Blog van medewerkers
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande uit genetisch gemodificeerde organismen;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten met een nieuwe of doelbewust gemodificeerde primaire molecuulstructuur;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande of geïsoleerd uit micro-organismen, schimmels of algen;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande of geïsoleerd uit planten alsmede voedselingrediënten die uit dieren zijn geïsoleerd, met uitzondering van voedingsmiddelen en voedselingrediënten die volgens traditionele vermeerderings- of teeltmethodes zijn verkregen en die sinds lang veilig voor voedingsdoeleinden worden gebruikt;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten waarop een weinig gebruikt productie procedé is toegepast, voor zover dit procedé wijzigingen in de samenstelling of de structuur van de voedingsmiddelen of voedselingrediënten veroorzaakt die significant zijn voor hun voedingswaarde, hun metabolisme of hun gehalte aan ongewenste stoffen.
De procedure voor toelating novel food
Bij de beoordeling of de voedingsmiddelen of voedselingrediënten in de handel mogen worden gebracht geldt als criterium dat:
- ze geen gevaar voor de consument mogen opleveren;
- ze de consument niet mogen misleiden;
- ze niet zodanig van de voedingsmiddelen of voedselingrediënten ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld mogen verschillen dat de normale consumptie ervan uit voedingsoogpunt voor de consument nadelig zou zijn.
Recent voorbeeld
Op 2 maart 2009 diende FrieslandCampina het verzoek in om toelating van bovine lactoferrin. Lactoferrin is een ijzer-bindend eiwit uit koemelk dat aan voedsel kan worden toegevoegd.
Op 31 maart 2010 verklaart de Nederlandse autoriteit dat er geen reden is voor ongerustheid en dat het als novel food in de handel kan worden gebracht.
Op 9 november 2010 werd de European Food Safety Authority (EFSA) geconsulteerd.
Op 27 april 2012 concludeert EFSA in het eerste ‘Scientific opinion on bovine lactoferrin’ dat bovine lactoferrin veilig is voor het beoogde gebruik en de beoogde hoeveelheden.
Op 22 november 2012, 3 1/2 jaar na de aanvraag, besluit de Europese Commissie dat bovine lactoferri op de lijst met novel foods wordt geplaatst en kan het in de handel worden gebracht.
Lactoferrine wordt door FrieslandCampina op de markt gebracht onder de merknaam Vivinal GOS. Dit innovatieve prebiotisch ingrediënt is bedoeld om gezondere darmen te krijgen.
Insecten novel food?
Op dit moment is er onduidelijkheid of insecten voor de menselijke consumptie novel food of niet zijn. Wanneer ze novel food zouden zijn dan zouden ze de procedure uit de verordening moeten volgen om in de handel te mogen worden gebracht. In de ontwerp nieuwe verordening worden ze als novel food aangemerkt. In Nederland (en België) wordt de verkoop van bepaalde gekweekte insecten voor menselijke consumptie toegestaan.
Wat betekent dit voor de praktijk
- door innovatie in food worden nieuwe voedingsmiddelen en voedingsingrediënten ontwikkeld. Omdat deze nieuw zijn moet worden onderzocht of ze veilig zijn voor consumptie. Deze regeling, hoewel nog niet ideaal, maakt toelating onder uniforme condities op de EU markt mogelijk.
- de regeling is nog niet ideaal bijvoorbeeld omdat de procedure lang duurt. Initiatieven voor een nieuwe verordening zijn tot nu toe gestrand.
- de vraag of voedingsmiddelen in de EU in de handel mogen worden gebracht zal onder andere spelen bij de import van voedingsmiddelen en voedingsingrediënten uit andere delen van de wereld. Het feit dat ze daar al lange tijd worden geconsumeerd en als veilig worden beschouwd betekent niet dat ze dus ook in de EU in de handel mogen worden gebracht. Wanneer ze op 15 mei 1997 in de EU niet in significante mate voor menselijke voeding zijn gebruikt dan zijn het novel foods in de zin van deze verordening.
Jos van der Wijst, advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
Zie ook branche AgriFood
[post_title] => Chia olie erkend als novel food [post_excerpt] =>Benexia chia olie is recent door de EU erkend als novel food. Chia olie kan plantaardige vetten en olie vervangen in voedingsmiddelen en dranken. Wat zijn novel foods? Wat is het belang hiervan voor de innovatie in food?
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => chia-olie-erkend-als-novel-food [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 13:04:01 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 11:04:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/12/02/chia-olie-erkend-als-novel-food/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 7100 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-11-24 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-24 00:00:00 [post_content] =>Op 14 maart 2014 heeft het Europees Parlement positief gereageerd op een voorstel voor een Privacy Verordening. Dit heeft veel stof doen opwaaien. De veranderingen ten opzichte van de huidige regelgeving zijn groot. De rechten voor natuurlijke personen worden groter. Het niet naleven van de privacy regels kan leiden tot substantiële boetes. Toch blijven er nog mogelijkheden, ook voor big-data gebruik. Wat verandert er?
Huidige situatie
De huidige privacyregelgeving is vastgelegd in de Wet Bescherming Persoonsgegevens [Wbp] uit 2000. Met die wet is de Europese privacy richtlijn uit 1995 omgezet in Nederlandse wetgeving. Europa heeft voor de nieuwe regelgeving gekozen voor een verordening in plaats van een nieuwe richtlijn. Een richtlijn moet een Lid-Staat omzetten in nationale wetgeving. Een verordening werkt direct en hoeft niet in nationale wetgeving te worden omgezet.
Nadat het Europees parlement akkoord is gegaan met het voorstel voor een verordening moet ook de raad van ministers akkoord gaan met het voorstel.
Het voorstel voor de verordening wordt waarschijnlijk in december 2014 besproken in een debat in de Eerste Kamer.
De verordening zal waarschijnlijk in 2015/2016 in werking treden.
Belangrijkste wijzigingen door nieuwe verordening
- Één toezichthouder
Voor bedrijven die in meerdere Lid-Staten werken is dit goed nieuws. Nu hebben ze te maken met verschillende nationale toezichthouders die bevoegd zijn. Wanneer het voorstel wordt aangenomen krijgen deze bedrijven met één Europese toezichthouder te maken.
Voor de bedrijven die niet in meerdere Lid-Staten werken verandert er niets. Zij blijven te maken krijgen met hun nationale toezichthouder zoals in Nederland het College Bescherming Persoonsgegevens [CBP].
- Nieuwe rechten voor natuurlijke personen
De verordening introduceert het recht om vergeten te worden. Recent heeft het Europees Hof in een zaak tegen Google bepaald dat een natuurlijk persoon het recht heeft om te vragen zijn persoonsgegevens te verwijderen uit zoekresultaten. Een dergelijk recht wordt nu ook in de verordening vastgelegd. Dit betekent dat een organisatie persoonsgegevens moet verwijderen indien:
- er niet langer een noodzaak is om de gegevens te bewaren gelet op het doel waarvoor de gegevens verzameld zijn;
- de natuurlijk persoon zijn toestemming intrekt om de persoonsgegevens te bewaren;
- de natuurlijk persoon bezwaar maakt tegen het gebruiken van zijn persoonsgegevens;
- de organisatie de verordening niet naleeft.
Daarnaast krijgt een natuurlijk persoon ook het recht om een kopie of overheveling te verzoeken van zijn persoonsgegevens.
- Privacybeleid
De organisatie krijgt de verplichting om, nog meer dan nu al het geval is, goed te documenteren. Nu geldt onder omstandigheden een meldplicht bij het CBP. Onder de verordening wordt het een verplichting voor bedrijven om het doel van de bewerking van persoonsgegevens te beschrijven en het proces correct in te richten.
Iedere organisatie die met persoonsgegevens werkt krijgt nu de verplichting om een privacybeleid te formuleren en daarin bepaalde aspecten op te nemen.
