’) een rol kan spelen. Hiervoor is wel vereist dat het positieve effect, het wijzigingen of beëindigen van de huidige stikstofuitstoot, zich voordoet en dat daarna pas de stikstofgevolgen van het nieuwe project zich realiseren. Ook is van belang dat structureel onbenutte stiktofruimte bijvoorbeeld niet meer onder de referentiesituatie valt en dat provincies nu beleid kunnen gaan voeren over intern salderen.
Overgangsfase
Het nieuwe beoordelingskader is direct van toepassing, zowel op lopende als toekomstige vergunningaanvragen, en het heeft daarnaast terugwerkende kracht. Dit betekent dat het ook geldt voor alle activiteiten waarvoor intern is gesaldeerd sinds 1 januari 2020. Hierdoor kan het zijn dat veel van deze activiteiten nu alsnog vergunningplichtig zijn geworden.
Er geldt wel
een overgangsregeling voor alle activiteiten tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025. Tot 1 januari 2030 kan er een natuurvergunning worden aangevraagd of kan de activiteit worden aangepast zonder dat handhavend zal worden opgetreden.
Concluderend
De Afdeling uitspraken markeren een belangrijke en verstrekkende koerswijziging en hebben gevolgen voor zowel bedrijven die de afgelopen vijf jaar intern hebben gesaldeerd, als voor alle toekomstige activiteiten die mogelijk een natuurvergunning nodig hebben. Duidelijk is in ieder geval dat de mogelijkheden tot intern salderen een stuk beperkter zijn geworden. De uitspraken hebben echter als gevolg dat er meer rechtsonzekerheid is in de praktijk en zullen
veel projecten en plannen beïnvloeden.
De Afdeling heeft een
stroomschema gepubliceerd waarin wordt weergegeven welk kader vanaf nu geldt voor intern salderen.

[post_title] => Raad van State wijzigt de jurisprudentielijn over ‘intern salderen’
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => raad-van-state-wijzigt-de-jurisprudentielijn-over-intern-salderen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-12-24 11:25:30
[post_modified_gmt] => 2024-12-24 10:25:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44265
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 44256
[post_author] => 78
[post_date] => 2024-12-23 15:32:47
[post_date_gmt] => 2024-12-23 14:32:47
[post_content] => Op 19 november 2024 heeft het gerechtshof Amsterdam een uitspraak gedaan in de zaak tussen PayingIT c.s. tegen Workrate. Het betrof een discussie rondom de overdracht van
auteursrechten op software. Lees deze blog voor een samenvatting van deze zaak en wat dit voor uw onderneming betekent in de praktijk.
Achtergrond van de zaak
Workrate ontwikkelde rond 2008 software genaamd Workmate, later hernoemd tot Usemate. Voor de commerciële exploitatie werd Usemate B.V. opgericht, dat later PayingIT werd. Daarnaast werd PayingIP opgericht. Tussen PayingIT en PayingIP, de aandeelhouders en hun bedrijven enerzijds en Workrate anderzijds werd een
koop- en licentieovereenkomst gesloten voor de software. In deze overeenkomst werden de auteursrechten op de software overgedragen en een gebruiksrecht werd terugverleend aan Workrate. Er ontstond echter onduidelijkheid over de reikwijdte van de overgedragen auteursrechten en de omvang van het gebruiksrecht.
Uitspraak van het hof
Het hof keek voor haar beoordeling naar wat er in de koop- en licentieovereenkomsten was vastgelegd en wat de partijen op basis daarvan van elkaar mochten verwachten. Al met al bleef de
auteursrechtoverdracht van de software overeind. Het hof concludeerde dat de rechten op de broncode, zoals gespecificeerd in zes mappen, aan PayingIP toekomen. Daarnaast werd bepaald dat Workrate een impliciet gebruiksrecht behoudt op de gemeenschappelijke onderdelen van de broncode, waardoor zij haar applicatie inclusief overlappende broncode mag blijven exploiteren en doorontwikkelen zonder inbreuk te maken op auteursrechten of contractuele verplichtingen.
Belang voor ondernemers
Deze uitspraak benadrukt maar weer eens hoe belangrijk het is dat er duidelijke en nauwkeurige contracten worden opgesteld als partijen samenwerking aangaan waarbij bijvoorbeeld rechten worden overdragen.
Zorg ervoor dat in overeenkomsten expliciet wordt vastgelegd welke rechten worden overgedragen en welke gebruiksrechten eventueel worden verleend. Bedenk ook of dit voor het hele product geldt of alleen delen ervan.
