Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 19
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 19
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => all
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 6
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1472
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 180, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 12559
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2018-08-20 10:57:05
                    [post_date_gmt] => 2018-08-20 08:57:05
                    [post_content] => De mededelingsplicht van de verkoper heeft voorrang boven de onderzoeksplicht van de koper. Voor productaansprakelijkheid moet sprake zijn van bv letselschade.

 

Feiten

In deze zaak gaat het om een producent van sauzen, margarines en vetten voor de levensmiddelenbranche (deze noem ik hierna de ‘Producent’). De andere partij levert ingrediënten aan onder ander productiebedrijven in de levensmiddelenbranche (deze noem ik hierna de ‘Leverancier’). Sinds 2010 levert de Leverancier ingrediënten aan de Producent. Vanaf 2014 volgens een schriftelijke vastgelegde productspecificatie. In oktober 2015 plaatst de Producent telefonisch een jaarorder voor 2016 voor de verkoop en levering van 35.000 kg xanthaangom. Dit product zou in 2016 op afroep worden geleverd in zakken van 25 kg.

In april zijn er een aantal batches geleverd door de Leverancier. De Producent stelt deze batches te hebben verbruikt bij de productie van satésaus waarvan de viscositeit veel te laag was. Deze satésaus was daardoor niet verkoopbaar.

De Producent heeft door een derde een onderzoek laten uitvoeren naar de oorzaak van het probleem. Deze derde concludeert in zijn rapport dat de aanwezigheid van amylase de oorzaak is van de lage viscositeit van de satésaus.

De Producent stelt in deze procedure dat de Leverancier onrechtmatig heeft gehandeld door  xanthaangom te leveren die het verteringsenzym amylase bevatte. Daardoor werd de daarmee geproduceerde satésaus onverkoopbaar. Mocht de rechtbank dat niet zo vinden dan stelt de Producent dat de Leverancier toerekenbaar tekort is geschoten (wanprestatie) door geen xanthaangom te leveren die geschikt was voor de productie van satésaus (zonder de bacterie Xanthomonas campestris).

 

Het vonnis[1]

Productaansprakelijkheid

De rechtbank overweegt dat de eerste vordering is gebaseerd op productaansprakelijkheid. De regels voor productaansprakelijkheid zijn vastgelegd in het Nederlandse recht en gebaseerd op een Europese richtlijn.

De tweede vordering is gebaseerd op het Weens Koopverdrag (hierna ‘WKV’). Dit is van rechtswege van toepassing omdat partijen, in deze overeenkomst die ziet op de internationale koop en verkoop van roerende zaken, niet nadrukkelijk een afwijkende keuze hebben gemaakt.

De rechtbank overweegt verder dat voor productaansprakelijkheid onder meer vereist is dat de schade die ten gevolge van het gestelde gebrek in het product is geleden, bestaat uit schade door dood of lichamelijk letsel dan wel uit schade aan zaken die - kort gezegd - in de privésfeer worden gebruikt (artikel 6:190 BW). Maar door de Producent is helemaal niet gesteld dat hier sprake van was. Noch is dat gebleken.

Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het in het verkeer brengen van een product dat bij normaal gebruik voor het doel waarvoor het bestemd was, schade veroorzaakt, onrechtmatig jegens gebruikers van dat product. Deze vorm van aansprakelijkheid geldt volgens de Hoge Raad evenwel alleen voor de producent van het betreffende product dan wel voor de leverancier daarvan, mits deze aan de producent gelijk kan worden gesteld (Hoge Raad 22 september 2000, NJ 2000, 644).

In deze zaak werd de xanthaangom door de Leverancier geleverd in zakken met daarop de naam van de Chinese producent. En dus kan de Leverancier niet worden aangemerkt als de producent in de zin van de productaansprakelijkheidsregelgeving.

Kortom, de regelgeving voor productaansprakelijkheid is niet van toepassing. De vordering die daarop is gebaseerd wordt dus afgewezen.

 

Toerekenbare tekortkoming

Op grond van artikel 35 WKV moet de verkoper aan de koper de verkochte zaken afleveren waarvan de hoeveelheid, de kwaliteit en de omschrijving voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen en die zijn verpakt op de in de overeenkomst vereiste wijze.

De tweede vordering is gebaseerd op de stelling dat de geleverde producten niet conform de daar aan te stellen eisen voldeden.

De rechtbank overweegt dat, tenzij partijen anders zijn overeengekomen, de zaken slechts dan aan de overeenkomst beantwoorden, indien zij (voor zover hier van belang):

- geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van dezelfde omschrijving gewoonlijk zouden worden gebruikt;

- geschikt zijn voor een bijzonder doel dat uitdrukkelijk of stilzwijgend aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de koper niet vertrouwde of redelijkerwijs niet mocht vertrouwen op de vakbekwaamheid en het oordeel van de verkoper.

Partijen zijn het erover eens dat het probleem met de satésaus is veroorzaakt doordat de gebruikte xanthaangom amylase bevatte, waardoor het andere gebruikte bindmiddel, zetmeel, afbrak althans leidde tot scheiding van deze bindmiddelen, waardoor geen goede binding van de satésaus werd bereikt. De Leverancier betwist dat de gebruikte xanthaangom door haar is geleverd en betwist verder dat de aanwezigheid van amylase een gebrek in het product oplevert. Daarbij stelt de Leverancier dat de Producent heeft verzuimd een ingangscontrole te verrichten. Daarmee heeft zij de producten aanvaard met de eigenschappen die het had.

De rechtbank overweegt vervolgens dat de Producent onvoldoende heeft onderbouwd dat een door de Leverancier geleverde batch xanthaangom de oorzaak was van het niet binden van de satésaus. Omdat zij dat niet zodanig heeft onderbouwd dat er geen andere conclusie mogelijk is, moet zij het bewijs hiervan alsnog leveren.

Vervolgens gaat de rechtbank er veronderstellenderwijs vanuit dat de Producent slaagt in het leveren van het bewijs. Dan wordt de stelling van de Leverancier van belang dat zij niet wist welk recept de Producent gebruikte. En dat is relevant omdat in de door de Leverancier geleverde xanthaangom standaard amylase aanwezig is die zetmeel afbreekt althans zetmeel en suiker scheidt, waardoor geen goede binding wordt bereikt.

De rechtbank passeert deze stelling van de Leverancier. De rechtbank verwijst naar de website van de Producent waar deze aangeeft dat zij voor haar satésaus (en ook voor haar overige sauzen) zetmeel gebruikt. Dat had de Leverancier dan ook kunnen weten. In zoverre was de door de Leverancier geleverde xanthaangom dus niet geschikt voor het doel waarvoor de Producent het ging gebruiken.

De rechtbank overweegt daarbij dat een koper op grond van artikel 38 lid 1 WKV weliswaar de verplichting heeft om geleverde zaken te keuren, maar daarop kan de verkoper zich niet beroepen, indien het niet beantwoorden van de zaken aan de overeenkomst betrekking heeft op feiten die hij kende of waarvan hij niet onkundig had kunnen zijn en die hij niet aan de koper heeft bekend gemaakt (artikel 40 WKV).

De rechtbank overweegt dat daar sprake van is. De Leverancier wist dat zij xanthaangom leverde die amylase bevatte, en dat dit product niet in combinatie met zetmeel zou kunnen worden gebruikt. Met deze wetenschap had de Leverancier wat moeten doen. De rechtbank verwijst naar de in het WKV opgenomen voorrang van de mededelingsplicht van de verkoper boven de onderzoeksplicht van de koper. En dus had de Leverancier de Producent hierop moeten wijzen. Uit niets wijst dat de Producent op basis van informatie van de Leverancier had hoeven te vermoeden dat amylase in het geleverde product zou voorkomen.

