WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 57
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 57
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1453
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 560, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 29744
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-28 14:43:43
[post_date_gmt] => 2022-03-28 12:43:43
[post_content] => De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben een principeakkoord bereikt over het uitwisselen van data. Het Trans-Atlantic Data Privacy Framework (hierna: ‘TADPF’) zou de overdracht van persoonsgegevens tussen de EU en de VS weer mogelijk moeten maken.
In 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) het oude framework (het EU-VS-Privacy Shield) ongeldig verklaard.[1] Het is nu enkel mogelijk om persoonsgegevens met partijen in de VS te delen, indien er gebruik wordt gemaakt van modelcontracten (SCC’s) en men aanvullende waarborgen heeft getroffen om een passend beschermingsniveau te garanderen. Door de verstrekkende surveillance wet- en regelgeving in de VS, bleek het in de praktijk echter vrijwel onmogelijk te zijn om een passend beschermingsniveau te garanderen.
Er is nog weinig bekend over de inhoud van de deal. In een persbericht van de Europese Commissie worden enkel wat hoofdlijnen uiteengezet:
- Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten zullen slechts toegang kunnen krijgen tot bepaalde gegevensstromen, wanneer dit noodzakelijk is voor de nationale veiligheid. De Amerikaanse autoriteiten zullen eveneens procedures moeten implementeren waarmee effectief toezicht kan worden gehouden op de naleving van de nieuwe privacy standaarden.
- Er zal een nieuwe, tweeledige rechtsingang worden opgezet, waar Europeanen terechtkunnen met hun klachten over de ongeoorloofde inzage van hun (persoons)gegevens door de Amerikaanse autoriteiten. Een ‘Data Protection Review Court’ zal onderdeel gaan uitmaken van deze rechtsingang.
- Amerikaanse bedrijven zullen aan strenge eisen moeten voldoen wanneer zij gegevens verwerken die afkomstig zijn uit de Europese Unie. Te denken valt aan het doorlopen van een certificeringstraject bij het Amerikaanse ministerie van Economische zaken.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de volledige tekst van het voorstel nog even op zich laten wachten. Wij zullen de
ontwikkelingen echter nauwlettend voor u in de gaten houden.
Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.
[1] HvJEU 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:559 (
Schrems II), r.o. 199.
[post_title] => EU en VS bereiken principeakkoord over het uitwisselen van data
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => eu-en-vs-bereiken-principeakkoord-over-het-uitwisselen-van-data
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-25 12:23:00
[post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:23:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29744
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 29702
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-28 09:29:52
[post_date_gmt] => 2022-03-28 07:29:52
[post_content] =>
Nieuwsbericht LegalAIR 18-03-2022
Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI v
erzamelt foto’s van gezichten door het internet te
scrapen. Hierdoor heeft het een database opgebouwd met miljarden foto’s en bijbehorende namen. Met deze database heeft Clearview AI een
identificatiesysteem op basis van gezichtsherkenning gemaakt. Deze dienst wordt aangeboden aan overheidsorganisaties over de hele wereld. Eind augustus 2021 heeft de Volkskrant een
artikel gepubliceerd waarin wordt geclaimd dat er bij de Nederlandse politie gebruik wordt gemaakt van een testversie van Clearview AI. De Nederlandse politie heeft dit echter nooit erkend.
Lees hier het artikel verder op LegalAIR.

[post_title] => Foto's van gezichten verzamelen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => fotos-van-gezichten-verzamelen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 15:01:11
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:01:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29702
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 29725
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-25 16:49:46
[post_date_gmt] => 2022-03-25 15:49:46
[post_content] => Een goede
back-up strategie is essentieel tegen ransomware-aanvallen. Veel
ICT-leveranciers hebben er dan ook voor gekozen om een back-up service op te nemen in hun dienstverlening. In de praktijk wil dit echter nog wel eens fout lopen. Zo ook in een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel.
[1]
Wat ging eraan vooraf?
Cottoncounts verkoopt bad- en bedlinnen in haar webshop. Zij maakt daarbij gebruik van de
IT-infrastructuur die zij heeft gekocht van CCG Retail. Aanvullend heeft Cottoncounts een dienstverleningsovereenkomst gesloten met CCG Retail voor het onderhoud van de systemen.
Op 7 september 2020 vindt er een
ransomware-aanval plaats, waardoor duizenden product- en sfeerfoto’s van Cottoncounts verloren zijn gegaan. Cottoncounts stelt CCG Retail aansprakelijk voor de door haar geleden schade. CCG Retail meent echter dat zij niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, omdat partijen nimmer concrete afspraken hebben gemaakt over de beveiliging van de systemen en/of het maken van back-ups.
Beoordeling van de rechtbank
Omdat partijen hun afspraken niet (volledig) op papier hebben gezet, moet er volgens de rechtbank gekeken worden naar wat partijen redelijkerwijs over de omvang van de
koop- en dienstverleningsovereenkomst hebben kunnen begrijpen en wat zij over en weer van elkaar mochten verwachten.
In het onderhavige geval mocht Cottoncounts ervan uitgaan dat CCG Retail bij het aanleggen van een volledige IT-infrastructuur tevens zorg zou dragen voor een adequate beveiliging van de gegevens. Dit zou slechts anders zijn, indien CCG Retail uitdrukkelijk met Cottoncounts had besproken dat zij daar juist
niet voor zou zorgen.
