Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 18
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 18
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 6
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1326
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 170, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 6882
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2014-02-03 00:00:00
                    [post_date_gmt] => 2014-02-03 00:00:00
                    [post_content] => 

Piet Hein Eek treedt op tegen namaak van meubels in zijn stijl. De rechter legt een verbod op ondanks dat aan de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaats gevonden.

De feiten
Een oud-medewerker van Piet Hein Eek biedt o.a. nagemaakte ontwerpen van Piet Hein Eek aan op zijn website. Piet Hein Eek vordert dat de oud-werknemer elk onrechtmatig handelen en elke inbreuk op het auteurs- en merkrecht zal staken en gestaakt zal houden.

Met name interessant is de overweging van de voorzieningenrechter ten aanzien van een ronde tafel die als zodanig niet in het oeuvre van Eek voorkomt (maar wel dezelfde stijl heeft).

De voorzieningenrechter overweegt : “Wat betreft de ronde variant van de "afvaltafel plaatmateriaal" geldt het volgende. De ronde vorm is, zoals gedaagde terecht heeft opgeworpen, niet in de ontwerpen van Eek terug te vinden. Duidelijk is echter wel dat het blad van de tafel van gedaagde en de bewerking daarvan geënt zijn op de stijl van Eek. De door Eek ontworpen tafel met een op tegels lijkend blad, gelakt in hoogglans, heeft een eigen, oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker. Deze eigenschappen van de tafel komen dus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Ook als een tafel met deze typische kenmerken in een andere vorm wordt gemaakt, dan nog behoudt deze het eigen oorspronkelijke karakter en het  persoonlijke stempel van de maker. Met de vervaardiging en verhandeling van de ronde variant van deze tafel maakt gedaagde dus eveneens inbreuk op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en Eek”.

De vorderingen van Eek worden in belangrijke mate toegewezen. Dat de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaatsgevonden [9 stuks] neemt niet weg dat Eek gebruik kan maken van de instrumentaria die de Auteurswet biedt. Dat aan de inbreuk een einde is gemaakt en dat een onthoudingsverklaring is getekend betekent niet Eek geen belang meer heeft in een veroordeling om op die manier zich ervan te verzekeren dat namaak in de toekomst niet meer plaats zal vinden.

De gevorderde volledige proceskostenveroordeling van € 7.465,= wordt gematigd tot € 4.000,=.
Vzr. Rechtbank Gelderland 17 januari 2014, KG ZA 13-663, IEPT20140117

Wat betekent dit voor de praktijk
Met een auteursrecht kan  ook worden opgetreden om toekomstige inbreuken te voorkomen. Ook wanneer wordt afgeweken van het origineel [ronde tafel in plaats van een rechthoekige tafel] kan toch sprake zijn van inbreuk Zie ook Fashion & Design

[post_title] => Stijl Piet Hein Eek beschermd [post_excerpt] =>

Piet Hein Eek treedt op tegen namaak van meubels in zijn stijl. De rechter legt een verbod op ondanks dat aan de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaats gevonden.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => stijl-piet-hein-eek-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:35:05 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:35:05 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/03/stijl-piet-hein-eek-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 7033 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-01-28 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-01-28 00:00:00 [post_content] =>

PlantLab stelt dat een voormalige samenwerkingspartner [Deliscious] inbreuk maakt op een octrooi van PlantLab. De rechter staat toe dat PlantLab door een deskundige een beschrijving laat maken van de techniek die door Deliscious in een klimaatcel wordt gebruikt. Het bewijsbeslag wordt niet opgeheven.

De feiten

Beide partijen houden zich bezig met het kweken van gewassen, onder meer sla. In dat kader vervaardigen en ontwikkelen beide inrichtingen daarvoor een inrichting [klimaatcel]. PlantLab heeft in 2010 een Nederlands octrooi gekregen voor “een systeem en werkwijze voor het telen van een gewas in een althans ten dele geconditioneerde omgeving”. Partijen hebben enige tijd samengewerkt.

Na het beëindigen van de samenwerking heeft Deliscious een eigen klimaatcel ontwikkeld en daarover gepubliceerd [Onder Glas, augustus 2011]. PlantLab stelt dat de klimaatcel van Deliscious onder de beschermingsomvang van het octrooi van PlantLab valt.

In juni 2013 heeft PlantLab verlof verkregen voor het leggen van bewijsbeslag en voor het maken van een gedetailleerde beschrijving van de klimaatcel van Deliscious. De rechter heeft daarbij bepaald dat PlantLab niet aanwezig mag zijn bij de beslaglegging en dat PlantLab geen informatie mag krijgen over de inhoud van het bewijsbeslag en de beschrijving. Later moet de rechter beoordelen of PlantLab inzage krijgt in de resultaten van het bewijsbeslag en de beschrijving.

Deliscious heeft in kort geding opheffing van dit bewijsbeslag gevorderd. Zij stelt dat er zodanige verschillen zijn tussen het octrooi van PlantLab en de klimaatcel van Deliscious dat er geen sprake is van inbreuk. Het voorlopig oordeel van de rechter is dat niet geoordeeld kan worden dat de klimaatcel van Deliscious geen inbreuk maakt op het octrooi van PlantLab. Deliscious stelt ook dat sprake is van een fishing expedition omdat door de ruime zoektermen in het verzoekschrift beslag is gelegd op vertrouwelijke informatie die niet relevant is voor de gestelde inbreuk.

De rechter heft het beslag niet op. PlantLab heeft belang bij het beslag. De inbeslaggenomen documenten en bestanden kunnen dienen om de stellingen van PlantLab te onderbouwen. Daarbij speelt een rol de vrees dat Deliscious het bewijs zou verduisteren door de klimaatcel te wijzigen en bestanden en documenten te vernietigen.

Deliscious wordt veroordeeld in de proceskosten van dit kort geding € 64.780,29.
Rechtbank Den Haag, 22 januari 2014

Wat betekent dit voor de praktijk:
Als houder van een intellectueel eigendomsrecht zoals een octrooi, kan het bewijsbeslag van waarde zijn om bewijs veilig te stellen.
In een kort geding zal een bewijsbeslag alleen worden opgeheven wanneer al na een summier onderzoek blijkt dat de gestelde inbreuk niet opgaat.
Het op deze wijze verzamelde bewijs kan in de bodemprocedure dienen tot bewijs van de stellingen. De rechter zal dan eerst inzage moeten toestaan in de inbeslaggenomen stukken. Daarbij zal de rechter ervoor waken dat er geen vertrouwelijke informatie bekend wordt gemaakt.