Datalekken
De verordening introduceert ook een meldplicht voor datalekken. Dit laatste houdt in dat feitelijk ieder incident waarbij gegevens verloren, vernietigd, ongeautoriseerd vrijgegeven of verspreid worden, moet worden gemeld. Binnen 24 uur moet een dergelijk lek bij de toezichthouder gemeld worden. Ook de natuurlijke personen die erdoor getroffen worden moeten onverwijld geïnformeerd worden indien het datalek mogelijk negatieve gevolgen heeft voor hun privacy.
Boetes voor overtreding privacyregels
De mogelijkheden voor het CBP om een boete op te leggen voor overtreding van de privacyregels zijn nog beperkt. De staatssecretaris van veiligheid en justitie komt met voorstellen om die bevoegdheid en mogelijkheid uit te breiden. De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer toegezegd in november 2014 met een brief met voorstellen is komen.
Op grond van de verordening kunnen toezichthouders [hoge] boetes opleggen. De boetes komen meer in de buurt van de boetes die we kennen in het mededingingsrecht. De verordening maakt boetes mogelijk tot 5% van de wereldwijde jaaromzet met een maximum van € 100 miljoen. Boetes kunnen worden opgelegd voor onder meer:
- niet tijdig of niet volledig informeren van natuurlijke personen;
- niet melden of niet volledig melden van datalekken;
- het niet voldoen aan een verzoek tot verwijdering of niet voorzien van de door een natuurlijk persoon opgevraagde informatie.
Wat betekent dit voor de praktijk
- op dit moment nog niet zoveel. Immers de verordening is nog niet definitief en het is nog onduidelijk wanneer deze in werking treedt. De inhoud van het voorstel voor de verordening geeft wel aan welke richting het op gaat. Bij het maken van beleidskeuzes die verder strekken dan de korte termijn is het verstandig om toch alvast met de inhoud van het voorstel rekening te houden. Zo heeft de verordening gevolgen voor onder andere big data, privacyreglementen, privacy functionarissen, etc.
- wanneer deze verordening in werking treedt zal allereerst vastgesteld moeten worden of de verordening voor uw organisatie gevolgen heeft en wat deze gevolgen zijn.
- er zal privacybeleid geformuleerd moeten worden dat in overeenstemming is met de verordening. Bestaande privacystatements zullen moeten worden geëvalueerd en [waarschijnlijk] worden aangepast om nog compliant te zijn.
- mogelijk betekent dit dat er een privacy functionaris aangesteld moet worden wanneer dat nu nog niet het geval is.
- mogelijk betekent dit dat anders met eigen data of aangekochte data omgegaan moet worden. Uw big data beleid moet mogelijk worden aangepast.
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[post_title] => Nieuwe EU Privacyverordening [post_excerpt] =>Op 14 maart 2014 heeft het Europees Parlement positief gereageerd op een voorstel voor een Privacy Verordening. Dit heeft veel stof doen opwaaien. De veranderingen ten opzichte van de huidige regelgeving zijn groot. De rechten voor natuurlijke personen worden groter. Het niet naleven van de privacy regels kan leiden tot substantiële boetes. Toch blijven er nog mogelijkheden, ook voor big-data gebruik. Wat verandert er?
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nieuwe-eu-privacyverordening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:04:48 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:04:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/24/nieuwe-eu-privacyverordening/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 7095 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00 [post_content] =>De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.
Deze zaak gaat over de verkoop van buggy’s. De ene partij heeft het auteursrecht op de buggy met de naam “limbo”. Bij de verkoop van deze buggy wordt gebruik gemaakt van het woordmerk KOELSTRA en het beeldmerk:
De andere partij, Babysupershop uit Tilburg, verkoopt, o.a. via verschillende webwinkels, een nagenoeg identieke buddy, ook onder de naam ”Limbo”. De buddy’s die deze partij verkoopt blijken een gebrekkig scharnier te hebben. Na daartoe te zijn aangeschreven erkent Babysupershop de inbreuk, legt een onthoudingsverklaring af en doet opgave van de verkopen. Zij weigert mee te werken aan een volledige recall en rectificatie.
De voorzieningenrechter oordeelt dat een volledige recall niet nodig is. Wel moet Babysupershop in twee tijdschriften de volgende rectificatie plaatsen:
Wij hebben in onze winkel in Tilburg en op de websites [B superstore].nl, kadocus.nl, babysupershop.eu, buggy-shop.nl, kinderwagens-shop.nl, babykinder-shop.nl en buggyshop.eu , een buggy verkocht onder het merk [A], model Limbo Techno Grey. Deze buggy is niet van [A] afkomstig maar een namaakkopie. De daarin gebruikte scharnieren voldoen niet aan de veiligheidseisen die [A] aan haar producten stelt. Wij bieden u aan om in het geval u een exemplaar van deze buggy heeft gekocht, deze te retourneren. Wij zullen daarbij het aankoopbedrag en alle verzendkosten aan u vergoeden.
Misleidende reclame
Babysupershop heeft op een van haar websites ook een afbeelding van het model “Simba Twin” geplaatst met de tekst:
“[A] buggy Simba Twin Sand.
Beschikbaarheid: niet op voorraad. € 200,00 (doorgestreept) Nu € 99,99”
Dit type buggy is afkomstig uit de nieuwste collectie van de merkhouder en Babysupershop heeft dit type buggy nimmer in haar assortiment gehad, zodat zij deze evenmin in voorraad kan hebben gehad. Met de aanbieding van dit type buggy, voorzien van een afbeelding ervan en de tekst “beschikbaarheid: niet in voorraad”, wordt de suggestie gewekt dat Babysupershop deze buggy wel in voorraad heeft gehad, dan wel dat deze buggy gekocht kan worden en geleverd kan worden zodra zij weer op voorraad is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze uitingen om die reden misleidend zijn en derhalve in strijd zijn met artikel 6:194 sub c BW.
De merkhouder stelt verder dat Babysupershop met deze advertentie ook suggereert dat de adverteerder een erkende wederverkoper van de merkhouder is, vanwege de vermelding dat het gehele assortiment uit voorraad leverbaar is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet. De merkhouder heeft niet onderbouwd dat het relevante publiek bekend is met het feit dat de merkhouder werkt met erkende of geselecteerde wederverkopers. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat het publiek verwacht dat een verkoper die het hele assortiment voert, een door de merkhouder erkende wederverkoper moet zijn. Daarom zijn er onvoldoende aanwijzingen dat het publiek bij het lezen van de bewuste advertentie van Babysupershop ten onrechte zal denken dat de adverteerder tot het dealernetwerk van de merkhouder behoort.
De merkhouder had ook gesteld dat het gebruik van een zogeheten “van-voor-prijsindicatie”, waarbij eerst een hogere prijs wordt genoemd, welke wordt doorgestreept en daarna een lagere prijs, misleidend is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet.
Keyword advertising
Babysupershop maakt gebruik van keyword advertising door te bewerkstelligen dat degene die op internet zoeken op KOELSTRA [het woordmerk van de merkhouder], bij haar websites uitkomen. De merkhouder stelt dat Babysupershop inbreuk maakt op het woordmerk KOELSTRA door deze wijze van adverteren. De rechtbank verwijst vervolgens naar het Google-arrest en het Interflora-arrest.
In deze arresten is bepaald dat er sprake is van merkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 1 sub a GMVo als een adverteerder een merk van een derde als keyword gebruikt op een wijze waarbij de herkomstaanduidingsfunctie of de investeringsfunctie van het merk wordt aangetast. “Van aantasting in de herkomstaanduidingsfunctie is sprake als het voor de gemiddelde internetgebruiker onmogelijk of moeilijk is te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft afkomstig zijn van de merkhouder, een daaraan economisch verbonden onderneming of van een derde. De investeringsfunctie wordt afgebroken als het keyword adverteren het gebruik van het merk door de merkhouder ter verwerving of behoud van een reputatie die consumenten kan aantrekken en aan hem kan binden, aanzienlijk verstoort. Uit deze jurisprudentie volgt ook dat van aantasting in de reclamefunctie van een merk bij gebruik als keyword geen sprake is. Adverteren met gebruikmaking van keywords strekt er in de regel louter toe internetgebruikers een alternatief te bieden voor de waren of diensten van de merkhouder en belet de merkhouder niet zijn merk ook zelf doeltreffend te gebruiken om de consument te informeren en te overtuigen. Het enkele feit dat het gebruik door een derde van een aan het merk gelijk teken de merkhouder ertoe verplicht om grotere reclame-inspanningen te leveren om de bekendheid van het merk bij de consument te behouden of verhogen maakt dit niet anders.” Aldus de rechtbank.
