Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 41
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 41
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 400, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 31234
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2022-07-20 10:07:12
                    [post_date_gmt] => 2022-07-20 08:07:12
                    [post_content] => Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 juli 2022 een interessante uitspraak gedaan. Het hof heeft bepaald dat een merkhouder, in dit geval Koninklijke Philips N.V., aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een product waar het merk PHILIPS op was afgebeeld. Het product, een koffieapparaat, was door een Roemeense dochteronderneming van Philips geproduceerd (Saeco). Een Finse dochteronderneming van Philips had het koffieapparaat in Finland in de handel gebracht (Philips Oy). Bij de Finse koper ontstond brand in huis. Vastgesteld werd dat de brand was veroorzaakt door een defect aan het koffieapparaat. De verzekeraar heeft de schade vergoed aan de consument en wil deze schade verhalen op Koninklijke Philips N.V.

De Finse rechter in eerste aanleg (de käräjäoikeus) oordeelt dat Philips, op grond van productaansprakelijkheidsregelgeving, aansprakelijk is. Philips kan als producent worden aangemerkt omdat zij heeft toegestaan dat haar merk (PHILIPS) op het product is aangebracht.

De Finse rechter in hoger beroep (de hovioikeus) oordeelt dat Philips niet aansprakelijk kan worden gehouden. Immers, Philips heeft het product niet zelf in de handel gebracht. Dat heeft een dochteronderneming gedaan.

De Finse ‘Hoge Raad’ (de Korkein oikeus) vraagt het Europese Hof om uitleg. De productaansprakelijkheidsregelgeving in Europa is gebaseerd op een Europese richtlijn.

Het hof bepaalt in deze uitspraak dat het de consument makkelijk wordt gemaakt om verhaal te halen wanneer hij schade lijdt door een gebrekkig product. Meerdere partijen kunnen als ‘producent’ worden aangemerkt en zij zijn allen hoofdelijk aansprakelijk. De consument kan dus kiezen wie hij aansprakelijk stelt. Of hij kan bij meerdere langs zijn totdat zijn schade volledig is vergoed.

Als producent worden aangemerkt:
  • de fabrikant van een eindproduct,  de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel,
  • EN eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen.
Dus ook Koninklijk Philips N.V. die haar Roemeense dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om het merk PHILIPS op de producten aan te brengen en haar Finse dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om de producten met het merk PHILIPS daarop afgebeeld in Finland in de handel te brengen.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Bij het in licentie geven van een merk aan een derde (dochteronderneming of een ander) moet de merkhouder erop bedacht zijn dat hij door een consument hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schade door het product
  • Dus ook wanneer de merkhouder geen betrokkenheid heeft bij het produceren van het product en/of het in de handel brengen van het product
  • In de licentieovereenkomst zou een merkhouder hierop moeten anticiperen (vrijwaring door licentienemer, informatieplicht, verplichte aansprakelijkheidsverzekering, etc.).
De Europese productaansprakelijkheidsregelgeving wordt mogelijk herzien. In 2023 wordt daar een voorstel voor verwacht van de Europese Commissie. De huidige regelgeving is geschreven voor schade door fysieke producten (zoals een koffieapparaat). Het lijkt niet geschikt te zijn voor digitale producten zoals AI toepassingen. De huidige definities van ‘product’, ‘producent’ en ‘schade’ lijken niet te passen bij een AI toepassing. En hoe breng je een CE markering aan op een AI toepassing? Mocht u vragen hebben over productaansprakelijkheid, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Jos van der Wijst 2 [post_title] => Merkhouder aansprakelijk voor schade ook wanneer hij niet betrokken is bij productie van het product [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => merkhouder-aansprakelijk-voor-schade-ook-wanneer-hij-niet-betrokken-is-bij-productie-van-het-product [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-20 10:07:59 [post_modified_gmt] => 2022-07-20 08:07:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31234 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 31283 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-20 10:06:04 [post_date_gmt] => 2022-07-20 08:06:04 [post_content] => Bij gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde zelfstandig optreden tegen inbreuken. Over de exploitatie van het gemeenschappelijk werk beslissen de gerechtigden gezamenlijk.

Wat speelde er in deze zaak[1]

Door meerdere ontwikkelaars is samen het software programma Nxt software ontwikkeld. Een aantal ontwikkelaars hebben hun rechten (auteursrecht) op de software overgedragen aan een speciaal daarvoor opgerichte vennootschap: Jelurida IP BV. (‘Jelurida’) Deze is de software gaan beheren en door ontwikkelen. Zij biedt derden de mogelijkheid om deze software te gebruiken, waaronder deze (geheel of gedeeltelijk) over te nemen in eigen software. Maar wel onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Jelurida Public License (‘JPL’). Onderdeel daarvan vormt de verplichting om de ‘copyright notice’ steeds te vermelden. Met de copyright notice wordt duidelijk aangegeven dat Jelurida auteursrechthebbende is en dat aan het gebruik van de Nxt software voorwaarden verbonden zijn. Het bedrijf Apollo Fintech Ltd (‘Apollo’) heeft de Nxt software gebruikt als basis voor blockchain platform, waarop de cryptomunt Apollo Currency wordt aangeboden. Apollo heeft de copyright notice echter niet vermeld. Zij heeft evenmin de JPL opgenomen in haar software, hetgeen wel had gemoeten. In eerste aanleg heeft de kort geding rechter Apollo in het ongelijk gesteld en ge-/verboden op gelegd. Zij vond voldoende aannemelijk dat Jelurida tenminste mede-auteursrechthebbende was en dat zij gerechtigd was tot het exploiteren van de Nxt software onder toepassing van de JPL. Partijen zijn in hoger beroep gekomen van dit vonnis.

