Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [paged] => 0
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 43
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1312
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (43)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 0, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 35412
                    [post_author] => 43
                    [post_date] => 2023-03-16 15:52:09
                    [post_date_gmt] => 2023-03-16 14:52:09
                    [post_content] => Op 14 maart 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan en daarmee aangenomen. Deze wet, die naar verwachting in de loop van dit jaar wordt ingevoerd en in ieder geval voor 2 jaar zal gelden, stelt nadere eisen aan de turboliquidatie om misbruik hiervan te voorkomen.

Wat is turboliquidatie?

Een turboliquidatie is een snelle manier om een onderneming te staken en de rechtspersoon, bijvoorbeeld een B.V., te ontbinden. Een turboliquidatie kan alleen uitgevoerd worden als de onderneming geen baten meer heeft. Dat betekent dat de onderneming geen activiteiten meer uitvoert en ook geen bezittingen/vermogen heeft. Een turboliquidatie wordt geëffectueerd door een besluit van de algemene vergadering. De rechtspersoon houdt na dit besluit direct op te bestaan en wordt uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bestuurders hoefden tot deze wet geen uitleg te geven over de turboliquidatie, in tegenstelling tot een situatie waarin de rechtspersoon wel over baten beschikt. In dat geval vindt er na de ontbinding nog een vereffening plaats door veelal de bestuurder. Deze moet hierover rekening en verantwoording afleggen, een plan van verdeling maken en dit plan openbaar maken. Overstijgen de schulden waarschijnlijk de baten, dan moet de vereffenaar het faillissement aanvragen en verloopt de vereffening van het vermogen van de rechtspersoon via de curator. Dit alles ter bescherming van de belangen van schuldeisers. Schuldeisers van de geturboliquideerde rechtspersoon worden echter geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat en blijven met lege handen achter, zonder dat er enige rekening en verantwoording wordt afgelegd. Zij kunnen wel juridische stappen ondernemen (o.a. de heropening van de vereffening verzoeken of het faillissement aanvragen), maar beschikken veelal niet over de daarvoor vereiste informatie. Bovendien moeten schuldeisers dan aanzienlijke kosten maken. De Tijdelijke wet turboliquidatie maakt daar een einde aan door bestuurders te verplichten financiële verantwoording af te leggen over de turboliquidatie. Net op tijd, nu de wetgever verwacht dat er in de komende periode als gevolg van de corona-maatregelen en energiecrisis meer gebruik zal worden gemaakt van turboliquidatie.

Nadere eisen aan turboliquidatie

De nieuwe wet eist van bestuurders dat zij binnen 14 dagen na de turboliquidatie de volgende documenten deponeren bij de Kamer van Koophandel:
  1. een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
  2. Een beschrijving van:
  3. de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
  4. indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en
  5. indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, en
  6. de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, voor zover deze nog niet openbaar zijn gemaakt terwijl daar wel een verplichting tot bestaat.
Zodra deze documenten zijn gedeponeerd, moeten bestuurders daar vervolgens schriftelijk mededeling van doen aan de schuldeisers van de rechtspersoon. Dit is een belangrijke ontwikkeling, want vaak kwamen schuldeisers pas een aantal maanden later achter de turboliquidatie. Door de invoering van dit vereiste kunnen schuldeisers eerder actie ondernemen als zij het niet eens zijn met de turboliquidatie. Onbetaald gebleven schuldeisers krijgen overigens ook een inzagerecht indien niet aan de deponeringsplicht is voldaan. Zij kunnen zich in dat geval wenden tot de kantonrechter voor een machtiging om de administratie (‘de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers’) van de geturboliquideerde rechtspersoon in te zien.

Sancties

Voldoen bestuurders niet aan de deponeringsverplichting dan plegen zij een economisch delict, wat bestraft kan worden met hechtenis van maximaal 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (op moment van schrijven €22.500,-). Ook kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie aan bestuurders een bestuursverbod van maximaal 5 jaar opleggen, indien een bestuurder zich niet aan de regels houdt, één of meer schuldeisers aanmerkelijk benadeelt of in de twee jaar voorafgaand aan de turboliquidatie ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement of turboliquidatie en hem hiervan een persoonlijk verwijt treft.

Conclusie

Met de invoering van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt de turboliquidatie met meer waarborgen voor schuldeisers omkleed. Schuldeisers dienen tijdig geïnformeerd te worden over de voorgenomen turboliquidatie, zodat zij tijdig actie kunnen ondernemen. Anderzijds betekent de wet voor ondernemers nadere stappen die zij moeten zetten en eisen waaraan zij moeten voldoen indien zij hun onderneming willen staken middels een turboliquidatie. Goed advies is gelet op de sancties en mogelijkheden van schuldeisers daarbij essentieel. Denkt u na over de beëindiging van uw onderneming of wordt u geconfronteerd met een schuldenaar die de turboliquidatie heeft toegepast en heeft u vragen, neem dan contact op met een van de advocaten insolventierecht van BG.legal. Tom Oerlemans nieuw [post_title] => Wet transparantie turboliquidatie: net zo snel, maar wel transparanter [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wet-transparantie-turboliquidatie-net-zo-snel-maar-wel-transparanter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-16 15:52:09 [post_modified_gmt] => 2023-03-16 14:52:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35412 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 32121 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-09-16 13:45:56 [post_date_gmt] => 2022-09-16 11:45:56 [post_content] => Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit het wetsvoorstel te bespreken. Het doel van de Wegiz vloeit voort uit een andere wet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (de Wkkgz). De Wkkgz verplicht zorgverleners tot het aanbieden van goede zorg, zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. De Wegiz biedt de mogelijkheid voor de overheid om in het kader van die goede zorg eisen te stellen aan het uitwisselen van cliëntgegevens tussen zorgverleners. Het streven van de Wegiz is om een einde te maken aan de vaak nog analoge wijze waarop deze gegevens tussen zorgverleners wordt uitgewisseld. De minister van Volksgezondheid Kuipers sprak tijdens het debat over een ‘faxit’. Artikel 2.1 Wegiz bepaalt dat de zorgaanbieder er op toe moet zien dat aangewezen gegevensuitwisselingen via een elektronische infrastructuur verlopen. Op basis van de Wegiz kan tevens worden verplicht dat er slechts gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde ICT-producten of -diensten. Aan de hand van een meerjarenagenda en middels algemene maatregelen van bestuur wordt bepaald welke uitwisselingen van patiëntgegevens als eerst in lijn moeten worden gebracht met de Wegiz en aldus moeten worden gedigitaliseerd. Zo krijgen onder andere de gegevensuitwisseling in het kader van Medicatieoverdracht en Verpleegkundige overdracht prioriteit. Er is inmiddels een concept algemene maatregel van bestuur opgesteld omtrent het versturen van een recept door een huisarts aan een terhandsteller (apotheek). Deze gegevensverwerking zal in de toekomst conform NEN-normen 7510, 7512 en 7513 elektronisch moeten verlopen.

