WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 57
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 57
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1414
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 560, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 27967
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-12-03 10:09:12
[post_date_gmt] => 2021-12-03 09:09:12
[post_content] => Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft de rechtbank Den Haag zich namelijk gebogen over de vraag of er inbreuk werd gemaakt op het auteursrecht van een illustratrice door het te koop aanbieden van verschillende soorten inpakpapier waarop een door haar gemaakt silhouet van Sinterklaas was afgebeeld.[1]
Wat ging eraan vooraf?
Een illustratrice van kinderboeken heeft in opdracht van het bedrijf Teleac/NOT de onderstaande afbeelding van het silhouet van Sinterklaas gemaakt. De afbeelding is gebruikt in lesmateriaal voor het basisonderwijs.
Afbeelding afkomstig uit het vonnis, r.o. 4.6.
Gedaagde produceert cadeau- en inpakpapier. Voor het ontwerp schakelt zij een extern teken- en adviesbureau in. Dit bureau heeft een aantal ontwerpen aangeleverd, waarbij de keuze onder meer is gevallen op de onderstaande drie dessins.
Afbeeldingen afkomstig uit het vonnis, r.o. 2.5.
Gedaagde heeft deze ontwerpen in haar webshop te koop aangeboden. De illustratrice herkende haar eigen tekening in het cadeaupapier en heeft gedaagde vervolgens aangeschreven. Zij eist dat de inbreuk op haar auteursrecht wordt gestaakt en dat de schade die zij daardoor heeft opgelopen wordt vergoed.
Is het silhouet van sinterklaas auteursrechtelijk beschermd?
Volgens de illustratrice wordt haar illustratie van het silhouet van Sinterklaas gekenmerkt door een aantal elementen. Zo heeft de illustratrice ervoor gekozen om het paard al lopend af te beelden, waarbij het paard zijn hoofd licht gebogen houdt. Daarnaast zit de Sinterklaas ontspannen op zijn paard, waardoor er een gemoedelijke indruk zou ontstaan. De overige keuzes die de illustratrice heeft gemaakt bij het ontwerpen van de afbeelding, zou men terug kunnen zien in de volgende details: (i) het afbeelden van de teugels, (ii) het weglaten van de staf, (iii) de positie van de staart van het paard en (iv) de manier waarop het haar en de baard van Sinterklaas wordt afgebeeld.
De werktoets
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk een eigen oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen (EOK & PS).[2] Dit houdt in dat het werk niet ontleend mag zijn aan dat van een ander en dat de maker creatieve keuzes heeft gemaakt bij het scheppen van zijn werk. Aan het laatstgenoemde is niet voldaan wanneer het werk dusdanig banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen.[3]
Oordeel van de kantonrechter
Volgens de kantonrechter zijn de elementen ieder afzonderlijk niet bijzonder en voor een deel zelfs triviaal te noemen. De kledij en karakteristieke kenmerken van Sinterklaas worden namelijk grotendeels bepaald door de conventie. Anders zou het publiek Sinterklaas niet meer kunnen herkennen in het silhouet. De kantonrechter meent echter dat de elementen tezamen een voldoende eigen gezicht geven aan de afbeelding, waardoor deze toch voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
Vervolgens dient gekeken te worden of er ook sprake is van een auteursrechtinbreuk. De kantonrechter geeft aan dat de afbeelding op het inpakpapier dezelfde totaalindruk werkt als de afbeelding van de illustratrice, omdat deze één op één is overgenomen.[4] De kantonrechter concludeert dan ook dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en wijst de vordering (gedeeltelijk) toe.
Conclusie
Ook een verzameling van niet beschermde elementen – e.g. de uiterlijke kenmerken van Sinterklaas - kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, mits deze verzameling het persoonlijk stempel van de maker draagt.[5]
[1] Rb. ’s-Gravenhage 23 augustus 2019, ECLI:NL:RBDHA:2018:9945.
[2] HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Romme/Van Dale), r.o. 3.4.
[3] HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes), r.o. 4.5.1.
[4] HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke), r.o. 4.2.
[5] Rb. Oost-Brabant 25 maart 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1908 (Philips/Lidl), r.o. 4.10.
[post_title] => Silhouet sinterklaas: auteursrechtinbreuk met inpakpapier
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => silhouet-sinterklaas-auteursrechtinbreuk-met-inpakpapier
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-25 12:31:13
[post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:31:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27967
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 27956
[post_author] => 16
[post_date] => 2021-12-02 15:53:37
[post_date_gmt] => 2021-12-02 14:53:37
[post_content] => Helaas raakt een geheel onschuldige partij gewond in het verkeer door het haantjesgedrag op de snelweg. Helaas zien we steeds meer ‘korte lontjes’ in het verkeer, met materiële schade als gevolg maar ook vaak letselschade.
De automobilist in deze zaak, die volgens het oordeel van de rechtbank voor 70% aansprakelijk is, is doorgereden en kon niet meer achterhaald worden.
De casus
Op de snelweg week een bestuurder van de Opel, die op de meest linker rijstrook reed, naar rechts uit nu hij werd gesneden door de bestuurder van een Volvo. Door deze uitwijkmanoeuvre van de Opel werd een Ford Transit geraakt. De bestuurster van deze Ford kon haar auto onder controle houden, maar liep wel letsel op.
