Blog van medewerkers
- Niet in geschil is dat partijen al langere tijd zaken met elkaar doen. De afnemer is voor de levering van de producten met de merken AGA en Falcon afhankelijk van de leverancier omdat de leverancier de exclusieve importeur van deze producten voor de Nederlandse markt is.
- de afnemer heeft ter zitting onweersproken gesteld voor ongeveer 20% van haar omzet afhankelijk te zijn van deze merken.
- partijen hadden overleg over de in te zetten marketingtools en de gedragscode in de markt. Zo worden jaarlijks een aantal promotionele akties gehouden, die door de leverancier worden aangestuurd en waarbij de dealers zich aan de spelregels moeten houden.
- de leverancier duidt in brieven en in deze procedure Inet Retail ook aan als dealer hetgeen duidt op een bestendige relatie.
Opzegging relatie
De voorzieningenrechter stelt voorop dat aan de leverancier in beginsel de bevoegdheid toekomt, nu partijen hieromtrent geen andersluidende afspraken hebben gemaakt, de duurovereenkomst op te zeggen. De voorzieningenrechter verwijst naar het Auping / Beverslaap arrest waar de HR heeft overwogen dat de eisen van de redelijkheid en billijkheid mee kunnen brengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.
De leverancier heeft de overeenkomst opgezegd omdat de afnemer zich niet zou houden aan de spelregels die gelden voor afnemers. Volgens de leverancier heeft de afnemer zonder enig overleg met haar met regelmaat eigen acties geïnitieerd, wat tot grote onrust heeft geleid onder de andere dealers. Zo mogen er geen acties worden geïnitieerd op AGA-fornuizen, terwijl de afnemer op haar website stunt met een waardecheque-actie op deze fornuizen. De afnemer volgt het prijsbeleid niet en is hiervoor meerdere keren door de leverancier gewaarschuwd.
De afnemer stelt dat zij onmiddellijk heeft voldaan aan het verzoek om de waardecheque-actie op de AGA-fornuizen stop te zetten. De leverancier heeft dit niet weersproken.
Evenmin is gesteld noch gebleken dat de afnemer zich met de BTW-actie in 2012 niet zou hebben gehouden aan de gedragscode.
Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat thans onvoldoende aannemelijk is geworden dat de afnemer zich keer op keer niet aan de gedragscode en de spelregels van de promotionele acties zou houden.
Opzegtermijn
De leverancier heeft bij brief van 5 februari 2013 de duurovereenkomst opgezegd. De voorzieningenrechter overweegt dat de leverancier noch een redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen, noch een redelijke vergoeding aan de afnemer heeft aangeboden. Daarom maken de redelijkheid en billijkheid in deze dat de overeenkomst door de leverancier niet op de deze wijze kon worden opgezegd. Met als gevolgd dat de overeenkomst tussen partijen niet is geëindigd.
De afnemer had gevorderd dat de leverancier de duurovereenkomst moest nakomen. Die vordering wijst de voorzieningenrechter toe. De voorzieningenrechter overweegt daarbij dat het voor zich spreekt dat de producten aan deze afnemer op basis van dezelfde voorwaarden moeten worden geleverd als waartegen aan de andere dealers de producten worden geleverd.
Voorschot op schadevergoeding
De afnemer had gesteld dat hij een schade had geleden van ruim € 120.000,=. Omdat in een kort geding procedure geen definitieve schadevergoeding kan worden toegewezen vordert de afnemer betaling van een voorschot op de schadevergoeding die in een bodemprocedure moet worden vastgesteld. De voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding slechts plaats is indien het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk is en daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl in de afweging van belangen van partijen mede betrokken dient te worden het risico van onmogelijkheid tot terugbetaling.
De voorzieningenrechter vindt dat onvoldoende aannemelijk is geworden waaruit de schade bestaat en wat de omvang daarvan is. Daarom wordt de vordering afgewezen.