Het feit dat CCG Retail de hostingdiensten had uitbesteed aan een hostingprovider, doet volgens de rechtbank evenmin af aan haar
eigen verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een adequate beveiliging. CCG Retail had bijvoorbeeld afspraken kunnen maken met de hostingprovider maken over de beveiliging van de servers. In het onderhavige geval is dat maar voor één van de servers gebeurd. De rechtbank stelt dan ook vast dat CCG Retail tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen tegenover Cottoncounts.
Tot slot merkt de rechtbank op dat CCG Retail geen beroep kan doen op de aansprakelijkheidsbeperkingen die in haar algemene voorwaarden zijn opgenomen. CCG Retail had Cottoncounts namelijk geen redelijke mogelijkheid geboden om daarvan kennis te nemen. Volgens de rechtbank komt de gevorderde schadevergoeding dan ook – tot een zeker bedrag – voor toewijzing in aanmerking.
Conclusie
Een
ICT-leverancier dient de gegevens van haar klanten adequaat te beveiligen, ook wanneer partijen dit niet contractueel hebben vastgelegd. De ICT-leverancier kan deze verantwoordelijkheid echter beperken, door uitdrukkelijk met de klant te bespreken dat de beveiliging van de systemen en/of het maken van back-ups niet onder de dienstverlening valt.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie?
Neem contact op met onze sectie Tech.
[1] Rb. Overijssel 9 maart 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:717.
[post_title] => Wanneer is een ICT-leverancier verantwoordelijk voor adequate back-ups?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wanneer-is-een-ict-leverancier-verantwoordelijk-voor-adequate-back-ups
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-25 12:23:20
[post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:23:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29725
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 29617
[post_author] => 26
[post_date] => 2022-03-18 11:21:16
[post_date_gmt] => 2022-03-18 10:21:16
[post_content] => Naast de coronapandemie en het stijgen van de energieprijzen heeft de bouw nu een
derde tegenslag te verwerken: de schaarste en prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne. De sector wordt door de kostenstijgingen over de volle breedte getroffen. De verwachting is dat ook de
bouwproductie hieronder gaat lijden. Met hetzelfde budget kan minder volume worden gebouwd. Daarnaast wordt door bouwers gerichter bekeken welke opdrachten zij willen aannemen. Zij zullen risicovolle projecten met materialen die gevoelig zijn voor prijsontwikkeling eerder uit de weg gaan. Dit zagen we vorig jaar toen BAM zich
terugtrok voor de bouw van het nieuwe stadion wegens oplopende bouwkosten.
Door grote onzekerheden is het afdekken van prijsstijgingen lastig voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. In deze blog worden een paar aanbevelingen gedaan ten aanzien van
bestaande overeenkomsten en
nieuwe overeenkomsten voor opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Bestaande overeenkomsten
Voor bestaande overeenkomsten geldt
afspraak is afspraak. Extreme prijsstijgingen en bijzondere marktomstandigheden komen – behoudens andersluidende afspraken daarover in de overeenkomst – in beginsel voor rekening van de opdrachtnemer. Slechts indien sprake is van kostenverhogende omstandigheden die kosten met zich brengen die het normale ondernemersrisico overstijgen, kan een deel van de prijsverhoging worden doorberekend aan een opdrachtgever.
Voor bestaande overeenkomsten is aan te bevelen om zo snel en zo concreet mogelijk de prijsstijgingen schriftelijk te melden bij de opdrachtgever en het gesprek aan te gaan. De opdrachtgever heeft de mogelijkheid om na een waarschuwing van
prijsstijging(en) bijvoorbeeld van werkmethodiek te veranderen of het werk te beperken en te vereenvoudigen.
Nieuwe overeenkomsten
Voor wat betreft nieuwe overeenkomsten verdient het de voorkeur voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst in redelijkheid in overleg te gaan met de opdrachtgever over de gevolgen van (verdere) extreme prijsstijgingen en
specifieke afspraken te maken over een verantwoorde risicoverdeling. Dit kunnen afspraken zijn over welke materialen een prijsstijging doorberekend mogen worden, onder welke omstandigheden, tegen welk percentage en welke verdeelsleutel door partijen wordt gehanteerd indien sprake is van dergelijke prijsstijging.
Vanuit de sector wordt door de brancheorganisatie Bouwend Nederland een regeling voorgesteld. Bouwend Nederland heeft - net zoals ten tijde van de
coronapandemie[1] - een clausule opgesteld, de zogeheten ‘
crisisbepaling Oost-Europa’. Deze
clausule kunnen opdrachtnemers inbrengen bij nieuwe overeenkomsten. De bepaling geeft de opdrachtnemer het recht op vergoeding van de extra kosten door prijsstijgingen als gevolg van het conflict, als die niet al in de aanneemsom waren meegenomen. Daarnaast geeft de clausule extra tijd als er door het conflict sprake is van geen of slechte verkrijgbaarheid van materialen. Bouwend Nederland wil door het aanbieden van deze clausule proberen te
voorkomen dat het contracteren in de bouw stilvalt door de grote onzekerheid die in de markt sluipt.
Daarnaast kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer een risicoregeling overeenkomen op basis van daadwerkelijk opgetreden prijsverschillen. Bij een risicoregeling wordt vaak rekening gehouden met zowel prijsstijgingen als prijsdalingen. Het uitgangspunt van een risicoregeling is het beperken van de risico’s die ontstaan door loon- en prijswijzigingen. Door het indexeren van de prijzen verdelen opdrachtgever en opdrachtnemer het risico van prijsstijgingen.