Verhouding met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

De Wegiz is een zogenaamde kaderwet waarmee de overheid zoals eerder genoemd bij algemene maatregel van bestuur verplicht kan stellen dat een bepaalde gegevensuitwisseling ten minste elektronisch verloopt. De Wegiz vormt dus geen nieuwe grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens in de zorg. Daarvoor is artikel 6 AVG nog steeds de basis, waarbij toestemming van de betrokkene vaak de aangewezen grondslag zal zijn. De handhaving van de gegevensverwerking onder de Wegiz is in artikel 4.1 opgedragen aan de Minister van Volksgezondheid, die dit in de praktijk zal laten uitvoeren door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Deze handhaving zal onder andere zien op het naleven van de verplichting de gegevensverwerking elektronisch, volgens vastgelegde normen en indien vereist middels gecertificeerde producten of diensten te laten verlopen. Wordt een overtreding geconstateerd, dan kan er een schriftelijke aanwijzing worden gegeven of kunnen er een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom worden opgelegd. Mocht een gegevensverwerking niet elektronisch plaatsvinden terwijl dit wel verplicht is gesteld op basis van de Wegiz, dan komt mogelijk ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in beeld. Ook zij heeft handhavende bevoegdheden en een boetebevoegdheid op basis van de AVG. In het Samenwerkingsprotocol AP-IGJ zijn afspraken gemaakt over de samenloop van bevoegdheden van de AP en IGJ. Meer weten over gegevensverwerking in de zorg in het algemeen of de Wegiz in het bijzonder? Neem dan contact op met het team van BG.zorg. Tom Oerlemans nieuw 1 [post_title] => Verplichte digitalisatie van gegevensuitwisseling in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verplichte-digitalisatie-van-gegevensuitwisseling-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-16 13:45:56 [post_modified_gmt] => 2022-09-16 11:45:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 30115 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-04-29 16:58:06 [post_date_gmt] => 2022-04-29 14:58:06 [post_content] => De pre-pack is een onderwerp dat in de herstructureringspraktijk al jaren ter discussie staat. Met een pre-pack wordt een doorstart vanuit faillissement al voorafgaand aan dat faillissement voorbereid. De afgelopen jaren leek een pre-pack onmogelijk/onwerkbaar, nu het Hof van Justitie van de Europese Unie in het Smallsteps-arrest had geoordeeld dat de doorstarter (kortgezegd) al het personeel van het failliete bedrijf zou moeten overnemen. Met het deze week gewezen Heiploeg-arrest lijkt het Hof de pre-pack echter nieuw leven in te blazen.

Smallsteps 

Het Hof oordeelde in Smallsteps dat in artikel 3 en 4 van de Richtlijn 2001/23/EG opgenomen bescherming van werknemers gold in geval van een vóór de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack. Een pre-pack zou niet vallen onder de uitzondering van artikel 5 van de Richtlijn. Het was immers geen ‘faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder [het bedrijf dat gebruik maakt van een pre-pack] onder toezicht van een overheidsinstantie’.

Heiploeg

In Heiploeg komt het Hof hierop terug. De uitzondering van artikel 5 van de Richtlijn is ook van toepassing wanneer de overgang van (een deel van) een onderneming is voorbereid in het kader van een pre-packprocedure die in de faillissementsprocedure een liquidatie van de draaiende onderneming vergemakkelijkt, waarbij een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de gezamenlijke schuldeisers wordt bereikt en de werkgelegenheid zo veel mogelijk wordt behouden. Dit moet steeds per geval worden vastgesteld. Het Hof verbindt daar nog wel de voorwaarde aan dat een dergelijke pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. Het Hof oordeelt daarbij ook dat wel degelijk sprake is van ‘toezicht van een overheidsinstantie’, wanneer de pre-pack is voorbereid door een beoogd curator onder toezicht van een beoogd rechtercommissaris. Dit nogmaals onder de voorwaarde dat een dergelijke pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. Kort en goed lijkt de pre-pack aldus terug van weggeweest en (onder voorwaarden) weer mogelijk. Het Hof heeft immers in haar Smallsteps-arrest al vastgesteld dat de pre-packprocedure voortkomt uit de rechtspraak en geen grondslag heeft in Nederlandse wet- of regelgeving. Het lijkt nu aldus aan de wetgever om een wettelijk kader voor de pre-pack vast te stellen. Een wetsvoorstel ligt al een tijdje op de plank, de Wet continuïteit ondernemingen I. Het lijkt hoog tijd, ook gelet op de gevolgen van de coronacrisis, dit wetsvoorstel weer af te stoffen en de pre-pack een wettelijke basis te geven. Heeft u vragen? Neem dan contact op met de sectie Insolventierecht. Tom Oerlemans [post_title] => De pre-pack, terug van weggeweest? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-pre-pack-terug-van-weggeweest [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-29 17:01:11 [post_modified_gmt] => 2022-04-29 15:01:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30115 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 27551 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-03-28 16:00:27 [post_date_gmt] => 2022-03-28 14:00:27 [post_content] => In de media is het al vaker voorbij gekomen: organisaties moeten hun UBO’s registreren. Maar wat zijn UBO’s eigenlijk en moet u er wat mee? Een en ander zet ik voor u kort uiteen.

Wat is een UBO?

UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner, in het Nederlands ook wel uiteindelijk belanghebbende genoemd. UBO’s zijn de personen die uiteindelijk eigenaar zijn of zeggenschap hebben over een rechtspersoon, zoals een bv of een vereniging. Er zijn verschillende criteria op basis waarvan iemand wordt aangemerkt als UBO. Als UBO wordt aangemerkt een persoon die:
  • een (direct of indirect) aandelenbelang, stemrechtbelang of eigendomsbelang groter dan 25% in de rechtspersoon heeft;
  • Zeggenschap heeft via andere middelen (bij NV’s en BV’s);
  • Feitelijke zeggenschap heeft (bij verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, vof, cv of maatschap).
Als op basis van deze criteria geen UBO kan worden aangewezen, wordt teruggevallen op een pseudo-UBO. Dit is de natuurlijke persoon of personen die behoort of behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de rechtspersoon. In de meeste gevallen zijn dit de (statutair) bestuurder(s).

Waarom het UBO-register?

In de vierde anti-witwasrichtlijn is op Europees niveau afgesproken dat iedere Europese lidstaat een UBO-register bijhoudt. Dit register heeft als doel de bestrijding van witwassen en het tegengaan van terrorismefinanciering. In Nederland is aan de Kamer van Koophandel (‘KvK’), die ook het handelsregister bijhoudt, opgedragen om het UBO-register bij te houden. UBO’s moeten dus bij de KvK worden ingeschreven.

UBO-registratieplicht, voor wie?

De verplichting om UBO’s te registreren geldt voor het overgrote deel van de rechtspersonen, namelijk voor:
  • niet-beursgenoteerde besloten en naamloze vennootschappen
  • stichtingen
  • verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid
  • verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid maar met onderneming
  • onderlinge waarborgmaatschappijen
  • coöperaties
  • maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen
  • rederijen
  • Europese naamloze en coöperatieve vennootschappen
  • Europese economische samenwerkingsverbanden met hun statutaire zetel in Nederland
  • Kerkgenootschappen
Zijn deze rechtspersonen voor 27 september 2020 opgericht, dan liep tot 27 maart 2022 de deadline om hun UBO(‘s) in te schrijven. Rechtspersonen die op of na 27 september 2020 zijn opgericht, moeten direct na oprichting bij inschrijving in het handelsregister hun UBO(‘s) registreren.

UBO-registratieplicht, voor wie niet?

Slechts voor een aantal rechtsvormen geldt geen UBO-registratieplicht. Het gaat daarbij om:
  • eenmanszaken
  • beursgenoteerde besloten en naamloze vennootschappen en 100% dochters daarvan
  • verenigingen van eigenaars
  • rechtspersonen in oprichting
  • verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid zonder onderneming
  • publiekrechtelijke rechtspersonen
  • overige privaatrechtelijke rechtspersonen, waaronder historische rechtspersonen

Wat moet ik er mee?

We merken dat velen zich maar gedeeltelijk beseffen dat het UBO-register voor hen relevant is. Bestuurders en aandeelhouders van bedrijven zijn er zich vaak al van bewust. De verplichting geldt echter ook in gevallen waar men het minder verwacht, bijvoorbeeld voor de plaatselijke vereniging waar men als vrijwilliger plaats heeft genomen in het bestuur. Ook de plaatselijke verenging dient haar UBO’s in te schrijven, wat vaak zal neerkomen op de bestuursleden als pseudo-UBO’s. Het is belangrijk hier alert op te zijn. Op de niet-naleving van de verplichting staan namelijk zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke sancties. Het niet (tijdig) registreren van de UBO wordt gezien als schending van artikel 47 Handelsregisterwet, wat in artikel 1 lid 4 van de Wet op de economische delicten als economisch delict en overtreding wordt aangemerkt. De boete per overtreding loopt naar de huidige stand van boetecategorieën op tot € 21.750,-. Tevens kan worden overgegaan tot het opleggen van een last onder dwangsom, om zo naleving van de UBO-registratieplicht te bevorderen. Strikt genomen kan het niet-naleven van de UBO-registratieplicht zelfs worden bestraft met 6 maanden hechtenis. Hoewel boetes niet direct na verstrijken van de deadline zullen volgen, ligt het opleggen daarvan wel in de lijn der verwachting als registratie uitblijft. In België zijn in 2021 inmiddels de eerste boetes uitgedeeld.

Privacyzorgen?

Op basis van de UBO-registratieplicht dienen rechtspersonen verschillende (persoons)gegevens van hun UBO’s deponeren bij de KvK. Verschillende gegevens zijn openbaar, namelijk:
  • voor- en achternaam
  • geboortemaand en geboortejaar
  • nationaliteit
  • land waarin de UBO woonachtig is
  • het belang dat een UBO in een organisatie heeft
Verschillende gegevens zijn niet openbaar, maar wel inzichtelijk voor bijvoorbeeld opsporingsinstanties zoals het Openbaar Ministerie. Het gaat daarbij om:
  • geboorteplaats
  • geboortedag
  • woonadres
  • BSN en TIN
  • kopie van identiteitsdocument
  • documenten waaruit belang en omvang van belang blijkt
Er worden dus behoorlijk wat persoonsgegevens van de UBO geregistreerd. De bescherming van de privacy van UBO’s is dan ook een vraagstuk dat meerdere malen ter sprake is gekomen. In geval van een UBO die minderjarig is of onder politiebescherming, curatele of bewindvoering staat, is afscherming van de gegevens mogelijk. De gegevens blijven echter wel inzichtelijk voor, bijvoorbeeld, het OM.

