WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 80
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 80
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1465
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 790, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 22825
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-11-20 13:59:43
[post_date_gmt] => 2020-11-20 12:59:43
[post_content] => Dit is een vervolg op het inleidende artikel "Van wie is het model"?
Niet alle klanten mogen de data die ze geanalyseerd willen hebben zomaar aan een ontwikkelaar geven. De klant kan eisen dat de ontwikkelaar zijn werknemers bij de klant laat werken. Als de klant dan ook nog alle controle over de software en algoritmes die er worden ontwikkeld wil behouden, dan kom je uit bij detachering. De ontwikkelaars gaan dan naar de klant om daar lokaal de ontwikkeling van het algoritme toe doen. De data blijft dan bij de klant staan en ook alle software blijft onder haar controle. Hoewel de ontwikkelaar zijn proces van voorbereiding van de data, modelkeuze en algoritme training zal doorlopen heeft hij minder controle over het eindproduct. De klant heeft namelijk nu ook controle over het proces om op basis van nieuwe data een nieuw algoritme te trainen. Dit is een grote verandering ten opzichte van een licentie op het algoritme.
Voor de ontwikkelaar
Als ontwikkelaar heb je in dit scenario vrij weinig controle. Je hebt echter ook bijna geen verantwoordelijkheden nadat de ontwikkeling afgelopen is. Alle software staat namelijk onder controle van de klant. Die zal in dit geval ook de uitleg van het algoritme zelf moeten doen aangezien de ontwikkeling onder haar instructies is gebeurt.
Voor de klant
Als klant heb je in dit scenario maximale controle. Je hebt de ruimte om het ontwikkelingsproces aan te sturen, je kan alle code bekijken en (laten) controleren. Daarnaast behoud je ook de controle over je data. Je hebt verder ook nog de mogelijkheid om op basis van nieuwe data een vernieuwde versie van het algoritme te trainen. Daar staat tegenover dat je wel het grootste deel van de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid moet nemen voor het ontwikkelde product. Het uitleggen van het algoritme is ook jouw verantwoordelijkheid.
Conclusie
Deze samenwerkingsvorm is het meest geschikt voor een klant die zware beperkingen heeft op het gebruik van haar data. Ze zal ook wat technische kennis moeten hebben om het project aan te sturen en af te ronden. De ontwikkelaar zal zijn beloning uit het uurtarief van haar medewerkers moeten halen, maar heeft nadat het project is afgerond weinig tot geen verantwoordelijkheden tegenover de klant. Uiteraard hoeft de ontwikkelaar tegenwoordig niet meer fysiek naar de klant toe. Hij kan ook op afstand inloggen op de systemen van de klant en op die manier blijft het hele project toch veilig bij de klant.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
AI/ML zijn niet in de wet verankerd. Dit betekent dat partijen die gaan werken met AI/ML technologie over verschillende aspecten van de opdracht afspraken moeten maken om de onderlinge juridische posities alsnog te bepalen. Onderwerpen zoals de selectie van data(sets), hoe wordt een model getraind, hoe kan je je model en algoritmes beschermen, wie is waar verantwoordelijk / aansprakelijk voor, wie mag wat met het algoritme, wat mag er verwacht worden van het algoritme en (hoe) kunnen de uitkomsten van het model uitgelegd worden.
Lees ook de volgende artikelen die bij het inleidende artikel "Van wie is het model?" horen. Artikel Algoritme als een Dienst en Algoritme als Software.
Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef en Jos van der Wijst.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.
[post_title] => Algoritme via Detachering
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => algoritme-via-detachering
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-20 15:25:53
[post_modified_gmt] => 2020-11-20 14:25:53
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22825
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 22812
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-11-20 11:59:08
[post_date_gmt] => 2020-11-20 10:59:08
[post_content] => Dit is een vervolg op het inleidende artikel "Van wie is het model"?
Wat kunnen klant en ontwikkelaar van elkaar verwachten als het eindproduct een dienst wordt?
De klant komt bij de ontwikkelaar en geeft hem haar data. Ze heeft ook een vraag die ze beantwoord wil hebben. De ontwikkelaar schoont de data op, verduidelijkt de vraagstelling en kiest vervolgens een model. Met het gekozen model en de voorbereidende stappen kan de ontwikkelaar het algoritme trainen. Hij kan met nieuwe data dan ook nieuwe versies van het algoritme trainen. De ontwikkelaar heeft nu dus een algoritme wat op basis van nieuwe data een voorspelling kan gaan doen. De ontwikkelaar zet het algoritme op een server. De klant kan dan via een website of een API (application programming interface) nieuwe data sturen en de resultaten krijgt. De klant heeft dus een dienst ‘gekocht’ en hiervoor de ontwikkelaar toegang gegeven tot haar data om de dienst te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is Google Vision AI’s API. Dit is een API waar je een foto naartoe kan sturen om bijvoorbeeld gezichten of logos te herkennen in de foto. In dit geval lever je zelf niet de trainingsdata aan, maar maak je gebruik van de data die door Google verzameld is.
Voor de ontwikkelaar
Als ontwikkelaar heb je hier de verantwoordelijkheid voor het hosten en onderhouden van het algoritme. Je zal ook de uitkomsten van het algoritme uit moeten leggen als daarom wordt gevraagd. In ruil daarvoor hoef je het model en het algoritme niet prijs te geven. Je kunt de klant op basis van een abonnement Software as a Service (SaaS), een vast bedrag of op basis van gebruik laten betalen. Je zal er wel op moeten letten dat als jouw klant het financiële risico van het project draagt, de klant misschien een databankrecht heeft op de voorbereide data voor het trainen. Je mag de data dan niet zomaar voor andere projecten gebruiken.
Voor de klant
Als klant heb je niet veel controle op het algoritme en het model. Je hebt dan wel minder verantwoordelijkheden aangezien de ontwikkelaar het hosten en het onderhoud regelt. Voor de uitleg van het algoritme ben je verder afhankelijk van de ontwikkelaar. Die afhankelijkheid kan problemen opleveren als de uitleg belangrijk is voor jouw specifieke vraag.