Op basis van dit alles overweegt de rechtbank dat - als komt vast te staan dat de door de Producent geleden schade het gevolg is van een batch xanthaangom die door de Leverancier is geleverd - het door de Leverancier geleverde product niet aan de overeenkomst met de Producent beantwoordde. Op basis van artikel 74 WKV heeft de Producent dan recht op vergoeding door de Leverancier van de schade die zij dientengevolge heeft geleden.

Omdat de Leverancier verschillende schadeposten heeft betwist, moet de Producent bewijs leveren van de door hem gestelde schadeposten.

Wat betekent dit voor de praktijk:
  • De specifieke regelgeving voor productaansprakelijkheid is alleen van toepassing wanneer sprake is van dood of lichamelijk letsel dan wel uit schade aan privézaken;
  • Bij productaansprakelijkheid is de producent aansprakelijk en dat is niet gelijk aan een (in Europa gevestigde) tussenhandelaar.
  • Op grond van het Weens Koopverdrag heeft de mededelingsplicht van de verkoper voorrang boven de onderzoeksplicht van de koper.
  • Wanneer een koper op haar website informatie plaatst over haar productieproces, productiemethoden dan is dat informatie waar een verkoper kennis van heeft c.q. had kunnen nemen. De verkoper wordt bekend verondersteld met deze wetenschap. Dit kan betekenen dat de verkoper de koper actief moet informeren over eigenschappen van de verkochte producten.
  • Als verkoper moet je dus ook de website van de koper in de gaten houden omdat informatie die daarop staat vermeld kan leiden tot een actieve mededelingsplicht van de verkoper.
  • De case van de Producent valt of staat met de mogelijkheid om aan te tonen dat een door de Leverancier geleverde batch is gebruikt bij de productie van de betreffende satésaus. Hoe kan dit bewijs geleverd worden? Blockchain technologie kan dit in de toekomst mogelijk eenvoudiger maken. Bij een product recall kan informatie op basis van blockchain technologie ook behulpzaam zijn.
[1] Rechtbank Midden-Nederland, 11-07-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3817       [post_title] => Voldoen geleverde ingrediënten voor voedingsmiddelen aan de conformiteitseis? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => voldoen-geleverde-ingredienten-voor-voedingsmiddelen-aan-de-conformiteitseis [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:56:31 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:56:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl/?p=12559 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 12455 [post_author] => 6 [post_date] => 2018-08-07 10:58:41 [post_date_gmt] => 2018-08-07 08:58:41 [post_content] => De producenten van Heksenkaas en Witte Wievenkaas bestrijden elkaar al enige jaren op verschillende fronten. Daarbij worden verschillende intellectuele eigendomsrechten ingeroepen. Merkenrecht In 2010 is het woordmerk Heksenkaas ingeschreven. In 2014 is inschrijving verzocht van het woord/beeldmerk Witte Wievenkaas. Door de merkhouder van Heksenkaas is daartegen een oppositieprocedure gestart. Het BBIE wijst de oppositie af overwegende dat de tekens op visueel, auditief en begripsmatig vlak niet overeenstemmen, zodat er geen sprake kan zijn van verwarringsgevaar. In hoger beroep tegen deze beslissing heeft het hof overwogen dat merk en teken in begripsmatig opzicht overeenstemmen dat tevens sprake is van een geringe mate van visuele en auditieve overeenstemming[1]. Het hof overweegt daarbij “ dat ook witte wieven door een deel van het publiek worden gezien als veelal geïsoleerd levende vrouwelijke magische wezen met veelal kwaadaardige bedoelingen, die angst in boezemen en daarmee als een soort heksen.” Tegen deze beslissing wordt cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof. De Hoge Raad overweegt[2] daarbij dat onvoldoende is toegelicht waaruit blijkt dat kennis en  betekenis van de term ‘witte wieven’ in voldoende onder het publiek is beschermd. De enkele betekenis van een term in literatuur is dus onvoldoende. Daarnaast overweegt de Hoge Raad dat onvoldoende is toegelicht waarom ‘iemand die niet bekend is met de beschreven kenmerken die de ‘witte wieven’ in volksverhalen bezitten, op zijn minst zal weten dat de term ‘witte wieven’ verwijst naar fictieve vrouwelijke wezens en dat die term een negatieve connotatie heeft.’ De zaak wordt terugverwezen naar het hof Den Haag. Auteursrecht We kennen auteursrechtelijke bescherming voor teksten, muziek, vormen, etc. Maar kan ook smaak auteursrechtelijk beschermd zijn? De producent van Heksenkaas stelde dat Witte Wievenkaas de smaak van de roomkaas heeft gekopieerd. Over de vraag of smaak auteursrechtelijk kan zijn beschermd is door Nederlandse rechters verschillend geoordeeld. De rechtbank Gelderland heeft in 2015 overwogen[3] dat zij de vraag of smaak auteursrechtelijk beschermd kan worden ‘proceseconomische redenen’ in het midden kon laten. De producent van Heksenkaas had, naar het oordeel van de rechtbank, ‘nagelaten feitelijk te beschrijven of aanschouwelijk te maken wat de voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komende vereiste elementen van de smaak van het product Heksenkaas zijn’. Door de producent van Heksenkaas was gesteld dat de rechtbank het product zelf zou moeten proeven. De rechtbank overweegt dat dit niet juist is. Het is aan de producent om te stellen waarom, althans wat maakt dat haar werk beschermd dient te worden. Alleen op deze manier kan bij een eventuele inbreukprocedure worden beoordeeld of de beweerdelijke inbreukmaker zijn werk aan een eerder bestaand werk heeft ontleend. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld. Het hof Arnhem-Leeuwarden verwijst[4] daarbij naar twee recente uitspraken van de Franse Cour de cassation die de mogelijkheid van auteursrechtelijke bescherming van een geur categorisch van de hand heeft gewezen, met name in zijn arrest van 10 december 2013. Het hof overweegt dat er gerede twijfel bestaat of en in hoeverre het Unierecht ruimte laat voor auteursrechtelijke bescherming van de smaak van een voedingsmiddel. Het antwoord op deze vraag heeft (mogelijk) gevolgen voor de stelplicht van degene die zich op een zodanige bescherming beroept. Om die reden worden prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU. Kort voor de uitspraak van het hof komt de uitspraak in een procedure tussen de producent van Heksenkaas en een ander product (Magic Cheese). De rechtbank Den Haag[5] concludeert dat smaak geen ‘werk’ is in de zin van de Auteurswet en dat smaak dus niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. De rechtbank overweegt dat de producent van Heksenkaas ‘dient te stellen dat en waarom de smaak van Heksenkaas een auteursrechtelijk beschermd werk is. Uit de Auteurswet vloeit in beginsel niet het vereiste voort dat de auteursrechtelijk beschermde trekken in alle gevallen gesteld moeten worden bij het inroepen van auteursrechtelijke bescherming van een werk. Dat neemt niet weg dat, afhankelijk van het gevoerde verweer, een toelichting op de auteursrechtelijke beschermde trekken als nadere onderbouwing wel vereist kan zijn om de vorderingen te kunnen doen slagen’. De rechtbank oordeelt dat de producent van Heksenkaas ‘gelet op de gemotiveerde betwisting door XXX, onvoldoende onderbouwd dat de combinatie van al deze op het eerste gezicht banale of triviale ingrediënten alsnog een smaak oplevert die van creatieve keuzes getuigt’. De rechtbank heeft na de zitting de producten ook geproefd: ‘De rechtbank is overigens ook proefondervindelijk niet tot het oordeel gekomen dat de ingrediënten in dit geval meer vormen dan de som der (triviale) delen: de meervoudige kamer van de rechtbank heeft in de raadkamer direct na de comparitie van partijen Heksenkaas .. geproefd en vastgesteld dat genoemde ingrediënten in meer of mindere mate terugkomen in de smaak. Dat de smaak van Heksenkaas, … anders is dan op basis van de ingrediënten verwacht zou mogen worden, waaruit wellicht creativiteit van de keuzes van [A] zou kunnen voortvloeien, heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen. Van enige verrassende smaak is geen sprake.“ Op 25 juli 2018 is de conclusie van de Advocaat Generaal gepubliceerd. De eerste vraag is of de smaak van een voedingsmiddel een „werk” vormt en auteursrechtelijk kan worden beschermd krachtens richtlijn 2001/29. De AG vindt dat dit niet het geval is. Auteursrechtelijke bescherming heeft betrekking op oorspronkelijke uitdrukkingsvormen, en niet op denkbeelden, procedures, werkwijzen of mathematische concepten als zodanig. Om die reden vindt hij dat de vorm waarin een recept wordt uitgedrukt auteursrechtelijk kan worden beschermd, maar het recept an sich niet. De AG verwijst naar het onderscheid in dat in het Engels ‘idea/expression dichotomy’ wordt genoemd. De uitdrukkingsvorm moet dan wel ‘oorspronkelijk’ zijn. Vervolgens legt hij een verband met het merkenrecht waar geldt dat die oorspronkelijke uitdrukkingsvormen voldoende nauwkeurig en objectief identificeerbaar moet zijn. En daar zit het probleem: ‘Gelet op de huidige stand van de techniek lijkt de nauwkeurige en objectieve identificatie van een smaak of geur evenwel op dit moment niet mogelijk’. Het waarnemen van smaak (door smaak- en reukzin) is subjectief. Dit is niet anders wanneer de identificatie van smaak wordt overgelaten aan de rechter of een deskundige. Verder overweegt de AG dat ‘de mogelijkheid om een werk voldoende nauwkeurig en objectief te identificeren, en derhalve de omvang van de auteursrechtelijke bescherming ervan vast te stellen, is evenwel absoluut noodzakelijk teneinde het rechtszekerheidsbeginsel te eerbiedigen in het belang van de houder van het auteursrecht en meer in het bijzonder in het belang van derden tegen wie gerechtelijke procedures kunnen worden ingesteld, met name strafprocedures of inbreukprocedures wegens schending van het auteursrecht’. En dus geeft hij het HvJEU in overweging in de beantwoording van de vraag aan te geven dat smaak niet auteursrechtelijk beschermd kan worden. Wat betekent dit voor de praktijk?