Mede-auteursrecht

Beide partijen gaan ervan uit dat de Nxt software door meerdere personen is ontwikkeld. Zowel Jelurida als Apollo claimen dat een of meer van deze personen de auteursrechten aan hen hebben overgedragen. Het hof onderzoekt allereerst of sprake is van:
  • één gemeenschappelijk werk: hiervan is sprake wanneer de bijdragen van de verschillende makers niet scheidbaar zijn. In dat geval is sprake van één auteursrecht dat aan de makers gemeenschappelijk toekomt. Dit kan alleen gezamenlijk door hen worden geëxploiteerd. Maar in het geval van een inbreuk, kan ieder afzonderlijk ‘handhavend’ optreden; of
  • een combinatie van afzonderlijke werken: in dat geval is sprake van meerdere auteursrechten en gaat iedere auteur over de exploitatie/handhaving van zijn/haar eigen werk.
Het hof oordeelt dat hier sprake is van een gemeenschappelijk werk, tenminste voor het ‘centrale server gedeelte’ van de software.  Het hof overweegt dat de Nxt software is ontwikkeld in een open source project, waarbij iedere geïnteresseerde aan de code kon bijdragen. Het overgrote deel van de code dat daarbij werd geschreven – ‘de Java-code’ – zag op de feitelijke werking van de software. Volgens het hof bestaat dit deel van de software niet uit scheidbare delen en dient het derhalve als een gemeenschappelijk werk te worden aangemerkt. Hieraan doet niets af dat Jelurida in een overzicht concreet had aangegeven welk deel van de Java-code door welke ontwikkelaar was geschreven. Het hof overweegt dat dit nog steeds geen ‘scheidbaar gedeelte’ oplevert en er dus sprake is van een gemeenschappelijk werk en niet van afzonderlijke werken. Apollo heeft niet betwist dat een substantieel deel van de Nxt software in haar software is overgenomen.

Overdracht auteursrecht

Het auteursrecht op bepaalde delen van de Nxt software is door ontwikkelaars schriftelijk aan Jelurida en Apollo overgedragen. Apollo heeft gesteld dat de overdrachtsakte van Jelurida niet (voldoende) specifiek zou zijn ten aanzien van wat er wordt overgedragen en dat niet is vermeld dat slechts een deel van het auteursrecht wordt overgedragen en welk deel. Het hof passeert dit verweer. In de overdrachtsakte was een verwijzing opgenomen naar een release datum met als bijlage documenten met code. Het hof vond dit voldoende gespecificeerd. In het document was verder per ontwikkelaar aangegeven voor welk percentage hij had bijgedragen. Ook dat vond het hof voldoende gespecificeerd.

Apollo medegerechtigde?

Apollo stelt dat zij geen inbreuk kan maken omdat een van de ontwikkelaars het auteursrecht aan haar had overgedragen. Daardoor is Apollo medegerechtigde geworden en kan zij dus geen inbreuk maken. De betreffende auteur is ter zitting (online) gehoord. Hij gaf aan dat hij niet meegeschreven heeft aan het ‘Java-code gedeelte’. Wel heeft hij meegeschreven (in JavaScript) aan de user interface. Dit deel staat los – en is dus scheidbaar van – de Java-code. Het hof gaat er daarom vanuit dat Apollo geen medegerechtigde is geworden van de Java-code, wat het grootste deel van de broncode omvat van de Nxt software. Maar zelfs al zou Apollo medegerechtigde zijn geworden, dan nog kan de vordering tegen haar worden ingesteld omdat:
  • De vordering is ingesteld tegen een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht
  • Het gebruik door Apollo geen gebruik is in de zin van artikel 3:169 BW maar in wezen een vorm van exploitatie is;
  • Exploitatie alleen met instemming van de deelgenoten tezamen kan plaatsvinden en Apollo toestond dat derden de Nxt software gebruikten zonder de JPL voorwaarden te respecteren.
  • Apollo niet heeft toegelicht waarom haar handelwijze met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is.
En dus wordt het vonnis, in overwegende mate, bekrachtigd door het hof.

Grensoverschrijdende bevelen

Jelurida had in eerste aanleg al gevorderd dat de bevelen ook worden opgelegd in EU Lidstaten buiten Nederland. In eerste aanleg is dat afgewezen. In hoger beroep komt het hof tot een ander oordeel.
  1. Ten aanzien van de vorderingen sub I (bevel tot nakoming van de JPL).
Deze vorderingen zullen in de andere EU lidstaten op eenzelfde manier worden beoordeeld als in Nederland. En dus kan dat bevel ook worden opgelegd voor de andere EU Lidstaten.
  1. Ten aanzien van vordering sub III (bevel tot het verstrekken van gegevens) en sub IV (bevel tot het uitsturen van berichten aan afnemers) is het oordeel anders. Het hof overweegt dat onvoldoende duidelijk is geworden dat in andere EU Lidstaten deze vorderingen op eenzelfde manier worden beoordeeld als in Nederland. En dus worden bevelen niet opgelegd voor andere EU Lidstaten.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Wanneer door meerdere personen/organisaties gezamenlijk software wordt geschreven, dan dient voor de (eventuele) overdracht van de IE-rechten aan een exploitatie vennootschap (‘IP BV’) de bijdrage van eenieder aan de software zorgvuldig te zijn vastgelegd.
  • Een extra complicerende factor daarbij is het gebruik van open source code en programmeurs die de software in verschillende landen ontwikkelen (per land moet dan worden beoordeeld of er auteursrecht ontstaat, of er een gemeenschappelijk auteursrecht kan ontstaan en hoe auteursrechten moeten worden overgedragen).
  • Bij een gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde optreden bij inbreuken. Gezamenlijk beslissen de gerechtigden over de exploitatie van het gemeenschappelijk auteursrecht.
Voor vragen over (gemeenschappelijk) auteursrecht op software kunt u terecht bij leden van onze sectie IT-recht. Jos van der Wijst [1] Gerechtshof Amsterdam, 12 juli 2022, zaaknummer: 200.285.607/01 (Apollo / Jelurida IP) [caption id="attachment_29428" align="alignleft" width="200"]Jos van der Wijst Jos van der Wijst[/caption] [post_title] => Gemeenschappelijk auteursrecht op software, wie heeft aanspraak op welk deel? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gemeenschappelijk-auteursrecht-op-software-wie-heeft-aanspraak-op-welk-deel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-20 10:37:51 [post_modified_gmt] => 2022-07-20 08:37:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31283 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 31624 [post_author] => 26 [post_date] => 2022-07-19 04:00:00 [post_date_gmt] => 2022-07-19 04:00:00 [post_content] => Een coöperatie spreekt met de leden af dat geschillen worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Als die commissie er niet komt, kan een ouder geschil met een lid niet zo maar worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter. Een coöperatie exploiteert een franchiseformule, waarmee zij zelfstandige administratie-, accountants- en belastingadvieskantoren faciliteert. In 2006 wordt een VOF lid van deze coöperatie. In de franchiseovereenkomst staat dat een lid bij vertrek een uittredingsvergoeding moet betalen. Een van de vennoten werkt niet alleen voor het eigen administratiekantoor maar ook op freelancebasis als interimmanager. Als de VOF in 2017 de franchiseovereenkomst opzegt, ontstaat er onduidelijkheid over de hoogte van de uittredingsvergoeding. De vennoot wil niet dat de omzet uit de interim werkzaamheden meetellen bij de omzet van de VOF, die weer bepalend is voor de uittredingsvergoeding. De coöperatie eist bij de rechtbank Amsterdam 49.411 euro, de VOF wil minder betalen.