Vervolgens overweegt de voorzieningenrechter dat de wijze waarop Babysupershop gebruik maakt van keyword advertising de herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA niet aan tast. De gemiddelde internetgebruiker die na het intoetsen van het woordmerk in een zoekmachine, een advertentie van Babysupershop bij de advertenties aantreft en daarop klikt, komt op een website waarop duidelijk is vermeld van welke producenten de daarop aangeboden producten afkomstig zijn. Alleen bij de producten die daadwerkelijk van de merkhouder afkomstig zijn is dat vermeld, bij andere producten zijn andere merknamen vermeld. Daarmee weet de internetconsument onmiddellijk dat het hier niet gaat om de website van de merkhouder of een onderneming waarmee zij een economische band heeft. De herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA is daarom niet in het geding.
Rechtbank Den Haag, 22 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:13292
Zie uitspraak
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[post_title] => Geen volledige recall bij inbreuk op IE rechten [post_excerpt] =>De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:08:52 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:08:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7093 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-10-28 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-10-28 00:00:00 [post_content] => PlantLab voert al enige tijd procedures tegen Deliscious. Ik heb daar al eerder over geschreven zie artikel. Na een mislukte samenwerking zou de klimaatcel van Deliscious inbreuk maken op het octrooi van PlantLab voor een systeem voor het telen van een gewas. PlantLab zoekt informatie over de klimaatcel van Deliscious. PlantLab heeft beslag onder derden laten leggen op o.a. digitale bestanden. In dit incident vordert Plantab op basis van 843a Rv inzage in die bestanden. Dit betekent dat voldoende aannemelijk moet worden dat sprake is van inbreuk op een geldig octrooi. Nu zowel de geldigheid van het ingeroepen octrooirecht als de inbreuk daarop gemotiveerd wordt betwist, dient PlantLab voldoende concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die grond bieden voor een redelijk vermoeden van de geldigheid van het octrooi en van de (dreigende) inbreuk op dit octrooi, aldus de rechtbank. PlantLab verwijst daarvoor naar een interview in een vakblad met Deliscious. De rechtbank overweegt dat uit dit citaat niet kan worden afgeleid dat inbreuk wordt gemaakt op het octrooi. Het verzoek om inzage wordt afgewezen. Rb Den Haag, 22 oktober 2014 Zie uitspraak Wat betekent dit voor de praktijk?- Inzage krijgen in bestanden waar door middel van een bewijsbeslag beslag op is gelegd is niet eenvoudig.
- Toch is het de moeite waard om te proberen omdat het soms de enige manier is om of bewijs veilig te stellen of om überhaupt informatie te krijgen.
- De ene rechter geeft makkelijker toestemming tot inzage dan de andere rechter. Soms kan het de moeite waard zijn om te kijken aan welke rechter je toestemming vraagt. Soms zijn meerdere rechters bevoegd om een dergelijke toestemming te verlenen. In deze zaak was dat niet het geval.
- Wanneer de producent weet dat een product onveilig is of mogelijk onveilig is, dan dient zij haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
- Wanneer nationale toezichthouders de verhandeling van producten verbieden omdat de producten [mogelijk] onveilig zijn, dan dient de producent haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
- Wanneer een producent onjuiste en/of onvolledige informatie verstrekt aan haar distributeurs dan kan dat betekenen dat de rechter een beroep op een beperking van aansprakelijkheid die in een overeenkomst is opgenomen onaanvaardbaar vindt en dus buiten beschouwing laat.
Producent is aansprakelijk voor schade distributeur ten gevolge van recall omdat producent een gebrekkig product heeft geleverd en de distributeur onvolledig en zelfs misleidende informatie heeft gegeven. De producten kan geen beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid zoals in de distributieovereenkomst overeengekomen. De producent is aansprakelijk voor de volledige schade.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 15:32:13 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 14:32:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/28/producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7089 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-09-01 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-01 00:00:00 [post_content] =>Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?
De eenvoudigste oplossing is om alleen maar direct bij de merkhouder in te kopen. Maar dat is niet altijd mogelijk of soms is het aantrekkelijker om bij een andere aanbieder te kopen.
Zo ook Kruidvat. In 2010 koopt Kruidvat van een Nederlandse onderneming die zich bezig hield met partijenhandel een partij overhemden van het merk Tommy Hilfiger. In de overeenkomst van Kruidvat met deze partijenhandel is verwezen naar de inkoopvoorwaarden en daar was een bepaling opgenomen waarbij de partijenhandel garandeerde dat de te leveren goederen geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden.
Na levering ontdekt Kruidvat dat de partij namaak overhemden bevat. Kruidvat ontbindt daarop de koopovereenkomst en vordert de koopsom terug. Kruidvat dagvaardt de partijenhandel. De rechtbank wijst de vorderingen van Kruidvat echter af, onder meer omdat Kruidvat niet zou hebben aangetoond dat de monsters die waren onderzocht afkomstig waren uit de partij die van de partijenhandel was gekocht. Kruidvat gaat in hoger beroep en op 12 augustus 2014 wijst het hof een eindarrest.
Partijen hadden onder andere discussie over de vraag wie moest bewijzen dat de geleverde goederen met toestemming van de merkhouder in de Europese Economische Ruimte waren ingevoerd. Het hof stapt hier makkelijk overheen.
Een van de verweren van de partijenhandel was dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst, nu zij niet heeft gegarandeerd dat zij een partij zou leveren ten aanzien waarvan nimmer twijfel zou zijn over de herkomst ervan. Kruidvat kiest er immers voor om producten buiten de officiële distributiekanalen om te betrekken, zodat zij het daaraan verbonden inherente risico, dat die producten inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van derden, voor lief neemt, aldus de partijenhandel.
Het hof verwerpt dat verweer. Immers in de inkoopvoorwaarden was nu juist een garantie opgenomen. De partijenhandel stelt nog dat de inkoopvoorwaarden van Kruitvat geen onderdeel uitmaakten van de overeenkomst maar het hof verwerpt dat verweer. De inkoopvoorwaarden waren op de juiste wijze overeengekomen.
Het hof veroordeelt de partijenhandel om de door Kruidvat betaalde koopsom terug te betalen. Het verwijst de zaak naar een aparte procedure om de verdere schade van Kruidvat te laten vaststellen. Ook die schade moet door de partijenhandel worden vergoed.
Wat betekent dit voor de praktijk
- Neem in inkoop- / algemene voorwaarden / een koopovereenkomst op de garantie dat de leverancier geen producten levert die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden;
- Zorg ervoor dat inkoop / algemene voorwaarden op een juiste wijze worden overeengekomen; wij zien in onze praktijk regelmatig dat dit mis gaat waardoor geen beroep gedaan kan worden op bepalingen in deze inkoop / algemene voorwaarden.
- Maak een protocol wat te doen bij vermoeden van het bezit van namaakproducten; denk daarbij aan mogelijke latere discussies over bewijs.
Check inkoop- / algemene voorwaarden
Wanneer u uw inkoop-/ algemene voorwaarden wilt laten checken op een afdoende garantie tegen de levering van namaakproducten, dan kunnen wij deze check uitvoeren.
Wanneer u geconfronteerd wordt met een claim in verband met de verkoop van namaakproducten dan kunnen wij u bij het verweer daartegen assisteren.