Ontwikkelingen

In aanloop naar het invoeren van het UBO-register is door verschillende partijen, zoals Privacy First, de impact op de privacy van UBO’s aan de kaak gesteld. Inmiddels is door de Tweede Kamer ook een motie aangenomen met daarin de opdracht om te onderzoeken hoe de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden. Echter, ondanks bezwaren vanuit de Tweede Kamer heeft de minister in begin maart 2022 aangegeven geen aanleiding te zien om de deadline voor de registratie uit te stellen. Vanaf 27 maart 2022 moeten UBO’s dan ook zijn geregistreerd. Heeft u hulp nodig bij het beoordelen wie de UBO van uw organisatie is of heeft u andere vragen over het UBO-register? Neem dan neem dan vooral contact op met onze specialisten ondernemingsrecht. Tom Oerlemans [post_title] => De UBO en het UBO-register, ook voor mij relevant? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-ubo-en-het-ubo-register-ook-voor-mij-relevant [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-31 12:28:36 [post_modified_gmt] => 2022-03-31 10:28:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27551 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 29328 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-03-07 12:01:10 [post_date_gmt] => 2022-03-07 11:01:10 [post_content] => Inmiddels is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden. Aan verschillende partijen kan een dergelijk dwangakkoord niet worden opgelegd, waaronder aan de werknemers. De rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten zijn namelijk uitgesloten van de WHOA (artikel 369 lid 4 Faillissementswet). We schreven al eerder over de prejudiciële vraag die de rechtbank Amsterdam heeft gesteld aan de Hoge Raad. Voor de praktijk was namelijk onduidelijk of pensioenpremies voor bedrijfstakpensioenfondsen ook vielen onder de ‘rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten’. De Hoge Raad heeft op 25 februari 2022 bevestigend op deze vraag geantwoord.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad valt terug op de memorie van toelichting op de WHOA, waarin is opgenomen dat een onderhands akkoord geen wijzigingen kan aanbrengen in de rechten van werknemers op basis van de arbeidsovereenkomst. Ook kan de rechtspositie van werknemers niet worden gewijzigd door een onderhands akkoord, waardoor die positie geborgd blijft. Dat zou ook niet eerlijk zijn, omdat werknemers immers niet mogen stemmen over het onderhandse akkoord. Daarbij acht de Hoge Raad de vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen (de achterstallige pensioenpremies) gelijk aan de vorderingen van werknemers. Als de achterstallige premies wel in een onderhands akkoord zouden kunnen worden betrokken dan zou afbreuk worden gedaan aan het recht dat de werknemer heeft, namelijk het recht dat de werkgever de verschuldigde pensioenpremies afdraagt. Het bedrijfstakpensioenfonds moet immers ook het pensioen uitkeren als de premies niet zijn betaald. Dit kan vervolgens leiden tot een te lage dekkingsgraad en kortingen op pensioenen, of het achterwege blijven van indexering. Een dergelijke afbreuk van de rechten van werknemers strookt niet met de bedoeling van de WHOA, zo oordeelt de Hoge Raad. Ook wordt verwezen naar een wetsvoorstel dat op dit moment aanhangig is bij de Tweede Kamer, waarin wordt verduidelijkt dat de betaling van pensioenpremies ook onder de rechten van werknemers valt.

Wat zijn de gevolgen?

De Hoge Raad komt aldus tot een eenvoudige maar voor de praktijk mogelijk problematische conclusie: achterstallige premies van een bedrijfstakpensioenfonds kunnen niet worden betrokken in een WHOA-traject. Ook de afkoelingsperiode geldt niet voor deze vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen. Deze conclusie was, mede gelet op het aanhangige wetsvoorstel en het eerdere advies van de advocaat-generaal, niet geheel onverwacht. Afbreuk aan de rechten van werknemers wordt voorkomen, maar afbreuk aan de effectiviteit van de WHOA is een feit. Voor bedrijven aangesloten bij een bedrijfstakpensioen en pensioenachterstanden geldt dat de WHOA minder interessant is geworden als instrument om te herstructureren. Bij bedrijven met hoge pensioenschulden zal opnieuw het faillissement meer in beeld komen, waar de pensioenfondsen als concurrent schuldeiser achteraan in de rij aansluiten. Het is dus maar de vraag of dit uiteindelijk tot een beter resultaat voor de pensioenfondsen (en de werknemers) gaat leiden. Vooralsnog zal de praktijk om moeten gaan met deze uitspraak en zullen bedrijven met aanzienlijke schuld aan bedrijfspensioenfondsen, als zij een WHOA-traject overwegen, er rekening mee moeten houden dat herstructurering van deze schuld vooralsnog niet mogelijk is. Mogelijk komt de Tweede Kamer bij de behandeling van het voorliggende wetsvoorstel tot andere conclusies. Ook daarover houden we u op de hoogte! Tom Oerlemans [post_title] => WHOA en pensioenpremies (II) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => whoa-en-pensioenpremies-ii [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-07 12:09:57 [post_modified_gmt] => 2022-03-07 11:09:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29328 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 28911 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-02-04 12:02:28 [post_date_gmt] => 2022-02-04 11:02:28 [post_content] => Sinds 1 januari 2021 beschikt Nederland over een nieuw instrument voor het herstructureren van een onderneming in zwaar weer, de WHOA. In het vorige deel van deze serie werd ingegaan op een belangrijke praktijkles, namelijk dat u er op tijd bij moet zijn wil een WHOA-traject kunnen worden ingezet. Om een WHOA-traject na het inzetten daarvan ook te laten slagen, is het van groot belang dat het akkoord dat ter homologatie wordt voorgelegd aan de rechtbank ook goed onderbouwd is. Dit is dan ook de tweede praktijkles die hieronder aan bod komt.

Inhoud van het akkoord

Het akkoord dat uiteindelijk ter homologatie aan de rechtbank word voorgelegd, moet alle informatie bevatten die de schuldeisers nodig hebben om een geïnformeerd oordeel te kunnen vormen over het akkoord. De in het akkoord gemaakte indeling van schuldeisers moet kloppen en de financiële gevolgen van het akkoord per klasse schuldeiser moeten duidelijk zijn. Het moet duidelijk zijn wat de schuldeisers krijgen in geval van een faillissement (liquidatiewaarde) in vergelijking met het voorgestelde akkoord (reorganisatiewaarde). De reorganisatiewaarde zal altijd hoger uit moeten vallen dan de liquidatiewaarde. Dit is geenszins een uitputtende opsomming van eisen waaraan het akkoord moet voldoen, zo zijn er ook een aantal uitgangspunten waaraan moet worden voldaan, maar op deze punten gaat het verschillende keren mis.