  • Wanneer het HvJEU de conclusie van de AG volgt dan zal uiteindelijk ook het hof Arnhem-Leeuwarden oordelen dat smaak an sich niet auteursrechtelijk is beschermd.
  • Wel kan de uitdrukkingsvorm van een smaak / recept beschermd zijn. Dat kan het geval zijn wanneer deze uitdrukkingsvorm (i) oorspronkelijk is (het werk is het resultaat van een eigen intellectuele schepping van de auteur) en (ii) voldoende nauwkeurig en objectief identificeerbaar is. Bijvoorbeeld door een traditioneel gerecht op een originele manier vorm te geven. Dan is het recept dus niet beschermd, maar wel deze uitvoeringsvorm (ervan uitgaande dat deze uitvoeringsvorm inderdaad origineel is).
  • De beschermingsomvang kan vergroot worden door het te combineren met een merkregistratie.
  [1] Gerechtshof Den Haag, 28-02-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1943 [2] Hoge Raad, 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1215 [3] Rechtbank Gelderland, 10 juni 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4674 [4] Hof Arnhem-Leeuwarden, 23 mei 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6697 [5] Rechtbank Den Haag, 3 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4384 [post_title] => Geen auteursrechtelijke bescherming voor smaak [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-auteursrechtelijke-bescherming-voor-smaak [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:56:36 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:56:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl/?p=12455 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 12004 [post_author] => 6 [post_date] => 2018-06-12 08:50:53 [post_date_gmt] => 2018-06-12 06:50:53 [post_content] =>   Met blockchain technologie zou de complete productieketen van voedsel inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Van welke boerderij een product komt, wie het product ver-/bewerkt heeft, wie het product vervoerd heeft, wie het product verpakt heeft en hoe het product in het schap van de supermarkt beland is. Op deze wijze zou blockchain technologie kunnen bijdragen aan duurzame productie en transparante toeleveringsketens. Blockchain technologie zou hiermee bij kunnen dragen aan het herstel van het vertrouwen in voedsel bij consumenten. Maar in hoeverre is dit alleen maar theorie? En in hoeverre kan dit praktijk worden?
  • Wat is er al duidelijk en wat niet?
  • Hoe kunnen AgriFood bedrijven gebruik maken van deze technologie?
  • Waar liggen kansen en bedreigingen?
Bogaerts & Groenen advocaten organiseert op 12 juni 2018 een seminar over dit onderwerp, waarvoor wij u van harte uitnodigen. Klik hier voor meer informatie [post_title] => De praktische toepassingen van Blockchain in de AgriFood [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => praktische-toepassingen-blockchain-agrifood [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-07 11:07:36 [post_modified_gmt] => 2021-12-07 10:07:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl?p=12004 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 11980 [post_author] => 6 [post_date] => 2018-06-06 16:09:43 [post_date_gmt] => 2018-06-06 14:09:43 [post_content] =>   U heeft het waarschijnlijk ook gelezen:                   (bron: Retailnews.nl 9 maart 2018) “Looking for a new Suit Supplier”. Waar liggen de grenzen bij vormgeving van producten en reclame? Welke (intellectuele eigendoms-) rechten van anderen spelen daarbij een rol? Wanneer maak je inbreuk en wanneer is er geen probleem? Bogaerts & Groenen advocaten organiseert workshops om de grenzen te verkennen. In deze workshop beginnen we met, aan de hand van concrete voorbeelden, het juridisch kader toe te lichten.  Voorbeelden waarbij steeds de vraag was of de twee modellen teveel op elkaar leken waardoor de ene inbreuk maakte op intellectuele eigendomsrechten op de andere:                                     Na deze toelichting van het juridisch kader zal de meeste tijd van de workshop besteed worden aan concrete voorbeelden, die de deelnemers ook zelf kunnen voorleggen. De vraag zal steeds zijn of dit kan, niet kan of een twijfelgeval is:                 Klik hier voor meer informatie   [post_title] => Grenzen Reclame Workshop [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => grenzen-reclame-workshop [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-02 11:25:32 [post_modified_gmt] => 2021-12-02 10:25:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl?p=11980 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 11646 [post_author] => 6 [post_date] => 2017-10-05 14:32:01 [post_date_gmt] => 2017-10-05 12:32:01 [post_content] => Key topics This seminar will provide participants with information on the new Horizon 2020 and Eurostars calls. In October the new Horizon 2020 calls will be announced. In addition to this, participants will get tips on how to secure IP and avoid pitfalls in consortium agreements. During this seminar four presentations will be given: Arnold & Siedsma: How to secure, document IP (background, sideground) Catalyze: What are the new Horizon 2020 and Eurostars calls that are interesting for Life Sciences companies Bogaerts & Groenen Advocaten: Tips and pitfalls regarding the model consortium agreements for Horizon 2020 and Eurostars Pivot Park: Experiences of Pivot Park companies that cooperate in a consortium. Who should attend?
  • Everyone who wants to be informed about the new Horizon 2020 and Eurostars calls.
  • Everyone who deals with consortium agreements.
  • Everyone who wants to succeed with grants like Horizon 2020 and Eurostars.
When: 31 October 2017 Where: Pivot Park (Panorama zaal) Time: 15.00 – 17.00 (drinks afterwards) Language: English Costs: no costs for attending this Register for this free seminar via this link. [post_title] => Horizon 2020 and Eurostars [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => horizon-2020-and-eurostars [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-02 11:32:30 [post_modified_gmt] => 2021-12-02 10:32:30 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl?p=11646 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 11074 [post_author] => 6 [post_date] => 2017-04-26 13:42:27 [post_date_gmt] => 2017-04-26 11:42:27 [post_content] =>   Vandaag 26 april 2017 is het World IP Day. Door WIPO (World Intellectual Property Organization) in het leven geroepen om wereldwijd aandacht te vragen voor het thema intellectueel eigendom en de manier waarop dit innovatie en creativiteit stimuleert. Het thema van World IP Day 2017 is “Innovation: Improving Lives”. Ter gelegenheid van World IP Day delen wij graag deze video, waarin de link tussen innovatie en intellectueel eigendom op een ludieke en toegankelijke manier wordt uitgelegd. Neem gerust contact op met de advocaten van de sectie IE/IT voor meer informatie.   [post_title] => World IP Day [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => world-ip-day [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2017-04-26 15:19:52 [post_modified_gmt] => 2017-04-26 13:19:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl/?p=11074 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 10478 [post_author] => 6 [post_date] => 2017-02-19 10:53:56 [post_date_gmt] => 2017-02-19 09:53:56 [post_content] =>   Tegenwoordig zijn meer en meer bedrijven ervan overtuigd dat het niet meer de vraag is of ze ooit een food recall zullen meemaken, maar eerder wanneer. Onderliggende oorzaken zijn onder andere de nog steeds toenemende internationale handel in grondstoffen en producten, verscherpte regelgeving en handhaving door autoriteiten en de toename in kennis over en nauwkeurigheid van de meetmethodes van contaminanten. Naast de voeding technische aspecten zijn ook de juridische en aansprakelijkheid technische zaken van belang. Indien een bedrijf zich op juridisch en verzekeringstechnisch vlak onvoldoende bewust is van de risico's kan dit versterkend, nadelig effect hebben in geval van een daadwerkelijke food recall.

