Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 65
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 65
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1310
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 640, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 22570
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2020-11-02 12:23:18
                    [post_date_gmt] => 2020-11-02 11:23:18
                    [post_content] => Het toepassen van Artificial Intelligence (‘AI’) leidt soms tot vragen waar juridisch niet meteen een antwoord op te geven is. Bij AI worden modellen met datasets getraind zodat het model bij nieuwe data een analyse geeft. Bijvoorbeeld het herkennen van verdachte vlekjes (mogelijk kanker) of COVID 19 op röntgenfoto’s. Wanneer het model maar goed getraind is, dan kan het model betrouwbare analyses uitvoeren van nieuw ingevoerde foto’s.

De Europese Commissie (‘EC’) en het Europees Parlement (‘EP’) zijn al lange tijd bezig met de vraag onder welke voorwaarden AI toegepast kan worden. Daarbij onderscheidt men drie aspecten:
A. Ethische normen voor het gebruik van AI
In een document uit februari 2020 en 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat de EC met een voorstel voor nieuwe regelgeving moet komen. Daarin moeten de ethische normen en juridische verplichtingen voor het ontwikkelen en gebruiken van AI worden vastgelegd. Dit omvat ook software, algoritmes en data. Bij nieuwe regelgeving zouden principes gevolgd moeten worden zoals een op de mens gerichte en door de mens gemaakte AI, transparantie en verantwoording, bescherming tegen vooringenomenheid (‘bias’) en discriminatie, het recht om de uitkomst aan te vechten en respect voor privacy bescherming. Dit speelt met name bij ‘high risk AI’ zoals ‘zelflerende AI’ (Deep learning). Daar zou een mens altijd het overzicht moeten houden.
B. Aansprakelijkheid wanneer AI schade veroorzaakt
Op 20 oktober 2020 heeft het EP een resolutie aangenomen met aanbevelingen voor civielrechtelijke regelgeving voor AI. Het document bevat aanbevelingen zoals aansprakelijkheid voor ‘high risk AI’ wanneer dat tot schade lijdt. Wij schreven hier al eerder een artikel over. Heldere regelgeving op dit vlak ontbreekt nu. Met heldere regelgeving zouden bedrijven en burger eerder bereid zijn om AI-technologie te vertrouwen. De regels zouden moeten gelden voor AI activiteiten die schade toe kunnen brengen aan gezondheid, leven, lichamelijke integriteit en bezit. Daarnaast zou het ook van toepassing moeten zijn op immateriële schade wanneer deze aantoonbaar is. Verder zou deze schade ook verzekerbaar moeten zijn.
C. Intellectuele Eigendomsrechten en AI
In een rapport van 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat er een IE (Intellectual Property Rights system) systeem moet komen. Dit moet de innovatieve ontwikkelaars beschermen (onder meer met octrooien) zonder dat dit afbreuk doet aan de rechten van menselijke schepping en van ethische normen. Het EP benadrukt het verschil tussen scheppingen van mensen waarbij AI ondersteunend was (‘AI-assisted human creations’) en scheppingen door AI (‘AI-generated creations’). AI mag geen rechtspersoonlijkheid hebben, volgens het EP. IE rechten mogen alleen aan mensen toegekend worden, niet aan AI (computers, robots).
Wat betekent dit voor de praktijk.
  • AI/data roept juridische/ethische vragen op die soms wel en soms niet beantwoord kunnen worden met de huidige regelgeving.
  • Dit betekent dat, met de huidige wet- en regelgeving, de contracten van groot belang zijn.
  • Dat zijn contracten tussen (i) degene die een AI-dienst ontwikkelt en uitvoert en de opdrachtgever en (ii) partijen die in een consortium samenwerken waar AI wordt ontwikkeld en toegepast.
  • Voor al dit soort contracten (opstellen en reviewen) kunt u bij ons terecht.
  • Meer informatie over dit onderwerp ontwikkelen wij het kennisplatform over juridisch/ethische aspecten van AI (nl).
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. [post_title] => Is nieuwe wet- of regelgeving nodig voor AI? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-nieuwe-wet-of-regelgeving-nodig-voor-ai [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-11-23 13:42:54 [post_modified_gmt] => 2020-11-23 12:42:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22570 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 22538 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-30 09:56:39 [post_date_gmt] => 2020-10-30 08:56:39 [post_content] =>
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter?
We zien het nu veel bij huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van arbeidsmigranten willen beperken. Of meer willen spreiden. Daarvoor wordt er vaak beleid opgesteld. In sommige gevallen worden ook eisen in een verordening opgenomen. Het is algemeen bekend dat een belanghebbende tegen een beschikking bezwaar en beroep kan instellen. Een belanghebbende kan dergelijke besluiten laten toetsen door de rechter. Maar hoe zit dat met beleidsregels en verordeningen? Die zijn niet gericht op een individu, in tegenstelling tot een beschikking. Kunnen die ook ter toetsing worden voorgelegd aan de rechter? En zo ja, hoe dan?
Kan je bezwaar of beroep instellen tegen een  beleidsregel of verordening?
Dat antwoord is eenvoudig: nee, dat kan niet. Dat betekent dat er geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld tegen de vaststelling van een beleidsregel of verordening. In de Algemene wet bestuursrecht is dat ook bepaald. Het heeft dus geen zin om tegen dergelijke besluiten een rechtsmiddel aan te wenden. Overigens kunnen dergelijke besluiten wel worden voorgelegd aan de civiele rechter. Dat gebeurt overigens niet vaak. Gemeentelijk beleid
Betekent dat dan dat een beleidsregel of verordening niet door de rechter getoetst kan worden?
Zo eenvoudig is het niet. Een bepaling in een beleidsregel of verordening kan wél getoetst worden door de bestuursrechter. Dat heet de ‘exceptieve toetsing’. Het is dus niet zo dat een belanghebbende helemaal met lege handen staat.
Hoe kan ik een bepaling in een beleidsregel of verordening laten toetsen door een rechter?
Om een beleidsregel of verordening aan de kaak te stellen, moet een belanghebbende een besluit ‘uitlokken’ dat [deels] is gebaseerd op die beleidsregel of verordening. Bijvoorbeeld de weigering van een vergunning of ontheffing. Tegen een weigering van een vergunning staat bezwaar en beroep open. Dus dat weigeringsbesluit kan voorgelegd worden aan de rechter. In het bezwaarschrift of beroepschrift stelt de belanghebbende dan de beleidsregel aan de kaak en bepleit dat de beleidsregel onrechtmatig is en dus geen toepassing had mogen vinden. De bestuursrechter zal zich dan moeten buigen over de rechtmatigheid van de beleidsregel. En dan blijkt dat de beleidsregel tóch door de rechter getoetst te worden. Indien het betoog slaagt, kan de beleidsregel onverbindend worden verklaard. Dat betekent dat die bepaling niet van toepassing is. Dat geldt ook voor een verordening. De bestuursrechter toetst het algemeen verbindend voorschrift aan hoger recht, algemene rechtsbeginselen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Wat houdt die toets van de bestuursrechter in?
Een bestuursorgaan heeft beleidsvrijheid. Dat betekent dat een bestuursorgaan in grote mate zelf mag bepalen hoe het beleid wordt vormgegeven. In de regels toetst een rechter een beleidsregel of verordening terughoudend. Wel is het zo dat, naar mate de beleidsregel of de verordening ingrijpender is voor een belanghebbende, die toets ook indringender zal zijn. Heeft u een vraag over het aanvechten van een beleidsregel of verordening? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op via boogers@bg.legal. Rutger Boogers   [post_title] => Kunt u gemeentelijk beleid laten toetsen door de rechter? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kunt-u-gemeentelijk-beleid-laten-toetsen-door-de-rechter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-30 09:56:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-30 08:56:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22538 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 22485 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-10-28 16:13:25 [post_date_gmt] => 2020-10-28 15:13:25 [post_content] => In de praktijk komt het voor dat bedrijven niet alleen hun logo willen beschermen, maar ook de plek waar dit logo staat afgebeeld. Kan dit? Zulke vragen spelen vooral een rol in de fashion industrie: het rode label op de kontzak van Levi Strauss, de zwarte band om de bovenarm van DAILY PAPER, de drie strepen op de sneakers van Adidas. Allemaal voorbeelden van merken waarbij de combinatie van het logo en de positionering bekend zijn bij het publiek. Zulke merken noemen we ook wel positiemerken.
Wat is een positiemerk?
Een positiemerk is een speciale vorm van het merkenrecht. Het gaat hier om de combinatie van het merk en de positie daarvan. Alle merken hebben als voorwaarde dat zij onderscheidend vermogen moeten bezitten. Positiemerken hebben een extra drempel: het merk moet zijn ingeburgerd bij het publiek. Met andere woorden: het moet gaan om een merk dat bekend is bij veel mensen en dus ook snel zal worden herkend.
In de fashionindustrie
Een merk die het meerdere malen heeft moeten uitvechten in de rechtszaal, is het Franse schoenenhuis Louboutin. Sinds 2009 hebben zij een merkregistratie voor deze beroemde zool. Deze merkregistratie is wel een vreemde eend in de bijt: het gaat hier om de combinatie van de kleur rood en de positie van deze kleur, namelijk op de onderkant van de schoen. In de praktijk is het lastig om een positiemerk te claimen, maar recent is er een uitspraak geweest met succes. Het ging hier om de jassen van kledingbedrijf VF (links) en Carrefour (rechts). VF was van mening dat de jas van Carrefour inbreuk maakt op haar positiemerk: beide logo’s zijn in het zwart-wit, hebben een rechthoekige vorm en dezelfde horizontale lijn in het midden. En beide logo’s hebben ook nog eens dezelfde plek op de jas. Genoeg aanleiding tot verwarring bij de consument, vindt VF. jas fashion actualiteit           En zij kregen gelijk. De Franse ondernemingsrechtbank in Brussel was van mening dat het positiemerk van VF een groot onderscheidend vermogen heeft vanwege de visuele eigenschappen: het logo is erg zichtbaar en eenvoudig waar te nemen. Bovendien is het merk bekend onder consumenten op de markt, wat haar positie nog sterker maakt. Met dit alles in het achterhoofd, is de kans op verwarring tussen de twee jassen zo groot, dat er sprake is van merkinbreuk. Een overwinning voor VF.
Conclusie
Positiemerken zijn lastig: in deze blog zijn er twee succesvolle voorbeelden genoemd, maar het gaat ook vaak fout. Positiemerken is dan ook een speciaal soort merk en is niet voor iedereen weggelegd. Maar, wanneer er aan de voorwaarden wordt voldaan, kan bescherming van uw logo op die specifieke plek zeer waardevol zijn. Heeft u hier vragen over? Neem dan contact op.     [post_title] => Positiemerk: kan je dat beschermen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => positiemerk-kan-je-dat-beschermen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:04:03 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:04:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22485 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 22466 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-10-28 10:32:22 [post_date_gmt] => 2020-10-28 09:32:22 [post_content] =>
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten
In verschillende blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan een cruciale rol. Zo ook in een zaak die op 7 oktober 2020 speelde bij de hoogste bestuursrechter. Deze zaak legt mooi bloot hoe je een bestemmingsplan wel én niet moet uitleggen. Voor de praktijk een illustratief voorbeeld, omdat de casus een heel gebruikelijke is: een uitzendbureau huurt van de pandeigenaar en gebruikt de woning vervolgens voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
De casus
Het gaat om een woning gelegen de gemeente Tholen. De eigenaar verhuurt de woning aan Green Talant, een uitzendorganisatie gericht op Poolse werknemers. Green Talent verhuurt de woning vervolgens onder aan arbeidsmigranten. In verband met een handhavingsverzoek is een procedure gestart. De gemeente had het handhavingsverzoek afgewezen, omdat er geen sprake was van strijdig gebruik. Omwonenden, die het verzoek hadden ingediend, waren het daar niet mee eens. De zaak komt bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter.
Wat zegt het bestemmingsplan?