Geschillenregeling

Toch hakt de rechtbank de knoop niet door. Kort voor de VOF uittrad, had de coöperatie een geschillenregeling vastgesteld. Geschillen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst, zoals over de uittredingsvergoeding, zullen bij uitsluiting in eerste instantie worden vastgesteld of beslecht door bindend advies door een eigen geschillencommissie. De VOF stelt: het geschil had dáár moeten worden behandeld, niet bij de rechtbank. Maar dat kán niet, zegt de coöperatie. Al snel bleek dat het niet lukte een geschillencommissie op te tuigen. Daarmee was de geschillenregeling niet uitvoerbaar. Tijdens de algemene ledenvergadering van 2018 is die regeling weer gewijzigd: geschillen worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter. Zo werkt dat niet, aldus de rechtbank. De geschillenregeling is gewijzigd nadat de VOF was uitgetreden. Die wijziging bindt de VOF dan ook niet – die heeft nog steeds recht op een geschillencommissie. Verder had de coöperatie best een ad hoc commissie kunnen samenstellen om over dit geschil een bindend advies uit te brengen. Als dat ook niet mogelijk was, had de coöperatie dit aan de VOF moeten laten weten. Ze hadden dan nadere afspraken kunnen maken, bijvoorbeeld om in afwijking van de geschillenregeling het geschil aan de burgerlijke rechter voor te leggen. Dat heeft de coöperatie niet gedaan. Opgeteld: de coöperatie is niet-ontvankelijk in haar vordering. Als de in het ongelijk gestelde partij wordt deze in de proceskosten veroordeeld: griffierecht 2.076 euro en advocaatkosten 2.228 euro. Wanneer u vragen heeft kunt u contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. ECLI:NL:RBAMS:2022:3653 [post_title] => Afspraak over geschillencommissie moet worden nagekomen [post_excerpt] => Een coöperatie spreekt met de leden af dat geschillen worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Als die commissie er niet komt, kan een ouder geschil met een lid niet zo maar worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter. Een [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => afspraak-over-geschillencommissie-moet-worden-nagekomen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:52:16 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:52:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-50349 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 31165 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-15 09:02:40 [post_date_gmt] => 2022-07-15 07:02:40 [post_content] => Procedures over de handelsnaam houden procederend Nederland goed bezig. Recent oordeelde de rechtbank Roermond over een conflict tussen de handelsnamen Mister Jobs en Mr. Jobs. Mister Jobs is een arbeidsbemiddelingsbureau, gevestigd in Amsterdam en Arnhem. Dit bureau is opgericht in 2017. Mr. Jobs is ook een arbeidsbemiddelingsbureau, gevestigd in Echt. Dit bureau is later opgericht dan Mister Jobs. Je zou dan ook denken, de handelsnamen lijken wel erg veel op elkaar. Ook doen de bedrijven hetzelfde. Oftewel, dit mag niet. Toch?

Geen inbreuk

Niets is minder waar. De rechtbank oordeelde dat Mr. Jobs geen inbreuk maakte op de handelsnaam van Mister Jobs. Mr. Jobs mag de naam dus blijven gebruiken. Dit mag omdat er volgens de rechter geen verwarringsgevaar is tussen de handelsnamen. Oftewel, het gevaar dat het publiek de bedrijven met elkaar verwart of denkt dat ze aan elkaar gelinkt zijn. Er is geen verwarringsgevaar omdat:
  1. De websites van de bedrijven inhoudelijk van elkaar afwijken;
  2. De term Mister en de afkorting Mr. zijn veelgebruikte termen van beschrijvende aard. Deze moeten voor iedereen vrij blijven om te gebruiken;
  3. Mister Jobs legt de focus op hoger opgeleid ICT-personeel. Mr. Jobs richt zich op personeel op MBO-niveau in de sectoren bouw, techniek, commercie, administratie, productie en logistiek. Hierdoor zijn de soort diensten die de bureaus aanbieden anders, aldus de rechter;
  4. Mister Jobs is gevestigd in Arnhem en Amsterdam. Mr. Jobs is gevestigd in Echt. Dat de websites van beide bedrijven in heel Nederland zijn te raadplegen is irrelevant. Het werkgebied waarin de bedrijven actief zijn is namelijk kleiner. Mister Jobs is actief in Midden-Nederland en de Randstad. Mr. Jobs is actief in Brabant en Limburg. Er zit geen overlap tussen de werkgebieden;

Omstandigheden van het geval

Zo zie je maar. Een procedure over een handelsnaam kan een gelopen race lijken, maar hoeft dit niet te zijn. Alles hangt af van de omstandigheden van het geval.