Foodrecall.nl, Van Lanschot Chabot en Bogearts & Groenen advocaten organiseren een bijeenkomst over food recall. Tijdens deze bijeenkomst wordt u door deskundigen, waaronder het hoofd Kwaliteitsdienst van Sligro Food Group, vanuit verschillende invalshoeken, geïnformeerd over food recalls. Na het bezoeken van de bijeenkomst gaat u naar huis met praktische ervaringstips die u vóór, tijdens en na een food recall kunt gebruiken. Met deze tips kunt een food recall voorkomen en de schade van een food recall beperken.

Waar krijgt u informatie over: Sligro
  • Recalls vanuit het perspectief van een groothandel/supermarkt.
  • Impact van een recall voor groothandel/supermarkt.
Foodrecall.nl
  • Real life case van een food recall.
  • Heldere leerpunten op basis van een real life case, hoe een food recall te voorkomen.
Van Lanschot Chabot
  • Wat zijn de risico's die tot een product recall kunnen leiden? Wat zijn de oorzaken en schadegevolgen voor uw bedrijf? Wat zijn de mogelijkheden om u tegen schade door een product recall te verzekeren?
  • Wat houdt deze verzekeringsdekking in en welke verschillende oplossingen zijn er om u hiervoor te verzekeren?
Bogaerts & Groenen advocaten
  • Hoe waarborgt u uw positie in inkoop- / verkoop- en productieovereenkomsten het beste tegen wat zich kan voordoen bij een food recall?
  • Waar kunt u juridisch wel en niet op worden aangesproken bij een door u geleverd / geproduceerd food product? Kunt u dit risico contractueel beperken?
PROGRAMMA: 14.30 uur: ontvangst 15.00 uur: presentatie Sligro 15.30 uur: presentatie Food Recall 16.00 uur: pauze 16.15 uur: presentatie Van Lanschot Chabot 16.45 uur: presentatie Bogaerts & Groenen advocaten 17.15 uur: afsluiting met netwerkborrel Wanneer: woensdag 22 maart 2017 Waar: 073 Meeting Company, De Boogschutter 20, 5215 MJ 's-Hertogenbosch Inschrijven [post_title] => Seminar Food Recall - 22 maart 2017 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => seminar-food-recall-22-maart-201 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2017-02-20 11:06:55 [post_modified_gmt] => 2017-02-20 10:06:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10478 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 10363 [post_author] => 6 [post_date] => 2016-12-19 22:50:49 [post_date_gmt] => 2016-12-19 21:50:49 [post_content] =>   Houder octrooi op inkeping in beschuit mag een licentie weigeren. Nadat Bolletje en Van der Meulen een licentie hadden gekregen en er een succes van hebben gemaakt, wil ook Continental Bakeries een licentie. Maakt de octrooihouder misbruik van een economische machtspositie door die licentie te weigeren? De feiten Op 17 juni 1999 heeft de heer Tempels een octrooi aangevraagd voor zijn uitvinding. Zijn uitvinding was een randinkeping op het beschuit waardoor het beschuit makkelijk uit de strakke rolverpakking kon worden gehaald. Zo’n uitvinding waarvan iedereen zich afvraagt waarom hij het niet zelf had bedacht. Op 19 december 2000 is het octrooi verleend en op 16 juni 2019 verloopt het octrooi. Het octrooi is al aanleiding geweest tot verschillende procedures. Het octrooi is daarbij steeds in stand gebleven. Met het octrooi heeft Tempels een monopolie gekregen voor 20 jaar. Hij bepaalt aan wie en onder welke voorwaarden een licentie (gebruiksrecht) wordt verleend. Hij zou dus ook kunnen bepalen dat niemand een licentie krijgt. Dat alleenrecht is voorbehouden aan de octrooihouder. Toen Tempels zich bij de fabrikanten van beschuit meldde in de periode 1999-2003 was alleen Bolletje geïnteresseerd. Eerst heeft Bolletje zonder licentie de vinding gebruikt. Nadat Tempels daartegen optrad, is met Bolletje een licentie overeengekomen. Later is ook met Van der Meulen een licentie tot stand gekomen. Onduidelijk is gebleven of dit exclusieve licenties zijn of niet. Met Continental Bakeries is geen licentie tot stand gekomen. Continental Bakeries heeft daar wel om verzocht. Maar door gezondheidsproblemen van Tempels is het niet gekomen tot een bespreking. Continental Bakeries gaf daarbij aan dat wanneer er geen licentie zou worden vertrekt dat dit dan misbruik van een economische machtspositie op zou leveren. Een intellectueel eigendomsrecht (zoals een octrooi) levert een machtspositie op. Immers, de octrooihouder bepaalt wie de vinding mag gebruiken. Op grond van het mededingingsrecht kan daar soms tegen worden opgetreden. Niet zozeer tegen het hebben van een machtspositie. Dat is toegestaan. Opgetreden kan worden tegen het misbruik maken van een machtspositie (HvJ EG Magill). Continental Bakeries heeft gesteld dat supermarkten de afgelopen jaren ook voor hun huismerken beschuit met inkepingen zijn gaan inkopen. Dat heeft ertoe geleid, volgens Continental Bakeries, dat per januari 2016 88% van het verkochte beschuit in een rol (ongeacht het onderscheid tussen A-merk en huismerk) was voorzien van een inkeping. Slechts enkele budgetmerkproducten bevatten die inkeping nog niet. Het marktaandeel van Continental Bakeries is daardoor in 2015/2016 enorm gedaald, waardoor sluiting van de fabriek van Continental Bakeries in Dordrecht dreigt. De uitspraak[1] In deze procedure vordert Continental Bakeries dat Tempels in onderhandeling treedt met Continental Bakeries over het verlenen van een licentie, alsook een verbod om aan exclusiviteitsafspraken met derden (Bolletje en Van der Meulen) uitvoering te geven. De rechtbank overweegt dat ‘op grond van artikel 24 eerste lid van de Mededingingswet (Mw) en artikel 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) het ondernemingen verboden is misbruik te maken van een economische machtspositie. Onder een economische machtspositie wordt verstaan een positie van één of meerdere ondernemingen die hen in staat stelt de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging op (een wezenlijk deel van) de relevante markt, te verhinderen door hen de mogelijkheid te geven zich in belangrijke mate onafhankelijk van hun concurrenten, hun leveranciers, hun afnemers of de eindgebruikers te gedragen. Voor toepassing van het verbod is vereist dat sprake is van (i) een onderneming, die (ii) een machtspositie inneemt op één of meerdere markten en (iii) van die positie misbruik maakt.’ De rechtbank overweegt dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden de houder van een IE recht misbruik van een economische machtspositie maakt wanneer hij geen licentie geeft aan derden. Bij deze beoordeling is volgens de rechtbank van belang:
  • of voor een onderneming die een licentie wenst, de beschikking over de door het intellectueel eigendomsrecht beschermde gegevens (hier: de inkeping) onontbeerlijk is om op de betrokken (afgeleide) markt door te dringen en
  • of die onderneming beoogt een nieuw product op de markt te brengen dat de houder van het intellectuele eigendomsrecht niet aanbiedt en waarvoor een potentiële vraag van consumenten bestaat.
Daarnaast dient, om van misbruik te kunnen spreken, de weigering van een licentie niet gerechtvaardigd te zijn op objectieve gronden en dient als gevolg van de weigering de markt aan de houder van het exclusieve recht te worden voorbehouden en elke mededinging te worden uitgesloten. In beginsel is alleen indien aan deze vereisten wordt voldaan sprake van misbruik van machtspositie. In de procedure is duidelijk geworden dat er reële en adequate alternatieven zijn zoals:
  • een verpakking met een soort rits aan de voorkant