Getuigen
Er zijn veel getuigen nu meerdere auto’s op de snelweg tot stilstand kwamen vanwege de situatie. Uit de verklaringen blijkt o.a. dat de bestuurder van de Volvo de bestuurder van de Opel rechts had ingehaald en hierbij de bestuurder van de Opel had gesneden.
Echter de bestuurder van de Opel gaat ook niet vrijuit. Volgens getuigen reed hij met een in ieder geval behoorlijk boven de toegestane snelheid. Ook was hij eerder aan het bumperkleven op de Volvo.
Oordeel rechter
Op basis van de verklaringen gaat de rechter ervan uit dat de bestuurder van de Volvo een verkeersfout heeft gemaakt door de Opel rechts in te halen, zonder richting aan te geven van rijstrook wisselen en daarbij de Opel heeft gesneden.
Echter ook de bestuurder van de Opel reed te hard en heeft hierdoor ook bijgedragen aan de totstandkoming van het ongeval. Als de bestuurder van de Opel zich aan de maximum snelheid had gehouden zou hij even snel hebben gereden als de bestuurster van de Ford. In dat geval had hij na het afsnijden door de Volvo probleemloos kunnen uitwijken naar de middelste rijstrook. De bestuurster van de Ford zou dan immers voor hem en niet naast hem hebben gereden.
De rechter oordeelt dat de Volvo voor 70% heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en voor 30% heeft de bestuurder van de Opel bijgedragen aan het ongeval.
Nu de bestuurder van de Volvo nooit is achterhaald zal het Waarborgfonds de letselschade van de vrouw regelen, waarbij dus 30% ten laste komt voor de verzekeraar van de bestuurder van de Opel.
Strafrecht
Het is onduidelijk of partijen [in dit geval de bestuurder van de Opel, nu de bestuurder van de Volvo niet meer was te achterhalen] strafrechtelijk zijn vervolgd.
Immers bumperkleven, het te dicht op een voorganger rijden, is strafbaar gesteld [art. 19RVV].
Bij de strafoplegging is de afstand tot de voorganger, maar ook de gereden snelheid relevant voor het bepalen van de strafmaat. Daarnaast speelt ook een rol of er sprake is van het veroorzaken van een ernstig ongeval.
Volledige uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2020:12575
[post_title] => Haantjesgedrag op de snelweg veroorzaakt letselschade
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => haantjesgedrag-op-de-snelweg-veroorzaakt-letselschade
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-02 15:53:37
[post_modified_gmt] => 2021-12-02 14:53:37
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27956
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 27924
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-12-01 13:50:43
[post_date_gmt] => 2021-12-01 12:50:43
[post_content] => Ben jij een MKB bedrijf dat activiteiten naar/in het buitenland wilt uitbreiden en je hebt daarbij juridisch advies nodig, dan kun je zelfs dit jaar nog gebruik maken van een financiële tegemoetkoming. Laat geen geld liggen!
Wat is de regeling
Het gaat om de Starters International Business (SIB) kennisvoucher. Van 1 november tot en met 31 december 2021 is in totaal nog € 400.000 beschikbaar gesteld voor kennisvouchers. Van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 is erop nieuw budget met een subsidieplafond van € 400.000.
Waar geldt de regeling voor
De regeling ziet op MKB bedrijven die duurzaam willen uitbreiden naar een specifieke buitenlandse markt. Met deze regeling kun je een voucher krijgen voor juridische diensten zoals:
- bestaande contracten laten beoordelen of nieuwe contracten laten opstellen;
- algemene voorwaarden bij exporttransacties laten opstellen;
- een merk laten registreren;
- andere juridische adviezen krijgen over duurzaam uitbreiden naar het buitenland, zoals arbeidsrecht.
BG.legal kan je hierbij ondersteunen.
Voor verschillende cliënten hebben wij dit jaar de kennisvoucher in kunnen zetten. Daarvoor hebben wij werkzaamheden verricht zoals:
- het registreren van Benelux/Europese merkregistraties
- het opstellen van distributieovereenkomsten
- het opstellen van resellersovereenkomsten
- het opstellen van Software-as-a-Service overeenkomsten
- het opstellen van agentuurovereenkomsten
- het opstellen van algemene verkoopvoorwaarden
- het adviseren over de positie van een buitenlandse agent / distributeur
- het adviseren over een internationale franchiseformule
Wat vergoedt de voucher
De SIB Kennisvoucher is goed voor 50% van de kosten en bedraagt
maximaal € 2.500 exclusief btw. Dit betekent dat RVO ons 50% van de kosten, tot maximaal € 2.500 exclusief btw, betaalt. Het restant van de factuur betaalt de cliënt.
Hoe werkt het
Wij maken een offerte voor de werkzaamheden die wij voor u gaan verrichten. Dit zijn werkzaamheden die vallen onder het bereik van de SIB voucherregeling. Deze offerte uploadt u, samen met mijn CV, in het RVO portal in. Daarbij beantwoordt u enkele vragen. Vervolgens beslist RVO over toekenning van de voucher. Dit gaat vrij snel. Vervolgens hebben we 6 maanden om de werkzaamheden te verrichten en u de factuur te sturen. Deze factuur uploadt u in het RVO portal. RVO betaalt ons op basis van de kennisvoucher en u betaalt het restant.
Laat geen geld liggen!