Het bestemmingsplan bepaalt wat welk gebruik ter plaatse van de woning mogelijk is. De woning is bestemd voor “Wonen-Vrijstaand”. Dus een vrijstaande woning. De gronden die zijn bestemd voor een vrijstaande woning zijn bedoeld voor: ‘het wonen daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen, logies met ontbijt en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Is het huisvesten van arbeidsmigranten in strijd met dit gebruik?
Het gaat dan met name om de vraag wat onder ‘wonen’ moet worden verstaan. Het bestemmingsplan kent géén definitie van ‘wonen’. Dat betekent volgens vaste rechtspraak een grote hoeveelheid aan woonvormen mogelijk is, waaronder het huisvesten van arbeidsmigranten:  “(…) nu de betekenis van de term "wonen" in het bestemmingsplan niet nader is bepaald en in het bestemmingsplan voor de betekenis van die term niet naar enig voorschrift is verwezen, voor de uitleg van die term terecht aansluiting gezocht bij het algemeen spraakgebruik en onder die term diverse uiteenlopende vormen van huisvesting begrepen. Gelet hierop en zoals eveneens kan worden afgeleid uit voormelde uitspraak heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat, onder deze omstandigheden, het gebruik van het pand ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers niet in strijd is met de daarop rustende bestemming.” Het huisvesten van arbeidsmigranten is dus toegestaan in de vrijstaande woning. Wat verder interessant is, is het feit dat bestuursrechter kijkt naar het feitelijk gebruik. Daarmee bedoel ik het gebruik van de woning door arbeidsmigranten. Met andere woorden: het gegeven dat de woning ‘bedrijfsmatig’ wordt gebruikt door de pandeigenaar en het uitzendbureau, betekent niet dat er niet langer sprake is van ‘wonen’. In de praktijk gebeurt het uiteraard veel vaker dat dergelijke woningen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Telkens blijft het feitelijk gebruik echter ‘wonen’. Let wel: de bestemming is hier ‘wonen[-vrijstaand]’ en niet – bijvoorbeeld – ‘bedrijf’ of ‘agrarisch’.
Spelen andere definities of planregels nog een rol?
Appellant verwijst vervolgens ook nog naar het begrip ‘Bedrijfswoning’ waarin wél is omschreven dat het wonen beperkt is tot (het huishouden van) één persoon. Op basis van die definitie zouden ter plaatse van de woning geen arbeidsmigranten gehuisvest mogen worden. De hoogste bestuursrechter gaat echter niet mee in deze stelling van appellant: Dat het begrip "Bedrijfswoning" in de begripsomschrijvingen van de planregels wel is omschreven en “daarin is opgenomen dat het wonen is beperkt tot (het huishouden van) één persoon, betekent niet dat ook het gebruik van de gronden met de bestemming "Wonen-Vrijstaand" is beperkt tot het gebruik door één huishouden. Het plan maakt immers op die gronden geen bedrijfswoning mogelijk, zodat de begripsomschrijving van "bedrijfswoning" hier niet van toepassing is. Deze omschrijving is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, exclusief voorbehouden aan bedrijfswoningen.” Met andere woorden: je kunt niet gaan ‘shoppen’ in de planregels en aanhaken bij een planregel die in dat geval goed uitkomt. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op: Rutger Boogers, advocaat, specialist arbeidsmigranten. Rutger Boogers [post_title] => Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bestemmingsplanregels-en-het-huisvesten-van-arbeidsmigranten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-28 10:32:58 [post_modified_gmt] => 2020-10-28 09:32:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22466 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 22446 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-10-27 12:26:41 [post_date_gmt] => 2020-10-27 11:26:41 [post_content] =>
Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)
Eerder dit jaar heeft de Eerste Kamer de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) aangenomen. Deze wet vervangt de huidige Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Met de Wtza worden de toelatingsbepalingen uit de Wtzi vervangen. De Wtza brengt ook een aantal veranderingen met zich mee. De Wtza zal op 1 juli 2021 worden ingevoerd. De Wtza is van toepassing op alle zorgaanbieders in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Dit betreffen zowel instellingen als solistisch werkende zorgmedewerkers. Nieuw is dat de meldplicht van de Wtza tevens gaat gelden voor jeugdhulpaanbieders onder de Jeugdwet.
Doel Wtza
De bedoeling van de Wtza is om de controle en het toezicht op (nieuwe) zorgaanbieders te vergroten. Er komt een meldingsplicht voor nieuwe zorgaanbieders bij Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en een vergunningsplicht voor zorgaanbieders met meer dan 10 zorgverleners. Ook voor bestaande zorgverleners kan de Wtza veranderingen brengen. In sommige gevallen zullen zij bijvoorbeeld een (nieuwe) vergunning aan moeten vragen. Door invoering van de Wtza wil het ministerie van VWS de zorg effectiever, meer doelmatig en rechtmatig maken. Ook wil zij op deze manier de kwaliteit en transparantie verbeteren en een integere en professionele bedrijfsvoering bij zorgaanbieders nastreven. Meer informatie over de Wtza is te vinden op de website van de rijksoverheid. Wilt u meer weten of heeft u vragen? U kunt altijd contact opnemen met de specialisten van BG.zorg. [post_title] => Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wet-toetreding-zorgaanbieders-wtza [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:58:37 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:58:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22446 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 22431 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-10-26 16:11:22 [post_date_gmt] => 2020-10-26 15:11:22 [post_content] => Dit is een vervolg op het inleidende artikel "Van wie is het model"? Wat kunnen klant en ontwikkelaar van elkaar verwachten als het eindproduct een dienst wordt? De klant komt bij de ontwikkelaar. Deze geeft hem haar data en de vraag die zij beantwoord wil hebben. De ontwikkelaar schoont de data op, verduidelijkt de vraagstelling en kiest vervolgens een model. Met dit model en de voorbereidende stappen kan hij het algoritme trainen. Verder kan hij met nieuwe data ook nieuwe versies van het algoritme trainen. De ontwikkelaar heeft nu een algoritme wat op basis van nieuwe data een voorspelling kan gaan doen. Dit algoritme zet de ontwikkelaar op een server waardoor de klant via een website of een API nieuwe data kan sturen en de resultaten krijgt. De klant heeft dus een dienst ‘gekocht’ en heeft de ontwikkelaar in ieder geval een kopie van de data(set) gegeven om de dienst te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is Google Vision AI’s API. Dit is een API (application programming interface) waar je een foto naartoe kan sturen om bijvoorbeeld gezichten of logos te herkennen in de foto. In dit geval lever je zelf niet de trainingsdata aan, maar maak je gebruik van de data die door Google verzameld is.