Conclusie
Deze samenwerkingsvorm is vooral geschikt als de klant zelf weinig kennis in huis heeft. Als de klant geen modellen kan beoordelen, onderhouden en hosten, dan is het handig dat de ontwikkelaar een groot deel van de verantwoordelijkheid neemt. Verder zal men op de uitdagingen van Software as a Service (SaaS) moeten letten. Die zijn te vinden in ons artikel.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
AI/ML zijn niet in de wet verankerd. Dit betekent dat partijen die gaan werken met AI/ML technologie over verschillende aspecten van de opdracht afspraken moeten maken om de onderlinge juridische posities alsnog te bepalen. Onderwerpen zoals de selectie van data(sets), hoe wordt een model getraind, hoe kan je je model en algoritmes beschermen, wie is waar verantwoordelijk / aansprakelijk voor, wie mag wat met het algoritme, wat mag je wel en niet met de data(set), wat mag er verwacht worden van het algoritme en (hoe) kunnen de uitkomsten van het model uitgelegd worden. Wij maken dit soort overeenkomsten en beoordelen dit soort overeenkomsten.
Lees ook de volgende artikelen die bij het inleidende artikel "Van wie is het model?" horen. Artikel Algoritme als een dienst en Algoritme via Detachering.
Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef en Jos van der Wijst.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.
[post_title] => Algoritme als Software
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => algoritme-als-software
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-23 11:11:37
[post_modified_gmt] => 2020-11-23 10:11:37
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22812
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 22779
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-11-18 11:08:39
[post_date_gmt] => 2020-11-18 10:08:39
[post_content] => Essentie
Het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi [Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs] houdt in dat degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt geen belemmeringen in de weg legt voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld.
Het belemmeringsverbod moet ruim worden uitgelegd. Ook de situatie waarin een gedetacheerde werknemer zijn werkzaamheden bij de inlener voortzet als zzp’er valt onder het belemmeringsverbod.
Wat als de intermediair een zzp’er betreft die ter beschikking wordt gesteld aan een inlener? Welnu, het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi is ook van toepassing op de uitzending van een zzp’er.
Feiten: opdracht en relatiebeding
Opdrachtgever die zich bezighoudt met arbeidsbemiddeling sluit een overeenkomst van opdracht met een zzp’er. Laatstgenoemde wordt via een door opdrachtgever met een omgevingsdienst gesloten overeenkomst van opdracht geplaatst bij deze omgevingsdienst.
Opdrachtgever beëindigt de opdracht bij de omgevingsdienst. De zzp’er wil de werkzaamheden bij de omgevingsdienst continueren. Opdrachtgever houdt in eerste instantie de zzp’er aan het tussen hen gesloten relatiebeding, houdt vervolgens de zzp’er niet meer aan dat relatiebeding maar wijst de zzp’er wel op het relatiebeding dat tussen hem en de omgevingsdienst geldt waardoor de omgevingsdienst de zzp’er niet in dienst kan nemen.
Juridische beoordeling: nietig relatiebeding
De vraag die voorligt is of de opdrachtgever onrechtmatig handelt door een beroep te doen op een van de relatiebedingen waardoor de zzp’er niet in dienst kan treden bij de omgevingsdienst.
Na in eerste aanleg een afwijzend oordeel, overweegt het hof in hoger beroep dat een beroep doen op een overeengekomen relatiebeding op zichzelf niet onrechtmatig is, tenzij het beroep op zo’n beding in strijd is met een dwingendrechtelijke bepaling. In dit geval, waarin sprake is van een overeenkomst van opdracht tussen een opdrachtnemer en opdrachtgever, is het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi van toepassing. Dit belemmeringsverbod is een dwingendrechtelijke bepaling waar partijen niet vanaf kunnen afwijken.
Aangezien het relatiebeding tussen opdrachtgever en de zzp’er nietig is, heeft de opdrachtgever de zzp’er ten onrechte aan het relatiebeding gehouden. Dat geldt ook voor zover opdrachtgever een beroep zou doen op het met de omgevingsdienst overeengekomen relatiebeding. Ook dit moet worden gezien als een ongeoorloofde belemmering als bedoeld in artikel 9a Waadi, aldus het hof.
Conclusie
Het is moeilijk om te voorkomen dat gedetacheerde werknemers, uitzendkrachten of zzp’ers na afloop van de detachering bij of voor de inlener gaan werken.
Wat wel kan is via een relatie- en/of concurrentiebeding te verbieden dat bij of voor een concurrent van de intermediair wordt gaan gewerkt. Daarnaast kan de intermediair altijd met de inlener afspreken dat bij het in dienst nemen of inhuren van de werknemer, uitzendkracht of zzp’er, de inlener een marktconforme vergoeding moet betalen voor door de intermediair verleende diensten.
Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl
[post_title] => Belemmeringsverbod Waadi ook bij uitzending zzp’er
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => belemmeringsverbod-waadi-ook-bij-uitzending-zzper
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-18 11:08:39
[post_modified_gmt] => 2020-11-18 10:08:39
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22779
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 22685
[post_author] => 16
[post_date] => 2020-11-13 08:05:13
[post_date_gmt] => 2020-11-13 07:05:13
[post_content] => Schizofrene patiënt maakt diverse betalingen over aan ‘vriendinnen’ in het buitenland. Is de behandelend psychiater aansprakelijk voor de financiële schade van deze verkwistende patiënt?
De moeder van een schizofrene zoon spreekt GGZ instelling Rivierduinen aan op grond van het tekortschieten van het nakomen van de verplichtingen van Rivierduinen dan wel op grond van onrechtmatige daad.
Wat is er gebeurd?
De meerderjarige zoon staat al ongeveer 20 jaar onder psychiatrische behandeling wegens een schizofrene stoornis met paranoïde wanen.
