WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 51
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 51
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 500, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 30135
[post_author] => 2
[post_date] => 2022-05-03 09:51:49
[post_date_gmt] => 2022-05-03 07:51:49
[post_content] => Het Brabants Dagblad opende vrijdag 29 april jl. met de vraag of Heesen Yachts uit Oss kopje ondergaat door haar Russische eigenaar. De jachtenbouwer zou snel af willen van baas Vagis Alekperov maar de notaris zou dwarsliggen. Het is echter de vraag of Heesen de banden met de eigenaar serieus wil verbreken. Dat blijkt in ieder geval niet uit het voor de Rechtbank Amsterdam gevoerde kort geding waarin op 28 april 2022 uitspraak werd gedaan.
Belang onderneming
Heesen voerde in het kort geding twee sterke argumenten aan die de notaris en de rechter moesten bewegen medewerking te verlenen aan de voorgenomen transactie. Ten eerste zou het faillissement van de scheepswerf, waardoor de werkgelegenheid van ongeveer 1000 medewerkers in gevaar zou komen en ook toeleveranciers de dupe zouden worden, onvermijdelijk zijn als de Russische eigenaar op de nieuwe EU sanctielijst zou komen te staan. Als tweede argument werd aangevoerd dat de vennootschap om die reden een groot en spoedeisend belang zou hebben om zo snel als mogelijk haar banden te verbreken met haar Russische eigenaren. Maar wat hield die transactie nu precies in? De bedoeling is om alle aandelen te verkopen en te leveren aan een nog op te richten Stichting Continuïteit. Die stichting zou de koopprijs schuldig blijven en die zou worden omgezet in een lening. Gelet op deze grote belangen zou je verwachten dat volledige opening van zaken gegeven zou worden. Maar dat gebeurt niet, zodat het vonnis van de Rechtbank Amsterdam om de notaris geen opdracht te geven zijn medewerking te verlenen, niet als een verrassing komt.
Uitspraak rechtbank
De rechtbank overweegt dat met de voorgenomen transactie op dit moment geen sancties overtreden worden maar dat de notaris toch haar medewerking heeft geweigerd omdat zij geen medewerking kan verlenen aan transacties die potentieel bijdragen aan het ontwijken van maatregelen en sancties. De rechtbank stelt ook vast dat niet is tegengesproken dat de eigenaar van Heesen behoort of behoorde tot de inner circle van de Russische president Poetin en dat de reële mogelijkheid bestaat dat hij (op korte termijn) op de sanctielijst van de EU komt te staan. De rechtbank begrijpt dan ook dat de notaris een redelijke overtuiging of een redelijk vermoeden kon hebben van het schenden of omzeilen van sancties. Maar ook de voorgenomen verkoop van aandelen aan de stichting en het gebrek aan informatie speelt een rol. De rechtbank overweegt dat geen nadere stukken of argumenten zijn ingebracht en met name dat de concept stukken van de voorgenomen transactie ontbreken. Hoe valt dan te controleren dat het geen schijnconstructie is? Door Heesen is in het kort geding gesteld dat de Russische eigenaren na de voorgenomen transactie geen enkele zeggenschap meer zouden hebben in de onderneming. De rechtbank overweegt daarover terecht dat of dit juist is (en of zij niet toch een financieel belang houden), door het ontbreken van relevante stukken, niet kan worden vastgesteld.
Geen verbreking van de banden
Het is de bedoeling dat de koopprijs schuldig gebleven wordt door middel van een lening. Daarmee houden de Russische eigenaren toch grip op en de controle over de onderneming. We kennen de stukken niet, maar een lening wordt in de regel niet op de blauwe ogen verstrekt. Het is gebruikelijk dat de verkoper/geldschieter zekerheden bedingt voor het geval dat de lening niet of niet tijdig wordt terugbetaald. Denk aan een pandrecht op de aandelen. Door uitwinning van die aandelen zouden de Russische eigenaren weer (indirect) de economische en juridische zeggenschap over de onderneming kunnen krijgen. Ook is geen openheid van zaken gegeven over de personen die de Stichting Continuïteit zouden gaan besturen. De continuïteit van de scheepswerf en met name het voortbestaan van de werkgelegenheid van ongeveer 1000 medewerkers is een terecht punt van zorg, maar die belangen worden niet gediend in het geval dat een onduidelijk en onvolledig verhaal gepresenteerd wordt en geen echte opening van zaken gegeven wordt. Als het echt om het voortbestaan van de onderneming en de werkgelegenheid gaat zou het logischer zijn geweest meer transparantie te betrachten. Ook zouden de aandelen en de zeggenschap overgedragen kunnen worden aan een partij die niet op enige sanctielijst vermeld staat en zouden de banden in ieder geval onvoorwaardelijk verbroken moeten worden. Of die partij te vinden is en of dat haalbaar is, is vanzelfsprekend een andere vraag.
Kim Albert, advocaat te 's-Hertogenbosch bij BG.legal.