Advies
Het valt aan te bevelen om per geval te bekijken of een evenwichtigere formulering van een risicoregeling of van clausules wenselijk is. Het opstellen van risicoregelingen en clausules vergt
maatwerk om discussie achteraf te voorkomen. Indien u vragen heeft ten aanzien van het opstellen van een risicoregeling of clausule, zijn wij u graag van dienst.
[1] De corona-clausules zijn nu alleen nog via lidmaatschap van een brancheorganisatie verkrijgbaar.
[post_title] => Risico’s afdekken tegen prijsstijgingen bouw
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => risicos-afdekken-tegen-prijsstijgingen-bouw
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-09-01 09:30:24
[post_modified_gmt] => 2022-09-01 07:30:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29617
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 29500
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-14 10:50:20
[post_date_gmt] => 2022-03-14 09:50:20
[post_content] => Hoe test je of een
AI toepassing voldoet aan
wet- en regelgeving? Hoe test je of een AI toepassing buiten een testomgeving, met een ‘echte’ dataset, compliant is met wet- en regelgeving? Dat zou je willen kunnen testen in een controleerde testomgeving: een ‘
AI regulatory sandbox’.
Het voorstel van de Europese Commissie van de Artificial Intelligence Verordening bevat twee artikelen waarmee het mogelijk wordt om voor AI-systemen regulatory sandboxes op te zetten. Een regulatory sandbox is een testomgeving waarin systemen gecontroleerd getest kunnen worden. De eerste Nederlandse voorbeelden hiervan komen uit de financiële sector,
uitgevoerd door DNB. Artikel 53 van het voorstel omschrijft een regulatory sandbox als een gecontroleerde omgeving ter vergemakkelijking van het volgens een specifiek plan ontwikkelen, testen en valideren van
innovatieve AI-systemen voor een beperkte tijd voordat zij in de handel worden gebracht of in bedrijf worden gesteld. Hierin kan een ontwikkelaar bijvoorbeeld testen hoe hij kan voldoen aan de eisen voor high-risk AI-systemen uit het voorstel. Dit alles onder direct toezicht en directe begeleiding van de bevoegde autoriteiten. Een sandbox moet namelijk worden opgezet door een lidstaat.
Persoonsgegevens in de sandbox
In principe gelden in de sandbox gewoon de gebruikelijke regels van de
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het voorstel bevat wel een extra mogelijkheid voor het verwerken van persoonsgegevens, specifiek voor sandboxes. Artikel 54 AI Act (AI verordening) creëert namelijk een uitbereiding op Artikel 6 lid 4 AVG door een wettelijke grond voor verdere verwerking toe te voegen. Hiermee mag er
data verwerkt worden die voor andere doelen was verzameld om AI systemen te ontwikkelen en testen onder de
volgende voorwaarden:
- Het AI-systeem is innovatief en draagt bij aan het algemeen belang op het gebied van
-justitie en veiligheid;
-openbare veiligheid en gezondheid;
-milieubescherming;
- De gegevens zijn noodzakelijk voor een van de eisen van Titel III, Hoofdstuk 2 en kunnen niet worden vervangen door geanonimiseerde, synthetische of andere niet-persoonsgegevens;
- Er is een effectief monitoringsysteem waarmee risico’s voor de betrokkene kunnen worden geïdentificeerd en actie kan worden ondernomen;
- De persoonsgegevens in de Regulatory sandbox worden geïsoleerd en in een beschermde omgeving gebruikt;
- De persoonsgegevens worden niet gedeeld met andere partijen;
- De verwerking leidt niet tot maatregelen of beslissingen die een effect hebben op de betrokkenen;
- De persoonsgegevens worden verwijderd nadat de Regulatory sandbox voorbij is of als de bewaarperiode van de persoonsgegevens verstreken is;
- De logbestanden van de verwerking worden een jaar na de afronding van de Regulatory sandbox bewaard voor documentatieverplichtingen;
- De complete en gedetailleerde omschrijving van het proces en de gedachtegang achter het trainen, testen en valideren van het AI-systeem wordt samen met de testresultaten bewaard bij de technische documentatie van het AI-systeem, en
- Een samenvatting van het project, de doelen en de verwachte resultaten wordt gepubliceerd op de website van de toezichthouders.
Let wel op, deze lijst met vereisten is vrij streng en laat dus niet toe dat de gebruikte gegevens later nog worden gebruikt. Dit kan een probleem vormen voor een eventuele hertrainen van het AI-systeem of bij het door ontwikkelen van het systeem.
Conclusie
In het voorstel van de Europese Commissie krijgen lidstaten de mogelijkheid om
regulatory sandboxes op te zetten. Hiermee kunnen ze ontwikkelaars van AI-systemen een veilige en gecontroleerde ontwikkelomgeving bieden waarin ze hun systemen kunnen ontwikkelen, testen en valideren. Dit zorgt ervoor dat eventuele vragen van de ontwikkelaars over de eisen waar ze aan moeten voldoen al tijdens de ontwikkeling beantwoord kunnen worden door de betrokken toezichthouders. Hiermee kan u als ontwikkelaar dus in een veilige omgeving uitvinden hoe u aan de eisen van het voorstel kan gaan voldoen.
