Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 51
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 51
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1310
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 500, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 26635
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2021-08-12 09:50:12
                    [post_date_gmt] => 2021-08-12 07:50:12
                    [post_content] => Er zijn verschillende manier om een onderneming te eindigen. Als er geen baten te verwachten zijn, dan volstaat een beslissing van de aandeelhouders om tot ontbinding over te gaan. Dit wordt ook wel ‘turboliquidatie’ genoemd. Schuldeisers van de onderneming blijven in dat geval met een onverhaalbare vordering achter. De angst bestaat dat de turboliquidatie misbruik in de hand werkt, omdat een financiële verantwoordingsverplichting ontbreekt. Ook is er geen derde, zoals een curator bij faillissement, die nagaat of betaling niet alsnog mogelijk is. Bovendien bestaat de verwachting dat meer ondernemingen die getroffen zijn door de Corona-uitbraak van de turboliquidatie gebruik willen maken.

Om misbruik te voorkomen ligt er een nieuw wetsvoorstel, ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ genaamd. Het wetsvoorstel stelt nieuwe tijdelijke eisen aan het gebruik maken van de turboliquidatie. De consultatieperiode is inmiddels afgelopen. Hieronder zetten wij de wijzigingen uiteen.

Financiële verantwoording

Het bestuur van de onderneming dient in de toekomst financiële verantwoording af te leggen over de ontbinding van de rechtspersoon en de eventuele voorafgaande feitelijke vereffening. Dat betekent dat het bestuur de volgende documenten moet opstellen en deponeren:
  1. een (slot)balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden;
  2. een schriftelijke toelichting waaruit de oorzaak blijkt van het ontbreken van baten en het bestaan van eventuele schulden;
  3. een slotuitdelingslijst als er voorafgaand aan de ontbinding schuldeisers zijn betaald met indeling van de schuldeisers volgens de wettelijke rangorde;
  4. nog niet gepubliceerde jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren.
Het bestuur dient de schuldeisers van de onderneming over deze stukken te informeren.

Bestuursverbod

Een tweede wijziging betreft de mogelijkheid tot het opleggen van een civielrechtelijk bestuursverbod voor de duur van vijf jaar. Dit risico bestaat als één of meer bestuurders zich schuldig hebben gemaakt aan:
  1. het niet hebben voldaan aan de nieuwe deponeringsverplichtingen die hiervoor staan vermeld, of;
  2. één of meerdere schuldeisers doelbewust hebben benadeeld, of;
  3. het in de voorgaande twee jaren vaker betrokken is geweest bij turboliquidaties, waarbij verwijtbaar schulden zijn achtergelaten.

Tot slot

Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ in werking zal treden. Ook heeft de wet vooralsnog een tijdelijk karakter van twee jaar na inwerkintreding. De wet biedt de mogelijkheid om de duur te verlengen. Denkt u eraan om de onderneming te beëindigen en heeft u te maken met schulden, dan is het raadzaam tijdig advies in te winnen om een plan op te stellen. Naast de turboliquidatie bestaan er nog andere mogelijkheden om de onderneming te doen eindigen, zoals het aanvragen van een faillissement of het ontbinden na een schuldeisersakkoord, zoals de WHOA. Bij vragen of advies kunt u gerust contact met ons opnemen. [post_title] => Tijdelijke wetswijziging turboliquidatie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tijdelijke-wetswijziging-turboliquidatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:38:06 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:38:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26635 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 26594 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-08-09 11:12:02 [post_date_gmt] => 2021-08-09 09:12:02 [post_content] => De rechtbank Rotterdam heeft in een bestuursrechtelijke uitspraak geoordeeld dat verzoekster recht heeft op toekenning van een vergoeding voor immateriële schade nu B&W van Rotterdam 10 jaar lang in strijd met de AVG medische gegevens van verzoekster heeft bewaard en verwerkt en daardoor het recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer is geschonden. Onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak waarin schadevergoeding van € 500,- was toegekend voor een kortdurende onrechtmatige verwerking van medische gegevens, brengt de hier aan de orde zijnde periode de rechtbank tot een begrote schade van € 2.500,-

Beschouwing van het recht op immateriële schadevergoeding

Voorop wordt gesteld dat in het bestuursrecht waar het schadevergoeding betreft aansluiting wordt gezocht bij het civiele recht. De enkele schending van een fundamenteel recht geeft in het civiele recht nog geen aanspraak op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank Rotterdam neemt voor de vraag of er immateriële schade is geleden tot uitgangspunt artikel 82 AVG in combinatie met artikel 6:106 lid 1 sub b BW. Wil er voldaan zijn aan de eisen die artikel 6:106 BW stelt moet zoals de Afdeling in voornoemde uitspraak heeft aangegeven, sprake zijn van aantasting van de eer of goede naam van betrokkene dan wel van aantasting van de persoon op andere wijze. De Afdeling sluit daarbij aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad.

Hoge raad

De Hoge Raad heeft de volgende uitgangspunten voor immateriële schadevergoeding geformuleerd. Van de in art. 6:106 lid 1, sub b BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze is in ieder geval sprake indien de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan, waartoe nodig is dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106 lid 1, sub b BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. In beginsel zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in art. 6:106 lid 1 sub b BW, is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.

Conclusie

De uitspraak van de rechtbank Rotterdam wekt de indruk dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer automatisch recht geeft op vergoeding van immateriële schade. Er kan worden afgevraagd of dit wel geheel overeenkomt met de aangehaalde rechtspraak van de Hoge Raad. Aan de andere kant, de Afdeling is duidelijk in het oordeel dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door schending van de toepasselijke privacywetgeving wordt aangemerkt als een aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 en sub b BW, die aanspraak geeft op vergoeding van immateriële schade. In die zin is de uitspraak van de rechtbank dus in lijn met de uitspraken van de Afdeling op het onderwerp van vergoeding van immateriële schade in het geval van het door bestuursorganen handelen in strijd met privacywetgeving, met name onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Rik Wevers [post_title] => Immateriële schadevergoeding bij schending privacy [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => immateriele-schadevergoeding-bij-schending-privacy [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-08-09 11:19:20 [post_modified_gmt] => 2021-08-09 09:19:20 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26594 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 26576 [post_author] => 16 [post_date] => 2021-08-06 09:06:49 [post_date_gmt] => 2021-08-06 07:06:49 [post_content] => Een patiënte heeft in 2010 en in 2013 knieoperaties ondergaan. Volgens patiënte zijn hierbij fouten gemaakt door de arts waardoor de operaties niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Patiënte stapt naar de rechter. De patiënte onderbouwt haar stelling met een éénzijdig deskundigenrapport. De kliniek bestrijdt dat er fouten zijn gemaakt.

Oordeel rechter éénzijdig rapport

De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat het éénzijdige partijrapport van de betreffende patiënte onvoldoende is om te kunnen beoordelen of er sprake is van een medische fout en beslist dat  daarom een onafhankelijk deskundigenonderzoek nodig is. Rechtbank Midden Nederland beslist op 26 mei 2021 over de vraagstelling aan de deskundige.

Feitelijke en/of normatieve vragen aan de deskundige?

Eiseres [patiënte] pleit ervoor dat aan de deskundige alleen vragen worden gesteld die de rechter feitelijke informatie verschaffen over de medische praktijk en het handelen van de betrokken arts en dat aan de deskundige geen normatief oordeel wordt gevraagd. De rechtbank is het hier mee eens en zal aan de deskundige niet met zoveel woorden vragen of is gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Dit is de bekende maatstaf om te kunnen oordelen of er sprake is van een medische fout. Om te kunnen beoordelen of sprake is van een medische fout is het voor de rechtbank wel noodzakelijk  de deskundige te vragen naar de professionele standaard en /of de gangbare inzichten, opvattingen en gebruiken in de beroepsgroep op het moment van de operatie. De rechter zal met de feitelijke antwoorden van de deskundige het handelen van de arts zelf toetsen aan de [aldus juridische] maatstaf: “is er gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht

Vragen over eventuele gevolgen

In dit stadium van de procedure,  waar het gaat om de vraag naar aansprakelijkheid, zal de rechtbank geen vragen voorleggen aan de deskundige die toezien op de vraag naar de gevolgen van de eventuele  medische fout.

Papieren onderzoek

De rechtbank acht het niet nodig dat de deskundige de eiseres onderzoekt nu in deze zaak vragen worden gesteld aan de deskundige over het medisch handelen. In dit geval laat de rechtbank het aan de deskundige over of hij voor zijn onderzoek nodig vindt eiseres te zien of onderzoeken.

Conclusie

De vraag of er is gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht is een juridische vraag en hoor niet thuis bij de deskundige. De deskundige zal wel feitelijke informatie moeten verschaffen waarmee deze juridische vraag [door de rechter] kan worden beantwoord. De patiënte hoeft in principe niet gezien te worden nu er in dit stadium vragen worden gesteld over het medisch handelen. Uitspraak; ECLI:NL:RBMNE:2021:2823 Edith de Koning [post_title] => Deskundigenonderzoek na vermeende medische fout bij knieoperatie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => deskundigenonderzoek-na-vermeende-medische-fout-bij-knieoperatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-08-06 09:06:49 [post_modified_gmt] => 2021-08-06 07:06:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26576 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 26568 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-08-05 10:34:41 [post_date_gmt] => 2021-08-05 08:34:41 [post_content] => In deel 1 van mijn blogs over de klassenindeling stond ik onder meer stil bij een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 3 maart 2021. In deze uitspraak kreeg de bank volgens de rechtbank terecht een ongelijke behandeling, omdat de schuldenaar bij de voortzetting van de onderneming afhankelijk is van het krediet dat de bank verstrekt. Zonder voortzetting van deze relatie volgt een faillissement en komt de minder bedeelde klasse in een nog nadeligere positie te verkeren.[1]

Rechtbank Den Haag 27 juli 2021

Ook een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 23 juli 2021 laat zien dat een bank toch snel een bijzondere positie inneemt bij een WHOA-akkoord.[2] In deze casus wenst de schuldenaar de positie van de bank te wijzigen. De bank heeft een vordering van € 248.426, waarvan een bedrag van € 224.000 door pandrechten is gesecureerd. In het voorstel van de schuldenaar krijgt de bank als concurrente crediteur haar vordering volledig betaald, maar dient zij wel uitstel van aflossingen toe te staan en krediet te verschaffen. De overige concurrente schuldeisers krijgen daarentegen een voorstel tot betaling van 14% van de openstaande vordering. Als redelijk grond voor de ongelijke behandeling van de bank (voor het ongesecureerde deel van haar vordering) ten opzichte van de concurrente schuldeisers voert de schuldenaar het volgende aan. De schuldenaar stelt dat de concurrente schuldeisers niet in hun belangen worden geschaad. Het behoud van de bank als huisbankier zou namelijk essentieel zijn om de onderneming te kunnen voortzetten. Dit maakt het akkoord en het voorstel aan de concurrente schuldeisers mogelijk. Bovendien levert de bank een marktconforme tegenprestatie in de vorm van het verschaffen van krediet. Verder duldt de bank een nieuwe financier naast zich. Ten slotte hebben ook crediteuren in andere klassen aangegeven bereid te zijn akkoord te gaan, mits de bank haar positie als huisbankier behoudt. De rechtbank is met de schuldenaar van oordeel dat er in het geval van de bank sprake is van een redelijke grond voor de ongelijke behandeling. De minder bedeelde klasse wordt ook niet in haar belangen geschaad. In een scenario waarin de bank zou worden uitgekocht, kan deze minder bedeelde klasse namelijk geen hogere uitkering tegemoet zien. Bovendien is zonder medewerking van de bank een faillissement onafwendbaar.

Conclusie

Recente voorbeelden in de jurisprudentie laten zien dat noodlijdende ondernemingen enorm afhankelijk zijn van de bank (of financier), zeker bij het aanbieden van een akkoord. Deze afhankelijkheid kan makkelijker gebruikt worden om de bank in een eigen (gunstigere) klasse in te delen dan de overige (concurrente) schuldeisers. Essentieel is dat de aanbieder van het akkoord kan motiveren dat de minder bedeelde klasse niet in haar belangen wordt geschaad en er een redelijke grond is voor het onderscheid.

Tot slot

Het maken van een klassenindeling is een belangrijke- en soms ook moeilijke puzzel bij de voorbereiding van een akkoord. Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, maar de WHOA biedt ruimte om van dit uitgangspunt af te wijken. Neem vrijblijvend contact met ons op:
  • Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming?
  • Worstelt u met de klassenindeling?
  • Wenst u een offerte te krijgen voor de rol als herstructureringsdeskundige?
  • Wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten?
[1] Rb Rotterdam 3 maart 2021 ECLI:NL:RBROT:2021:1769 [2] Rb Den Haag 23 juli 2021 ECLI:NL:RBDHA:2021:8121 [post_title] => De klassenindeling bij de WHOA (2) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-klassenindeling-bij-de-whoa-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:41:45 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:41:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26568 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 26536 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-08-02 10:02:40 [post_date_gmt] => 2021-08-02 08:02:40 [post_content] => In de voorbereiding van een WHOA-akkoord vormt de klassenindeling van de schuldeisers een belangrijke puzzel. De wet schrijft voor dat schuldeisers die bij vereffening of faillissement dezelfde rechten hebben ook bij een akkoord een gelijke behandeling horen te krijgen.[1] Zo kunnen we preferente schuldeisers van concurrente schuldeisers onderscheiden, maar binnen de groep van concurrente schuldeisers ook een onderscheid maken tussen bijvoorbeeld schuldeisers met zekerheidsrechten en zonder zekerheidsrechten. Er kunnen echter omstandigheden zijn waarin een schuldenaar meent in het WHOA-akkoord toch een onderscheid te moeten maken tussen concurrente schuldeisers die ogenschijnlijk aan elkaar gelijk zijn. Zo’n ongelijke behandeling is toelaatbaar als de groep concurrente crediteuren in de minder bedeelde klasse met de vereiste meerderheid instemt met het akkoord. Deze meerderheid is bereikt als 2/3e van het totaal van de schulden van de betreffende klasse instemt. Als de minder bedeelde klasse niet met de vereiste meerderheid instemt, bestaat er nog een mogelijkheid om het akkoord toch te laten homologeren. Een ongelijke behandeling is namelijk toegestaan als hiervoor een redelijke grond bestaat en het akkoord de minder bedeelde klasse niet in haar belangen schaadt. Zo oordeelde de Rechtbank Rotterdam in haar zaak dat de bank terecht een ongelijke behandeling kreeg, omdat de schuldenaar bij de voortzetting van de onderneming afhankelijk is van het krediet dat de bank verstrekt. Zonder voortzetting van deze relatie volgt een faillissement en komt de minder bedeelde klasse in een nog nadeligere positie te verkeren.[2]

Tot slot

Het maken van een klassenindeling is een belangrijke- en soms ook moeilijke puzzel. Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, maar de WHOA biedt ruimte om van dit uitgangspunt af te wijken. Neem vrijblijvend contact met ons op:
  • Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming?
  • Worstelt u met de klassenindeling?
  • Wenst u een offerte te krijgen voor de rol als herstructureringsdeskundige?
  • Wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten?
[1] Zie art. 374 lid 1 Fw [2] Rb Rotterdam 3 maart 2021 ECLI:NL:RBROT:2021:1769 [post_title] => De klassenindeling bij de WHOA [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-klassenindeling-bij-de-whoa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:43:27 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:43:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26536 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 26479 [post_author] => 57 [post_date] => 2021-07-23 16:44:07 [post_date_gmt] => 2021-07-23 14:44:07 [post_content] => Tegenwoordig is het niet meer raar om in de stad meerdere maaltijdbezorgers tegen te komen die een blauwe, roze, groene of oranje tas op hun rug hebben. Deliveroo is één van de platformen die bezorgdiensten aanbiedt aan restaurants zodat zij alleen de maaltijd hoeven te maken en zich niet druk hoeven te maken om de bezorging. In eerste instantie hadden de bezorgers van Deliveroo een arbeidsovereenkomst waarin een minimumloon was opgenomen, maar per februari 2018 besloot Deliveroo om alle overeenkomsten niet meer te verlengen. In plaats daarvan moesten bezorgers zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel met een eenmanszaak. Ze kregen dan van Deliveroo een overeenkomst van opdracht. FNV is hierop een rechtszaak begonnen tegen Deliveroo om een verklaring voor recht te krijgen dat deze overeenkomst van opdracht eigenlijk een arbeidsovereenkomst is. De kantonrechter gaf FNV gelijk en ook in hoger beroep kreeg FNV van het gerechtshof Amsterdam gelijk. De uitspraak vond plaats op 16 februari 2021. De uitspraak bevat een interessante toelichting op de drie eisen voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst: het gedurende een zekere tijd verrichten persoonlijke arbeid, het bestaan van een gezagsverhouding en het ontvangen van loon.

Het AI-systeem van Deliveroo: Frank

Om de overwegingen van het hof te begrijpen, is belangrijk om eerst te bekijken hoe de bezorgers van Deliveroo aangestuurd worden. Deliveroo heeft een systeem, genaamd Frank, dat alle maaltijdbezorgingen plant en de betalingen regelt. Dit gebeurt op basis van onder andere de locatie van de bezorger ten opzichte van het restaurant, het voertuigtype van de bezorger en de geschatte bezorgtijd. Als een bezorger inlogt, kan Frank hem een bezorging aanbieden. Een bezorger kan een aanbod weigeren en zich in theorie ook laten vervangen door een ander, als de bezorging maar op tijd gebeurt. Deliveroo geeft aan dat Frank cruciaal is voor het functioneren van haar organisatie en voor veel bezorgers geldt dat ze meer interactie met Frank hebben dan met een medewerker van Deliveroo. Naast het toewijzen van bezorgingen, verzamelt Frank ook de locatiegegevens van bezorgers om deze te delen met de klant en het restaurant.

Gezagsverhouding

Het hof oordeelt dat, anders dan Deliveroo beweert, maaltijdbezorging een kernactiviteit van Deliveroo is. Dat is een relatief eenvoudige activiteit waarbij weinig specifieke aanwijzingen nodig zijn. Wel houdt Deliveroo de huidige locaties van al haar bezorgers bij. Ook is er een maximumtijd voor iedere bezorging, meestal 30 minuten, waardoor de bezorger wordt gedwongen om de kortste route te nemen. Door dit tijdslimiet is het praktisch gezien onmogelijk om je te laten vervangen door een ander. Verder wijzigt Deliveroo de relatie tussen haarzelf en haar bezorgers bijna eenzijdig, op basis van take it or leave it, en ook het systeem voor het verdelen van bezorgingen wordt eenzijdig veranderd. Dit wijst volgens het hof op het bestaan van een arbeidsrelatie.