Wie gaat wat doen, en met welk doel? Als de afspraak het auteursrecht betreft van slechts een deel van het product, in dit geval software, kan dit immers grote gevolgen hebben voor wat bedrijven wel of niet mogen doen. En ook als niet duidelijk wordt vastgelegd wat partijen over en weer met de software mogen doen, kan dit vervelende situaties veroorzaken.
Van tevoren de zaken duidelijk vastleggen voorkomt misverstanden en juridische geschillen over interpretaties.
Praktische tips
Win juridisch advies in: Raadpleeg bij het opstellen van softwaregerelateerde contracten altijd een juridisch expert met ervaring in intellectueel eigendomsrecht. Die kan zorgen voor duidelijke en afdwingbare bepalingen.
Houd documentatie bij: Zorg voor gedetailleerde documentatie van de ontwikkelde software, inclusief welke onderdelen van de broncode in welke producten worden gebruikt. Dit vergemakkelijkt het vaststellen van rechten bij eventuele geschillen.
Herzie contracten regelmatig: Herzie periodiek bestaande overeenkomsten om ervoor te zorgen dat ze nog steeds relevant en accuraat zijn. Dit is vooral belangrijk bij bepaalde gebeurtenissen zoals veranderingen in bedrijfsactiviteiten, technologische ontwikkelingen of nieuwe regelgeving.
Door aandacht te besteden aan bovenstaande punten kunt u als ondernemer juridische complicaties voorkomen en beschermt u uw intellectuele eigendommen effectiever. Vragen? Neem contact op met onze
experts!
[post_title] => Softwareovereenkomsten en auteursrechtoverdracht: maak duidelijke afspraken!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => softwareovereenkomsten-en-auteursrechtoverdracht-maak-duidelijke-afspraken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:43:51
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:43:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44256
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 44180
[post_author] => 19
[post_date] => 2024-12-13 12:05:38
[post_date_gmt] => 2024-12-13 11:05:38
[post_content] => Op 13 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
einduitspraak gedaan over de toepassing van artikel 6:19 Awb bij ruimtelijke plannen. Eerder dit jaar gaf staatsraad A-G Nijmeijer op verzoek van de Afdeling een conclusie over de toepassing van artikel 6:19 Awb. De vragen van de Afdeling zagen op de toepassing van het artikel in bestemmingsplanzaken onder
de Wet ruimtelijke ordening en in omgevingsplanzaken onder de Omgevingswet. In dit artikel bespreken wij waar artikel 6:19 Awb specifiek op ziet, wat de aanleiding was voor de conclusie en wat de Afdeling heeft geoordeeld in haar einduitspraak.
Artikel 6:19 Awb en de aanleiding voor de conclusie
In een bezwaar- of beroepsprocedure over een besluit kan door het bestuursorgaan een nieuw besluit worden genomen dat het bestreden besluit wijzigt. Op deze situatie ziet artikel 6:19 Awb. Het artikel regelt dat het bezwaar of beroep tegen het bestreden besluit van rechtswege ook ziet op het besluit tot intrekking, wijziging of vervanging, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. Er ontstaat dus van rechtswege een beroep tegen het nadere besluit. Dit wordt ook wel ‘fictief beroep’ genoemd. Artikel 6:19 Awb is belangrijk voor de rechtsbescherming. Een appellant die tegen een besluit beroep heeft ingesteld, hoeft hierdoor niet afzonderlijk beroep in te stellen tegen een besluit dat hangende het beroep wordt genomen. Ook bevordert het effectieve geschilbeslechting. Er wordt voorkomen dat twee instanties tegelijk oordelen over besluiten die vallen binnen één geschil.
De zaak waarin de Afdeling een conclusie vroeg aan staatsraad A-G Nijmeijer gaat over een bestemmingsplan dat de recreatieve verhuur van woningen beperkt. Nadat beroep was ingesteld werd
het bestemmingsplan gewijzigd door de gemeenteraad. Vervolgens werd tegen het gewijzigde besluit opnieuw beroep ingesteld.
Conclusie A-G Nijmeijer
In een eerder
blog schreven wij al over de conclusie van staatsraad A-G Nijmeijer over artikel 6:19 Awb. De conclusie werd op 29 mei 2024 gegeven, waarna wij de belangrijkste aspecten uiteen hebben gezet. Samenvattend volgt uit de conclusie dat artikel 6:19 Awb zowel voordelen als nadelen heeft. Een belangrijk nadeel is dat de omvang van het geding steeds groter wordt. Nijmeijer adviseerde daarom dat de rechtspraak op bepaalde punten kan worden aangepast om deze uitdijende werking van artikel 6:19 Awb te beperken.