De voorzieningenrechter veroordeelt de leverancier vervolgens tot nakoming van de duurovereenkomst tussen partijen, inhoudende dat de leverancier tegen de reguliere en marktconforme prijzen dient over te gaan tot levering binnen een redelijke en marktconforme termijn van de door de afnemer bestelde producten, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte van een dag aan de afnemer, indien de leverancier weigerachtig is te voldoen aan dit vonnis, zulks tot een maximum van € 100.000,00;
Rechtbank Overijssel, 19 december 2013
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- wanneer gedurende een langere periode regelmatig producten worden geleverd, dan wordt al snel een duurrelatie / duurovereenkomst aangenomen.
- dit betekent voor een leverancier dat hij een voldoende zwaarwegende grond moet hebben voor het opzeggen van de duurovereenkomst.
- in een [schriftelijke] overeenkomst kunnen partijen hier andere afspraken over maken, bijvoorbeeld dat de overeenkomst kan worden opgezegd zonder dat daarvoor een grond nodig is.
- neem als leverancier in een opzeggingsbrief voldoende omstandigheden op die een zwaarwegende grond voor opzegging kunnen opleveren;
- neem als leverancier in een opzeggingsbrief een voldoende redelijke opzegtermijn in acht of biedt een schadevergoeding aan. Helaas zijn er geen vaste regels om deze termijn / schadevergoeding te berekenen.
- als afnemer kun je nakoming vorderen wanneer de leverancier zonder voldoende zwaarwegende grond, zonder voldoende schadevergoeding aan te bieden en/of zonder voldoende opzegtermijn in acht te nemen de duurovereenkomst opzegt.
Eind jaren ’80 had Super de Boer een promotionele actie waarbij klanten konden sparen voor een ‘sjopspel’. Later werd door de rechter vastgesteld dat Super de Boer met dit Sjopspel inbreuk maakte op het auteursrecht van een derde. De rechter bepaalde dat Super de Boer een vergoeding aan die derde moest betalen; het meerdere van de genoten winst en de geleden schade. Daar is lang over geprocedeerd en deskundigen hebben er naar moeten kijken.
Het gerechtshof Amsterdam heeft uiteindelijk vastgesteld dat de genoten winst hoger was dan de geleden schade en dus dat de genoten winst [vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 april 1997] moet worden betaald.
Eerder was vastgesteld dat de schade van de auteursrechthebbende € 28.508,92 bedroeg. Door Super de Boer waren 45.100 Sjopspellen verkocht. Het hof stelt nu vast dat daarmee een winst is behaald van € 86.840,-.
De deskundigen die op verzoek van het hof er naar hebben gekeken merken in hun rapport op:
1. Ten aanzien van de extra omzet:
- De extra omzet is substantieel. Onder de aannames van de deskundigen is de extra omzet van de spaaractie waar het in deze om gaat, € 1.825.673,-.
- Het aantal verkochte promotieartikelen heeft invloed op de extra omzet. Echter, zelfs indien promotieartikelen overblijven kan de extra omzet substantieel zijn. Er kan dus niet simpelweg worden geconcludeerd dat omdat er promotieartikelen zijn overgebleven er geen extra omzet is gegenereerd.
- Het aantal aangetrokken secundaire klanten (d.w.z. klanten die normaal gesproken bij een andere supermarkt hun inkopen doen) heeft een positief effect op de extra omzet. Echter, indien er niet veel media-aandacht is geweest voor de promotionele actie, hebben zij de conservatieve schatting gemaakt dat met grote waarschijnlijkheid slechts 1 op de 200 deelnemers aan de promotionele actie secundaire klant was die zijn/haar boodschappen volledig bij de betreffende supermarkt deed gedurende de weken van de actie.
- Of promotieartikelen direct zijn verkocht, of via de zegelactie maakt niet veel uit voor de extra omzet (zo’n 2,8% minder omzet bij 4% meer directe verkoop).
- De gemiddelde wekelijkse bestedingen in een supermarkt hebben een bescheiden invloed op de omzet (zo’n 2,7%).
2. Ten aanzien van de extra winst:
- de extra winst zal altijd beduidend lager zijn dan de extra omzet.
- Onder de aannames van de deskundigen is de extra winst van een spaaractie op basis van het ten processe bedoelde type producten (spellen) gelijk aan € 161.954,-.