Loon

Om te zorgen dat bezorgers geen btw af hoeven te dragen, is er een maximum inkomen opgenomen in de reguliere overeenkomst van opdracht. Hierdoor mogen ze niet meer dan 40% van het minimumloon verdienen. Er is ook een specifieke overeenkomst, de onbeperkte overeenkomst van opdracht, waarmee wel meer gewerkt mag worden. Er moet dan wel btw worden afgedragen door de bezorger. Niet alleen bepaalt Deliveroo hoeveel bezorgers per maand mogen verdienen, ook past ze regelmatig de beloning per bezorgde maaltijd aan. Vanaf 2019 betaalde Deliveroo € 3,90 of € 4,80 per bezorging. De bezorgers die geen BTW afdroegen verdiende gemiddeld tussen de € 11,- en € 13,- per gewerkt uur en zijn voor de belastingdienst geen ondernemers. Standaard krijgen de bezorgers van Deliveroo eens in de twee weken automatisch het verschuldigde bedrag uitbetaald zonder daarvoor een factuur te hoeven sturen. Het hof oordeelt dat de reguliere overeenkomst wijst op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst aangezien de wijze van de loonbetaling veel weg heeft van een arbeidsovereenkomst.

Persoonlijke arbeid

Deliveroo stelt dat geen sprake is van een verplichting tot persoonlijke arbeid, omdat bezorgers de bezorging door een ander uit mogen laten voeren. Het hof gaat hier niet volledig in mee. Hoewel het hof constateert dat bezorgingen soms door een ander worden uitgevoerd, mag een bezorger desondanks maar één maaltijd per keer bezorgen. Het is dus niet mogelijk om een opdracht uit te besteden en daarnaast een tweede opdracht te accepteren of opdrachten zelf te herverdelen binnen een groep. Daarom oordeelt het hof dat dit geen sterke indicatie is om het bestaan van een arbeidsovereenkomst uit te sluiten.

Conclusie

Zowel de kantonrechter als het hof geven FNV gelijk. Dat betekent dat alle bezorgers met een ‘regular’ overeenkomst in ieder geval werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Het was geen vereiste dat  de bezorgers specifieke instructies ontvingen van een medewerker van Deliveroo, de opdrachten van Frank en de eisen die aan bezorgingen werden gesteld waren voldoende om te spreken van werkgeversgezag. De uitbetaling van het loon van de bezorgers wees ook op het bestaan van een arbeidsrelatie. Hoewel geen sprake is van een strikte verplichting tot persoonlijke arbeid,  oordeelde het hof toch dat de mogelijkheden tot vervanging zodanig beperkt waren dat dit een arbeidsovereenkomst niet onmogelijk maakte. Uit deze uitspraak blijkt dat sprake kan zijn van een gezagsverhouding als een persoon via een digitaal platform opdrachten accepteert en vervolgens zelf weinig keuzeruimte heeft bij het uitvoeren van de opdracht. Het is voor het vereiste van gezag dus niet nodig dat een mens de opdrachten aan de werknemers geeft. Hierdoor kan een AI-systeem dus als het ware een leidinggevende worden.

AI en arbeidsrecht

Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef in overleg met Marlies Hol van de sectie arbeidsrecht. Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van de combinatie van arbeidsrecht en technologie. Eerder schreef Marlies Hol een interessant artikel over het intellectuele eigendom bij een arbeidsverhouding. Binnenkort volgen meer artikelen over deze combinatie.               [post_title] => Een AI-systeem als baas? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-ai-systeem-als-baas [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-01-02 12:08:33 [post_modified_gmt] => 2024-01-02 11:08:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26479 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 26446 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-07-23 08:48:57 [post_date_gmt] => 2021-07-23 06:48:57 [post_content] => Deze verplichting volgt uit de Europese Habitatrichtlijn. In de Wet natuurbescherming (Wnb) is deze verplichting niet goed geïmplementeerd. Deze wet regelt immers niet dat voorafgaand aan het nemen van een besluit op aanvraag inspraak wordt geboden. natuurvergunning               Overheden voorzien overigens wel al vaak in inspraak voorafgaand aan het verlenen van een natuurvergunning. Echter, uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 juli 2021 blijkt dat die inspraak niet vrijblijvend maar verplicht is. Rik Wevers [post_title] => Inspraak verplicht bij natuurvergunning [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inspraak-verplicht-bij-natuurvergunning [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-07-23 08:56:36 [post_modified_gmt] => 2021-07-23 06:56:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26446 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 26422 [post_author] => 39 [post_date] => 2021-07-20 16:22:43 [post_date_gmt] => 2021-07-20 14:22:43 [post_content] => Al van jongs af aan voorzag ik een toekomst in de advocatuur. Het wereldje, het pleiten en de rechtbank, dat vond ik wel wat. Maar goed, wat weet je nu écht op zo’n leeftijd. Achteraf ben ik blij dat ik ook daadwerkelijk de keuze heb gemaakt om in de advocatuur te gaan werken. De juridische vertaalslag maken, of het nu gaat om een advies of een procedure vind ik erg interessant. Ik probeer dan ook altijd mij zoveel mogelijk in te leven in de positie van mijn cliënt, of het nu gaat om een ondernemer of een particulier. Er speelt immers vaak veel meer dan het beperkte juridische kader, en goede kennis van partijen helpt hierbij. Dit wekt ook een bepaalde nieuwsgierigheid op. Ik haal er veel plezier uit om een goed processtuk te schrijven en de positie van mijn cliënt met overgave te verdedigen. De procespraktijk spreekt mij dan ook enorm aan. Het is, mede om die reden, dat ik mij ben gaan specialiseren in met name het huurrecht en het omgevingsrecht. Op zichzelf genomen hele wisselende rechtsgebieden, maar dit maakt het werk nu juist levendig en uitdagend. Waar gewerkt wordt, moet ook ontspannen worden. Met mijn Nederlands-Italiaanse achtergrond sta ik graag in de keuken. Een goede pasta, lasagne of risotto gaat er met liefde in. Om nog niet te spreken over een rustiek belegd broodje van een goede panificio. Voedsel is een van de verbindende factoren in Italië. Weet je dat een Italiaan gemiddeld 28 kg pasta op jaarbasis eet en wel tot 100 liter wijn drinkt? Daar kun je behoorlijk lang van tafelen! Al dat lekkere voedsel moet er natuurlijk ook weer af. Je vindt me dan ook regelmatig terug op de racefiets, waarbij ik geniet van het mooie Brabantse landschap. Michael de Marco         [post_title] => Als een vis in het water [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => als-een-vis-in-het-water [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-07-20 16:22:43 [post_modified_gmt] => 2021-07-20 14:22:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26422 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 26408 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-07-19 10:37:10 [post_date_gmt] => 2021-07-19 08:37:10 [post_content] => Intellectuele eigendomsrechten (‘IE”) vormen steeds vaker een belangrijke (zo niet, de belangrijkste) asset van de onderneming. Waar veel ondernemers ervoor kiezen om de inventaris of het onroerend goed ter bescherming wel in een aparte vennootschap te plaatsen, komt dit in het geval van IE nog relatief weinig voor. Komt de onderneming in financiële moeilijkheden, dan kunnen schuldeisers of een curator verhaal nemen op al het vermogen van de onderneming en meestal dus ook het IE. Ondernemers doen er dus verstandig aan om ook goed na te denken over de positie van het IE binnen de groep.

Overdracht IE

IE kan worden overgedragen. Doorgaans volstaat een zelf opgestelde akte waarin de overdracht van het IE is geregeld. In de akte moet wel beschreven worden over welke IE het gaat, denk aan: specifieke auteursrechten, octrooien, merken, modellen of simpelweg alle IE. In sommige gevallen is het verstandig om de overdracht ook in te schrijven in het registratiebureau, zodat het ook voor de buitenwereld duidelijk is van wie het IE is. De overdracht van het IE zorgt ervoor dat het voor schuldeisers en een curator moeilijk is om verhaal te kunnen nemen op de IE. Bovendien geeft het de ondernemer een goede uitgangspositie bij de curator om een doorstart te realiseren. Ondernemingen zonder de bijbehorende IE rechten zijn vaak minder interessant voor andere kandidaat-kopers. De overdracht van IE kan daarentegen ook fiscale consequenties hebben en het is verstandig om hier advies over in te winnen. Bovendien is het een optie dat de ontvangende vennootschap wel een redelijke vergoeding betaald voor het krijgen van de IE.

Het interne gebruik van IE

Als de holding (of een andere vennootschap binnen de groep) rechthebbende is van de IE, dan ontstaat het probleem dat één of meerdere andere vennootschappen binnen de groep wel gebruik willen maken van het IE. Dit probleem wordt in de praktijk opgelost door het verstrekken van licenties en dat wordt vastgelegd in bijbehorende overeenkomsten. Eventueel kan voor het verstrekken van de licentie en gebruiksvergoeding worden gevraagd. In de licentieovereenkomst kunt u onder meer vastleggen op welke wijze het IE recht mag worden gebruikt. Denk bij het opstellen van de licentieovereenkomst ook na over de situatie dat de vennootschap die de licentie ontvangt, failliet gaat. Duurt de licentie in dat geval voort of komt deze juist te vervallen?

Data

In dit artikel vormt het IE het onderwerp, maar ook data kan met een soortgelijke constructie worden beschermd. Ik ga er daarbij wel vanuit dat de data geen persoonsgegevens bevatten. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat één vennootschap de data inkoopt of verzamelt en de andere vennootschap de data gebruikt met behulp van een gebruiksovereenkomst. Met deze gebruiksovereenkomst kunnen partijen het gebruik van de data contractueel beperken en daarmee beschermen. Als u vragen hebt over de inrichting van de groep en het intern gebruik of het plaatsen van IE en/of data, neem dan gerust contact met ons op. [post_title] => IE in de holding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ie-in-de-holding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:43:42 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:43:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26408 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 26397 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-07-16 10:42:36 [post_date_gmt] => 2021-07-16 08:42:36 [post_content] => Bestuurders van een failliete rechtspersoon die door de curator aansprakelijk zijn gesteld, bevinden zich in een lastige positie om aannemelijk te maken dat niet de eigen nalatigheid maar een andere omstandigheid een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De Hoge Raad heeft in een arrest van 9 juli 2021 de mogelijkheden voor bestuurders om met succes andere oorzaken te noemen verruimd.[1]

Achtergrond

Het bestuur van de rechtspersoon is onder meer verplicht een boekhouding te voeren waarin op elk moment de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Voldoet het bestuur niet aan deze verplichting, dan heeft het zijn taak onbehoorlijk vervuld. Gaat de rechtspersoon vervolgens failliet, dan wordt deze onbehoorlijke taakvervulling als een belangrijke oorzaak van het faillissement beschouwd. Als belangrijke veroorzaker van het faillissement loopt het bestuur het risico privé aansprakelijk te zijn voor de schulden in het faillissement.

De bewijspositie van de bestuurders

Uiteraard kunnen er andere omstandigheden spelen die het faillissement hebben veroorzaakt. Als het bestuur niet heeft voldaan aan haar boekhoud- en/of deponeringsverplichting, dan ligt het op de weg van de bestuurders om aannemelijk te maken dat deze andere omstandigheden het faillissement hebben veroorzaakt. In veel gevallen wijzen bestuurders op externe omstandigheden (buiten het bestuur liggend). In het arrest van de Hoge Raad van 9 juli 2021 wordt duidelijk dat ook interne handelingen (door een bestuurder) een belangrijke oorzaak van het faillissement kan zijn.

Wat gebeurde er in de casus bij de Hoge Raad?

In de casus bij de Hoge Raad had één van de bestuurders vrijwel al het werkkapitaal van de rekening van de rechtspersoon gehaald. Enkele maanden later volgde het faillissement van de rechtspersoon. Het weghalen van het werkkapitaal vormt volgens de overige bestuurders en de latere boekhouder van de rechtspersoon een belangrijke oorzaak van het faillissement en dus niet de onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur. De Hoge Raad bevestigt het standpunt van de overige bestuurders dat bestuurders ook handelingen van een andere bestuurder kunnen aanvoeren als belangrijke oorzaak van het faillissement, ook al vormen deze handelingen op zichzelf geen onbehoorlijke taakvervulling.

Tot slot

Wordt u als bestuurder aansprakelijk gesteld door een curator, laat u dan goed adviseren om te zien wat de mogelijkheden zijn om het standpunt van de curator te weerleggen. [1] Hoge Raad 9 juli 2021 ECLI:NL:HR:2021:1099   [post_title] => Een belangrijke oorzaak van het faillissement [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-belangrijke-oorzaak-van-het-faillissement [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:28:44 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:28:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26397 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 26635 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-08-12 09:50:12 [post_date_gmt] => 2021-08-12 07:50:12 [post_content] => Er zijn verschillende manier om een onderneming te eindigen. Als er geen baten te verwachten zijn, dan volstaat een beslissing van de aandeelhouders om tot ontbinding over te gaan. Dit wordt ook wel ‘turboliquidatie’ genoemd. Schuldeisers van de onderneming blijven in dat geval met een onverhaalbare vordering achter. De angst bestaat dat de turboliquidatie misbruik in de hand werkt, omdat een financiële verantwoordingsverplichting ontbreekt. Ook is er geen derde, zoals een curator bij faillissement, die nagaat of betaling niet alsnog mogelijk is. Bovendien bestaat de verwachting dat meer ondernemingen die getroffen zijn door de Corona-uitbraak van de turboliquidatie gebruik willen maken. Om misbruik te voorkomen ligt er een nieuw wetsvoorstel, ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ genaamd. Het wetsvoorstel stelt nieuwe tijdelijke eisen aan het gebruik maken van de turboliquidatie. De consultatieperiode is inmiddels afgelopen. Hieronder zetten wij de wijzigingen uiteen.