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
Zie ook branche Fashion & Design
Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:12:38 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:12:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/01/effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 7086 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-08-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-12 00:00:00 [post_content] =>Het conflict in Oekraïne heeft geleid tot economische sancties van de Europese Unie voor Rusland, Russische personen en bedrijven. Als reactie heeft Rusland importverboden opgelegd voor bepaalde groenten en fruitproducten uit bepaalde landen. De vraag is wat de concrete juridische gevolgen van deze sancties zijn voor Nederlandse bedrijven. Gevolgen in hun contractuele relatie met de Russische afnemer. Maar ook de gevolgen in hun contractuele relatie met toeleveranciers in Europa. En wat zijn de gevolgen wanneer een Nederlands bedrijf zaken doet met een persoon die op een speciale lijst van de Europese Unie staat? In deze bijdrage zal ik die vragen bespreken.
Het juridisch kader
De meest recente EU sancties zijn gebaseerd op Verordening (EU) Nr. 269/214, Nr. 753/2014 en Nr. 833/2014 van de Europese Raad. Omdat Rusland niet heeft voldaan aan de eisen van de Raad overweegt de Raad dat ‘het passend is om aanvullende beperkende maatregelen toe te passen teneinde Rusland een hogere prijs te laten betalen voor zijn acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen, en teneinde een vreedzame oplossing van deze crisis te bevorderen’.
Een Europese Verordening heeft in Lid-Staten meteen de status van wet. Dit in tegenstelling tot een Europese Richtlijn die door Lid-Staten in nationale wetgeving moet worden omgezet. Dat is met deze Verordening dus niet nodig. De Verordening werkt direct in alle Lid-Staten.
Wat is verboden door deze Verordeningen[1]?
- Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op een lijst vermelde natuurlijke personen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren. Deelnemingen waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden vallen hier niet onder.
- Er worden geen tegoeden of economische middelen, rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de lijst vermelde natuurlijke personen of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Deelnemingen waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden vallen hier niet onder.
- Kapitaalmarktrestricties: het is onderdanen en bedrijven in de EU verboden te handelen in of een bijdrage te leveren aan transacties betreffende effecten en schuldpapier van de grootste Russische staatsbanken met een looptijd van meer dan 90 dagen.
- Wapenembargo: export en import van militaire goederen van en naar Rusland is verboden, inclusief technische en financiële assistentie. Contracten afgesloten vóór de inwerkingtreding van het embargo mogen nog worden uitgediend. De import van bepaalde onderdelen en diensten die van essentieel belang zijn voor de veiligheid van Europese defensiesystemen is nog toegestaan.
- Verbod op de uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik indien sprake is van Russische militaire eindgebruikers of militair eindgebruik in Rusland.
- Verbod op de uitvoer van technologieën ten behoeve van projecten met betrekking tot schalieolie, diepzeeolie en Arctische oliewinning. Uitvoer naar Rusland van bepaalde energie-gerelateerde apparatuur en technologie valt hiertoe onder een vergunningplicht.
Wat zijn de gevolgen van het schenden van de sancties?
De Lid-Staten moeten maatregelen treffen om toe te zien op naleving van de Verordeningen. Onderdeel daarvan vormen de sancties bij het overtreden van de Verordeningen. Nederland heeft dat geregeld in de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 van 19 maart 2014.
Overtreding van sanctieregelingen is een economisch delict waarvoor personen of bedrijven strafrechtelijk vervolgd kunnen worden op grond van art. 1 onderdeel 1 WED. Het is een misdrijf.
Kan ik door mijn Russische afnemer worden aangesproken omdat ik niet lever?
De Verordeningen bepalen dat een vordering van Russische personen, entiteiten of lichamen die nakoming van een overeenkomst vorderen, of uitbetaling van een boete, garantie, schadeloosstelling of zich op verrekening beroepen, niet wordt toegewezen. Wanneer een dergelijke vordering toch wordt ingesteld dan moet de (Russische) eiser bewijzen dat de vordering niet op grond van het voorgaande moet worden afgewezen. Een rechter in een Europees land zal de verordening moeten toepassen en zal de vordering dus moeten afwijzen.
Is een Russische rechter aan de Verordeningen gebonden?
Dit is relevant indien op een overeenkomst Russisch recht van toepassing is verklaard en/of de Russische rechter bevoegd is verklaard.
De kans is niet ondenkbaar dat een Russische rechter een beroep van een Nederlands bedrijf op een Europese Verordening zal afwijzen. Zeker wanneer Russisch recht op de overeenkomst van toepassing is verklaard.
Wanneer een Nederlandse rechter bevoegd is over een geschil te oordelen dan zal hij de Verordening toepassen ook wanneer Russisch recht van toepassing is verklaard.
Ik heb een bedrag tegoed van een persoon, entiteit, lichaam die op de lijst staat of gecontroleerd wordt door iemand die op de lijst staat. Kan dit bedrag worden betaald van een bevroren bedrag bij een EU bank?
Ja, wanneer de verplichting volgt uit een overeenkomst en de overeenkomst is gesloten of de verplichting is ontstaan vóór de datum waarop de persoon op de lijst is gekomen. Dan kan de bevoegde autoriteit, onder “hen passend geachte voorwaarden” toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen. Er moet dan worden vastgesteld dat [a] de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door persoon op de lijst en [b] dat de tegoeden of economische middelen niet ten goede komen aan een persoon op de lijst of een door hem gecontroleerd bedrijf.
Kan ik zaken blijven doen met een Russisch bedrijf dat eigendom is van een persoon, entiteit of lichaam dat op de lijst staat?
Het verbod ziet op alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van natuurlijke personen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Bedrijven waarvan minder dan 50% van de aandelen worden gehouden door een persoon op de lijst, vallen hier niet onder. Ook bedrijven waar een persoon op de lijst geen “doorslaggevende” zeggenschap heeft, vallen hier niet onder.
Russische sancties
Als reactie op de EU sancties heeft Rusland op 7 augustus 2014 een verbod afgekondigd op de invoer van bepaalde landbouwproducten, grondstoffen en voedsel uit de landen van de Europese Unie, de VS, Canada, Australië en Noorwegen. Het verbod kent een looptijd van een jaar.
Voor de volledige lijst zie hier.
Ik kan mijn goederen niet aan mijn Russische afnemer leveren. Moet ik de goederen toch afnemen van mijn toeleverancier?
In beginsel zijn er twee mogelijkheden:
- Overmacht
Wanneer sprake is van overmacht dan is het niet kunnen nakomen niet toerekenbaar. Degene die zou moeten afnemen kan dan niet worden veroordeeld om na te komen. Hij wordt ook niet schadeplichtig.
De Nederlandse wet bepaalt dat van overmacht sprake is wanneer de reden voor het niet kunnen nakomen [de goederen afnemen] niet is te wijten aan de schuld van de degene die zou moeten afnemen, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Met andere woorden, vormt het niet kunnen leveren van de goederen aan de Russische afnemer in de relatie met de toeleverancier een omstandigheid waardoor het niet “willen” afnemen niet toerekenbaar is?
De kans is groot dat een rechter zal oordelen dat de goederen wel afgenomen kunnen worden van de toeleverancier. Het feit dat de goederen vervolgens niet geleverd kunnen worden naar Rusland ligt in de risicosfeer van degene die de overeenkomst met de Russische afnemer is aangegaan.
Partijen kunnen in de overeenkomst [of de algemene voorwaarden die daar onderdeel van uitmaken] definiëren wat zij verstaan onder “overmacht”. Partijen zouden bijvoorbeeld kunnen overeenkomen dat ook sprake is van overmacht wanneer de afnemer door overheidsmaatregelen de contractsproducten niet kan leveren aan haar afnemer. Dit biedt dan in ieder geval een betere uitgangspositie in de discussie met de toeleverancier. Deze toeleverancier zal dan gedaan moeten krijgen dat een rechter deze bepaling vernietigt of een beroep erop in strijd met de redelijkheid en de billijkheid oordeelt. Dit verweer zal eerder slagen wanneer het artikel in algemene voorwaarden staat dan wanneer het in de overeenkomst zelf staat.
