WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 17
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 17
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 6
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1472
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 160, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 20433
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-05-04 11:23:53
[post_date_gmt] => 2020-05-04 09:23:53
[post_content] => Wanneer een object wordt ontworpen dan komt vaak ook aan de orde de vraag of en hoe die vorm beschermd kan worden. Een van de mogelijkheden is een vormmerk: een driedimensionaal teken. Een vorm kan geen merk zijn wanneer de vorm technisch is bepaald of wanneer de vorm van wezenlijk belang is voor het product. Wanneer is daar sprake van? Wat zijn alternatieven?
Het juridisch kader
De regelgeving voor Benelux en Europese merken is vergelijkbaar. Een aanvraag voor een merkregistratie wordt geweigerd wanneer het ‘teken’ (in de meeste gevallen een foto/tekening van een object) dat je wilt registreren uitsluitend bestaat uit[1]:
- de vorm die, of een ander kenmerk dat, door de aard van de waren wordt bepaald;
- de vorm van de waren die, of een ander kenmerk van de waren dat, noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen;
- de vorm die, of een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft.
Casus Gömböc
De Gömböc is een vorm met slechts één stabiele positie als het op een plat oppervlak gelegd wordt. Twee Hongaarse wiskundigen rekenden een vorm uit die overal even zwaar is (homogeen), maar automatisch overeind rolt, hoe je hem ook neerlegt.
In Hongarije was een registratie aangevraagd voor een vormmerk onder meer voor siervoorwerpen en speelgoed. De aanvraag werd geweigerd (i) omdat de vorm noodzakelijk was om een technische uitkomst te krijgen en (ii) omdat de vorm door de aard van de waar bepaald werd.
Het Hof van Justitie EU[2] heeft in deze zaak richting gegeven aan hoe zo’n aanvraag beoordeeld moet worden. Door deze uitspraak weten we:
- dat bij de beoordeling niet alleen naar de afbeelding gekeken hoeft te worden maar dat ook rekening gehouden mag worden met andere informatie (zolang deze informatie maar uit objectieve en betrouwbare bronnen afkomstig is)
- dat registratie geweigerd kan worden wanneer uit informatie blijkt dat het publiek het product koopt vanwege de vorm
- dat een vormmerk kan bestaan naast andere intellectuele eigendomsrechten zoals een modelrecht. De criteria voor een merk of modelrecht zijn afwijkend en dus ook het onderzoek dat verricht moet worden.
Wat is het alternatief?
Naast of in plaats van een merkrecht zijn er soms alternatieven:
- Octrooi: een octrooi wordt verleend voor een technische vinding. De technische oplossing wordt dan beschermd.
- Modelrecht: de vorm moet nieuw zijn en een eigen karakter hebben.
- Auteursrecht: de vorm van een gebruiksvoorwerp kan auteursrechtelijk beschermd zijn. Niet beschermd zijn die kenmerken die louter technisch- of functioneel bepaald zijn.
Advies
Voor advies over (i) welke beschermingsmogelijkheden er zijn, (ii) welke passend zijn en (iii) hoe deze te realiseren, kunt u contact opnemen met
Jos van der Wijst
[1] Artikel 4 lid 1, sub e EU Merkenrichtlijn 2015
[2] HvJEU 23 april 2020, zaak C-237/19 http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=225524&pageIndex=0&doclang=NL&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=7094262

[post_title] => Kan ik de vorm van een product met een vormmerk (3D) beschermen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-ik-de-vorm-van-een-product-met-een-vormmerk-3d-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-04 11:44:51
[post_modified_gmt] => 2020-05-04 09:44:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20433
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 20284
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-04-20 15:04:44
[post_date_gmt] => 2020-04-20 13:04:44
[post_content] => NL digital, de vereniging van IT leveranciers, heeft de algemene voorwaarden aangepast. Aanleiding hiervoor was de wijziging van de naam van de vereniging (voorheen Nederland ICT). De NL digital voorwaarden zijn de opvolger van de
Nederland ICT voorwaarden, de FENIT voorwaarden en de COSSO voorwaarden.
Belangrijkste wijzigingen
In dit blog bespreek ik een aantal van de wijzigingen ten opzichte van de Nederland ICT voorwaarden.
- nieuw hoofdstuk met de standaard juridische bepalingen uit een
verwerkersovereenkomst. Dit is handig. In de verwerkersovereenkomst hoeven dan alleen nog de klant-specifieke variabelen worden opgenomen.
- het verbod op
overname van personeel is niet langer opgenomen. Dit in verband met mededingingsrechtelijke bezwaren (ACM rapport 2019: leidraad samenwerking concurrenten)
- de bepalingen over beveiliging en beveiligingsmaatregelen zijn uitgebreid. De IT leverancier krijgt hier een nadrukkelijkere rol.
- bij overmacht is cybercrime en cybervandalisme toegevoegd. Ziekte en pandemieën zijn (nog) niet toegevoegd.
- de bepalingen over
SaaS (software-as-a-service) zijn aangepast en uitgebreid. Duidelijker is toegelicht wie verantwoordelijk is voor inrichting van de SaaS dienst, wanneer de dienstverlening aanvangt en wat in de prijs is inbegrepen (en wat niet).
- er is een uitgebreider artikel opgenomen over
Agile.
Kritische noot
Ook deze voorwaarden zijn in het voordeel van de IT leverancier gemaakt. Op een aantal onderdelen kan (en zal) dat tot discussie met klanten leiden (of zou het moeten leiden).
Bijvoorbeeld:
- verwerker in het kader van de AVG: veel verantwoordelijkheid wordt bij de klant gelegd. Het is de vraag of dit niet voorbij gaat aan de zorgplicht van de IT leverancier.
- de klant heeft een wettelijk (AVG) recht op een audit; in deze voorwaarden probeert de IT leverancier de klant eerst met andere middelen te overtuigen dat aan voorwaarden is voldaan.
- verbod overname personeel mag niet in branchevoorwaarden. In individuele gevallen zou het mogelijk nog wel kunnen.
- in het kader van de beveiligingsmaatregelen wordt de eindverantwoordelijkheid weer bij de klant gelegd. Ook hier geldt dat de zorgplicht van de IT leverancier een vergaande waarschuwingsplicht kan opleveren.
- De aansprakelijkheid van de IT leverancier is beperkt tot € 500.000,=. Dit kan onvoldoende zijn om de daadwerkelijke schade te dekken.
Wat kunnen wij voor u doen?
- wij treden zowel op voor IT leveranciers die deze voorwaarden (willen gaan) gebruiken als voor klanten.
- Wij adviseren over hoe om te gaan met deze NL digital voorwaarden. Soms nemen we in de hoofdovereenkomst bepalingen op waarbij wordt
afgeweken van de NL digital voorwaarden.
- het gaan werken met nieuwe algemene voorwaarden moet goed worden voorbereid en ingezet. Anders kan onduidelijkheid ontstaan. Dat kan tot ongelukken leiden. Wij adviseren u over de route voor het gaan werken met nieuwe algemene voorwaarden.
Voor meer informatie neem contact op met
Jos van der Wijst.
[post_title] => NL Digital voorwaarden 2020: verbetering positie IT leverancier
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nl-digital-voorwaarden-2020-verbetering-positie-it-leverancier
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-04 14:16:00
[post_modified_gmt] => 2025-02-04 13:16:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20284
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 20242
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-04-15 15:48:39
[post_date_gmt] => 2020-04-15 13:48:39
[post_content] => Websites en advertenties staan er vol mee: gezondheidsclaims. ‘Het nummer 1 middel tegen rugpijn’. ‘Verbetert uw nachtrust’. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat deze claims niet zomaar mogen worden geuit. Daarom ga ik in dit artikel in op de
do’s en don’ts bij gezondheidsclaims in reclame.
Wat is reclame?
Zoals gezegd komen gezondheidsclaims voor in reclame. Het woord ‘reclame’ is een breed begrip. Er is al snel sprake van reclame. In de praktijk kan de volgende definitie worden gehanteerd:
Reclame is iedere aanprijzende uiting van goederen en/of diensten.
Hier vallen verschillende soorten reclame-uitingen onder. Denk bijvoorbeeld aan Google Ads die in beeld komen na het invoeren van een zoekopdracht in Google. Eerder schreef ik daar al een
blog over. Maar denk ook aan de tekst op een website. Hoewel de tekst in eerste instantie wellicht niet bedoeld is als reclame, kan er toch sprake zijn van reclame. En als dat het geval is, moet de tekst voldoen aan de reclame wet- en regelgeving.
De Nederlandse wet kent veel soorten reclameregels waaraan moet worden voldaan. We hebben de algemene reclameregels uit het Burgerlijk Wetboek, maar ook specifieke reclameregels. Zoals regels voor het maken van reclame voor
medische hulpmiddelen. Of voor het maken van reclame voor
levensmiddelen en voedingssupplementen. In reclame waar dit soort middelen worden aangeprezen komen gezondheidsclaims het meest voor.
Wat is een gezondheidsclaim?
Een gezondheidsclaim stelt dat het middel waarvoor reclame wordt gemaakt een positieve/gunstige invloed heeft op de gezondheid. Het gebruik van het middel is dus voordelig voor je gezondheid. Een veelvoorkomend voorbeeld is een kuipje boter waarop staat dat de boter
cholesterolverlagend werkt.
De Europese Commissie onderscheidt ten aanzien van levens- en voedingsmiddelen drie soorten gezondheidsclaims:
- De functieclaim: zegt iets over de rol van een stof bij de ontwikkeling en functies van het lichaam, psychologie of gewichtscontrole.
- Ziekterisicobeperkingsclaim: claim die de indruk wekt dat de consumptie van een levensmiddel een risico voor het ontstaan van een ziekte bij de mens in belangrijke mate beperkt.
- Gezondheidsclaim: claims die betrekking hebben op de groei en ontwikkeling van kinderen.
Ten aanzien van deze claims heeft de Europese Commissie een lijst opgesteld van
toegestane en afgewezen gezondheidsclaims. Deze lijst is te vinden in het
EU-register.
DO
Als alle wetgeving en reclamecodes in acht worden genomen, adviseren wij om de volgende
DO’s te hanteren:
- Vermeld de naam van het product.
- Vermeld de naam van de verkopende partij.
- Gezondheidsclaims moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn.
- De claim moet voor de consument begrijpelijk zijn. Gebruik geen dubbelzinnige tekst.
- Gebruik reviews van gebruikers.
- Gaat het om een medisch hulpmiddel? Meld dat dan ook.
DON’T
Let ten slotte op de volgende
DON’TS bij het gebruiken van gezondheidsclaims in reclame:
- Gebruik geen aanbevelingen van artsen. Ook niet impliciet door een foto van een persoon in een doktersjas op uw website te plaatsen.
- Ken geen geneeskundige werking aan levensmiddelen toe. Dat is verboden.
- Voorkom beweringen die aan levensmiddelen de eigenschap toeschrijft een ziekte te voorkomen of behandelen.
- Geef geen tijdsindicatie voor het verliezen van gewicht. Het tonen van voor- en na-foto’s valt daaronder.
- Speel niet in op angst door afschrikwekkende afbeeldingen te gebruiken.
- De reclame mag niet in strijd zijn met informatie op de verpakking of gebruiksaanwijzing.
- Geef geen garantie, zoals de tekst ‘blijvend resultaat’.
Conclusie
Ben je na het lezen van de DO’s en DON’TS benieuwd of jouw gezondheidsclaim aan de eisen voldoet? Wij toetsen de gezondheidsclaim graag
preventief. Neem daarvoor vrijblijvend contact op.
[post_title] => Gezondheidsclaims in reclame: Do's en Don'ts
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gezondheidsclaims-in-reclame-dos-en-donts
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:22:46
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:22:46
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20242
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 20054
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-04-01 16:06:05
[post_date_gmt] => 2020-04-01 14:06:05
[post_content] => Er is nu een tekort aan hulpmiddelen. 3D Printing wordt al ingezet, zelfs door ziekenhuizen. Een tijdelijke licentie voor productie van hulpmiddelen kan waarborgen geven voor licentiegever en licentienemer.
Het kan. En het kan veilig. Materiaalfabrikanten werken mee door kennis over materiaal en ontwerpen vrij beschikbaar te stellen. Ook voor fabrikanten die aarzelen om kennis en ontwerpen vrij te geven is er een
oplossing.
Door het tekort aan hulpmiddelen in deze Corona crisis, wordt steeds vaker het 3D printen ingezet. Er ontstaan mooie initiatieven zoals het
Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg dat pipets en ventielen voor zuurstofmaskers 3D heeft geprint. Een probleem kan nog wel het testen van de producten zijn.
Materiaalfabrikanten stellen steeds vaker kennis over materialen en ontwerpen van hulpmiddelen op internet vrij ter beschikking, zoals
DSM. Via deze website zijn ontwerpen van handvrije deurklinken, mondmaskers, gezichtsmaskers, ventielen, etc. vrij te verkrijgen. Met twee kleine disclaimers:
“(1) We are listing 3rd party designs crediting the designer. In the essence of time, we may not yet have reached out to the designer. If (s)he does not wish their design to be included, we will remove upon simple request. Designs may not have been certified by any regulatory agency.
(2) Description of properties the material should have, and elements printers should consider. DSM material names are given as example. We’d be happy to add other material references upon request. DSM makes no representation or warranty for any conclusion as to the fitness for use in any particular application (purpose), nor accepts any liability in respect of this purpose. This summary does not prevent customer from, nor replaces accomplishment of all relevant testing pursuant legal and regulatory requirements.”.
Het kan dus zijn dat het ontwerp met een Intellectueel Eigendomsrecht is beschermd. DSM garandeert niet dat het ontwerp rechtenvrij is. Degene die het met 3D print kan dus inbreuk maken op een
auteursrecht/
modelrecht/
octrooi van een ander.
DSM garandeert niet dat het product dat 3D wordt geprint ‘fit is for purpose’. Kortom, voorwerpen worden op
eigen risico (en aansprakelijkheid) geprint en gebruikt.
Oplossing: tijdelijke licentie
In deze Corona crisis is er zo’n grote behoefte aan hulpmiddelen dat fabrikanten die Intellectuele Eigendomsrechten en know how (over materialen en productieproces) hebben, de vraag naar de producten niet alleen aan kunnen. Of ze moeten van ver komen terwijl er
nu behoefte aan is. Onder die omstandigheden zou de overheid een dwanglicentie kunnen afgeven. Zie mijn
eerder blog daarover.
Wij hebben een
model gemaakt voor een
tijdelijke licentieovereenkomst. In deze overeenkomst geeft de houder van een Intellectueel Eigendomsrecht (in het Engels Intellectual Property: ‘IP’) een tijdelijk recht aan een ander om producten te maken. In de overeenkomst is aangegeven dat de aanleiding de tekorten door de Corona crisis zijn. Er is ook expliciet aangegeven dat de overeenkomst voor een korte duur (zes maanden) geldt. Verder is aangeven wat rechten en verplichtingen van licentiegever en licentienemer zijn. Zo verplicht de licentiegever om kennis over te dragen en licentienemer om na het einde van de overeenkomst de kennis niet langer te gebruiken. Kortom, alles is erop gericht om in deze tijden van crisis de extra productie van hulpmiddelen mogelijk te maken. Met waarborgen voor licentiegever en licentienemer.
Waarom een dergelijke overeenkomst?
Voor de licentiegever:
- hij weet wie de producten gaat maken
- hij kan ervoor zorgen dat de producten op een goede wijze worden geproduceerd (en dat het dus geen reputatieschade op kan leveren)
- hij krijgt een (minimale) royalty vergoeding
- er is geheimhouding vastgelegd
- er is en non-concurrentie voor ná het einde van de overeenkomst vastgelegd.
Voor de licentienemer
- hij kan produceren zonder inbreuk te maken op de IP rechten
- hij krijgt ook kennis overgedragen waardoor goede producten kunnen worden gemaakt
De model tijdelijke licentieovereenkomst is in het Engels opgesteld omdat er veelal sprake is van internationale partijen die erbij betrokken zijn.
Het model is geen juridisch advies en is slechts een basisdocument dat nog op maat moet worden gemaakt. Wij adviseren om daar juridisch advies voor in te winnen. Wij helpen daar graag bij.
Het model is verkrijgbaar door het invullen van het
onderstaande formulier. Wij zenden u het model dan vrijblijvend toe.

[post_title] => Voorbeeld tijdelijke licentie voor productie hulpmiddelen tijdens Corona crisis
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => voorbeeld-tijdelijke-licentie-voor-productie-hulpmiddelen-tijdens-corona-crisis
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-04-03 16:15:09
[post_modified_gmt] => 2020-04-03 14:15:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20054
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 19952
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-03-30 11:20:19
[post_date_gmt] => 2020-03-30 09:20:19
[post_content] => In deze
Corona crisis hebben we een tekort aan materialen voor de corona bestrijding (bijvoorbeeld mondkapjes, gezichtsmaskers) en medische hulpmaterialen (bijvoorbeeld testvloeistoffen voor coronakits). Soms is het daarbij niet makkelijk voor andere producenten om in dat gat te springen, bijvoorbeeld omdat de fabrikant weigert de receptuur openbaar te maken of omdat de vormgeving/medicijn met een intellectueel eigendomsrecht (‘IP’) is beschermd. Wat zijn de oplossingen?
IP bescherming
Doordat er veel coronatesten (
COVID-19)afgenomen moesten worden, ontstond een tekort aan testvloeistof voor de coronakits. Deze coronakits waren met name afkomstig van Roche Pharma. Roche kon de vraag naar de testvloeistof niet aan. Daarom werd er gezocht naar alternatieven. Roche gaf daarbij aan dat wanneer testvloeistoffen van anderen in de testapparaten van Roche worden gebruikt, Roche niet kan instaan voor de kwaliteit daarvan en de garantie vervalt
[1].
Recent heeft Roche op haar website aangegeven dat er geen
octrooi (patent) rust op de testvloeistof en dat Roche mee zoekt naar partijen die de testvloeistof veilig en betrouwbaar kunnen produceren
[2]. De receptuur voor de testvloeistof wordt niet online gezet, waar door velen wel om werd gevraagd. In de Tweede Kamer werd geroepen om Roche te dwingen de receptuur in licentie te geven met een dwanglicentie.
Dwanglicentie
Een octrooihouder heeft een exclusief recht. Dit recht is vastgelegd in internationale verdragen (Trade-Related Aspects of Intellectual Property (TRIPs) en in de Rijksoctrooiwet. Wanneer een octrooihouder niet in staat of bereid is om voldoende medicijnen te produceren dan zouden anderen kunnen inspringen. De octrooihouder kan dat verbieden met een beroep op het octrooi. Een uiterste middel is dan de dwanglicentie. Daarmee zouden anderen dan de octrooihouder het medicijn kunnen maken, zonder inbreuk te maken op het octrooi. Een octrooi moet ‘nawerkbaar’ zijn. Op basis van het gepubliceerde octrooi moet een vakman de vinding kunnen toepassen en namaken.
De regelgeving maakt een dwanglicentie mogelijk in het geval van een ‘
nationale noodtoestand of andere omstandigheden van bijzonder dringende aard’. Artikel 31 TRIPs bepaalt dat in een dergelijke situatie een dwanglicentie mogelijk is. Daarbij gelden een paar voorwaarden zoals: de octrooihouder moet eerst zijn verzocht om een licentie (hier kan in een noodsituatie van worden afgeweken), het moet tijdelijk zijn, alleen voor binnenlands gebruik en er moet een ‘
toereikende vergoeding’ worden betaald aan de octrooihouder. Artikel 57 Rijksoctrooiwet bepaalt dat de Minister van Economische Zaken een dwanglicentie kan verlenen wanneer het algemeen belang dat vordert. De Rijksoctrooiwet geeft niet aan wat de voorwaarden voor een dwanglicentie zijn. Wanneer partijen geen vergoeding overeen kunnen komen, dan bepaalt artikel 58 Rijksoctrooiwet dat deze door de rechter kan worden vastgesteld. De octrooihouder kan in rechte de dwanglicentie aanvechten. Een dwanglicentie werkt pas nadat deze is ingeschreven in het octrooiregister.
Bedrijfsgeheim
Toch zal de medewerking van de octrooihouder waarschijnlijk nog wel nodig zijn. Deze heeft immers de kennis van en ervaring met materialen, productieproces, etc. Die know how staat niet in het octrooi. Deze know how (bijvoorbeeld een receptuur) kan een
bedrijfsgeheim van de octrooihouder zijn. Om bescherming op grond van de Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen te kunnen hebben (en houden) moeten bedrijfsgeheimen geheim worden gehouden en moeten er maatregelen worden getroffen om bedrijfsgeheimen geheim te houden. Daar past niet bij het, zonder een overeenkomst met geheimhoudingsbepalingen, aan derden bekend maken van de bedrijfsgeheimen. Mogelijk zou het niet verstrekken van informatie, onder omstandigheden van een nationale noodtoestand, onrechtmatig handelen kunnen optreden. Een rechter zou dan mogelijk, in het kader van een spoedvoorziening, kunnen gebieden om bepaalde informatie, onder bepaalde voorwaarden, ter beschikking te stellen.
Vrijwillige tijdelijke licentie
Een alternatief voor een dwanglicentie is mogelijk een
vrijwillige tijdelijke licentie. Dit kan aan de orde zijn wanneer de octrooihouder zelf niet voldoende producten kan maken. Hij kan dan tijdelijk, en onder voorwaarden, een licentie aan een ander/anderen geven. De afspraken hierover zou ik vastleggen in een
licentieovereenkomst. Daarin zou ik vastleggen de duur van de licentie, de medewerking van de octrooihouder om kennis te verschaffen, de vergoeding voor de octrooihouder en bepalingen over vertrouwelijkheid en non-concurrentie na het einde van de licentieovereenkomst. Een
voorbeeldovereenkomst stuur ik u graag toe als u het onderstaande formulier invult.
3D printing
Een ander voorbeeld zijn de mondkapjes en de gezichtsbeschermers. Kort geleden verscheen
een bericht over een Italiaans bedrijf dat een octrooi had op kleppen voor beademingsmachines. Zij konden de productie niet aan. Daarom waren er anderen die met
3D printing (Additive Manufacturing) deze kleppen wilden printen. Met een beroep op hun octrooirecht maakte het bedrijf daar bezwaar tegen. Het bedrijf weigerde ook om ontwerptekeningen ter beschikking te stellen. Daarbij beriepen zij zich op mogelijke
aansprakelijkheid wanneer anderen er gebrekkige producten mee zouden maken.
Voor de vormgeving van een mondkapje of gezichtsbeschermer zou ook een beroep kunnen worden gedaan op
auteursrecht of
modelrecht. Auteursrecht ontstaat automatisch door de creatie van het werk. Modelrecht ontstaat na het doorlopen van een registratieprocedure. Met 3D printing zou inbreuk kunnen worden gemaakt op het auteursrecht en/of modelrecht.
Inbreuk op auteursrecht?
Wanneer een product met 3D printing wordt gemaakt, dan is het de vraag of hiermee
inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht. Allereerst moet er auteursrecht bestaan op het origineel. Wanneer dat het geval is dan is het de vraag of sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk. Daarvoor moet worden beoordeeld of sprake is van overname (verveelvoudiging) of openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde trekken van het origineel.
De auteurswet kent geen
dwanglicentie. Uit rechtspraak
[3] blijkt dat een dwanglicentie wel mogelijk is wanneer de auteursrechthebbende, door het weigeren van een licentie,
misbruik maakt van zijn machtspositie. Hier zal alleen sprake van zijn in uitzonderlijke gevallen. Een dwanglicentie is dan alleen gerechtvaardigd wanneer (i) een onderneming een feitelijke machtspositie, (ii) door de weigering om een licentie te verstrekken de introductie van een nieuw product, waarvoor geen alternatief bestaat, belet en (iii) gebleken is dat van de zijde van de consumenten een potentiële vraag naar dat product bestaat.
Conclusie
Wanneer een octrooihouder niet kan voldoen aan de behoefte van producten ten tijde van een crisis, dan zou een dwanglicentie als uiterste middel kunnen worden ingezet. Een alternatief daarvoor is een vrijwillige tijdelijke licentie. Maar daarvoor is de medewerking van de octrooihouder vereist.
Wat kunnen wij voor u doen:
- adviseren over de inhoud van licentie overeenkomsten
- adviseren over de mogelijkheden van een dwanglicentie
- afspraken vastleggen over het, al dan niet tijdelijk, gebruik van kennis/ IP van een ander
- optreden tegen inbreukmakers op IP
[1] Telegraaf 26 maart 2020,
https://www.telegraaf.nl/nieuws/1674144737/farmaceut-roche-speelt-onderhandelingsspel-coronatest
[2] Website Roche,
https://www.roche.nl/nl/covid-19/roche-deelt-receptuur.html
[3] Rechtbank Amsterdam, 30 november 2011
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2011:CA4035

[post_title] => Tekort materialen corona bestrijding. Is 3D printing of dwanglicentie oplossing?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gebrek-aan-materialen-bij-corona-bestrijding-biedt-3d-printing-of-een-dwanglicentie-een-oplossing
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-04-03 16:27:36
[post_modified_gmt] => 2020-04-03 14:27:36
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19952
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 19963
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-03-27 13:25:24
[post_date_gmt] => 2020-03-27 12:25:24
[post_content] => Hoe kan een domeinnaam worden opgeëist van een andere partij? In dit artikel lichten wij toe hoe overdracht van een domeinnaam gevorderd kan worden.
Wanneer is overdracht nodig
Domeinnamen met de .nl extensie worden geregistreerd bij het SIDN. Deze organisatie beheert alle domeinnamen in Nederland. De persoon of organisatie die in het register van het SIDN als houder van een domeinnaam is geregistreerd, wordt vermoed ‘eigenaar’ van de domeinnaam te zijn. Lees
hier meer over het eigendom van domeinnamen.
Soms heeft een andere partij een domeinnaam geregistreerd die je voor eigen gebruik wil opeisen. Het claimen van een domeinnaam van een ander kan in sommige gevallen nodig zijn. Bijvoorbeeld als een andere partij jouw handelsnaam in zijn domeinnaam heeft gebruikt. Of als een ander een domeinnaam heeft geregistreerd die bijna
exact hetzelfde is als jouw domeinnaam. Maar dan met een leesteken, zoals met een streepje ertussen.
In dit soort gevallen probeert een ander mee te liften op jouw succes. Om dat tegen te gaan en om verwarring bij het online publiek te voorkomen, moet de overdracht van een domeinnaam worden gevorderd.
Hoe gaat dat in zijn werk?
Om met succes een domeinnaam te kunnen opeisen moeten
een paar stappen worden doorlopen.
Veelal begin je met het aanschrijven van de andere partij. Daarbij sommeer je tot overdracht van de domeinnaam. Pas als de andere partij geen gehoor geeft aan de sommatie, kun je een procedure starten.
Afhankelijk van de situatie heb je
de keuze tussen een procedure bij de rechtbank of bij het SIDN. Procedures bij de rechtbank zijn met name nuttig als er ook sprake is van een merkinbreuk en er een schadevergoeding wordt gevorderd. Gaat het je alleen om de overdracht van een domeinnaam? Dan raden wij een procedure bij het SIDN aan. Dit is een geschillenprocedure die
aanzienlijk goedkoper en sneller is dan een procedure bij de rechtbank.
Procedure SIDN
Als je een eis bij het SIDN instelt moet je de volgende drie punten aanvoeren:
- Dat de domeinnaam
identiek is aan jouw merk of handelsnaam. Het is ook voldoende als de domeinnaam zodanig overeenstemt met jouw merk of handelsnaam dat daardoor verwarring kan ontstaan. Let op: er moet dus sprake zijn van gevaar voor verwarring. Het is niet nodig om aan te tonen dat er al verwarring is ontstaan. Als er al verwarring bij het online publiek is ontstaan is dat natuurlijk wel nuttig om te vermelden. Dat bevestigt namelijk dat het online publiek niet (meer) het onderscheid kan maken tussen verschillende ondernemingen.
- Ten tweede moet je onderbouwen dat de andere partij geen recht heeft op de domeinnaam, bijvoorbeeld omdat er inbreuk wordt gemaakt op jouw merk of handelsnaam. Of dat de andere partij
geen legitiem belang heeft bij de domeinnaam. Een legitiem belang ontbreekt bijvoorbeeld als je de term ‘Lego’ in de domeinnaam gebruikt, terwijl je geen Lego verkoopt.
- Ten slotte moet de domeinnaam
te kwader trouw zijn geregistreerd of worden gebruikt. Doel van de registratie is dan bijvoorbeeld meeliften op andermans succes. Of doen alsof er een economisch verband bestaat tussen partijen. Soms registreren organisaties ook domeinnamen met als enige doel de domeinnaam voor een groot bedrag te verkopen. Ook dat is registratie te kwader trouw. De domeinnaam wordt in dat geval niet echt gebruikt. Commercieel voordeel is het enige doel.
Kun je deze drie punten onderbouwen? Dan kun je succesvol de overdracht van een domeinnaam vorderen.
Als de domeinnaam met succes is opgeëist zal het SIDN de eisende partij als houder in het register opnemen. Op die manier krijg je dus alsnog de eigendom van een domeinnaam.
Verloop procedure SIDN
De procedure bij het SIDN verloopt als volgt. Eerst dient de eisende partij een vordering in. Als het SIDN de eis heeft ontvangen bevriest zij de domeinnaam. Dat betekent dat het SIDN niet meer zal meewerken aan overschrijving of verpanding van de domeinnaam tot de procedure is geëindigd. Daarna mag de verwerende partij een verweerschrift indienen.
Als partijen dat willen mogen zij daarna gebruikmaken van mediation door het SIDN. Zo niet, dan wordt er een geschillenbeslechter benoemd. De geschillenbeslechter bekijkt de stukken. In principe
vindt er geen mondelinge behandeling plaats, zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is bij de rechter.
De geschillenbeslechter neemt een beslissing en legt zijn oordeel vast in een uitspraak. Als de eis wordt ingewilligd wordt de eisende partij vervolgens als houder in het register opgenomen. Verder is er geen sprake van een
kostenveroordeling. Partijen dragen dus hun eigen kosten gedurende dit traject.
Conclusie
Het opeisen van een domeinnaam kan in sommige gevallen nuttig of zelfs nodig zijn. Wil je overdracht van een domeinnaam vorderen? Dan heb je de keuze tussen een procedure bij de rechtbank of het SIDN. Daarbij geldt dat de procedure bij het SIDN aanzienlijk goedkoper en sneller is.
Meer weten over het
claimen van een domeinnaam? Neem dan vrijblijvend contact op.
[post_title] => Domeinnaam opeisen en overdracht vorderen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => domeinnaam-opeisen-en-overdracht-vorderen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:22:58
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:22:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19963
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 19759
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-03-12 11:28:10
[post_date_gmt] => 2020-03-12 10:28:10
[post_content] => De Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA) heeft onlangs toestemming gegeven voor de marketing van software op basis van artificiële intelligentie (AI). Deze software begeleidt medische professionals bij het vastleggen van hoogwaardige echo’s van het hart, die vervolgens worden gebruikt voor het identificeren en behandelen van hartziekten. De software, Caption Guidance genaamd, is gebaseerd op een machine learning-technologie die onderscheid maakt tussen goede, bruikbare afbeeldingen en niet-acceptabele afbeeldingen. Daarnaast is de software verbonden met een op AI gebaseerde interface. Deze interface is ontworpen om niet-getrainde professionals beschreven opdrachten te geven over de bediening van de ultrasone sonde, om zo relevante afbeeldingen vast te leggen.
Deze technologie bevordert de toegang tot effectieve hartdiagnostiek door medische professionals zonder voorafgaande ervaring met ultrasone technologieën. Dit maakt deze technologie, gezien het feit dat hartziekten een van de meest bekende doodsoorzaken ter wereld zijn, een potentieel levensreddend hulpmiddel.
Sinds 2018 heeft de FDA verschillende op AI gebaseerde medische hulpmiddelen geanalyseerd en goedgekeurd. Deze nieuwe hulpmiddelen doorliepen een goedkeuringstraject alvorens op de markt te worden toegelaten, om de transparantie en nauwkeurigheid van de verschillende AI-algoritmen te analyseren.
Dit besprak de FDA in haar paper van april 2019: “Proposed Regulatory Framework for Modifications to Artificial Intelligence/Machine Learning (AI/ML)-Based Software as a Medical Device (SaMD) - Discussion Paper and Request for Feedback”. Dit heeft verdere investeringen in deze sector aangemoedigd en is het Europese scenario aan het beïnvloeden.
Zo werkt de Europese Commissie aan de ontwikkeling van multidimensionale AI-regelgeving en lijkt zij tot een conclusie te zijn gekomen over waarom en hoe deze ontwikkelingen gereguleerd dienen te worden. De High-Level Expert Group on Artificial Intelligence van de Europese Commissie heeft dit in april 2019 vastgelegd in haar publicatie ‘Ethics Guidelines for Trustworthy AI’. De aanbevelingen uit deze publicatie zien onder andere op ethiek, rechtmatigheid en degelijkheid vanuit een technisch en maatschappelijk oogpunt.
Specifiek met betrekking tot de gezondheidssector bepaalt verordening (EU) 2017/745 (verordening betreffende medische hulpmiddelen), welke vanaf mei 2020 volledig van toepassing zal zijn, dat softwareprogramma's gemaakt met de duidelijke intentie om te worden gebruikt voor medische doeleinden als medisch hulpmiddel worden beschouwd. AI-gebaseerde gezondheidstechnologieën, die helpen om te beslissen over de behandeling van ziekten door voorspelling of prognose, vallen daarom meestal onder deze definitie.
Hoewel verschillende sectoren aandringen op een praktische regulering van AI, wordt in dit verband de Europese gezondheidssector genoemd als een mogelijk geval waarin de reeds bestaande regelgeving, zoals de verordening betreffende medische hulpmiddelen en het daaraan verbonden certificatieproces, voldoende kan zijn om bij te blijven met op AI gebaseerde technologieën.
Medische hulpmiddelen worden in principe gereguleerd door nationale autoriteiten, in Nederland door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Desondanks is het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) verantwoordelijk voor de beoordeling, autorisatie en supervisie van bepaalde categorieën medische hulpmiddelen, in het licht van de Europese wetgeving.
Vanwege de mogelijkheden die innovatieve technologieën (waaronder medische hulpmiddelen op basis van AI) bieden om de gezondheidszorg te transformeren alsmede de daaraan verbonden risico’s, is het EMA toegetreden tot een Europese task force. Deze task force richt zich hierop
[1] en heeft strategische hoofddoelen vastgesteld
[2], waaronder de exploitatie van digitale technologieën en AI in besluitvorming. Naast de ontwikkeling van expertise in de omgang met digitale technologie, AI en cognitive computing, heeft EMA het idee om een AI-testlaboratorium op te zetten. Dit testlaboratorium zou zich richten op de verkenning van op AI gebaseerde technologieën specifiek gericht op ondersteuning van beslissingen gebaseerd op data.
Over het algemeen houden de belangrijkste Europese zorgen over AI, gezien de complexiteit van de respectieve algoritmen, verband met transparantie en verantwoording. Meer specifiek zien de zorgen op de identificatie van onrechtmatige vooroordelen en vooringenomenheid. In dit verband kunnen bijvoorbeeld inbreuken op gezondheidsgegevens in combinatie met AI-besluitvorming op basis van gevoelige gegevens zoals deze gezondheidsgegevens leiden tot discriminatie. Dit wordt dan ook als een groot risico gezien.
Bovendien benoemt de verordening betreffende medische hulpmiddelen verschillende vereisten, zoals geïnformeerde toestemming, transparantie, toegang tot informatie en beschikbaarstelling van toegankelijke en essentiële informatie over het hulpmiddel aan de patiënt. Het valt daarom aan te raden om, bij het ter beoordeling indienen van een medisch hulpmiddel bij het EMA, aandacht te besteden aan en inspanning te tonen met betrekking tot deze vereisten en de hierboven beschreven AI-gerelateerde uitdagingen. Dit kan onder andere door het presenteren van voorspelbare en verifieerbare algoritmen, een duidelijk overzicht te verschaffen van de categorieën van gegevens die in het project worden gebruikt en het uitvoeren van regelmatige audits en procedures om discriminatie, fouten en onnauwkeurigheden te voorkomen.
Gezien het bovenstaande lijkt het EMA nog steeds op zoek te zijn naar een adequate aanpak om ervoor te zorgen dat op AI gebaseerde innovatieve technologieën effectief en geschikt zijn om medische beslissingen te ondersteunen. Hetzelfde geldt voor het inpassen van AI in het bestaande regelgevingskader, op een manier dat deze technologieën worden ondersteund door de samenleving. Desondanks ondersteunt het EMA initiatieven om AI te verkennen en zijn er verschillende onderzoeken op basis van AI goedgekeurd, waaronder het plan voor pediatrisch onderzoek voor PXT3003 door Pharnext.
[3] Hieruit blijkt dat het EMA dus openstaat om op AI gebaseerde projecten te bespreken.
Zoals opgenomen in een recent artikel geschreven door Daniel Walch, directeur van groupement hospitalier de l’Ouest lémanique (GHOL) en door Xavier Comtesse, hoofd van de eerste denktank in Zwitserland en PhD in Computer Science: “Artificiële intelligentie zal artsen niet vervangen. Maar de artsen die AI zullen gebruiken, zullen degenen vervangen die het niet zullen doen”. Een meer praktische aanpak met betrekking tot de goedkeuring van medische hulpmiddelen op basis van AI is voor de bevordering van innovatie en het vertrouwen in de Europese gezondheidssector dan ook van cruciaal belang. Des te groter wordt het belang vanaf mei 2020, wanneer de verordening betreffende medische hulpmiddelen volledig van toepassing wordt.
[1] HMA-EMA Joint Big Data Taskforce
https://www.ema.europa.eu/en/documents/minutes/hma/ema-joint-task-force-big-data-summary-report_en.pdf
[2] EMA Regulatory Science to 2025
https://www.ema.europa.eu/en/documents/regulatory-procedural-guideline/ema-regulatory-science-2025-strategic-reflection_en.pdf
[3] European Medicines Agency Agrees with Pharnext’s Pediatric Investigation Plan for PXT3003
https://www.pharnext.com/images/PDF/press_releases/2018.07.10_PIP_agreement_EN.pdf

[post_title] => Europese perspectieven op AI medische hulpmiddelen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => europese-perspectieven-op-ai-medische-hulpmiddelen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-12 11:35:00
[post_modified_gmt] => 2020-03-12 10:35:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19759
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 19709
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-03-10 11:45:11
[post_date_gmt] => 2020-03-10 10:45:11
[post_content] =>
Wat is een data sharing agreement
Dit is een overeenkomst tussen twee of meer organisaties waarin de afspraken zijn vastgelegd over het delen van data(sets). Dit kan gaan om persoonsgegeven en niet-persoonsgegevens. De overeenkomst definieert welke data zal worden gedeeld, voor hoe lang, met welk doel en welke beperkingen er gelden ten aanzien van het gebruik van de data. De overeenkomst geeft ook aan hoe data beveiligd moet worden, vertrouwelijk moet worden gehouden en wat er met de data moet gebeuren nadat de overeenkomst is geëindigd.
Waar moet ik op letten bij een data sharing agreement
Check wat de overeenkomst bepaalt over:
- Hoe wordt ‘data’ gedefinieerd, welke data valt onder het bereik van deze overeenkomst
- Welke (type van) data(sets) worden gedeeld
- Welke partijen zullen data delen
- Welke partijen zullen (welke) data ontvangen
- Met welk doel wordt de data gedeeld
- Mag de data voor andere doeleinden worden gebruikt, zo ja onder welke voorwaarden
- Welke waarborgen gelden ten aanzien van de data en privacy
- In welke situaties en onder welke voorwaarden kan de overeenkomst worden beëindigd
- Welke afspraken blijven, ook na het eindigen van de overeenkomst, voortbestaan en hoe lang (bv vertrouwelijkheid van informatie, beschermingsmaatregelen met betrekking tot data en privacy).
Welke onderdelen zou een data sharing agreement moeten bevatten
Iedere overeenkomst kan uitgebreid of beperkt worden gehouden. Wanneer Nederlands recht van toepassing is op een overeenkomst, dan zijn veel aspecten al in de wet geregeld. Die zou je dus niet in de overeenkomst op hoeven te nemen. Dat houdt de omvang van de overeenkomst beperkt. Aan de andere kant is het wel handig om één document te hebben waar alle rechten en verplichtingen van partijen in staan.
In een data sharing agreement zou tenminste opgenomen moeten zijn:
- Partijen: wie zijn de partijen die betrokken zijn bij de overeenkomst; alleen voor hen bevat de overeenkomst bindende afspraken.
- Doel: in de overwegingen formuleer je waarom partijen deze overeenkomst sluiten. Dat lijkt overbodig maar zou later cruciaal kunnen blijken wanneer een derde (bijvoorbeeld een rechter) een overeenkomst moet uitleggen. De rechter kijkt dan niet alleen naar de tekst van de overeenkomst maar ook naar de bedoelingen van partijen bij het sluiten van de overeenkomst.
- Data: op welke data ziet deze overeenkomst. Formuleer dit zo dat een derde, die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst is betrokken, begrijpt waar de overeenkomst betrekking op heeft.
- Vertrouwelijkheid: data is van waarde en dus moet deze goed beschermd worden. Soms hebben partijen eerst een Non-Disclosure Agreement (geheimhoudingsovereenkomst) gesloten. Deze ziet (meestal) op de periode van onderzoek van een samenwerking. Die periode eindigt met de data sharing agreement. En dus moet in de data sharing agreement een bepaling worden opgenomen over de geheimhouding tijdens en na het einde van de overeenkomst.
- Wie mag wat en onder welke voorwaarden: dit is de kern van de overeenkomst. Wie deelt welke data, wat mag de ontvanger daarmee en onder welke voorwaarden. Mag de ontvanger de data met derden (groepsbedrijven) delen?
- Nieuwe data: wat wanneer er met de data(set) nieuwe data(set) gecreëerd wordt? Wie heeft welke rechten daarbij?
Advies?
Wat kunnen wij voor u doen:
- Opstellen van een data sharing agreement
- Controleren van een concept data sharing agreement
- Optreden wanneer een partij gehandeld heeft in strijd met afspraken in een data sharing agreement

[post_title] => Checklist data sharing agreement
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => data-sharing-agreement
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-03-10 11:48:05
[post_modified_gmt] => 2020-03-10 10:48:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=19709
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 18947
[post_author] => 6
[post_date] => 2019-12-23 11:01:11
[post_date_gmt] => 2019-12-23 10:01:11
[post_content] => Het komt in de praktijk regelmatig voor. Een IT leverancier krijgt opdracht om een softwarepakket te installeren. Vaak begint het met een onderzoek waarin de leverancier en beoogd afnemer gaan kijken of het software pakket past bij de wensen en behoeften van de afnemer. Daarvoor heeft de klant soms een lijstje gemaakt met de functionele vereisten waar het nieuwe software pakket aan moet voldoen. In overleg met de afnemer maakt de leverancier dan vaak een scope document. In dat document wordt beschreven waar de te leveren software aan moet voldoen, hoe het ontwikkel- en implementatietraject eruit gaat zien, wat de planning is, wat van de afnemer wordt verwacht, etc. Soms kiezen partijen voor een andere manier van werken: agile (scrum). Daarbij gaat het minder om de documentatie en meer om het inspelen op (onverwachte) ontwikkelingen tijdens het proces.
Hoe dan ook, uiteindelijk moet de leverancier de software opleveren. En dan kan het voor komen dat de afnemer niet tevreden is. Soms gebeurt dat al eerder omdat de afnemer al eerder in het traject ontevreden is, bijvoorbeeld omdat het project vertraging heeft opgelopen. Het gevolg kan zijn dat de afnemer van de overeenkomst af wil. Hij wil de overeenkomst dan beëindigen, de betaalde bedragen terug betaald krijgen, geen nieuwe facturen meer ontvangen en mogelijk zelfs een vergoeding ontvangen voor geleden schade.
Ingebrekestelling – verzuim – ontbinding overeenkomst
En dan komen juristen in beeld en wordt de overeenkomst erbij gepakt. Rechten en verplichtingen van de leverancier en de afnemer zijn vastgelegd in de overeenkomst. Daarnaast zijn waarschijnlijk algemene voorwaarden en Nederlands recht van toepassing verklaard. Ook daar zijn rechten en verplichtingen in te vinden. Op basis van dat geheel moeten partijen hun strategie en acties bepalen.
Wanneer de afnemer van de overeenkomst af wil, dan zal deze de overeenkomst moeten ontbinden. Onder bepaalde voorwaarden kan dit. Daarvoor is vereist dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de leverancier. Bij de implementatie van software wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘maatwerk’ software en ‘standaard’ software. Hoe meer maatwerk elementen er zijn, hoe meer een afnemer moet accepteren dat trajecten vertraging op kunnen lopen omdat ze ingewikkeld zijn. Bij standaard software (‘van de plank’) mag de afnemer verwachten dat de leverancier toezeggingen (over functionaliteit, planning, etc.) strikt nakomt.
De drempel om te kunnen ontbinden is afhankelijk van wat partijen daar over hebben afgesproken. Wanneer er niets is afgesproken, dan geldt het wettelijk uitgangspunt. Artikel
6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij de andere partij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden. Dit tenzij het maken van een uitzondering hierop gerechtvaardigd is. De andere partij moet daarvoor wel in verzuim zijn. Dit betekent dat een laatste gelegenheid moet zijn gegeven om alsnog verplichtingen na te komen. Dit is door de
Hoge Raad[1] zo uitgelegd dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst.
Soms wordt in een overeenkomst (of algemene voorwaarden) een hogere drempel gecreëerd. In het eerdergenoemde arrest van de Hoge Raad is aangegeven dat partijen een hogere drempel kunnen creëren. Bijvoorbeeld door overeen te komen dat de overeenkomst alleen ontbonden kan worden bij het schenden van een ‘material obligation’. Degene die de overeenkomst ontbindt moet stellen en bewijzen dat sprake is van schending van een wezenlijke verplichting.
Dit is recent nog overwogen door het
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch[2] in een procedure tussen het Tweesteden ziekenhuis en Alert.
Stichting Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis / Alert Life Sciences Computing B.V
Deze zaak heeft al tot verschillende uitspraken geleid. Het meest recent is de uitspraak van 17 december 2019 van het
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De zaak is gelinked aan de procedures tussen Alert en het Jeroen Bosch ziekenhuis. In die zaak is de meest recente uitspraak het arrest van 23 maart 2018 van de
Hoge Raad.
Alert had, in opdracht van het ziekenhuis, software ontwikkeld en geïmplementeerd. In de uitspraak van het hof ’s-Hertogenbosch gaat het (nog) om de vraag of het ziekenhuis de overeenkomst gerechtvaardigd heeft ontbonden. Het ziekenhuis heeft de overeenkomst ontbonden omdat er sprake was van vier tekortkomingen. Het hof somt de gestelde tekortkomingen op: ‘
De eerste tekortkoming heeft betrekking op de kwaliteit van de software. Deze bevat niet de overeengekomen functionaliteiten, kent ernstige ontwerpfouten en is ongeschikt voor de Nederlandse markt. Ten tweede is Alert tekortgeschoten omdat zij het Implementatieplan en de daarin opgenomen implementatieaanpak niet heeft gevolgd. Ten derde is Alert tekortgeschoten omdat haar projectorganisatie en projectmanagement inadequaat is. De vierde tekortkoming ziet op de in het Implementatieplan gestelde termijnen. Alert heeft continue deadlines niet gehaald, waardoor het project substantieel is vertraagd.’
Het hof herhaalt dat Alert zich heeft verbonden tot levering, ontwikkeling en implementatie van door hen vervaardigde complexe software. De door het hof ingeschakelde deskundigen hebben geconcludeerd dat het ging om een implementatieproject inclusief gespecifieerde aanpassingen in de software. Daarbij geldt dat partijen niet gelijkwaardig waren. Alert is de deskundige. Ook het gegeven dat het ziekenhuis een adviesbureau had ingehuurd voor de begeleiding, maakt dit niet anders. Deze niet gelijkwaardige positie heeft grote gevolgen. Zo oordeelt het hof bijvoorbeeld dat het niet functioneren van de stuurgroep, met het ziekenhuis als voorzitter en secretaris, toch een verantwoordelijkheid is van Alert omdat zij een leidende rol heeft in het project.
‘in breach or default of any of its material obligations’?
Niet halen go- live datum
Het ziekenhuis stelt dat zij op die grond heeft kunnen ontbinden. Het hof had al in een
eerder arrest[3] overwogen dat ‘
de Go-Live datum van 31 maart 2012 een fatale termijn impliceert en dat de tussentijdse opleverdata niet geheel vrijblijvend zijn, omdat die zijn opgenomen met het oog op die fatale termijn. Het niet-halen van de tussentijdse opleverdata, althans de duur van de overschrijding, kan de ontbinding van de overeenkomst dus rechtvaardigen’. Het hof overweegt dat het niet halen van de Go-Live datum in redelijkheid als een schending van ‘material obligations’ mag worden opgevat. Immers, het ziekenhuis had naar voren gebracht dat zij er groot belang bij had dat de planning van Alert c.s. ‘hard’ was en dat vertragingen voor het ziekenhuis problematisch waren.
Alert heeft nog gesteld dat de inbreng van het ziekenhuis onvoldoende was waardoor vertraging is opgelopen. Het hof verwerpt dit en overweegt dat Alert bij het opstellen van het implementatieplan een te volgzame rol heeft gespeeld en ook haar leidende rol onvoldoende in de stuurgroep tot uitdrukking heeft laten komen.
Ook het hof is van oordeel dat er bij Alert sprake was van slecht projectmanagement. Dit kwam door het ‘vertrek van de Nederlandse projectleider van Alert Nederland, de talrijke wisselingen in het management van Alert c.s. (met name van Alert Nederland), de slechte communicatie tussen Alert Nederland en Alert Portugal en het voortdurend niet nakomen van afspraken door Alert c.s..
‘anticipatory breach’
Door het ziekenhuis is gesteld dat zij de overeenkomst kon ontbinden omdat vast stond dat Alert toch niet meer kon nakomen zonder tekortkoming. De wet kent de mogelijkheid van ‘anticipatory breach’. Artikel
6:80 BW bepaalt dat de gevolgen van niet-nakoming intreden wanneer duidelijk is dat nakoming zonder tekortschieten onmogelijk zal zijn of wanneer de schuldenaar aangeeft dat hij niet na zal komen.
Het hof overweegt dat het ziekenhuis zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zij de overeenkomst mocht ontbinden omdat vaststaat dat nakoming zonder tekortkoming onmogelijk zal zijn. Daarbij speelden een rol:
- dat de fatale Go-Live datum niet meer haalbaar was.
- de reeds opgelopen vertragingen en de hoeveelheid nog te verwachten werkzaamheden.
- dat de voortgang van het project ernstig werd belemmerd doordat de projectorganisatie en projectmanagement van Alert c.s. inadequaat was.
- dat Alert de fout had begaan in te stemmen met de demonstratie van de medicatiefunctionaliteit. Hierdoor ontstond er binnen het ziekenhuis de vrees dat het project geen succes zou worden. Deze is vrees is later gerechtvaardigd gebleken.
Mocht het ziekenhuis betaling van facturen opschorten?
Het ziekenhuis had betaling van verschillende facturen opgeschort omdat zij ontevreden was over de planning. Als reactie daarop had Alert personeel van het project gehaald. Het hof oordeelt dat het ziekenhuis gerechtvaardigd betaling had opgeschort. Immers het was aan Alert te wijten dat het project niet opschoot.
Moet Alert nu alle ontvangen bedragen terugbetalen aan het ziekenhuis?
Omdat het ziekenhuis de overeenkomst heeft ontbonden, vordert zij terugbetaling van alle bedragen die zij betaald heeft aan Alert. Dit volgt uit de wettelijke ongedaanmakingsverplichtingen na het ontbinden van een overeenkomst. Het ziekenhuis vordert terugbetaling van in totaal € 4.620.253,97. Dit bedrag is als volgt samengesteld: totaal voor verrichte diensten: € 1.126.738,84 en totaal voor licenties: € 3.493.515,13.
Moet Alert daarnaast een aanvullende schadevergoeding betalen?
Het ziekenhuis vordert, naast terugbetaling van debetaalde facturen, ook een aanvullende schadevergoeding. Indien er geen beperking van aansprakelijkheid zou zijn opgenomen, dan zou het ziekenhuis ook een aanvullende schadevergoeding kunnen vorderen. In de overeenkomst is echter een bepaling opgenomen die de aansprakelijkheid van Alert beperkt tot de betaalde bedragen en tot directe kosten. Daarom beperkt het ziekenhuis haar schadevergoeding tot € 4.620.253,97, zijnde het bedrag dat is betaald. De overeenkomst is in het Engels en dus, zo overweegt het hof, ‘
mag acht worden geslagen op de perceptie van partijen van de daarin gebruikte Engelse termen’.
Bij de uitleg van de overeenkomst speelt een rol dat het concept is gemaakt door de leverancier (Alert), dat over bepaalde bepalingen niet expliciet is gesproken en dat beide partijen professionele partijen zijn.
Het hof oordeelt dat het ziekenhuis eenmaal een vergoeding kan vorderen uit welke hoofde dan ook bij beëindiging van de overeenkomst. Het ziekenhuis kan niet ‘tweemaal’ het bedrag van € 4.620.253,97 vorderen zoals zij doet. Daarbij spelen een rol de volgende passages uit de overeenkomst:
- Alert is op zijn hoogst aansprakelijk tot ‘an amount equal to the sum of the fees paid by the customer to Alert under this agreement’
- The limitation of liability as provided herein reflects the allocation of risk and the material inducement for Alert to enter this agreement;
- De beperking van de aansprakelijkheid geldt ‘for claims under and in connection with this agreement, whether for liability in contact, tort or otherwise’.
Mag Alert een beroep doen op deze contractuele beperking van aansprakelijkheid?
Het ziekenhuis had nog gesteld dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid dat Alert een beroep kan doen op dit exoneratiebeding (beperking van aansprakelijkheid). Het hof is het daar niet mee eens. Dit zou alleen anders zijn wanneer er aan de zijde van Alert sprake zou zijn van opzet of bewuste roekeloosheid.
Wat betekent dit voor de praktijk
1. Voor een leverancier van software
- Als leverancier bent u de deskundige en moet u leidinggeven aan het project. Een slecht projectmanagement zal aan u worden verweten.
- Het loont om in een overeenkomst de aansprakelijkheid te beperken. Wanneer dit expliciet in de overeenkomst is opgenomen (niet alleen wegstoppen in algemene voorwaarden) en wanneer dit wordt besproken in de contractonderhandelingen, dan is een afnemer hieraan gebonden.
- Ook bij complexe software kan het niet halen van opleverdata / testdata juridische gevolgen hebben. Wanneer het project vertraging oploopt, en de afnemer kan daar een verwijt van worden gemaakt, leg dit dan vast en leg ook vast dat in onderling overleg de planning wordt aangepast.
2. Voor een afnemer van software
- Voorkom dat u verantwoordelijkheid voor het projectmanagement naar u toe haalt. Laat deze liggen bij de leverancier.
- Het onderhandelen over contractsbepalingen heeft ook een nadeel. Wanneer bepalingen expliciet zijn besproken, dan bent u daar meer aan gebonden dan wanneer het ‘standaard’ bepalingen zijn in het modelcontract van de leverancier.
- Wanneer u bij een wanprestatie van de leverancier ook een aanvullende schadevergoeding wilt kunnen vorderen, dan moet u dat expliciet in de overeenkomst vastleggen. Zeker met buitenlandse contractspartijen.
- Wanneer de leverancier opleverdata/testdata niet haalt, en dit heeft grote gevolgen voor u, leg dit goed vast.
- Wanneer een datum een ‘fatale’ (uiterste) datum moet zijn, dan moet u dat uitdrukkelijk zo benoemen. Zie ook een eerder blog hierover.
Voor beiden geldt dat het verstandig is om aandacht te besteden aan de inhoud van de overeenkomst en de verslaglegging van het proces.
Wij hebben
ervaring met
software geschillen. Onderdeel van onze ervaring is het
procederen in software geschillen. Zowel bij de burgerlijke rechter als in arbitrage bij het
SGOA. Dit betekent dat wij weten waar, in welke fase van een project,
juridisch gezien, op moet worden gelet c.q. wat moet worden vastgelegd.
[1] Hoge Raad, 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810
[2] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 december 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:4535 (Tweesteden ziekenhuis/Alert)
[3] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 3 november 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4428
[post_title] => Wanneer kan een IT overeenkomst worden ontbonden?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wanneer-kan-een-it-overeenkomst-worden-ontbonden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-28 08:52:38
[post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:52:38
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=18947
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 18388
[post_author] => 6
[post_date] => 2019-10-09 09:50:52
[post_date_gmt] => 2019-10-09 07:50:52
[post_content] => Op 4 oktober 2019 heeft vleeswarensnijderij Offerman een veiligheidswaarschuwing afgegeven. Vleeswaren afkomstig van dit bedrijf waren mogelijk besmet met de listeria bacterie. De Listeria bacterie leidt bij gezonde mensen met een normale afweer in het algemeen niet tot ernstige klachten. Maar bij risicogroepen kan de bacterie tot (ernstige) verschijnselen leiden, zoals maag-/darmproblemen, bloedvergiftiging, hersenvliesontsteking en miskramen. Wat zijn de juridische gevolgen van deze food product recall? Zie ook een eerder
blog hierover.
Hoe is het ontdekt[1].
De besmetting is ontdekt doordat gebruik is gemaakt van een nieuwe technologie (Whole Genome Sequencing
[2] (WGS)). De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) neemt monsters van voedingsmiddelen, waaronder vleeswaren, in supermarkten. Van deze monsters worden door het Wageningen Food Safety Research Laboratorium (WFSR) DNA-gegevens bewaard.
Van patiënten met een Listeria-infectie worden de bacteriën onderzocht en de DNA-gegevens in kaart gebracht. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zag bij meerdere patiënten een bepaald type Listeria voorkomen. Het RIVM heeft vervolgens contact opgenomen met de NVWA. De NVWA heeft de DNA-gegevens vergeleken met de DNA-gegevens uit hun voedsel- en bedrijfsbemonstering. Dit leverde een match op. Na vervolgonderzoek kwam de NVWA uit bij het bedrijf Offerman. Vervolgens zijn op het bedrijf zelf monsters afgenomen en positief bevonden op aanwezigheid van Listeria.
Gevolgen van de Listeria besmetting
Volgens het RIVM zijn als gevolg van Listeria besmetting de afgelopen 2 jaar 20 patiënten besmet geraakt via vleeswaren. Hiervan zijn drie patiënten overleden en één vrouw heeft een miskraam gehad.
[3]
Tot welke actie heeft het geleid?
In september 2019 had de NVWA al een boete opgelegd wegens niet effectieve schoonmaak. Op 2 oktober 2019 gaf het WFSR aan dat de aangetroffen Listeria van dit bedrijf gematcht kon worden met de ziektegevallen.
Op 3 oktober 2019 heeft de NVWA de volgende maatregelen aan het bedrijf opgelegd:
- Een productiestop op de locatie van de vleeswarensnijderij in Aalsmeer;
- Voor alle producten, waarin Listeria kan groeien, moet het bedrijf een terughaalactie uitvoeren. Het gaat om meer dan 300.000 kilogram vleeswaren;
- Het bedrijf moet afnemers informeren, onder andere supermarkten en groothandel. Zij moeten een publiekswaarschuwing doen;
- Het bedrijf moet het reinigings- en desinfectieprogramma aanzienlijk verbeteren en intensiever monitoren;
- Tenslotte moet het bedrijf de controles op de eindproducten intensiveren.
Wie is verplicht tot het doen van een food recall
De leverancier van een levensmiddel, in dit geval Offerman, moet een product terugroepen. Wanneer de leverancier buiten de EU is gevestigd, dan is de importeur verantwoordelijk voor de recall. Wanneer het een ‘huismerk product’ is dan is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de leverancier en de huismerk distributeur. De NVWA heeft nauwkeurig aangegeven wat er in een veiligheidswaarschuwing moet zijn opgenomen
[4]
Zie bijvoorbeeld de veiligheidswaarschuwing van ALDI:
Wat zijn de juridische gevolgen van deze recall?
Contractueel
Indien een leverancier van levensmiddelen een onveilig levensmiddel heeft geleverd, dan staat daar eigenlijk wel mee vast dat er ‘wanprestatie’ (het niet nakomen van een verplichting uit een contract) is gepleegd. Dan is de leverancier aansprakelijk voor de schade die daar het gevolg van is. Degene die een contractuele relatie hebben met de leverancier (afnemers) zouden de leverancier op basis van de overeenkomst kunnen aanspreken. Daarbij spelen vragen zoals:
- Aan wie is de recall toerekenbaar?
- Hoever reikt de recall; welke producten (in de schappen) moeten worden teruggeroepen en welke producten uit de voorraad mogen niet meer worden verkocht?
- Zijn partijen een beperking van aansprakelijkheid overeengekomen in de overeenkomst (algemene voorwaarden)?
- Kan een directe link worden aangetoond tussen de listeria-besmetting en de schade?
Onrechtmatig handelen
Voor degene die geen contractuele relatie met de leverancier hebben, zal sprake moeten zijn van een onrechtmatige daad om schade te kunnen claimen. Denk bijvoorbeeld aan de patiënten die ziek zijn geworden. Op grond van productaansprakelijkheid zijn leveranciers aansprakelijk voor gezondheidsschade door onveilige levensmiddelen.
Maar hoe zit het met andere leveranciers van vleesproducten die schade lijden door de publieke onrust door deze recall? Juridisch is het erg lastig om die schade verhaald te krijgen.
Tips
Communicatie
De schade van een food product recall kan voor verschillende partijen in de food keten groot zijn. Niet alleen voor de leverancier van het levensmiddel. De naam van het bedrijf gaat al snel viral. En daarmee is de (goede) naam van een bedrijf (en soms een hele sector) vaak onherstelbaar beschadigd.
Tip: Het is daarom ook goed om de communicatie bij een food recall met een communicatie adviseur af te stemmen.
Betalingsproblemen
Omdat de schade groot kan zijn, kunnen ook toeleveranciers en personeelsleden van het bedrijf schade lijden. De recall kan tot gevolg hebben dat rekeningen niet worden betaald en dat schade (van retailers) als gevolg van de recall vergoed moeten worden. Veel retailers hebben een recall protocol met daarin opgenomen de (minimum) bedragen die een leverancier bij een recall aan de retailer moet betalen. Denk daarbij aan de personeelskosten voor het uit de schappen van de winkel halen van de producten, het verzamelen en mogelijk vernietigen van de producten, etc. Door deze kosten wordt betaling van facturen vaak opgeschort. En dat kan de leverancier in betalingsproblemen brengen en zelfs uiteindelijk tot het faillissement van de leverancier leiden.
Tip: regel in het contract met leveranciers en afnemers hoe om te gaan met een food product recall. Wie heeft welke verplichtingen. Wie moet zich waarvoor verzekeren. Wie moet welke kosten vergoeden.
Contracten
In contracten (en algemene voorwaarden) regel je onder andere wie, waartoe verplicht is.
Tip: Besteed aandacht hieraan. Regel dit soort zaken in je inkoop-/verkoop voorwaarden en zorg dat deze op de juiste wijze worden overeengekomen. Het komt regelmatig voor dat een partij goede leverings-/inkoopvoorwaarden heeft, maar dat deze niet op de juiste wijze van toepassing zijn verklaard. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Onder meer met betrekking tot (beperking van) aansprakelijkheid voor schade door een food product recall.
Verzekeringen
Voor schade door een food product recall kun je je verzekeren.
Tip: kijk kritisch naar waar je daadwerkelijk voor verzekerd bent. Er zijn veel soorten van product recall verzekeringen. Niet iedere verzekering dekt iedere schade.
Meer weten over welke juridische gevolgen een recall kan hebben? Neem met mij contact op voor meer info of advies:
Jos van der Wijst
wijst@bg.legal
06-50695916
[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/10/04/kamerbrief-over-incident-listeria-in-vleesproducten
[2] https://en.wikipedia.org/wiki/Whole_genome_sequencing
[3] https://www.rivm.nl/nieuws/vleeswaren-waarschijnlijk-bron-20-patienten-met-listeria
[4] https://www.nvwa.nl/over-de-nvwa/hoe-de-nvwa-werkt/onveilige-producten-van-melden-tot-waarschuwen/veiligheidswaarschuwingen-aanleveren-bij-nvwa-en-klanten-informeren

[post_title] => Juridische gevolgen Food product recall door Listeria
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => juridische-gevolgen-food-product-recall-door-listeria
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-01-28 08:52:52
[post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:52:52
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=18388
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 20433
[post_author] => 6
[post_date] => 2020-05-04 11:23:53
[post_date_gmt] => 2020-05-04 09:23:53
[post_content] => Wanneer een object wordt ontworpen dan komt vaak ook aan de orde de vraag of en hoe die vorm beschermd kan worden. Een van de mogelijkheden is een vormmerk: een driedimensionaal teken. Een vorm kan geen merk zijn wanneer de vorm technisch is bepaald of wanneer de vorm van wezenlijk belang is voor het product. Wanneer is daar sprake van? Wat zijn alternatieven?
Het juridisch kader
De regelgeving voor Benelux en Europese merken is vergelijkbaar. Een aanvraag voor een merkregistratie wordt geweigerd wanneer het ‘teken’ (in de meeste gevallen een foto/tekening van een object) dat je wilt registreren uitsluitend bestaat uit
[1]:
- de vorm die, of een ander kenmerk dat, door de aard van de waren wordt bepaald;
- de vorm van de waren die, of een ander kenmerk van de waren dat, noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen;
- de vorm die, of een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft.
Casus Gömböc
De Gömböc is een vorm met slechts één stabiele positie als het op een plat oppervlak gelegd wordt. Twee Hongaarse wiskundigen rekenden een vorm uit die overal even zwaar is (homogeen), maar automatisch overeind rolt, hoe je hem ook neerlegt.

In Hongarije was een registratie aangevraagd voor een vormmerk onder meer voor siervoorwerpen en speelgoed. De aanvraag werd geweigerd (i) omdat de vorm noodzakelijk was om een technische uitkomst te krijgen en (ii) omdat de vorm door de aard van de waar bepaald werd.
Het
Hof van Justitie EU[2] heeft in deze zaak richting gegeven aan hoe zo’n aanvraag beoordeeld moet worden. Door deze uitspraak weten we:
- dat bij de beoordeling niet alleen naar de afbeelding gekeken hoeft te worden maar dat ook rekening gehouden mag worden met andere informatie (zolang deze informatie maar uit objectieve en betrouwbare bronnen afkomstig is)
- dat registratie geweigerd kan worden wanneer uit informatie blijkt dat het publiek het product koopt vanwege de vorm
- dat een vormmerk kan bestaan naast andere intellectuele eigendomsrechten zoals een modelrecht. De criteria voor een merk of modelrecht zijn afwijkend en dus ook het onderzoek dat verricht moet worden.
Wat is het alternatief?
Naast of in plaats van een merkrecht zijn er soms alternatieven:
- Octrooi: een octrooi wordt verleend voor een technische vinding. De technische oplossing wordt dan beschermd.
- Modelrecht: de vorm moet nieuw zijn en een eigen karakter hebben.
- Auteursrecht: de vorm van een gebruiksvoorwerp kan auteursrechtelijk beschermd zijn. Niet beschermd zijn die kenmerken die louter technisch- of functioneel bepaald zijn.
Advies
Voor advies over (i) welke beschermingsmogelijkheden er zijn, (ii) welke passend zijn en (iii) hoe deze te realiseren, kunt u contact opnemen met
Jos van der Wijst
[1] Artikel 4 lid 1, sub e EU Merkenrichtlijn 2015
[2] HvJEU 23 april 2020, zaak C-237/19 http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=225524&pageIndex=0&doclang=NL&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=7094262

[post_title] => Kan ik de vorm van een product met een vormmerk (3D) beschermen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-ik-de-vorm-van-een-product-met-een-vormmerk-3d-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-05-04 11:44:51
[post_modified_gmt] => 2020-05-04 09:44:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=20433
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 268
[max_num_pages] => 27
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 4557c2d511897efc9b9963b50399ed3b
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:4f64120c36d0bd8747ffcaa87753c86a:0.12765600 17541746830.75624300 1754174683
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Wanneer een object wordt ontworpen dan komt vaak ook aan de orde de vraag of en hoe die vorm beschermd kan worden. Een van de mogelijkheden is een vormmerk: een...
Lees meer
NL digital, de vereniging van IT leveranciers, heeft de algemene voorwaarden aangepast. Aanleiding hiervoor was de wijziging van de naam van de vereniging (voorheen Nederland ICT). De NL digital voorwaarden...
Lees meer
Websites en advertenties staan er vol mee: gezondheidsclaims. ‘Het nummer 1 middel tegen rugpijn’. ‘Verbetert uw nachtrust’. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat deze claims niet zomaar mogen...
Lees meer
Er is nu een tekort aan hulpmiddelen. 3D Printing wordt al ingezet, zelfs door ziekenhuizen. Een tijdelijke licentie voor productie van hulpmiddelen kan waarborgen geven voor licentiegever en licentienemer. Het...
Lees meer
In deze Corona crisis hebben we een tekort aan materialen voor de corona bestrijding (bijvoorbeeld mondkapjes, gezichtsmaskers) en medische hulpmaterialen (bijvoorbeeld testvloeistoffen voor coronakits). Soms is het daarbij niet makkelijk...
Lees meer
Hoe kan een domeinnaam worden opgeëist van een andere partij? In dit artikel lichten wij toe hoe overdracht van een domeinnaam gevorderd kan worden. Wanneer is overdracht nodig Domeinnamen met...
Lees meer
De Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA) heeft onlangs toestemming gegeven voor de marketing van software op basis van artificiële intelligentie (AI). Deze software begeleidt medische professionals bij het vastleggen...
Lees meer
Wat is een data sharing agreement Dit is een overeenkomst tussen twee of meer organisaties waarin de afspraken zijn vastgelegd over het delen van data(sets). Dit kan gaan om persoonsgegeven...
Lees meer
Het komt in de praktijk regelmatig voor. Een IT leverancier krijgt opdracht om een softwarepakket te installeren. Vaak begint het met een onderzoek waarin de leverancier en beoogd afnemer gaan...
Lees meer
Op 4 oktober 2019 heeft vleeswarensnijderij Offerman een veiligheidswaarschuwing afgegeven. Vleeswaren afkomstig van dit bedrijf waren mogelijk besmet met de listeria bacterie. De Listeria bacterie leidt bij gezonde mensen met...
Lees meer