Alternatieve uitkomst

Naar mijn mening had deze zaak ook anders kunnen aflopen. Een andere rechter had  kunnen oordelen dat de bedrijven wel dezelfde diensten aanbieden. Dit zou naar mijn mening goed verdedigbaar zijn, omdat beide bedrijven actief zijn in de arbeidsbemiddelingsmarkt. Ook zou een andere rechter kunnen oordelen dat het werkgebied van de bedrijven groter is. Er is dan wél sprake van overlap tussen de werkgebieden. Om meer te weten over een handelsnaamrecht kun je ook onderstaande video bekijken:

Vragen?

Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt mag gebruiken? Of heb je een handelsnaamgeschil en wil je ons advies? Wij helpen je graag. Neem vrijblijvend contact op. Heb je regelmatig korte juridische marketingvragen? Dan is onze marketinghulplijn mogelijk iets voor jou! [post_title] => Maakt de handelsnaam Mr. Jobs inbreuk op de handelsnaam Mister Jobs? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => maakt-de-handelsnaam-mr-jobs-inbreuk-op-de-handelsnaam-mister-jobs [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:56:32 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:56:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31165 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 31126 [post_author] => 46 [post_date] => 2022-07-15 08:58:56 [post_date_gmt] => 2022-07-15 06:58:56 [post_content] => Werkgever en werknemer sluiten vaak onderling een vaststellingsovereenkomst (ook wel beëindigingsovereenkomst) genoemd om het dienstverband te beëindigen. In die vaststellingsovereenkomst spreken partijen voorwaarden af voor de beëindiging. Denk aan het veiligstellen van WW-rechten en betaling van een transitievergoeding. Een veelvoorkomende bepaling in een vaststellingsovereenkomst is de finale kwijting. Finale kwijting betekent dat partijen buiten de overeenkomst om niets meer over en weer van elkaar te vorderen hebben. Een werknemer kan dan achteraf niet meer zeggen dat hij eigenlijk recht had op een hoger salaris of uitbetaling van vakantiegeld. Een werkgever kan achteraf geen studiekosten meer verhalen op de werknemer.

Geld een het concurrentie- en relatiebeding nog na finale kwijting?

Finale kwijting is vaak algemeen geformuleerd. Dat kan leiden tot onduidelijkheid. Zo oordeelde de rechtbank Midden-Nederland in 2019 dat een concurrentie- en relatiebeding door de overeengekomen finale kwijting niet meer geldig is. In de rest van de vaststellingsovereenkomst was namelijk niets afgesproken over het concurrentie- en relatiebeding. Fact finale kwijting 1

Heeft de werknemer recht op nabetaling bij een (herindelingsprocedure) na finale kwijting?

De cao ziekenhuizen 2021-2023 stelt een andere eis voor finale kwijting. Deze cao kent onder andere het recht op nabetaling (artikel 7.1.6 van de cao ziekenhuizen). Dit houdt in dat een werknemer die is vertrokken tijdens een (her)indelingsprocedure, toch recht heeft op nabetaling over de periode van de vaststelling tot het einde van zijn dienstverband. Ook als de werknemer al uit dienst is. Artikel 7.1.6 lid 4 bepaalt dat bij finale kwijting voor beide partijen, dus werkgever en werknemer, duidelijk moet zijn dat afstand wordt gedaan van dit recht op nabetaling. De makkelijkste manier is om dit expliciet te vermelden in de bepaling over finale kwijting. Een bevestigde mailwisseling volstaat ook . Belangrijk is in ieder geval dat door partijen aandacht is besteed aan dit punt. Zo niet, dan kan de werknemer het verschil in salaris vorderen. De finale kwijting geldt dan dus niet. Een afsluitende tip is om kritisch te kijken naar de – veelal- standaardtekst van een vaststellingsovereenkomst. Dat kan latere kosten voorkomen. Bij vragen over de cao ziekenhuizen of het arbeidsrecht kunt u contact opnemen met Marlies Hol, advocaat arbeidsrecht bij BG.legal. Marlies Hol 1 [post_title] => Let op bij finale kwijting! De cao ziekenhuizen 2021-2023 stelt een andere eis voor [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => let-op-bij-finale-kwijting-de-cao-ziekenhuizen-2021-2023-stelt-een-andere-eis-voor [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:18:41 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:18:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31126 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 31099 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-07-12 10:17:02 [post_date_gmt] => 2022-07-12 08:17:02 [post_content] =>

Inleiding

Bij het vaststellen van een bestemmingsplan mag gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om regels op te stellen met een open norm, waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels, de zogenaamde dynamische verwijzing. Hierbij moet de norm in de planregels wel voldoende concreet en objectief worden begrensd. Daarin kan het wel eens mis gaan zoals blijkt uit de volgende zaak.

De kwestie

De gemeenteraad van Tholen heeft een paraplubestemmingsplan vastgesteld ten behoeve van het sturen op wenselijke vormen van huisvesting binnen de gemeente. In het beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen het besluit ter vaststelling van dit bestemmingsplan wordt onder meer betoogd dat een in het bestemmingsplan opgenomen planregel, die verwijst naar een beleidsnota over de huisvesting van internationale werknemers zoals hier, in strijd is met de rechtszekerheid. Dit omdat onvoldoende kenbaar is welke in de beleidsnota opgenomen bepalingen als beleidsregels moeten worden gekwalificeerd.