Dit is een mooie kans. Aan u om de kans te grijpen. Mocht u er vragen bij hebben dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[post_title] => Financiële tegemoetkoming voor Juridisch advies
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => financiele-tegemoetkoming-voor-juridisch-advies
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-01 13:53:37
[post_modified_gmt] => 2021-12-01 12:53:37
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27924
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 27869
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-26 10:44:20
[post_date_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content] =>
Huisvesting senioren
De
vergrijzing van Nederland noopt tot het ontwikkelen en bouwen van meer seniorenhuisvesting. Huisvesting waar wonen zo nodig met
zorg kan worden gecombineerd.
Gezamenlijke aanpak
De
Taskforce Wonen en Zorg is een initiatief van VNG, Aedes, ActiZ, ZN en de ministeries VWS en BZK en stimuleert en ondersteunt gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties bij een gezamenlijke aanpak van de woonzorgopgave. Dit is
hard nodig.
De Taskforce roept gemeenten op om na te denken over hun visie op de
huisvesting van senioren en dat te vertalen naar gebiedsgerichte programmering en prestatieafspraken met marktpartijen zodat er daadwerkelijk meer
woningproductie kan en zal worden gedraaid. Een oproep die alleen maar ondersteund kan worden.
[post_title] => Sturing op seniorenhuisvesting is nodig!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => sturing-op-seniorenhuisvesting-is-nodig
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-26 10:44:20
[post_modified_gmt] => 2021-11-26 09:44:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27869
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 27756
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-17 14:09:27
[post_date_gmt] => 2021-11-17 13:09:27
[post_content] => De prijs blijft bij inkoop van zorg en hier meer specifiek huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) de gemoederen bezighouden.
In de hier besproken zaak is geoordeeld dat de
AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)
Reële prijs Wmo 2015 ook van toepassing is op de inkoop via een zogenoemde ‘open house’ procedure.
Feiten
Een aantal gemeenten koopt gezamenlijk, via hun samenwerkingsverband ‘Regio Gooi en Vechtstreek’ huishoudelijke hulp op grond van de Wmo in. De Regio heeft een
nieuwe open house-procedure aangekondigd voor 2019 en 2020. Het desbetreffende toelatingsdocument houdt in dat de daarin genoemde uurtarieven jaarlijks worden geïndexeerd voor het eerst per 1 januari 2019, met dien verstande dat de gemeenten zich het recht voorbehouden de indexering te beperken tot 2%. Het toelatingsdocument houdt voorts in dat er tevens een specifieke extra indexatie kan plaatsvinden voor de periode vanaf 1 mei 2018.
Een thuiszorginstelling is het hiermee
oneens en vordert in kort geding de gemeenten te veroordelen een onafhankelijke registeraccountant aan de hand van de rekentool een kostenonderzoek op het prijspeil 2019 voor tarieven 2019 in de regio uit te laten voeren met inachtneming van de AMvB Reële prijs Wmo 2015.
De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen. Het hof in hoger beroep heeft echter de vordering alsnog toegewezen. Het hof heeft het standpunt van de gemeenten verworpen dat de AMvB Reële prijs Wmo 2015 niet van toepassing is op inkoop via een open house-procedure. Gelet op de doelstelling van de AMvB moet het ervoor worden gehouden dat de werking daarvan niet beperkt is tot opdrachten die in het kader van een aanbesteding zijn gegund, aldus het hof.
Juridische beoordeling Hoge Raad
Uit de nota van inlichting bij de AMvB blijkt dat de aanleiding van de regeling is het
tegengaan van een zodanige daling van de tarieven voor huishoudelijke verzorging of hulp dat de kwaliteit en continuïteit van die zorg en hulp in het gedrang komen. Dat belang geldt zowel bij inkoop door gemeenten via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, waarbij de opdracht wordt gegund op grond van de economisch meest voordelige inschrijving (art. 2.6.4 lid 2 Wmo 2015), als bij inkoop via een toelatingsprocedure als de onderhavige open house-procedure, waarbij wordt gecontracteerd met alle inschrijvers die aan de gestelde criteria voldoen.
Aanbestedingsprocedure
Daarom moet aldus de Hoge Raad worden aangenomen dat waar in de AMvB Reële prijs Wmo 2015 en de nota van toelichting de term ‘
aanbesteding’ of ‘aanbestedingsprocedure’ wordt gebruikt, daarmee
niet bedoeld is dat de AMvB alleen van toepassing is als een gemeente hulp of zorg inkoopt via een aanbestedingsprocedure in de zin van de Aanbestedingswet 2012.
Zie de
volledige uitspraak op rechtspraak.nl
[post_title] => AMvB Reële prijs Wmo 2015 van toepassing op ‘open house’
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => amvb-reele-prijs-wmo-2015-van-toepassing-op-open-house
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-18 10:27:25
[post_modified_gmt] => 2021-11-18 09:27:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27756
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 27697
[post_author] => 10
[post_date] => 2021-11-12 08:29:42
[post_date_gmt] => 2021-11-12 07:29:42
[post_content] => Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de nieuwe
Gids proportionaliteit gepubliceerd. Met de alweer
derde herziening van de Gids wordt beoogd de buitensporige toepassing bij aanbestedingen van rechtsverwerkingsclausules (ook wel Grossmann-clausules genoemd) te beperken en daarnaast een goede klachtafhandeling te bevorderen.
De nieuwe Gids proportionaliteit biedt
praktische handvatten bij
aanbestedingen voor een proportionele toepassing van rechtsverwerkingsclausules. Het gaat daarbij om het evenwicht tussen zo vroeg mogelijk vragen stellen door opdrachtnemers en een redelijke opstelling van opdrachtgevers wat betreft rechtsverwerking. Doel is dat daarmee de balans tussen de belangen van opdrachtgevers en opdrachtnemers wordt hersteld.
