Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 62
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 62
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1312
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 610, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 23654
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2021-01-27 14:45:11
                    [post_date_gmt] => 2021-01-27 13:45:11
                    [post_content] => De schuldenaar is in beginsel vrij om zelf te bepalen wat hij zijn schuldeisers en aandeelhouders in het WHOA-akkoord aanbiedt. De wet heeft wel enkele voorwaarden gesteld aan een akkoord. De belangrijkste voorwaarden komen in dit artikel aan bod
Informatievoorziening
Ten eerste dient de schuldenaar alle benodigde informatie te overleggen. Op die manier kan de schuldeiser of aandeelhouder een goede afweging maken of hij wel/niet instemt met het voorstel. In de vierde WHOA-uitspraak overwoog de rechtbank dat zij op dat moment voldoende geïnformeerd was om het WHOA-traject te starten, maar legde de verzoeker wel op om meer informatie aan te leveren.
Gelijke gevallen gelijk behandelen
Ten tweede dient de schuldenaar de schuldeisers die ten opzichte van elkaar een zelfde positie hebben, ook gelijk te behandelen. Is er sprake van schuldeisers met verschillende rechten, dan dient hij dus verschillende klassen van schuldeisers (en aandeelhouders) te onderscheiden. Als voorbeeld kan gedacht worden aan het onderscheid tussen concurrente schuldeisers en preferente schuldeisers, maar ook schuldeisers met zekerheidsrechten zoals pandhouders vormen een eigen klasse (voor het bedrag waarvoor het pandrecht zekerheid biedt). Elke klasse dient een eigen voorstel te ontvangen, mits de klasse ook onderdeel uitmaakt van het akkoord. In de vierde WHOA-uitspraak betrok de schuldenaar pandhouder niet (volledig) in het akkoord. De rechtbank droeg de schuldenaar op om de rechten van de pandhouder te respecteren. Uiteraard vindt er ook in elke een afzonderlijke klasse een stemming plaats over het akkoord. Het is mogelijk dat de schuldenaar een akkoord aanbiedt aan slechts één bepaalde groep schuldeisers of aandeelhouders.
Rangorde en minimale uitkering
Ten derde moet de schuldenaar bij het voorstel als uitgangspunt de wettelijke rangorde van schuldeisers hanteren.  Om kleine ondernemingen te beschermen is de schuldenaar wel verplicht om ten minste een uitkering van 20% van de vordering van kleine ondernemingen te voldoen. Van een kleine onderneming is sprake als er minder dan 50 werknemers in loondienst zijn.
Geen nadeligere positie
Ten vierde moet de schuldenaar aantonen dat het akkoord ertoe leidt dat geen van de betrokken klassen in een nadeliger positie komt dan in geval van faillissement van de schuldenaar. In de praktijk betekent dit dat de schuldenaar tot een waardering van het vermogen/onderneming moet overgaan om na te gaan welke uitkering elke klasse van schuldeisers in een faillissement kan verwachten. Aan de hand van deze taxatie weet de schuldenaar ook welke bedragen de schuldeisers ten minste moet worden geboden. Dit vergt de nodige tijd en kosten bij de voorbereiding van het akkoord. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op. Deel I: De WHOA-procedure Deel III: De voorbereiding van het akkoord Deel IV: De observator en de herstructureringsdeskundige Deel V: Timing van een WHOA verzoek is essentieel Deel VI: Goede voorbereiding is het halve werk/hele werk   [post_title] => Deel II: De inhoud van het WHOA-akkoord [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => deel-ii-de-inhoud-van-het-whoa-akkoord [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-03 15:41:07 [post_modified_gmt] => 2022-02-03 14:41:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23654 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 23635 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-27 14:30:53 [post_date_gmt] => 2021-01-27 13:30:53 [post_content] => Zowel de schuldenaar als diens schuldeisers of aandeelhouders kunnen een verzoek bij de rechtbank indienen om een WHOA-traject te starten. De instapvoorwaarde om van de WHOA gebruik te kunnen maken, is dat de schuldenaar in een toestand verkeert waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken. Voorziet de schuldenaar dat hij in een dergelijke situatie komt te verkeren, dan doet hij verstandig aan de voorbereiding voor een WHOA-traject te starten om een faillissement te voorkomen. In dit artikel ga ik nader in op het verloop van de WHOA-procedure.
De startverklaring
In de meeste gevallen zal de schuldenaar zelf een verzoek tot het starten van een WHOA-traject indienen. In dat geval deponeert de schuldenaar kosteloos een startverklaring ter griffie van de rechtbank waaruit blijkt dat hij start met de voorbereiding van een WHOA-traject. De startverklaring is beschikbaar op de website van de rechtspraak. De verzoeker dient vervolgens een keuze te maken tussen de twee WHOA-trajecten:
  1. een besloten akkoordprocedure en;
  2. een openbare akkoordprocedure.
Bij de besloten akkoordprocedure wordt de behandeling van het WHOA-traject niet bekend gemaakt en in raadkamer behandeld. Bij de openbare akkoordprocedure daarentegen worden de verzoeken aan de rechter in het openbaar behandeld en wordt de behandeling in het insolventieregister en in de Staatscourant ingeschreven. Meer informatie over Startverklaring is hier te vinden.