Zie ook AgriFood

[post_title] => PlantLab wint eerste slag inbreuk op octrooi [post_excerpt] =>

PlantLab stelt dat een voormalige samenwerkingspartner [Deliscious] inbreuk maakt op een octrooi van PlantLab. De rechter staat toe dat PlantLab door een deskundige een beschrijving laat maken van de techniek die door Deliscious in een klimaatcel wordt gebruikt. Het bewijsbeslag wordt niet opgeheven.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => plantlab-wint-eerste-slag-inbreuk-op-octrooi [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:35:17 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:35:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/01/28/plantlab-wint-eerste-slag-inbreuk-op-octrooi/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 7031 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-01-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-01-14 00:00:00 [post_content] =>

Is er sprake van een duurovereenkomst?
Tussen partijen bestond geen schriftelijke overeenkomst. De leverancier [DeNardi] stelt daarom dat sprake is van losse overeenkomsten van opdracht, de afnemer [Inet Retail] stelt dat sprake is van een duurovereenkomst.
De voorzieningenrechter neemt een duurovereenkomst aan en houdt daarbij rekening met de volgende omstandigheden:

  • Niet in geschil is dat partijen al langere tijd zaken met elkaar doen. De afnemer is voor de levering van de producten met de merken AGA en Falcon afhankelijk van de leverancier omdat de leverancier de exclusieve importeur van deze producten voor de Nederlandse markt is.
  • de afnemer heeft ter zitting onweersproken gesteld voor ongeveer 20% van haar omzet afhankelijk te zijn van deze merken. 
  • partijen hadden overleg over de in te zetten marketingtools en de gedragscode in de markt. Zo worden jaarlijks een aantal promotionele akties gehouden, die door de leverancier worden aangestuurd en waarbij de dealers zich aan de spelregels moeten houden. 
  • de leverancier duidt in brieven en in deze procedure Inet Retail ook aan als dealer hetgeen duidt op een bestendige relatie.

Opzegging relatie
De voorzieningenrechter stelt voorop dat aan de leverancier in beginsel de bevoegdheid toekomt, nu partijen hieromtrent geen andersluidende afspraken hebben gemaakt, de duurovereenkomst op te zeggen. De voorzieningenrechter verwijst naar het Auping / Beverslaap arrest waar de HR heeft overwogen dat de eisen van de redelijkheid en billijkheid mee kunnen brengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

De leverancier heeft de overeenkomst opgezegd omdat de afnemer zich niet zou houden aan de spelregels die gelden voor afnemers. Volgens de leverancier heeft de afnemer zonder enig overleg met haar met regelmaat eigen acties geïnitieerd, wat tot grote onrust heeft geleid onder de andere dealers. Zo mogen er geen acties worden geïnitieerd op AGA-fornuizen, terwijl de afnemer op haar website stunt met een waardecheque-actie op deze fornuizen. De afnemer volgt het prijsbeleid niet en is hiervoor meerdere keren door de leverancier gewaarschuwd.
De afnemer stelt dat zij onmiddellijk heeft voldaan aan het verzoek om de waardecheque-actie op de AGA-fornuizen stop te zetten. De leverancier heeft dit niet weersproken.
Evenmin is gesteld noch gebleken dat de afnemer zich met de BTW-actie in 2012 niet zou hebben gehouden aan de gedragscode.
Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat thans onvoldoende aannemelijk is geworden dat de afnemer zich keer op keer niet aan de gedragscode en de spelregels van de promotionele acties zou houden.

Opzegtermijn
De leverancier heeft bij brief van 5 februari 2013 de duurovereenkomst opgezegd. De voorzieningenrechter overweegt dat de leverancier noch een redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen, noch een redelijke vergoeding aan de afnemer heeft aangeboden. Daarom maken de redelijkheid en billijkheid in deze dat de overeenkomst door de leverancier niet op de deze wijze kon worden opgezegd. Met als gevolgd dat de overeenkomst tussen partijen niet is geëindigd.
De afnemer had gevorderd dat de leverancier de duurovereenkomst moest nakomen. Die vordering wijst de voorzieningenrechter toe. De voorzieningenrechter overweegt daarbij dat het voor zich spreekt dat de producten aan deze afnemer op basis van dezelfde voorwaarden moeten worden geleverd als waartegen aan de andere dealers de producten worden geleverd.

Voorschot op schadevergoeding
De afnemer had gesteld dat hij een schade had geleden van ruim € 120.000,=. Omdat in een kort geding procedure geen definitieve schadevergoeding kan worden toegewezen vordert de afnemer betaling van een voorschot op de schadevergoeding die in een bodemprocedure moet worden vastgesteld. De voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding slechts plaats is indien het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk is en daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl in de afweging van belangen van partijen mede betrokken dient te worden het risico van onmogelijkheid tot terugbetaling.
De voorzieningenrechter vindt dat onvoldoende aannemelijk is geworden waaruit de schade bestaat en wat de omvang daarvan is. Daarom wordt de vordering afgewezen.

De voorzieningenrechter veroordeelt de leverancier vervolgens tot nakoming van de duurovereenkomst tussen partijen, inhoudende dat de leverancier tegen de reguliere en marktconforme prijzen dient over te gaan tot levering binnen een redelijke en marktconforme termijn van de door de afnemer bestelde producten, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte van een dag aan de afnemer, indien de leverancier weigerachtig is te voldoen aan dit vonnis, zulks tot een maximum van € 100.000,00;

Rechtbank Overijssel, 19 december 2013
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • wanneer gedurende een langere periode regelmatig producten worden geleverd, dan wordt al snel een duurrelatie / duurovereenkomst aangenomen.
  • dit betekent voor een leverancier dat hij een voldoende zwaarwegende grond moet hebben voor het opzeggen van de duurovereenkomst.
  • in een [schriftelijke] overeenkomst kunnen partijen hier andere afspraken over maken, bijvoorbeeld dat de overeenkomst kan worden opgezegd zonder dat daarvoor een grond nodig is.
  • neem als leverancier in een opzeggingsbrief voldoende omstandigheden op die een zwaarwegende grond voor opzegging kunnen opleveren;
  • neem als leverancier in een opzeggingsbrief een voldoende redelijke opzegtermijn in acht of biedt een schadevergoeding aan. Helaas zijn er geen vaste regels om deze termijn / schadevergoeding te berekenen.
  • als afnemer kun je nakoming vorderen wanneer de leverancier zonder voldoende zwaarwegende grond, zonder voldoende schadevergoeding aan te bieden en/of zonder voldoende opzegtermijn in acht te nemen de duurovereenkomst opzegt.
Zie ook Retail