Onvoldoende duidelijk, onderbouwd of uitgewerkt? Dan geen homologatie

Al meerdere keren is de homologatie van een akkoord gestrand op onvolledige of ondeugdelijke informatievoorziening. Zo werd een verzoek tot homologatie van een akkoord afgewezen nu de schuldeisers onvolledig waren geïnformeerd over de schuldenpositie en de levensvatbaarheid van de onderneming onvoldoende was aangetoond. In een ander geval werd het akkoord niet gehomologeerd nu (onder andere) onduidelijk was op welke uitgangspunten de reorganisatiewaarde en onderliggende prognoses voor de komende jaren waren gebaseerd. Ook bleek de klassenindeling onvolledig, waarmee er volgens de rechtbank geen sprake kon zijn van een afgewogen keuze van schuldeisers. De berekening van de reorganisatiewaarde en de verdeling van verschillende schuldeisers in klassen is vaker problematisch en kan tot afwijzing van het voorgestelde akkoord leiden. Het akkoord dat uiteindelijk aan de rechtbank ter homologatie wordt voorgelegd moet redelijk, haalbaar en transparant zijn. Schuldeisers moeten aan de hand van overzichtelijke en juiste informatie op een relatief eenvoudige wijze een afgewogen besluit kunnen nemen. In de praktijk blijken rechters uiterst kritisch op wat aan hen wordt voorgelegd. Voldoet het akkoord niet aan alle eisen, dan zal het voorstel niet worden gehomologeerd.  Een gedegen voorbereiding is dus van essentieel belang voor een geslaagd WHOA-traject. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met onderhands akkoord dat aan u wordt voorgelegd? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Deel I: De WHOA-procedure Deel II: De inhoud van het akkoord Deel III: De voorbereiding van het akkoord Deel IV: De observator en de herstructureringsdeskundige Deel V:  Timing van een WHOA verzoek is essentieel Tom Oerlemans [post_title] => Deel VI: Goede voorbereiding is het halve/hele werk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => deel-vi-goede-voorbereiding-is-het-halve-hele-werk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-04 12:02:31 [post_modified_gmt] => 2022-02-04 11:02:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=28911 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 27162 [post_author] => 43 [post_date] => 2021-09-30 10:01:00 [post_date_gmt] => 2021-09-30 08:01:00 [post_content] =>

De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt, ondanks politiek aandringen, in 2022 geen extra budget. Een zorgelijk en risicovol besluit.

Dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) al jarenlang over onvoldoende budget beschikt, behoort inmiddels bijna tot algemene kennis. Eind 2020 bleekt al uit een onderzoek van KPMG dat er sprake is van een enorm gebrek aan capaciteit. De circa 185 fte werkzaam bij de AP bleek onvoldoende om goed uitvoering te kunnen geven aan de rol van de AP als privacytoezichthouder en zou meer dan verdubbeld moeten worden. De AP is met het gelijk blijven van haar budget, vanzelfsprekend, niet tevreden. Hoewel dit soms anders wordt gezien, vormt een zwakke toezichthouder een risico voor (met name internationale) bedrijven. Het toezicht op privacywetgeving is binnen de EU namelijk zo geregeld dat de toezichthouder in het land waar een bedrijf gevestigd is, de leiding heeft bij het toezien op de naleving. Het Europese Hof oordeelde echter op 15 juni 2021 dat, onder bepaalde voorwaarden, een toezichthouder van een lidstaat haar bevoegdheid kan uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG onder de aandacht van de gerechtelijke autoriteiten van die lidstaat te brengen, ook al is deze autoriteit niet leidend voor die verwerking van persoonsgegevens. Als de leidende toezichthouder zijn plicht verzaakt, kan een andere Europese toezichthouder dus alsnog optreden.               Dit betekent dat multinationals die in meerdere landen persoonsgegevens verwerken en de AP als leidende toezichthouder hebben, bij onvoldoende toezicht door de AP ook met andere Europese toezichthouders kunnen worden geconfronteerd. Dit brengt weer onzekerheid met zich mee, omdat de verschillende Europese toezichthouders privacywetgeving op verschillende manieren interpreteren. Op de lange termijn is een sterke toezichthouder, waarmee een dialoog kan worden gevoerd over de naleving van de AVG, van groot belang. Vooralsnog is met de huidige miljoenennota echter besloten om de AP, hoe kortzichtig ook, klein te houden. Tom Oerlemans [post_title] => De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt in 2022 geen extra budget [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-autoriteit-persoonsgegevens-krijgt-in-2022-geen-extra-budget [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-10-01 09:11:36 [post_modified_gmt] => 2021-10-01 07:11:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27162 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 26187 [post_author] => 43 [post_date] => 2021-06-30 09:05:12 [post_date_gmt] => 2021-06-30 07:05:12 [post_content] => Leveranciersklem zorginformatiesystemen onder de loep van de ACM De ACM geeft in een recente publicatie aan haar pijlen te gaan richten op zogenaamde ‘vendor lock-ins’ op markten voor ziekenhuisinformatiesystemen en elektronische patiëntendossiers (ZIS/EPD-systemen). Dit begrip houdt in dat, zodra een afnemer van een ZIS/EPD-systeem voor een specifiek systeem heeft gekozen, het voor deze afnemer moeilijk en kostbaar is om over te stappen op een ander systeem.

Gebrekkige mogelijkheden

Zo zijn afnemers vaak niet bekend met alle relevante informatie vereist voor een overstap en zijn zij voor een overstap afhankelijk van de medewerking van hun huidige leverancier. Ook merkt de ACM op dat er vaak sprake is van systemen die niet met elkaar kunnen samenwerken of aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze gebrekkige mogelijkheden om data van het ene naar het andere systeem te verplaatsen (dataportabiliteit) en het niet aan elkaar kunnen koppelen van systemen (interoperabiliteit) worden door elkaar versterkt.