Behandeling van het verzoek
De verzoeker dient een verzoek tot het starten van een WHOA-traject schriftelijk bij de rechtbank in te dienen. De rechtbank bepaalt vervolgens een tijdstip waarop de behandeling van het verzoek plaatsvindt en bepaalt ook welke belanghebbenden moeten worden opgeroepen. De oproeping voor de behandeling van het verzoek ligt vervolgens in de handen van de verzoeker. Belanghebbenden die het niet eens zijn met het verzoek kunnen een verweerschrift indienen en/of bij de mondelinge behandeling verweer voeren. De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat zij binnen vijf werkdagen na de mondelinge behandeling uitspraak doet. In het verzoek kunnen partijen de rechtbank ook vragen een herstructureringsdeskundige aan te stellen. Daarnaast heeft de rechtbank de bevoegdheid om een observator aan te stellen om de rechten van schuldeisers te beschermen bij een afkoelingsperiode. Als de schuldenaar of één van diens schuldeisers een verzoek tot faillietverklaring indient, dan wordt de behandeling van de faillissementsaanvraag opgeschort als er ook een verzoek ligt tot de aanstelling van een herstructureringsdeskundige. Na de behandeling van het verzoek kan de schuldenaar aan de inhoud van het akkoord gaan werken.
Voorzieningen
In de praktijk zal het vaak voorkomen dat een akkoord wordt bemoeilijkt door executieproblemen. Om de kans op het slagen van een WHOA-akkoord zo groot mogelijk te houden, is het van belang dat schuldeisers in het licht van een eventueel akkoord geen executiemaatregelen nemen. De schuldenaar kan de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen en/of gelegde beslagen op te heffen. Deze mogelijkheid bestaat echter pas als de schuldenaar een akkoord heeft aangeboden of toezegt dat hij binnen een termijn van ten hoogste twee maanden een akkoord zal aanbieden. De schuldenaar moet bij een verzoek voor het treffen van een voorziening wel de noodzaak van de voorziening aantonen en onderbouwen dat de voorzieningen de belangen van de gezamenlijke schuldeisers niet wezenlijk schaden. In de eerste gepubliceerde WHOA-uitspraak deed de schuldenaar direct een beroep op de voorziening om een afkoelingsperiode te gelasten en gelegde beslagen op te heffen. De uitspraak behandelden wij eerder in een aparte blog. Ook in de vierde WHOA-uitspraak kondigde de rechtbank een afkoelingsperiode af. De rechtbank maakte in deze uitspraak duidelijk dat de afkoelingsperiode niet werkt jegens pandhouders.
Tussentijdse uitspraak
In het geval de schuldenaar tegen problemen aanloopt die het tot stand brengen van het akkoord in de weg staat, biedt de wet de mogelijkheid aan de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige om de rechtbank te verzoeken een uitspraak te doen. Zo’n verzoek wordt enkel in behandeling genomen als het akkoord nog niet ter stemming is voorgelegd. De wet noemt enkele onderwerpen die de rechtbank kan behandelen, namelijk: a. de inhoud van de informatie die in het akkoord of in de daaraan gehechte bescheiden is opgenomen; b. de inhoud over de door de schuldenaar gehanteerde waardes en uitgangspunten en aannames; c. de klassenindeling; d. de toelating tot de stemming van een schuldeiser of aandeelhouder; e. de procedure en termijnen voor de stemming; f. de situatie waarin een afwijzingsgrond alsnog aan de homologatie van het akkoord in de weg zou staan; g. de situatie waarin het bestuur van de schuldenaar zonder goede reden weigert instemming te verlenen voor het in stemming brengen van het akkoord of de indiening van het homologatieverzoek.
Homologatie
Wanneer het akkoord gereed is, dient de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een verzoek in te dienen bij de rechtbank om het akkoord te homologeren. De rechtbank zal hiertoe een zitting bepaling. Bij het verzoek dient de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige het stemverslag van de schuldeisers ter griffie van de rechtbank te deponeren. Het verslag vermeldt in ieder geval:
  • de uitslag van de stemming per klasse;
  • de schuldeisers en aandeelhouders die hebben gestemd;
  • en of zij zich daarbij vóór of tegen het akkoord hebben uitgesproken.
De rechtbank kan tot homologatie overgaan als er in ieder geval één klasse crediteuren, door crediteuren die tenminste 2/3 van de waarde van de schulden vertegenwoordigen, akkoord is gegaan met het voorstel. Dit betekent dat het akkoord vanaf dat moment verbindend is voor alle schuldeisers die betrokken zijn bij het akkoord.
Aanvullende informatie
Op de volgende websites is meer informatie te vinden over de verloop van het WHOA-traject:
  1. A) Op de website van de Kamer van Koophandel is een WHOA-routekaart gepubliceerd;
  2. B) In het Procesreglement van de rechtbanken staan de procedurele regels uitgewerkt.
Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op. Deel II: De inhoud van het akkoord Deel III: De voorbereiding van het akkoord Deel IV: De observator en de herstructureringsdeskundige Deel V: Timing van een WHOA verzoek is essentieel Deel VI: Goede voorbereiding is het halve werk/hele werk [post_title] => Deel I: De WHOA-procedure [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => deel-i-de-whoa-procedure [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-03 15:40:47 [post_modified_gmt] => 2022-02-03 14:40:47 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23635 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 23560 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-27 11:20:32 [post_date_gmt] => 2021-01-27 10:20:32 [post_content] => Op 26 januari 2021 verscheen de vierde WHOA-uitspraak. Net als bij de drie voorgaande WHOA-uitspraken geef ik ook dit keer weer een korte analyse van de uitspraak. Onderaan dit artikel zijn de eerdere blogjes te vinden. De vierde uitspraak kenmerkt zich door een lopend geschil met een schuldeiser en de positie van de pandhouder.
Het verzoek
In deze vierde uitspraak betreft verzoekster een onderneming die actief is in de burgerlijke en utiliteitsbouw. Verzoekster heeft een schuldenlast van circa EUR 330.000,- en wenst aan haar schuldeisers een WHOA-akkoord aan te bieden. Het akkoord moet gefinancierd worden uit (winstgevend) onderhanden werk en wordt aangevuld met middelen van een andere vennootschap van de bestuurder van Verzoekster. Daarnaast vraagt Verzoekster de rechtbank een afkoelingsperiode te gelasten. Na het succesvol te hebben doorlopen van het WHOA-traject wenst Verzoekster haar activiteiten voort te zetten.
Financiële situatie
Verzoekster ziet zich geconfronteerd met een dreigende faillissementsaanvraag door Schuldeiser 1. Schuldeiser 1 heeft een vordering van EUR 20.000,- op Verzoekster. Daarnaast is Verzoekster sinds begin 2020 in een geschil verwikkeld met schuldeiser 2. Over dit geschil voeren partijen een procedure bij de rechtbank, waarbij Schuldeiser 2 in een tussenvonnis een executoriale titel heeft verkregen. Schuldeiser 2 heeft in een eerder stadium conservatoir verhaalsbeslag gelegd op de roerende zaken en vorderingen van Verzoekster op derden. De beslagen op de vorderingen zijn inmiddels opgeheven bij gelijktijdige verstrekking van een pandrecht op de vorderingen. Verzoekster voert aan dat het geschil met Schuldeiser 2 en de gelegde beslagen heeft gezorgd voor een stagnatie van nieuwe opdrachten, waardoor er in 2020 een fors verlies is geleden.
Oordeel rechtbank
De rechtbank overweegt dat Verzoekster summierlijk heeft aangetoond dat een afkoelingsperiode in dit geval noodzakelijk is om de onderneming gedurende het WHOA-traject te kunnen blijven voortzetten. De afkoelingsperiode voorkomt immers een verkoop van de bedrijfsmiddelen die Verzoekster nodigt heeft om haar activiteiten gedurende het WHOA-traject voort te zetten. Vervolgens overweegt de rechtbank dat een faillissement van Verzoekster zonder akkoord onafwendbaar is. Verzoekster heeft vervolgens aangetoond dat de beschikbare gelden uit (winstgevend) onderhanden werk, aangevuld met een financiering door een andere vennootschap, zorgt voor een hogere uitkering aan de gezamenlijke schuldeisers dan in geval van faillissement. De rechtbank wijst het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode toe voor de duur van maximaal twee maanden, maar legt wel een beperking op ten aanzien van de pandhouder (zie hieronder).
Positie pandhouder
Schuldeiser 2 heeft een openbaar pandrecht gekregen op vorderingen van Verzoekster op derden. Schuldeiser 2 is daarmee de enige crediteur met een voorrangspositie. De rechtbank overweegt dat de afkoelingsperiode de rechten van de pandhouder niet beperkt. Dat betekent dat Schuldeiser 2 ook in het geval van totstandkoming van een akkoord zich op basis van de (afspraken in de) pandakte kan verhalen op de vorderingen.
Nader informeren rechtbank
De rechtbank laat ten slotte weten dat zij weliswaar voldoende is geïnformeerd om het WHOA-traject te laten starten, maar dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de plannen van de reorganisatie. Hierbij valt te denken aan de wijze van financiering, de reorganisatiewaarde, de liquidatiewaarde en de fiscale positie van Verzoekster. De rechtbank bepaalt om die reden dat Verzoekster de rechtbank binnen één maand nader moet informeren over deze plannen door het indienen van een schriftelijk verslag.
Tot slot
Deze vierde WHOA-uitspraak geeft opnieuw een goede indruk van de overwegingen van de rechtbank om een WHOA-verzoek in te willigen. Een nieuw element (ten opzichte van de eerdere uitspraken) is de positie van de pandhouder. De rechtbank kiest er in dit geval niet voor om een observator aan te stellen om de belangen van de pandhouder de gaten te houden, maar legt de wijze van behandeling van de pandhouder nog eens expliciet uit. Een mogelijk probleem hierbij is dat het geschil tussen Verzoekster en de pandhouder (Schuldeiser 2) nog niet geëindigd is. Mede in dat licht bezien lijkt mij de aanstelling van een observator ter beveiliging van de belangen van schuldeisers ook het overwegen waard. Ten slotte valt de kritische houding van de rechtbank ten aanzien van de informatievoorziening op. De uitspraak maakt nog eens duidelijk dat een WHOA-traject een goede voorbereiding behoeft. Blogs over de eerdere WHOA-uitspraken Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op.   [post_title] => Vierde WHOA-uitspraak: De positie van de pandhouder [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vierde-whoa-uitspraak-de-positie-van-de-pandhouder [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:44:57 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:44:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23560 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 23492 [post_author] => 46 [post_date] => 2021-01-22 09:34:02 [post_date_gmt] => 2021-01-22 08:34:02 [post_content] => Tot twee weken geleden kon u op de website ‘www.zwartelijstartsen.com’ alle zorgverleners met een berisping, schorsing, of doorhaling opzoeken. Op de openingspagina van de website stond dat het zou gaan om falende zorgverleners. Er werd geen enkel onderscheid gemaakt in de aard of aanleiding van de opgelegde maatregel.               De rechtbank Midden Nederland oordeelde dat deze website in strijd was met het (fundamentele) recht op eerbiediging van de goede naam van zorgverleners. Het recht op vrijheid van meningsuiting door de websitemakers moest daarvoor wijken. De rechter overwoog onder andere dat de term ‘zwarte lijst’ op zichzelf al een zware beschuldiging inhoudt en een feitelijke basis ontbreekt. De meeste artsen en zorgverleners mogen hun werk namelijk gewoon uitoefenen. Op de website worden daarnaast kwalificaties als ‘medische misdrijven’ en ‘falende artsen’ gebruikt. Ook werd geen onderscheid gemaakt in de verschillende maatregelen. Zo is een berisping naar zijn aard een totaal andere sanctie dan een schorsing. De website is inmiddels uit de lucht gehaald. Eerder schreef Marlies Hol over het openbare BIG-register waarin gepubliceerde boetes en berispingen aan zorgpersoneel zijn opgenomen. Marlies Hol vermoedt dat dit openbare, online register niet in strijd is met het recht op eerbiediging van de goede naam van zorgverleners, omdat aan publicatie een zorgvuldige afweging vooraf is gegaan en geen sprake is van misleidende ‘zwartmakerij’. Marlies Hol 1 [post_title] => Website zwarte lijst van zorgverleners op zwart [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => website-zwarte-lijst-van-zorgverleners-op-zwart [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:29:30 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:29:30 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23492 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 23477 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-20 13:47:58 [post_date_gmt] => 2021-01-20 12:47:58 [post_content] => Op 20 januari 2021 verscheen de derde WHOA-uitspraak. In de eerste uitspraak, die ik in een vorige blog behandelde, werd de WHOA ingezet om de onderneming te kunnen voortzetten. De tweede WHOA-uitspraak kenmerkte zich door de wens om de onderneming na het akkoord te beëindigen en de aanstelling van een observator. In deze derde uitspraak valt de aanstelling van de herstructureringsdeskundige op. In dit blogje geef ik een korte analyse van de uitspraak.
Het verzoek
In de derde uitspraak wordt het verzoek ingediend door twee besloten vennootschappen (‘verzoeksters’). Bij het verzoek hebben verzoeksters een ‘WHOA Reorganisatieplan’ ter voorkoming van faillissement gepresenteerd. De verzoeksters hebben de rechtbank tevens verzocht om een herstructureringsdeskundige aan te stellen. Vooruitlopend op de toekenning van de herstructureringsdeskundige hebben verzoeksters twee offertes van mogelijke deskundigen laten opmaken en deze aan de rechtbank voorgelegd.
Het oordeel
De rechtbank heeft de beide offertes beoordeeld. Bij de beoordeling heeft de rechtbank de volgende omstandigheden laten meewegen:
  • de door verzoeksters geschetste problematiek;
  • de verschillende (soorten) belanghebbenden die bij de problematiek betrokken zijn, en;
  • de oplossingsrichting als gepresenteerd in het WHOA Reorganisatieplan.
De offerte van de aangestelde herstructureringsdeskundige bevat een plan van aanpak op hoofdlijnen. Verder heeft de rechtbank onderzocht of het de herstructureringsdeskundige ten aanzien van verzoeksters en de overige betrokkenen (bestuurders, aandeelhouders, opdrachtgevers en leveranciers) volledig vrijstond om op te treden.
Eerste werkzaamheden herstructureringsdeskundige
De rechtbank draagt de herstructureringsdeskundige op om binnen een week een plan van aanpak en een begroting van de kosten op te maken. Deze dient hij naar de rechtbank te sturen. Bij de kosten moeten niet alleen de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige worden betrokken, maar ook die van de derden die door hem worden geraadpleegd. Deze kosten komen voor rekening van verzoeksters. Verzoeksters moeten voorafgaand aan de werkzaamheden voldoende zekerheid voor betaling stellen.
Tot slot
Helaas geeft de derde uitspraak weinig details prijs over de situatie waarin de verzoeksters verkeren. Desalniettemin geeft de uitspraak enige duidelijkheid over de beoordeling die ten grondslag ligt aan de aanstelling van de herstructureringsdeskundige. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op.   [post_title] => Derde WHOA-uitspraak: De herstructureringsdeskundige [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => derde-whoa-uitspraak-de-herstructureringsdeskundige [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 09:59:49 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 08:59:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23477 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 23453 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-19 11:34:41 [post_date_gmt] => 2021-01-19 10:34:41 [post_content] => Op 18 januari 2021 verscheen de tweede WHOA-uitspraak. In de eerste uitspraak, die ik in een vorige blog behandelde, werd de WHOA ingezet om de onderneming te kunnen voortzetten. De tweede WHOA-uitspraak kenmerkt zich door de wens om de onderneming na het akkoord te beëindigen buiten faillissement. Bovendien verweren enkele (voormalige) werknemers zich tegen toekenning van de afkoelingsperiode. In dit blogje geef ik een korte analyse.
Het verzoek
Verzoekster betreft een onderneming die zich in het verleden bezighield met verslavingszorg. Binnen verzoekster bestaat een geschil over de vraag wie bestuurder is. Inmiddels ontplooit verzoekster zelf geen activiteiten meer en is er nog één werknemer in loondienst. Enkele (voormalige) werknemers van verzoekster hebben een verzoek ingediend tot faillietverklaring van verzoekster. Verzoekster geeft echter de voorkeur aan een gecontroleerde afwikkeling buiten faillissement om en wendt zich tot de rechtbank met het verzoek om een WHOA-traject te starten. Zij vraagt een afkoelingsperiode van vier maanden om het akkoord te kunnen voorbereiden, zodat schuldeisers geen individuele verhaalsacties (zoals beslagen) kunnen nemen.
Financiële situatie
Een inventarisatie door verzoeker leert dat de schuldenlast ongeveer EUR 199.000,= bedraagt. Aan de andere kant heeft verzoeker nog uitzicht op aanzienlijke inkomsten. De verwachting bestaat dat in ieder geval een bedrag van circa EUR 109.000,= wordt ontvangen. Daarnaast is er uitzicht op nog eens enkele tienduizenden euro’s. De exacte hoogte is onzeker ten tijde van het verzoek.
Verweer
De (voormalig) werknemers van verzoekster zijn het niet eens met (de duur van) de afkoelingsperiode. Zij zijn de mening toegedaan dat een afkoelingsperiode niet noodzakelijk is en voeren het volgende aan. Ten eerste zijn de activiteiten van verzoekster al gestaakt, dus bestaat er geen belang meer om de activa bij elkaar te houden. Ten tweede bestaan de gezamenlijke schuldeisers voornamelijk uit (voormalige) werknemers en geeft verzoekster geen garantie dat de vorderingen van de (voormalige) werknemers gedurende de afkoelingsperiode worden betaald. Aan de andere kant neemt het UWV de betalingsverplichting van verzoekster over als verzoekster zou failleren.
Oordeel
De rechtbank passeert het verweer van de (voormalige) werknemers. De WHOA staat volgens de Memorie van Toelichting wel degelijk open voor een akkoord waarbij een onderneming, die geen overlevingskansen meer heeft, wordt afgewikkeld. De WHOA dient in deze gevallen ervoor te zorgen dat het akkoord buiten faillissement de schuldeisers meer oplevert dan het faillissement. “Ook bij de voorbereiding van een dergelijk akkoord kan het noodzakelijk zijn dat de schuldenaar een beroep kan doen op de in de wet gegeven voorzieningen om te voorkomen dat schuldeisers (of aandeelhouders) die niet willen meewerken het proces blokkeren of vertragen, door bijvoorbeeld het faillissement van de schuldenaar aan te vragen of beslagen te leggen”, aldus de rechtbank. Ook het tweede verweer van de (voormalige) werknemers vindt geen gehoor. De voormalige werknemers hebben hun vorderingen immers volledig betaald gekregen. Voor zover een werknemer nog wel een vordering zou hebben, constateert de rechtbank dat de periode waarover het UWV het loon vergoedt, inmiddels is verstreken. De rechtbank concludeert dan ook dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers beter gediend zijn bij een afkoelingsperiode en de schuldeisers niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad. Desalniettemin wijst zij een afkoelingsperiode voor de duur van twee maanden toe.
Observator
De rechtbank maakt ten slotte gebruik van haar mogelijkheid een observator te benoemen. De aanleiding voor de benoeming zijn de omstandigheden die op de zitting naar voren zijn gekomen. In ieder geval speelt hierbij een rol het geschil over de vraag wie de bestuurder van verzoekster is. De observator dient toezicht te houden op de totstandkoming van het akkoord en daarbij oog te hebben voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. De kosten van de observator komen voor rekening van verzoekster.
Tot slot
Deze tweede uitspraak geeft nieuwe inzichten in de mogelijkheden die de WHOA biedt. Opnieuw wordt de WHOA uitgesproken op het verzoek van een kleinere onderneming. Ditmaal lijkt de verzoekster de zaken intern niet zo goed op orde te hebben. Er heerst een intern geschil over het bestuur en ook is er veel onzekerheid over de omvang van het actief. De keuze voor de rechtbank om in een dergelijke situatie een Observator aan te wijzen, lijkt begrijpelijk. Tegelijkertijd zijn aan de toewijzing van een observator de nodige kosten verbonden. Deze kosten strekken in mindering op het actief en dus in mindering op het bedrag dat in het akkoord kan worden betrokken. Daarmee lijkt de vraag gerechtvaardigd of de gezamenlijke schuldeisers niet beter af zouden zijn met een faillissement. Het faillissement zou als bijkomend voordeel kunnen hebben dat het zogeheten rechtmatigheidsonderzoek van de curator ook tot actief kan leiden. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op.   [post_title] => Tweede WHOA-uitspraak: Het akkoord ter beëindiging onderneming (korte analyse) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tweede-whoa-uitspraak-het-akkoord-ter-beeindiging-onderneming-korte-analyse [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:45:10 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:45:10 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23453 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 23438 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-18 11:07:10 [post_date_gmt] => 2021-01-18 10:07:10 [post_content] => Per 1 januari 2021 biedt de wetgever ondernemingen in moeilijkheden een nieuwe mogelijkheid om buiten het faillissement om schulden te saneren, de zogeheten WHOA. De eerste uitspraak heeft niet lang op zich laten wachten. In dit blogje geef ik een korte analyse.
Het verzoek
De verzoeker (schuldenaar) is een bedrijf in Den Haag. Naar eigen zegge is het bedrijf in de periode 2016 t/m 2019 in financiële problemen gekomen. Met het doorvoeren van kostenbesparende maatregelen laat de onderneming inmiddels weer een positief resultaat zien. De schuldenlast waarmee de onderneming uit de periode 2016 t/m 2019 kampt bedraagt bijna EUR 27.000,= aan de fiscus en circa EUR 170.000,= aan ‘normale’ schuldeisers. De verzoeker vreest dat één van de schuldeisers het faillissement zal aanvragen, nu er al beslagen zijn gelegd. Verzoeker stelt dat in geval van faillissement de schuldeisers niets zullen krijgen en onderbouwt dit met een taxatierapport. Verzoeker heeft een externe financier bereid gevonden om een WHOA-akkoord te financieren. Het voorstel houdt in een betaling van 45% van de preferente schulden en 22,5% van de concurrente schulden. Gedurende het WHOA-traject wenst verzoeker gebruik te kunnen maken van een afkoelingsperiode (van twee maanden). Dit voorkomt dat schuldeisers alsnog verhaal nemen op de activa van verzoeker en het bedrijf in de problemen komt om de activiteiten te continueren.
Het oordeel
De rechtbank willigt het verzoek in en gelast een afkoelingsperiode voor de duur van twee maanden in. Dit geeft de verzoeker de tijd om te proberen voldoende steun te krijgen voor het akkoord. De gelegde beslagen worden voor de duur van het WHOA-traject opgeheven, aangezien de schuldeisers niet wezenlijk in hun verhaalspositie worden geschaad. Verzoeker dient de rechtbank uiterlijk binnen één maand te informeren over de voortgang van de akkoordprocedure.
Tot slot
Deze eerste uitspraak vormt een mooi voorbeeld van een situatie waarin de WHOA juist voor een mkb-onderneming een uitkomst kan bieden. De schuldenlast is overzichtelijk en de onderneming is in de kern gezond. Het voorstel behelst de betaling van een bedrag van circa EUR 50.000,= te verdelen over alle schuldeisers. Voor deze prijs krijgt de onderneming een nieuwe kans, terwijl de nodige faillissementsrisico’s worden ontlopen. Voor de schuldeisers geldt dat zij met dit akkoord vermoedelijk een hoger bedrag ontvangen, dan zij in geval van faillissement zouden krijgen. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op.   [post_title] => 15 januari 2021: Eerste WHOA-uitspraak (een korte analyse) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => 15-januari-2021-eerste-whoa-uitspraak-een-korte-analyse [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:00:29 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:00:29 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23438 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 23419 [post_author] => 46 [post_date] => 2021-01-14 15:44:30 [post_date_gmt] => 2021-01-14 14:44:30 [post_content] => In de reeks van artikelen over de gevolgen van corona in het arbeidsrecht, schreef Marlies Hol eerder over vakantie in tijden van corona en loondoorbetaling bij thuis-quarantaine. Eén van de maatregelen die voortduurt, is het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Voor bepaalde beroepen is thuiswerken niet mogelijk. Er wordt nog steeds gewerkt op kantoor, op locatie, in de loods of in de fabriek. Bij het werken op de zaak heeft werkgever een zorgplicht een veilige werksituatie te creëren voor de medewerkers. Deze plicht is sinds kort aangescherpt. Sinds december 2020 staan – ter bestrijding van het coronavirus – verscherpte regels voor werkgevers in het Arbeidsomstandighedenbesluit. In het Arbeidsomstandighedenbesluit staan regels in het belang van de veiligheid, gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid. Werkgever moeten, op straffe van een boete, aan deze regels voldoen. In artikel 3.2a staan drie tijdelijke aanvullende vereisten ter bestrijding van de epidemie covid-19. De noodzakelijke maatregel zijn als volgt:
  • het in acht nemen van voldoende hygiënische voorzieningen;
  • het geven van doeltreffende voorlichting en onderricht aan werknemers over de bestrijding van SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats; en
  • het houden van adequaat toezicht op de naleving van de in dit artikel bedoelde noodzakelijke maatregelen en voorzieningen.
Deze algemene maatregelen worden door de meeste werkgever allang opgevolgd. Toch leidt het aanbieden van een veilige werkplek tot discussies en procedures. Hieronder staan twee recente uitspraken waarin de rechter oordeelt over de zorgplicht van werkgever voor een veilige werkplek.
Loonaanspraak na weigeren werk vanwege onvoldoende veiligheidsmaatregelen op de werkvloer
Op 6 januari 2021 publiceerde de rechtspraak een uitspraak van de rechtbank Limburg over een werkgever die onvoldoende Covid-19 beschermingsmaatregelen voor werknemer had getroffen en geen thuiswerk aanbood. Het betrof een administratie- en belastingkantoor. De werkneemster werkte als secretaresse/receptioniste op kantoor. De werkneemster behoorde tot een zogenoemde risicogroep van Covid-19. Het personeel mocht van werkgever niet thuiswerken. Werkgever had op zijn beurt diverse veiligheidsmaatregelen op de werkvloer getroffen. Werkneemster vond de getroffen veiligheidsmaatregelen op de werkvloer onvoldoende. Bovendien werden de veiligheidsvoorschriften in de praktijk onvoldoende nageleefd. Werkneemster weigerde daarom naar kantoor te komen. Hoewel zij thuis kon werken, faciliteerde werkgever haar daar niet in. Dit resulteerde in een halfjaar durende discussie tussen werkgever en werknemer. De rechterbank oordeelde dat geen sprake was van werkweigering door de werknemer en het loon moest worden doorbetaald. In het midden blijft de vraag wanneer werkgever voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Dat zal vermoedelijk afhangen van de omstandigheden van het geval.
Mondkapjesplicht op de werkvloer
Op 13 januari 2021 oordeelde de rechtbank Midden-Nederland over de rechtmatigheid van een door werkgever ingevoerde mondkapjesplicht voor het personeel. Werkgever runt een patisserie/chocolaterie/ijssalon. De betreffende medewerker werkte als bezorger. De werkgever verlangde ter preventie dat zijn werknemers op de zaak een mondkapje droegen. De werknemer weigerde de mondkapjesplicht op te volgen, waarop werkgever hem op non-actief heeft gesteld en zijn loon heeft opgeschort. De vraag die voorlag zag op het instructierecht van werkgever en de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van werknemers. Op grond van artikel 7:660 BW mag werkgever zijn werknemers voorschriften opleggen. Deze voorschriften moeten een doel dienen en mogen geen (grote) inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van werknemers maken. De betreffende werknemer hoefde het mondkapje alleen te dragen als hij op de zaak is. Het mondkapje hoeft uiteraard niet te worden gedragen als de werknemer alleen in de bestelbus reed. Voor de rechter weegt de zorgplicht van werkgever voor al haar personeel zwaar. Een ander zwaarwegend belang is het financiële belang van werkgever om haar personeel gezond te houden. Het bedrijf had namelijk eerder 1.000 productie uren gemist door quarantaine of ziekte van het personeel als gevolg van het coronavirus. Werkgever moest het loon van die afwezige werknemers gewoon doorbetalen. Hoewel over de effectiviteit van het mondkapje wordt getwist, is het een maatschappelijk aanvaard middel. De kantonrechter houdt het er voorlopig op dat het dragen van een mondkapje gedurende de corona pandemie aan de veiligheid en gezondheid kan bijdragen. De rechter oordeelt dat de mondkapjesplicht in deze situatie een redelijke maatregel is en de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de bezorger slechts zeer beperkt is.
Conclusie
Werkgevers hebben een zorgplicht voor een veilige werkplek. Het is niet de bedoeling dat werknemers uit vrees voor corona thuisblijven wanneer werkgever voldoende maatregelen treft. Dat ligt mogelijk anders bij functies die vanuit huis kunnen worden verricht. Eerder schreef Marlies Hol over een onterecht opgelegde loonstop wegens niet werken door corona. In die zaak was de mogelijkheid om thuis te werken niet onderzocht. In de uitspraak van 6 januari is opnieuw bevestigd dat werknemers goed worden beschermd binnen het arbeidsrecht. Ook deze werknemer mocht het werk op kantoor weigeren. Om werkweigering door werknemers te voorkomen, is het belangrijk dat werkgever de werkplek zo veilig mogelijk inrichten. Op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit kunnen werkgever zelfs worden beboet wanneer onvoldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Gezien de zorgplicht van werkgevers kunnen zij hun werknemers instructies opleggen. In bepaalde omstandigheden is een mondkapjesplicht een gerechtvaardigde instructie. Werknemers dienen deze instructie dan ook op te volgen. Corona houdt ons voorlopig nog bezig. Bij arbeidsrechtelijke vragen over corona kan u contact opnemen met Marlies Hol. Marlies Hol 1 [post_title] => Moet een werkgever in tijden van corona een veilige werkplek garanderen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => moet-een-werkgever-in-tijden-van-corona-een-veilige-werkplek-garanderen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:31:02 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:31:02 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23419 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 23366 [post_author] => 46 [post_date] => 2021-01-12 17:02:44 [post_date_gmt] => 2021-01-12 16:02:44 [post_content] => Eerder besprak Marlies Hol de druk op het zorgpersoneel door de Covid-19 pandemie en de bonus die zorgpersoneel in het vooruitzicht was gesteld. Dit eenmalige extraatje van € 1.000,- per zorgmedewerker zorgde voor veel (arbeidsrechtelijke) vragen. Eén van deze vragen is of de zorgbonus voor beslag vatbaar is. Door een schuldeiser kan – via een deurwaarder – beslag worden gelegd op een deel van het salaris van werknemers. Voor dit beslag gelden strenge eisen. Zo moet een deurwaarder rekening houden met de beslagvrije voet van een medewerker. De beslagvrije voet is het deel van het salaris dat een werknemer niet kan missen. Op 12 januari 2021 oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland over de mogelijkheid en wenselijkheid van beslaglegging op de zorgbonus van zorgpersoneel. Deze vraag werd gesteld door de Koninklijke Beroepsorganisatie van Deurwaarders. Uit de uitspraak van de rechtbank blikt dat de meerderheid van de Tweede Kamer tegen een ontslagverbod was. Volgens de rechter is er is dus een wettelijke mogelijkheid tot beslag op de zorgbonus. Overigens valt de zorgbonus niet onder al lopende loonbeslagen en moet dus een apart beslag worden gelegd.
Zorgbonus
Dat er een wettelijke mogelijkheid tot beslag op de zorgbonus is, betekent niet dat dit ook wenselijk is. De zorgbonus dient als blijk van respect en waardering voor de inzet van het zorgpersoneel. Een medewerker in de zorg kan dit ‘extraatje’ bij beslag niet vrijelijk besteden. Daarom liet de Belastingdienst al weten geen beslag te zullen leggen op de zorgbonus. De uitkomst van deze principiële zaak is dat het beslagleggen op de zorgbonus is toegestaan. Strikt genomen kan een deurwaarder dus beslag leggen op de zorgbonus van zorgmedewerkers. De voorzieningenrechter raadt deurwaarders echter aan rekening te houden met de strekking van de zorgbonus (respect en waardering voor zorgmedewerkers in deze moeilijke tijden). Deurwaarders dienen steeds na te gaan of de opdrachtgever (de schuldeiser) het beslag op de zorgbonus werkelijk wil of daarvan afziet. Marlies Hol [post_title] => Beslag door schuldeisers op zorgbonus mogelijk. [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => beslag-door-schuldeisers-op-zorgbonus-mogelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:31:48 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:31:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23366 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 23311 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-01-08 09:20:25 [post_date_gmt] => 2021-01-08 08:20:25 [post_content] =>
BENG staat voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen
Met de BENG wordt de verplichting om energieneutraal te bouwen, een verplichting die overeenkomstig artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012 al sinds 2015 voor overheidsgebouwen geldt, uitgebreid naar andere gebruiksfuncties. Fact Friday BENG           Voor alle nieuwbouw, zowel woning- als utiliteitsbouw, geldt dat de omgevings­vergunningaanvraag vanaf 1 januari 2021 moet voldoen aan de zogeheten BENG-eisen. Het gaat om nieuwe bouwregels ter zake van de maximale energiebehoefte (BENG 1), het fossiele energiegebruik (BENG 2) en het opwekken van hernieuwbare energie van gebouwen (BENG 3). De BENG-eisen staan in het Bouwbesluit Rik Wevers [post_title] => Weet bij nieuwbouw van de BENG! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => weet-bij-nieuwbouw-van-de-beng [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-01-12 13:50:11 [post_modified_gmt] => 2021-01-12 12:50:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23311 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 23654 [post_author] => 26 [post_date] => 2021-01-27 14:45:11 [post_date_gmt] => 2021-01-27 13:45:11 [post_content] => De schuldenaar is in beginsel vrij om zelf te bepalen wat hij zijn schuldeisers en aandeelhouders in het WHOA-akkoord aanbiedt. De wet heeft wel enkele voorwaarden gesteld aan een akkoord. De belangrijkste voorwaarden komen in dit artikel aan bod
Informatievoorziening
Ten eerste dient de schuldenaar alle benodigde informatie te overleggen. Op die manier kan de schuldeiser of aandeelhouder een goede afweging maken of hij wel/niet instemt met het voorstel. In de vierde WHOA-uitspraak overwoog de rechtbank dat zij op dat moment voldoende geïnformeerd was om het WHOA-traject te starten, maar legde de verzoeker wel op om meer informatie aan te leveren.
Gelijke gevallen gelijk behandelen
Ten tweede dient de schuldenaar de schuldeisers die ten opzichte van elkaar een zelfde positie hebben, ook gelijk te behandelen. Is er sprake van schuldeisers met verschillende rechten, dan dient hij dus verschillende klassen van schuldeisers (en aandeelhouders) te onderscheiden. Als voorbeeld kan gedacht worden aan het onderscheid tussen concurrente schuldeisers en preferente schuldeisers, maar ook schuldeisers met zekerheidsrechten zoals pandhouders vormen een eigen klasse (voor het bedrag waarvoor het pandrecht zekerheid biedt). Elke klasse dient een eigen voorstel te ontvangen, mits de klasse ook onderdeel uitmaakt van het akkoord. In de vierde WHOA-uitspraak betrok de schuldenaar pandhouder niet (volledig) in het akkoord. De rechtbank droeg de schuldenaar op om de rechten van de pandhouder te respecteren. Uiteraard vindt er ook in elke een afzonderlijke klasse een stemming plaats over het akkoord. Het is mogelijk dat de schuldenaar een akkoord aanbiedt aan slechts één bepaalde groep schuldeisers of aandeelhouders.
Rangorde en minimale uitkering
Ten derde moet de schuldenaar bij het voorstel als uitgangspunt de wettelijke rangorde van schuldeisers hanteren.  Om kleine ondernemingen te beschermen is de schuldenaar wel verplicht om ten minste een uitkering van 20% van de vordering van kleine ondernemingen te voldoen. Van een kleine onderneming is sprake als er minder dan 50 werknemers in loondienst zijn.
Geen nadeligere positie
Ten vierde moet de schuldenaar aantonen dat het akkoord ertoe leidt dat geen van de betrokken klassen in een nadeliger positie komt dan in geval van faillissement van de schuldenaar. In de praktijk betekent dit dat de schuldenaar tot een waardering van het vermogen/onderneming moet overgaan om na te gaan welke uitkering elke klasse van schuldeisers in een faillissement kan verwachten. Aan de hand van deze taxatie weet de schuldenaar ook welke bedragen de schuldeisers ten minste moet worden geboden. Dit vergt de nodige tijd en kosten bij de voorbereiding van het akkoord. Vormt de WHOA wellicht ook een oplossing voor de schulden van uw onderneming? Of wordt u geconfronteerd met een partij die een WHOA-traject wil starten? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op. Deel I: De WHOA-procedure Deel III: De voorbereiding van het akkoord Deel IV: De observator en de herstructureringsdeskundige Deel V: Timing van een WHOA verzoek is essentieel Deel VI: Goede voorbereiding is het halve werk/hele werk   [post_title] => Deel II: De inhoud van het WHOA-akkoord [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => deel-ii-de-inhoud-van-het-whoa-akkoord [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-03 15:41:07 [post_modified_gmt] => 2022-02-03 14:41:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23654 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1312 [max_num_pages] => 132 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 4fede02c27c0de0164867e6397aea6af [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De schuldenaar is in beginsel vrij om zelf te bepalen wat hij zijn schuldeisers en aandeelhouders in het WHOA-akkoord aanbiedt. De wet heeft wel enkele voorwaarden gesteld aan een akkoord....
Lees meer
27 jan 2021
BG.legal
Zowel de schuldenaar als diens schuldeisers of aandeelhouders kunnen een verzoek bij de rechtbank indienen om een WHOA-traject te starten. De instapvoorwaarde om van de WHOA gebruik te kunnen maken,...
Lees meer
Op 26 januari 2021 verscheen de vierde WHOA-uitspraak. Net als bij de drie voorgaande WHOA-uitspraken geef ik ook dit keer weer een korte analyse van de uitspraak. Onderaan dit artikel...
Lees meer
Tot twee weken geleden kon u op de website ‘www.zwartelijstartsen.com’ alle zorgverleners met een berisping, schorsing, of doorhaling opzoeken. Op de openingspagina van de website stond dat het zou gaan...
Lees meer
Op 20 januari 2021 verscheen de derde WHOA-uitspraak. In de eerste uitspraak, die ik in een vorige blog behandelde, werd de WHOA ingezet om de onderneming te kunnen voortzetten. De...
Lees meer
Op 18 januari 2021 verscheen de tweede WHOA-uitspraak. In de eerste uitspraak, die ik in een vorige blog behandelde, werd de WHOA ingezet om de onderneming te kunnen voortzetten. De...
Lees meer
Per 1 januari 2021 biedt de wetgever ondernemingen in moeilijkheden een nieuwe mogelijkheid om buiten het faillissement om schulden te saneren, de zogeheten WHOA. De eerste uitspraak heeft niet lang...
Lees meer
In de reeks van artikelen over de gevolgen van corona in het arbeidsrecht, schreef Marlies Hol eerder over vakantie in tijden van corona en loondoorbetaling bij thuis-quarantaine. Eén van de...
Lees meer
Eerder besprak Marlies Hol de druk op het zorgpersoneel door de Covid-19 pandemie en de bonus die zorgpersoneel in het vooruitzicht was gesteld. Dit eenmalige extraatje van € 1.000,- per...
Lees meer
BENG staat voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen Met de BENG wordt de verplichting om energieneutraal te bouwen, een verplichting die overeenkomstig artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012 al sinds 2015...
Lees meer