- Onvoorziene omstandigheden
De wet biedt in artikel 6: 258 BW de mogelijkheid dat de rechter een overeenkomst wijzigt of zelfs (gedeeltelijk) ontbindt wanneer sprake is van onvoorziene omstandigheden die met zich mee brengen dat de andere partij ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar redelijkheid en billijkheid niet mag verwachten. Voor een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden moet aan de volgende vereisten zijn voldaan:
- In een procedure moet een partij vorderen dat de rechter de overeenkomst wijzigt of (deels) ontbindt. Dit kan dus niet buitenrechtelijk. De Nederlandse rechter moet bevoegd zijn en Nederlands recht moet van toepassing zijn.
- Er moet sprake zijn van onvoorziene omstandigheden. Daarbij is relevant de vraag of partijen bij het sluiten van de overeenkomst rekening hebben gehouden met de sancties en de gevolgen daarvoor voor deze levering. Het is daarbij niet relevant of de sancties ten tijde van het sluiten van de overeenkomst voorzienbaar waren. Het gaat er om van welke veronderstellingen partijen bij het aangaan van de overeenkomst zijn uitgegaan. Wanneer in de overeenkomst niets is bepaald over economische sancties en de sancties ten tijde van het sluiten van de crisis niet voorzienbaar was dan is sprake van onvoorziene omstandigheden.
- De wederpartij mag niet verwachten dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft. Het uitgangspunt is dat de redelijkheid en billijkheid die partijen jegens elkaar in acht moeten nemen trouw aan het gegeven woord verlangen. Afwijking is slechts bij hoge uitzondering mogelijk. Er isde afgelopen jaren een aantal procedures[2] gevoerd waarbij de economische crisis als argument werd aangevoerd om een overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden te wijzigen of te ontbinden. Slechts in een beperkt aantal zaken is dit argument met succes aangevoerd.. In de meeste zaken gaf de rechter voorrang aan het uitgangspunt van trouw aan het gegeven woord.
- De wijziging of ontbinding wordt in zijn algemeenheid niet uitgesproken wanneer de onvoorziene omstandigheden voor rekening komen van degene die wijziging of ontbinding vordert. Het wordt dan in strijd met de redelijkheid en billijkheid geoordeeld dat een dergelijke beroep op onvoorziene omstandigheden wordt gedaan.
Kortom, de kans dat een beroep op onvoorziene omstandigheden in het geval van de sancties slaagt is gering.
Conclusie
- De mogelijkheden om een overeenkomst met een toeleverancier niet na te hoeven komen omdat de goederen niet aan de Russische afnemer geleverd kunnen worden, zijn gering. De wet biedt mogelijkheden maar veel zal afhangen van de contractvoorwaarden.
- Het risico dat een Russische afnemer een leverancier in de EU succesvol kan aanspreken op betaling van garanties, schadevergoeding of schade door niet levering kan verrekenen zijn gering wanneer een rechter in een EU land erover moet oordelen. Het risico bestaat dat wanneer een Russische rechter erover moet oordelen dat deze zich niets gelegen laat aan de EU Verordening.
Wat betekent dit voor de praktijk
- Bij het formuleren van overeenkomsten met [Russische] afnemers is het zinvol om kritisch te kijken naar de definitie van het begrip ‘overmacht’.
- Bij internationale overeenkomsten is het zinvol te kiezen voor internationale arbitrage / EU rechters teneinde de toepassing van EU sanctieverordeningen veilig te stellen.
- Ieder bedrijf in de EU dat zaken doet met Rusland zou moeten:
- Vaststellen of een van haar Russische afnemer op de lijst staat of gecontroleerd wordt door een persoon op de lijst.
- Bezittingen vasthouden die het bedrijf in haar bezit heeft en die toebehoren aan personen op de lijst of hun bedrijven.
- Voorlopig geen contractuele verplichtingen nakomen jegens een persoon op de lijst of een door hem gecontroleerd bedrijf en contact hierover opnemen met het Ministerie van Buitenlandse zaken[3].
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[1] http://www.rvo.nl/onderwerpen/tools/wet-en-regelgeving/buitenlandse-wetgeving/internationale-sancties/sancties-oekra%C3%AFne/rusland
[2] Tijdschrift Contracteren, Aflevering 2 2009, Crisis en conflict, Mr. M.E.M.G. Peletier
[3] Ondernemersloket sancties Rusland
Het conflict in Oekraïne heeft geleid tot economische sancties van de Europese Unie voor Rusland, Russische personen en bedrijven. Als reactie heeft Rusland importverboden opgelegd voor bepaalde groenten en fruitproducten uit bepaalde landen. De vraag is wat de concrete juridische gevolgen van deze sancties zijn voor Nederlandse bedrijven. Gevolgen in hun contractuele relatie met de Russische afnemer. Maar ook de gevolgen in hun contractuele relatie met toeleveranciers in Europa. En wat zijn de gevolgen wanneer een Nederlands bedrijf zaken doet met een persoon die op een speciale lijst van de Europese Unie staat? In deze bijdrage zal ik die vragen bespreken.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => juridische-aspecten-van-sancties-tegen-en-door-rusland [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:13:41 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:13:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/12/juridische-aspecten-van-sancties-tegen-en-door-rusland/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7084 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-08-05 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-05 00:00:00 [post_content] =>Karen Millen Fashion (KMF) ontwerpt in 2005 een gestreepte bloes en een zwart topje. Dunes Stores, een Ierse kledingketen, koopt een exemplaar en laat deze namaken. Dunes verkoopt de bloes vervolgens in haar winkels. KMF stelt dat Dunes inbreuk maakt op haar niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Dunes betwist niet dat zij het model heeft nagemaakt. Zij stelt dat KMF geen gemeenschapsmodel heeft omdat de kleding geen eigen karakter heeft en dat KMF moet bewijzen dat de kleding een eigen karakter heeft.
Eigen karakter
De vraag was waar een model mee moet worden vergeleken: de fictieve indruk die gebaseerd is op een combinatie van alle oudere modellen tezamen die dan het vormgevingserfgoed vormen of steeds één of één met oudere modellen. Het hof kiest voor het laatste en overweegt dat ‘bij de beoordeling van het eigen karakter van een model moet worden uitgegaan van een of meer precieze, individueel beschouwde, welbepaalde en omschreven modellen binnen het geheel van eerder voor het publiek beschikbaar gestelde modellen’. Een gebruiker zal modellen zo mogelijk rechtstreeks vergelijken. Een dergelijke vergelijking ziet op ‘de indruk die bij deze gebruiker wordt gewekt niet door een geheel van specifieke kenmerken of onderdelen van oudere modellen, maar door individueel beschouwde en welbepaalde oudere modellen’. En dus een één op één vergelijking.
Bewijs niet-ingeschreven gemeenschapsmodel
Omdat een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel niet is ingeschreven is de beschermingsomvang minder. De beschermingsduur is beperkt tot drie jaar met ingang van de datum waarop het model voor het eerst binnen de Europese Unie voor het publiek beschikbaar is gesteld. Een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel wordt als rechtsgeldig beschouwd indien de houder ervan het bewijs levert dat is voldaan aan de voorwaarden om een gemeenschapsmodel te kunnen zijn en bovendien aangeeft in welk opzicht dit model een eigen karakter heeft.
Er wordt uitgegaan van een vermoeden van rechtsgeldigheid van een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Het hof overweegt dat dat de houder van een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel niet hoeft te bewijzen dat dit model een eigen karakter heeft, maar enkel moet aangeven in welk opzicht dat model een eigen karakter heeft, dat wil zeggen dat hij moet aangeven welk kenmerk of welke kenmerken van het betrokken model, volgens hem, dat model een eigen karakter geven.
Met deze uitspraak is het arrest van de Hoge Raad van 31 mei 2013 in de zaak Apple/Samsung (over het modelrecht op de iPad) [ECLI:NL:HR:2013:BZ1983] is op het belangrijkste punt achterhaald door dit arrest van het HvJ EU. De Hoge Raad was van oordeel dat bij de bepaling van het ‘eigen karakter’ van een model gekeken mag/moet worden naar alle oudere modellen tezamen (het vormgevingserfgoed).