Uitspraak van de Afdeling
De Afdeling overweegt in haar uitspraak dat de uitdijende werking van het fictieve beroep nadelen kan hebben. De Afdeling oordeelt echter dat deze nadelen niet zodanig groot zijn dat het wijziging van de rechtspraak vereist. De ruime toepassing van artikel 6:19 Awb dient namelijk het doel van de rechtsbescherming en de effectieve geschilbeslechting.
Ook kan de bestuursrechter in individuele geschillen steeds bepalen hoe een tijdens het beroep genomen besluit moet worden gekwalificeerd, wie de beroepsgerechtigden zijn en of afzonderlijke behandeling eventueel noodzakelijk is.
Indien de nadelen in de toekomst toenemen, wat mogelijk het geval gaat zijn in omgevingsplanzaken onder
de Omgevingswet, kan volgens de Afdeling dan worden gekeken naar de oplossingen van staatsraad A-G Nijmeijer. Dit betekent echter dat er in de uitspraak nog geen concreet antwoord wordt gegeven over de toepassing van artikel 6:19 Awb in zaken die zien op de wijziging van een omgevingsplan.
Conclusie
De aanbevelingen van staatsraad A-G Nijmeijer om de rechtspraak op bepaalde punten te wijzigen is door de Afdeling niet gevolgd. Wel kunnen de voorgedragen oplossingen in de toekomst van belang gaan zijn als de uitdijende werking voor meer nadelen gaat zorgen onder de Omgevingswet. Dit betekent dat er later meer duidelijk zal worden over de toepassing van artikel 6:19 Awb in omgevingsplanzaken.
Dit artikel is geschreven door
Rutger Boogers en
Anne Verberne.

[post_title] => Einduitspraak Afdeling na conclusie staatsraad A-G Nijmeijer over artikel 6:19 Awb
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => einduitspraak-afdeling-na-conclusie-staatsraad-a-g-nijmeijer-over-artikel-619-awb
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-12-13 12:05:38
[post_modified_gmt] => 2024-12-13 11:05:38
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44180
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 44416
[post_author] => 78
[post_date] => 2025-01-22 12:04:42
[post_date_gmt] => 2025-01-22 11:04:42
[post_content] => Aan het begin van elk jaar wordt er een lijst gepubliceerd met werken die niet langer auteursrechtelijk beschermd zijn. Deze werken zijn dan namelijk in
het publiek domein terechtgekomen. Dit betekent dat deze werken vanaf dat moment in principe vrij te gebruiken zijn. Ieder jaar gaat het om vele bekende werken, maar ook iconen zoals Mickey Mouse en Winnie de Poeh. Ook in 2025 treden opnieuw werken van beroemde namen toe tot het publiek domein. Wat betekent dit concreet voor mensen en organisaties die met auteursrechtelijk beschermd materiaal werken?
Hoe lang geldt auteursrecht?
Allereerst wat informatie over de duur van
het auteursrecht. Voor de meeste creatieve werken geldt een auteursrechtelijke bescherming van zeventig jaar na de dood van de maker, beginnend op 1 januari na het sterfjaar. Dit is vastgelegd in artikel 37 van de Auteurswet (Aw). Als de maker onbekend is, wordt het moment dat het werk voor het eerst (rechtmatig) openbaar is gemaakt als uitgangspunt genomen (artikel 38 Aw). Let op dat de termijn anders is afhankelijk van waar je in de wereld zit! Hoewel de EU een termijn van zeventig jaar hanteert, kunnen deze termijnen daarbuiten per land variëren. Dit is belangrijk om te weten als je internationaal werkt.
Publiek domein: elk jaar nieuwe werken
Ieder jaar vervalt dus het auteursrecht van werken waarvan de maker meer dan zeventig jaar geleden is overleden. In 2025 gaat dit bijvoorbeeld over werken van:
- Henri Matisse, Frida Kahlo, Piet Klaarhamer: hun kunstwerken vallen in 2025 in het publiek domein
- Alan Turing: ook vzijn onderzoekswerk valt nu in het publiek domein.
- Popeye: dit populaire figuurtje mag voortaan wat betreft het auteursrecht vrij gebruikt worden – ten minste, alléén de eerste versie! Latere versies blijven nog beschermd door het auteursrecht. Ook is Popeye nog beschermd door het merkenrecht (zie verderop). Het is dus nog uitkijken geblazen met de spinazie etende matroos.
In de EU zijn al deze werken nu in principe vrij te gebruiken
zonder toestemming van de oorspronkelijke rechthebbenden.
Wat betekent het publiek domein in de praktijk?
Zodra een werk in het publiek domein valt, is toestemming van de oorspronkelijke rechthebbenden niet langer vereist. Dit opent mogelijkheden voor
commercieel hergebruik: denk aan het maken van merchandise of het verwerken van werken in nieuwe producten. Maar ook simpelweg creatief bezig zijn met kunst en design wordt makkelijker als er werken uit het publiek domein gebruikt kunnen worden. Dit is een belangrijke balans tussen het beschermen van de rechten van de maker en het stimuleren van innovatie en creativiteit door anderen.
Beperkingen op gebruik: merkenrecht
Als onderneming kun je profiteren van werken die in het publiek domein vallen. Er zitten wel een paar addertjes onder het gras, want een werk kan beschermd zijn door andere rechten zoals
merken- en/of modellenrecht. Een bekend voorbeeld is
Mickey Mouse, die nog steeds beschermd wordt door merkenrecht, ondanks het vervallen van het auteursrecht op vroege versies. En zoals hierboven al gezegd, wordt ook Popeye, wiens eerste versie qua auteursrecht in het publiek domein is gekomen, beschermd door merkenrecht. Dat betekent dat je nog steeds niet alles met de matroos kunt doen wat je wilt, zeker niet als consumenten hierdoor denken dat er een connectie is tussen jouw werk en merkhouder Hearst Holdings.
Conclusie
Voor ondernemingen biedt het vervallen van auteursrecht kansen om rechtmatig gebruik te maken van
bekende werken. Het is echter belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de beperkingen, zoals bescherming via andere rechten, om juridische risico's te vermijden. Neem contact op met een gespecialiseerd adviseur om zeker te zijn van een correcte en strategische toepassing van deze werken. Onze
specialisten geven je graag advies!
[post_title] => Frida Kahlo en Popeye: weer nieuwe werken in het publiek domein!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => frida-kahlo-en-popeye-weer-nieuwe-werken-in-het-publiek-domein
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:43:25
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:43:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44416
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1450
[max_num_pages] => 145
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => e0af230073ca143467ae7b45bc683dda
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:3c7522298ab053900a53386e9c825bf5:0.86185600 17467711680.25338200 1746771169
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Aan het begin van elk jaar wordt er een lijst gepubliceerd met werken die niet langer auteursrechtelijk beschermd zijn. Deze werken zijn dan namelijk in het publiek domein terechtgekomen. Dit...
Lees meer
De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal medisch niet-noodzakelijke behandelingen, ook wel ‘wensgeneeskunde’ genoemd. Wensgeneeskunde is een verzamelbegrip voor medische behandelingen die zonder directe medische noodzaak (een...
Lees meer
Het Europese Hof van Justitie heeft op 4 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak tussen privacy-activist Max Schrems en Meta (het moederbedrijf van Facebook). Deze uitspraak heeft...
Lees meer
De populaire Dubai-repen waren de afgelopen tijd onderwerp van een juridische discussie. Deze repen met pistache-vulling worden, ondanks de naam, niet in Dubai gemaakt. De rechter in Keulen oordeelde dat...
Lees meer
Diverse gemeenten in Nederland zijn druk bezig om met het gebruik van nieuwe technologieën hun gemeentelijke taken efficiënter uit te voeren. Slimme technologieën bieden veelbelovende oplossingen voor uitdagingen zoals verkeersdrukte,...
Lees meer
Het auteursrecht is een belangrijk recht in industrieën als de textielsector. Veel prints, designs en patronen die worden ontworpen worden beschermd door het auteursrecht. Om inbreuk op auteursrechten te voorkomen...
Lees meer
De Rechtbank Midden-Nederland heeft een interessante uitspraak gedaan over de huisvesting van arbeidsmigranten waarin onder andere werd aangevoerd dat de bestemmingsplanregel ‘één huishouden’ strijd zou opleveren met het Europese recht...
Lees meer
Op 18 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee uitspraken gedaan waarmee de jurisprudentielijn over intern salderen is gewijzigd. De wijziging in de rechtspraak volgt...
Lees meer
Op 19 november 2024 heeft het gerechtshof Amsterdam een uitspraak gedaan in de zaak tussen PayingIT c.s. tegen Workrate. Het betrof een discussie rondom de overdracht van auteursrechten op software....
Lees meer
Op 13 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State einduitspraak gedaan over de toepassing van artikel 6:19 Awb bij ruimtelijke plannen. Eerder dit jaar gaf staatsraad...
Lees meer