[post_title] => Onderneming en personeel Heesen hebben recht op transparantie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => onderneming-en-personeel-heesen-hebben-recht-op-transparantie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-05-03 09:51:49
[post_modified_gmt] => 2022-05-03 07:51:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30135
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 30115
[post_author] => 43
[post_date] => 2022-04-29 16:58:06
[post_date_gmt] => 2022-04-29 14:58:06
[post_content] => De pre-pack is een onderwerp dat in de herstructureringspraktijk al jaren ter discussie staat. Met een pre-pack wordt een doorstart vanuit faillissement al voorafgaand aan dat faillissement voorbereid. De afgelopen jaren leek een pre-pack onmogelijk/onwerkbaar, nu het Hof van Justitie van de Europese Unie in het Smallsteps-arrest had geoordeeld dat de doorstarter (kortgezegd) al het personeel van het failliete bedrijf zou moeten overnemen. Met het deze week gewezen Heiploeg-arrest lijkt het Hof de pre-pack echter nieuw leven in te blazen.
Smallsteps
Het Hof oordeelde in Smallsteps dat in artikel 3 en 4 van de Richtlijn 2001/23/EG opgenomen bescherming van werknemers gold in geval van een vóór de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack. Een pre-pack zou niet vallen onder de uitzondering van artikel 5 van de Richtlijn. Het was immers geen ‘faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder [het bedrijf dat gebruik maakt van een pre-pack] onder toezicht van een overheidsinstantie’.
Heiploeg
In Heiploeg komt het Hof hierop terug. De uitzondering van artikel 5 van de Richtlijn is ook van toepassing wanneer de overgang van (een deel van) een onderneming is voorbereid in het kader van een pre-packprocedure die in de faillissementsprocedure een liquidatie van de draaiende onderneming vergemakkelijkt, waarbij een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de gezamenlijke schuldeisers wordt bereikt en de werkgelegenheid zo veel mogelijk wordt behouden. Dit moet steeds per geval worden vastgesteld. Het Hof verbindt daar nog wel de voorwaarde aan dat een dergelijke pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.
Het Hof oordeelt daarbij ook dat wel degelijk sprake is van ‘toezicht van een overheidsinstantie’, wanneer de pre-pack is voorbereid door een beoogd curator onder toezicht van een beoogd rechtercommissaris. Dit nogmaals onder de voorwaarde dat een dergelijke pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.
Kort en goed lijkt de pre-pack aldus terug van weggeweest en (onder voorwaarden) weer mogelijk. Het Hof heeft immers in haar Smallsteps-arrest al vastgesteld dat de pre-packprocedure voortkomt uit de rechtspraak en geen grondslag heeft in Nederlandse wet- of regelgeving. Het lijkt nu aldus aan de wetgever om een wettelijk kader voor de pre-pack vast te stellen. Een wetsvoorstel ligt al een tijdje op de plank, de Wet continuïteit ondernemingen I. Het lijkt hoog tijd, ook gelet op de gevolgen van de coronacrisis, dit wetsvoorstel weer af te stoffen en de pre-pack een wettelijke basis te geven.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met de sectie Insolventierecht.
[post_title] => De pre-pack, terug van weggeweest?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-pre-pack-terug-van-weggeweest
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-04-29 17:01:11
[post_modified_gmt] => 2022-04-29 15:01:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30115
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 30081
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-04-29 16:21:13
[post_date_gmt] => 2022-04-29 14:21:13
[post_content] => De rechtbank Amsterdam heeft op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en een aantal betrokkenen in een beschikking Siewert van Lienden en Bernd Damme geschorst als bestuurders van de Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA). Ook is er een nieuwe bestuurder aangesteld, de advocaat Wouter Jongepier. Mag de rechtbank zomaar bestuurders vervangen van een stichting?
Schorsing stichtingsbestuur door rechter
Artikel 298 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een bestuurder die handelt in strijd met de wet of de statuten van de stichting of zich schuldig maakt aan wanbeheer op verzoek van het OM of een belanghebbende door de rechtbank ontslagen of geschorst kan worden. In dit geval heeft de rechtbank gekozen voor een schorsing voor zolang het onderzoek duurt. Hiertoe heeft de rechtbank besloten omdat het duidelijk is dat de twee geschorste bestuurders in ieder geval tegenstrijdige belangen hadden en concurreerde met SHA. Daarnaast loopt er ook een strafrechtelijk onderzoek tegen deze twee bestuurders wegens hun handelen binnen SHA en door hen te schorsen wil de rechter voorkomen dat ze de middelen van SHA misbruiken of het onderzoek belemmeren.
Rechter benoemt nieuwe bestuurders
Naast het schorsen van bestuurders kan de rechtbank op verzoek van het OM of een belanghebbende ook een bestuur wat niet volledig is volgens de statuten van de stichting aanvullen met nieuwe bestuurders op basis van artikel 299 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In dit geval had het OM specifiek om mr. Jongepier verzocht en aan dat verzoek heeft de rechtbank gehoor gegeven. Hij is nu in ieder geval tijdelijk aangesteld als enige bestuurder van SHA om alle spoedeisende zaken te behandelen.
Conclusie
Bestuurders van stichtingen moeten dus oppassen dat ze niet concurreren met hun eigen stichting. Ze moeten zich aan de wet en de statuten houden en de stichting fatsoenlijk beheren. Als u vragen heeft over de verplichtingen van bestuurders, dan kunt u contact opnemen met de sectie ondernemingsrecht.