[post_title] => Geen voldoende grond voor opzegging van een duurrelatie betekent dat de leverancier moet blijven leveren [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-voldoende-grond-voor-opzegging-van-een-duurrelatie-betekent-dat-de-leverancier-moet-blijven-leveren [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:42:52 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:42:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/01/14/geen-voldoende-grond-voor-opzegging-van-een-duurrelatie-betekent-dat-de-leverancier-moet-blijven-leveren/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7032 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-01-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-01-14 00:00:00 [post_content] =>

Eind jaren ’80 had Super de Boer een promotionele actie waarbij klanten konden sparen voor een ‘sjopspel’. Later werd door de rechter vastgesteld dat Super de Boer met dit Sjopspel inbreuk maakte op het auteursrecht van een derde. De rechter bepaalde dat Super de Boer een vergoeding aan die derde moest betalen; het meerdere van de genoten winst en de geleden schade. Daar is lang over geprocedeerd en deskundigen hebben er naar moeten kijken.

Het gerechtshof Amsterdam heeft uiteindelijk vastgesteld dat de genoten winst hoger was dan de geleden schade en dus dat de genoten winst [vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 april 1997] moet worden betaald.

Eerder was vastgesteld dat de schade van de auteursrechthebbende € 28.508,92 bedroeg. Door Super de Boer waren 45.100 Sjopspellen verkocht. Het hof stelt nu vast dat daarmee een winst is behaald van € 86.840,-.

De deskundigen die op verzoek van het hof er naar hebben gekeken merken in hun rapport op:

1. Ten aanzien van de extra omzet:

  • De extra omzet is substantieel. Onder de aannames van de deskundigen is de extra omzet van de spaaractie waar het in deze om gaat, € 1.825.673,-.
  • Het aantal verkochte promotieartikelen heeft invloed op de extra omzet. Echter, zelfs indien promotieartikelen overblijven kan de extra omzet substantieel zijn. Er kan dus niet simpelweg worden geconcludeerd dat omdat er promotieartikelen zijn overgebleven er geen extra omzet is gegenereerd.
  • Het aantal aangetrokken secundaire klanten (d.w.z. klanten die normaal gesproken bij een andere supermarkt hun inkopen doen) heeft een positief effect op de extra omzet. Echter, indien er niet veel media-aandacht is geweest voor de promotionele actie, hebben zij de conservatieve schatting gemaakt dat met grote waarschijnlijkheid slechts 1 op de 200 deelnemers aan de promotionele actie secundaire klant was die zijn/haar boodschappen volledig bij de betreffende supermarkt deed gedurende de weken van de actie.
  • Of promotieartikelen direct zijn verkocht, of via de zegelactie maakt niet veel uit voor de extra omzet (zo’n 2,8% minder omzet bij 4% meer directe verkoop).
  • De gemiddelde wekelijkse bestedingen in een supermarkt hebben een bescheiden invloed op de omzet (zo’n 2,7%).

2. Ten aanzien van de extra winst:

  • de extra winst zal altijd beduidend lager zijn dan de extra omzet.
  • Onder de aannames van de deskundigen is de extra winst van een spaaractie op basis van het ten processe bedoelde type producten (spellen) gelijk aan € 161.954,-.
  • Of promotieartikelen direct zijn verkocht, of via de zegelactie maakt voor de winstberekeningen wat meer uit dan voor de omzet. Een 4% toename in het aantal direct verkochte promotieartikelen levert bijvoorbeeld 4,5% meer winst op (bij gelijkblijvende overige aannames). Toch is het onwaarschijnlijk dat er veel promotieartikelen direct werden verkocht, omdat het doel van een spaaractie is om mensen juist via zegels een promotieartikel te laten bemachtigen in plaats van dat ze het direct kopen.
  • De gemiddelde wekelijkse bestedingen in een supermarkt hebben een behoorlijke invloed op de winst (zo’n 8% toename van de winst bij gemiddelde wekelijkse bestedingen van f 140 in plaats van
    f 120).

Gerechtshof Amsterdam, 23 juli 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2243
Zie uitspraak

Zie ook Retail

[post_title] => Schadevergoeding auteursrechtinbreuk door verkoop 'Sjopspel' [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => schadevergoeding-auteursrechtinbreuk-door-verkoop-sjopspel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:37:09 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:37:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/01/14/schadevergoeding-auteursrechtinbreuk-door-verkoop-sjopspel/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7030 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-12-31 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-12-31 00:00:00 [post_content] =>

Bij een internationale vervoersovereenkomst gelden de Nederlandse regels over stuiting en schorsing van de verjaring niet. En dus geldt de (korte) verjaringstermijn van 1 jaar voor het afwikkelen van schadevorderingen

Feiten
Hazeleger Transport BV heeft in opdracht van Brinky Bouw en Ontwikkeling BV in december 2005 140.000 [eendagskuikens] vervoerd van Denemarken naar Rusland. De vervoersovereenkomst wordt beheerst door het CMR-verdrag. Bij aankomst in Rusland bleken 110.000 kuikens te zijn overleden doordat de laadruimte niet voldoende was verwarmd.

Het verweer van Hazeleger Transport
Hazeleger heeft zich primair verweerd met een beroep op verjaring. Volgens Hazeleger geldt op grond van art. 32 lid 1 CMR een verjaringstermijn van één jaar, welke termijn moet worden gerekend vanaf de aflevering op 29 december 2005. Door Brinky’s aansprakelijkstelling van 2 januari 2006 is de verjaring op de voet van art. 32 lid 2 CMR geschorst. Nadat Hazeleger op 30 juni 2006 iedere aansprakelijkheid heeft afgewezen, is de schorsing van de verjaring krachtens art. 32 lid 2 CMR opgeheven. De resterende verjaringstermijn van 362 dagen was al verstreken op het moment dat Brinky Hazeleger heeft gedagvaard, aldus Hazeleger.

Brinky stelt daarop dat op grond van art. 32 lid 3 CMR de stuiting wordt bepaald door de wet van het land waar de zaak dient. Naar Nederlands recht wordt de verjaring gestuit door schriftelijke stukken waaruit blijkt dat aanspraak wordt gemaakt op schadevergoeding [art. 3:317 lid 1 BW]. Brinky heeft betoogd dat zij met haar brieven van 29 augustus 2006 en 16 april 2007, waarin zij ondubbelzinnig haar aanspraak op schadevergoeding heeft herhaald, de verjaringstermijn steeds opnieuw heeft gestuit.