Advies
Wanneer je vragen hebt over het compliant zijn van een
AI systeem, wanneer je dat wilt toetsen aan de huidige / toekomstige wet- en regelgeving, dan kunnen wij je helpen. Of wanneer je een AI toepassing wilt laten maken, dan weten wij wat je voor afspraken moet maken.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).

[post_title] => AI regulatory sandboxes en data
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-regulatory-sandboxes-en-data
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-03-06 16:35:24
[post_modified_gmt] => 2023-03-06 15:35:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29500
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 29482
[post_author] => 10
[post_date] => 2022-03-11 08:46:48
[post_date_gmt] => 2022-03-11 07:46:48
[post_content] =>
De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel
huurders als eigenaren van
koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing op grond van artikel 151d Gemeentewet genoemd.
Het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) heeft in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een
escalatieladder ontwikkeld.
De escalatieladder bestaat uit zes treden: bij elke trede ‘escaleert’ de situatie. Dat betekent dat de handhavingsmaatregelen om de overlast te stoppen steeds ingrijpender worden.
De escalatieladder geeft een overzicht van maatregelen die de Wet aanpak woonoverlast biedt, inclusief relevante jurisprudentie.
De escalatieladder is vooral een instrument voor de gemeente om de Wet aanpak woonoverlast toe te passen. Maar ook voor
vastgoedeigenaren die geconfronteerd worden met huurders die ernstige overlast veroorzaken, kan kennisname van de escalatieladder nuttig zijn. Immers, los van de mogelijkheden die het huurrecht biedt, kan een verhuurder wellicht ook gebruikmaken van eventuele handhavingsacties van de burgemeester.

[post_title] => Aanpak woonoverlast aan de hand van de escalatieladder
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => aanpak-woonoverlast-aan-de-hand-van-de-escalatieladder
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-03-11 08:47:51
[post_modified_gmt] => 2022-03-11 07:47:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29482
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 29387
[post_author] => 7
[post_date] => 2022-03-08 10:15:29
[post_date_gmt] => 2022-03-08 09:15:29
[post_content] =>
Geen gelijk hebben, toch gelijk krijgen
In Zwolle is op 2 maart 2022 een mooie uitspraak gedaan door de wrakingskamer
[1].
Hoewel het verzoek om wraking ongegrond verklaard is, werd de rechter niettemin van de zaak af gehaald.
Met een chique oplossing wist de rechtbank iedereen in zijn waarde te laten en toch recht te doen.
Wraking is het verzoek een rechter die een zaak behandelt te vervangen, als er feiten of omstandigheden zijn om aan de onpartijdigheid van een rechter te twijfelen.
Je kunt daarvoor een verzoek indienen, de verdere behandeling van de zaak wordt geschorst en een speciale kamer van de rechtbank beslist erover.
De rechter
Een rechter tegen wie een
verzoek tot wraking ingediend wordt, kan daar ook in berusten. De zaak wordt dan verder behandeld door een andere rechter. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat een rechter zelf vindt dat hij een zaak niet onpartijdig kan behandelen. Dan kan de rechter zich verschonen, dat is het spiegelbeeld van wraking.
In de zaak die diende bij de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, was een echtpaar door de toeslagenaffaire in financiële problemen gekomen, waardoor het niet langer goed voor de twee kinderen kon zorgen. Daarom werd een instelling benoemd tot voogd. Later dienden de ouders een verzoek in tot wijziging van de omgang en dat werd afgewezen. Toen in een derde zaak een uithuisplaatsing dreigde, werd ook die zaak toegewezen aan de rechter die ook de eerdere zaken behandeld had.
Daar waren de ouders het
niet mee eens, omdat de rechter in de eerdere zaken de ouders onheus bejegend had. Zij kregen nauwelijks het woord en voelden zich neergezet als tweederangsburgers. In de tweede zaak had de voogdijinstelling ter zitting een stuk in het geding gebracht wat de ouders niet kenden en waar ze dus niet op konden reageren. Toch was dat stuk cruciaal voor het afwijzen van het verzoek van de ouders, terwijl de ouders achteraf ook meenden dat het stuk onjuist was.
Gezien die voorgeschiedenis hadden de ouders er geen vertrouwen in dat ze in de derde zaak bij dezelfde rechter wel een eerlijke kans zouden krijgen, waarop ze een wrakingsverzoek indienden.
De rechter verweerde zich met de stelling dat als de ouders hun benadering als belerend of denigrerend hebben ervaren, dat niet tot wraking kan leiden omdat geen sprake is van een schijn van partijdigheid.
De rechtbank
De rechtbank bouwt de beslissing mooi op met als uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter vooringenomen is.
De rechtbank vindt dat de wrakingsprocedure
niet bedoeld is voor klachten tegen de bejegening door een rechter ter zitting, tenzij er concrete feiten en omstandigheden bestaan waaruit volgt dat in die bejegening partijdigheid besloten ligt. Omdat de twee zittingen ver uit elkaar lagen en het feit dat de rechter de onheuse bejegening betwistte, kon de rechtbank niet vaststellen dat sprake geweest is van een bejegening waarin onpartijdigheid besloten ligt. Daarom werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard.
De rechtvaardigheid volgde in de
laatste rechtsoverweging.