De zoon waant zich rijk en succesvol bij vrouwen die hij via het internet heeft leren kennen. Hij heeft regelmatig geld overgemaakt aan diverse buitenlandse vrouwen. In september 2016 kwam de eiseres erachter dat haar zoon ruim € 8.000,00 had overgemaakt aan diverse vrouwen.
Op enig moment verkoopt hij zelfs zijn huis aan een Nigeriaan. De woning was in 2008 aangekocht voor € 195.000,00. De zoon had het verkocht voor € 122.500,00 en een aanbetaling ontvangen van € 22.500,00 waarvan hij € 19.500,00 weer had gestort op een Nigeriaanse bank.
Acties moeder
De zoon wenst geen bewindvoering. Eiseres [moeder] slaagt er uiteindelijk toch in om bewindvoering af te dwingen en uiteindelijk wordt zij ook curator. Zij slaagt er ook in, via een procedure, om de verkoop van het huis aan de Nigeriaan ongedaan te maken. Er blijft echter nog veel schade over.
Geschil
Eiseres heeft, namens de zoon, de koper van het huis ruim € 24.000,00 terugbetaald. Zij vordert dit van Rivierduinen als voorschot bij de rechter. Eiseres is van mening dat de behandelend psychiaters geen oog hebben gehad voor de problematiek en spreekt daarom Rivierduinen aan.
Argumenten aansprakelijkstelling eiseres
Eiseres stelt dat Rivierduinen op meerdere momenten en op meerdere manieren in strijd heeft gehandeld met hetgeen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener onder vergelijkbare omstandigheden mocht worden verwacht.
De verwijten zijn:
- Rivierduinen heeft niet tijdig en niet deugdelijk geadviseerd over de mogelijkheid met spoed een beschermingsmaatregel ten behoeve van de zoon aan te vragen.
- Rivierduinen heeft haar zoon onvoldoende intensief begeleid, onvoldoende zicht en onvoldoende controle gehouden.
- Rivierduinen heeft een onjuiste diagnose gesteld. Rivierduinen had de conclusie moeten trekken dat de zoon de consequenties van zijn financiële acties niet kon overzien en hierover een verklaring moeten afgeven.

Oordeel rechter
Ad. 1. De rechter oordeelt dat eiseres zelf juridisch advies had moeten inwinnen, aangezien eiseres al lang van de verkwisting wist en ook de bankpas van haar zoon al had ingenomen.
Ad 2. Volgens de rechtbank is er voldoende intensief begeleid. Uit het medisch dossier blijkt dat er wekelijks huisbezoeken zijn afgelegd. Daarbij werd ook in de gaten gehouden of er redenen bestonden voor het aanvragen van een rechterlijke machtiging voor gedwongen opname [Wet Bopz].
Ad.3. De rechter wijst op de KNMG richtlijn waarin wordt afgeraden tot afgifte van een geneeskundige verklaring door behandelend artsen.
Niettemin heeft de psychiater de geestelijke toestand beoordeeld. Hij oordeelde de zoon wilsbekwaam en achtte een tweede beoordeling zorgvuldig en wenselijk. Er zijn geen aanknopingspunten gebleken waaruit volgt dat de psychiater op basis van zijn medische expertise niet in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de zoon wilsbekwaam was, aldus de rechter.
De claim wordt dus afgewezen.
Conclusie
In dit geval was de behandelend psychiater niet aansprakelijk. De moeder van de zoon had zelf juridische hulp moeten inroepen. Deze verantwoording lag i.c. niet bij de psychiater. Er was verder voldoende verweer van Rivierduinen op de overige verwijten die gemaakt werden. Hierbij is het wel noodzakelijk dat er uit een gedegen medisch dossier kan worden geput.
Ook haalde de rechter de KNMG richtlijnen nog eens aan. Mede op basis van tuchtrecht uitspraken wordt het afgeven van geneeskundige verklaringen door behandelend artsen afgeraden. De reden daarvoor is, dat het bij zo’n verklaring vaak om een belang van de patiënt gaat, dat buiten de deskundigheid en verantwoordelijkheid van de arts ligt en een ander doel dient dan de behandeling of begeleiding. Ook is de arts veelal niet op de hoogte van de medische criteria waaraan de instantie die de verklaring nodig heeft, de verklaring toetst. Bovendien is de kans groot dat de vertrouwensrelatie tussen de behandelend arts en de patiënt in gevaar komt. Immers, zulke verklaringen worden nogal eens opgesteld op basis van ‘indrukken’ van de arts of patiënt en niet op basis van medisch-inhoudelijke argumenten. De behandelrelatie tussen arts en patiënt dient vrij te blijven van belangenconflicten, die mogelijk kunnen spelen bij het al dan niet afgeven van een geneeskundige verklaring. Toch ook weer een puntje van aandacht voor de medische sector.
De volledige uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2019:8340
[post_title] => Schizofrene patiënt maakt betalingen over aan ‘vriendinnen’ in het buitenland.
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => schizofrene-patient-maakt-betalingen-over-aan-vriendinnen-in-het-buitenland
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-14 19:05:24
[post_modified_gmt] => 2020-11-14 18:05:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22685
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 22628
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-11-09 15:20:58
[post_date_gmt] => 2020-11-09 14:20:58
[post_content] => Ook na aanbesteding is bestek leidend voor aanvang werk. Het bestek en de daarmee samenhangende documenten waaronder een nota van inlichtingen zijn leidend voor de vraag wat tussen partijen ten aanzien van de aanvang van het werk is overeengekomen.
Feiten in het kort
Opdrachtgever A. is een niet-openbare aanbestedingsprocedure gestart in overeenstemming met het Aanbestedingsreglement werken 2016 (ARW 2016) voor de realisatie van een werk volgens een bestek. In het bestek staat dat in afwijking van het ARW 2016 als datum van aanvang van het werk zal worden aangemerkt de datum als genoemd in de schriftelijke opdrachtbevestiging.