Artikel 32 lid 2 CMR Verdrag bepaalt
‘Een schriftelijke vordering schorst de verjaring tot aan de dag, waarop de vervoerder de vordering schriftelijk afwijst en de daarbij gevoegde stukken terugzendt. [...] Verdere, op hetzelfde onderwerp betrekking hebbende vorderingen schorsen de verjaring niet.’

De Hoge Raad overweegt dat de verdragsrechtelijke regeling van het tweede lid, dat bepaalt dat na de opheffing van de schorsing door de vervoerder verdere, op hetzelfde onderwerp betrekking hebbende vorderingen de verjaring niet schorsen. Een schorsings- of stuitingshandeling naar nationaal recht kan daar geen inbreuk maken.

Dit betekent dat de brieven van Brinky, waarin de aanspraak op schadevergoeding is herhaald, de verjaring niet hebben gestuit.
HR, 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2043, zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • op internationale vervoersovereenkomsten is het CMR-verdrag van toepassing.
  • dit verdrag regelt een [korte] verjaringstermijn van één jaar voor vorderingen tot schadevergoeding.
  • de Nederlandse regels om de verjaring te stuiten zijn daar niet op van toepassing.
  • en dus moet er voortvarend worden gehandeld.
[post_title] => Korte verjaringstermijn voor internationale vervoersovereenkomsten [post_excerpt] =>

Bij een internationale vervoersovereenkomst gelden de Nederlandse regels over stuiting en schorsing van de verjaring niet. En dus geldt de (korte) verjaringstermijn van 1 jaar voor het afwikkelen van schadevorderingen

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => korte-verjaringstermijn-voor-internationale-vervoersovereenkomsten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:41:34 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:41:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/12/31/korte-verjaringstermijn-voor-internationale-vervoersovereenkomsten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7027 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-12-09 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-12-09 00:00:00 [post_content] =>

De rechtbank oordeelt dat het ontwerp van de President rijstzak auteursrechtelijk is beschermd. Ondanks dat bij het ontwerpen van een dergelijke zak enige technische uitgangspunten in het geding zijn [zoals de afsluitbaarheid] vallen ten aanzien van het uiterlijk in voldoende mate creatieve keuzes te maken. De rechter vindt dat dit hier ook is gebeurd; bij de specifieke vormgeving van het kader, de rijstafbeelding en de letters zijn duidelijk creatieve keuzes gemaakt, die met behoud van de functionaliteit ook anders hadden kunnen worden gemaakt.

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld [artikel 1 Auteurswet].
Ook wanneer de vorm van het product het resultaat is van een binnen zekere [technische] uitgangspunten beperkte keuze, kan sprake zijn van een werk dat een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.

Uit de President- rijstzakken blijkt in voldoende mate van persoonlijke, creatieve keuzes van de maker. Uit de andere getoonde zakken blijkt voorts, dat die keuzes, met behoud van de functionaliteit en de stijl, anders gemaakt kunnen worden. De rechter overweegt dat louter technisch bepaalde aspecten, zoals de maat van de zak, het handvat en de rits etc., buiten beschouwing moeten blijven.

De rechter overweegt verder dat onvoldoende duidelijk is bij wie het auteursrecht berust. De ontwerper van de zak is een bedrijf in India. Er is geen akte waaruit een rechtsgeldige overdracht van het auteursrecht blijkt. Het blijkt ook niet uit de distributieovereenkomst die in het geding is gebracht.

Rechtbank Rotterdam, 10 juni 2013 [KMI v Asian-Food]
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Wanneer de maker van verpakkingsmaterialen creatieve keuzes maakt dan ontstaat auteursrecht op de vormgeving.
  • Louter technisch bepaalde aspecten blijven buiten beschouwing bij de vraag of auteursrecht is ontstaan.
  • Voor de overdracht van auteursrecht gelden formele vereisten: er moet een akte [schriftelijk stuk] zijn waarin de maker het auteursrecht op het werk overdraagt aan de verkrijger.

Zie ook AgriFood

[post_title] => Vormgeving President rijstzak auteursrechtelijk beschermd [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vormgeving-president-rijstzak-auteursrechtelijk-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:42:12 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:42:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/12/09/vormgeving-president-rijstzak-auteursrechtelijk-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 7022 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-11-04 00:00:00 [post_content] =>

De afgelopen periode zijn verschillende uitspraken gedaan over de bescherming van formats voor tv programma’s. Deze uitspraken spelen een rol bij vragen over de bescherming van ideeën en concepten. Uit deze uitspraken blijken de eisen waar een idee / concept / format aan moet voldoen om auteursrechtelijk te worden beschermd.

Jumbo / Ravenburger
Jumbo heeft een spelformat ontwikkeld en stelt dat dit auteursrechtelijke is beschermd: de WASGIJ-puzzel. Een WASGIJ-puzzel is een legpuzzel waarbij de afbeelding die gelegd moet worden niet identiek is aan de afbeelding die staat afgebeeld op de doos, maar daar wel een relatie mee heeft. Jumbo stelt dat Ravensburger met haar “What if” puzzels inbreuk maakt op het auteursrecht van Jumbo.

Jumbo stelt dat het spelformat zich kenmerkt door elementen als:

  • spelmaterialen in de vorm van twee tweedimensionale grafische voorstellingen, één op de legpuzzel en een op de doos waarin de legpuzzel is verpakt;
  • een complete afbeelding van de beeltenis op de legpuzzel behoort niet tot de spelmaterialen;
  • de afbeeldingen op de doos en de legpuzzel staan in logische relatie met elkaar.

De voorzieningen rechter oordeelt dat er geen sprake is van auteursrecht. Het door Jumbo geclaimde spelformat is te abstract omdat de meeste elementen daarvan een aspect zijn van één en hetzelfde abstracte spelidee, te weten: een legpuzzel waarbij de puzzelaar niet weet wat er op de legpuzzel is afbeeld, maar alleen een hint krijgt via een gerelateerde afbeelding op de doos.
De voorzieningenrechter verwijst ook naar Duitse en Engelse rechtspraak, waarin auteursrechtelijke bescherming van formats wordt afgewezen. In Nederland is auteursrechtelijke bescherming al eerder aangenomen [zie het Una Voce Particolare-arrest van de HR].

Voorzieningenrechter Rechtbank Den Haag, 21 oktober 2013, Jumbo / Ravensburger
Zie uitspraak

Hollandse Meesters
In deze zaak ging het om een geschil tussen de producent en (mede)ontwikkelaars van een reeks van gefilmde portretten van gerenommeerde Nederlandse beeldende kunstenaars in de 21e eeuw. De (mede)ontwikkelaars stellen dat het format auteursrechtelijk is beschermd. Een derde zou nimmer een identiek uitgewerkt project bedenken en tot stand brengen. De producent betwist dat auteursrecht is ontstaan. Het format zou onvoldoende origineel en geconcretiseerd zijn. De afleveringen worden door verschillende regisseurs naar eigen inzichten en opvattingen vervaardigd, zodat de afleveringen onderling verschillen vertonen in (onder meer) stijl, opbouw, tempo, sfeer, decor en situering. Het zijn op zichzelf staande filmwerken die niet in samenhang bekeken hoeven te worden.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de serie Hollandse Meesters geen auteursrechtelijk beschermd format heeft. Een idee moet voldoende zijn geconcretiseerd en vormgegeven om als format te kunnen worden beschermd. Door eisers is onvoldoende onderbouwd welke originele, concrete elementen en vormaspecten er volgens haar toe leiden dat Hollandse Meesters een auteursrechtelijk beschermd format heeft.

Rechtbank Amsterdam, 31 juli 2013, Hollandse Meesters
Zie uitspraak

De geheimen van een goed huwelijk
TV-producent/distributeur Red Arrow heeft met SBS en RTL onderhandeld over verkoop van een TV-format, dat in Denemarken onlangs met groot succes is uitgezonden. Kort nadat het format aan RTL is verkocht brengt SBS een persbericht naar buiten waarin zij aankondigt een programma met soortgelijke elementen te zullen gaan uitzenden als in het format waarover is onderhandeld. Zij heeft dat programma gekocht van Talpa. Red Arrow eist een verbod voor SBS en Talpa om het programma te produceren/distribueren/uit te zenden.
Red Arrow baseert haar vordering op onrechtmatige daad en niet op auteursrecht. De voorzieningenrechter moet allereerst vaststellen of er sprake is van een te beschermen format. De kernelementen waarop Red Arrow zich beroept, en die in beide formats terugkomen, zijn de volgende:

  • partnerkeuze door wetenschappers en experts,
  • trouwen met de geselecteerde partner bij de eerste ontmoeting,
  • het volgen van de koppels en het wel of niet doorzetten van de relatie.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze drie elementen reeds in verschillende vormen in nationale en internationale formats/TV-programma’s voorkomen.
De drie genoemde elementen zijn dan ook onvoldoende onderscheidend/uniek ten opzichte van reeds bestaande formats/thema’s/ideeën om daaraan rechtstreeks rechten te kunnen ontlenen.

Rechtbank Amsterdam, 31 oktober 2013, (Married at First Sight) ECLI:NL:RBAMS:2013:7183
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • wil sprake zijn van een auteursrechtelijk beschermd format / idee / concept dat de beschrijven van de kenmerkende details concreet en niet abstract zijn;
  • voor een tv-format wordt een Format Bible gemaakt. Beschrijf het format daarin zo concreet mogelijk: hoe wordt het programma gemaakt, welk soort kandidaten zullen worden gezocht, welk type sponsors zullen worden benaderd, waar staan de camera’s opgesteld, uit welke verschillende scènes het programma wordt opgebouwd et cetera;
  • om discussies over wie als eerste een format / idee / concept heeft bedacht, deponeer het als een i-depot bij het BBIE. Wij verzorgen i-depots waarbij wij adviseren over de beschrijving van het format / idee / concept;
  • voordat je als bedenker met anderen gaat praten moet je zorgen dat of het format/ idee / concept is geregistreerd of dat de ander een geheimhoudingsverklaring heeft ondertekend. Wij stellen geheimhoudingsverklaringen [NDA’s] voor je op.

< Zie ook Fashion & Design

[post_title] => Wanneer wordt een idee / concept / format auteursrechtelijk beschermd? [post_excerpt] =>

De afgelopen periode zijn verschillende uitspraken gedaan over de bescherming van formats voor tv programma’s. Deze uitspraken spelen een rol bij vragen over de bescherming van ideeën en concepten. Uit deze uitspraken blijken de eisen waar een idee / concept / format aan moet voldoen om auteursrechtelijk te worden beschermd.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-wordt-een-idee-concept-format-auteursrechtelijk-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 08:55:25 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 08:55:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/11/04/wanneer-wordt-een-idee-concept-format-auteursrechtelijk-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7023 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-11-04 00:00:00 [post_content] =>

De Stichting Hondensport Friesland krijgt ruzie met het bestuurslid dat de website heeft gemaakt en onderhoudt en de domeinnaam [op zijn naam] heeft geregistreerd.
De stichting vordert o.a. een schadevergoeding voor het mislopen van inkomsten van cursusgelden.

Registratie domeinnaam onrechtmatig
De stichting stelt dat zij het bestuurslid opdracht had gegeven op haar naam een domeinnaam te registreren en een website te maken. Er zou dus sprake zijn van een overeenkomst van opdracht. Het bestuurslid betwist dit en stelt dat hij de domeinnaam al voor eigen gebruik had geregistreerd voordat hij de opdracht kreeg.
De rechtbank oordeelt dat de stichting niet heeft kunnen aantonen dat zij het bestuurslid opdracht heeft gegeven om op naam van de stichting een of deze domeinnaam te registeren.

Maar de rechtbank overweegt ook dat uit de door de stichting overgelegde stukken [een orderbon, facturen] ouder dan de registratie van de domeinnaam, blijkt dat de stichting werd omschreven als de 'Stichting Hondensport Friesland'. Dit betekent dat het bestuurslid de handelsnaam van de stichting als domeinnaam op eigen naam en voor eigen gebruik heeft laten registreren en dat hij zich daarvan bewust moet zijn geweest. Na zijn vertrek bij de stichting heeft het bestuurslid de domeinnaam hondensportfriesland.nl verbonden met zijn eigen website Only4Dogs die als webshop een bedrijfsmatig karakter heeft. Het bestuurslid heeft daarmee naar het oordeel van de rechtbank jegens de stichting onrechtmatig gehandeld.

Schade
De stichting vordert vergoeding van de schade die zij geleden stelt te hebben omdat gedurende een bepaalde tijd de stichting voor nieuwe cursisten niet via de website bereikbaar was. Daardoor stelt zij cursusgelden te zijn misgelopen. De rechter moet de schade schatten op basis van de schattingen van de stichting. Met de enkele stelling dat het mislopen van cursusgelden van € 60,00 van 30 cursisten een gemiddelde is, heeft de stichting de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten gegeven om de omvang van deze schadepost te begroten. De rechtbank kan op basis van deze niet onderbouwde en betwiste stelling evenmin een schatting maken van de schadeomvang. Een dergelijke schatting dient in een ‘‘controleerbare en aanvaardbare gedachtegang’’ plaats te vinden. Deze vordering van de stichting wordt afgewezen.
Rechtbank Noord-Nederland, 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6503
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • het gebruik van een handelsnaam kan worden afgeleid uit facturen, orderbonnen; een inschrijving in het handelsregister is geen vereiste.
  • een rechter kan schade begroten maar moet daarvoor dan wel voldoende concrete aanknopingspunten krijgen om dat te doen.

Zie ook Software & ICT
 

[post_title] => Domeinnaam onrechtmatig geregistreerd [post_excerpt] =>

De Stichting Hondensport Friesland krijgt ruzie met het bestuurslid dat de website heeft gemaakt en onderhoudt en de domeinnaam [op zijn naam] heeft geregistreerd.
De stichting vordert o.a. een schadevergoeding voor het mislopen van inkomsten van cursusgelden.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => domeinnaam-onrechtmatig-geregistreerd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 08:55:12 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 08:55:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/11/04/domeinnaam-onrechtmatig-geregistreerd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7024 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-11-04 00:00:00 [post_content] =>

De Hoge Raad oordeelt dat een concurrentiebeding, dat als gevolg heeft dat een perceeleigenaar geen tankstation mag oprichten of geen motorbrandstof mag afnemen van een andere partij dan de Texaco verkoper op Texel, in strijd is met het kartelverbod uit de Mededingingswet.

De feiten:
In een akte voor de overdracht van grond op Texel was de bepaling opgenomen:

  • dat het de koper of diens rechtsopvolgers verboden is om in het door hem aangekochte onroerend goed, in enigerlei vorm een verkooppunt van autobrandstoffen te vestigen, of te doen vestigen, hetzij direct, als ook financieel in welke vorm ook bij een dergelijk bedrijf belang te hebben;
  • op verbeurte van een boete.

Het is de koper wel toegestaan de onroerende zaak te gebruiken als verkooppunt van motorbrandstoffen, mits de toelevering van dergelijke brandstoffen geschiedt via BV A te Texel.

Op Texel zijn 7 tankstations gevestigd, waarvan er 5 eigendom zijn van BV A althans de motorbrandstoffen van BV A [Texaco] afnemen. Het marktaandeel van deze vijf tankstations in de Texelse markt ligt rond de 63%.

De eigenaar van de onroerende zaak heeft aan BV A aangegeven dat hij op het perceel motorbrandstoffen wil gaan verkopen en heeft verzocht om hem te ontheffen van de (eventuele) uit het beding voortvloeiende verplichtingen. BV A heeft aangegeven de eigenaar te houden aan het concurrentiebeding.
Daarop vordert de eigenaar dat de rechter het concurrentiebeding vernietigt als zijnde in strijd met het kartelverbod van artikel 6 Mededingingswet. Daarnaast zou sprake zijn van misbruik van een economische machtspositie zoals bedoeld in artikel 24 Mededingingswet.
De rechtbank wijst de vorderingen van de eigenaar af. Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verklaart voor recht dat het concurrentiebeding nietig is wegens strijd met art. 6 lid 1 Mededingingswet.

Bij de Hoge Raad wordt geklaagd over het arrest van het hof.
Zo stelt BV A dat het hof ten onrechte overweegt dat het concurrentiebeding in de gegeven omstandigheden daadwerkelijk het (merkbaar) effect heeft dat de mededinging wordt beperkt .
De HR is het daar niet mee eens.
De overweging van het hof is begrijpelijk, in aanmerking genomen enerzijds dat de mogelijkheid ontbreekt om elders op Texel een concurrerend tankstation te exploiteren, en anderzijds dat het beding naar zijn aard de eigenaar bij gebruik van de onderhavige percelen elke mogelijkheid ontneemt om bij andere leveranciers van motorbrandstoffen betere condities te bedingen dan BVA aanbiedt, hetgeen haar kan belemmeren in haar concurrentiepositie op de Texelse markt voor de detailhandel in motorbrandstoffen.

BV A klaagt er verder over dat het hof ten onrechte althans onbegrijpelijk Texel heeft aangemerkt als de relevante (geografische) markt.
De HR is het daar niet mee eens.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overeenkomst met een mededingingsbeperkende strekking, moet onder meer acht worden geslagen op het functioneren en de structuur van de betrokken markt of markten. Onder de relevante (geografische) markt moet worden verstaan het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen en diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daarin duidelijk andere concurrentievoorwaarden heersen (HR 18 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9439, NJ 2010/140).

De HR is het eens met het oordeel van het hof dat Texel als aparte (geografische) markt moet worden beschouwd, waarbij het klaarblijkelijk het oog had op de markt voor de detailhandel in motorbrandstoffen. Het hof overweegt dat het niet voor de hand ligt dat op het eiland verblijvende automobilisten (louter) voor het tanken de reis naar het vasteland ondernemen, gelet alleen al op de daarmee gepaard gaande kosten en/of gemoeide tijd. Het hof geeft daarmee aan dat op het eiland andere concurrentievoorwaarden heersen dan op het vasteland.
Het hof is voor de bepaling van de geografische markt niet alleen uitgegaan van de inwoners van Texel, maar van alle op het eiland verblijvende automobilisten, onder wie ook toeristen. Texel heeft circa 14.000 inwoners, 47.000 toeristische slaapplaatsen, 4 miljoen toeristische overnachtingen en 750.000 dagjesmensen per jaar, aldus BV A . BV A had gesteld dat “veel Texelaren dagelijks (en/of wekelijks) naar het vaste land forensen”, De HR overweegt dat dit niets afdoet aan het oordeel van het hof dat het voor veel (andere) op het eiland verblijvende automobilisten niet rendabel is om de overtocht naar het vasteland te maken louter om te tanken.
HR, 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA374
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Voordat het marktaandeel berekend kan worden moet allereerst de relevant geografische markt bepaald worden. Ga bij het bepalen van die markt uit van de klant: wat vindt de klant het gebied waarbinnen hij het betreffende product / dienst koopt.
  • Wanneer een partij een marktaandeel van meer dan 50% heeft dan is het interessant om te kijken of deze een economische machtspositie heeft. Zo ja, dan de mededingingswet meebrengen dat deze partij een leveringsverplichting heeft of dat een concurrentiebeding met deze partij nietig is.
  • Wat voor een verkoper met een dominante marktpositie geldt, geldt ook voor een inkoper met een dominante marktpositie. Ook deze kan in zijn concurrentiemogelijkheden beperkt worden door de mededingingswet.
[post_title] => Concurrentiebeding in akte overdracht tankstation in strijd met mededingingsrecht [post_excerpt] =>

De Hoge Raad oordeelt dat een concurrentiebeding, dat als gevolg heeft dat een perceeleigenaar geen tankstation mag oprichten of geen motorbrandstof mag afnemen van een andere partij dan de Texaco verkoper op Texel, in strijd is met het kartelverbod uit de Mededingingswet.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => concurrentiebeding-in-akte-overdracht-tankstation-in-strijd-met-mededingingsrecht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 08:55:00 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 08:55:00 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/11/04/concurrentiebeding-in-akte-overdracht-tankstation-in-strijd-met-mededingingsrecht/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7021 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-10-29 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-10-29 00:00:00 [post_content] =>

Inter Access zou voor Tyco een ERP-systeem ontwikkelen en hosting, onderhoud en support met betrekking tot dat systeem leveren. Het was de bedoeling dat de feitelijke ingebruikname plaats zou vinden op 1 oktober 2007. Op 1 oktober 2007 was het systeem niet gebruiksklaar. Bij brief van 11 oktober 2007 schrijft Tyco dat Inter Access haar verplichtingen niet is nagekomen. Tyco stelt dat de “Go Live” datum van 1 oktober 2007 als een fatale termijn geldt. Inter Access betwist dit en stelt dat zij nog niet in verzuim verkeert omdat zij niet in gebreke is gesteld. Zij vordert betaling van facturen en een schadevergoeding omdat zij door Tyco niet in staat is gesteld om verder na te komen. 

Inter Access verwijst naar een bijlage bij de overeenkomst waar staat “Start date Operatione phase II: Expected 2nd half 2007”. Tyco heeft niet gesteld dat een exacte datum als fatale datum is afgesproken. Een “Go Live” datum is niet noodzakelijkerwijs een “fatale datum”.

Tyco stelt dat partijen gedurende de looptijd van de overeenkomst alsnog een fatale termijn zijn overeengekomen. Partijen zouden de streefdatum van 1 oktober 2007 gaandeweg als fatale termijn hebben aangemerkt. De opmerking in e-mails dat een “Go Live” “has been scheduled for” 1 oktober 2007 is te vaag om overeenstemming ten aanzien van een fatale datum aan te nemen. Het zelfde geldt voor het stelselmatig herhalen van 1 oktober 2007 als datum voor de “Go Live”. Van belang is dat uit niets blijkt dat partijen aan de datum van 1 oktober 2007 de betekenis van een fatale datum hebben gegeven.

Tyco stelt verder dat de “Go Live” datum op grond van gewoontes in de ICT-wereld moet worden gezien als een fatale datum. Tyco legt een deskundigenrapport over waarin in deze zin zou zijn geconcludeerd. Het gerechtshof overweegt dat daarmee niet zonder meer is gezegd dat sprake is van een fatale termijn.

Tyco stelt verder dat Inter Access in verzuim zou zijn op grond van de “aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid”. Dit gelet op het slechte presteren van Inter Access gedurende het gehele proces. Het hof volgt Tyco niet en overweegt dat Tyco niet heeft aangegeven waarom uit de door haar gestelde tekortkomingen voortvloeit dat van haar niet gevergd kon worden Inter Access in gebreke te stellen en haar daarbij een redelijke termijn te gunnen om alsnog na te komen.

De vorderingen van Inter Acces
Tyco betwist [voor het eerst] facturen uit 2007. Dit strandt omdat er niet binnen bekwame tijd na ontvangst van de facturen is geprotesteerd.

Inter Acces vordert betaling van de termijnbetalingen tot einde van de duur van de overeenkomst. Het hof wijst deze vordering toe omdat Tyco de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met mogelijke besparingen aan de zijde van Inter Access.

Gerechtshof Amsterdam, 9 juli 2013, Tycobuilding Services Products / Inter Access
Zie uitspraak

Wat betekent dit voor de praktijk?

  • wanneer een partij een contractuele verplichting niet nakomt, dan kunnen daar pas consequenties aan verbonden worden nadat die partij te kennen is gegeven dat zij een verplichting niet is nagekomen, dat ze binnen een redelijke termijn deze verplichting alsnog moeten nakomen en dat wanneer ze dat wederom niet doet ze aansprakelijk is voor schade, de overeenkomst ontbonden wordt, etc. Dit is een ingebrekestelling. Pas na een ingebrekestelling kan een partij in verzuim zijn.
  • een uitzondering hierop is de situatie wanneer een termijn is aangemerkt als een “fatale termijn”. In dat geval is geen ingebrekestelling nodig wanneer een partij niet tijdig een verplichting nakomt.
  • uit deze uitspraak blijkt dat niet te snel moet worden aangenomen dat een termijn een fatale termijn is. Dit moet zonneklaar vastliggen.
  • wanneer discussie mogelijk is over de vraag of een termijn een “fatale termijn” is dan is het raadzaam zekerheidshalve [“voor zover vereist] toch een ingebrekestelling te sturen.
  • formuleer een ingebrekestelling zorgvuldig. Rechters oordelen regelmatig dat een ingebrekestelling niet aan de vereisten voldoet waardoor de afnemer zijn verplichtingen alsnog moet nakomen.

Zie ook pagina Software & ICT

 

[post_title] => Wanneer is sprake van een fatale termijn voor de levering van een ERP systeem? [post_excerpt] =>

Inter Access zou voor Tyco een ERP-systeem ontwikkelen en hosting, onderhoud en support met betrekking tot dat systeem leveren. Het was de bedoeling dat de feitelijke ingebruikname plaats zou vinden op 1 oktober 2007. Op 1 oktober 2007 was het systeem niet gebruiksklaar. Bij brief van 11 oktober 2007 schrijft Tyco dat Inter Access haar verplichtingen niet is nagekomen. Tyco stelt dat de “Go Live” datum van 1 oktober 2007 als een fatale termijn geldt. Inter Access betwist dit en stelt dat zij nog niet in verzuim verkeert omdat zij niet in gebreke is gesteld. Zij vordert betaling van facturen en een schadevergoeding omdat zij door Tyco niet in staat is gesteld om verder na te komen. 