De Afdeling

De Afdeling overweegt dat als een raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan regels stelt, dan moeten die regels wel voldoende concreet en objectief begrensd zijn. De raad heeft in de desbetreffende planregels verwezen naar de beleidsnota, zonder aan te geven welke onderdelen daarvan hij als beleidsregels aanmerkt. Hierdoor zijn de planregels niet voldoende concreet en objectief begrensd. De omstandigheid zoals in deze zaak, dat in de planregels is bepaald dat een initiatief moet passen binnen de algemene beleidsuitgangspunten opgenomen in de beleidsnota, maakt die planregel niet voldoende concreet. De in de beleidsnota opgenomen kop ‘Algemene beleidsuitgangspunten’ is slechts één van de vele koppen binnen de kop ‘Beleidsdoel 1: voldoende kwalitatieve huisvesting op de juiste locaties’ terwijl de regels opgenomen in deze kop ‘Beleidsdoel 1’ volgens de door de gemeenteraad ter zitting gegeven toelichting juist hebben te gelden als beleidsregels. Kortom, de gemeenteraad heeft het plan voor zover het betreft de planregels waarin wordt verwezen naar de beleidsnota, niet zorgvuldig en in strijd met de rechtszekerheid heeft voorbereid. Hierdoor wordt naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende duidelijkheid geboden over wanneer in afwijking van het plan kamerverhuur mogelijk is, en aan welke regels een initiatief moet worden getoetst. Het oordeel van de Afdeling is dat het plan in deze vorm niet kon worden vastgesteld. De gemeenteraad moet dit gebrek herstellen. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers [post_title] => Verwijzing in bestemmingsplan naar beleidsregels moet voldoende concreet zijn [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verwijzing-in-bestemmingsplan-naar-beleidsregels-moet-voldoende-concreet-zijn [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-12 10:17:02 [post_modified_gmt] => 2022-07-12 08:17:02 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31099 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 31628 [post_author] => 26 [post_date] => 2022-07-11 04:00:00 [post_date_gmt] => 2022-07-11 04:00:00 [post_content] => De directie van de NS besluit de bevoegdheid 'buitengewoon opsporingsambtenaar' (boa) te laten vervallen binnen de functie hoofdconducteur. De ondernemingsraad van de NS verzet zich hiertegen en vraagt de Ondernemingskamer dit besluit in te trekken, maar deze wijst dit verzoek af. De NS verwacht mede door de coronacrisis in de periode tot en met 2024 een verminderde omzet van 4,7 miljard euro en verliezen van in totaal 1,9 miljard euro. Aangezien er geen middelen zijn om die verliezen op te vangen, heeft de NS een kostenbesparingsprogramma opgesteld. Sinds de jaren '90 worden alle hoofdconducteurs van de NS benoemd tot boa. Hiervoor moeten zij een opleiding volgen en een certificaat behalen dat eens in de vijf jaar moet worden verlengd. Uit onderzoek dat de vakbond in 2016 verrichtte onder 700 hoofdconducteurs blijkt dat 70 procent van hen de boa-bevoegdheid overbodig vindt. Van hen vindt 60 procent dat het gebruikmaken van deze bevoegdheid kan leiden tot meer agressie op het spoor. Door het schrappen van de bevoegdheid zou volgens de NS 5,7 miljoen euro bespaard worden.

Onafhankelijk onderzoek

De ondernemingsraad (or) maakt zich echter grote zorgen over de sociale veiligheid van de hoofdconducteurs en de reizigers als de boa-bevoegdheid wegvalt, zo schrijft de or in zijn advies. Het controleren van vervoersbewijzen en de controle op de orde, rust, veiligheid en goede bedrijfsgang in de trein met een strafrechtelijke vervolging kan alleen gedaan worden door medewerkers met een boa-bevoegdheid. Het is daarom essentieel dat zij in de treinen aanwezig zijn. De or wil dat de NS eerst onafhankelijk onderzoek laat doen naar de effecten van het vervallen van de boa-bevoegdheid voor de hoofdconducteur en de sociale veiligheid van NS-medewerkers en reizigers. Dit doet de NS niet.

Voldoende onderbouwde inschatting

De Ondernemingskamer oordeelt dat de NS een voldoende onderbouwde inschatting heeft gemaakt van de gevolgen die afschaffing van de boa-bevoegdheid van de hoofdconducteurs met zich mee kan brengen, en ook van de te verwachten effecten van afschaffing op de veiligheid van NS-medewerkers en reizigers. De werkzaamheden en bevoegdheden van de hoofdconducteur veranderen bijna niet na de afschaffing van de boa-bevoegdheid. Het enige verschil is dat de hoofdconducteur zonder die bevoegdheid niet langer de Basisregistratie Personen mag raadplegen om de door reizigers opgegeven adresgegevens te controleren, en dat hij niet meer zelf een proces-verbaal kan opstellen in de vorm van een zogenoemde 'combibon'. De hoofdconducteur moet daarvoor de assistentie van medewerkers van Veiligheid & Service (v&s) inroepen, zoals dat ook nu al gebeurt bij dreigende escalatie en agressie in de trein. De NS schat in dat dit 2 tot 4 procent van de meldingen betreft, zo'n 150 tot 300 extra assistentieverzoeken per jaar. Gelet op het totale aantal assistentieverzoeken per jaar (in 2021 waren dat er 37.410) kan die toename zonder meer worden opgevangen door v&s, aldus de reisorganisatie. De NS heeft bij de afweging van alle betrokken belangen dan ook in redelijkheid tot het genomen besluit kunnen komen en in redelijkheid kunnen besluiten geen aanvullend onderzoek te doen, zo beslist de Ondernemingskamer. De verzoeken van de ondernemingsraad worden daarom afgewezen. ECLI:NL:GHAMS:2022:1997 Wanneer u vragen heeft kunt u contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. [post_title] => De NS mag boa-bevoegdheid hoofdconducteurs laten vallen [post_excerpt] => De directie van de NS besluit de bevoegdheid 'buitengewoon opsporingsambtenaar' (boa) te laten vervallen binnen de functie hoofdconducteur. De ondernemingsraad van de NS verzet zich hiertegen en vraagt de Ondernemingskamer dit besluit in te trekken, [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => de-ns-mag-boa-bevoegdheid-hoofdconducteurs-laten-vallen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:52:37 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:52:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-50350 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 30945 [post_author] => 67 [post_date] => 2022-07-06 15:00:19 [post_date_gmt] => 2022-07-06 13:00:19 [post_content] =>

Betaling van niet opeisbare facturen vlak vóór faillissement

Op 15 juni 2022 heeft Rechtbank Gelderland geoordeeld dat de accountant, die in het zicht van faillissement betaling ontving van niet-opeisbare facturen, de ontvangen gelden (deels) moest terugbetalen aan de curator. In deze concrete zaak zijn de facturen per ommegaande voldaan, terwijl een betalingstermijn van 14 dagen was overeengekomen. Dat is in deze zaak van doorslaggevend belang geweest.