  • beschuit zonder inkeping in een losse zak
Daarnaast was Continental Bakeries ook niet van plan om met een nieuw product te komen. En dus concludeerde de rechtbank dat er geen sprake is van het maken van misbruik van een economische machtspositie door Tempels. Continental Bakeries heeft nog een beroep gedaan op de uitspraak in de zaak Huawei/ZTE. In die zaak ging het om een onderneming die houdster was van een Standaard Essentieel Octrooi (SEO). Een dergelijke onderneming mag een licentie niet weigeren wanneer deze aangegaan kan worden onder FRAND-voorwaarden (fair, reasonable and non-discriminatory). De rechtbank concludeert dat de vergelijking in deze zaak niet op gaat omdat het octrooi van Tempels geen Standaard Essentieel Octrooi is. De rechtbank concludeert dan ook dat Tempels geen machtspositie heeft en daar dus ook geen misbruik van maakt. Meeliften De rechtbank overweegt verder dat Continental Bakeries nu eigenlijk wil meeliften op het succes dat Bolletje en Van der Meulen hebben gemaakt van de vinding. Nadat eerst Bolletje een licentie heeft gekregen, heeft daarna Van der Meulen een licentie verkregen. Zij hebben geïnvesteerd in apparatuur om het beschuit met inkeping te kunnen maken, in het aanpassen van de productielijn en in marketing. Zij hebben het risico gelopen. Nu het product succesvol is wil ook Continental Bakeries een licentie en dus meeliften op het succes van Bolletje en Van der Meulen. De rechtbank eindigt met een sneer naar Continental Bakeries met de overweging: ‘Het komt erop neer dat Continental Bakeries zowel de marktontwikkeling als haar proceskansen verkeerd heeft ingeschat, hetgeen tot haar ondernemersrisico behoort, dat Tempels vreest voor verwatering en devaluatie van zijn octrooi, met gebrek aan consideratie is bejegend en nu op zijn rechten staat en dat Bolletje en Van der Meulen nog enige tijd hun investeringen en exclusieve licenties willen kunnen uitbuiten, terwijl overigens gesteld noch gebleken is dat een extra licentie voor de consument merkbaar voordeel zal opleveren. Op deze beperkte markt zijn immers reeds verschillende, elkaar beconcurrerende, producenten actief met een veelheid aan (huis)merken.’ De vordering worden afgewezen en Continental Bakeries wordt veroordeeld in de proceskosten. Wat betekent dit voor de praktijk:
  • ook bij food kan het commercieel interessant zijn om know-how en IP te onderzoeken en beschermen;
  • in een kort geding procedure is het erg lastig om het bestaan van een economische machtspositie aannemelijk te maken, laat staan misbruik daarvan.
[1] Voorzieningenrechter Arnhem, 19 december 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:6856 [post_title] => Weigering licentie op octrooi geen misbruik economische machtspositie. [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => weigering-licentie-op-octrooi-geen-misbruik-economische-machtspositie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2018-06-05 17:19:30 [post_modified_gmt] => 2018-06-05 15:19:30 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10363 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 10235 [post_author] => 6 [post_date] => 2016-12-04 08:55:30 [post_date_gmt] => 2016-12-04 07:55:30 [post_content] =>   Bij producten zoals kleding, meubels, schoenen, etc. komt het regelmatig voor dat de ene partij vindt dat een andere partij een ontwerp heeft gekopieerd / nagemaakt. Om daar dan tegen te kunnen optreden wordt vaak een beroep gedaan op auteursrechtelijke bescherming. Maar wanneer ontstaat nu auteursrecht? Wanneer is sprake van kopiëren of het overnemen van beschermde elementen (ontlening). Kun je een stijl monopoliseren? Maakt het uit of je op dezelfde markt actief bent? Deze vragen kwamen aan de orde in een recente uitspraak van het gerechtshof Den Haag[1]. Waar ging het om? In 2015 had Spinlight een catalogus met het opschrift ‘Spinlight Interior Lighting. The Light Factory 2014'. In deze catalogus zijn afbeeldingen opgenomen van lampenkappen. Biglight heeft Spinlight aangeschreven en medegedeeld dat Spinlight met deze weergave inbreuk heeft gemaakt op het Auteursrecht van Biglight op 13 lampenkappen en hun grafische weergave. Vervolgens volgen diverse procedures en uiteindelijk komt de zaak bij het Gerechtshof Den Haag. Het hof moet onder andere de vraag beantwoorden of de lampenkappen auteursrechtelijk zijn beschermd en of de weergave van de lampenkappen auteursrechtelijk is beschermd. Indien op een van deze vragen bevestigend wordt beantwoord, is de vraag of Spinlight daar inbreuk op heeft gemaakt en daardoor schadeplichtig is geworden. Spinlight komt met een aantal verweren. Wanneer is sprake van auteursrecht op een lampenkap? Wil de vormgeving van een lampenkap (hetzelfde geldt voor kleding, meubels, speelgoed, stoffen, etc. ) op basis van het auteursrecht beschermd worden dan moet het ‘voortbrengsel’ kunnen worden aangemerkt als een 'werk van letterkunde, wetenschap of kunst' (artikel 1 in verbinding met artikel 10 Auteurswet). In deze uitspraak herhaalt de rechtbank de jurisprudentie waar deze vereisten in zijn uitgewerkt:
  • Er moet sprake zijn dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt (HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153, Endstra tapes). De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest.
  • Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Het Hof van Justitie van de EU heeft het aldus geformuleerd dat het voortbrengsel ‘oorspronkelijk’ moet zijn in die zin dat het gaat om een 'eigen intellectuele schepping' van de auteur ervan (HvJ EG 16 jul i 2009, C-5/08, ECLI:EU:C:2009:465, Infopaq).
Het hof past deze toets toe op de lampenkappen van Biglight. Biglight stelt dat de lampenkappen auteursrechtelijk zijn beschermd door de volgende kenmerken:
  • De repeterende basisvormen en de specifieke verhouding tussen die basisvormen
  • De kleurstelling
Spinlight stelt dat er geen auteursrecht is ontstaan. Zij stelt:
  • Dat de repeterende ronde, vierkante en rechthoekige vormen van de kappen van Biglight gebruikelijke vormen voor lampenkappen zijn. Zij onderbouwt dit met verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat Spinlight zelf en haar leverancier Maretti al jaren voordat Biglight haar lampenkappen ontwierp, repeterende basisvormen toepasten. Volgens het hof betekent dit dat ofwel Biglight de repeterende basisvorm heeft ontleend aan de ontwerpen van (de leverancier van) Spinlight, in welk geval geen sprake is van een ‘oorspronkelijk karakter’ van de kappen van Biglight, ofwel dat ontwerpers van lampenkappen, zoals Biglight en (de leverancier van) Spinlight onafhankelijk van elkaar op repeterende basisvormen uitkomen, in welk geval Biglight geen persoonlijk stempel op het ontwerp kan drukken enkel door de keuze van een repeterende basisvorm als hier aan de orde.