HvJ EU 19 juni 2014, zaak C-345/13 (Karen Millen Fashions)
Zie Arrest
Wat betekent dit voor de praktijk:
- bij de vraag of een model [kleding, maar ook andere 2D en 3D gebruiksvoorwerpen] een eigen karakter heeft en dus een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel kan zijn, moet één op één vergeleken worden met oudere modellen en niet met een fictieve combinatie van oudere modellen. Dit betekent dat eerder zal worden aangenomen dat een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel bestaat.
- de houder van een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel hoeft te stellen dat hij een niet-ingeschreven gemeenschapsmodel heeft en hoeft daarbij alleen aan te geven welk kenmerk of welke kenmerken van het betrokken model, volgens hem, dat model een eigen karakter geven.
- degene die betwist dat het model een eigen karakter heeft zal dat moeten bewijzen.
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
[post_title] => Lage drempel modelrechtelijke bescherming kleding [post_excerpt] =>Karen Millen Fashion (KMF) ontwerpt in 2005 een gestreepte bloes en een zwart topje. Dunes Stores, een Ierse kledingketen, koopt een exemplaar en laat deze namaken. Dunes verkoopt de bloes vervolgens in haar winkels. KMF stelt dat Dunes inbreuk maakt op haar niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Dunes betwist niet dat zij het model heeft nagemaakt. Zij stelt dat KMF geen gemeenschapsmodel heeft omdat de kleding geen eigen karakter heeft en dat KMF moet bewijzen dat de kleding een eigen karakter heeft.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => lage-drempel-modelrechtelijke-bescherming-kleding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:15:11 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:15:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/05/lage-drempel-modelrechtelijke-bescherming-kleding/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7055 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-06-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-06-12 00:00:00 [post_content] =>Door nieuwe regelgeving voor overeenkomsten waarbij technologie wordt overgedragen moeten bestaande overeenkomsten worden aangepast en nieuwe overeenkomsten vanaf 1 mei 2014 in lijn zijn met de nieuwe regelgeving. Denk bijvoorbeeld aan een overeenkomst waarbij geoctrooieerde kennis wordt overgedragen zodat de licentienemer daar producten mee kan maken. Voor een dergelijke check kunt u bij ons terecht.
Op 1 mei jl. is een nieuwe Europese Verordening van kracht geworden die betrekking heeft op overeenkomsten waarbij technologie wordt overgedragen. Op dezelfde datum zijn nieuwe richtsnoeren (handleidingen) van de Europese Commissie in werking getreden met aanwijzingen hoe de nieuwe verordening zal worden toegepast. De verordening en richtsnoeren komen in de plaats van de oude verordening en richtsnoeren.
De tekst van de nieuwe verordening vindt u hier en de nieuwe richtsnoeren vindt u hier.
In deze bijdrage zet ik de meest in het oog springende verschillen op een rijtje.
Het uitgangspunt is dat overeenkomsten waarbij afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder technologie door de ene onderneming aan de andere onderneming wordt overgedragen, de mededinging beperken en dus in strijd zijn met Nederlandse en Europese kartelverbod (art. 6 Mededingingswet c.q. art. 101 lid 1 VWEU). Echter er wordt aangenomen dat bepaalde groepen van overeenkomsten, zolang ze aan bepaalde voorwaarden voldoen, per saldo positieve effecten op de mededinging hebben en om die reden toegestaan zouden moeten zijn.
In groepsvrijstellingsverordeningen worden de voorwaarden vastgelegd waaraan overeenkomsten moeten voldoen om vrijgesteld te zijn van het kartelverbod. Of een overeenkomst aan de voorwaarden voldoet zal een onderneming zelf moeten vaststellen. Dit door middel van een self-assesment obv art. 6 lid 3 Mw c.q. art. 101 lid 3 VWEU. In de richtsnoeren geeft de Commissie aan hoe zij de Verordening uitlegt en toepast. De Nederlandse Mededingingswet wordt conform de richtsnoeren van de Commissie toegepast. Dat helpt ondernemingen om de overeenkomsten te beoordelen.
Specialisatie overeenkomsten en Onderzoek- en Ontwikkelingsovereenkomsten.
Deze verordening is niet van toepassing op het verlenen van licenties in het kader van onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten die vallen onder Verordening (EU) nr. 1217/2010 of op het verlenen van licenties in het kader van specialisatieovereenkomsten die vallen onder Verordening (EU) nr. 1218/2010.
Ingangsdatum
Overeenkomsten die na 1 mei 2014 tot stand komen moeten aan de nieuwe verordening voldoen. Voor bestaande overeenkomsten geldt dat deze uiterlijk 1 mei 2015 moeten zijn aangepast aan de nieuwe verordening. Dit betekent dat ondernemingen een jaar de tijd hebben om na te gaan of hun bestaande overeenkomsten aan de nieuwe Verordening voldoen en zonodig de overeenkomst aan te passen.
Marktaandelen
Wanneer de bij een overeenkomst betrokken ondernemingen een "te hoog" marktaandeel hebben, dan vallen zij niet onder de vrijstelling van deze verordening.
Wanneer de ondernemingen die bij de overeenkomst zijn betrokken concurrenten zijn, dan mag hun gezamenlijk marktaandeel maximaal 20% zijn. Het marktaandeel wordt berekend op de relevante productmarkt en geografische markt.
Wanneer de ondernemingen geen concurrenten zijn dan mag hun gezamenlijk marktaandeel op de relevante markt maximaal 30% zijn.
Onder relevante markt wordt verstaan de combinatie van de relevante product- of technologiemarkt en de relevante geografische markt. Onder technologiemarkt wordt verstaan de markt voor de in licentie gegeven technologierechten en de substituten daarvan.
Wat is nieuw?
1. De definitie van technologie overeenkomst
De nieuwe verordening verstaat onder technologie overeenkomst een overeenkomst die betrekking heeft op het in licentie geven van technologierechten. Onder technologierechten wordt verstaan "knowhow, octrooien, gebruiksmodellen, ontwerprechten, topografieën van halfgeleiderproducten, aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen of andere producten waarvoor een dergelijk aanvullend beschermingscertificaat kan worden verkregen, kwekerscertificaten, en auteursrechten voor softwareproducten." Dit betekent dat er meer onder de huidige verordening valt dan onder de vorige. Merkrechten vallen nog steeds niet onder deze verordening.
2. Verbod om IP rechten te betwisten: "niet aanvecht beding".
In veel licentieovereenkomsten is opgenomen dat de licentienemer de IP rechten van de licentiegever niet mag betwisten. Dit is alleen nog toegestaan voor exclusieve licentieovereenkomsten.
3. Beperking aan passieve verkoop
De vorige verordening stond gedurende de eerste twee jaar een verbod van passieve verkoop toe. Hier wordt onder verstaan het reageren op ongevraagde verzoeken om te leveren aan afnemers van buiten het contractsgebied. Deze beperking is nu helemaal verboden. Deze beperking geldt niet voor wederkerige overeenkomsten waarbij een gebied of afnemers exclusief aan een partij is toebedeeld. Deze verordening is nu geheel in lijn met de Verordening Verticale Overeenkomsten waar deze beperking al langer in is opgenomen.
Richtsnoeren van de Commissie
In de nieuwe richtsnoeren van de commissie staan uitgebreidere regels over technologiepools en schikkingen.
Technologiepools
Technologiepools worden gedefinieerd als regelingen waarbij twee of meer partijen een pakket technologie samenstellen dat niet alleen aan de deelnemers aan de pool, maar ook aan derden in licentie wordt gegeven.
De commissie geeft aan dat zij in het algemeen van oordeel is dat het opnemen van belangrijke vervangingstechnologieën in de pool een inbreuk vormt op het kartelverbod. Een andere relevante factor bij de beoordeling van de risico's voor de mededinging en de efficiëntieverbeteringen van de technologiepools is de mate waarin onafhankelijke deskundigen betrokken zijn bij de oprichting en de exploitatie van de pool. Van belang is verder in welk systeem van geschillenbeslechting de statuten van de pool voorzien. Hoe meer geschillenbeslechting wordt overgelaten aan instanties of personen die onafhankelijk zijn van de pool en de leden daarvan, hoe waarschijnlijker het is dat de geschillenbeslechting op neutrale wijze zal verlopen. En dat maakt het risico op overtreding van het kartelverbod kleiner.