Voor de ontwikkelaar
Als ontwikkelaar heb je hier de verantwoordelijkheid voor het hosten en onderhouden van het algoritme. Verder zul je ook de uitkomsten van het algoritme uit moeten leggen als daarom wordt gevraagd. In ruil daarvoor hoef je je model en algoritme niet prijs te geven. Je kunt de klant op basis van een abonnement SaaS: Software as a Service), een vast bedrag of op basis van gebruik laten betalen. Verder zul je erop moeten letten dat als jouw klant het financiële risico van het project draagt, de klant misschien een databankrecht heeft op de voorbereide data voor het trainen. Je mag de data dan niet voor andere projecten gebruiken.
Voor de klant
Als klant heb je niet veel controle op het algoritme en het model. In ruil daarvoor heb je ook minder verantwoordelijkheden aangezien de ontwikkelaar het hosten en onderhoud regelt. Voor de uitleg van het algoritme ben je verder afhankelijk van de ontwikkelaar, dus dit kan problemen opleveren als de uitleg belangrijk is voor jouw specifieke vraag. Deze oplossing is geschikt als je zelf niet de kennis in huis hebt om het model te beoordelen of te onderhouden.
Conclusie
Deze samenwerkingsvorm is vooral geschikt als de klant zelf weinig kennis in huis heeft om modellen te beoordelen, onderhouden en hosten omdat de ontwikkelaar een groot deel van de verantwoordelijkheid neemt. Verder zal men op de uitdagingen van Software as a Service (SaaS) moeten letten. Die zijn te vinden in ons artikel.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
AI/ML zijn niet in de wet verankerd. Dit betekent dat partijen die gaan werken met AI/ML technologie over verschillende aspecten van de opdracht afspraken moeten maken om de onderlinge juridische posities alsnog te bepalen. Onderwerpen zoals de selectie van data(sets), hoe wordt een model getraind, hoe kan je je model en algoritmes beschermen, wie is waar verantwoordelijk / aansprakelijk voor, wie mag wat met het algoritme, wat mag je wel en niet met de data(set), wat mag er verwacht worden van het algoritme en (hoe) kunnen de uitkomsten van het model uitgelegd worden. Wij maken dit soort overeenkomsten en beoordelen dit soort overeenkomsten. Voor vragen kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef en Jos van der Wijst. [post_title] => Algoritme als een Dienst [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => algoritme-als-een-dienst [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-11-18 14:10:59 [post_modified_gmt] => 2020-11-18 13:10:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22431 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 22397 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-10-26 15:44:41 [post_date_gmt] => 2020-10-26 14:44:41 [post_content] => Hoe kan men de juridische relatie tussen een ontwikkelaar van machine learning (‘ML’) of artificial intelligence (‘AI’) modellen en zijn klanten vormgeven? De klant heeft in deze casus eigen data(set) en een specifieke vraag die ze graag beantwoord wil zien worden. De ontwikkelaar beantwoordt de vraag krijgt hier een vergoeding voor. Hoe kunnen ze hun samenwerking regelen? In dit blog zet ik drie mogelijke relatievormen uiteen die bij verschillende doelen van klant en ontwikkelaar passen. In dit artikel wordt met model een gekozen machine learning model met genoeg instellingen om getraind te worden bedoeld en met algoritme een getraind model. 1. Algoritme als een Dienst De klant komt bij de ontwikkelaar en levert daar haar data aan en de vraag die ze beantwoord wil zien worden. De ontwikkelaar gaat aan het werk. Hij schoont de data op, verduidelijkt de vraagstelling en kiest vervolgens een model. Met dit model en de voorbereidende stappen kan hij met meer data in de toekomst nieuwe algoritmes trainen. De ontwikkelaar heeft nu een algoritme wat op basis van nieuwe data een voorspelling kan gaan doen. Dit algoritme zet de ontwikkelaar op een server waardoor de klant via een website of een API nieuwe data kan sturen en de resultaten krijgt. In dit geval heeft de klant dus alleen een dienst gekocht en heeft de ontwikkelaar in ieder geval een kopie van de data(set). 2. Algoritme als Software De klant komt bij de ontwikkelaar op dezelfde manier als hiervoor. De klant heeft echter een extra eis. Ze wil het algoritme zelf kunnen inspecteren en op haar eigen servers zetten. De redenen om het algoritme te willen inspecteren kan voortkomen uit een wettelijke verplichting of een ethische vereiste met betrekking tot de verantwoording van de resultaten van het algoritme. De ontwikkelaar heeft hier nog steeds toegang nodig tot de data en zal ook de voorbewerking daarvan waarschijnlijk doen. Hierna kiest hij weer een model en daarmee kan hij met de data een algoritme trainen. Nu zal hij echter dit algoritme aan de klant moeten verstrekken onder een licentie. De klant kan dan zelf het algoritme gebruiken voor voorspellingen. Ze kan ook de vereiste analyse en uitleg van het algoritme zelf doen. 3. Detachering Als meest extreme geval kan het ook zo zijn dat de klant wel de expertise van de ontwikkelaar wil, maar dat ze controle over haar data wil houden. In dit geval zal de ontwikkelaar fysiek of digitaal naar de klant moeten gaan. Daar gaat de ontwikkelaar bij de klant het ontwikkelingsproces doorlopen en dan zal de klant dus zowel controle over de data(set), het model als het algoritme houden. De klant zal nu het grootste deel van de verantwoordelijkheid (en aansprakelijkheid) voor het algoritme moeten dragen.