Voornamelijk
hoofdstuk 4 (de aanbestedingsfase) van de nieuwe Gids proportionaliteit is aangepast.
Per 1 januari 2022 treedt de nieuwe Gids proportionaliteit in werking.
[post_title] => Nieuwe Gids proportionaliteit vanaf 1 januari 2022
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nieuwe-gids-proportionaliteit-vanaf-1-januari-2022
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-12 08:50:06
[post_modified_gmt] => 2021-11-12 07:50:06
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27697
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 27662
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-09 10:19:49
[post_date_gmt] => 2021-11-09 09:19:49
[post_content] => Tegenwoordig is het mogelijk om alles in de
cloud te doen, je hoeft alleen een computer met een internetverbinding te hebben. Je hoeft alleen maar in te loggen en al het zware rekenwerk wordt in de cloud gedaan. Zodra je de wereld van clouddiensten betreedt kom je een aantal verschillende typen diensten tegen met pakkende namen als
IaaS,
PaaS en
SaaS. Deze typen zijn eigenlijk verschillende dieren en ze hebben allemaal hun eigen voor en nadelen. In dit artikel zal ik de verschillen tussen IaaS, PaaS en SaaS bespreken en daarna de juridische gevolgen toelichten.
Een algemeen voordeel van
as a Service (aaS) diensten is dat je niet zelf de servers hoeft te kopen en beheren. Hierdoor kan je veel sneller meer capaciteit installeren en hoef je geen extra fysieke ruimte te reserveren om servers neer te zetten. Daar staat tegenover dat je voor alle aaS diensten afhankelijk bent van zowel de aanbieder als een stabiele internetverbinding. Dit kan voor sommigen geen probleem zijn maar voor anderen onacceptabel.
Software as a Service (SaaS)
Het eerste type is de SaaS. Een SaaS is als een goudvis, zolang je
blijft betalen blijft de dienst werken. Je hoeft maar het minimale aan onderhoud te doen en je hoeft eventuele problemen niet zelf op te lossen. Een voorbeeld van een SaaS is Google Drive. Je kan er je bestanden in opslaan, maar wel alleen maar zoals Google dat wil.
Het voordeel van een SaaS oplossing is dat je als gebruiker niet verantwoordelijk bent voor het draaiend houden van het product. De aanbieder regelt de beveiliging, de servers en die zorg voor het onderhoud. Hierdoor is een SaaS oplossing de laagdrempeligste aaS van de drie.
Het voordeel van de SaaS kan ook een zwakte zijn. Je hebt als gebruiker (bijna) geen mogelijkheden om nieuwe functies toe te voegen en ook weinig controle over hoe de dienst achter de schermen werkt. Zo is het niet mogelijk om als gebruiker Google te dwingen om jouw bestanden alleen in de EU op te slaan.
Platform as a Service (PaaS)
Een PaaS is opener dan een SaaS. Je kan een PaaS vergelijken met een hond, je hebt er
zelf werk aan. Bij een PaaS krijg je ruimte waarop je andere programma’s kunt draaien. Een voorbeeld hiervan is een remote desktop. Hierop kun je allemaal programma’s draaien, maar de aanbieder bepaalt welk besturingssysteem erop staat en wanneer er updates uitgevoerd worden.
Bij een PaaS heb je als gebruiker meer controle. Je kunt zelf programma’s installeren en ontwikkelen en hierdoor nieuwe functionaliteiten toe voegen. De aanbieder regelt nog steeds de fundamentele beveiliging van de servers en van het besturingssysteem en zorgt ook dat de nodige updates uitgevoerd worden.
Het nadeel van de PaaS is dat je als gebruiker meer verantwoordelijkheid krijgt. Je moet er zeker van zijn dat alle programma’s die je installeert ook veilig zijn en dat je geen fouten maakt in het ontwikkelen van nieuwe programma’s.
Infrastructure as a Service (IaaS)
Een IaaS biedt de meeste vrijheid die je kan hebben zonder zelf servers te hebben. Het is alsof je een nest puppies hebt,
je mag en moet ze zelf opvoeden. Je kunt zelf je besturingssysteem kiezen, hoe je alles inricht, welke programma’s en wat er gebeurt. Amazon Web Services (AWS) is hier een voorbeeld van.
Het voordeel van een IaaS is dat je de voordelen hebt van eigen servers zonder dat je zelf servers hoeft te kopen of te onderhouden. Je krijgt een lege huls die je zelf in kunt richten en als het nodig is kun je er in een paar minuten 100 kopieen van maken.
Het nadeel van een IaaS is dat deze aaS het meeste kennis en vakmanschap vereist. Je bent namelijk verantwoordelijk voor alles behalve de fysieke server en de internetverbinding. Hiervoor moet je dus weten hoe je je besturingssysteem veilig houdt, hoe je zorgt dat alle programma’s zijn ingesteld en meer.
On premise
Als je alles zelf wil regelen dan kan je de
software afnemen en op je eigen servers laten draaien. Dit is een huishouden met drie kinderen, maar dan zonder een school of kinderopvang. Je moet alles zelf doen en bent overal verantwoordelijk voor. Aan de andere kant heb je zelf de controle en heb je dus de vrijheid om alles in te richten zoals je wil. Dit is wat Google, Amazon en Microsoft doen. Die gebruiken alleen hun eigen servers.