Drempels gebruik systemen

Deze effecten werpen drempels op voor partijen die gebruik maken van een ZIS/EDP-systeem en voor partijen die een dergelijk systeem willen aanbieden. Enerzijds is het overstappen naar een andere aanbieder een tijdrovend en complex proces voor afnemers, anderzijds is het voor aanbieders lastig om de markt voor dergelijke systemen te betreden. De potentiële afnemers van een nieuw systeem hebben namelijk al hun keus voor een ZIS/EPD-systeem gemaakt en overstappen is lastig. De ACM stipt tevens de sterke marktpositie van leveranciers aan en geeft aan met concurrentieregels te komen om de leveranciersklem in de ICT-zorg te gaan beperken.

Privacy en gegevensbescherming

Interessant is dat de ACM ook het belang van de standaardisatie van gegevensuitwisseling aanmerkt, met name in het belang van privacy en gegevensbescherming. Daarbij denkt de ACM aan standaarden voor bijvoorbeeld identificatie en toestemming. Voor zover de marktpartijen niet zelf tot een standaard komen, zou aanvullende regulering door de overheid voor de hand liggen.

Leidraad

De ACM streeft ernaar om dit najaar een concept leidraad te publiceren die het zorginformatiestelsel in Nederland moet gaan verbeteren. De Autoriteit Persoonsgegevens en de Nederlandse Zorgautoriteit worden ook in dit proces betrokken. Het team van BG.Zorg houdt deze ontwikkelingen nauwgezet in de gaten. Tom Oerlemans [post_title] => Leveranciersklem zorginformatiesystemen onder de loep van de ACM [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => leveranciersklem-zorginformatiesystemen-onder-de-loep-van-de-acm [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-06-30 09:05:12 [post_modified_gmt] => 2021-06-30 07:05:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26187 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 25023 [post_author] => 43 [post_date] => 2021-04-16 15:26:44 [post_date_gmt] => 2021-04-16 13:26:44 [post_content] => Het voorbereiden en tot stand komen van een WHOA-akkoord neemt enige tijd in beslag. Deze voorbereiding van het onderhands akkoord vindt plaats terwijl de onderneming waarschijnlijk haar schulden niet kan blijven betalen. Verschillende bij de schuldenaar betrokken partijen (o.a. financiers en leveranciers) zullen in die situatie mogelijk (verhaals)maatregelen nemen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het leggen van beslag, het inroepen van een eigendomsvoorbehoud of het aanvragen van het faillissement. Dergelijke maatregelen maken het voor de schuldenaar moeilijk, of zelfs onmogelijk, om een WHOA-akkoord aan te bieden. Een afkoelingsperiode geeft de onderneming (of de herstructureringsdeskundige) de tijd en ruimte om een WHOA-akkoord voor te bereiden, zonder dat individuele (verhaals)acties van schuldeisers dit bemoeilijken. Dit voorkomt dat de meerwaarde van WHOA-akkoord ten opzichte van bijvoorbeeld een faillissement verloren gaat.
Hoe en wanneer
De onderneming of aangestelde herstructureringsdeskundige kan de rechtbank vragen een afkoelingsperiode af te kondigen. De rechtbank kondigt de afkoelingsperiode af wanneer:
  • de schuldenaar een startverklaring voor een WHOA-akkoord heeft gedeponeerd en hij dat akkoord heeft aangeboden of toezegt dat binnen 2 maanden aan te bieden, of een herstructureringsdeskundige is aangesteld; en
  • summierlijk blijkt dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming tijdens de voorbereiding/onderhandelingen over een WHOA-akkoord te kunnen blijven voortzetten; en
  • aannemelijk is dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers daarbij gediend zijn en de individuele schuldeisers waarop de afkoelingsperiode zal zien niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
Duur en reikwijdte
Een afkoelingsperiode in een WHOA-traject duurt in beginsel maximaal 4 maanden, maar kan worden verlengd tot 8 maanden. Daarvoor moet de onderneming of herstructureringsdeskundige aannemelijk maken dat er belangrijke voortgang is geboekt met het akkoord. Dit is in ieder geval zo wanneer de rechtbank gevraagd is het akkoord te homologeren. De specifieke reikwijdte kan per afkoelingsperiode verschillen. De WHOA biedt ook hier de mogelijkheid tot maatwerk. Zo kan de rechtbank een algemene afkoelingsperiode voor alle schuldeisers afkondigen. Een beperkte afkoelingsperiode voor een aantal schuldeisers, zoals toegepast in de vierde WHOA-uitspraak, behoort echter ook tot de mogelijkheden.
Gevolgen voor schuldeisers
De rechten van schuldeisers (voor wie de afkoelingsperiode geldt) worden gedurende de afkoelingsperiode beperkt. Tijdens de afkoelingsperiode mogen zij zich niet verhalen op de goederen van de onderneming, tenzij de rechter een machtiging afgeeft. Vereiste daarbij is dat de schuldeiser weet van de afkoelingsperiode of het feit dat er een akkoord wordt voorbereid. Houders van pandrechten op vorderingen op naam (of op het vruchtgebruik daarvan) mogen dit tijdens de afkoelingsperiode niet openbaar maken. Tevens mag er geen betaling worden ontvangen of verrekend worden met de vordering op de onderneming. In ruil daarvoor moet de onderneming wel vervangende zekerheid stellen, bijvoorbeeld door nieuw ontstane vorderingen aan de schuldeiser te verpanden. De onderneming of de herstructureringsdeskundige kan de rechtbank ook vragen om gelegde beslagen op te heffen. De behandeling van een verzoek tot surseance van betaling of faillissement wordt gedurende de afkoelingsperiode geschorst.
Gevolgen voor onderneming