Grondslag - faillissementspauliana

Indien een betaling onverplicht is verricht en deze betaling tot benadeling van crediteuren heeft geleid, heeft de curator de mogelijkheid om de betaling te vernietigen met een beroep op de faillissementspauliana. Voor een geslaagd beroep op de faillissementspauliana is vereist dat zowel de latere failliet als de ontvanger van de betaling wist of behoorde te weten dat crediteuren (van de latere failliet) zouden worden benadeeld als gevolg van de betaling. Deze wetenschap van benadeling wordt op grond van artikel 43 lid 1 sub 2 Fw vermoed aanwezig te zijn als de betaling van niet-opeisbare vorderingen heeft plaatsgevonden binnen een jaar vóór de faillissementsuitspraak.

Onverplichte betaling?

De kantonrechter oordeelt – in lijn met bestaande jurisprudentie – dat de betaling van een niet-opeisbare factuur een onverplichte rechtshandeling is. Er is – ten aanzien van de betaling van facturen – pas sprake van een verplichte rechtshandeling als de factuur wordt betaald op of ná het verstrijken van de uiterlijke betaaltermijn.

Bijstand in aanloop naar faillissement

Op basis van de huidige ontwikkelingen in de jurisprudentie moet je als adviseur van een onderneming in zwaar weer goed opletten bij het formuleren van de overeenkomst van opdracht en de facturering van de werkzaamheden. Voor advocaten is inmiddels in de rechtspraak een uitzondering gecreëerd. Zij mogen – onder voorwaarden – kort voor het faillissement betaling ontvangen. Zou dit niet zijn toegestaan dan ontstaat de maatschappelijk onwenselijke situatie dat een onderneming niet in aanmerking kan komen voor rechtsbijstand in verband met een mogelijk faillissement omdat de aangezochte advocaat het risico loopt of denkt te lopen onbetaald te blijven. Dit kan ertoe leiden dat zo de toegang tot behoorlijke rechtsbijstand wordt geblokkeerd, juist op een moment dat die dringend nodig is. Deze uitzondering geldt vooralsnog niet voor andere adviseurs.

Lessen voor de praktijk

Ontvangt u als adviseur kort vóór het faillissement betaling van oude facturen (bijvoorbeeld in het kader van het samenstellen van de jaarrekening), dan loopt u een groot risico de ontvangen betalingen terug te moeten betalen aan de curator. Staat u als adviseur een onderneming in zwaar weer of ten tijde van saneringspogingen bij? Werk dan op basis van een voorschot en spreek af dat u uitsluitend werkzaamheden gaat verrichten indien uw factuur per ommegaande wordt voldaan. Hoewel deze systematiek (nog) niet waterdicht is, geldt dat de latere curator alsdan (in beginsel) geen beroep kan doen op de faillissementspauliana van artikel 42 Fw (voor onverplichte rechtshandelingen). Wel zou hij alsdan een beroep kunnen doen op de faillissementspauliana van artikel 47 Fw (voor verplichte rechtshandelingen), maar daar kleven ietwat andere (strengere) vereisten aan. Remco de Jong [post_title] => Kan ik als adviseur wel of geen betaling ontvangen vlak vóór faillissement? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kan-ik-als-adviseur-wel-of-geen-betaling-ontvangen-vlak-voor-faillissement [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-06 15:07:07 [post_modified_gmt] => 2022-07-06 13:07:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30945 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 30923 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-04 16:05:40 [post_date_gmt] => 2022-07-04 14:05:40 [post_content] => DUO heeft als uitvoerende organisatie op het gebied van onderwijs veel data. Van basisschoolleerlingen tot masterstudenten wordt er door DUO data verzameld. Omdat dit persoonsgegevens zijn, en vaak ook van kinderen, deelde DUO deze data niet op leerling niveau met onderzoekers. Er is uiteraard wel al data beschikbaar op school niveau, zoals de hoeveelheid leerlingen per onderwijsniveau. Daar komt nu verandering in. DUO geeft onderzoekers nu de mogelijkheid om een onderzoeksvraag op te sturen. Mocht de vraag passen bij de beschikbare data, dan krijgen de onderzoekers een synthetische dataset om hun onderzoek op te doen.

Wat is synthetische data?

Synthetische data is data die is gemaakt op basis van de onderliggende eigenschappen van een dataset. Met behulp van statistiek en machine learning wordt er gekeken naar de essentiële kenmerken van de individuen in de originele dataset. Op basis van deze essentiële kenmerken worden er nieuwe, fictieve individuen gegenereerd. Hierdoor zijn de originele individuen niet meer te herkennen, waardoor de dataset geen persoonsgegevens meer bevat.  Wel blijven de relaties tussen de verschillende kenmerken bewaard. Hierdoor kunnen onderzoekers de data nog steeds gebruiken voor hun onderzoek. DUO biedt zelfs aan om de aanpak van de onderzoekers nog te verifiëren op de echte data.        

Welke data heeft DUO dan?