Vergelijking
In de tabel bovenaan dit artikel staat een overzicht van welke partij wat regelt. In principe geldt dat je als afnemer mag verwachten dat het deel wat de dienstverlener regelt goed werkt en dat je dienstverlener daar ook binnen de contractuele grenzen aansprakelijk voor is. Zo hoort
AWS 24 uur per dag beschikbaar te zijn.
Amazon geeft een garantie dat AWS 99,99% van de tijd beschikbaar zijn. Dat betekent dat AWS maximaal 0,144 minuten per dag niet beschikbaar mag zijn. Als dit wordt overschreden krijgen klanten een kleine schadevergoeding.
De twee grote keuzes die er gemaakt moeten worden zijn de hoeveelheid controle die je als gebruiker wilt en de hoeveelheid verantwoordelijkheid.
Hoe meer controle je hebt (wilt hebben) over de dienst, hoe beter je kan bepalen wat er gebeurt. Dit kan in verband met de AVG van belang zijn en ook als je diensten voor anderen uitvoert en een geheimhoudingsplicht hebt. Meer controle betekent ook dat je meer mogelijkheden hebt en dus ook zelf diensten kan ontwikkelen. Een SaaS die je afneemt zul je niet als SaaS aan anderen kunnen verkopen, maar op een PaaS kan je zelf SaaS diensten bouwen. Bij een on-premise oplossing heb je alle touwtjes zelf in handen.
Als je meer verantwoordelijkheid accepteert, bij een IaaS en een Paas, kan je ook meer fouten maken. Voor deze fouten kun je dan niet de aanbieder aansprakelijk stellen, want diens verantwoordelijkheid neemt juist af. Als er
data wordt verwijderd door een programma dat jij hebt geinstalleerd dan zul je dat zelf op moeten lossen en dan zal je aanbieder daar niet zo veel aan kunnen doen. Als je on-premise host, dan heb je ook alle verantwoordelijkheid voor wat er fout gaat op jouw servers.
Qua gegevensbescherming maakt het type aaS uit bij het beoordelen of de dienstverlener een verwerker of verwerkingsverantwoordelijke is. Diegene die bepaalt hoe persoonsgegevens verwerkt worden, is vrijwel altijd een van de verwerkingsverantwoordelijke, hierdoor kan het bij SaaS goed zijn dat de dienstverlener en de afnemer gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijken zijn. Bij alle andere oplossingen heeft de dienstverlener geen inspraak in hoe persoonsgegevens verwerkt worden en dus zal de afnemer hier de verwerkingsverantwoordelijke zijn en de dienstverlener een verwerker.
Conclusie
De verschillende aaS vormen hebben ieder hun voor- en nadelen. Ook juridisch. Hoeveel verantwoordelijkheid en risico wil je zelf accepteren? Past dit bij de bedrijfs-/beroepsaansprakelijkheidsverzekering die je hebt?
Voor
vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
Hier kunt u het artikel in het Engels vinden.
Robin Verhoef en Jos van der Wijst.
[post_title] => Keuzes bij cloud services
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => keuzes-bij-cloud-services
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-09 10:19:49
[post_modified_gmt] => 2021-11-09 09:19:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27662
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 27580
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-04 14:42:22
[post_date_gmt] => 2021-11-04 13:42:22
[post_content] => De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een
AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie)
Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van dit ontwerp is de keuze voor
mensgerichte AI. Ontwikkelaars van AI toepassingen moeten zelf beoordelen in welke van de vier risico groepen hun toepassingen vallen. Hoe hoger het risico, hoe hoger de eisen voor die AI toepassing. Het gaat nog zeker jaren duren voordat de AI Verordening in werking zal treden. Daarnaast is de kans groot dat het ontwerp de komende tijd nog wordt aangepast.
Wat betekent dat voor de AI toepassingen die nu worden ontwikkeld of gebruikt? Gelden daar geen regels voor?
Voor verschillende AI toepassingen is er nu ook al wet- en/of regelgeving waar aan moet worden voldaan. Bijvoorbeeld:
- Medische hulpmiddelen Verordening: voor AI toepassingen in medische hulpmiddelen
- Grondwet + Mensenrechtenverdragen: voor bescherming fundamentele rechten zoals meningsuiting, privacy, zelfbeschikkingsrecht.
- Algemene Verordening Gegevensbescherming; wanneer sprake is van verwerking persoonsgegevens
- Productveiligheidsregelgeving: wanneer een AI toepassing letsel veroorzaakt
- Consumentenbescherming: wanneer uit deze regelgeving informatieverplichtingen voortvloeien
- Gedragscodes: wanneer in een sector regels (gedragscode) zijn vastgelegd voor AI toepassingen
- Contracten: wanneer partijen in een overeenkomst regels voor AI toepassingen hebben vastgelegd.
Kortom, ook zonder een AI verordening is er nu al
wet- en regelgeving waar een AI toepassing aan moet voldoen. Voor AI ontwikkelaars betekent dit dat zij moeten inventariseren aan welke wet- en regelgeving de AI toepassing moet voldoen en of zij daar aan voldoen. Wanneer dat niet het geval is dan kan een klant/opdrachtgever later stellen dat de AI toepassing niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Dat kan tot
schadeclaims lijden. Als gebruiker/opdrachtgever voor de ontwikkeling van een AI toepassing zul je een vergelijkbare vraag moeten stellen. Hetzelfde geldt voor toezichthouders van partijen die een AI toepassing gebruiken.
LegalAIR
Algemene informatie over juridische aspecten van AI kun je vinden op ons
kennisplatform LegalAIR.
AI compliance assessment
Daarom is het voor zowel ontwikkelaars als gebruikers van AI toepassingen verstandig om in een AI compliance assessment vast te stellen welke wet- en regelgeving van toepassing is op de AI toepassing en of daar aan wordt voldaan. Wanneer er niet aan wordt voldaan dan kan er tijdig maatregelen worden getroffen om wel compliant te zijn.
Voor meer vragen hierover, of voor begeleiding bij het uitvoeren van een
AI compliance assessment, kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst.
[post_title] => Er zijn al regels voor AI toepassingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => er-zijn-al-regels-voor-ai-toepassingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-05 15:48:48
[post_modified_gmt] => 2021-11-05 14:48:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27580
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 27564
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-03 10:00:19
[post_date_gmt] => 2021-11-03 09:00:19
[post_content] => Wanneer een
distributie of
licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen van de overeenkomst. Wat moet daar dan mee gebeuren? Mogen die toch worden verkocht? Een leverancier zal dat niet altijd willen omdat het soms kan leiden tot
dumpprijzen.
Het eerste wat partijen kunnen doen om hier duidelijkheid over te geven is het maken van een
afspraak in de overeenkomst. Daarin worden dan afspraken gemaakt over de restvoorraad. Bijvoorbeeld:
- de leverancier koopt deze terug van de distributeur tegen een bepaalde prijs. Het is zinvol vooraf al te bepalen hoe die prijs bepaald wordt (historische inkoopprijs, huidige inkoopprijs, een inkoopprijs plus vergoeding voor onkosten van de distributeur, etc.).
- de distributeur/licentienemer mag deze nog gedurende een bepaalde tijd ná het eindigen van de overeenkomst verkopen. Het is zinvol vooraf afspraken te maken over de duur van deze uitloopperiode, de verkoopprijs en wat te doen met een restvoorraad aan het einde van de uitlooptijd.
- de distributeur/licentienemer moet de restvoorraad vernietigen. Het is zinvol vooraf vast te leggen wie de kosten van vernietiging draagt, hoe de distributeur/licentienemer bewijs levert van de berekening van de eindvoorraad en bewijs van de vernietiging.
Maar het komt ook voor dat partijen hier geen afspraak over maken. En wat dan? Of dat de leverancier nog met een
voorraad producten (en verpakking) zit. Mag de leverancier een restvoorraad verkopen wanneer de naam van de oude distributeur op de verpakking staat vermeld?
Restvoorraad verkopen
Deze vraag kwam aan de orde in een geschil tussen een Amerikaanse producent van haarverzorgingsartikelen en haar voormalige Europese importeur/distributeur
[1]. Het Nederlandse bedrijf was importeur en verdeler van de merkproducten binnen Europa. In 2014 is de
distributieovereenkomst tot stand gekomen. Op de verpakkingen van de producten stond de tekst: ‘Distributed in Europe by: JBH Europe B.V., [adres] , [postcode 1] , [plaats] , Nederland.’ Per 15 juni 2020 heeft de Amerikaanse producent de distributieovereenkomst beëindigd omdat JBH Europe grote bedragen onbetaald liet. Het Nederlandse JBH Europe heeft verschillende malen aangegeven dat zij geen toestemming geeft voor het gebruik van haar handelsnaam en adresgegevens op de producten en verzocht het gebruik te staken. De Amerikaanse producent heeft hier geen gehoor aan gegeven.
JBH Europe start een kort geding procedure. De vorderingen, gebaseerd op het handelsnaamrecht, worden afgewezen. In hoger beroep wijzigt JBH Europe de grondslag in onrechtmatig handelen, bestaande uit i) handelingen die kwalificeren als in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, ii) misleidende mededelingen, iii) oneerlijke handelspraktijken. Het hof staat deze wijziging van eis toe.
Het hof overweegt dat de Amerikaans producent niet heeft gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door producten uit de restvoorraad in het verkeer te brengen waarop de naam-adres-tekst van JBH is vermeld. JBH heeft meegewerkt aan en goedkeuring gegeven voor het gebruik van haar naam en adres op de producten van de
nieuwe productlijnen. Het was JBH bekend dat het meer dan een jaar kan duren om een lijn uit te verkopen. Echter, als de Amerikaanse producent langer de tijd zou nemen dan redelijkerwijs noodzakelijk is om de producten uit te verkopen, kan dit maatschappelijk onzorgvuldig handelen opleveren. Omdat er geen sprake is van afdwingbare toezeggingen, bepaalt het hof dat de naam-adres-tekst van JBH ná 1 januari 2022 niet meer mag worden gebruikt.
Wat betekent dit voor de praktijk?
- In iedere distributie/licentieovereenkomst zou een bepaling over de restvoorraad, bij zowel de distributeur als de leverancier, opgenomen moeten worden. Partijen hebben daar verschillende keuzes over de te maken afspraken.
- Wanneer er geen afspraak hierover is gemaakt, dan beoordeelt een rechter de situatie met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is een redelijke uitlooptermijn om verkoop van
restvoorraad mogelijk te maken. De Nederlandse rechter past hier Nederlands recht toe. Ook wanneer, zoals in de bovengenoemde zaak, het recht van Californië van toepassing is op de overeenkomst.
- Wanneer partijen zelf niet tot afspraken over de uitloopperiode kunnen komen, dan kan de rechter dat doen in het kader van een voorlopige voorziening.
Wanneer u vragen heeft over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3084
[post_title] => Restvoorraad bij einde distributieovereenkomst
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => restvoorraad-bij-einde-distributieovereenkomst
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-03 10:00:19
[post_modified_gmt] => 2021-11-03 09:00:19
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27564
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 27521
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-01 10:25:01
[post_date_gmt] => 2021-11-01 09:25:01
[post_content] => Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model
nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving van het model waarvoor bescherming wordt gevraagd.
Maar hoe bewijs je dat een model
niet nieuw was ten tijde van de aanvraag? Wanneer je dat kunt bewijzen dan kan een modelrecht nietig worden verklaard.
Over deze vraag heeft het Europese Gerecht van Eerste Aanleg een uitspraak
[1] gedaan. In deze zaak ging het om een (Europese (gemeenschaps)modelregistratie voor
spiraalvormige haarelastiekjes:
De modelregistratie is aangevraagd op 24 juni 2010. Een concurrent heeft bij de instantie waar het modelrecht is geregistreerd (EUIPO) verzocht om de modelregistratie
nietig te verklaren. Daarbij waren screenshots van websites overgelegd. Met deze
screenshots wilde de verzoeker aantonen dat het model niet nieuw was ten tijde van de aanvraag van het gemeenschapsmodel.
Er werden twee screenshots uit 2009 overgelegd:
De nietigheidsafdeling en kamer van beroep van het EUIPO accepteerde dit bewijsmateriaal en vernietigde de modelregistratie. Vervolgens moest het Gerecht zich uitspreken over de bewijskracht van de screenshot. Het Gerecht overwoog:
- Wanneer je wil aantonen dat een ander model eerder openbaar is gemaakt dan kan dat niet door het noemen van waarschijnlijkheden of vermoedens. Het moet ‘berusten op
concrete en objectieve gegevens die een daadwerkelijke openbaarmaking van het oudere model op de markt bewijzen’.
- Bij de beoordeling van de bewijswaarde van een document wordt gekeken naar de
waarschijnlijkheid en de waarachtigheid van de erin vervatte informatie. Daarbij dient met name rekening te worden gehouden met de herkomst van het document, de omstandigheden waarin het tot stand is gekomen en degene tot wie het is gericht, en voorts moet worden onderzocht of het document, gelet op zijn inhoud, redelijk en geloofwaardig overkomt.
Wanneer je bewijsmateriaal, zoals screenshots, in twijfel trekt dan kun je niet voldaan met een abstract betoog en theoretisch bewijs van de mogelijkheden om de inhoud van blogs te manipuleren. De abstracte mogelijkheid dat de inhoud of de datum van een website wordt gemanipuleerd op zich vormt echter geen voldoende reden om de geloofwaardigheid van het bewijs dat bestaat in de screenshot van deze website in twijfel te trekken. Als verzoeker kun je deze geloofwaardigheid alleen in twijfel trekken door feiten aan te dragen die concreet aan manipulatie doen denken.
Wat betekent dit voor de praktijk?
- Wanneer je met screenshots van websites bewijs wilt leveren van de inhoud op een bepaalde datum, dan kan dat.
- Om het bewijs betrouwbaar te maken, is het verstandig
aanvullend materiaal te overleggen waaruit de echtheid van het materiaal blijkt, zoals:
- een screenshot met de resultaten van een zoekopdracht op Google die bevestigt dat het artikel op een bepaalde datum is gepubliceerd;
- een document van Wayback Machine waarin wordt bevestigd dat de website pagina op een bepaalde datum actief was.
- Wanneer je de betrouwbaarheid van screenshots in twijfel wilt trekken dan zul je concrete feiten en omstandigheden moeten noemen waaruit de onbetrouwbaarheid blijkt. Een abstract en theoretisch verhaal over de mogelijkheid van manipuleerbaarheid van het materiaal is onvoldoende.
BG.legal verzorgt de
registratie van
Europese en Benelux merken en modelrechten. Wij ondersteunen ook bij het bezwaar maken tegen registraties door anderen. Verder adviseren wij bij het exploiteren of overdragen van modelrechten. Dat kan door middel van
licentieovereenkomsten of overeenkomsten van
overdracht.
Voor meer vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[1] GvEA, 20 oktober 2021, ECLI:EU:T:2021:718
[post_title] => Model moet nieuw zijn bij aanvraag modelregistratie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => model-moet-nieuw-zijn-bij-aanvraag-modelregistratie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-01 10:25:01
[post_modified_gmt] => 2021-11-01 09:25:01
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27521
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 27967
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-12-03 10:09:12
[post_date_gmt] => 2021-12-03 09:09:12
[post_content] => Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft
de rechtbank Den Haag zich namelijk gebogen over de vraag of er
inbreuk werd gemaakt op het
auteursrecht van een illustratrice door het te koop aanbieden van
verschillende soorten inpakpapier waarop een door haar gemaakt silhouet van Sinterklaas was afgebeeld.
[1]
Wat ging eraan vooraf?
Een
illustratrice van kinderboeken heeft in opdracht van het bedrijf Teleac/NOT de onderstaande afbeelding van het
silhouet van Sinterklaas gemaakt. De afbeelding is gebruikt in lesmateriaal voor het basisonderwijs.
Afbeelding afkomstig uit het vonnis, r.o. 4.6.
Gedaagde produceert
cadeau- en inpakpapier. Voor het ontwerp schakelt zij een extern teken- en adviesbureau in. Dit bureau heeft een aantal ontwerpen aangeleverd, waarbij de keuze onder meer is gevallen op de onderstaande drie dessins.
Afbeeldingen afkomstig uit het vonnis, r.o. 2.5.
Gedaagde heeft deze
ontwerpen in haar webshop te koop aangeboden. De illustratrice herkende haar eigen tekening in het cadeaupapier en heeft gedaagde vervolgens aangeschreven. Zij eist dat de inbreuk op haar
auteursrecht wordt gestaakt en dat de schade die zij daardoor heeft opgelopen wordt vergoed.
Is het silhouet van sinterklaas auteursrechtelijk beschermd?
Volgens de illustratrice wordt haar illustratie van het silhouet van Sinterklaas gekenmerkt door een aantal elementen. Zo heeft de illustratrice ervoor gekozen om het paard al lopend af te beelden, waarbij het paard zijn hoofd licht gebogen houdt. Daarnaast zit de Sinterklaas ontspannen op zijn paard, waardoor er een gemoedelijke indruk zou ontstaan. De overige keuzes die de illustratrice heeft gemaakt bij het ontwerpen van de afbeelding, zou men terug kunnen zien in de volgende details: (i) het afbeelden van de teugels, (ii) het weglaten van de staf, (iii) de positie van de staart van het paard en (iv) de manier waarop het haar en de baard van Sinterklaas wordt afgebeeld.
De werktoets
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk een eigen oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen (EOK & PS).
[2] Dit houdt in dat het werk niet ontleend mag zijn aan dat van een ander en dat de maker creatieve keuzes heeft gemaakt bij het scheppen van zijn werk. Aan het laatstgenoemde is niet voldaan wanneer het werk dusdanig banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen.
[3]
Oordeel van de kantonrechter
Volgens de kantonrechter zijn de elementen
ieder afzonderlijk niet bijzonder en voor een deel zelfs triviaal te noemen. De kledij en karakteristieke kenmerken van Sinterklaas worden namelijk grotendeels bepaald door de conventie. Anders zou het publiek Sinterklaas niet meer kunnen herkennen in het silhouet. De kantonrechter meent echter dat de elementen
tezamen een voldoende eigen gezicht geven aan de afbeelding, waardoor deze toch voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
Vervolgens dient gekeken te worden of er ook sprake is van een auteursrechtinbreuk. De kantonrechter geeft aan dat de afbeelding op het inpakpapier dezelfde totaalindruk werkt als de afbeelding van de illustratrice, omdat deze één op één is overgenomen.
[4] De kantonrechter concludeert dan ook dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en wijst de vordering (gedeeltelijk) toe.
Conclusie
Ook een verzameling van
niet beschermde elementen – e.g. de uiterlijke kenmerken van Sinterklaas - kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, mits deze verzameling het persoonlijk stempel van de maker draagt.
[5]
[1] Rb. ’s-Gravenhage 23 augustus 2019, ECLI:NL:RBDHA:2018:9945.
[2] HR 4 januari 1991,
NJ 1991, 608 (
Romme/Van Dale), r.o. 3.4.
[3] HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (
Endstra-tapes), r.o. 4.5.1.
[4] HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (
Hauck/Stokke), r.o. 4.2.
[5] Rb. Oost-Brabant 25 maart 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1908 (
Philips/Lidl), r.o. 4.10.
[post_title] => Silhouet sinterklaas: auteursrechtinbreuk met inpakpapier
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => silhouet-sinterklaas-auteursrechtinbreuk-met-inpakpapier
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-25 12:31:13
[post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:31:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27967
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1414
[max_num_pages] => 142
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => f94d80be3303d2f8c724532ba621585f
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft de rechtbank...
Lees meer
Helaas raakt een geheel onschuldige partij gewond in het verkeer door het haantjesgedrag op de snelweg. Helaas zien we steeds meer ‘korte lontjes’ in het verkeer, met materiële schade als...
Lees meer
Ben jij een MKB bedrijf dat activiteiten naar/in het buitenland wilt uitbreiden en je hebt daarbij juridisch advies nodig, dan kun je zelfs dit jaar nog gebruik maken van een...
Lees meer
Huisvesting senioren De vergrijzing van Nederland noopt tot het ontwikkelen en bouwen van meer seniorenhuisvesting. Huisvesting waar wonen zo nodig met zorg kan worden gecombineerd. Gezamenlijke aanpak De Taskforce Wonen...
Lees meer
De prijs blijft bij inkoop van zorg en hier meer specifiek huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) de gemoederen bezighouden. In de hier besproken zaak...
Lees meer
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de nieuwe Gids proportionaliteit gepubliceerd. Met de alweer derde herziening van de Gids wordt beoogd de buitensporige toepassing bij aanbestedingen van...
Lees meer
Tegenwoordig is het mogelijk om alles in de cloud te doen, je hoeft alleen een computer met een internetverbinding te hebben. Je hoeft alleen maar in te loggen en al...
Lees meer
De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie) Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van...
Lees meer
Wanneer een distributie of licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen...
Lees meer
Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum...
Lees meer