Daarin gaf de wrakingskamer louter ten overvloede mee dat het vertrouwen van de ouders in de rechter gaandeweg was komen te vervallen omdat ze zich niet gehoord en gezien voelden en dat ze niet volwaardig deel hadden kunnen nemen aan de zittingen. De rechtbank betreurt dat en vervolgt: “
Hoewel niet kan worden vastgesteld dat de rechter daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden, zou het – mede gezien de belangen die in deze zaak spelen – bijdragen aan het vertrouwen van verzoekers in een goede rechtspleging indien (in afwijking van het uitgangspunt dat dezelfde rechter zaken van hetzelfde gezin blijft behandelen) de zaak van verzoekers zal worden behandeld door een kamer waarvan de gewraakte rechter geen deel uitmaakt.”
Met andere woorden: nee, u hebt geen gelijk, maar u krijgt het wel. Dit schept draagvlak bij de ouders voor de beslissing van de rechtbank, terwijl de rechter niet beschadigd is.
[1] ECLI:NL:RBOVE:2022:621
[post_title] => Wraking van de rechter
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wraking-van-de-rechter
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-03-08 10:15:29
[post_modified_gmt] => 2022-03-08 09:15:29
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29387
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 29328
[post_author] => 43
[post_date] => 2022-03-07 12:01:10
[post_date_gmt] => 2022-03-07 11:01:10
[post_content] => Inmiddels is de
Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden. Aan verschillende partijen kan een dergelijk dwangakkoord niet worden opgelegd, waaronder aan de werknemers. De rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten zijn namelijk uitgesloten van de WHOA (artikel 369 lid 4 Faillissementswet).
We
schreven al eerder over de prejudiciële vraag die de rechtbank Amsterdam heeft gesteld aan de Hoge Raad. Voor de praktijk was namelijk onduidelijk of
pensioenpremies voor bedrijfstakpensioenfondsen ook vielen onder de ‘
rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten’. De
Hoge Raad heeft op 25 februari 2022 bevestigend op deze vraag geantwoord.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad valt terug op de memorie van toelichting op de WHOA, waarin is opgenomen dat een onderhands akkoord geen wijzigingen kan aanbrengen in de rechten van werknemers op basis van de arbeidsovereenkomst. Ook kan de
rechtspositie van werknemers niet worden gewijzigd door een onderhands akkoord, waardoor die positie geborgd blijft. Dat zou ook niet eerlijk zijn, omdat werknemers immers niet mogen stemmen over het onderhandse akkoord.
Daarbij acht de Hoge Raad de vorderingen van
bedrijfstakpensioenfondsen (de achterstallige pensioenpremies) gelijk aan de vorderingen van werknemers. Als de achterstallige premies wel in een onderhands akkoord zouden kunnen worden betrokken dan zou afbreuk worden gedaan aan het recht dat de werknemer heeft, namelijk het recht dat de werkgever de verschuldigde pensioenpremies afdraagt. Het bedrijfstakpensioenfonds moet immers ook het pensioen uitkeren als de premies niet zijn betaald. Dit kan vervolgens leiden tot een te lage dekkingsgraad en kortingen op pensioenen, of het achterwege blijven van indexering. Een dergelijke afbreuk van de rechten van werknemers strookt niet met de bedoeling van de WHOA, zo oordeelt de Hoge Raad. Ook wordt verwezen naar een wetsvoorstel dat op dit moment aanhangig is bij de
Tweede Kamer, waarin wordt verduidelijkt dat de betaling van pensioenpremies ook onder de rechten van werknemers valt.
Wat zijn de gevolgen?
De Hoge Raad komt aldus tot een eenvoudige maar voor de praktijk mogelijk
problematische conclusie: achterstallige premies van een bedrijfstakpensioenfonds kunnen niet worden betrokken in een WHOA-traject. Ook de afkoelingsperiode geldt niet voor deze vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen.
Deze conclusie was, mede gelet op het aanhangige wetsvoorstel en het eerdere
advies van de advocaat-generaal, niet geheel onverwacht. Afbreuk aan de rechten van werknemers wordt voorkomen, maar afbreuk aan de effectiviteit van de WHOA is een feit. Voor bedrijven aangesloten bij een bedrijfstakpensioen en pensioenachterstanden geldt dat de WHOA minder interessant is geworden als instrument om te herstructureren. Bij bedrijven met hoge pensioenschulden zal opnieuw het faillissement meer in beeld komen, waar de pensioenfondsen als concurrent schuldeiser achteraan in de rij aansluiten. Het is dus maar de vraag of dit uiteindelijk tot een beter resultaat voor de pensioenfondsen (en de werknemers) gaat leiden.
Vooralsnog zal de praktijk om moeten gaan met deze uitspraak en zullen bedrijven met aanzienlijke schuld aan bedrijfspensioenfondsen, als zij een
WHOA-traject overwegen, er rekening mee moeten houden dat herstructurering van deze schuld vooralsnog niet mogelijk is. Mogelijk komt de Tweede Kamer bij de behandeling van het voorliggende wetsvoorstel tot andere conclusies. Ook daarover houden we u op de hoogte!

[post_title] => WHOA en pensioenpremies (II)
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => whoa-en-pensioenpremies-ii
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-03-07 12:09:57
[post_modified_gmt] => 2022-03-07 11:09:57
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29328
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 29311
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-07 09:33:59
[post_date_gmt] => 2022-03-07 08:33:59
[post_content] =>
Productfoto’s niet auteursrechtelijk beschermd?