Het kan zijn dat de onderneming voorafgaand aan de afkoelingsperiode de bevoegdheid had om goederen te gebruiken, verbruiken en vervreemden. Denk bijvoorbeeld aan goederen die onder eigendomsvoorbehoud aan de onderneming zijn geleverd en door haar worden (door)verkocht of gebruikt. Voor zover dit valt onder de normale voortzetting van de onderneming, mag zij daar gedurende de afkoelingsperiode mee doorgaan. De WHOA eist wel dat de belangen van derden in dat geval voldoende worden gewaarborgd. Is dat niet (langer) het geval, dan kan de rechtbank deze bevoegdheid tot gebruik, verbruik en vervreemding opheffen. Komt de onderneming voorafgaand aan de afkoelingsperiode haar verplichtingen niet na, dan is dat tijdens de afkoelingsperiode geen grond om verbintenissen of verplichtingen van schuldeisers te wijzigen. Ook is er in dat geval geen grond voor opschorting of ontbinding door de schuldeiser van de onderneming. De schuldeiser kan aldus verplicht worden om aan de onderneming te blijven leveren. Daarbij is opnieuw vereist dat de onderneming zekerheid heeft gesteld voor de nakoming van verplichtingen die ontstaan tijdens de afkoelingsperiode.
Bescherming van de schuldeiser
De afkoelingsperiode kan schuldeisers (zoals de pand- of hypotheekhouder, (handels)crediteuren met eigendomsvoorbehoud of beslagleggers) dus aanzienlijk beperken in hun rechten. Zekerheidsrechten worden gedurende de afkoelingsperiode eigenlijk buitenspel gezet. Een schuldeiser staat echter niet helemaal met lege handen, hij kan de rechtbank vragen:
  • hem een machtiging te verlenen, zodat hij toch verhaal mag nemen op de goederen van de schuldenaar;
  • de afkoelingsperiode op te heffen, indien hij van mening is dat er voor de afkoelingsperiode geen grond is of deze hem wezenlijk in zijn belangen schaadt; en
  • om voorzieningen te treffen ter bescherming van de belangen van de schuldeisers en aandeelhouders (de rechtbank kan dergelijke voorzieningen ook zelf treffen, bij of na de afkondiging van de afkoelingsperiode);
De positie van schuldeisers wordt daarnaast beschermd door de verplichting van de onderneming om vervangende zekerheid te stellen wanneer er sprake is van pandrechten op vorderingen. Dit geldt ook wanneer een schuldeiser verplicht moet blijven leveren. De rechtbank kan besluiten om bij de afkondiging van een algemene afkoelingsperiode een observator aan te stellen om de belangen van schuldeisers te beveiligen. Wanneer er een beslissing moet worden genomen over de verlenging of opheffing van een afkoelingsperiode, of over voorzieningen ter beveiliging van de belangen van schuldeisers, dan zullen de schuldeisers worden gehoord. Een en ander moet leiden tot een evenwichtige afweging van de belangen van schuldeiser en onderneming in een WHOA-traject. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u (bijvoorbeeld als pand- of hypotheekhouder) geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten of gestart is? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op. Tom Oerlemans [post_title] => De afkoelingsperiode in de WHOA [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-afkoelingsperiode-in-de-whoa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-04-16 15:26:44 [post_modified_gmt] => 2021-04-16 13:26:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=25023 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 25001 [post_author] => 43 [post_date] => 2021-04-16 09:08:18 [post_date_gmt] => 2021-04-16 07:08:18 [post_content] =>
Administratie en registratie
Hoewel het natuurlijk niet de bedoeling is dat zorgmedewerkers langer bezig zijn met administreren dan met het verlenen van zorg, moge duidelijk zijn. Dat administratie en registratie van verrichte handelingen in de zorg wel van groot belang is, werd onlangs weer duidelijk gemaakt door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Aan een zorgaanbieder uit Utrecht werd door de NZa een boete van € 270.000,= opgelegd vanwege een onvolledige administratie. Op basis van artikel 36 Wet markordening gezondheidszorg (Wmg) dienen zorgaanbieders (en ziektekostenverzekeraars) een administratie te voeren waaruit in ieder geval blijkt:
  1. de overeengekomen en geleverde prestaties, alsmede wanneer die prestaties zijn geleverd;
  2. aan welke patiënt onderscheidenlijk aan welke verzekerde die prestaties door een zorgaanbieder zijn geleverd;
  3. de daarvoor in rekening gebrachte tarieven; en
  4. de in verband daarmee ontvangen of verrichte betalingen of vergoedingen aan derde.
Opleggen boete
Voldoet een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar hier niet aan, dan kan de NZa daarop ingrijpen. Zo ontbraken er bij de Utrechtse zorgaanbieder gehele dossiers, maar ook het ontbreken van een planning en tijdsregistratie was voor de NZa afdoende om tot het opleggen van een boete over te gaan. Saillant detail is overigens dat de rechtspersoon waarin de activiteiten van de zorgaanbieder plaatsvonden, samen met de bovenliggende holding, ontbonden werd. Dit vond plaats twee dagen nadat de bestuurder en enig aandeelhouder bekend werd met het onaangekondigde onderzoek van de NZa naar eventuele overtredingen van de Wmg. De NZa vermoedt dat de ontbinding heeft plaatsgevonden met het oog op een (mogelijke) bestuurlijke sanctie. De NZa houdt daarom de voormalig bestuurder en enig aandeelhouder als feitelijk leidinggevende aansprakelijk voor de schending van de Wmg. De NZa legt de boete dan ook aan de bestuurder op. Meer over deze boete en het daaraan ten grondslag liggende besluit vindt u hier en in de eerdere blog die mijn collega Lisan Vermeer hier over schreef. Tom Oerlemans [post_title] => Administratie in de zorg, onverminderd belangrijk! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => administratie-in-de-zorg-onverminderd-belangrijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-04-16 09:57:26 [post_modified_gmt] => 2021-04-16 07:57:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=25001 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 35412 [post_author] => 43 [post_date] => 2023-03-16 15:52:09 [post_date_gmt] => 2023-03-16 14:52:09 [post_content] => Op 14 maart 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan en daarmee aangenomen. Deze wet, die naar verwachting in de loop van dit jaar wordt ingevoerd en in ieder geval voor 2 jaar zal gelden, stelt nadere eisen aan de turboliquidatie om misbruik hiervan te voorkomen.

Wat is turboliquidatie?