Conclusie
De partijen zullen samen moeten overleggen over welke inrichting het handigst is voor hen en hoe zaken als toegang tot data, beveiliging van data en verwijdering van data geregeld wordt. Verder moet de ontwikkelaar erop bedacht zijn dat zelfs als hij de ruwe data van de klant schoonmaakt, indexeert, ordent en vervolgens bewerkt om de data klaar te maken voor het trainen van het model, hij deze data niet zomaar voor andere projecten mag gebruiken. Er is een goede kans dat de klant namelijk een databankrecht op deze bewerkte data heeft.
Tips voor opdrachtgevers
  • Bepaal hoeveel toegang je nodig hebt tot het algoritme voor bijvoorbeeld wettelijke vereisten van het uitleggen van de analyses
  • Bedenk hoeveel verantwoordelijkheid je zelf wil dragen als organisatie
  • Bepaal of je eenmalig een algoritme wil of dat je steeds met nieuwe data(sets) het algoritme wil upgrade
  • Ga na of je voldoende waarborgen hebt gekregen om ethisch verantwoord met het algoritme te kunnen werken
Tips voor ontwikkelaars
  • Bespreek met de opdrachtgever hoe die het algoritme willen gebruiken
  • Bepaal de verdeling van verantwoordelijkheden met de opdrachtgever
  • Bedenk welke diensten je aan wil bieden aan de klant, van expertise tot volledige hosting of er tussenin
  • Voor de auteursrechtelijke bescherming van je algoritmes en modellen is het van belang of er persoonlijke keuzes zijn gemaakt en het model voldoende complex is. Het model wat je hebt gekozen moet dan dus niet de enige zijn die aan de technische eisen van het probleem voldoet.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
AI/ML zijn niet in de wet verankerd. Dit betekent dat partijen die gaan werken met AI/ML technologie over verschillende aspecten van de opdracht afspraken moeten maken om de onderlinge juridische posities alsnog te bepalen. Onderwerpen zoals de selectie van data(sets), hoe wordt een model getraind, hoe kan je je model en algoritmes beschermen, wie is waar verantwoordelijk / aansprakelijk voor, wie mag wat met het algoritme, wat mag er verwacht worden van het algoritme en (hoe) kunnen de uitkomsten van het model uitgelegd worden. Voor vragen kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Dit artikel is geschreven door Robin Verhoef en Jos van der Wijst.     [post_title] => Van wie is het model? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => van-wie-is-het-model [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-11-20 14:01:43 [post_modified_gmt] => 2020-11-20 13:01:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22397 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 22341 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-10-23 10:11:17 [post_date_gmt] => 2020-10-23 08:11:17 [post_content] => In een licentieovereenkomst worden de voorwaarden voor verkoop van de producten vastgelegd. Vaak betekent dit een beperking van gebied, concurrerende producten, eisen aan de verkoopkanalen, rekening houden met adviesprijzen, etc. Vanuit het mededingingsrecht worden beperkingen gesteld aan de voorwaarden die gesteld mogen worden. Het uitgangspunt is immers vrije handel. Soms gaan de beperkingen te ver en worden deze bepalingen nietig verklaard. In een recente zaak[1] verkocht een distributeur een restvoorraad aan Kruidvat. De leverancier maakt daar bezwaar tegen en vorderde in kort geding een verbod. In de licentieovereenkomst waren bepalingen opgenomen zoals:
  • Het Product mag nimmer worden uitgeleverd, aan welke partij dan ook, voordat Licentiegever het Product schriftelijk goedgekeurd heeft.
  • De Licentienemer zal met Licentiegever voorafgaand aan de distributie in overleg treden aangaande de verkoopprijzen van de Producten.
  • Licentienemer verspreidt/distribueert het Product uitsluitend via de schriftelijk goedgekeurde verkoop/distributiekanalen.
  • Licentienemer verbindt zich ertoe geen afprijzingsacties en/of acties met actiekortingen met het Product in te zetten zonder de voorafgaande toestemming van Licentiegever.
Mededingingskader
De rechter toetst aan het Europese en Nederlandse mededingingsrecht (artikel 101 VWEU en artikel 6 Mededingingswet), de Richtsnoeren inzake verticale beperkingen en de Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten. In artikel 4 van de Groepsvrijstelling zijn ‘hardcore beperkingen’ opgenomen. De rechter oordeelde dat hier sprake was van voorwaarden die strijdig waren met het mededingingsrecht. De rechter vond dat in dit geval passieve verkoop, te weten verkoop op aanvraag van Kruidvat, werd beperkt. Het ging niet alleen om de voorwaarden in de licentieovereenkomst, maar ook om de wijze waarop deze werden toegepast. Het ging om voorwaarden zoals bepalingen over acties en prijzen (en het daaraan verbonden boetebeding) die niet verenigbaar zijn met het beginsel van vrije prijsbepaling. Er waren geen directe minimumprijzen of vaste verkoopprijzen afgesproken, maar het was voor de distributeur niet mogelijk om naar eigen inzicht de prijzen te bepalen. Ook een bepaling die ziet op het opleggen van sancties indien men zich niet houdt aan een prijsafspraak is een indirecte prijsafspraak. De licentieovereenkomst bevatte gebiedsbeperkingen die als een ‘hardcore beperking' konden worden aangemerkt. Bijvoorbeeld de bepaling dat voor bepaalde handelingen de goedkeuring van de licentiegever is vereist.
Gevolg
Wanneer een beperking eenmaal wordt aangeduid als een hardcore beperking, dan is die bepaling in strijd met het mededingingsrecht. Het maakt dan niet uit wat de positie van partijen op de markt is (groot of klein) en wat de mogelijke effecten van die beperking zijn. Voor overeenkomsten met een geringe beperking kennen we een aparte regeling: de zogenoemde De Minimis-mededeling van de Europese Commissie. Maar wanneer sprake is van een ‘hardcore beperking’ dan heeft deze mededeling geen effect. De bepaling is dan altijd in strijd met artikel 101 VWEU en artikel 6 Mededingingswet. De rechter hoeft dan niet te onderzoeken of de beperkende bepaling wel een merkbaar effect heeft op de markt. Nietigheid van de genoemde bepalingen heeft niet direct nietigheid van de gehele licentieovereenkomst tot gevolg. De bepalingen die strijdig zijn met het mededingingsrecht zijn nietig. De nietigheid van bepaalde onderdelen zal alleen de nietigheid van de gehele overeenkomst met zich meebrengen wanneer zij daarmee een ondeelbare eenheid vormt. In dit geval was dat niet het geval en blijven de overige bepalingen in stand. De uitkomst van deze kortgedingprocedure was dat de distributeur de producten aan Kruidvat mocht verkopen.
Wat betekent dit voor de praktijk
  • Toets of licentieovereenkomst voldoet aan de regels van het mededingingsrecht.
  • Toets ook hoe de overeenkomst in de praktijk wordt toegepast.
  • Wanneer een licentiegever een merk/marketing strategie wil beschermen dan kan soms beter gekozen worden voor een selectief of exclusief distributiestelsel; daar kunnen sommige beperkingen wel worden opgelegd.
  • Wanneer een leverancier de distributeur te zeer beperkt in zijn handelen, dan kan het mededingingsrecht soms van pas komen om daar tegen op te treden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. [1] Rechtbank Amsterdam, 8 oktober 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4908 [post_title] => Beperkingen in licentieovereenkomst door mededingingsrecht [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => beperkingen-in-licentieovereenkomst-door-mededingingsrecht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-23 12:01:13 [post_modified_gmt] => 2020-10-23 10:01:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22341 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 22455 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-10-22 09:55:51 [post_date_gmt] => 2020-10-22 07:55:51 [post_content] => De wereld verkeert in een situatie die het niet eerder heeft gezien. Bedrijven en overheden worstelen daardoor met de vraag in hoeverre zij rekening moeten houden met de schade die het coronavirus aanricht bij hun partners. En deze worsteling wordt ook steeds zichtbaarder in de rechtspraak. Nadat enkele partijen met succes een coronaverweer hadden opgevoerd in huurgeschillen, zijn nu de eerste successen van het ‘coronaverweer’ in de faillissementsrechtspraak zichtbaar. Welke voorlopige conclusies kunnen wij trekken?
Oude situatie
Een faillissement is relatief makkelijk uitgesproken. Heb je als onderneming geld tegoed van een partij, dan hoef je slechts een andere partij te vinden die ook geld tegoed heeft van deze partij. Het is vervolgens aan de schuldenaar om aannemelijk te maken dat hij niet verkeert in de situatie te zijn opgehouden met betalen.
Het coronaverweer
Niet alleen bedrijven en overheden, maar ook de rechtspraak lijkt haar rol te willen pakken om onnodige schade in de maatschappij zoveel als mogelijk te voorkomen. In een enkel geval, waarin de schuldenaar als gevolg van de corona uitbraak in betalingsproblemen is gekomen, heeft de rechtbank zelfs een faillissementsverzoek afgewezen. Dit is niet zo bijzonder, waar het niet dat het verzoek aan alle formele vereisten voldeed. Ik schets de casus die zich voordeed bij de Rechtbank Amsterdam.[1] Een zelfstandig ondernemer raakt in betalingsproblemen, omdat een voormalig opdrachtgever weigert te betalen. Als gevolg van de coronacrisis blijven ook nieuwe opdrachten uit. De ondernemer heeft gebruik gemaakt van de door de overheid aangeboden steunmaatregelen voor zelfstandigen, maar kan de lopende verplichtingen aan een crediteur tijdelijk niet nakomen. Na de eerste coronagolf neemt het werk weer toe en biedt de ondernemer aan zijn crediteur een reële betalingsregeling aan en wordt zelfs een eerste betaling verricht. De crediteur stemt niet in met de regeling en besluit het faillissement aan te vragen. De steunvordering is een beperkte vordering van enkele honderden euro’s.
Het oordeel
De rechtbank wijst het faillissementsverzoek af. Volgens de rechtbank is er met de huidige coronacrisis in dit geval namelijk geen sprake van een situatie dat de ondernemer is opgehouden met betalen. De reden voor het nog niet volledig voldoen van de openstaande vorderingen ligt in de terugval in inkomsten vanwege de coronamaatregelen en de daarmee gepaard gaande beperkingen. Van de crediteur moet in zo’n geval zelfs worden verwacht een betalingsregeling te treffen met de ondernemer die passend is bij de huidige economische situatie. Bovengenoemde uitspraak staat niet op zichzelf. Zo wees de Rechtbank Den Haag een faillissementsverzoek af, omdat de belastingdienst niet wilde meewerken aan het verstrekken van informatie over de hoogte van de schuld van de onderneming aan de belastingdienst.[2] De Rechtbank Rotterdam wees een faillissementsverzoek weliswaar wel toe, maar keer eerst of er op korte termijn zicht op volledige betaling van de schuld was en een betalingsregeling een reële optie zou zijn geweest.[3]
Conclusie
De rechtbanken lijken extra kritisch te kijken naar de opstelling van de aanvrager van een faillissement en daar kan de schuldenaar gebruik van maken. Ben je als schuldenaar door de coronacrisis in de financiële problemen gekomen en bestaat er uitzicht op beterschap, dan kun je een betalingsregeling voorstellen. Als de rechtbank het betalingsvoorstel reëel acht en de schulden worden op korte termijn afgelost, dan kan zij het faillissementsverzoek afwijzen. [1] Rechtbank Den Haag 4 augustus 2020 ECLI:NL:RBDHA:2020:7776 [2] Rechtbank Rotterdam 18 augustus 2020 ECLI:NL:RBROT:2020:7253 [3] Rechtbank Amsterdam 15 september 2020 ECLI:NL:RBAMS:2020:4572 [post_title] => Het coronaverweer bij faillissementsaanvragen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-coronaverweer-bij-faillissementsaanvragen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:46:42 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:46:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22455 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 22296 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-20 12:17:34 [post_date_gmt] => 2020-10-20 10:17:34 [post_content] =>
Op 9 oktober 2020 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de civielrechtelijke gevolgen van onrechtmatige staatssteun bij de aan/verkoop van grond (ECLI:NL:HR:2020:1587).    Met name de uitgebreide conclusie van de Advocaat-Generaal (A-G) bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2020:466) in deze zaak is voor overheden en projectontwikkelaars interessant. Immers zij lopen vaak tegen de vraag aan of bij een grondtransactie sprake is van staatssteun en zo ja wat daarvan dan de gevolgen zijn.