De repeterende basisvormen zouden als een stijl aangemerkt kunnen worden. Een stijl an sich is niet beschermd. De wijze waarop een stijl wordt toegepast zou wel auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn. Het hof onderzoekt daarom of deze uitvoering van de repeterende basisvormen van een persoonlijk stempel getuigd. Het hof vindt van niet. Uit het materiaal zoals dat in de procedure aan het hof is voorgelegd kan het hof weinig afleiden over de specifieke uitvoering. Het hof noemt uitvoeringskenmerken zoals materiaalsoort, afmetingen, verhouding tussen de basisvormen en de kleurstelling relevant voor de beoordeling. Het hof concludeert daarom dat ‘de ontwerpkeuzes waarvan de geclaimde lampenkappen blijk geven zo triviaal zijn dat daarachter voorshands geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen’. En dus neemt het hof geen auteursrechtelijke bescherming aan van de lampenkappen. Zijn de afbeeldingen van de lampenkappen auteursrechtelijk beschermd. Dit is anders ten aanzien van de weergave van de lampenkappen. Spinlight heeft gesteld dat de afgebeelde weergave van lampenkappen al vele jaren zeer gebruikelijk was in de branche. Spinlight had ter onderbouwing van deze stelling afbeeldingen in het geding gebracht. Spinlight heeft niet gereageerd op de stelling van Biglight dat deze afbeeldingen dateren van ná het openbaar maken van de afbeeldingen van Biglight. Het hof overweegt dat bij de weergave van de lampenkappen ‘aanvullende keuzes’ zijn gemaakt. Biglight had daarvoor gewezen op de kijkhoek, de belichting en schaduweffecten. Het hof oordeelt dat door die wijze van weergave in combinatie met de vormen van de weergegeven lampenkappen voldoende blijkt van een persoonlijke stempel van de maker. En dus zijn de afbeeldingen van de lampenkappen wel auteursrechtelijk beschermd. Vervolgens was de vraag of Spinlight in haar catalogus de afbeeldingen van Biglight had gekopieerd of nieuwe afbeeldingen had laten maken die teveel leken op (ontleend waren aan) de afbeeldingen van Biglight. Op de zitting had Spinlight verklaard dat haar vormgever de afbeeldingen van Biglight heeft gebruikt in de catalogus van Spinlight en dat die daarbij onvoldoende afstand heeft genomen. En dus oordeelt het hof dat Spinlight de afbeeldingen heeft ontleend aan de afbeeldingen van Biglight en dus is sprake van inbreuk op het auteursrecht van Biglight. Er is geen schade want ik opereer op een andere markt? De rechtbank merkt op dat deze stelling niet alleen is betwist maar dat het ook niet relevant is. De markt waarop een kopie openbaar wordt gemaakt is niet relevant is voor de vaststelling van een inbreuk op het auteursrecht. Dus ook wanneer de kopie producten alleen in een ander marktsegment openbaar worden gemaakt (door het verspreiden van een catalogus met afbeeldingen van de producten), neemt dat niet weg dat er sprake is van een “verveelvoudiging en openbaarmaking in auteursrechtelijke zin”. Wat betekent dit voor de praktijk:
  • Maak bij de ontwikkeling van een nieuwe vorm een dossier met wat er op dat moment bekend is aan vergelijkbare vormen. Dit om later te kunnen aantonen dat de nieuwe vorm afwijkt van de vormen die op dat moment bekend zijn.
  • Zorg voor een beschrijving van de kenmerken die de nieuwe vorm onderscheiden van de bestaande vormen.
  • Zorg voor vastlegging van de datum waarop de nieuwe vorm is ontstaan om deze datum later te kunnen bewijzen. Dit kan bijvoorbeeld met een i-depot bij het BBIE.
  • Wanneer de vorm niet is beschermd kan de weergave van de vorm wel auteursrechtelijk beschermd zijn. Daarbij moet de fotograaf dan keuze hebben gemaakt met betrekking tot het licht, de positionering van de vorm, kleurstellingen, etc.
[1] Gerechtshof Den Haag, 29 november 2016, zaaknr. 200.180.199/01 (Spinlight / Biglight) [post_title] => Auteursrecht op vorm lampenkappen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => auteursrecht-op-vorm-lampenkappen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-12-05 09:59:15 [post_modified_gmt] => 2016-12-05 08:59:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10235 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 10046 [post_author] => 6 [post_date] => 2016-11-01 10:59:49 [post_date_gmt] => 2016-11-01 09:59:49 [post_content] =>   Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij 't Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk "Bakkerij 't Stoepje". Dit is gebruik van een merk door De Bakkerie in het kader van een economische activiteit. Het verweer dat de kratten alleen voor vervoer worden gebruikt en niet zichtbaar zijn voor het publiek gaat niet op. De rechtbank hecht waarde aan een foto van een kraam met daarop een krat met het woordmerk van Bakkerij ’t Stoepje. De feiten MFG is een onderneming die een grote industriële, ambachtelijke bakkerij exploiteert die verse brood- en banketbakkerswaar verkoopt en levert aan haar franchisenemers en aan anderen. Daarbij hanteert zij onder meer het franchiseconcept “Bakkerij ’t Stoepje”. In de algemene voorwaarden van MFG is opgenomen dat kratten met daarop het merk van MFG alleen voor producten van MFG gebruikt mogen worden. MFG is houder van diverse woord- en beeldmerken. De Bakkerie exploiteert een onderneming die zich richt op de verkoop van verse brood- en banketwaren. Zij verkoopt haar producten voornamelijk aan horeca- en cateringbedrijven, maar ook aan marktkooplieden. Onder haar afnemers bevinden zich ook marktkooplieden die afnemers zijn van MFG (waaronder franchisenemers). De broodproducten van De Bakkerie worden in beginsel in door De Bakkerie aangeschafte kratten aan de marktkooplieden aangeboden, maar het gebeurt ook wel eens in gele kratten die het woordmerk van MFG bevatten. MFG heeft De Bakkerie gesommeerd geen producten meer in de gele kratten van MFG aan te bieden. Omdat De Bakkerie dat bleef doen heeft MFG in rechte een verbod gevorderd en een schadevergoeding. De uitspraak[1] MFG stelt dat De Bakkerie inbreuk maakt op de merkrechten van MFG doordat De Bakkerie door het vullen van de gele kratten van MFG met van De Bakkerie afkomstige waar inbreuk maakt op het woordmerk van MFG. Voor deze beoordeling is de kleur geel van de kratten niet relevant. Dat vormt geen onderdeel van de bescherming van het woordmerk. De Bakkerie stelt dat het haar is toegestaan om de kratten die het woordmerk van MFG bevatten, in ontvangst nemen, te vullen met eigen waar, en weer af te geven aan franchisenemers van MFG, nu het merkrecht van MFG is uitgeput. Volgens haar zijn de kratten geen eigendom van MFG maar van de franchisenemers van MFG. Voor zover dat anders zou zijn, heeft MFG haar franchisenemers in ieder geval een gebruiksrecht verleend, zonder dat gebleken is dat dit gebruiksrecht is beperkt. De rechtbank overweegt dat niet is gebleken dat de kratten eigendom zijn van de franchisenemers. Verder bepalen de algemene voorwaarden van MFG nu juist dat de kratten alleen gebruikt mogen worden voor waren van MFG. En dus is het merkrecht van MFG niet uitgeput en mag zij zich verzetten tegen ieder gebruik van kratten van haar merk op is aangebracht zonder dat zij daarvoor toestemming heeft verleend[2]. De Bakkerie stelt verder dat de kratten met het merk van MFG erop alleen zijn gebruikt voor vervoer. En dit levert geen gebruik van het merk in het economisch verkeer op. De rechtbank overweegt dat er al sprake is van gebruik van een merk in het economisch verkeer, indien dat gebruik plaatsvindt “in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd”[3]. En daarvan is hier sprake omdat De Bakkerie heeft erkend dat zij de gele kratten van de franchisenemers van MFG inneemt, vult met eigen waar, en weer afgeeft aan de franchisenemers. De Bakkerie stelt dat door het merkgebruik door De Bakkerie geen gevaar is ontstaan voor herkomstverwarring bij het publiek, onder meer omdat de kratten niet aan het publiek zijn getoond. De rechtbank stelt voorop dat herkomstverwarring bij gebruik als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE in beginsel gegeven is. Dat in de praktijk geen sprake zou zijn van herkomstverwarring acht de rechtbank niet aannemelijk. Gelet op het gemak voor de franchisenemer om de aangekochte waar in het krat te laten waarin het wordt vervoerd, zal in veel gevallen de franchisenemer de van De Bakkerie aangekochte waar in het krat laten. Dat volgens De Bakkerie een groot deel van de aangekochte waar wordt uitgestald op de toonbank, betekent ook volgens haar eigen stellingen dat in ieder geval een deel daarvan in de kratten uitgestald staat. De rechtbank verwijst naar twee foto’s die in het geding zijn gebracht:
 t_stoepje t_stoepje_kratje
De rechtbank ziet op de ene foto een krat met daarop, voldoende duidelijk, het woordmerk van MFG. De rechtbank overweegt dat dit betekent dat het woordmerk van MFG in ieder geval bij een deel van de kratten naar het publiek gericht is. En dus is sprake van merkinbreuk en moet De Bakkerie de schade vergoeden. De rechtbank heeft onvoldoende informatie om de schade te kunnen vaststellen. Daarom wordt de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure. Wat betekent dit voor de praktijk - het gebruik van materialen met daarop het merk (woordmerk of beeldmerk) van een andere partij, zonder toestemming van die partij, levert al snel merkinbreuk op. - niet alleen degene die het materiaal aan het publiek toont, maar ook degene die daarbij een rol heeft gespeeld (door het vullen van het materiaal) maakt dan merkinbreuk. In dit geval dus naast degene die de krat in zijn kraam plaatst (met het logo van MGF zichtbaar) maar ook de Bakkerie die brood in de gele krat plaatst met het logo van MFG daarop. - de vraag is hoe de rechtbank zou oordelen wanneer de kraamhouder zowel brood van De Bakkerie als van MFG verkoopt. Mogelijk zat in de gele krat dan alleen het brood van MFG? Zie ook branche Retail [1] Rechtbank Midden-Nederland, 31 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 [2] HvJ 14 juli 2011 (C-46/10), Rb Amsterdam 18 augustus 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BR5357 en Rb Noord-Holland 29 januari 2013, ECLI:RBNHO:2013:BZ5651 [3] HvJ 12 november 2002, C-206/01 [post_title] => Gebruik kratten met woordmerk van Bakkerij ‘t Stoepje door concurrent [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gebruik-kratten-woordmerk-bakkerij-t-stoepje-concurrent [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-11-01 11:12:16 [post_modified_gmt] => 2016-11-01 10:12:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10046 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 12559 [post_author] => 6 [post_date] => 2018-08-20 10:57:05 [post_date_gmt] => 2018-08-20 08:57:05 [post_content] => De mededelingsplicht van de verkoper heeft voorrang boven de onderzoeksplicht van de koper. Voor productaansprakelijkheid moet sprake zijn van bv letselschade.   Feiten In deze zaak gaat het om een producent van sauzen, margarines en vetten voor de levensmiddelenbranche (deze noem ik hierna de ‘Producent’). De andere partij levert ingrediënten aan onder ander productiebedrijven in de levensmiddelenbranche (deze noem ik hierna de ‘Leverancier’). Sinds 2010 levert de Leverancier ingrediënten aan de Producent. Vanaf 2014 volgens een schriftelijke vastgelegde productspecificatie. In oktober 2015 plaatst de Producent telefonisch een jaarorder voor 2016 voor de verkoop en levering van 35.000 kg xanthaangom. Dit product zou in 2016 op afroep worden geleverd in zakken van 25 kg. In april zijn er een aantal batches geleverd door de Leverancier. De Producent stelt deze batches te hebben verbruikt bij de productie van satésaus waarvan de viscositeit veel te laag was. Deze satésaus was daardoor niet verkoopbaar. De Producent heeft door een derde een onderzoek laten uitvoeren naar de oorzaak van het probleem. Deze derde concludeert in zijn rapport dat de aanwezigheid van amylase de oorzaak is van de lage viscositeit van de satésaus. De Producent stelt in deze procedure dat de Leverancier onrechtmatig heeft gehandeld door  xanthaangom te leveren die het verteringsenzym amylase bevatte. Daardoor werd de daarmee geproduceerde satésaus onverkoopbaar. Mocht de rechtbank dat niet zo vinden dan stelt de Producent dat de Leverancier toerekenbaar tekort is geschoten (wanprestatie) door geen xanthaangom te leveren die geschikt was voor de productie van satésaus (zonder de bacterie Xanthomonas campestris).   Het vonnis[1] Productaansprakelijkheid De rechtbank overweegt dat de eerste vordering is gebaseerd op productaansprakelijkheid. De regels voor productaansprakelijkheid zijn vastgelegd in het Nederlandse recht en gebaseerd op een Europese richtlijn. De tweede vordering is gebaseerd op het Weens Koopverdrag (hierna ‘WKV’). Dit is van rechtswege van toepassing omdat partijen, in deze overeenkomst die ziet op de internationale koop en verkoop van roerende zaken, niet nadrukkelijk een afwijkende keuze hebben gemaakt. De rechtbank overweegt verder dat voor productaansprakelijkheid onder meer vereist is dat de schade die ten gevolge van het gestelde gebrek in het product is geleden, bestaat uit schade door dood of lichamelijk letsel dan wel uit schade aan zaken die - kort gezegd - in de privésfeer worden gebruikt (artikel 6:190 BW). Maar door de Producent is helemaal niet gesteld dat hier sprake van was. Noch is dat gebleken. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het in het verkeer brengen van een product dat bij normaal gebruik voor het doel waarvoor het bestemd was, schade veroorzaakt, onrechtmatig jegens gebruikers van dat product. Deze vorm van aansprakelijkheid geldt volgens de Hoge Raad evenwel alleen voor de producent van het betreffende product dan wel voor de leverancier daarvan, mits deze aan de producent gelijk kan worden gesteld (Hoge Raad 22 september 2000, NJ 2000, 644). In deze zaak werd de xanthaangom door de Leverancier geleverd in zakken met daarop de naam van de Chinese producent. En dus kan de Leverancier niet worden aangemerkt als de producent in de zin van de productaansprakelijkheidsregelgeving. Kortom, de regelgeving voor productaansprakelijkheid is niet van toepassing. De vordering die daarop is gebaseerd wordt dus afgewezen.   Toerekenbare tekortkoming Op grond van artikel 35 WKV moet de verkoper aan de koper de verkochte zaken afleveren waarvan de hoeveelheid, de kwaliteit en de omschrijving voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen en die zijn verpakt op de in de overeenkomst vereiste wijze. De tweede vordering is gebaseerd op de stelling dat de geleverde producten niet conform de daar aan te stellen eisen voldeden. De rechtbank overweegt dat, tenzij partijen anders zijn overeengekomen, de zaken slechts dan aan de overeenkomst beantwoorden, indien zij (voor zover hier van belang): - geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van dezelfde omschrijving gewoonlijk zouden worden gebruikt; - geschikt zijn voor een bijzonder doel dat uitdrukkelijk of stilzwijgend aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de koper niet vertrouwde of redelijkerwijs niet mocht vertrouwen op de vakbekwaamheid en het oordeel van de verkoper. Partijen zijn het erover eens dat het probleem met de satésaus is veroorzaakt doordat de gebruikte xanthaangom amylase bevatte, waardoor het andere gebruikte bindmiddel, zetmeel, afbrak althans leidde tot scheiding van