Een turboliquidatie is een snelle manier om een onderneming te staken en de rechtspersoon, bijvoorbeeld een B.V., te ontbinden. Een turboliquidatie kan alleen uitgevoerd worden als de onderneming geen baten meer heeft. Dat betekent dat de onderneming geen activiteiten meer uitvoert en ook geen bezittingen/vermogen heeft. Een turboliquidatie wordt geëffectueerd door een besluit van de algemene vergadering. De rechtspersoon houdt na dit besluit direct op te bestaan en wordt uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bestuurders hoefden tot deze wet geen uitleg te geven over de turboliquidatie, in tegenstelling tot een situatie waarin de rechtspersoon wel over baten beschikt. In dat geval vindt er na de ontbinding nog een vereffening plaats door veelal de bestuurder. Deze moet hierover rekening en verantwoording afleggen, een plan van verdeling maken en dit plan openbaar maken. Overstijgen de schulden waarschijnlijk de baten, dan moet de vereffenaar het faillissement aanvragen en verloopt de vereffening van het vermogen van de rechtspersoon via de curator. Dit alles ter bescherming van de belangen van schuldeisers. Schuldeisers van de geturboliquideerde rechtspersoon worden echter geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat en blijven met lege handen achter, zonder dat er enige rekening en verantwoording wordt afgelegd. Zij kunnen wel juridische stappen ondernemen (o.a. de heropening van de vereffening verzoeken of het faillissement aanvragen), maar beschikken veelal niet over de daarvoor vereiste informatie. Bovendien moeten schuldeisers dan aanzienlijke kosten maken. De Tijdelijke wet turboliquidatie maakt daar een einde aan door bestuurders te verplichten financiële verantwoording af te leggen over de turboliquidatie. Net op tijd, nu de wetgever verwacht dat er in de komende periode als gevolg van de corona-maatregelen en energiecrisis meer gebruik zal worden gemaakt van turboliquidatie.

Nadere eisen aan turboliquidatie

De nieuwe wet eist van bestuurders dat zij binnen 14 dagen na de turboliquidatie de volgende documenten deponeren bij de Kamer van Koophandel:
  1. een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
  2. Een beschrijving van:
  3. de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
  4. indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en
  5. indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, en
  6. de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, voor zover deze nog niet openbaar zijn gemaakt terwijl daar wel een verplichting tot bestaat.
Zodra deze documenten zijn gedeponeerd, moeten bestuurders daar vervolgens schriftelijk mededeling van doen aan de schuldeisers van de rechtspersoon. Dit is een belangrijke ontwikkeling, want vaak kwamen schuldeisers pas een aantal maanden later achter de turboliquidatie. Door de invoering van dit vereiste kunnen schuldeisers eerder actie ondernemen als zij het niet eens zijn met de turboliquidatie. Onbetaald gebleven schuldeisers krijgen overigens ook een inzagerecht indien niet aan de deponeringsplicht is voldaan. Zij kunnen zich in dat geval wenden tot de kantonrechter voor een machtiging om de administratie (‘de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers’) van de geturboliquideerde rechtspersoon in te zien.

Sancties

Voldoen bestuurders niet aan de deponeringsverplichting dan plegen zij een economisch delict, wat bestraft kan worden met hechtenis van maximaal 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (op moment van schrijven €22.500,-). Ook kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie aan bestuurders een bestuursverbod van maximaal 5 jaar opleggen, indien een bestuurder zich niet aan de regels houdt, één of meer schuldeisers aanmerkelijk benadeelt of in de twee jaar voorafgaand aan de turboliquidatie ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement of turboliquidatie en hem hiervan een persoonlijk verwijt treft.

Conclusie

Met de invoering van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt de turboliquidatie met meer waarborgen voor schuldeisers omkleed. Schuldeisers dienen tijdig geïnformeerd te worden over de voorgenomen turboliquidatie, zodat zij tijdig actie kunnen ondernemen. Anderzijds betekent de wet voor ondernemers nadere stappen die zij moeten zetten en eisen waaraan zij moeten voldoen indien zij hun onderneming willen staken middels een turboliquidatie. Goed advies is gelet op de sancties en mogelijkheden van schuldeisers daarbij essentieel. Denkt u na over de beëindiging van uw onderneming of wordt u geconfronteerd met een schuldenaar die de turboliquidatie heeft toegepast en heeft u vragen, neem dan contact op met een van de advocaten insolventierecht van BG.legal. Tom Oerlemans nieuw [post_title] => Wet transparantie turboliquidatie: net zo snel, maar wel transparanter [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wet-transparantie-turboliquidatie-net-zo-snel-maar-wel-transparanter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-16 15:52:09 [post_modified_gmt] => 2023-03-16 14:52:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=35412 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 21 [max_num_pages] => 3 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 12af776d707862f26d08fe57877c763d [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Op 14 maart 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan en daarmee aangenomen. Deze wet, die naar verwachting in de loop van dit...
Lees meer
Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit...
Lees meer
De pre-pack is een onderwerp dat in de herstructureringspraktijk al jaren ter discussie staat. Met een pre-pack wordt een doorstart vanuit faillissement al voorafgaand aan dat faillissement voorbereid. De afgelopen...
Lees meer
In de media is het al vaker voorbij gekomen: organisaties moeten hun UBO’s registreren. Maar wat zijn UBO’s eigenlijk en moet u er wat mee? Een en ander zet ik...
Lees meer
Inmiddels is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden....
Lees meer
Sinds 1 januari 2021 beschikt Nederland over een nieuw instrument voor het herstructureren van een onderneming in zwaar weer, de WHOA. In het vorige deel van deze serie werd ingegaan...
Lees meer
De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt, ondanks politiek aandringen, in 2022 geen extra budget. Een zorgelijk en risicovol besluit. Dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) al jarenlang over onvoldoende budget beschikt, behoort inmiddels...
Lees meer
Leveranciersklem zorginformatiesystemen onder de loep van de ACM De ACM geeft in een recente publicatie aan haar pijlen te gaan richten op zogenaamde ‘vendor lock-ins’ op markten voor ziekenhuisinformatiesystemen en...
Lees meer
Het voorbereiden en tot stand komen van een WHOA-akkoord neemt enige tijd in beslag. Deze voorbereiding van het onderhands akkoord vindt plaats terwijl de onderneming waarschijnlijk haar schulden niet kan...
Lees meer
Administratie en registratie Hoewel het natuurlijk niet de bedoeling is dat zorgmedewerkers langer bezig zijn met administreren dan met het verlenen van zorg, moge duidelijk zijn. Dat administratie en registratie...
Lees meer