Tijdens de aanbesteding is door een potentiële inschrijver navraag gedaan over de mogelijke aanvangsdatum van het werk. Opdrachtgever A. heeft via de nota van inlichtingen aangegeven dat rekening moest worden gehouden met een aanvangsdatum in het tweede kwartaal van 2018. Opdrachtgever A. heeft daarna een planning gepubliceerd waarin de definitieve gunning voorzien was voor 15 maart 2018 en de publicatie van de gegunde opdracht voor 12 april 2018.
Op 20 februari 2018 is er voorlopig gegund aan aanneemster B. De opdracht is vervolgens met enige vertraging op 16 april 2018 verstrekt aan de aanneemster B. waarbij door opdrachtgever A. is medegedeeld dat op 1 juni 2018 kon worden gestart met de werkzaamheden.

Geschil
Aanneemster B. beklaagt zich erover dat opdrachtgever A. de aanvangsdatum van het werk (eenzijdig) heeft gewijzigd. Volgens de planning zou de opdracht op 15 maart 2018 worden verstrekt en zouden de werkzaamheden vanaf die datum kunnen aanvangen, aldus de aanneemster B. Doordat aanneemster B. later is moeten starten heeft zij extra kosten moeten maken.
Oordeel Raad van Arbitrage voor de Bouw
De arbiters overwegen dat het bestek en de daarmee samenhangende documenten (waaronder de nota van Inlichtingen) leidend zijn voor de vraag wat tussen partijen ten aanzien van de aanvang van het werk is overeengekomen. Daaruit volgt dat de aanvangsdatum van het werk bij de opdrachtbevestiging bekend zou worden gemaakt en dat deze naar verwachting in het tweede kwartaal van 2018 zou zijn gelegen. Opdrachtgever A. is daarvan niet afgeweken. Hij heeft immers bij de opdrachtbevestiging meegedeeld dat aanneemster B. op 1 juni 2018 kon aanvangen met haar werkzaamheden.
Dat partijen door middel van de publicatie door opdrachtgever van de planning een exacte aanvangsdatum van het werk, op 15 maart 2018, zijn overeengekomen, zien arbiters niet in. Deze planning ziet louter en alleen op de te volgen stappen in de aanbestedingsprocedure tot en met gunning, en niet ook op de start van de uitvoering van het werk. Dat opdrachtgever A. tijdens de aanbestedingsprocedure telkens heeft verwezen naar die planning, maakt het voorgaande niet anders.
Conclusie
Naar het oordeel van de arbiters is er niet sprake van een tekortschieten in een contractuele verplichting door opdrachtgever A. De vorderingen van aanneemster B. worden afgewezen.
Advies
De volgens een indicatieve planning tijdens een aanbestedingsprocedure voorziene definitieve gunning is niet gelijk te stellen aan de aanvangsdatum van het werk. Als inschrijver doet u er goed aan bij de inschrijving en de daarbij te hanteren eigen planning van de voorbereidende werkzaamheden (inkoop/contracteren onderaannemers) het bestek en de daarmee samenhangende documenten zoals een nota van inlichtingen nadrukkelijk in ogenschouw te nemen.
Voor de volledige uitspraak zie Raad van Arbitrage voor de Bouw, 36.755, 28 juli 2020
[post_title] => Ook na aanbesteding is bestek leidend voor aanvang werk
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ook-na-aanbesteding-is-bestek-leidend-voor-aanvang-werk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-09 15:20:58
[post_modified_gmt] => 2020-11-09 14:20:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22628
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 22603
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-11-05 13:55:10
[post_date_gmt] => 2020-11-05 12:55:10
[post_content] => Artificial Intelligence verandert de wereld om ons heen. Zo ook de juridische wereld. In deze blog ga ik het hebben over het spanningsveld tussen AI en auteursrechten. Mensen kunnen auteursrechten krijgen op teksten, schilderijen, mode ontwerpen, muziek etc. Maar wat als dit allemaal wordt gemaakt door AI? En de volgende vraag: wat als een AI-model gebruik maakt van auteursrechtelijk werk? Mag dat zomaar?
Het auteursrecht is het recht van de maker en beschermd originele creaties. Dit recht ontstaat vanzelf: makkelijk, want men hoeft er dus niets voor te doen. Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te kunnen komen, moet een werk een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en de persoonlijke stempel van de maker dragen. Het moet dus voldoende creatief zijn.
Auteursrecht?
De volgende vraag is dan: kan AI aan deze vereisten voldoen? Kan AI creatieve keuzes maken? Laat ik het schrijven van teksten als voorbeeld nemen. Een AI-model kan teksten schrijven doordat het hiervoor getraind is: door het heel veel teksten te laten lezen en het te leren een stuk te schrijven, kan de AI uiteindelijk zelf een tekst in elkaar zetten.
In de Auteurswet is bepaald dat het auteursrecht toekomt aan de ‘maker’ van het werk. Nergens staat dat het moet gaan om een mens van vlees en bloed. Zou AI dan ook kunnen kwalificeren als maker?
Het antwoord op de deze vraag is van belang om het volgende. Een bevestigend antwoord zou namelijk betekenen dat het algoritme ook de rechten van de maker kan uitoefenen, zoals het verbieden van reproductie of het recht op naamsvermelding. De wetgever moet zich afvragen of het wel de bedoeling is dat we zulke rechten aan AI-systemen kunnen en willen toekennen. Daarnaast kunnen er ook problemen ontstaan op het gebied van aansprakelijkheden en verzekering voor schade.
Vooralsnog kan AI niet gekwalificeerd worden als maker in de zin van de Auteurswet. Een AI-systeem kan namelijk geen creatieve keuzes maken: het doel is altijd door de mens bepaald. Een AI-systeem kan dus alleen keuzes maken binnen een bepaald kader, waartoe het getraind is.
In veel gevallen zal dus gekeken worden naar de persoon áchter de AI, de persoon die de creatieve keuzes heeft gemaakt tijdens de ontwikkeling van de AI en de mogelijke uitkomsten uit dit algoritme. Of biedt het gewone eigendomsrecht wellicht de oplossing. Maar vooralsnog is er nog geen duidelijk antwoord. Werk aan de winkel voor de wetgever dus.
AI training door middel van auteursrechtelijk beschermde teksten?
De vraag die vervolgens op komt is: mag AI zomaar auteursrechtelijk beschermde werken gebruiken?
Ook hier worden teksten als voorbeeld gebruikt. AI wordt getraind door middel van zogenaamde datasets. Deze training wordt ook wel tekst- en datamining genoemd. Het kan zijn dat de teksten, onderdeel van deze datasets, werken zijn die auteursrechtelijk beschermd zijn. Dit is problematisch, omdat door het gebruik hiervan de rechten van de maker in het gedrang kunnen komen. De nieuwe richtlijn 2019/790, ook wel de DSM-richtlijn genoemd, pakt deze kwesties aan. Deze richtlijn, die uiterlijk 7 juni 2021 moet zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving, biedt twee uitzonderingen.
Allereerst de uitzondering wat betreft non-profit wetenschappelijk onderzoek en cultureel erfgoed. Zij mogen, kort door de bocht, gebruik maken van auteursrechtelijk beschermde werken bij het trainen van AI.
De tweede uitzondering ziet op andere doeleinden, ook met commerciële doeleinden, maar biedt de rechthebbende van de auteursrechtelijke werken de mogelijkheid hieraan te ontsnappen. Zij krijgen als het ware de mogelijkheid hun werken te beschermen tegen tekst- en datamining. Dit kunnen zij doen door een ‘op-out’ tekst- en datamining voor commerciële doeleinden uit te sluiten of het gebruik van hun werken aan licenties te onderwerpen. Op deze manier kunnen auteursrechtelijke werken (deels) worden uitgesloten voor tekst- en datamining of slechts beschikbaar worden gesteld voor bepaalde partijen. Hierover binnenkort meer op onze website.
Heeft u hier vragen over? Neem contact met ons op.
Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef.
[post_title] => Auteursrechten & Artificial Intelligence
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => auteursrechten-artificial-intelligence
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-02-01 09:56:23
[post_modified_gmt] => 2022-02-01 08:56:23
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22603
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 22570
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-11-02 12:23:18
[post_date_gmt] => 2020-11-02 11:23:18
[post_content] => Het toepassen van Artificial Intelligence (‘AI’) leidt soms tot vragen waar juridisch niet meteen een antwoord op te geven is. Bij AI worden modellen met datasets getraind zodat het model bij nieuwe data een analyse geeft. Bijvoorbeeld het herkennen van verdachte vlekjes (mogelijk kanker) of COVID 19 op röntgenfoto’s. Wanneer het model maar goed getraind is, dan kan het model betrouwbare analyses uitvoeren van nieuw ingevoerde foto’s.
De Europese Commissie (‘EC’) en het Europees Parlement (‘EP’) zijn al lange tijd bezig met de vraag onder welke voorwaarden AI toegepast kan worden. Daarbij onderscheidt men drie aspecten:
A. Ethische normen voor het gebruik van AI
In een document uit februari 2020 en 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat de EC met een voorstel voor nieuwe regelgeving moet komen. Daarin moeten de ethische normen en juridische verplichtingen voor het ontwikkelen en gebruiken van AI worden vastgelegd. Dit omvat ook software, algoritmes en data.
Bij nieuwe regelgeving zouden principes gevolgd moeten worden zoals een op de mens gerichte en door de mens gemaakte AI, transparantie en verantwoording, bescherming tegen vooringenomenheid (‘bias’) en discriminatie, het recht om de uitkomst aan te vechten en respect voor privacy bescherming. Dit speelt met name bij ‘high risk AI’ zoals ‘zelflerende AI’ (Deep learning). Daar zou een mens altijd het overzicht moeten houden.
B. Aansprakelijkheid wanneer AI schade veroorzaakt
Op 20 oktober 2020 heeft het EP een resolutie aangenomen met aanbevelingen voor civielrechtelijke regelgeving voor AI. Het document bevat aanbevelingen zoals aansprakelijkheid voor ‘high risk AI’ wanneer dat tot schade lijdt. Wij schreven hier al eerder een artikel over. Heldere regelgeving op dit vlak ontbreekt nu. Met heldere regelgeving zouden bedrijven en burger eerder bereid zijn om AI-technologie te vertrouwen. De regels zouden moeten gelden voor AI activiteiten die schade toe kunnen brengen aan gezondheid, leven, lichamelijke integriteit en bezit. Daarnaast zou het ook van toepassing moeten zijn op immateriële schade wanneer deze aantoonbaar is. Verder zou deze schade ook verzekerbaar moeten zijn.
C. Intellectuele Eigendomsrechten en AI
In een rapport van 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat er een IE (Intellectual Property Rights system) systeem moet komen. Dit moet de innovatieve ontwikkelaars beschermen (onder meer met octrooien) zonder dat dit afbreuk doet aan de rechten van menselijke schepping en van ethische normen. Het EP benadrukt het verschil tussen scheppingen van mensen waarbij AI ondersteunend was (‘AI-assisted human creations’) en scheppingen door AI (‘AI-generated creations’). AI mag geen rechtspersoonlijkheid hebben, volgens het EP. IE rechten mogen alleen aan mensen toegekend worden, niet aan AI (computers, robots).
Wat betekent dit voor de praktijk.
- AI/data roept juridische/ethische vragen op die soms wel en soms niet beantwoord kunnen worden met
de huidige regelgeving.
- Dit betekent dat, met de huidige wet- en regelgeving, de contracten van groot belang zijn.
- Dat zijn contracten tussen (i) degene die een AI-dienst ontwikkelt en uitvoert en de opdrachtgever en (ii) partijen die in een
consortium samenwerken waar AI wordt ontwikkeld en toegepast.
- Voor al dit soort contracten (opstellen en reviewen) kunt u bij ons terecht.