Financiële verantwoording

Het bestuur van de onderneming dient in de toekomst financiële verantwoording af te leggen over de ontbinding van de rechtspersoon en de eventuele voorafgaande feitelijke vereffening. Dat betekent dat het bestuur de volgende documenten moet opstellen en deponeren:
  1. een (slot)balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden;
  2. een schriftelijke toelichting waaruit de oorzaak blijkt van het ontbreken van baten en het bestaan van eventuele schulden;
  3. een slotuitdelingslijst als er voorafgaand aan de ontbinding schuldeisers zijn betaald met indeling van de schuldeisers volgens de wettelijke rangorde;
  4. nog niet gepubliceerde jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren.
Het bestuur dient de schuldeisers van de onderneming over deze stukken te informeren.

Bestuursverbod

Een tweede wijziging betreft de mogelijkheid tot het opleggen van een civielrechtelijk bestuursverbod voor de duur van vijf jaar. Dit risico bestaat als één of meer bestuurders zich schuldig hebben gemaakt aan:
  1. het niet hebben voldaan aan de nieuwe deponeringsverplichtingen die hiervoor staan vermeld, of;
  2. één of meerdere schuldeisers doelbewust hebben benadeeld, of;
  3. het in de voorgaande twee jaren vaker betrokken is geweest bij turboliquidaties, waarbij verwijtbaar schulden zijn achtergelaten.

Tot slot

Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ in werking zal treden. Ook heeft de wet vooralsnog een tijdelijk karakter van twee jaar na inwerkintreding. De wet biedt de mogelijkheid om de duur te verlengen. Denkt u eraan om de onderneming te beëindigen en heeft u te maken met schulden, dan is het raadzaam tijdig advies in te winnen om een plan op te stellen. Naast de turboliquidatie bestaan er nog andere mogelijkheden om de onderneming te doen eindigen, zoals het aanvragen van een faillissement of het ontbinden na een schuldeisersakkoord, zoals de WHOA. Bij vragen of advies kunt u gerust contact met ons opnemen. [post_title] => Tijdelijke wetswijziging turboliquidatie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tijdelijke-wetswijziging-turboliquidatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:38:06 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:38:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26635 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1310 [max_num_pages] => 131 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 5d49d996c3da1c9086929634f04d24de [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Er zijn verschillende manier om een onderneming te eindigen. Als er geen baten te verwachten zijn, dan volstaat een beslissing van de aandeelhouders om tot ontbinding over te gaan. Dit...
Lees meer
De rechtbank Rotterdam heeft in een bestuursrechtelijke uitspraak geoordeeld dat verzoekster recht heeft op toekenning van een vergoeding voor immateriële schade nu B&W van Rotterdam 10 jaar lang in strijd...
Lees meer
Een patiënte heeft in 2010 en in 2013 knieoperaties ondergaan. Volgens patiënte zijn hierbij fouten gemaakt door de arts waardoor de operaties niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Patiënte...
Lees meer
05 aug 2021
BG.legal
In deel 1 van mijn blogs over de klassenindeling stond ik onder meer stil bij een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 3 maart 2021. In deze uitspraak kreeg de...
Lees meer
02 aug 2021
BG.legal
In de voorbereiding van een WHOA-akkoord vormt de klassenindeling van de schuldeisers een belangrijke puzzel. De wet schrijft voor dat schuldeisers die bij vereffening of faillissement dezelfde rechten hebben ook...
Lees meer
Tegenwoordig is het niet meer raar om in de stad meerdere maaltijdbezorgers tegen te komen die een blauwe, roze, groene of oranje tas op hun rug hebben. Deliveroo is één...
Lees meer
Deze verplichting volgt uit de Europese Habitatrichtlijn. In de Wet natuurbescherming (Wnb) is deze verplichting niet goed geïmplementeerd. Deze wet regelt immers niet dat voorafgaand aan het nemen van een...
Lees meer
Al van jongs af aan voorzag ik een toekomst in de advocatuur. Het wereldje, het pleiten en de rechtbank, dat vond ik wel wat. Maar goed, wat weet je nu...
Lees meer
19 jul 2021
BG.legal
Intellectuele eigendomsrechten (‘IE”) vormen steeds vaker een belangrijke (zo niet, de belangrijkste) asset van de onderneming. Waar veel ondernemers ervoor kiezen om de inventaris of het onroerend goed ter bescherming...
Lees meer
Bestuurders van een failliete rechtspersoon die door de curator aansprakelijk zijn gesteld, bevinden zich in een lastige positie om aannemelijk te maken dat niet de eigen nalatigheid maar een andere...
Lees meer