Feiten in het kort
De gemeente Harlingen heeft in 2009 met Spaansen Holding B.V. een koopovereenkomst gesloten voor de aankoop van het Spaansen-terrein. Van de afgesproken koopprijs zou een deel later worden uitbetaald, namelijk na verplaatsing van het bedrijf. Voordat het bedrijf is verplaatst heeft Spaansen om de nabetaling gevraagd. De gemeente die zich na onderzoek op het standpunt stelt dat bij de koopovereenkomst sprake is van staatssteun, weigert dit.
Onrechtmatige staatssteun
Partijen treffen elkaar in uiteindelijk drie instanties voor de rechter. In al die instanties wordt aan de hand van de criteria van artikel 107 VWEU (Verdrag inzake de werking van de Europese Unie) geoordeeld dat sprake is van staatssteun. Dit omdat kort gezegd, de gemeente meer dan de marktconforme prijs heeft betaald. De staatssteun had op grond van artikel 108 VWEU moeten worden gemeld aan de Europese Commissie. Nu dit niet is gebeurd is de staatssteun onrechtmatig.
Nietigheid van de koopovereenkomst
De vervolgvraag is hoe om te gaan met de gevolgen van de onrechtmatige staatssteun. De door de onrechtmatige staatssteun ontstane mededingingsverstoring moet ongedaan worden gemaakt. Hier spitst dit zich toe op de vraag of de staatsteun leidt tot gedeeltelijke of algehele nietigheid van de koopovereenkomst. De rechtbank is van mening dat de onrechtmatige steunmaatregel op de minst bezwarende wijze dient te geschieden en komt tot gedeeltelijke nietigheid van de koopovereenkomst. De koopprijs wordt daarmee gesteld op wat als de marktconform wordt gezien. Oftewel een correctie op de koopprijs vanwege het verstrekte voordeel. Het hof komt anders dan de rechtbank tot het oordeel dat de gehele koopovereenkomst nietig is. Het hof vindt dat de gevolgen van de verstrekte staatssteun verstrekkender zijn dan het voordeel dat de rechtbank in ogenschouw heeft genomen. Het hof oordeelt dat onder normale marktomstandigheden Spaansen de koopsom die partijen zijn overeengekomen, niet zou hebben gekregen. Toepassing van de gedeeltelijke nietigheid van de koopovereenkomst betekent dat de gemeente wordt beloond voor het schenden van haar verplichting om de staatssteun te melden. Er wordt afbreuk gedaan aan het nuttige effect van voornoemde aanmeldingsverplichting doordat de gemeente minder prikkels heeft om de steunmaatregel te melden. Ook vindt het hof dat de koopprijs in onverbrekelijk verband staat met de rest van de koopovereenkomst zodat ook om die reden gedeeltelijke nietigheid niet mogelijk is. De A-G volgt het hof. Het Unierecht (het recht van de Europese Unie) verplicht de rechter niet om andere remedies als ongerechtvaardigde verrijking of onrechtmatige daad in plaats van algehele nietigheid toe te passen. Er wordt aldus de A-G overigens ook niet voldaan aan de voorwaarden voor ongerechtvaardigde verrijking of onrechtmatige daad. In dit geval zou van gedeeltelijke nietigheid van de koopovereenkomst een verminderde prikkel voor de gemeente uitgaan om de koop tijdig bij de Europese Commissie te melden. Immers, door niet te melden zou de gemeente het terrein mogen houden en de koopprijs naar beneden bijgesteld te zien. De A-G vindt dat ook indien een deel van de koopprijs als steunmaatregel is aan te merken, de algehele nietigheid van de koopovereenkomst aangewezen kan zijn. Zeker nu op grond van de wet nietigheid in beginsel ziet op de gehele rechtshandeling (hier de koopovereenkomst). Van belang is verder dat de koopprijs in een onverbrekelijk verband bestaat met de rest van de koopovereenkomst.  Verder geldt dat in beginsel een koopprijs niet splitsbaar is. Dat laatste geldt ook als een deel van die koopprijs staatssteun omvat. De ondeelbaarheid van de koopprijs betekent dat het als staatssteun aangemerkte bedrag in een onverbrekelijk verband bestaat met de rest van de koopovereenkomst. Het rechtsgevolg is dan algehele nietigheid van de koopovereenkomst. De Hoge Raad volgt de A-G en het hof. Resultaat is dus dat de gemeente moet meewerken dat de situatie dat het terrein eigendom is van Spaansen in de openbare registers wordt aangepast. De betaalde koopsom moet uiteraard wel aan de gemeente worden terugbetaald.
Conclusie 
Als er sprake is van staatssteun bij de aan- en verkoop van grond kan dit leiden tot de algehele nietigheid van de koopovereenkomst. Hierdoor is de grond niet op rechtsgeldige wijze overgedragen en moet de gehele koopsom worden terugbetaald.