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-is-sprake-van-een-fatale-termijn-voor-de-levering-van-een-erp-systeem [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 08:59:46 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 08:59:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/10/29/wanneer-is-sprake-van-een-fatale-termijn-voor-de-levering-van-een-erp-systeem/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 6882 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-02-03 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-02-03 00:00:00 [post_content] =>

Piet Hein Eek treedt op tegen namaak van meubels in zijn stijl. De rechter legt een verbod op ondanks dat aan de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaats gevonden.

De feiten
Een oud-medewerker van Piet Hein Eek biedt o.a. nagemaakte ontwerpen van Piet Hein Eek aan op zijn website. Piet Hein Eek vordert dat de oud-werknemer elk onrechtmatig handelen en elke inbreuk op het auteurs- en merkrecht zal staken en gestaakt zal houden.

Met name interessant is de overweging van de voorzieningenrechter ten aanzien van een ronde tafel die als zodanig niet in het oeuvre van Eek voorkomt (maar wel dezelfde stijl heeft).

De voorzieningenrechter overweegt : “Wat betreft de ronde variant van de "afvaltafel plaatmateriaal" geldt het volgende. De ronde vorm is, zoals gedaagde terecht heeft opgeworpen, niet in de ontwerpen van Eek terug te vinden. Duidelijk is echter wel dat het blad van de tafel van gedaagde en de bewerking daarvan geënt zijn op de stijl van Eek. De door Eek ontworpen tafel met een op tegels lijkend blad, gelakt in hoogglans, heeft een eigen, oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker. Deze eigenschappen van de tafel komen dus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Ook als een tafel met deze typische kenmerken in een andere vorm wordt gemaakt, dan nog behoudt deze het eigen oorspronkelijke karakter en het  persoonlijke stempel van de maker. Met de vervaardiging en verhandeling van de ronde variant van deze tafel maakt gedaagde dus eveneens inbreuk op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en Eek”.

De vorderingen van Eek worden in belangrijke mate toegewezen. Dat de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaatsgevonden [9 stuks] neemt niet weg dat Eek gebruik kan maken van de instrumentaria die de Auteurswet biedt. Dat aan de inbreuk een einde is gemaakt en dat een onthoudingsverklaring is getekend betekent niet Eek geen belang meer heeft in een veroordeling om op die manier zich ervan te verzekeren dat namaak in de toekomst niet meer plaats zal vinden.

De gevorderde volledige proceskostenveroordeling van € 7.465,= wordt gematigd tot € 4.000,=.
Vzr. Rechtbank Gelderland 17 januari 2014, KG ZA 13-663, IEPT20140117

Wat betekent dit voor de praktijk
Met een auteursrecht kan  ook worden opgetreden om toekomstige inbreuken te voorkomen. Ook wanneer wordt afgeweken van het origineel [ronde tafel in plaats van een rechthoekige tafel] kan toch sprake zijn van inbreuk Zie ook Fashion & Design

[post_title] => Stijl Piet Hein Eek beschermd [post_excerpt] =>

Piet Hein Eek treedt op tegen namaak van meubels in zijn stijl. De rechter legt een verbod op ondanks dat aan de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaats gevonden.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => stijl-piet-hein-eek-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:35:05 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:35:05 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/03/stijl-piet-hein-eek-beschermd/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 218 [max_num_pages] => 22 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => b30df0a6fa86f0f67045759cc5eea5b7 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Piet Hein Eek treedt op tegen namaak van meubels in zijn stijl. De rechter legt een verbod op ondanks dat aan de inbreuk slechts op beperkte schaal heeft plaats gevonden.
Lees meer
PlantLab stelt dat een voormalige samenwerkingspartner [Deliscious] inbreuk maakt op een octrooi van PlantLab. De rechter staat toe dat PlantLab door een deskundige een beschrijving laat maken van de techniek die door Deliscious in een klimaatcel wordt gebruikt. Het bewijsbeslag wordt niet opgeheven.
Lees meer
Is er sprake van een duurovereenkomst?Tussen partijen bestond geen schriftelijke overeenkomst. De leverancier [DeNardi] stelt daarom dat sprake is van losse overeenkomsten van opdracht, de afnemer [Inet Retail] stelt dat...
Lees meer
Eind jaren ’80 had Super de Boer een promotionele actie waarbij klanten konden sparen voor een ‘sjopspel’. Later werd door de rechter vastgesteld dat Super de Boer met dit Sjopspel...
Lees meer
Bij een internationale vervoersovereenkomst gelden de Nederlandse regels over stuiting en schorsing van de verjaring niet. En dus geldt de (korte) verjaringstermijn van 1 jaar voor het afwikkelen van schadevorderingen
Lees meer
De rechtbank oordeelt dat het ontwerp van de President rijstzak auteursrechtelijk is beschermd. Ondanks dat bij het ontwerpen van een dergelijke zak enige technische uitgangspunten in het geding zijn [zoals...
Lees meer
De afgelopen periode zijn verschillende uitspraken gedaan over de bescherming van formats voor tv programma’s. Deze uitspraken spelen een rol bij vragen over de bescherming van ideeën en concepten. Uit deze uitspraken blijken de eisen waar een idee / concept / format aan moet voldoen om auteursrechtelijk te worden beschermd.
Lees meer
De Stichting Hondensport Friesland krijgt ruzie met het bestuurslid dat de website heeft gemaakt en onderhoudt en de domeinnaam [op zijn naam] heeft geregistreerd.
De stichting vordert o.a. een schadevergoeding voor het mislopen van inkomsten van cursusgelden.
Lees meer
De Hoge Raad oordeelt dat een concurrentiebeding, dat als gevolg heeft dat een perceeleigenaar geen tankstation mag oprichten of geen motorbrandstof mag afnemen van een andere partij dan de Texaco verkoper op Texel, in strijd is met het kartelverbod uit de Mededingingswet.
Lees meer
Inter Access zou voor Tyco een ERP-systeem ontwikkelen en hosting, onderhoud en support met betrekking tot dat systeem leveren. Het was de bedoeling dat de feitelijke ingebruikname plaats zou vinden op 1 oktober 2007. Op 1 oktober 2007 was het systeem niet gebruiksklaar. Bij brief van 11 oktober 2007 schrijft Tyco dat Inter Access haar verplichtingen niet is nagekomen. Tyco stelt dat de “Go Live” datum van 1 oktober 2007 als een fatale termijn geldt. Inter Access betwist dit en stelt dat zij nog niet in verzuim verkeert omdat zij niet in gebreke is gesteld. Zij vordert betaling van facturen en een schadevergoeding omdat zij door Tyco niet in staat is gesteld om verder na te komen. 
Lees meer