- Meer informatie over dit onderwerp ontwikkelen wij het kennisplatform over juridisch/ethische aspecten van AI (nl).
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.

[post_title] => Is nieuwe wet- of regelgeving nodig voor AI?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => is-nieuwe-wet-of-regelgeving-nodig-voor-ai
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-23 13:42:54
[post_modified_gmt] => 2020-11-23 12:42:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22570
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 22538
[post_author] => 19
[post_date] => 2020-10-30 09:56:39
[post_date_gmt] => 2020-10-30 08:56:39
[post_content] =>
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter?
We zien het nu veel bij
huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw
beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van arbeidsmigranten willen beperken. Of meer willen
spreiden. Daarvoor wordt er vaak beleid opgesteld. In sommige gevallen worden ook eisen in een verordening opgenomen. Het is algemeen bekend dat een belanghebbende tegen een beschikking
bezwaar en beroep kan instellen. Een belanghebbende kan dergelijke besluiten laten toetsen door de rechter. Maar hoe zit dat met beleidsregels en verordeningen? Die zijn niet gericht op een individu, in tegenstelling tot een beschikking. Kunnen die ook ter toetsing worden voorgelegd aan de rechter? En zo ja, hoe dan?
Kan je bezwaar of beroep instellen tegen een beleidsregel of verordening?
Dat antwoord is eenvoudig:
nee, dat kan niet. Dat betekent dat er geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld tegen de vaststelling van een beleidsregel of verordening. In de Algemene wet bestuursrecht is dat ook bepaald. Het heeft dus geen zin om tegen dergelijke besluiten een rechtsmiddel aan te wenden. Overigens kunnen dergelijke besluiten wel worden voorgelegd aan de civiele rechter. Dat gebeurt overigens niet vaak.
Betekent dat dan dat een beleidsregel of verordening niet door de rechter getoetst kan worden?
Zo eenvoudig is het niet. Een bepaling in een beleidsregel of verordening
kan wél getoetst worden door de bestuursrechter. Dat heet de ‘
exceptieve toetsing’. Het is dus niet zo dat een belanghebbende helemaal met lege handen staat.
Hoe kan ik een bepaling in een beleidsregel of verordening laten toetsen door een rechter?
Om een beleidsregel of verordening aan de kaak te stellen, moet een belanghebbende een besluit ‘uitlokken’ dat [deels] is gebaseerd op die beleidsregel of verordening. Bijvoorbeeld de weigering van een vergunning of ontheffing. Tegen een weigering van een vergunning staat bezwaar en beroep open. Dus dat weigeringsbesluit kan voorgelegd worden aan de rechter. In het bezwaarschrift of beroepschrift stelt de belanghebbende dan de beleidsregel aan de kaak en bepleit dat de beleidsregel onrechtmatig is en dus geen toepassing had mogen vinden. De bestuursrechter zal zich dan moeten buigen over de
rechtmatigheid van de beleidsregel. En dan blijkt dat de beleidsregel tóch door de rechter getoetst te worden. Indien het betoog slaagt, kan de beleidsregel onverbindend worden verklaard. Dat betekent dat die bepaling niet van toepassing is. Dat geldt ook voor een verordening. De bestuursrechter toetst het algemeen verbindend voorschrift aan hoger recht, algemene rechtsbeginselen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Wat houdt die toets van de bestuursrechter in?
Een bestuursorgaan heeft
beleidsvrijheid. Dat betekent dat een bestuursorgaan in grote mate zelf mag bepalen hoe het beleid wordt vormgegeven. In de regels toetst een rechter een beleidsregel of verordening terughoudend. Wel is het zo dat, naar mate de beleidsregel of de verordening ingrijpender is voor een belanghebbende, die toets ook indringender zal zijn.
Heeft u een vraag over het aanvechten van een beleidsregel of verordening? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op via
boogers@bg.legal.

[post_title] => Kunt u gemeentelijk beleid laten toetsen door de rechter?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kunt-u-gemeentelijk-beleid-laten-toetsen-door-de-rechter
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-10-30 09:56:39
[post_modified_gmt] => 2020-10-30 08:56:39
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22538
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 22485
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-10-28 16:13:25
[post_date_gmt] => 2020-10-28 15:13:25
[post_content] => In de praktijk komt het voor dat bedrijven niet alleen hun logo willen beschermen, maar ook de plek waar dit logo staat afgebeeld. Kan dit?
Zulke vragen spelen vooral een rol in de
fashion industrie: het rode label op de kontzak van Levi Strauss, de zwarte band om de bovenarm van DAILY PAPER, de drie strepen op de sneakers van Adidas. Allemaal voorbeelden van merken waarbij de combinatie van het logo en de positionering bekend zijn bij het publiek. Zulke merken noemen we ook wel
positiemerken.
Wat is een positiemerk?
Een positiemerk is een speciale vorm van het
merkenrecht. Het gaat hier om d
e combinatie van het merk en de positie daarvan. Alle merken hebben als voorwaarde dat zij onderscheidend vermogen moeten bezitten. Positiemerken hebben een
extra drempel: het merk moet zijn ingeburgerd bij het publiek. Met andere woorden: het moet gaan om een merk dat bekend is bij veel mensen en dus ook snel zal worden herkend.
In de fashionindustrie
Een merk die het meerdere malen heeft moeten uitvechten in de rechtszaal, is het
Franse schoenenhuis Louboutin. Sinds 2009 hebben zij een merkregistratie voor deze beroemde zool. Deze
merkregistratie is wel een vreemde eend in de bijt: het gaat hier om de combinatie van de kleur rood en de positie van deze kleur, namelijk op de onderkant van de schoen.