- Of promotieartikelen direct zijn verkocht, of via de zegelactie maakt voor de winstberekeningen wat meer uit dan voor de omzet. Een 4% toename in het aantal direct verkochte promotieartikelen levert bijvoorbeeld 4,5% meer winst op (bij gelijkblijvende overige aannames). Toch is het onwaarschijnlijk dat er veel promotieartikelen direct werden verkocht, omdat het doel van een spaaractie is om mensen juist via zegels een promotieartikel te laten bemachtigen in plaats van dat ze het direct kopen.
- De gemiddelde wekelijkse bestedingen in een supermarkt hebben een behoorlijke invloed op de winst (zo’n 8% toename van de winst bij gemiddelde wekelijkse bestedingen van f 140 in plaats van
f 120).
Gerechtshof Amsterdam, 23 juli 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2243
Zie uitspraak
Zie ook Retail
Bij een internationale vervoersovereenkomst gelden de Nederlandse regels over stuiting en schorsing van de verjaring niet. En dus geldt de (korte) verjaringstermijn van 1 jaar voor het afwikkelen van schadevorderingen
Feiten
Hazeleger Transport BV heeft in opdracht van Brinky Bouw en Ontwikkeling BV in december 2005 140.000 [eendagskuikens] vervoerd van Denemarken naar Rusland. De vervoersovereenkomst wordt beheerst door het CMR-verdrag. Bij aankomst in Rusland bleken 110.000 kuikens te zijn overleden doordat de laadruimte niet voldoende was verwarmd.
Het verweer van Hazeleger Transport
Hazeleger heeft zich primair verweerd met een beroep op verjaring. Volgens Hazeleger geldt op grond van art. 32 lid 1 CMR een verjaringstermijn van één jaar, welke termijn moet worden gerekend vanaf de aflevering op 29 december 2005. Door Brinky’s aansprakelijkstelling van 2 januari 2006 is de verjaring op de voet van art. 32 lid 2 CMR geschorst. Nadat Hazeleger op 30 juni 2006 iedere aansprakelijkheid heeft afgewezen, is de schorsing van de verjaring krachtens art. 32 lid 2 CMR opgeheven. De resterende verjaringstermijn van 362 dagen was al verstreken op het moment dat Brinky Hazeleger heeft gedagvaard, aldus Hazeleger.
Brinky stelt daarop dat op grond van art. 32 lid 3 CMR de stuiting wordt bepaald door de wet van het land waar de zaak dient. Naar Nederlands recht wordt de verjaring gestuit door schriftelijke stukken waaruit blijkt dat aanspraak wordt gemaakt op schadevergoeding [art. 3:317 lid 1 BW]. Brinky heeft betoogd dat zij met haar brieven van 29 augustus 2006 en 16 april 2007, waarin zij ondubbelzinnig haar aanspraak op schadevergoeding heeft herhaald, de verjaringstermijn steeds opnieuw heeft gestuit.
Artikel 32 lid 2 CMR Verdrag bepaalt
‘Een schriftelijke vordering schorst de verjaring tot aan de dag, waarop de vervoerder de vordering schriftelijk afwijst en de daarbij gevoegde stukken terugzendt. [...] Verdere, op hetzelfde onderwerp betrekking hebbende vorderingen schorsen de verjaring niet.’
De Hoge Raad overweegt dat de verdragsrechtelijke regeling van het tweede lid, dat bepaalt dat na de opheffing van de schorsing door de vervoerder verdere, op hetzelfde onderwerp betrekking hebbende vorderingen de verjaring niet schorsen. Een schorsings- of stuitingshandeling naar nationaal recht kan daar geen inbreuk maken.
Dit betekent dat de brieven van Brinky, waarin de aanspraak op schadevergoeding is herhaald, de verjaring niet hebben gestuit.
HR, 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2043, zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- op internationale vervoersovereenkomsten is het CMR-verdrag van toepassing.
- dit verdrag regelt een [korte] verjaringstermijn van één jaar voor vorderingen tot schadevergoeding.
- de Nederlandse regels om de verjaring te stuiten zijn daar niet op van toepassing.
- en dus moet er voortvarend worden gehandeld.