Advies
Zowel gemeenten als projectontwikkelaars doen er verstandig aan om bij alle overeenkomsten die zij sluiten over de aan- en verkoop van gronden na te gaan of mogelijk sprake kan zijn van staatssteun. Bij al gesloten overeenkomsten tot 10 jaar terug kan het nuttig zijn om alsnog na te gaan of er mogelijk sprake is van staatssteun. Rik Wevers   [post_title] => Onrechtmatige staatssteun leidt tot algehele nietige grondtransactie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => onrechtmatige-staatssteun-leidt-tot-algehele-nietige-grondtransactie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-20 12:24:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-20 10:24:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22296 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 22570 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-11-02 12:23:18 [post_date_gmt] => 2020-11-02 11:23:18 [post_content] => Het toepassen van Artificial Intelligence (‘AI’) leidt soms tot vragen waar juridisch niet meteen een antwoord op te geven is. Bij AI worden modellen met datasets getraind zodat het model bij nieuwe data een analyse geeft. Bijvoorbeeld het herkennen van verdachte vlekjes (mogelijk kanker) of COVID 19 op röntgenfoto’s. Wanneer het model maar goed getraind is, dan kan het model betrouwbare analyses uitvoeren van nieuw ingevoerde foto’s. De Europese Commissie (‘EC’) en het Europees Parlement (‘EP’) zijn al lange tijd bezig met de vraag onder welke voorwaarden AI toegepast kan worden. Daarbij onderscheidt men drie aspecten:
A. Ethische normen voor het gebruik van AI
In een document uit februari 2020 en 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat de EC met een voorstel voor nieuwe regelgeving moet komen. Daarin moeten de ethische normen en juridische verplichtingen voor het ontwikkelen en gebruiken van AI worden vastgelegd. Dit omvat ook software, algoritmes en data. Bij nieuwe regelgeving zouden principes gevolgd moeten worden zoals een op de mens gerichte en door de mens gemaakte AI, transparantie en verantwoording, bescherming tegen vooringenomenheid (‘bias’) en discriminatie, het recht om de uitkomst aan te vechten en respect voor privacy bescherming. Dit speelt met name bij ‘high risk AI’ zoals ‘zelflerende AI’ (Deep learning). Daar zou een mens altijd het overzicht moeten houden.
B. Aansprakelijkheid wanneer AI schade veroorzaakt
Op 20 oktober 2020 heeft het EP een resolutie aangenomen met aanbevelingen voor civielrechtelijke regelgeving voor AI. Het document bevat aanbevelingen zoals aansprakelijkheid voor ‘high risk AI’ wanneer dat tot schade lijdt. Wij schreven hier al eerder een artikel over. Heldere regelgeving op dit vlak ontbreekt nu. Met heldere regelgeving zouden bedrijven en burger eerder bereid zijn om AI-technologie te vertrouwen. De regels zouden moeten gelden voor AI activiteiten die schade toe kunnen brengen aan gezondheid, leven, lichamelijke integriteit en bezit. Daarnaast zou het ook van toepassing moeten zijn op immateriële schade wanneer deze aantoonbaar is. Verder zou deze schade ook verzekerbaar moeten zijn.
C. Intellectuele Eigendomsrechten en AI
In een rapport van 8 oktober 2020 geeft het EP aan dat er een IE (Intellectual Property Rights system) systeem moet komen. Dit moet de innovatieve ontwikkelaars beschermen (onder meer met octrooien) zonder dat dit afbreuk doet aan de rechten van menselijke schepping en van ethische normen. Het EP benadrukt het verschil tussen scheppingen van mensen waarbij AI ondersteunend was (‘AI-assisted human creations’) en scheppingen door AI (‘AI-generated creations’). AI mag geen rechtspersoonlijkheid hebben, volgens het EP. IE rechten mogen alleen aan mensen toegekend worden, niet aan AI (computers, robots).
Wat betekent dit voor de praktijk.
  • AI/data roept juridische/ethische vragen op die soms wel en soms niet beantwoord kunnen worden met de huidige regelgeving.
  • Dit betekent dat, met de huidige wet- en regelgeving, de contracten van groot belang zijn.
  • Dat zijn contracten tussen (i) degene die een AI-dienst ontwikkelt en uitvoert en de opdrachtgever en (ii) partijen die in een consortium samenwerken waar AI wordt ontwikkeld en toegepast.
  • Voor al dit soort contracten (opstellen en reviewen) kunt u bij ons terecht.
  • Meer informatie over dit onderwerp ontwikkelen wij het kennisplatform over juridisch/ethische aspecten van AI (nl).
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. [post_title] => Is nieuwe wet- of regelgeving nodig voor AI? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-nieuwe-wet-of-regelgeving-nodig-voor-ai [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-11-23 13:42:54 [post_modified_gmt] => 2020-11-23 12:42:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22570 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1310 [max_num_pages] => 131 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 80e19fa50c025ee4671148562bcbd5d7 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Het toepassen van Artificial Intelligence (‘AI’) leidt soms tot vragen waar juridisch niet meteen een antwoord op te geven is. Bij AI worden modellen met datasets getraind zodat het model...
Lees meer
Wist u dat u gemeentelijk beleid kunt laten toetsen door de rechter? We zien het nu veel bij huisvesting van arbeidsmigranten. Nieuw beleid. Veelal strenger, omdat gemeenten de huisvesting van...
Lees meer
In de praktijk komt het voor dat bedrijven niet alleen hun logo willen beschermen, maar ook de plek waar dit logo staat afgebeeld. Kan dit? Zulke vragen spelen vooral een...
Lees meer
Bestemmingsplanregels en het huisvesten van arbeidsmigranten In verschillende blogs heb ik de afgelopen maanden gewezen op het belang van het bestemmingsplan bij het huisvesten van arbeidsmigranten. Vaak speelt het bestemmingsplan...
Lees meer
Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) Eerder dit jaar heeft de Eerste Kamer de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) aangenomen. Deze wet vervangt de huidige Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Met de Wtza worden...
Lees meer
Dit is een vervolg op het inleidende artikel "Van wie is het model"? Wat kunnen klant en ontwikkelaar van elkaar verwachten als het eindproduct een dienst wordt? De klant komt...
Lees meer
Hoe kan men de juridische relatie tussen een ontwikkelaar van machine learning (‘ML’) of artificial intelligence (‘AI’) modellen en zijn klanten vormgeven? De klant heeft in deze casus eigen data(set)...
Lees meer
In een licentieovereenkomst worden de voorwaarden voor verkoop van de producten vastgelegd. Vaak betekent dit een beperking van gebied, concurrerende producten, eisen aan de verkoopkanalen, rekening houden met adviesprijzen, etc....
Lees meer
De wereld verkeert in een situatie die het niet eerder heeft gezien. Bedrijven en overheden worstelen daardoor met de vraag in hoeverre zij rekening moeten houden met de schade die...
Lees meer
Op 9 oktober 2020 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de civielrechtelijke gevolgen van onrechtmatige staatssteun bij de aan/verkoop van grond (ECLI:NL:HR:2020:1587).    Met name de uitgebreide conclusie...
Lees meer