[post_title] => Bestuur Stichting Hulptroepen Alliantie geschorst
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bestuur-stichting-hulptroepen-alliantie-geschorst
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 15:00:56
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:00:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30081
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 29984
[post_author] => 26
[post_date] => 2022-04-28 14:30:10
[post_date_gmt] => 2022-04-28 12:30:10
[post_content] => Niet alleen de situatie in Oekraïne en de fors gestegen bouwkosten, waar eerder aandacht aan werd besteed in de blog ‘Risico’s afdekken tegen prijsstijgingen bouw’, zorgen voor grote onzekerheden in de bouw. Lange administratieve processen met name bij het Rijk leveren trage betalingen op en leiden ook tot spanning binnen de bouwsector.
Halveren van wettelijk betalingstermijn
De Tweede Kamer nam midden maart het wetsvoorstel aan om betaaltermijnen op facturen te halveren van 60 naar 30 dagen zodat kleine bedrijven sneller worden uitbetaald door grote bouwbedrijven. Naar aanleiding van het wetsvoorstel liet Bouwend Nederland adviesbureau Cash Discovery onderzoek uitvoeren. Daaruit blijkt dat bouwers bij Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf en ProRail gemiddeld 75 dagen wachten op betaling voor uitgevoerde werkzaamheden. Van deze 75 dagen neemt het indienings- en goedkeuringsproces 63 dagen in beslag, terwijl de betaling van de factuur 12 dagen duurt.
Door trage administratieve doorlooptijden moeten de grote bouwbedrijven soms een stuk langer wachten op betalingen van de overheid terwijl van hen ten opzichte van kleine bedrijven een betalingstermijn van 30 dagen wordt verlangd. Dit kan grote bouwbedrijven geld kosten aangezien zij hun onderaannemers sneller moeten betalen. Late betalingen hebben een negatieve invloed op de kaspositie van bouwbedrijven. De bouwsector kan hierdoor naast liquiditeitsproblemen ook continuïteitsproblemen ondervinden.
Dat late betalingen door het Rijk ruis veroorzaken, is ruim twee jaar geleden al eens aan het licht gekomen. Gesteld werd dat de situatie in de grond-, weg- en waterbouw kon worden verbeterd indien bouwers en opdrachtgevers rekeningen sneller en vaker betalen. Sindsdien is er in twee jaar tijd weinig vordering gemaakt. Naast de coronapandemie kan een oorzaak voor dit probleem zijn dat aan de bouwkant vaak de techniek een grote rol speelt en is er minder bewustzijn over het belang van de financiële component. Overheden kunnen een ander perspectief hebben omdat daar minder zorgen bestaan of inkomsten wel op tijd binnenkomen.
Praktijk
Het versnellen van de administratieve doorlooptijden levert voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer voordelen op. Snellere betalingen door de overheid kan veel nieuwe mogelijkheden creëren. Grote bouwbedrijven houden ruimte over voor investeringen in de lange termijn zoals in verduurzaming.
Betalingen kunnen worden versneld door ingekocht materiaal zoals staal, beton, hout en dergelijke eerder te betalen. Daarnaast kan het verkorten van de goedkeuringsperiodes een positief effect hebben op betalingen. Tot slot kan het maken van afspraken over het vaker indienen van facturen een ingreep zijn om betalingen te versnellen.
Advies
Indien behoefte bestaat voor nader advies over de gevolgen van de nieuwe betalingstermijn, zijn wij u graag van dienst.
[post_title] => Trage betalingen leveren spanning op binnen de bouwsector
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => betalingstermijn-gehalveerd-door-trage-betalingen-in-bouwsector
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-09-01 09:30:41
[post_modified_gmt] => 2022-09-01 07:30:41
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29984
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 30055
[post_author] => 67
[post_date] => 2022-04-26 17:03:11
[post_date_gmt] => 2022-04-26 15:03:11
[post_content] => In een recente uitspraak van 30 maart 2022 oordeelt de kantonrechter dat het vorderingsrecht (c.q. de aanspraak) op NOW-subsidie niet overdraagbaar is. De aard van het vorderingsrecht verzet zich daar volgens de kantonrechter tegen. Hierdoor kan (op grond van artikel 3:228 BW) ook geen pandrecht op het vorderingsrecht worden gevestigd.
Doel NOW-regeling
De kantonrechter overweegt dat met de NOW-regeling is beoogd de werkgelegenheid te behouden. De ontvanger van de subsidie mag deze uitsluitend aanwenden voor de betaling van loonkosten. En arbeidsovereenkomsten mogen niet vanwege bedrijfseconomische redenen worden opgezegd. Het is dan ook de bedoeling dat de subsidie terecht komt bij de werknemer, waarbij de werkgever in feite als tussenschakel fungeert om dit te bewerkstelligen.
Wanneer de subsidie overgedragen zou kunnen worden aan een derde (in dit geval de bank), dan zou de subsidie – in strijd met het doel van de NOW-regeling – niet ten goede komen aan de werknemer. Hierdoor meent de kantonrechter dat het aard van het vorderingsrecht zich tegen overdracht verzet.
Niet goed doordacht
Hoofdregel is dat vorderingsrechten overdraagbaar zijn. Op de hoofdregel zijn een aantal uitzonderingen. De overdraagbaarheid van een vorderingsrecht kan worden uitgesloten bij (formele) wet of partijbeding. Daarnaast kan de aard van het vorderingsrecht zich tegen overdraagbaarheid verzetten.
De NOW-regeling bevat geen cessie en/of verpandingsverbod. De kantonrechter overweegt dat de NOW-regeling in aller haast in het leven is geroepen als gevolg waarvan niet alle consequenties van de regeling goed zijn doordacht. Hiermee lijkt de kantonrechter te impliceren dat indien de wetgever wel goed zou hebben nagedacht, een cessie en/of verpandingsverbod in de regeling zou zijn opgenomen. Het is echter niet duidelijk of de wetgever specifiek heeft stilgestaan bij het al dan niet uitsluiten van de overdraagbaarheid van de NOW-subsidie.
Vorderingsrechten zijn, bijvoorbeeld, niet overdraagbaar indien zij een persoonlijk karakter hebben of wanneer de aard van de aan de vordering ten grondslag liggende rechtsverhouding zich tegen overdracht verzet. De kantonrechter lijkt in zijn oordeel aan te sluiten bij dit laatste door te overwegen dat overdracht van NOW-subsidie niet past in de doelstelling van de NOW-regeling. Maar geldt dit dan ook voor andere subsidieregelingen?
Het is de vraag of de aard van het recht (op NOW-subsidie) zich tegen overdracht en dus verpanding verzet. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wellicht wenselijk dat de NOW-subsidie niet door een pandhouder (lees: bank) naar zich toegetrokken kan worden. Maar vanuit goederenrechtelijk perspectief kunnen daar vraagtekens bij worden geplaatst. Het laatste woord is hierover (waarschijnlijk) nog niet gezegd; kennelijk beraden de bank en de curator zich nog over het instellen van hoger beroep.
[post_title] => NOW-subsidie niet overdraagbaar of verpandbaar!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => now-subsidie-is-niet-overdraagbaar-of-verpandbaar
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-04-28 11:32:07
[post_modified_gmt] => 2022-04-28 09:32:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30055
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 30035
[post_author] => 46
[post_date] => 2022-04-22 08:26:37
[post_date_gmt] => 2022-04-22 06:26:37
[post_content] => Het kabinet komt met een tijdelijke subsidieregeling voor zorgmedewerkers die twee jaar na hun covid-besmetting nog steeds klachten ondervinden.
Ziekte door longcovid bij zorgpersoneel
Een gedeelte van de zorgmedewerkers zijn, met name tijdens de eerste coronagolf waar zónder beschermingsmiddelen werd gewerkt, langdurig ziek geworden (longcovid). Er geldt een loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor werkgevers waarbij tenminste 70% van het salaris gedurende 104 weken wordt doorbetaald.
Voor zieke medewerkers is het niet altijd mogelijk om binnen deze 2 jaar weer (volledig) aan de slag te gaan. Het dienstverband kan na 2 jaar ziekte door werkgevers worden beëindigd.
Werkgevers verliezen hiermee waardevolle krachten en werknemers verliezen hun baan. Binnen de zorg, waar het personeelstekort groot is, is dit een onwenselijke situatie.
Werkgevers en werknemers in de zorg hebben zich uitgesproken over deze situatie. Medewerkers die herstellende zijn, willen de mogelijkheid hebben in dienst te blijven. Werkgevers willen de mogelijkheid hebben deze werknemers langer in dienst te houden, zonder onnodige financiële risico’s. Daarvoor is nu een subsidieregeling in de maak.
Subsidieregeling om zieke werknemers langer in dienst te houden
Het kabinet komt met een steunfonds voor zorgmedewerkers die tussen maart 2020 en december 2020 langdurig ziek zijn geworden als gevolg van covid-19. De loondoorbetalingsplicht blijft lopen na het verstrijken van de periode van 104 weken. De subsidie biedt werkgevers een gedeeltelijke vergoeding voor de kosten die gemoeid zijn met herstel en re-integratie.
Werkgevers hebben nu al de mogelijkheid om vrijwillig de loondoorbetalingsplicht te verlengen. Dit kan eenvoudig via een aanvraagformulier van het UWV.
De komst van de tijdelijke subsidieregeling biedt een stimulans voor werkgevers om veelvuldig gebruik te gaan maken van dit bestaande stelsel. De extra loonkosten worden met deze subsidie deels opgevangen door de overheid.
De voorwaarden en ingangsdatum voor deze subsidieregeling zijn nog niet bekend.
Specialist arbeidsrecht in de zorg
Marlies Hol is advocaat arbeidsrecht in ’s-Hertogenbosch en omstreken. Binnen BG.legal maakt zij deel uit van het Zorgteam. Zij ondersteunt diverse zorginstellingen met arbeidskwesties. Neem gerust contact op bij vragen.
[post_title] => Subsidie voor zorgpersoneel met longcovid in de maak
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => subsidie-voor-zorgpersoneel-met-longcovid-in-de-maak
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:19:06
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:19:06
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30035
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 29994
[post_author] => 16
[post_date] => 2022-04-21 11:40:19
[post_date_gmt] => 2022-04-21 09:40:19
[post_content] => Zou patiënt overlevingskansen hebben gehad indien hij juist was behandeld door zijn artsen?
Onzorgvuldig handelen van de arts staat vast, namelijk het missen van de diagnose longkanker met uitzaaiingen. Maar wat waren de gevolgen hiervan?
Nabestaanden stellen dat het ziekenhuis gehouden is tot betaling van de overlijdensschade conform het percentage aan overlevingskans.
Het gebeuren
Zowel de radioloog [op 12 januari 2016] als de internist [op 1 februari 2016] van het ziekenhuis hebben geconstateerd dat op de CT scan geen lymfkliervergroting te zien was. Achteraf ten onrechte. De patiënt blijkt kanker te hebben. Het ziekenhuis heeft aansprakelijkheid erkend voor de verkeerde uitslag. Vast staat dat de artsen niet hebben gehandeld zoals dat van een redelijk handelend en redelijk bekwaam arts mag worden verwacht. Het geschil gaat hier ook niet over.
De vraag is nu echter welke gevolgen het handelen van de artsen hebben voor de patiënt.
Vragen die van belang zijn:
- Om welk soort tumor ging het;
- het stadium van de kanker;
- het moment waarop, als de medische fout niet was gemaakt, de diagnose gesteld kon worden;
- als de medische fout niet was gemaakt welke behandeling dan plaats had kunnen vinden;
- wat de overlevingskansen dan waren geweest.
Een gerechtelijk deskundige beoordeelt deze vragen.
Conclusie deskundige
Het betreft hier een vorm van longkanker en helaas een snelgroeiende tumor. Er was al sprake van uitzaaiingen, stadium IIIb. De
diagnose had echter zonder medische fout al gesteld kunnen worden op 4 februari 2016. Nu het om een snelgroeiende tumor ging is de tijd van groot belang. Chemoradiotherapie had al op 4 februari 2016 gestart kunnen worden.
Verwachte resultaat chemoradiotherapie zonder medische fout
Helaas is de patiënt op 20 maart 2016 overleden als gevolg van een verstikking. Volgens de deskundige had door een tijdige behandeling dit
voorkomen kunnen worden. Immers als de juiste behandeling tijdig was gestart zou de tumor geslonken zijn. Hierdoor zou de tumor ook niet meer drukken op de bloedvaten en luchtwegen.
Volgens de deskundige zou de patiënt ook overlevingskansen hebben gehad als de diagnose
gelijk goed was gesteld. De deskundige verwijst naar een tabel waarin de overlevingskansen beschreven staan bij soortgelijke diagnoses.
Beslissing rechtbank
De rechtbank beslist dat indien door de betrokken artsen juist was gehandeld de patiënt:
-later dan op 20 maart 2016 overleden was;
-in de periode tot 20 maart 2016 minder ernstig en minder lang pijn zou hebben geleden;
-niet op 20 maart 2016 aan een verstikkingsdoor zou zijn overleden;
-overlevingskansen zou hebben gehad overeenkomstig de door de deskundigede overlegde tabel.
Het ziekenhuis is daarom gehouden de
overlijdensschade aan de nabestaanden te vergoeden.
Het betreft dan een percentage van de schade op basis van de percentages uit, de door de deskundige overlegde, tabel.
Volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:7357
[post_title] => Gevolgen gemiste diagnose kanker
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gevolgen-gemiste-diagnose-kanker
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-04-21 12:37:28
[post_modified_gmt] => 2022-04-21 10:37:28
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29994
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 30021
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-04-20 16:27:37
[post_date_gmt] => 2022-04-20 14:27:37
[post_content] => De radiozender
Q-music is sinds 2005 niet meer weg te denken van de Nederlandse radio. Je zou denken dat Q-music deze naam dan ook ongehinderd mag gebruiken. Niets blijkt minder waar te zijn, aldus de
voorzieningenrechter te Amsterdam.
Q-Dance heeft ouder(e) handelsnaam en merk
Ten tijde van de oprichting van Q-music bestond er namelijk (sinds 1999) een andere partij in de muziekindustrie die handelde onder de naam ‘
Q-Dance’. Q-Dance had dus destijds, en nu nog steeds, een ouder
handelsnaamrecht op de naam Q-dance. Ook heeft Q-dance een
merkregistratie voor het
merk Q-dance, waardoor zij een
alleenrecht heeft op het gebruik van die naam voor onder andere
muziekevenementen.
Co-existentieovereenkomst in 2005
In 2005 heeft Q-Dance bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam Q-music voor de radiozender. Het publiek zou
verward kunnen raken dat Q-Dance en Q-music aan elkaar gelinkt waren.
Om dit verwarringsgevaar te voorkomen, hebben Q-Dance en Q-music
een co-existentieovereenkomst gesloten. Daarin is afgesproken dat Q-music de naam tóch mag gebruiken voor haar radiozender én reclame mag maken voor
events van Q-music. Het werd Q-music daarbij wel verboden om zich te
richten op het dance-segment.
Q-Dance vs. Q-music in 2022
Vanaf eind oktober 2021 kondigt Q-music aan dat zij gedurende de zaterdagnacht een programmering krijgt, waarbij meerdere (bekende)
artiesten uit het dance-segment te horen zijn. Q-Dance is dan ook van mening dat Q-music de co-existentieovereenkomst heeft geschonden.
De rechter oordeelt dat de co-existentieovereenkomst inderdaad
is geschonden. Q-music wordt een verbod opgelegd om deze dance-programmering voort te zetten.
Moraal: Laat je adviseren bij een handelsnaam- of merkenrechtgeschil
Q-music lijkt zichzelf de das te hebben omgedaan
door deze co-existentieovereenkomst met Q-Dance te sluiten. De namen lijken op het ‘Q-‘ gedeelte na zowel visueel, fonetisch als begripsmatig (ook al is Dance een bepaald muziekgenre) niet op elkaar. De vraag is dan ook óf er wel sprake was van
verwarringsgevaar en óf deze co-existentieovereenkomst wel gesloten had hoeven te worden.
Het is goed mogelijk dat Q-music toen dit geschil in 2005 ontstond al
flink had geïnvesteerd in de naam Q-music. Mogelijk dat ze daarom eieren voor haar geld heeft gekozen en deze overeenkomst heeft gesloten om een (onzekere) procedure te voorkomen.
Voorkomen is beter dan genezen
Wij zien in de praktijk vaak dat de mooiste merknamen worden bedacht door
marketing en-/of reclamebureaus. Daarbij wordt wel eens
vergeten om te onderzoeken of de verzonnen naam
inbreuk maakt op een naam van een ander óf dat de verzonnen naam
überhaupt beschermd kan worden tegen kopieergedrag van anderen.
Door een
merkonderzoek uit te (laten) voeren, kun je veel gedoe voorkomen. Zo kun je voorkomen je dat je een naam waarin je investeert niet (meer) mag gebruiken. Wij kunnen dit merkonderzoek voor u verrichten.
Vragen?
Wilt u meer informatie? Of bent u een marketing- en/of reclamebureau dat zich bezighoudt met merkontwikkeling? Neem dan vrijblijvend contact op. Ook kun je meer informatie vinden op
de pagina merken- en modellen.
[post_title] => Rechter roept dance-programmering van Q-music halt toe: hoe zit het?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechter-roept-dance-programmering-van-q-music-halt-toe-hoe-zit-het
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:07:31
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:07:31
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30021
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 30000
[post_author] => 67
[post_date] => 2022-04-20 10:43:54
[post_date_gmt] => 2022-04-20 08:43:54
[post_content] =>
Verkorting wettelijke betaaltermijn
De maximale wettelijke betaaltermijn van grote ondernemingen aan het mkb wordt verkort naar
30 dagen. De Tweede Kamer heeft op 15 maart 2022
het wetsvoorstel om de betalingstermijn van het grootbedrijf aan het mkb te verkorten van 60 naar 30 dagen aangenomen. De wet is op 13 april gepubliceerd en treedt waarschijnlijk per
1 juli 2022 in werking.
De nieuwe wet bepaalt dat grote ondernemingen
geen langere betaaltermijn dan 30 dagen kunnen overeenkomen met mkb-ondernemingen. Wanneer partijen (na inwerkingtreding van de wet) een langere betaaltermijn overeenkomen, dan is die termijn nietig en geldt automatisch een betaaltermijn van 30 dagen.
Indien grote ondernemingen in strijd met de nieuwe wet, bijvoorbeeld, pas na 45 dagen betalen, dan zijn zij
wettelijke handelsrente verschuldigd over 15 dagen (de termijn die de 30 dagen overschrijdt). De wettelijke handelsrente bedraagt 8%. De mkb-onderneming dient binnen vijf jaar aanspraak te maken op de wettelijke handelsrente. De verkorte betaaltermijn geldt alleen voor grote ondernemingen. Mkb-ondernemingen mogen dus langere betaaltermijnen blijven hanteren.
Aanpassen bedrijfsvoering
De verkorte betaaltermijn van 30 dagen geldt (vanaf inwerkingtreding van de wet) direct voor
nieuwe overeenkomsten. Bestaande overeenkomsten hoeven niet direct aangepast te worden. Grote ondernemingen hebben (vanaf inwerkingtreding van de wet)
één (1) jaar de tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe regeling.
Meldpunt achterstallige betalingen
U kunt helpen om
inzicht te krijgen in het betaalgedrag van grote ondernemingen. In januari 2022 heeft de Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’) een tijdelijk ‘
Meldpunt achterstallige betalingen’ geopend. Bij het meldpunt kunt u tot 23 januari 2023 een anonieme melding doen van achterstallige betalingen, indien:
- Uw onderneming kwalificeert als mkb-onderneming.
- Uw onderneming goederen of diensten heeft geleverd aan een grote onderneming.
- De betaaltermijn van uw factuur is verstreken en de factuur niet wordt betwist.
Hoe weet ik of mijn onderneming kwalificeert als mkb-onderneming? Uw onderneming kwalificeert als mkb-onderneming, indien twee van de drie volgende punten van toepassing zijn op uw onderneming:
- Is de totale waarde van de activa minder dan 20 miljoen euro?
- Draait uw onderneming minder dan 40 miljoen euro omzet per jaar?
- Heeft uw onderneming minder dan 250 werknemers in dienst?
Vragen?
Heeft u vragen over de nieuwe regeling of
hulp nodig bij incasso of het opstellen en/of beoordelen van overeenkomsten, neem dan contact op met één van onze advocaten van het
team Ondernemingsrecht.
[post_title] => De betaaltermijn voor grote ondernemingen wordt verkort
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-betaaltermijn-voor-grote-ondernemingen-wordt-verkort
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-04-20 10:43:54
[post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:43:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30000
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 29992
[post_author] => 10
[post_date] => 2022-04-20 10:28:55
[post_date_gmt] => 2022-04-20 08:28:55
[post_content] =>
Aanbesteden van een opdracht
In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten
aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht voor diensten over de huur van andere onroerende zaken. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich recent moeten buigen over de vraag of een overeenkomst van de gemeente Leeuwarden met de Stichting Beheer Stadsring Leeuwarden (hierna: SBSL) met betrekking tot het gebruik van het glasvezelnetwerk, genaamd De Stadsring Leeuwarden, onder die
uitzondering valt.
Hof: kwalificatie huurovereenkomst
Het hof heeft in zijn
uitspraak geoordeeld dat gemeente Leeuwarden
geen beroep toekomt op de uitzondering van artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 en dat de opdracht in beginsel had moeten worden aanbesteed.
De vraag of een te gunnen overheidsopdracht kan worden gekwalificeerd als huur van een onroerende zaak in de zin van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012, moet worden beantwoord aan de hand van het recht van de Unie. De juridische kwalificatie van de opdracht naar Nederlands recht, is
niet relevant. Ook het door de gemeente zelf benoemen van de overeenkomst als huur, is zonder belang.
In het
kort geding slaagt de gemeente er niet in de stelling van de eisende partij Eurofiber te weerleggen dat de ‘huurovereenkomst’ in de kern ziet op de behoefte aan diensten als glasvezelconnectiviteit en dataverkeer en niet de huur van onbelichte glasvezels. Daarbij komt dat alle bijkomende diensten die nodig zijn om het glasvezelnetwerk te gebruiken door de gemeente ook worden ingekocht bij de dezelfde partij SBSL.
Het hof gaat uit van een ’
gemengde overeenkomst’ waarvan het hoofdonderwerp niet kale huur is maar glasvezelconnectiviteit zodat de gehele opdracht vanwege haar waarde Europees had moeten worden aanbesteed.
Conclusie
De uitzondering op het moeten aanbesteden van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012 geldt alleen bij ‘kale huur’.
Bijkomende diensten staan daar los van en kunnen leiden tot een aanbestedingsplicht in
twee situaties. Ten eerste als die andere diensten objectief gezien niet van de huur kunnen worden gescheiden terwijl die andere diensten het hoofdvoorwerp van de ‘huurovereenkomst’ vormen. Ten tweede als die andere diensten wél objectief van huur zijn te scheiden terwijl die diensten op zichzelf een waarde boven de relevante Europese drempel hebben.
Heeft u vragen? Neem gerust contact met
mij op.
[post_title] => Huur en aanbesteden
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => huur-en-aanbesteden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-04-20 10:28:55
[post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:28:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=29992
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 30135
[post_author] => 2
[post_date] => 2022-05-03 09:51:49
[post_date_gmt] => 2022-05-03 07:51:49
[post_content] =>
Het Brabants Dagblad opende vrijdag 29 april jl. met de vraag of
Heesen Yachts uit Oss kopje ondergaat door haar Russische eigenaar. De jachtenbouwer zou snel af willen van baas Vagis Alekperov maar de notaris zou dwarsliggen. Het is echter de vraag of Heesen de banden met de eigenaar serieus wil verbreken. Dat blijkt in ieder geval niet uit het voor de Rechtbank Amsterdam gevoerde kort geding waarin op
28 april 2022 uitspraak werd gedaan.
Belang onderneming
Heesen voerde in het kort geding twee sterke argumenten aan die de notaris en de rechter moesten bewegen medewerking te verlenen aan de voorgenomen transactie. Ten eerste zou het
faillissement van de scheepswerf, waardoor de werkgelegenheid van ongeveer 1000 medewerkers in gevaar zou komen en ook toeleveranciers de dupe zouden worden, onvermijdelijk zijn als de Russische eigenaar op de nieuwe EU sanctielijst zou komen te staan. Als tweede argument werd aangevoerd dat de vennootschap om die reden een groot en spoedeisend belang zou hebben om zo snel als mogelijk haar banden te verbreken met haar Russische eigenaren. Maar wat hield die transactie nu precies in? De bedoeling is om alle aandelen te verkopen en te leveren aan een nog op te richten Stichting Continuïteit. Die stichting zou de koopprijs schuldig blijven en die zou worden omgezet in een lening. Gelet op deze grote belangen zou je verwachten dat volledige opening van zaken gegeven zou worden. Maar dat gebeurt niet, zodat het vonnis van de Rechtbank Amsterdam om de notaris geen opdracht te geven zijn medewerking te verlenen, niet als een verrassing komt.
Uitspraak rechtbank
De rechtbank overweegt dat met de voorgenomen transactie op dit moment geen sancties overtreden worden maar dat de notaris toch haar medewerking heeft geweigerd omdat zij geen medewerking kan verlenen aan transacties die potentieel bijdragen aan het ontwijken van maatregelen en sancties. De rechtbank stelt ook vast dat niet is tegengesproken dat de eigenaar van Heesen behoort of behoorde tot de inner circle van de Russische president Poetin en dat de reële mogelijkheid bestaat dat hij (op korte termijn) op de
sanctielijst van de EU komt te staan. De rechtbank begrijpt dan ook dat de notaris een redelijke overtuiging of een redelijk vermoeden kon hebben van het schenden of omzeilen van sancties. Maar ook de voorgenomen verkoop van aandelen aan de stichting en het gebrek aan informatie speelt een rol. De rechtbank overweegt dat geen nadere stukken of argumenten zijn ingebracht en met name dat de concept stukken van de voorgenomen transactie ontbreken. Hoe valt dan te controleren dat het geen schijnconstructie is? Door Heesen is in het
kort geding gesteld dat de Russische eigenaren na de voorgenomen transactie geen enkele zeggenschap meer zouden hebben in de onderneming. De rechtbank overweegt daarover terecht dat of dit juist is (en of zij niet toch een financieel belang houden), door het ontbreken van relevante stukken, niet kan worden vastgesteld.
Geen verbreking van de banden
Het is de bedoeling dat de koopprijs schuldig gebleven wordt door middel van een lening. Daarmee houden de Russische eigenaren toch grip op en de controle over de onderneming. We kennen de stukken niet, maar een lening wordt in de regel niet op de blauwe ogen verstrekt. Het is gebruikelijk dat de verkoper/geldschieter zekerheden bedingt voor het geval dat de lening niet of niet tijdig wordt terugbetaald. Denk aan een
pandrecht op de aandelen. Door uitwinning van die aandelen zouden de Russische eigenaren weer (indirect) de economische en juridische zeggenschap over de onderneming kunnen krijgen. Ook is geen openheid van zaken gegeven over de personen die de Stichting Continuïteit zouden gaan besturen. De continuïteit van de scheepswerf en met name het voortbestaan van de werkgelegenheid van ongeveer 1000 medewerkers is een terecht punt van zorg, maar die belangen worden niet gediend in het geval dat een onduidelijk en onvolledig verhaal gepresenteerd wordt en geen echte opening van zaken gegeven wordt. Als het echt om het voortbestaan van de onderneming en de werkgelegenheid gaat zou het logischer zijn geweest meer transparantie te betrachten. Ook zouden de aandelen en de zeggenschap overgedragen kunnen worden aan een partij die niet op enige sanctielijst vermeld staat en zouden de banden in ieder geval onvoorwaardelijk verbroken moeten worden. Of die partij te vinden is en of dat haalbaar is, is vanzelfsprekend een andere vraag.
Kim Albert, advocaat te 's-Hertogenbosch bij BG.legal.
[post_title] => Onderneming en personeel Heesen hebben recht op transparantie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => onderneming-en-personeel-heesen-hebben-recht-op-transparantie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-05-03 09:51:49
[post_modified_gmt] => 2022-05-03 07:51:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30135
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1413
[max_num_pages] => 142
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 5d49d996c3da1c9086929634f04d24de
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Het Brabants Dagblad opende vrijdag 29 april jl. met de vraag of Heesen Yachts uit Oss kopje ondergaat door haar Russische eigenaar. De jachtenbouwer zou snel af willen van baas...
Lees meer
De pre-pack is een onderwerp dat in de herstructureringspraktijk al jaren ter discussie staat. Met een pre-pack wordt een doorstart vanuit faillissement al voorafgaand aan dat faillissement voorbereid. De afgelopen...
Lees meer
De rechtbank Amsterdam heeft op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en een aantal betrokkenen in een beschikking Siewert van Lienden en Bernd Damme geschorst als bestuurders van de Stichting...
Lees meer
Niet alleen de situatie in Oekraïne en de fors gestegen bouwkosten, waar eerder aandacht aan werd besteed in de blog ‘Risico’s afdekken tegen prijsstijgingen bouw’, zorgen voor grote onzekerheden in...
Lees meer
In een recente uitspraak van 30 maart 2022 oordeelt de kantonrechter dat het vorderingsrecht (c.q. de aanspraak) op NOW-subsidie niet overdraagbaar is. De aard van het vorderingsrecht verzet zich daar...
Lees meer
Het kabinet komt met een tijdelijke subsidieregeling voor zorgmedewerkers die twee jaar na hun covid-besmetting nog steeds klachten ondervinden. Ziekte door longcovid bij zorgpersoneel Een gedeelte van de zorgmedewerkers zijn,...
Lees meer
Zou patiënt overlevingskansen hebben gehad indien hij juist was behandeld door zijn artsen? Onzorgvuldig handelen van de arts staat vast, namelijk het missen van de diagnose longkanker met uitzaaiingen. Maar...
Lees meer
De radiozender Q-music is sinds 2005 niet meer weg te denken van de Nederlandse radio. Je zou denken dat Q-music deze naam dan ook ongehinderd mag gebruiken. Niets blijkt minder...
Lees meer
Verkorting wettelijke betaaltermijn De maximale wettelijke betaaltermijn van grote ondernemingen aan het mkb wordt verkort naar 30 dagen. De Tweede Kamer heeft op 15 maart 2022 het wetsvoorstel om de...
Lees meer
Aanbesteden van een opdracht In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht...
Lees meer