deze bindmiddelen, waardoor geen goede binding van de satésaus werd bereikt. De Leverancier betwist dat de gebruikte xanthaangom door haar is geleverd en betwist verder dat de aanwezigheid van amylase een gebrek in het product oplevert. Daarbij stelt de Leverancier dat de Producent heeft verzuimd een ingangscontrole te verrichten. Daarmee heeft zij de producten aanvaard met de eigenschappen die het had. De rechtbank overweegt vervolgens dat de Producent onvoldoende heeft onderbouwd dat een door de Leverancier geleverde batch xanthaangom de oorzaak was van het niet binden van de satésaus. Omdat zij dat niet zodanig heeft onderbouwd dat er geen andere conclusie mogelijk is, moet zij het bewijs hiervan alsnog leveren. Vervolgens gaat de rechtbank er veronderstellenderwijs vanuit dat de Producent slaagt in het leveren van het bewijs. Dan wordt de stelling van de Leverancier van belang dat zij niet wist welk recept de Producent gebruikte. En dat is relevant omdat in de door de Leverancier geleverde xanthaangom standaard amylase aanwezig is die zetmeel afbreekt althans zetmeel en suiker scheidt, waardoor geen goede binding wordt bereikt. De rechtbank passeert deze stelling van de Leverancier. De rechtbank verwijst naar de website van de Producent waar deze aangeeft dat zij voor haar satésaus (en ook voor haar overige sauzen) zetmeel gebruikt. Dat had de Leverancier dan ook kunnen weten. In zoverre was de door de Leverancier geleverde xanthaangom dus niet geschikt voor het doel waarvoor de Producent het ging gebruiken. De rechtbank overweegt daarbij dat een koper op grond van artikel 38 lid 1 WKV weliswaar de verplichting heeft om geleverde zaken te keuren, maar daarop kan de verkoper zich niet beroepen, indien het niet beantwoorden van de zaken aan de overeenkomst betrekking heeft op feiten die hij kende of waarvan hij niet onkundig had kunnen zijn en die hij niet aan de koper heeft bekend gemaakt (artikel 40 WKV). De rechtbank overweegt dat daar sprake van is. De Leverancier wist dat zij xanthaangom leverde die amylase bevatte, en dat dit product niet in combinatie met zetmeel zou kunnen worden gebruikt. Met deze wetenschap had de Leverancier wat moeten doen. De rechtbank verwijst naar de in het WKV opgenomen voorrang van de mededelingsplicht van de verkoper boven de onderzoeksplicht van de koper. En dus had de Leverancier de Producent hierop moeten wijzen. Uit niets wijst dat de Producent op basis van informatie van de Leverancier had hoeven te vermoeden dat amylase in het geleverde product zou voorkomen. Op basis van dit alles overweegt de rechtbank dat - als komt vast te staan dat de door de Producent geleden schade het gevolg is van een batch xanthaangom die door de Leverancier is geleverd - het door de Leverancier geleverde product niet aan de overeenkomst met de Producent beantwoordde. Op basis van artikel 74 WKV heeft de Producent dan recht op vergoeding door de Leverancier van de schade die zij dientengevolge heeft geleden. Omdat de Leverancier verschillende schadeposten heeft betwist, moet de Producent bewijs leveren van de door hem gestelde schadeposten. Wat betekent dit voor de praktijk:
  • De specifieke regelgeving voor productaansprakelijkheid is alleen van toepassing wanneer sprake is van dood of lichamelijk letsel dan wel uit schade aan privézaken;
  • Bij productaansprakelijkheid is de producent aansprakelijk en dat is niet gelijk aan een (in Europa gevestigde) tussenhandelaar.
  • Op grond van het Weens Koopverdrag heeft de mededelingsplicht van de verkoper voorrang boven de onderzoeksplicht van de koper.
  • Wanneer een koper op haar website informatie plaatst over haar productieproces, productiemethoden dan is dat informatie waar een verkoper kennis van heeft c.q. had kunnen nemen. De verkoper wordt bekend verondersteld met deze wetenschap. Dit kan betekenen dat de verkoper de koper actief moet informeren over eigenschappen van de verkochte producten.
  • Als verkoper moet je dus ook de website van de koper in de gaten houden omdat informatie die daarop staat vermeld kan leiden tot een actieve mededelingsplicht van de verkoper.
  • De case van de Producent valt of staat met de mogelijkheid om aan te tonen dat een door de Leverancier geleverde batch is gebruikt bij de productie van de betreffende satésaus. Hoe kan dit bewijs geleverd worden? Blockchain technologie kan dit in de toekomst mogelijk eenvoudiger maken. Bij een product recall kan informatie op basis van blockchain technologie ook behulpzaam zijn.
[1] Rechtbank Midden-Nederland, 11-07-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3817       [post_title] => Voldoen geleverde ingrediënten voor voedingsmiddelen aan de conformiteitseis? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => voldoen-geleverde-ingredienten-voor-voedingsmiddelen-aan-de-conformiteitseis [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:56:31 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:56:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bgadvocaten.nl/?p=12559 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 268 [max_num_pages] => 27 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => bee4afd61a178cf368377c51f18c9893 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:09459f5961cf34acc78a828fe27daa4d:0.38742900 17541747120.98566900 1754174712 [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De mededelingsplicht van de verkoper heeft voorrang boven de onderzoeksplicht van de koper. Voor productaansprakelijkheid moet sprake zijn van bv letselschade.   Feiten In deze zaak gaat het om een...
Lees meer
De producenten van Heksenkaas en Witte Wievenkaas bestrijden elkaar al enige jaren op verschillende fronten. Daarbij worden verschillende intellectuele eigendomsrechten ingeroepen. Merkenrecht In 2010 is het woordmerk Heksenkaas ingeschreven. In...
Lees meer
  Met blockchain technologie zou de complete productieketen van voedsel inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Van welke boerderij een product komt, wie het product ver-/bewerkt heeft, wie het product vervoerd heeft,...
Lees meer
  U heeft het waarschijnlijk ook gelezen:                   (bron: Retailnews.nl 9 maart 2018) “Looking for a new Suit Supplier”. Waar liggen de...
Lees meer
Key topics This seminar will provide participants with information on the new Horizon 2020 and Eurostars calls. In October the new Horizon 2020 calls will be announced. In addition to...
Lees meer
  Vandaag 26 april 2017 is het World IP Day. Door WIPO (World Intellectual Property Organization) in het leven geroepen om wereldwijd aandacht te vragen voor het thema intellectueel eigendom...
Lees meer
  Tegenwoordig zijn meer en meer bedrijven ervan overtuigd dat het niet meer de vraag is of ze ooit een food recall zullen meemaken, maar eerder wanneer. Onderliggende oorzaken zijn...
Lees meer
  Houder octrooi op inkeping in beschuit mag een licentie weigeren. Nadat Bolletje en Van der Meulen een licentie hadden gekregen en er een succes van hebben gemaakt, wil ook...
Lees meer
  Bij producten zoals kleding, meubels, schoenen, etc. komt het regelmatig voor dat de ene partij vindt dat een andere partij een ontwerp heeft gekopieerd / nagemaakt. Om daar dan...
Lees meer
  Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij ’t Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk “Bakkerij ’t Stoepje”. Dit is gebruik...
Lees meer