Deze vragen kwamen aan de orde in een geschil tussen twee
webshops. De ene webshop was van Red Prestige (
www.redprestige.com) die op deze website (white label) brillen aanbiedt waar het merk ‘Red Prestige’ op is aangebracht. Van de brillen zijn foto’s gemaakt die op de website zijn geplaatst.
De andere webshop was van 'Soleil District' die op haar website ook dezelfde white label brillen aanbiedt. Red Prestige vond dat de twee
websites teveel op elkaar leken en vond dat de foto’s die ‘Soleil District’ gebruikte van haar website afkomstig waren.
De rechtbank[1] schetst allereerst het juridisch kader:
“
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet oorspronkelijk zijn, in de zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk (de zogenoemde werktoets).”.
Kortom, bij het maken van de website moeten ‘
creatieve keuzes’ zijn gemaakt. Volgens Red Prestige waren de volgende creatieve keuzes gemaakt:
- de vlakverdeling, onder meer de grootte en rangschikking van de wervende foto’s;
- de gebruikte glans;
- de gecentreerde plaatsing van de naam Red Prestige;
- het gebruik en de situering van de slogans “ Made from different cultures. Represent yours”;
- de wijze van presentatie van de zonnebrillen met daaronder gecentreerd de modelnaam en daaronder gecentreerd de prijs;
- de combinaties van de zonnebrillen, waarbij soms een duo (twee zonnebrillen in één foto) of triple (drie zonnebrillen in één foto) wordt geplaatst;
- als een zonnebril wordt aangeklikt volgen de details van die zonnebril waarbij weer keuze zijn gemaakt zoals plaatsing van de zonnebril in het midden, links daarvan een fotoladder met kleinere foto’s van die zonnebril uit allerlei hoeken, rechts daarvan de naam van de zonnebril en daaronder de details.
Red Prestige heeft bij de bouw van haar website gebruik gemaakt van een standaard pakket om websites te bouwen. Binnen het standaard pakket zijn keuzes gemaakt met betrekking tot de inrichting van de website. Zo heeft Red Prestige gekozen voor het thema ‘prestige’. Door de keuze voor dit thema zijn een aantal vormgevingsaspecten bepaald. De rechtbank overweegt dat dit betekent dat de website in grote mate het stempel draagt van de keuzes die door de aanbieder van het standaard pakket zijn bepaald bij de keuze voor het thema “Prestige”. De eigen keuzes van Red Prestige zijn niet van dien aard dat de website doordoor een (nieuw) eigen, oorspronkelijk karakter heeft gekregen. Dit betekent dat op de website als geheel geen auteursrecht rust.
Zijn foto’s van producten met auteursrecht beschermd?
De foto’s van de brillen zijn te verdelen in
drie categorieën:
- gewone productfoto’s (foto’s met daarop alleen een zonnebril); de rechtbank schat dat 95% van de overgenomen foto’s, dit soort foto’s zijn;
- creatieve productfoto’s (foto’s van een of meer zonnebrillen waarbij een bepaalde achtergrond en/of een bepaalde compositie is gebruikt);
- artistieke/creatieve (foto’s waarop modellen en of zogenoemde influencers de zonnebrillen dragen).
1. Gewone productfoto's
Hiervan oordeelt de rechtbank dat op deze foto’s
geen auteursrecht rust omdat het gaat om ‘
functioneel en technisch bepaalde keuzes en niet om vrije, creatieve keuzes waarmee Red Prestige de foto’s een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel heeft weten te geven’.
2. Creatieve productfoto’s en 3. Artistieke foto’s.
Hiervan oordeelt de rechtbank dat op deze foto’s
wel auteursrecht rust omdat ‘
bij die foto’s wel vrije, creatieve keuzes zijn gemaakt, waardoor de foto een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.’
Wie heeft het auteursrecht op de foto’s?
De creatieve productfoto's en foto’s met
modellen zijn door de Chinese fabrikant gemaakt. Deze heeft het auteursrecht contractueel overgedragen aan Red Prestige. Red Prestige heeft deze overeenkomsten in het geding gebracht. Daardoor geldt Red Prestige als auteursrechthebbende.
Dit is niet het geval ten aanzien van de foto’s van de influencers. Deze hebben, tegen betaling, een foto gemaakt van henzelf waarbij zij de bril dragen. Red Prestige heeft niet kunnen aantonen dat het auteursrecht aan haar was overgedragen. En dus gaat de rechtbank ervan uit dat Red Prestige geen auteursrechthebbende is op die foto’s.
Wat is de winst die moet worden afgedragen?
Red Prestige heeft, op grond van de
auteurswet, gevorderd dat de winst moet worden afgedragen die met de verkoop van de brillen is gemaakt. Daarvoor zou een accountant een berekening moeten maken van de nettowinst die gemaakt is met de verkoop van de brillen.
De rechtbank overweegt dat geen sprake is van verkoop van inbreukmakende producten. De verkochte brillen an sich maakten geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten.
De rechtbank overweegt dat de andere webshop
geld heeft bespaard doordat zij niet zelf creatieve foto’s heeft laten maken en ‘
heeft geparasiteerd op de inspanningen van Red Prestige’. De rechtbank begroot de af te dragen winst op het bedrag van het maken van die foto’s’, zijnde € 3.500,=.
Verder wordt de gedaagde veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Red Prestige tot het bedrag van € 12.581,77.