De oprichting en de exploitatie van de pool, met inbegrip van licentiëring vanuit de pool, vallen in het algemeen buiten het toepassingsgebied van artikel 101, lid 1, van het Verdrag, ongeacht de marktpositie van de partijen, indien aan een aantal voorwaarden is voldaan:
- deelname staat open voor alle betrokken eigenaren van technologierechten;
- er zijn voldoende beschermingsmaatregelen genomen om te garanderen dat enkel essentiële technologieën worden gepoold;
- er zijn voldoende beschermingsmaatregelen genomen om te garanderen dat het uitwisselen van gevoelige informatie (zoals prijs en omzet) beperkt blijft tot wat noodzakelijk is voor het oprichten en exploiteren van de pool;
- de gepoolde technologieën worden op niet-exclusieve basis aan de pool in licentie gegeven;
- de gepoolde technologieën worden aan alle potentiële licentienemers onder FRAND (fair, reasonable, and non-discriminatory terms) voorwaarden in li¬centie gegeven;
- het staat de partijen die met een technologie aan de pool bijdragen en de licentienemers vrij de geldigheid en de noodzakelijkheid van de gepoolde technologieën aan te vechten; en
- het blijft de partijen die met een technologie aan de pool bijdragen en de licentienemers geoorloofd concurrerende producten en technologieën te ontwikkelen.
Schikkingen
Het verlenen van licenties voor technologierechten in schikkingen kan dienen als middel om geschillen minnelijk te regelen of om te voorkomen dat de ene partij haar intellectuele-eigendomsrechten uitoefent om de andere te verhinderen haar eigen technologierechten te exploiteren. De specifieke bepalingen en voorwaarden van schikkingen kunnen echter onder artikel 101, lid 1 VWEU vallen. De Commissie is met name kritisch bij schikkingen van het type „beperking tegen betaling” (pay- for-restriction) of „uitstel tegen betaling” (pay-for-delay). Artikel 101, lid 1, zal met name van toepassing zijn wanneer de partijen markten verdelen of wederkerige running royalty's vaststellen die een aanzienlijke invloed op de marktprijzen hebben. Overeenkomsten die de mogelijkheden van een partij om een concurrentievoorsprong ten opzichte van de ander te behalen wegnemen of in aanzienlijke mate beperken, verminderen de prikkel om te innoveren en hebben daarom een schadelijke invloed op een wezenlijk deel van het mededingingsproces. Naar alle waarschijnlijkheid betekent dit dat de overeenkomst in strijd is met het kartelverbod. Onder omstandigheden kan ook de afspraak om intellectuele eigendomsrechten niet aan te vechten in strijd zijn met het kartelverbod. Bijvoorbeeld wanneer een intellectuele-eigendomsrecht was verleend na het verstrekken van onjuiste of misleidende informatie.
Kortom, ook bij schikkingen dient rekening te worden gehouden met het risico van overtreding van het kartelverbod. Dit kan in onderhandelingen ook een argument zijn om niet met een voorstel akkoord te kunnen gaan.
Sanctie
Wat is het gevolg wanneer een overeenkomst niet aan de nieuwe Verordening voldoet?
Voor nieuwe overeenkomsten is het gevolg dat zij niet profiteren van de groepsvrijstelling. Dit betekent dat het uitgangspunt is dat de overeenkomsten strijdig zijn met Nederlandse en Europese mededingingsregels. Overtreding van de Mededingingswet is een economisch delict en kan leiden tot stevige boetes.
Voor bestaande overeenkomsten geldt dat zij pas na 1 mei 2015 strijdig zijn met Nederlandse en Europese mededingingsregels.
Wat betekent dit voor de praktijk
Steeds meer ondernemingen, zeker na de nasleep van de bouwfraude, dragen uit dat zij handelen conform de verplichtingen van het mededingingsrecht (compliance). Dat zou betekenen dat zij tot actie moeten overgaan wanneer zij werken met overeenkomsten waarbij de overdracht van technologie wordt geregeld.
- controleer bestaande overeenkomsten en pas deze zo nodig aan;
- pas modelovereenkomsten aan zodat alle overeenkomsten die na 1 mei 2014 worden gesloten aan de nieuwe Verordening voldoen.
Wij kunnen een check voor u uitvoeren om te controleren (a) of en op welke wijze een overeenkomst van voor 1 mei 2014 moet worden aangepast om weer compliant te zijn en (b) uw modelovereenkomsten zodanig aan te passen dat ook zij compliant zijn met de nieuwe regelgeving.
Ook op andere momenten moeten ondernemingen bedacht zijn op mogelijk mededingingsrechtelijke aspecten van handelingen. Bijvoorbeeld bij het treffen van schikkingen waar technologieoverdracht bij is betrokken. Of bij het vormen van een technologie pool.
Zie ook branche Farma & Life Sciences
[post_title] => Nieuwe regels voor technologie overeenkomsten [post_excerpt] =>Door nieuwe regelgeving voor overeenkomsten waarbij technologie wordt overgedragen moeten bestaande overeenkomsten worden aangepast en nieuwe overeenkomsten vanaf 1 mei 2014 in lijn zijn met de nieuwe regelgeving. Denk bijvoorbeeld aan een overeenkomst waarbij geoctrooieerde kennis wordt overgedragen zodat de licentienemer daar producten mee kan maken. Voor een dergelijke check kunt u bij ons terecht.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nieuwe-regels-voor-technologie-overeenkomsten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:22:33 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:22:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/06/12/nieuwe-regels-voor-technologie-overeenkomsten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7053 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-05-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-05-27 00:00:00 [post_content] =>In deze zaak vordert Meteor Systems, leverancier van systemen voor de productie in de glastuinbouw, vergoeding van Corus voor schade die het gevolg is van plaatstaal [plastisol] dat Corus heeft geleverd aan Green Meteor [de inmiddels failliete dochter van Meteor Systems]. Het plaatstaal is verwerkt in teeltgoten voor komkommerkwekers. De rechtbank had Corus veroordeeld om € 218.240,75 aan Meteor Systems te betalen. Corus komt in hoger beroep van dat vonnis.
Het hof stelt vast dat de plastisol, die Corus had geleverd, bij toepassing in de komkommerteelt schade heeft veroorzaakt aan komkommerplanten. Door een deskundige [Groen Agro Control] is een rapport uitgebracht waarin wordt aangegeven dat de in de coating van de plastisol verwerkte weekmakers de oorzaak zijn van de schade aan de komkommerplanten. Corus heeft in de procedure hier niet op gereageerd en heeft niets gesteld over een mogelijk andere oorzaak van deze schade. En dus staat dit voor het hof vast.
Nadat het probleem met de teeltgoten bekend werd zijn er nieuwe teeltgoten geleverd aan komkommerkwekers ter vervanging van de eerder geleverde teeltgoten. De kosten van de vervangende teeltgoten bedroeg € 218.240,75. Dit bedrag wordt als schadevergoeding terug gevorderd.
Wanprestatie
Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van wanprestatie door Corus beantwoordt het hof de vragen of partijen:
- met elkaar hebben gesproken over welk product Green Meteor wilde kopen en voor welk doel Green Meteor dit product wilde gebruiken;
- op de hoogte waren (of behoorden te zijn) van (de mogelijkheid van) schade aan komkommerplanten door de toepassing van plastisol in teeltgoten.
Het hof overweegt dat de stelplicht en bewijslast met betrekking tot feiten die leiden tot de conclusie dat Corus toerekenbaar tekort is geschoten, in beginsel, gelet op artikel 150 Rv, op Meteor Systems rust. Voordat het hof toekomt aan het opdragen van een bewijslast aan een partij wil het hof partijen eerst op een zitting vragen kunnen stellen.
Het hof geeft daarbij aan dat de zaak zich toe spitst op (gestelde) gesprekken in 1999 en 2001 tussen Green Meteor en Corus over productspecificaties, producttoepassingen en eigenschappen van hetgeen is gekocht en geleverd, en op de (gestelde) wetenschap in 2001 van marktontwikkelingen (claims van komkommerkwekers). Deze vragen zullen op een zitting aan de orde komen.