In de praktijk is het lastig om
een positiemerk te claimen, maar recent is er een
uitspraak geweest met succes. Het ging hier om de jassen van kledingbedrijf VF (links) en Carrefour (rechts). VF was van mening dat de jas van Carrefour inbreuk maakt op haar positiemerk: beide logo’s zijn in het zwart-wit, hebben een rechthoekige vorm en dezelfde horizontale lijn in het midden. En beide logo’s hebben ook nog eens dezelfde plek op de jas. Genoeg aanleiding tot verwarring bij de consument, vindt VF.

En zij kregen gelijk. De Franse ondernemingsrechtbank in Brussel was van mening dat het positiemerk van VF een groot
onderscheidend vermogen heeft vanwege de visuele eigenschappen: het logo is erg zichtbaar en eenvoudig waar te nemen. Bovendien is het merk bekend onder consumenten op de markt, wat haar positie nog sterker maakt. Met dit alles in het achterhoofd, is de kans op verwarring tussen de twee jassen zo groot, dat er sprake is van
merkinbreuk. Een overwinning voor VF.
Conclusie
Positiemerken zijn lastig: in deze blog zijn er twee succesvolle voorbeelden genoemd, maar het gaat ook vaak fout. Positiemerken is dan ook een
speciaal soort merk en is niet voor iedereen weggelegd. Maar, wanneer er aan de voorwaarden wordt voldaan, kan bescherming van uw logo op die specifieke plek zeer waardevol zijn.
Heeft u hier vragen over? Neem dan contact op.
[post_title] => Positiemerk: kan je dat beschermen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => positiemerk-kan-je-dat-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-02-01 10:04:03
[post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:04:03
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22485
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 22466
[post_author] => 19
[post_date] => 2020-10-28 10:32:22
[post_date_gmt] => 2020-10-28 09:32:22
[post_content] =>
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten
In verschillende
blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het
belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan een cruciale rol. Zo ook in een zaak die op
7 oktober 2020 speelde bij de hoogste bestuursrechter. Deze zaak legt mooi bloot hoe je een bestemmingsplan
wel én niet moet uitleggen. Voor de praktijk een illustratief voorbeeld, omdat de casus een heel gebruikelijke is: een uitzendbureau huurt van de pandeigenaar en gebruikt de woning vervolgens voor het
huisvesten van arbeidsmigranten.
De casus
Het gaat om een woning gelegen de gemeente Tholen. De eigenaar verhuurt de woning aan Green Talant, een uitzendorganisatie gericht op Poolse werknemers. Green Talent
verhuurt de woning vervolgens onder aan arbeidsmigranten. In verband met een
handhavingsverzoek is een procedure gestart. De gemeente had het
handhavingsverzoek afgewezen, omdat er geen sprake was van strijdig gebruik. Omwonenden, die het verzoek hadden ingediend, waren het daar niet mee eens. De zaak komt bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter.
Wat zegt het bestemmingsplan?
Het bestemmingsplan bepaalt wat welk gebruik ter plaatse van de woning mogelijk is. De woning is bestemd voor “
Wonen-Vrijstaand”. Dus een vrijstaande woning. De gronden die zijn bestemd voor een vrijstaande woning zijn bedoeld voor:
‘
het wonen daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen, logies met ontbijt en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten’
Is het huisvesten van arbeidsmigranten in strijd met dit gebruik?
Het gaat dan met name om de
vraag wat onder ‘wonen’ moet worden verstaan. Het bestemmingsplan kent géén definitie van ‘wonen’. Dat betekent volgens
vaste rechtspraak een grote hoeveelheid aan woonvormen mogelijk is, waaronder het huisvesten van
arbeidsmigranten:
“(…) nu de betekenis van de term "wonen" in het bestemmingsplan niet nader is bepaald en in het bestemmingsplan voor de betekenis van die term niet naar enig voorschrift is verwezen, voor de uitleg van die term terecht aansluiting gezocht bij het algemeen spraakgebruik en onder die term diverse uiteenlopende vormen van huisvesting begrepen. Gelet hierop en zoals eveneens kan worden afgeleid uit voormelde uitspraak heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat, onder deze omstandigheden, het gebruik van het pand ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers niet in strijd is met de daarop rustende bestemming.”
Het huisvesten van arbeidsmigranten is dus
toegestaan in de vrijstaande woning.
Wat verder interessant is, is het feit dat bestuursrechter kijkt naar het feitelijk gebruik. Daarmee bedoel ik het gebruik van de woning door arbeidsmigranten. Met andere woorden: het gegeven dat de woning ‘
bedrijfsmatig’ wordt gebruikt door de pandeigenaar en het uitzendbureau, betekent niet dat er niet langer sprake is van ‘wonen’. In de praktijk gebeurt het uiteraard veel vaker dat dergelijke woningen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Telkens blijft het feitelijk gebruik echter ‘wonen’. Let wel: de bestemming is hier ‘wonen[-vrijstaand]’ en niet – bijvoorbeeld – ‘
bedrijf’ of ‘
agrarisch’.
Spelen andere definities of planregels nog een rol?
Appellant verwijst vervolgens ook nog naar het begrip ‘
Bedrijfswoning’ waarin
wél is omschreven dat het wonen beperkt is tot (het huishouden van) één persoon. Op basis van die definitie zouden ter plaatse van de woning geen arbeidsmigranten gehuisvest mogen worden. De hoogste bestuursrechter gaat echter niet mee in deze stelling van appellant:
Dat het begrip "Bedrijfswoning" in de begripsomschrijvingen van de planregels wel is omschreven en “daarin is opgenomen dat het wonen is beperkt tot (het huishouden van) één persoon, betekent niet dat ook het gebruik van de gronden met de bestemming "Wonen-Vrijstaand" is beperkt tot het gebruik door één huishouden. Het plan maakt immers op die gronden geen bedrijfswoning mogelijk, zodat de begripsomschrijving van "bedrijfswoning" hier niet van toepassing is. Deze omschrijving is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, exclusief voorbehouden aan bedrijfswoningen.”
Met andere woorden: je kunt niet gaan ‘shoppen’ in de planregels en aanhaken bij een planregel die in dat geval goed uitkomt.