Bij een internationale vervoersovereenkomst gelden de Nederlandse regels over stuiting en schorsing van de verjaring niet. En dus geldt de (korte) verjaringstermijn van 1 jaar voor het afwikkelen van schadevorderingen
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => korte-verjaringstermijn-voor-internationale-vervoersovereenkomsten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:41:34 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:41:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/12/31/korte-verjaringstermijn-voor-internationale-vervoersovereenkomsten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7027 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-12-09 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-12-09 00:00:00 [post_content] =>De rechtbank oordeelt dat het ontwerp van de President rijstzak auteursrechtelijk is beschermd. Ondanks dat bij het ontwerpen van een dergelijke zak enige technische uitgangspunten in het geding zijn [zoals de afsluitbaarheid] vallen ten aanzien van het uiterlijk in voldoende mate creatieve keuzes te maken. De rechter vindt dat dit hier ook is gebeurd; bij de specifieke vormgeving van het kader, de rijstafbeelding en de letters zijn duidelijk creatieve keuzes gemaakt, die met behoud van de functionaliteit ook anders hadden kunnen worden gemaakt.
Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld [artikel 1 Auteurswet].
Ook wanneer de vorm van het product het resultaat is van een binnen zekere [technische] uitgangspunten beperkte keuze, kan sprake zijn van een werk dat een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.
Uit de President- rijstzakken blijkt in voldoende mate van persoonlijke, creatieve keuzes van de maker. Uit de andere getoonde zakken blijkt voorts, dat die keuzes, met behoud van de functionaliteit en de stijl, anders gemaakt kunnen worden. De rechter overweegt dat louter technisch bepaalde aspecten, zoals de maat van de zak, het handvat en de rits etc., buiten beschouwing moeten blijven.
De rechter overweegt verder dat onvoldoende duidelijk is bij wie het auteursrecht berust. De ontwerper van de zak is een bedrijf in India. Er is geen akte waaruit een rechtsgeldige overdracht van het auteursrecht blijkt. Het blijkt ook niet uit de distributieovereenkomst die in het geding is gebracht.
Rechtbank Rotterdam, 10 juni 2013 [KMI v Asian-Food]
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- Wanneer de maker van verpakkingsmaterialen creatieve keuzes maakt dan ontstaat auteursrecht op de vormgeving.
- Louter technisch bepaalde aspecten blijven buiten beschouwing bij de vraag of auteursrecht is ontstaan.
- Voor de overdracht van auteursrecht gelden formele vereisten: er moet een akte [schriftelijk stuk] zijn waarin de maker het auteursrecht op het werk overdraagt aan de verkrijger.
Zie ook AgriFood
[post_title] => Vormgeving President rijstzak auteursrechtelijk beschermd [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vormgeving-president-rijstzak-auteursrechtelijk-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:42:12 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:42:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/12/09/vormgeving-president-rijstzak-auteursrechtelijk-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7022 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-11-04 00:00:00 [post_content] =>De afgelopen periode zijn verschillende uitspraken gedaan over de bescherming van formats voor tv programma’s. Deze uitspraken spelen een rol bij vragen over de bescherming van ideeën en concepten. Uit deze uitspraken blijken de eisen waar een idee / concept / format aan moet voldoen om auteursrechtelijk te worden beschermd.
Jumbo / Ravenburger
Jumbo heeft een spelformat ontwikkeld en stelt dat dit auteursrechtelijke is beschermd: de WASGIJ-puzzel. Een WASGIJ-puzzel is een legpuzzel waarbij de afbeelding die gelegd moet worden niet identiek is aan de afbeelding die staat afgebeeld op de doos, maar daar wel een relatie mee heeft. Jumbo stelt dat Ravensburger met haar “What if” puzzels inbreuk maakt op het auteursrecht van Jumbo.
Jumbo stelt dat het spelformat zich kenmerkt door elementen als:
- spelmaterialen in de vorm van twee tweedimensionale grafische voorstellingen, één op de legpuzzel en een op de doos waarin de legpuzzel is verpakt;
- een complete afbeelding van de beeltenis op de legpuzzel behoort niet tot de spelmaterialen;
- de afbeeldingen op de doos en de legpuzzel staan in logische relatie met elkaar.
De voorzieningen rechter oordeelt dat er geen sprake is van auteursrecht. Het door Jumbo geclaimde spelformat is te abstract omdat de meeste elementen daarvan een aspect zijn van één en hetzelfde abstracte spelidee, te weten: een legpuzzel waarbij de puzzelaar niet weet wat er op de legpuzzel is afbeeld, maar alleen een hint krijgt via een gerelateerde afbeelding op de doos.