Hof ’s-Hertogenbosch, 20 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1416 [Corus / Meteor Systems]
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- Voor het aangaan van een overeenkomst is het verstandig om vast te leggen waar de producten / dienst die wordt gekocht voor wordt gebruikt gaat worden [onderzoeksplicht koper];
- Wanneer een beoogd koper aangeeft waar hij het product / de dienst voor wil gaan gebruiken dan heeft de beoogd verkoper de verplichting om te waarschuwen wanneer dat problemen op kan leveren [meldingsplicht verkoper];
- Vaak is het dus onverstandig om te volstaan met een standaard koopovereenkomst. Het is verstandig om in de overwegingen van een koopovereenkomst op te nemen het doel waar de koper het product voor wil gaan gebruiken en de beperkingen die de verkoper daarbij aangeef;
- In een procedure geldt vaak dat wanneer een stelling niet uitdrukkelijk wordt betwist, dat deze dan als zijnde waar wordt aangenomen. Daarom is het zinvol op vaststellingen van deskundigen expliciet te reageren;
- In deze zaak zullen getuigen mogelijk moeten gaan verklaren over de inhoud van gesprekken in 1999 en 2001. Daarnaast zullen getuigen moeten verklaren over hun bekendheid in 2001 met claims van komkommerkwekers. Het is zeer de vraag of getuigen daar in 2014 nog iets over kunnen verklaren. Partijen hadden er ook voor kunnen kiezen om al in een veel eerdere fase een getuigenverhoor te organiseren, zelfs voorafgaand aan de procedure. Het voordeel daarvan is dat door een rechter dan getuigenverklaringen worden opgenomen die later in de procedure gebruikt kunnen worden. De informatie gaat dan niet verloren.
Zie ook branche AgriFood
In deze zaak vordert Meteor Systems, leverancier van systemen voor de productie in de glastuinbouw, vergoeding van Corus voor schade die het gevolg is van plaatstaal [plastisol] dat Corus heeft geleverd aan Green Meteor [de inmiddels failliete dochter van Meteor Systems]. Het plaatstaal is verwerkt in teeltgoten voor komkommerkwekers. De rechtbank had Corus veroordeeld om € 218.240,75 aan Meteor Systems te betalen. Corus komt in hoger beroep van dat vonnis.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:24:28 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:24:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/27/wie-betaalt-schade-komkommerkwekers-door-weekmakers/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 7102 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-12-02 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-12-01 23:00:00 [post_content] =>Benexia chia olie is recent door de EU erkend als novel food. Chia olie kan plantaardige vetten en olie vervangen in voedingsmiddelen en dranken. Wat zijn novel foods? Wat is het belang hiervan voor de innovatie in food?
Voor voedingsmiddelen en voedsel ingrediënten die of nieuw ontwikkeld zijn of van buiten de EU komen is de novel food regeling van belang. De achtergrond van deze verordening is dat met het oog op de bescherming van de volksgezondheid nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten aan een uniforme veiligheidscontrole moeten worden onderworpen voordat zij in de EU in de handel mogen worden gebracht.
Wanneer is de verordening van toepassing?
De verordening is van toepassing op het in de handel brengen in de EU van voedingsmiddelen en voedselingrediënten die tot 15 mei 1997 in de EU niet insignificante mate voor menselijke voeding zijn gebruikt. Hierbij wordt gedoeld onder andere:
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande uit genetisch gemodificeerde organismen;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten met een nieuwe of doelbewust gemodificeerde primaire molecuulstructuur;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande of geïsoleerd uit micro-organismen, schimmels of algen;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten bestaande of geïsoleerd uit planten alsmede voedselingrediënten die uit dieren zijn geïsoleerd, met uitzondering van voedingsmiddelen en voedselingrediënten die volgens traditionele vermeerderings- of teeltmethodes zijn verkregen en die sinds lang veilig voor voedingsdoeleinden worden gebruikt;
- voedingsmiddelen en voedselingrediënten waarop een weinig gebruikt productie procedé is toegepast, voor zover dit procedé wijzigingen in de samenstelling of de structuur van de voedingsmiddelen of voedselingrediënten veroorzaakt die significant zijn voor hun voedingswaarde, hun metabolisme of hun gehalte aan ongewenste stoffen.
De procedure voor toelating novel food
Bij de beoordeling of de voedingsmiddelen of voedselingrediënten in de handel mogen worden gebracht geldt als criterium dat:
- ze geen gevaar voor de consument mogen opleveren;
- ze de consument niet mogen misleiden;
- ze niet zodanig van de voedingsmiddelen of voedselingrediënten ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld mogen verschillen dat de normale consumptie ervan uit voedingsoogpunt voor de consument nadelig zou zijn.
Recent voorbeeld
Op 2 maart 2009 diende FrieslandCampina het verzoek in om toelating van bovine lactoferrin. Lactoferrin is een ijzer-bindend eiwit uit koemelk dat aan voedsel kan worden toegevoegd.
Op 31 maart 2010 verklaart de Nederlandse autoriteit dat er geen reden is voor ongerustheid en dat het als novel food in de handel kan worden gebracht.
Op 9 november 2010 werd de European Food Safety Authority (EFSA) geconsulteerd.
Op 27 april 2012 concludeert EFSA in het eerste ‘Scientific opinion on bovine lactoferrin’ dat bovine lactoferrin veilig is voor het beoogde gebruik en de beoogde hoeveelheden.
Op 22 november 2012, 3 1/2 jaar na de aanvraag, besluit de Europese Commissie dat bovine lactoferri op de lijst met novel foods wordt geplaatst en kan het in de handel worden gebracht.
Lactoferrine wordt door FrieslandCampina op de markt gebracht onder de merknaam Vivinal GOS. Dit innovatieve prebiotisch ingrediënt is bedoeld om gezondere darmen te krijgen.
Insecten novel food?
Op dit moment is er onduidelijkheid of insecten voor de menselijke consumptie novel food of niet zijn. Wanneer ze novel food zouden zijn dan zouden ze de procedure uit de verordening moeten volgen om in de handel te mogen worden gebracht. In de ontwerp nieuwe verordening worden ze als novel food aangemerkt. In Nederland (en België) wordt de verkoop van bepaalde gekweekte insecten voor menselijke consumptie toegestaan.
Wat betekent dit voor de praktijk
- door innovatie in food worden nieuwe voedingsmiddelen en voedingsingrediënten ontwikkeld. Omdat deze nieuw zijn moet worden onderzocht of ze veilig zijn voor consumptie. Deze regeling, hoewel nog niet ideaal, maakt toelating onder uniforme condities op de EU markt mogelijk.
- de regeling is nog niet ideaal bijvoorbeeld omdat de procedure lang duurt. Initiatieven voor een nieuwe verordening zijn tot nu toe gestrand.
- de vraag of voedingsmiddelen in de EU in de handel mogen worden gebracht zal onder andere spelen bij de import van voedingsmiddelen en voedingsingrediënten uit andere delen van de wereld. Het feit dat ze daar al lange tijd worden geconsumeerd en als veilig worden beschouwd betekent niet dat ze dus ook in de EU in de handel mogen worden gebracht. Wanneer ze op 15 mei 1997 in de EU niet in significante mate voor menselijke voeding zijn gebruikt dan zijn het novel foods in de zin van deze verordening.
Jos van der Wijst, advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg
Zie ook branche AgriFood
[post_title] => Chia olie erkend als novel food [post_excerpt] =>Benexia chia olie is recent door de EU erkend als novel food. Chia olie kan plantaardige vetten en olie vervangen in voedingsmiddelen en dranken. Wat zijn novel foods? Wat is het belang hiervan voor de innovatie in food?
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => chia-olie-erkend-als-novel-food [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 13:04:01 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 11:04:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/12/02/chia-olie-erkend-als-novel-food/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 263 [max_num_pages] => 27 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 979fc6a3a7803107e559fd87504c40df [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )