Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 67
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 67
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1313
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 660, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 22072
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2020-10-07 16:09:13
                    [post_date_gmt] => 2020-10-07 14:09:13
                    [post_content] => Copycats: iedereen weet wel een voorbeeld te noemen. De tassen van Louis Vuitton, de horloges van Rolex of sneakers van Puma. Maar wat is een copycat nu precies? En hoe kan je voorkomen dat copycats jouw producten namaken?
Namaakproducten
Wanneer we het hebben over copycats, wordt er ook wel gesproken over namaakproducten. Namaakproducten lijken zo veel op het origineel, dat de consument de twee producten nauwelijks uit elkaar kan houden. De verschillen zijn zo klein, dat het overduidelijk is dat er inspiratie is geput uit het origineel.
Bucqle
Neem bijvoorbeeld Bucqle: een jong bedrijf dat, door middel van crowdfunding, een compleet nieuw product op de markt wilde zetten. Zij ontwierpen een systeem waarmee kleding tot twee maten ingenomen kon worden, op stijlvolle wijze. Een gat in de markt. Op hun website hadden zij mooie foto’s en video’s geplaatst, maar het fysieke product konden zij helaas nog niet laten produceren. Mogelijke copycats dus ook niet, dachten zij. Helaas ging het al snel mis: overal ter wereld doken copycats op die ook de “Bucqle” verkochten. De vraag is dan: wat kunnen zij hiertegen doen? Bucqle is uiteraard niet het enige die tegen dit probleem aanloopt. Zeker in de fashionindustrie zien we vaak namaakproducten voorbij komen. Juridisch gezien is er dan veelal sprake van inbreuk op auteursrechten. Voor meer informatie, verwijs ik u naar deze pagina.
Wat kunnen we hiervan leren?
Uiteraard is het achteraf altijd gemakkelijk praten. De ontwerpers van Bucqle gingen ervan uit dat het wel de goede kant op zou gaan, maar helaas: in elke hoek schuilt een copycat. Hieronder een paar tips om ze buiten de deur te houden:
  • Denk op tijd aan intellectuele eigendomsrechten, zoals het merkenrecht, auteursrecht en modelrecht.
  • Plaats geen online filmpjes en foto’s met uitleg over de werking van jouw product: dit is voer voor copycats!
  • Denk en handel snel: omdat jij iets nog niet kan produceren, betekent niet dat anderen het niet na kunnen maken.
Voor meer tips of vragen, kunt u met mij ons contact opnemen.         [post_title] => Wees de copycats voor! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wees-de-copycats-voor [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:54:11 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:54:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22072 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 22063 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-07 15:13:45 [post_date_gmt] => 2020-10-07 13:13:45 [post_content] => Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteitsvraag in aanbestedingen in het zorgvervoer. Er worden vaak ‘zachte’ kwaliteitscriteria gevraagd zoals klantgerichtheid en sociale vaardigheden van chauffeurs. Het AIM pleit ervoor om voor zulke zachte criteria ook tot vaste normen te komen.
‘Harde‘ en ’zachte’ criteria over kwaliteit
Opdrachtgevers zijn zich goed bewust van de noodzaak van kwaliteitseisen in het zorgvervoer. Bij zaken die eenduidig en aantoonbaar zijn is dat geen probleem. Denk aan ‘harde‘ criteria zoals het TX-keurmerk voor kwaliteit van het vervoer, de code VVR voor veilig rolstoelvervoer en het certificaat levensreddend handelen. Bij ‘zachte’ criteria is er vaak geen standaard of eenduidige norm beschikbaar. Dat maakt dat er geen meetlat is waar prestaties als kennis van de doelgroep, sociale vaardigheden en klantgerichtheid langs kunnen worden gelegd.
Vergelijken kwaliteit van dienstverlening
Het AIM vindt het de moeite waard om te bezien of er voor de ‘zachte’ criteria geen eenduidige kwaliteitsstandaarden kunnen worden gebruikt. Dit moet er echter niet toe leiden aldus het AIM dat aanbestedingen in het zorgvervoer volledig worden dichtgetimmerd met harde eisen. Inschrijvers moeten zich immers wel kunnen onderscheiden omdat anders het risico bestaat dat er alleen op prijs wordt gegund.
‘Ademend’ bestek
Het AIM schetst als ideaal om met een bestek te komen dat inschrijvers de ruimte laat om op basis van extra diensten het verschil met de concurrenten te maken. Een lastige opgave maar niet onmogelijk. Bij een ‘zachte’ eis als bijvoorbeeld klanttevredenheid kan aan onderzoeken een bonus of malus opgenomen worden bij goed of slecht presteren in de ogen van klanten. Mogelijk kan een landelijke standaard voor onderzoek naar klanttevredenheid in het zorgvervoer worden ontwikkeld zoals die in het openbaar vervoer gehanteerd wordt met de zogenoemde OV Klantbarometer. Het AIM geeft in hun rapport ook criteria die aanbesteders kunnen helpen om ‘zachte’ criteria wat ‘harder’ te maken en zodoende te zorgen dat op kwaliteit de beste inschrijver geselecteerd kan worden.
Commentaar
Als ‘zachte’ kwaliteitscriteria waarop inschrijvers het verschil kunnen maken zo geformuleerd kunnen worden dat ze eenduidig en aantoonbaar zijn, komt dat de kwaliteit en de motivering van de gunning ten goede en kunnen juridische geschillen vaker worden voorkomen. Dit in het belang van zowel aanbesteders als inschrijvers. Rapport AIM over kwaliteitseisen in aanbestedingen zorgvervoer. Rik Wevers [post_title] => Analyse kwaliteitsvraag in vervoersaanbestedingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => analyse-kwaliteitsvraag-in-vervoersaanbestedingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-07 16:07:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-07 14:07:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22063 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 22039 [post_author] => 16 [post_date] => 2020-10-06 08:46:53 [post_date_gmt] => 2020-10-06 06:46:53 [post_content] => Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-coronapatiënten? De zorgsector loopt meer dan andere sectoren kans op aansprakelijkheidsclaims; - De claims van het zorgpersoneel die verwijt dat het ziekenhuis/instelling hen niet voldoende heeft beschermd tegen corona, de werkgeversaansprakelijkheid. Zie ook het artikel van collega Marlies  Hol. -Claims van coronapatiënten door mogelijke behandelingsfouten. - Maar ook claims van niet-coronapatiënten vanwege [onverantwoorde] uitgestelde zorg, verkeerde of te late diagnoses etc. Bij huisartsen en ziekenhuizen lag immers de focus op de behandeling van coronapatiënten en werd de reguliere hulp zoveel mogelijk uitgesteld. Fysiek contact met patiënten werd zoveel mogelijk vermeden. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in behandeling en vaststellen van diagnoses. Te denken valt aan het stellen van een te late kankerdiagnose, waardoor ook de behandeling te laat is gestart met alle mogelijke gevolgen van dien. Of het stellen van een verkeerde diagnose of nemen van verkeerde beslissingen door het werken op afstand, geen fysieke onderzoeken etc.
Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-corona patiënten?
Uitgestelde claims
Tijdens de eerste coronagolf was er veel lof voor de inzet van de zorgmedewerkers, van artsen, verpleegkundigen, overige hulpverleners, etc. Niemand stelt zich dan de vraag of hij of zij of een familielid wel de juiste medische reguliere hulp heeft gehad. Deze vraag komt beslist nog. Zeker als het met de ‘reguliere’ patiënt niet goed is gegaan.
Medische aansprakelijkheid
Het betreft hier dus de medische aansprakelijkheid. Niet alleen het ziekenhuis maar ook bv psychologen en psychotherapeuten, die alleen nog zorg op afstand verlenen. Deze worden mogelijk aangesproken op vermeende  medische fouten tijdens de coronaperiode. Bij de beantwoording van de vraag of de hulpverlener [arts, verpleegkundige, psycholoog] een beroepsfout heeft gemaakt komt het erop neer of het handelen van de arts in overeenstemming is geweest met de zorgvuldigheid die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht, waarbij de professionele standaard uitgangspunt is.
Medische aansprakelijkheid in crisistijd
Deze drempel in het medisch aansprakelijkheidsrecht is al vaak, ook buiten corona, moeilijk te nemen. Laat staan in een crisistijd, zoals de huidige coronaperiode, is het aantonen van de onzorgvuldigheid [en het dus niet handelen conform professionele standaard] van de hulpverlener een lastige zaak. Uiteraard zal de aangesproken hulpverlener een beroep doen op de uitzonderlijke en extreme situatie. Een rechter kan dit meewegen bij de professionele standaard. Maar ook kan een rechter  in een dergelijke situatie een beroep op overmacht rechtvaardigen. De patiënt staat dan met lege handen. Dit laat onverlet om juridisch uit te laten zoeken of er, ook tijdens coronatijd, toch mogelijk sprake is van een medische fout. Mogelijk heeft de foutieve behandeling/verkeerde diagnose niets met de coronamaatregelen in de zorg te maken. Edith de Koning   [post_title] => Een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-corona patiënten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => claims-een-nieuwe-golf [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-06 09:13:26 [post_modified_gmt] => 2020-10-06 07:13:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22039 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 22005 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-10-05 10:54:43 [post_date_gmt] => 2020-10-05 08:54:43 [post_content] => De afgelopen maanden verschenen verschillende uitspraken in verband met ontstane huurachterstanden vanwege de coronacrisis (covid-19). Met name de horecabedrijven werden door de gedongen overheidssluiting hard getroffen. In veel van die procedures werd een beroep gedaan op onvoorziene omstandigheden. Vaak ging de kantonrechter in een dergelijk beroep mee. Op 1 juni 2020 mocht de horeca weer open. Hebben huurders na deze heropening ook recht op (gedeeltelijke) huurprijsvermindering? De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 1 september 2020 een belangwekkend vonnis gewezen.
De casus
Een huurder huurt sinds 1 mei 2015 een bedrijfsruimte van verhuurder, waarin huurder een evenementen- en congrescentrum exploiteert en met name feesten en partijen organiseert. De onderneming van huurder is gedurende de coronacrisis van overheidswege tussen 15 maart en 1 juni 2020 gesloten geweest. Een huurder laat sinds de sluiting van het gehuurde na om de volledige huurprijs te betalen. Er is tussen partijen overleg gevoerd over een regeling, maar zonder enig succes. Vanwege de huurachterstand heeft verhuurder in kort geding de ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstallige huurprijs gevorderd. Huurder verweert zich tegen de vorderingen van verhuurder en doet daarbij een beroep op onvoorziene omstandigheden. Volgens huurder is van belang dat zij ook ná de heropening in juni 2020 een fikse omzetdaling heeft en dat de gevolgen die de coronacrisis teweegbrengt een aangepaste huurovereenkomst verlangt. Huurder vordert aanpassing van de huurovereenkomst, in zoverre dat er tussen maart en juni 2020 geen huurprijs verschuldigd is en vanaf 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 een omzetafhankelijke huurprijs van 20% wordt vastgesteld, met een maximum van € 28.781.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter komt tot een voorhands oordeel dat de gevolgen van de coronacrisis als een onvoorziene omstandigheid moet worden beschouwd. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat partijen de gevolgen van de crisis dienen te verdelen. De kantonrechter gaat niet mee met de stelling van huurder dat er tussen 17 maart 2020 en 1 juni 2020 in zijn geheel geen huurprijs hoeft te worden betaald of slechts een omzetafhankelijke huurprijs van 20%. Volgens de kantonrechter moeten beide partijen de lasten in gelijke mate delen. Huurder is tussen 15 maart 2020 en 1 juni 2020 50% van de huurprijs verschuldigd. Verder is de kantonrechter van oordeel dat ook een deel van de huurprijs over de periode 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020 niet hoeft te worden betaald. De kantonrechter legt hieraan ten grondslag dat ook in deze periode de gevolgen van de coronacrisis nog merkbaar zijn. De kantonrechter komt tot het oordeel dat huurder tussen 1 juni en 31 december 2020 een oplopend percentage verschuldigd is, en wel van 65% tot 100%.
Commentaar
In de afgelopen maanden zijn verschillende uitspraken gewezen waarin kantonrechters in kort geding tot het oordeel kwamen dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid vormt. Tot dusver niets nieuws. Ook is niet nieuw dat kantonrechters de huurprijs verlagen, óók in de periode na de heropening van de horeca op 1 juni 2020. De uitspraak sluit aan bij eerdere rechtspraak en de in de literatuur geopperde opvatting dat partijen de lasten zoveel mogelijk naar redelijkheid dienen te dragen. Wat mij opvalt is dat er door kantonrechters gemakkelijk van uit wordt gegaan dat er sprake is van een onvoorziene omstandigheid en dát die omstandigheid ook dient te leiden tot een gewijzigde huurprijs. Met name is in mijn optiek relevant dat de horeca sinds 1 juni 2020 weer open mocht. Vooral in het café en restaurantbedrijf werden weer de broodnodige omzetten gedraaid. Dat de horeca ook na de heropening nog steeds de gevolgen merkt, dat blijkt ook wel uit de aangehaalde uitspraak. Ook zijn er nog steeds maatregelen die gelden. Of dat de gevolgen hiervan gedeeltelijk bij de verhuurder moeten worden gelegd is echter een ander verhaal. Horeca exploitanten konden de bedrijfsvoering na heropening op 1 juni 2020, met het oog op de verwachte omzetderving en de maatregelen die gelden, ook anders inrichten zodat andere, variabele bedrijfskosten zoveel mogelijk worden beperkt. Ook bestaat er voor veel ondernemers de mogelijkheid om vanwege de omzetderving tegemoetkoming aan de vragen via de NOW-regeling. Behoort de omzetderving die bedrijven lijden in de nasleep van de gedwongen sluiting, mede gezien het voorgaande, niet juist tot het ondernemersrisico van huurders? Gaan rechters niet te snel voorbij aan de terughoudende toets bij onvoorziene omstandigheden? En is het relevant dat de verhuurder, net als in de aangehaalde uitspraak, claimt afhankelijk te zijn van de huurinkomsten? Relevante vragen waar uiteindelijk de bodemrechters zich in de aankomende periode over mogen buigen. Kortom, het laatste woord is nog niet gezegd. Michael de Marco [post_title] => Huurachterstanden door de coronacrisis: ook na heropening? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huurachterstanden-door-de-coronacrisis-ook-na-heropening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-05 11:56:39 [post_modified_gmt] => 2020-10-05 09:56:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22005 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 22013 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-05 10:11:38 [post_date_gmt] => 2020-10-05 08:11:38 [post_content] => De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in een vijftal zaken uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het beleid van de zorgkantoren voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig is, in ieder geval voor het jaar 2021. De voorzieningenrechter verbiedt de zorgkantoren de inkoopprocedures voort te zetten. Dit verbod geldt niet als de zorgkantoren alsnog kunnen aantonen dat met de gehanteerde tarieven wordt voldaan aan de eisen die daaraan kunnen worden gesteld. Zolang daarvan geen sprake is moeten de zorgkantoren minimaal het tarief hanteren dat in 2020 is toegepast.
Standpunt zorgaanbieders
Een groot aantal aanbieders van verschillende soorten langdurige zorg maakt bezwaar tegen de wijze waarop de zorgkantoren het nieuwe inkoopbeleid hebben vormgegeven. Dit met name waar het de geboden tarieven betreft. Deze tarieven zouden aldus de zorgaanbieders, niet reëel en niet kostendekkend zijn. Hiermee wordt geen recht gedaan aan de verschillen tussen zorgaanbieders in de Wlz [Wet langdurige zorg).
zorg
Standpunt zorgkantoren
De zorgkantoren op hun beurt wijzen op de uitdagingen waar zij voor staan en op hun taakstelling. Zij vinden dat de geboden tarieven ruim voldoende om goede zorg te kunnen leveren. De zorgkantoren vinden de tarieven rechtmatig.
Aanbestedingsbeginselen van toepassing
De rechter stelt voorop dat de vijf zorgkantoren verplicht zijn om bij de uitvoering van de inkoopprocedures de aanbestedingsbeginselen zoals het transparantiebeginsel in acht te nemen. Dit betekent dat bij de inkoop van zorg reële tarieven moeten worden vergoed. Het transparantiebeginsel betekent dat de zorgkantoren op controleerbare wijze moeten motiveren waarom zij menen dat sprake is van reële tarieven. De zorgkantoren stellen dat de door hen geboden tarieven voldoende en rechtmatig op het feit dat de NZa [Nederlandse Zorgautoriteit] maximumtarieven heeft vastgesteld. De zorgkantoren zeggen dat de voorgestelde tarieven geen grote koerswijziging met zich meebrengen. Verder wijzen de zorgkantoren erop dat er zorgaanbieders zijn die met andere zorgkantoren hebben gecontracteerd voor nog lagere tarieven.
Oordeel rechter: geen onderbouwing reële tarieven
De rechter oordeelt dat de zorgkantoren geen controleerbare onderbouwing geven dat er reële tarieven worden gehanteerd. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van de zorgaanbieders    dat de vijf zorgkantoren per sector hadden moeten bekijken wat haalbaar is qua tarifering. De zorgkantoren hadden ook moeten kijken of het vastgestelde maximumtarief zich ervoor leent om daarop een korting toe te passen. De rechtbank overweegt dat het beleid alleen door de zorgkantoren kan worden vastgesteld op basis van deugdelijk onderzoek. Dit hebben de vijf zorgkantoren volgens de rechter nagelaten. Rik Wevers   [post_title] => Beleid zorgkantoren inkoop langdurige zorg onrechtmatig [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => beleid-zorgkantoren-inkoop-langdurige-zorg-onrechtmatig [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-05 10:11:38 [post_modified_gmt] => 2020-10-05 08:11:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22013 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 21961 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-10-02 09:42:18 [post_date_gmt] => 2020-10-02 07:42:18 [post_content] => De Jeugdwet en Wmo 2015 worden gewijzigd om aanbesteden in het Sociaal Domein makkelijker te maken. Hiertoe draait een pilot bij de gemeente Rotterdam waarbij een zogenoemde Tussenvoorziening WMO wordt ingekocht. Het selecteren van goed gekwalificeerde geschikte zorgaanbieders staat centraal.
Tussenvoorzieningen
De ambitie in de gemeente Rotterdam is om Tussenvoorzieningen voor ouderen te ontwikkelen, implementeren en realiseren waarmee het gat wordt gedicht tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis voor Rotterdammers met een smalle beurs. Deze Rotterdammers wonen dan zelfstandig, maar met vormen van gemeenschappelijkheid, ondersteuning en zorg nabij. Wonen, welzijn en zorg worden er in samenhang georganiseerd. Men wil maximaal zes opdrachtnemers contracteren die vanaf 1 november 2020 elk zorg dragen voor het organiseren van een Tussenvoorziening in een samenwerkingsverband van zorgaanbieders, woningbouwcoöperaties en welzijnsaanbieders. Fact Friday
Sociaal domein
De Tussenvoorziening is gericht op ouderen met een lichte tot matige ondersteuningsvraag en dient bij te dragen aan de beleidsuitgangspunten uit het programma ‘Rotterdam, Ouder en Wijzer’. Het samenwerken aan de Rotterdamse opgave voor geschikte(re) woningen voor ouderen, aan een groter maar ook gevarieerder aanbod van woon(zorg)concepten, tussenvoorzieningen en zogenaamde ouderenhubs is eveneens onderdeel van de afspraken gemaakt binnen het Langer Thuis Akkoord 2020-2025. Het inkoopproces hiervoor bestaat uit een aanbestedingsprocedure voor sociale en andere specifieke diensten (SAS-procedure) waarbinnen eerst een selectiefase plaatsvindt op geschiktheid van de inschrijver, gevolgd door een dialoogfase waarbij ook geselecteerd kan worden op uitvoerbaarheid en tijdigheid van de opdracht (Tussenvoorziening). Daarmee kan door gemeente en aanbieder samen de nieuwe voorziening vorm worden gegeven. Rik Wevers [post_title] => Aanbesteden in het Sociaal Domein zonder gunningscriteria! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanbesteden-in-het-sociaal-domein-zonder-gunningscriteria [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-10-02 09:42:18 [post_modified_gmt] => 2020-10-02 07:42:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21961 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 21907 [post_author] => 43 [post_date] => 2020-09-30 16:03:08 [post_date_gmt] => 2020-09-30 14:03:08 [post_content] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? Eerder schreef mijn collega Jos van der Wijst over de verantwoordelijkheid voor de analyse door een algoritme. Hoewel de wet zoals hij aangeeft op dit moment inderdaad niets specifieks met betrekking tot Artificial Intelligence [AI], (product)aansprakelijkheid van (makers van) AI modellen, leveranciers van datasets, etc. regelt, moet bij het toepassen van AI wel rekening worden gehouden met de privacywetgeving. Voor de goede werking van AI is namelijk data nodig. Deze data zal, bijvoorbeeld en met name in geval van toepassingen in de zorg, bestaan uit persoonsgegevens van patiënten. Op de verwerking van deze persoonsgegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming [AVG] en de Uitvoeringswet AVG [UAVG] van toepassing. Dit brengt een aantal aandachtspunten met zich mee.
Bijzondere persoonsgegevens
Bij het toepassen van AI in de zorg moet er rekening mee worden gehouden dat de AVG gegevens van patiënten die iets zeggen over zijn of haar gezondheid als bijzondere persoonsgegevens kwalificeert. Verwerking van bijzondere persoonsgegevens is in beginsel verboden [art. 9 lid 1 AVG], specifieke uitzonderingen daargelaten. Zo mag een dergelijke verwerking worden gebaseerd op de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt, maar de UAVG maakt ook uitzonderingen voor onder andere wetenschappelijk onderzoek [art. 24 UAVG] en de goede behandeling of verzorging van patiënten [art. 30 lid 3 UAVG].
privacy zorg
Besluitvorming op basis van AI
Op basis van art. 22 lid 1 AVG heeft een betrokkene [in de zorg de patiënt] ook het recht om niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem op andere wijze in aanmerkelijke mate treft. Een uitzondering hierop is opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. Met dit recht van betrokkenen moet ook in de zorg rekening worden gehouden. Een medische keuze voor een bepaalde behandeling kan namelijk worden gezien als een besluit wat de patiënt in aanmerkelijke mate treft. Het inzetten van AI voor het verwerken en analyseren van persoonsgegevens valt onder het begrip geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Wanneer een behandelkeuze uitsluitend wordt gebaseerd op door AI gegenereerde aanbevelingen of analyse, wordt daarmee  in strijd gehandeld met dit recht van de patiënt. Het bij de keuze in behandeling betrekken van aanbevelingen gegenereerd door AI is dit in principe niet, omdat de keus dan niet uitsluitend wordt gebaseerd op geautomatiseerde verwerking.
Samenwerking tussen zorgverleners en AI bedrijven
Met het gebruik van AI in de zorg zullen de persoonsgegevens van patiënten vaak worden gedeeld met de AI dienstverlener. Privacyrechtelijk is daarbij belangrijk om vast te stellen wat de AI dienstverlener precies met de persoonsgegevens gaat doen. Als deze enkel ten behoeve van de zorgverlener worden verwerkt, om bijvoorbeeld de voornoemde aanbevelingen voor behandelkeuzes te doen, wordt de AI dienstverlener gekwalificeerd als verwerker en moet er een verwerkersovereenkomst worden gesloten. Gaat de AI dienstverlener de persoonsgegevens ook voor eigen doeleinden verwerken, dan wordt deze zelf aangemerkt als verwerkingsverantwoordelijke en is een verwerkersovereenkomst onvoldoende om de uitwisseling van persoonsgegevens vast te leggen. Van gebruik voor eigen doeleinden door de AI dienstverlener zal snel sprake zijn, omdat de ontvangen data vaak ook zal worden gebruikt om het AI model te verbeteren. Ook in dat geval is het verstandig om afspraken omtrent privacy schriftelijk vast te leggen.
Medisch beroepsgeheim
Naast het bovenstaande privacyrechtelijke aspect, is tevens het medisch beroepsgeheim van belang bij de samenwerking tussen zorgverleners en AI bedrijven. De Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst [WGBO, opgenomen in het Burgerlijk Wetboek] bepaalt namelijk dat de hulpverlener aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt mag verstrekken, tenzij de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven [art. 7:457 lid 1 BW]. Dit kan in de weg staan aan het gebruik van AI in de zorg. Rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst betrokken partijen vallen echter niet onder de definitie ‘anderen dan de patiënt’ [art. 7:457 lid 2 BW]. Met hen kunnen inlichtingen over de patiënt dus wel worden gedeeld. Hoewel het voor de hand ligt dat bijvoorbeeld verpleegkundigen onder deze uitzondering vallen, heeft de Autoriteit Persoonsgegevens aangegeven dat ook een cloudprovider hieronder valt. De vraag of een AI-bedrijf ook onder deze uitzondering kan worden geschaard is tot nu toe niet beantwoord. Verschillende partijen zijn al wel bezig met de ontwikkeling van manieren om informatie over de patiënt bijeen te kunnen brengen zonder dat er persoonsgegevens worden uitgewisseld, bijvoorbeeld door het toepassen van Multi-Party Computation waarbij de data onleesbaar vercijferd wordt. Voor een verdere toelichting hierover verwijs ik graag naar het webinar AI, Healthcare & Law. Al met al kan de samenwerking tussen AI bedrijven en zorginstellingen, ook privacyrechtelijk gezien, een gelukkig huwelijk zijn. Voorwaarde daarbij is wel dat aan verschillende punten de nodige aandacht wordt besteed, zowel voorafgaand als tijdens de samenwerking. Begin 2020 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens al aangegeven te gaan toezien op het gebruik van AI waarbij persoonsgegeven worden gebruikt.  Reden te meer om deze aandachtspunten goed in het oog te houden, zeker nu de toezichthouder er niet voor terugschrikt om ook in de zorgsector handhavend op te treden. Tom Oerlemans [post_title] => AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ai-privacy-in-de-zorg-een-gelukkig-huwelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-30 16:23:45 [post_modified_gmt] => 2020-09-30 14:23:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21907 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 21911 [post_author] => 46 [post_date] => 2020-09-28 17:04:20 [post_date_gmt] => 2020-09-28 15:04:20 [post_content] => Eind vorig jaar bepaalde de Hoge Raad in de Xella-zaak dat werkgevers langdurig zieke werknemers niet in dienst mogen houden zodat de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te worden betaald. De werkgever dient, op verzoek van de werknemer, het slapende dienstverband te beëindigen en de wettelijke transitievergoeding te betalen. De betaalde transitievergoeding kon per 1 april 2020 door werkgever worden teruggevraagd bij het UWV (met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015).
Werkgever, u heeft nog tot 1 oktober 2020
Voor zieke werknemers die vóór 1 juli 2015 ziek waren geldt nog een hele korte periode om de compensatieaanvraag in te dienen bij het UWV. Dat kan namelijk tot 1 oktober 2020. Aanvragen die te laat worden gedaan, worden afgewezen. Bovendien kan de aanvraag pas worden ingediend zodra de transitievergoeding volledig is betaald. Naar mijn verwachting behoudt een werknemer met een slapend dienstverband ook ná 1 oktober 2020 zijn aanspraak om de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van de transitievergoeding. Werkgever heeft namelijk maandenlang de tijd gehad een regeling te treffen en een compensatieaanvraag in te dienen. Mogelijk is daarbij nog van belang of de werknemer de werkgever tussentijds heeft verzocht tot ontbinding over te gaan.
Contact via het UWV
Naar mijn verwachting behoudt een werknemer met een slapend dienstverband ook ná 1 oktober 2020 zijn aanspraak om de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van de transitievergoeding. Werkgever heeft namelijk maandenlang de tijd gehad een regeling te treffen en een compensatieaanvraag in te dienen. Mogelijk is daarbij nog van belang of de werknemer de werkgever tussentijds heeft verzocht tot ontbinding over te gaan. Verslaap u niet en ga nog snel over tot beëindiging van het dienstverband en betaling van de transitievergoeding. U kan deze compensatie nog tot 1 oktober 2020 indienen via de website van het UWV. Bij een incomplete aanvraag stelt het UWV de werkgever in de gelegenheid deze aan te vullen. Het UWV hanteert hiervoor in de regel een termijn van 14 of 28 dagen. Ik adviseer u daarom een aanvraag in te dienen vóór 1 oktober 2020 met alle documenten die u bezit, u heeft daarna nog kort de tijd om de aanvraag compleet te maken. Heeft u hulp nodig bij het beëindigen van een slapend dienstverband en het opstellen van een vaststellingsovereenkomst? Ik ben u graag van dienst via hol@bg.legal. Marlies Hol 1 [post_title] => Wakker worden! Een slapend dienstverband vóór 1 juli 2015? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wakker-worden-een-slapend-dienstverband-voor-1-juli-2015 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:32:46 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:32:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21911 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 21889 [post_author] => 46 [post_date] => 2020-09-28 13:50:15 [post_date_gmt] => 2020-09-28 11:50:15 [post_content] =>
Een schadevergoeding voor zorgpersoneel dat is besmet met het coronavirus (Covid-19)?
Eerder schreef ik over de afname van de druk op de zorg en het overwerken. De druk op de zorg neemt inmiddels toe door de snelle stijging van het aantal besmettingen met het coronavirus. Hierdoor wordt (weer) een dringend beroep op zorgmedewerkers gedaan. Door het bieden van zorg aan besmette personen, lopen zorgmedewerkers een verhoogd risico op besmetting met het corona-virus. Om dit risico te verkleinen zijn er persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes, handschoenen en brillen. Deze beschermingsmiddelen waren niet altijd voorradig. Daardoor werd soms noodgedwongen genoegen genomen met minder veilige alternatieven. Dient zorgpersoneel dat is besmet met Covid-19 door het gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen schadeloos te worden geteld?
Wat is het antwoord op de vraag?
Ter beantwoording van deze vraag kijken wij eerst in welke situatie ziekte van een werknemer voor rekening van werkgever komt. Per 1 april 2020 is Covid-19 een erkende beroepsziekte. Een beroepsziekte is een ziekte die het gevolg is van invloeden of factoren rondom het werk. Bekende voorbeelden zijn ziekte door het werken met asbest, RSI en een burn-out. Het coronavirus valt hier dus ook onder. Op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek is de werkgever veelal aansprakelijk voor een arbeidsongeval of beroepsziekte. Mijn collega Edith De Koning–Witte schreef hier eerder al over. Werkgever is niet aansprakelijk als hij aantoont dat redelijkerwijs te vergen maatregelen zijn genomen om dat ongeval of die ziekte te voorkomen. Als een werkgever aansprakelijk is voor de beroepsziekte van een werknemer, dan dient werkgever de schade die de werknemer lijdt te vergoeden. Deze schade bestaat veelal uit medische kosten (eigen risico voor een ziekenhuisopname, behandelingen bij een fysiotherapeut en revalidatie), maar ook andere kosten zoals gederfde inkomsten en hulp in het huishouden. Daarnaast heeft een werknemer mogelijk recht op een smartengeldvergoeding voor het veroorzaakte leed. De FNV onderzoekt momenteel of juridische stappen kunnen worden ondernomen tegen de overheid, omdat de FNV van mening is dat de overheid te weinig deed om bescherming te bieden aan zorgmedewerkers. De FNV kijkt naar de mogelijkheden tot schadeloosstelling van de zorgmedewerkers. Deze schadeloosstelling bestaat onder andere door het vergoeden van zorgkosten en het compenseren van gemiste inkomen door langdurig ziekte werknemers.
De overheid
Het is naar mijn mening verdedigbaar dat de overheid tegemoet komt in de eventuele kosten van zorgpersoneel die tijdens zijn of haar werkzaamheden zijn besmet met het coronavirus. Zij zijn namelijk blootgesteld aan een verhoogd risico op besmetting. Voor de vergoeding voor zorgpersoneel dient een keuze te worden gemaakt tussen een meer algemene compensatie binnen de zorgsector of het toepassen van maatwerk per zorgmedewerker. Dat staat vooralsnog niet in de weg aan de mogelijkheid van een individuele zorgmedewerker om zijn of haar werkgever aansprakelijk te stellen. Voor zover mij bekend zijn daar nog geen (gepubliceerde) uitspraken over. Heeft u vragen over beroepsziekten, aansprakelijkheid van de werkgever en het voorkomen daarvan? Neemt u dan contact met mij op via hol@bg.legal. Marlies Hol   [post_title] => Werkgeversaansprakelijkheid Covid-19 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkgeversaansprakelijkheid-covid-19 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:33:05 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:33:05 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21889 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 21866 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-09-25 09:01:46 [post_date_gmt] => 2020-09-25 07:01:46 [post_content] => Deze vraag kwam aan de orde tijdens een webinar over Artificial Intelligence, Healthcare and Law. Tijdens dit webinar heeft onze advocaat Jos van der Wijst een presentatie gegeven. De presentatie ging over de juridische aspecten van AI (in healthcare). De vraag werd gesteld door een arts die een AI toepassing gebruikte bij de diagnose van patiënten.
Wat is nou het antwoord op de vraag?
De vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Het maken van een algoritme gebeurt op basis van software. Vaak open source software zoals SkLearn en Tensorflow. Degene die het algoritme maakt, bewerkt soms datasets, traint het model dat is gekozen met datasets en past de parameters aan. Dit alles om het beoogde doel te bereiken. Zoals het identificeren van een besmetting met het coronavirus. Zie het bericht van 17 juli 2020 (bron Radboudumc): “Over de hele wereld hebben zeker 8 miljoen mensen een besmetting gehad met het coronavirus. De diagnose kan gesteld worden met een Röntgenfoto van de borst, waarop de longen te zien zijn. Meestal doet een radioloog dat, maar een onderzoek van Radboudumc, Jeroen Bosch Ziekenhuis en Bernhoven laat zien dat een systeem op basis van Artificiële Intelligentie (AI) dat net zo goed kan. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Radiology.” Wie is verantwoordelijk voor de analyse door een algoritme?          
Algoritme
Stel een algoritme komt tot de verkeerde conclusie. En vervolgens wordt aan een röntgenfoto die met AI is geanalyseerd een verkeerde conclusie verbonden. Stel een patiënt lijdt hier schade door. Het ziekenhuis waar een arts werkt zal als eerste worden aangesproken door de patiënt. Kan het ziekenhuis de patiënt verwijzen naar de maker van het algoritme? Zie het blog van mijn collega over ‘arts niet aansprakelijk voor gebruik ongeschikte medische hulpzaak’. En kan de maker van het algoritme weer verwijzen naar derden (leverancier dataset, leverancier software)? Vragen die niet eenvoudig te beantwoorden zijn.
Wetgeving
De wet regelt nu nog niets specifieks met betrekking tot artificial intelligence, (product)aansprakelijkheid van (makers van) algoritme, leveranciers van datasets, etc. Daarnaast is een (AI) dienst geen product. De productaansprakelijkheidsregelgeving is hierbij niet van toepassing. Daarom is het zinvol om bij overeenkomsten die betrekking hebben op het maken van een algoritme en het trainen van een model, het uitvoeren van analyses met een algoritme, het gebruiken van algoritmes bij het nemen van beslissingen, hier afspraken over te maken en vast te leggen. Afspraken zouden gemaakt moeten worden over acceptabele foutmarges, datakwaliteit, welke soorten gebruik is toegestaan en wordt gegarandeerd. En het is verstandig om voor het gaan werken met AI een ‘AI impact assessment’ uit te (laten) voeren. Daarmee worden potentiële risico’s in kaart gebracht.
Non-contractuele aansprakelijkheid
Daarnaast speelt de non-contractuele aansprakelijkheid. Dit speelt in situaties waarin partijen niet contractueel met elkaar zijn verbonden. Bijvoorbeeld wanneer sprake zou van onrechtmatig handelen door de maker van een algoritme en een patiënt lijdt hier schade door. Immers er bestaat geen overeenkomst tussen de maker en de patiënt. Maar mogelijk heeft de patiënt toch een juridische mogelijkheid om op te treden tegen de maker van het algoritme op basis van onrechtmatige daad (b.v. schenden van een zorgplicht door de maker). De kaders hiervoor zullen in regelgeving (gedragscodes?) en jurisprudentie nog moeten worden uitgewerkt. Toch is het zinvol om daar nu al over na te denken (als gebruiker/maker van algoritmes in healthcare). BG.legal heeft een data/AI team met daarin niet alleen juristen maar ook IT/data science geschoolden. Daardoor begrijpen wij processen, technieken beter en kunnen de noodzakelijke afspraken beter identificeren en vastleggen. Daarnaast kunnen we partijen beter adviseren over de creatie en toepassing van AI. Voor meer informatie over juridische aspecten van AI/data kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst, teamleider van BG.tech. [post_title] => Wie is verantwoordelijk voor de analyse door een algoritme? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wie-is-verantwoordelijk-voor-de-analyse-door-een-algoritme [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-25 11:53:24 [post_modified_gmt] => 2020-09-25 09:53:24 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21866 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 22072 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-10-07 16:09:13 [post_date_gmt] => 2020-10-07 14:09:13 [post_content] => Copycats: iedereen weet wel een voorbeeld te noemen. De tassen van Louis Vuitton, de horloges van Rolex of sneakers van Puma. Maar wat is een copycat nu precies? En hoe kan je voorkomen dat copycats jouw producten namaken?
Namaakproducten
Wanneer we het hebben over copycats, wordt er ook wel gesproken over namaakproducten. Namaakproducten lijken zo veel op het origineel, dat de consument de twee producten nauwelijks uit elkaar kan houden. De verschillen zijn zo klein, dat het overduidelijk is dat er inspiratie is geput uit het origineel.
Bucqle
Neem bijvoorbeeld Bucqle: een jong bedrijf dat, door middel van crowdfunding, een compleet nieuw product op de markt wilde zetten. Zij ontwierpen een systeem waarmee kleding tot twee maten ingenomen kon worden, op stijlvolle wijze. Een gat in de markt. Op hun website hadden zij mooie foto’s en video’s geplaatst, maar het fysieke product konden zij helaas nog niet laten produceren. Mogelijke copycats dus ook niet, dachten zij. Helaas ging het al snel mis: overal ter wereld doken copycats op die ook de “Bucqle” verkochten. De vraag is dan: wat kunnen zij hiertegen doen? Bucqle is uiteraard niet het enige die tegen dit probleem aanloopt. Zeker in de fashionindustrie zien we vaak namaakproducten voorbij komen. Juridisch gezien is er dan veelal sprake van inbreuk op auteursrechten. Voor meer informatie, verwijs ik u naar deze pagina.
Wat kunnen we hiervan leren?
Uiteraard is het achteraf altijd gemakkelijk praten. De ontwerpers van Bucqle gingen ervan uit dat het wel de goede kant op zou gaan, maar helaas: in elke hoek schuilt een copycat. Hieronder een paar tips om ze buiten de deur te houden:
  • Denk op tijd aan intellectuele eigendomsrechten, zoals het merkenrecht, auteursrecht en modelrecht.
  • Plaats geen online filmpjes en foto’s met uitleg over de werking van jouw product: dit is voer voor copycats!
  • Denk en handel snel: omdat jij iets nog niet kan produceren, betekent niet dat anderen het niet na kunnen maken.
Voor meer tips of vragen, kunt u met mij ons contact opnemen.         [post_title] => Wees de copycats voor! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wees-de-copycats-voor [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:54:11 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:54:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=22072 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1313 [max_num_pages] => 132 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 5d3e10587236ac1b70ad065862b29343 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
07 okt 2020
BG.legal
Copycats: iedereen weet wel een voorbeeld te noemen. De tassen van Louis Vuitton, de horloges van Rolex of sneakers van Puma. Maar wat is een copycat nu precies? En hoe...
Lees meer
Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteitsvraag in aanbestedingen in het zorgvervoer. Er worden vaak ‘zachte’ kwaliteitscriteria gevraagd zoals klantgerichtheid en sociale vaardigheden van chauffeurs. Het AIM...
Lees meer
Nog een nieuwe golf? Maar dan claims van niet-coronapatiënten? De zorgsector loopt meer dan andere sectoren kans op aansprakelijkheidsclaims; - De claims van het zorgpersoneel die verwijt dat het ziekenhuis/instelling...
Lees meer
De afgelopen maanden verschenen verschillende uitspraken in verband met ontstane huurachterstanden vanwege de coronacrisis (covid-19). Met name de horecabedrijven werden door de gedongen overheidssluiting hard getroffen. In veel van die...
Lees meer
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft in een vijftal zaken uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het beleid van de zorgkantoren voor de inkoop van langdurige zorg onrechtmatig...
Lees meer
De Jeugdwet en Wmo 2015 worden gewijzigd om aanbesteden in het Sociaal Domein makkelijker te maken. Hiertoe draait een pilot bij de gemeente Rotterdam waarbij een zogenoemde Tussenvoorziening WMO wordt...
Lees meer
AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk? Eerder schreef mijn collega Jos van der Wijst over de verantwoordelijkheid voor de analyse door een algoritme. Hoewel de wet zoals...
Lees meer
Eind vorig jaar bepaalde de Hoge Raad in de Xella-zaak dat werkgevers langdurig zieke werknemers niet in dienst mogen houden zodat de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te worden betaald. De...
Lees meer
Een schadevergoeding voor zorgpersoneel dat is besmet met het coronavirus (Covid-19)? Eerder schreef ik over de afname van de druk op de zorg en het overwerken. De druk op de...
Lees meer
Deze vraag kwam aan de orde tijdens een webinar over Artificial Intelligence, Healthcare and Law. Tijdens dit webinar heeft onze advocaat Jos van der Wijst een presentatie gegeven. De presentatie...
Lees meer