Wat betekent dit voor de praktijk:
- Wanneer bij het bouwen van een website gebruik wordt gemaakt van een
standaard pakket, en daarbinnen keuzes worden gemaakt, dan ontstaat daar waarschijnlijk geen auteursrecht. Dit betekent voor de gebruiker van zo’n website dat het risico bestaat dat een concurrent een vergelijkbare website kan maken en dat daar niet tegen opgetreden kan worden.
- Ondanks dat de drempel voor het ontstaan van auteursrecht laag is, kan het zijn dat er op
recht-toe-recht-aan productfoto’s geen auteursrecht ontstaat. Het overnemen daarvan kan niet met een beroep op auteursrecht worden verboden.
- Voor een beroep op auteursrecht moet je auteursrechthebbende zijn. Auteursrecht moet schriftelijk worden overgedragen (akte van overdracht) en daar moet je bewijs van kunnen laten zien.
Voor vragen over auteursrecht op website of foto’s kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal).
[1] Rechtbank Amsterdam, 9 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:441
[post_title] => Is de vormgeving van een website auteursrechtelijk beschermd?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => is-de-vormgeving-van-een-website-auteursrechtelijk-beschermd
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-03-07 09:33:59
[post_modified_gmt] => 2022-03-07 08:33:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29311
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 29287
[post_author] => 65
[post_date] => 2022-03-04 10:40:17
[post_date_gmt] => 2022-03-04 09:40:17
[post_content] =>
Merkaanvraag
Samenwerkingen kunnen tot mooie resultaten leiden. Maar dit is niet altijd het geval. Verschillen in ideeën leiden nog wel eens tot onenigheid tussen partijen. Ook tot onenigheid over wie aanspraak maakt op de intellectuele eigendomsrechten. In een recente
uitspraak van de rechtbank Amsterdam is geoordeeld over de vraag of een
merkaanvraag te kwader trouw is geweest.
Casus
De Turkse Hizlipara is een samenwerking aangegaan met PayPorter, beiden actief in internationale geldovermakingen. Beide ondernemingen hebben gedurende 3 jaar
intensief samengewerkt tot het opzetten van een onderneming. Gezamenlijk werd een betaalsysteem ontwikkeld, gebruik gemaakt van dezelfde website, naam en logo en naar derden toe als een gezamenlijke onderneming gepresenteerd. Voor gebruik van het teken PayPorter hebben partijen geen afspraak gemaakt.
Hizlipara heeft het merk PayPorter zelf geregisterd bij het EUIPO [Bureau voor de intellectuele eigendom van de Europese Unie] en bij ‘Türk Patent’ [Turkse bureau voor intellectuele eigendom]. Door een verschil in toekomstvisie ontstond er onenigheid. Dit heeft ertoe geleid dat PayPorter een vordering aanhangig heeft gemaakt bij het EUIPO tot
nietigverklaring van het Uniemerk PayPorter op grond van
aanvraag te kwader trouw. Het EUIPO heeft de vordering afgewezen, waarop PayPorter beroep heeft aangetekend.
Verweren
PayPorter heeft aangevoerd dat zij de naam PayPorter en het bijbehorende logo al geruime tijd voor de aanvraag van het Uniemerk gebruikte, dat de kwader trouw blijkt uit alle omstandigheden van de zaak en dat Hizlipara zonder toestemming van PayPorter het Uniemerk en het Turkse merk heeft geregistreerd.
Hizlipara betwist dat er sprake is van kwader trouw en meent dat PayPorter is opgericht met als doel de Nederlandse vestiging van Hizlipara te worden. Dit was de reden om de bestuurder van PayPorter in dienst te nemen bij Hizlipara. Tevens verwijst Hizlipara naar de beslissing van het EUIPO waarin de kwader trouw is afgewezen.
Beoordeling
De aanvraag is niet te kwader trouw door
intensieve samenwerking van beide partijen, door samen het logo en de naam PayPorter te gebruiken, zich als gezamenlijke onderneming te presenteren naar derden, er géén afspraken zijn gemaakt over het gebruik van het logo en de naam, Hizlipara met medeweten van PayPorter actief was onder het logo en de naam PayPorter én de aanvraag van het Uniemerk PayPorter
commercieel logisch is voor Hizlipara, aldus de rechtbank. PayPorter is veroordeeld tot het staken en gestaakt houden van tekens die overeenstemmend zijn met het Uniemerk PayPorter. Dit geldt ook voor het gebruik van het teken PayPorter in haar handelsnaam.
Beroep op 6:162 BW
Ook een beroep op artikel 6:162 BW, dat een oudere handelsnaam bescherming biedt tegen een jonger overeenstemmend merk dat tot verwarring leidt, is afgewezen. PayPorter heeft hier verwezen naar de
Euro-Tyre uitspraak.
Alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen bij een beroep op onrechtmatige daad. Het voornaamste verschil is dat in die zaak sprake was van twee afzonderlijke bedrijven, waarbij een bedrijf dat in Nederland langdurig een handelsnaam voerde werd geconfronteerd met een partij die later een overeenstemmend merk deponeerde.