DUO is betrokken bij al het reguliere onderwijs in Nederland, van de kinderopvang tot aan de universiteit. Hierdoor heeft DUO veel verschillende soorten data. Een kort overzicht:
  • Achtergrond kenmerken van alle leerlingen;
  • Samenstelling van scholen;
  • Resultaten van eindtoetsen en examens;
  • Studierichtingen en duur van de studie op het MBO, HBO en de universiteit.
Daarnaast is DUO betrokken bij de studiefinanciering, inburgering en het bijhouden van alle verleende diploma’s. Als onderzoekers deze data op leerling niveau kunnen onderzoeken dan biedt dit veel mogelijkheden. Er kan onderzoek worden gedaan naar het hele onderwijssysteem, het onderwijs binnen een instelling of juist naar de loopbaan van individuen.

Wat kan ik ermee?

De meeste lezers van dit artikel zullen geen onderwijswetenschappers zijn. Deze actie van DUO geeft voor alle organisaties die veel persoonsgegevens beheren waarop onderzoek kan worden gedaan een goed voorbeeld. Het is veel makkelijker en veiliger om synthetische data te delen en dan eventueel de resultaten te valideren. De AVG is niet van toepassing op de synthetische data en er is geen gevaar voor een datalek. Als private partij kan synthetische data ook nuttig zijn bij het delen van data. Voor vragen over het toepassen van synthetische data kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => DUO lanceert synthetische dataset [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => duo-lanceert-synthetische-dataset [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 15:00:23 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:00:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30923 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 31014 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-07-04 14:00:12 [post_date_gmt] => 2022-07-04 12:00:12 [post_content] => Wat zijn de mogelijkheden als er een nietigheidsprocedure aanhangig wordt gemaakt tegen uw modelaanvraag?

Modelrecht

Laten we beginnen bij het begin. Wanneer komt een model in aanmerking voor een modelregistratie? Een model moet nieuw zijn en een eigen karakter hebben. Wat betekenen deze twee voorwaarden precies? Een model is nieuw als er geen identiek model vóór de aanvraag aan het publiek beschikbaar is gesteld. Als het model beschikbaar is gesteld onder de voorwaarde van geheimhouding is er geen sprake van het beschikbaar stellen aan het publiek. Om een eigen karakter te hebben zal het model bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk moeten wekken dan een model dat al beschikbaar is gesteld aan het publiek. De geïnformeerde gebruiker is een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is door zijn persoonlijke ervaring, of door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector.[1]

Modelregistratie

Als aan alle voorwaarden zijn voldaan kan een modelrecht worden aangevraagd. Wij kunnen de aanvraag van het model ook uit handen nemen. Hiervoor hebben wij het product Modelregistratie in het leven geroepen. Klik hier voor meer informatie.

Inbreuk

Wat als blijkt dat het model na registratie inbreuk maakt op een recht van een ander. Dit kan zowel op het modelrecht, merkrecht of het auteursrecht zijn. De ander kan dan een nietigheidsprocedure aanhangig maken. Wat nu? Heeft u dan uw modelrecht verloren? Dit hoeft niet het geval te zijn.

Modelrecht in gewijzigde vorm

Vorm modelrecht Het Europees Hof van Justitie heeft uitspraak[2] gedaan over een modelrecht dat inbreuk maakt op een eerder ingeschreven merkrecht. Het gaat hier om het volgende litigieuze model: een hanger in uitgerekte hartvorm met de gravure van het woord “PIANEGONDA” op de rechterkant van de voorzijde. De houder van het woordmerk “PIANEGONDA” had een vordering tot nietigverklaring van het model ingesteld. Overeenkomstig artikel 25 lid 1 sub 1 GModVo[3] kan een model nietig worden verklaard als een woordmerk wordt gebruikt in een model. Tijdens de procedure heeft de modelhouder verzocht om het model te handhaven in gewijzigde vorm, namelijk zonder gravure van het woord “PIANEGONDA”. Afbeelding afkomstig uit betreffende uitspraak. Het HvJ heeft de nietigverklaring in stand gelaten maar heeft het verzoek van de modelhouder tot handhaving van het model in gewijzigde vorm ook toegewezen. Het model kan in gewijzigde vorm worden gehandhaafd, als het in die vorm aan de beschermingsvoorwaarden voldoet en de identiteit van het model behouden blijft. Het HvJ is van mening dat de mogelijkheid van inschrijving van het betrokken model in gewijzigde vorm, als alternatieve oplossing voor de nietigheid van het model in zijn geheel, een matiging van de sanctie is die ertoe strekt de evenredigheid ervan te waarborgen. Deze oplossing zal vaker van toepassing zijn als de nietigheid ziet op onbelangrijke details van het model.

Conclusie

Het is mogelijk om in uitzonderlijke gevallen wijzingen aan te brengen aan een nietig model en het model toch te behouden. Hierbij is het van belang dat het model in gewijzigde vorm aan alle criteria voor een modelregistratie voldoet. In een dergelijk geval kan een verzoek tot handhaving van een gewijzigd model tijdens een nietigheidsprocedure een manier zijn om de inschrijving van een model te redden.

Meer informatie?