De voorzieningenrechter verwijst ook naar Duitse en Engelse rechtspraak, waarin auteursrechtelijke bescherming van formats wordt afgewezen. In Nederland is auteursrechtelijke bescherming al eerder aangenomen [zie het Una Voce Particolare-arrest van de HR].
Voorzieningenrechter Rechtbank Den Haag, 21 oktober 2013, Jumbo / Ravensburger
Zie uitspraak
Hollandse Meesters
In deze zaak ging het om een geschil tussen de producent en (mede)ontwikkelaars van een reeks van gefilmde portretten van gerenommeerde Nederlandse beeldende kunstenaars in de 21e eeuw. De (mede)ontwikkelaars stellen dat het format auteursrechtelijk is beschermd. Een derde zou nimmer een identiek uitgewerkt project bedenken en tot stand brengen. De producent betwist dat auteursrecht is ontstaan. Het format zou onvoldoende origineel en geconcretiseerd zijn. De afleveringen worden door verschillende regisseurs naar eigen inzichten en opvattingen vervaardigd, zodat de afleveringen onderling verschillen vertonen in (onder meer) stijl, opbouw, tempo, sfeer, decor en situering. Het zijn op zichzelf staande filmwerken die niet in samenhang bekeken hoeven te worden.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de serie Hollandse Meesters geen auteursrechtelijk beschermd format heeft. Een idee moet voldoende zijn geconcretiseerd en vormgegeven om als format te kunnen worden beschermd. Door eisers is onvoldoende onderbouwd welke originele, concrete elementen en vormaspecten er volgens haar toe leiden dat Hollandse Meesters een auteursrechtelijk beschermd format heeft.
Rechtbank Amsterdam, 31 juli 2013, Hollandse Meesters
Zie uitspraak
De geheimen van een goed huwelijk
TV-producent/distributeur Red Arrow heeft met SBS en RTL onderhandeld over verkoop van een TV-format, dat in Denemarken onlangs met groot succes is uitgezonden. Kort nadat het format aan RTL is verkocht brengt SBS een persbericht naar buiten waarin zij aankondigt een programma met soortgelijke elementen te zullen gaan uitzenden als in het format waarover is onderhandeld. Zij heeft dat programma gekocht van Talpa. Red Arrow eist een verbod voor SBS en Talpa om het programma te produceren/distribueren/uit te zenden.
Red Arrow baseert haar vordering op onrechtmatige daad en niet op auteursrecht. De voorzieningenrechter moet allereerst vaststellen of er sprake is van een te beschermen format. De kernelementen waarop Red Arrow zich beroept, en die in beide formats terugkomen, zijn de volgende:
- partnerkeuze door wetenschappers en experts,
- trouwen met de geselecteerde partner bij de eerste ontmoeting,
- het volgen van de koppels en het wel of niet doorzetten van de relatie.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze drie elementen reeds in verschillende vormen in nationale en internationale formats/TV-programma’s voorkomen.
De drie genoemde elementen zijn dan ook onvoldoende onderscheidend/uniek ten opzichte van reeds bestaande formats/thema’s/ideeën om daaraan rechtstreeks rechten te kunnen ontlenen.
Rechtbank Amsterdam, 31 oktober 2013, (Married at First Sight) ECLI:NL:RBAMS:2013:7183
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- wil sprake zijn van een auteursrechtelijk beschermd format / idee / concept dat de beschrijven van de kenmerkende details concreet en niet abstract zijn;
- voor een tv-format wordt een Format Bible gemaakt. Beschrijf het format daarin zo concreet mogelijk: hoe wordt het programma gemaakt, welk soort kandidaten zullen worden gezocht, welk type sponsors zullen worden benaderd, waar staan de camera’s opgesteld, uit welke verschillende scènes het programma wordt opgebouwd et cetera;
- om discussies over wie als eerste een format / idee / concept heeft bedacht, deponeer het als een i-depot bij het BBIE. Wij verzorgen i-depots waarbij wij adviseren over de beschrijving van het format / idee / concept;
- voordat je als bedenker met anderen gaat praten moet je zorgen dat of het format/ idee / concept is geregistreerd of dat de ander een geheimhoudingsverklaring heeft ondertekend. Wij stellen geheimhoudingsverklaringen [NDA’s] voor je op.