BG.legal zal deze
ontwikkelingen nauwgezet volgen.
Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op:
Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten.

[post_title] => Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bestemmingsplanregels-en-het-huisvesten-van-arbeidsmigranten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-10-28 10:32:58
[post_modified_gmt] => 2020-10-28 09:32:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22466
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 22825
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-11-20 13:59:43
[post_date_gmt] => 2020-11-20 12:59:43
[post_content] =>
Dit is een vervolg op het inleidende artikel "Van wie is het model"?
Niet alle klanten mogen de data die ze geanalyseerd willen hebben zomaar aan een ontwikkelaar geven. De klant kan eisen dat de ontwikkelaar zijn werknemers bij de klant laat werken. Als de klant dan ook nog alle controle over
de software en algoritmes die er worden ontwikkeld wil behouden, dan kom je uit bij
detachering. De ontwikkelaars gaan dan naar de klant om daar lokaal de ontwikkeling van het algoritme toe doen. De data blijft dan bij de klant staan en ook alle software blijft onder haar controle. Hoewel de ontwikkelaar zijn proces van voorbereiding van de data, modelkeuze en algoritme training zal doorlopen heeft hij minder controle over het eindproduct. De klant heeft namelijk nu ook controle over het proces om op basis van nieuwe data een nieuw algoritme te trainen. Dit is een grote verandering ten opzichte van een licentie op het algoritme.
Voor de ontwikkelaar
Als ontwikkelaar heb je in dit scenario vrij weinig controle. Je hebt echter ook bijna geen verantwoordelijkheden nadat de ontwikkeling afgelopen is. Alle software staat namelijk onder controle van de klant. Die zal in dit geval ook de uitleg van het algoritme zelf moeten doen aangezien de ontwikkeling onder haar
instructies is gebeurt.
Voor de klant
Als klant heb je in dit scenario maximale controle. Je hebt de ruimte om het ontwikkelingsproces aan te sturen, je kan alle
code bekijken en (laten)
controleren. Daarnaast behoud je ook de controle over je data. Je hebt verder ook nog de mogelijkheid om op basis van nieuwe data een vernieuwde versie van het algoritme te trainen. Daar staat tegenover dat je wel het grootste deel van de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid moet nemen voor het ontwikkelde product. Het uitleggen van het algoritme is ook jouw verantwoordelijkheid.
Conclusie
Deze
samenwerkingsvorm is het meest geschikt voor een klant die zware beperkingen heeft op het gebruik van haar data. Ze zal ook wat technische kennis moeten hebben om het project aan te sturen en af te ronden. De ontwikkelaar zal zijn beloning uit het uurtarief van haar medewerkers moeten halen, maar heeft nadat het project is afgerond weinig tot geen verantwoordelijkheden tegenover de klant. Uiteraard hoeft de ontwikkelaar tegenwoordig niet meer fysiek naar de klant toe. Hij kan ook op afstand inloggen op de systemen van de klant en op die manier blijft het hele project toch veilig bij de klant.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
AI/ML zijn niet in de wet verankerd. Dit betekent dat partijen die gaan werken met AI/ML
technologie over verschillende aspecten van de opdracht afspraken moeten maken om de onderlinge juridische posities alsnog te bepalen. Onderwerpen zoals de selectie van data(sets), hoe wordt een model getraind, hoe kan je je model en algoritmes beschermen, wie is waar verantwoordelijk / aansprakelijk voor, wie mag wat met het algoritme, wat mag er verwacht worden van het algoritme en (hoe) kunnen de uitkomsten van het model uitgelegd worden.
Lees ook de volgende artikelen die bij het inleidende artikel "Van wie is het model?" horen. Artikel
Algoritme als een Dienst en
Algoritme als Software.
Dit artikel is geschreven door
Robin Verhoef en Jos van der Wijst.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.

[post_title] => Algoritme via Detachering
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => algoritme-via-detachering
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-11-20 15:25:53
[post_modified_gmt] => 2020-11-20 14:25:53
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=22825
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1465
[max_num_pages] => 147
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 02fe9cdbb834e51e370ea133a62d0991
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:bf491918677a11e85f71741ecf12f5b1:0.84063400 17523110010.24019500 1752311002
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Dit is een vervolg op het inleidende artikel “Van wie is het model“? Niet alle klanten mogen de data die ze geanalyseerd willen hebben zomaar aan een ontwikkelaar geven. De...
Lees meer
Dit is een vervolg op het inleidende artikel “Van wie is het model“? Wat kunnen klant en ontwikkelaar van elkaar verwachten als het eindproduct een dienst wordt? De klant komt...
Lees meer
Essentie Het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi [Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs] houdt in dat degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt geen belemmeringen in de weg legt voor de totstandkoming...
Lees meer
Schizofrene patiënt maakt diverse betalingen over aan ‘vriendinnen’ in het buitenland. Is de behandelend psychiater aansprakelijk voor de financiële schade van deze verkwistende patiënt? De moeder van een schizofrene zoon...
Lees meer
Ook na aanbesteding is bestek leidend voor aanvang werk. Het bestek en de daarmee samenhangende documenten waaronder een nota van inlichtingen zijn leidend voor de vraag wat tussen partijen ten aanzien...
Lees meer
Artificial Intelligence verandert de wereld om ons heen. Zo ook de juridische wereld. In deze blog ga ik het hebben over het spanningsveld tussen AI en auteursrechten. Mensen kunnen auteursrechten...
Lees meer
Het toepassen van Artificial Intelligence (‘AI’) leidt soms tot vragen waar juridisch niet meteen een antwoord op te geven is. Bij AI worden modellen met datasets getraind zodat het model...
Lees meer
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter? We zien het nu veel bij huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van...
Lees meer
In de praktijk komt het voor dat bedrijven niet alleen hun logo willen beschermen, maar ook de plek waar dit logo staat afgebeeld. Kan dit? Zulke vragen spelen vooral een...
Lees meer
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten In verschillende blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan...
Lees meer