Indien u vragen heeft over modelregistraties of merkregistraties, neem dan geheel vrijblijvend contact op met Mustafa Kahya (kahya@bg.legal). Mustafa Kahya nieuw 1               [1] HvJ PepsiCo/Grupo Promer C-281/10 [2] HvJ EU 25 oktober 2021, T-329/20, ECLI:EU:T:2021:732 (4B Company/Deenz Holding) [3] Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen [post_title] => Nietigverklaring modelaanvraag, wat nu? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nietigverklaring-modelaanvraag-wat-nu [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 13:55:36 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 11:55:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31014 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 31234 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-20 10:07:12 [post_date_gmt] => 2022-07-20 08:07:12 [post_content] => Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 juli 2022 een interessante uitspraak gedaan. Het hof heeft bepaald dat een merkhouder, in dit geval Koninklijke Philips N.V., aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een product waar het merk PHILIPS op was afgebeeld. Het product, een koffieapparaat, was door een Roemeense dochteronderneming van Philips geproduceerd (Saeco). Een Finse dochteronderneming van Philips had het koffieapparaat in Finland in de handel gebracht (Philips Oy). Bij de Finse koper ontstond brand in huis. Vastgesteld werd dat de brand was veroorzaakt door een defect aan het koffieapparaat. De verzekeraar heeft de schade vergoed aan de consument en wil deze schade verhalen op Koninklijke Philips N.V. De Finse rechter in eerste aanleg (de käräjäoikeus) oordeelt dat Philips, op grond van productaansprakelijkheidsregelgeving, aansprakelijk is. Philips kan als producent worden aangemerkt omdat zij heeft toegestaan dat haar merk (PHILIPS) op het product is aangebracht. De Finse rechter in hoger beroep (de hovioikeus) oordeelt dat Philips niet aansprakelijk kan worden gehouden. Immers, Philips heeft het product niet zelf in de handel gebracht. Dat heeft een dochteronderneming gedaan. De Finse ‘Hoge Raad’ (de Korkein oikeus) vraagt het Europese Hof om uitleg. De productaansprakelijkheidsregelgeving in Europa is gebaseerd op een Europese richtlijn. Het hof bepaalt in deze uitspraak dat het de consument makkelijk wordt gemaakt om verhaal te halen wanneer hij schade lijdt door een gebrekkig product. Meerdere partijen kunnen als ‘producent’ worden aangemerkt en zij zijn allen hoofdelijk aansprakelijk. De consument kan dus kiezen wie hij aansprakelijk stelt. Of hij kan bij meerdere langs zijn totdat zijn schade volledig is vergoed. Als producent worden aangemerkt:
  • de fabrikant van een eindproduct,  de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel,
  • EN eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen.
Dus ook Koninklijk Philips N.V. die haar Roemeense dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om het merk PHILIPS op de producten aan te brengen en haar Finse dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om de producten met het merk PHILIPS daarop afgebeeld in Finland in de handel te brengen.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Bij het in licentie geven van een merk aan een derde (dochteronderneming of een ander) moet de merkhouder erop bedacht zijn dat hij door een consument hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schade door het product
  • Dus ook wanneer de merkhouder geen betrokkenheid heeft bij het produceren van het product en/of het in de handel brengen van het product
  • In de licentieovereenkomst zou een merkhouder hierop moeten anticiperen (vrijwaring door licentienemer, informatieplicht, verplichte aansprakelijkheidsverzekering, etc.).
De Europese productaansprakelijkheidsregelgeving wordt mogelijk herzien. In 2023 wordt daar een voorstel voor verwacht van de Europese Commissie. De huidige regelgeving is geschreven voor schade door fysieke producten (zoals een koffieapparaat). Het lijkt niet geschikt te zijn voor digitale producten zoals AI toepassingen. De huidige definities van ‘product’, ‘producent’ en ‘schade’ lijken niet te passen bij een AI toepassing. En hoe breng je een CE markering aan op een AI toepassing? Mocht u vragen hebben over productaansprakelijkheid, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Jos van der Wijst 2 [post_title] => Merkhouder aansprakelijk voor schade ook wanneer hij niet betrokken is bij productie van het product [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => merkhouder-aansprakelijk-voor-schade-ook-wanneer-hij-niet-betrokken-is-bij-productie-van-het-product [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-20 10:07:59 [post_modified_gmt] => 2022-07-20 08:07:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31234 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 66d2c9487125c93ed7f9045877a899fd [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 juli 2022 een interessante uitspraak gedaan. Het hof heeft bepaald dat een merkhouder, in dit geval Koninklijke Philips N.V., aansprakelijk is voor...
Lees meer
Bij gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde zelfstandig optreden tegen inbreuken. Over de exploitatie van het gemeenschappelijk werk beslissen de gerechtigden gezamenlijk. Wat speelde er in deze zaak[1] Door meerdere ontwikkelaars...
Lees meer
Een coöperatie spreekt met de leden af dat geschillen worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Als die commissie er niet komt, kan een ouder geschil met een lid niet zo maar worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter. Een
Lees meer
Procedures over de handelsnaam houden procederend Nederland goed bezig. Recent oordeelde de rechtbank Roermond over een conflict tussen de handelsnamen Mister Jobs en Mr. Jobs. Mister Jobs is een arbeidsbemiddelingsbureau,...
Lees meer
Werkgever en werknemer sluiten vaak onderling een vaststellingsovereenkomst (ook wel beëindigingsovereenkomst) genoemd om het dienstverband te beëindigen. In die vaststellingsovereenkomst spreken partijen voorwaarden af voor de beëindiging. Denk aan het...
Lees meer
Inleiding Bij het vaststellen van een bestemmingsplan mag gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om regels op te stellen met een open norm, waarvan de uitleg bij de uitoefening van...
Lees meer
De directie van de NS besluit de bevoegdheid 'buitengewoon opsporingsambtenaar' (boa) te laten vervallen binnen de functie hoofdconducteur. De ondernemingsraad van de NS verzet zich hiertegen en vraagt de Ondernemingskamer dit besluit in te trekken,
Lees meer
Betaling van niet opeisbare facturen vlak vóór faillissement Op 15 juni 2022 heeft Rechtbank Gelderland geoordeeld dat de accountant, die in het zicht van faillissement betaling ontving van niet-opeisbare facturen,...
Lees meer
DUO heeft als uitvoerende organisatie op het gebied van onderwijs veel data. Van basisschoolleerlingen tot masterstudenten wordt er door DUO data verzameld. Omdat dit persoonsgegevens zijn, en vaak ook van...
Lees meer
Wat zijn de mogelijkheden als er een nietigheidsprocedure aanhangig wordt gemaakt tegen uw modelaanvraag? Modelrecht Laten we beginnen bij het begin. Wanneer komt een model in aanmerking voor een modelregistratie?...
Lees meer