< Zie ook Fashion & Design
[post_title] => Wanneer wordt een idee / concept / format auteursrechtelijk beschermd? [post_excerpt] =>De afgelopen periode zijn verschillende uitspraken gedaan over de bescherming van formats voor tv programma’s. Deze uitspraken spelen een rol bij vragen over de bescherming van ideeën en concepten. Uit deze uitspraken blijken de eisen waar een idee / concept / format aan moet voldoen om auteursrechtelijk te worden beschermd.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-wordt-een-idee-concept-format-auteursrechtelijk-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 08:55:25 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 08:55:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/11/04/wanneer-wordt-een-idee-concept-format-auteursrechtelijk-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7023 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-11-04 00:00:00 [post_content] =>De Stichting Hondensport Friesland krijgt ruzie met het bestuurslid dat de website heeft gemaakt en onderhoudt en de domeinnaam [op zijn naam] heeft geregistreerd.
De stichting vordert o.a. een schadevergoeding voor het mislopen van inkomsten van cursusgelden.
Registratie domeinnaam onrechtmatig
De stichting stelt dat zij het bestuurslid opdracht had gegeven op haar naam een domeinnaam te registreren en een website te maken. Er zou dus sprake zijn van een overeenkomst van opdracht. Het bestuurslid betwist dit en stelt dat hij de domeinnaam al voor eigen gebruik had geregistreerd voordat hij de opdracht kreeg.
De rechtbank oordeelt dat de stichting niet heeft kunnen aantonen dat zij het bestuurslid opdracht heeft gegeven om op naam van de stichting een of deze domeinnaam te registeren.
Maar de rechtbank overweegt ook dat uit de door de stichting overgelegde stukken [een orderbon, facturen] ouder dan de registratie van de domeinnaam, blijkt dat de stichting werd omschreven als de 'Stichting Hondensport Friesland'. Dit betekent dat het bestuurslid de handelsnaam van de stichting als domeinnaam op eigen naam en voor eigen gebruik heeft laten registreren en dat hij zich daarvan bewust moet zijn geweest. Na zijn vertrek bij de stichting heeft het bestuurslid de domeinnaam hondensportfriesland.nl verbonden met zijn eigen website Only4Dogs die als webshop een bedrijfsmatig karakter heeft. Het bestuurslid heeft daarmee naar het oordeel van de rechtbank jegens de stichting onrechtmatig gehandeld.
Schade
De stichting vordert vergoeding van de schade die zij geleden stelt te hebben omdat gedurende een bepaalde tijd de stichting voor nieuwe cursisten niet via de website bereikbaar was. Daardoor stelt zij cursusgelden te zijn misgelopen. De rechter moet de schade schatten op basis van de schattingen van de stichting. Met de enkele stelling dat het mislopen van cursusgelden van € 60,00 van 30 cursisten een gemiddelde is, heeft de stichting de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten gegeven om de omvang van deze schadepost te begroten. De rechtbank kan op basis van deze niet onderbouwde en betwiste stelling evenmin een schatting maken van de schadeomvang. Een dergelijke schatting dient in een ‘‘controleerbare en aanvaardbare gedachtegang’’ plaats te vinden. Deze vordering van de stichting wordt afgewezen.
Rechtbank Noord-Nederland, 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6503
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
- het gebruik van een handelsnaam kan worden afgeleid uit facturen, orderbonnen; een inschrijving in het handelsregister is geen vereiste.
- een rechter kan schade begroten maar moet daarvoor dan wel voldoende concrete aanknopingspunten krijgen om dat te doen.
Zie ook Software & ICT
De Stichting Hondensport Friesland krijgt ruzie met het bestuurslid dat de website heeft gemaakt en onderhoudt en de domeinnaam [op zijn naam] heeft geregistreerd.
De stichting vordert o.a. een schadevergoeding voor het mislopen van inkomsten van cursusgelden.