Conclusie
De beoordeling voor een merkaanvraag te kwader trouw berust op alle omstandigheden van het geval. De belangrijke factoren zijn onder andere of er een (nauwe) samenwerking heeft plaatsgevonden, partijen de teken samen gebruiken, er afspraken zijn gemaakt over gebruik van de tekens en of de registratie door een van de partijen commercieel logisch is of niet. In de PayPorter zaak heeft dit ertoe geleid dat PayPorter haar handelsnaam niet meer kan gebruiken. Wij raden u dan ook aan om vooraf goede afspraken te maken met betrekking tot het gebruik van uw handelsnaam, vooral in een samenwerking. En om tijdig een merk te registreren. Wij verzorgen ook merkregistraties.

[post_title] => Wanneer is de aanvraag van een merkregistratie te kwader trouw?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wanneer-is-de-aanvraag-van-een-merkregistratie-te-kwader-trouw
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-03-04 10:43:36
[post_modified_gmt] => 2022-03-04 09:43:36
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29287
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 29744
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-03-28 14:43:43
[post_date_gmt] => 2022-03-28 12:43:43
[post_content] => De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben een
principeakkoord bereikt over het
uitwisselen van data. Het Trans-Atlantic Data Privacy Framework (hierna: ‘
TADPF’) zou de overdracht van persoonsgegevens tussen de EU en de VS weer mogelijk moeten maken.
In 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (
HvJEU) het oude framework (het EU-VS-Privacy Shield) ongeldig verklaard.
[1] Het is nu enkel mogelijk om
persoonsgegevens met partijen in de VS te delen, indien er gebruik wordt gemaakt van modelcontracten (SCC’s) en men aanvullende waarborgen heeft getroffen om een passend beschermingsniveau te garanderen. Door de verstrekkende surveillance wet- en regelgeving in de VS, bleek het
in de praktijk echter vrijwel onmogelijk te zijn om een passend beschermingsniveau te garanderen.
Er is nog weinig bekend over de inhoud van de deal. In een persbericht van de Europese Commissie worden enkel wat hoofdlijnen uiteengezet:
- Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten zullen slechts toegang kunnen krijgen tot bepaalde gegevensstromen, wanneer dit noodzakelijk is voor de nationale veiligheid. De Amerikaanse autoriteiten zullen eveneens procedures moeten implementeren waarmee effectief toezicht kan worden gehouden op de naleving van de nieuwe privacy standaarden.
- Er zal een nieuwe, tweeledige rechtsingang worden opgezet, waar Europeanen terechtkunnen met hun klachten over de ongeoorloofde inzage van hun (persoons)gegevens door de Amerikaanse autoriteiten. Een ‘Data Protection Review Court’ zal onderdeel gaan uitmaken van deze rechtsingang.
- Amerikaanse bedrijven zullen aan strenge eisen moeten voldoen wanneer zij gegevens verwerken die afkomstig zijn uit de Europese Unie. Te denken valt aan het doorlopen van een certificeringstraject bij het Amerikaanse ministerie van Economische zaken.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de volledige tekst van het voorstel nog even op zich laten wachten. Wij zullen de
ontwikkelingen echter nauwlettend voor u in de gaten houden.
Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.
[1] HvJEU 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:559 (
Schrems II), r.o. 199.
[post_title] => EU en VS bereiken principeakkoord over het uitwisselen van data
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => eu-en-vs-bereiken-principeakkoord-over-het-uitwisselen-van-data
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-10-25 12:23:00
[post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:23:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29744
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1453
[max_num_pages] => 146
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => f94d80be3303d2f8c724532ba621585f
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:3bcf07f78ba11d0eaff05fb966f4bbda:0.32522300 17484326740.71022300 1748432674
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben een principeakkoord bereikt over het uitwisselen van data. Het Trans-Atlantic Data Privacy Framework (hierna: ‘TADPF’) zou de overdracht van persoonsgegevens tussen de...
Lees meer
Nieuwsbericht LegalAIR 18-03-2022 Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI verzamelt foto’s van gezichten door het internet te scrapen. Hierdoor heeft het een database opgebouwd met miljarden foto’s en bijbehorende namen. Met...
Lees meer
Een goede back-up strategie is essentieel tegen ransomware-aanvallen. Veel ICT-leveranciers hebben er dan ook voor gekozen om een back-up service op te nemen in hun dienstverlening. In de praktijk wil...
Lees meer
Naast de coronapandemie en het stijgen van de energieprijzen heeft de bouw nu een derde tegenslag te verwerken: de schaarste en prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne. De sector wordt...
Lees meer
Hoe test je of een AI toepassing voldoet aan wet- en regelgeving? Hoe test je of een AI toepassing buiten een testomgeving, met een ‘echte’ dataset, compliant is met wet-...
Lees meer
De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel huurders als eigenaren van koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een...
Lees meer
Geen gelijk hebben, toch gelijk krijgen In Zwolle is op 2 maart 2022 een mooie uitspraak gedaan door de wrakingskamer[1]. Hoewel het verzoek om wraking ongegrond verklaard is, werd de...
Lees meer
Inmiddels is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden....
Lees meer
Productfoto’s niet auteursrechtelijk beschermd? Deze vragen kwamen aan de orde in een geschil tussen twee webshops. De ene webshop was van Red Prestige (www.redprestige.com) die op deze website (white label)...
Lees meer
Merkaanvraag Samenwerkingen kunnen tot mooie resultaten leiden. Maar dit is niet altijd het geval. Verschillen in ideeën leiden nog wel eens tot onenigheid tussen partijen. Ook tot onenigheid over wie...
Lees meer