Omroep Brabant verwijst in diverse berichten op haar website naar een rapport van de reclassering en een psychologisch onderzoek dat zou hebben plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft echter nooit plaatsgevonden. Berichtgeving daarover wordt onrechtmatig geoordeeld.
De feiten
Omroep Brabant heeft op haar website en in uitzendingen bericht over een kandidaat gemeenteraadslid. Omroep Brabant stelt een blanco envelop te hebben ontvangen met informatie over een psychologisch onderzoek:
“Uit het onderzoek dat Omroep Brabant anoniem kreeg toegestuurd, blijkt ook dat [eiser] indertijd psychologisch onderzocht is. Volgens een psychologe is er bij [eiser] sprake van gebrekkige gewetensontwikkeling en vermoedt ze dat hij zich zou kunnen ontpoppen als een psychopaat. “Hij heeft trekken van een antisociale persoonlijkheid en heeft ook narcistische kenmerken.” De psychologe concludeert dat de kans op in herhaling vallen groot is en dat het daarom belangrijk is dat [eiser] zich laat behandelen.”
De voorzieningenrechter moet oordelen over de vraag of “Omroep Brabant had mogen publiceren over de delicten die door het kandidaat gemeenteraadslid in zijn jeugd zijn gepleegd en waarvoor hij door de strafrechter is veroordeeld alsmede over de vraag of Omroep Brabant had mogen publiceren over hetgeen stond vermeld in het rapport van de reclassering, zoals Omroep Brabant heeft gedaan op 25 januari 2014”.
De voorzieningenrechter moet antwoord geven op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van eer of goede naam- in dit geval zwaarder weegt. Daarbij moet de rechter de wederzijdse belangen afwegen. De voorzieningenrechter concludeert dat de publicatie van artikelen videofragmenten, audio fragmenten en televisie-items door Omroep Brabant over delicten die het kandidaat gemeenteraadslid heeft begaan toen hij nog minderjarig was, niet onrechtmatig is. Omdat het kandidaat gemeenteraadslid nu meerderjarig is mag hij worden aangesproken op door hem gepleegde delicten. Daarbij spelen een rol dat hij een politieke functie ambieert en hij toen hij meerderjarig was nogmaals in de fout is gegaan.
Echter, het psychologisch onderzoek waar Omroep Brabant over spreekt, heeft nooit plaatsgevonden. Dit had Omroep Brabant kunnen weten omdat in het rapport slechts sprake is van een “intake”. Door hetgeen in het rapport staat vermeld te publiceren als zijnde feiten, die naar aanleiding van een psychologisch onderzoek door een psychologe zijn vastgesteld terwijl het in feite louter vermoedens waren, handelt Omroep Brabant, gezien het voorgaande, onrechtmatig jegens het kandidaat gemeenteraadslid. Omroep Brabant had nog gesteld dat het kandidaat gemeenteraadslid die “feiten” had kunnen ontkrachten door zich daadwerkelijk psychologisch te laten onderzoeken, snijdt geen hout, aldus de voorzieningenrechter.
En dus wordt Omroep Brabant in het ongelijk gesteld. Naast een verbod om nogmaals naar het psychologisch onderzoek te verwijzen, moet Omroep Brabant binnen een week van haar website en de sociale media de berichten te verwijderen die refereren aan het rapport van de reclassering.
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
De vrijheid van meningsuiting [artikel 10 Europees Verdrag voor de rechten van de Mens] gaat, zeker voor media, ver.
Degene die een politieke functie ambiëren moeten meer dulden dan anderen.
Wanneer media zaken voorstelt als feiten terwijl zij weet of kan weten dat dit niet juist is, handelt zij onrechtmatig.
Omroep Brabant verwijst in diverse berichten op haar website naar een rapport van de reclassering en een psychologisch onderzoek dat zou hebben plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft echter nooit plaatsgevonden. Berichtgeving daarover wordt onrechtmatig geoordeeld.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => omroep-brabant-handelt-onrechtmatig-door-te-verwijzen-naar-een-psychologisch-onderzoek [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:33:37 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:33:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/17/omroep-brabant-handelt-onrechtmatig-door-te-verwijzen-naar-een-psychologisch-onderzoek/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 260 [max_num_pages] => 26 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 806f15663d12b11d0e6aa85e2a968c53 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )