Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => all
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 10
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1484
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (10)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 70, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 21846
                    [post_author] => 10
                    [post_date] => 2020-09-10 15:00:16
                    [post_date_gmt] => 2020-09-10 13:00:16
                    [post_content] => Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor de uitvoering van de opdrachten één of meer onderaannemers zal inschakelen. Vervolgens geeft T. aan dat vanwege corona zij onvoldoende personeel kan werven en alsnog gebruik wil gaan maken van onderaannemers. De Gemeenten in kwestie wijzen het verzoek af en ontbinden de raamovereenkomsten met betrekking tot twee percelen.

In de op de raamovereenkomsten van toepassing zijnde model VNG inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten staat dat een contractant na goedkeuring van de Gemeenten de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk mogen laten uitvoeren door derden/onderaannemers en in de Nota van Inlichtingen in het kader van de aanbestedingsprocedure is aangegeven dat inschrijvers ervan mogen uitgaan dat de Gemeenten hun goedkeuring aan een daartoe strekkend verzoek niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
aanbestedingsrecht
Kort geding
In het vervolgens door T. aangespannen kort geding moet worden beoordeeld of de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten om het verzoek van T.  om bij de uitvoering van de opdrachten onderaannemers in te schakelen af te wijzen. Uitgangspunt is dat de Gemeenten daarbij de nodige vrijheid moet worden gegund, zodat de rechter bij die beoordeling terughoudendheid toepast. De Gemeenten hebben aangegeven aan de inschakeling van onderaannemers voorwaarden te stellen maar hebben niet gesteld die voorwaarden ook met T. te hebben besproken. Daarnaast is niet gebleken dat T. aan de Gemeenten heeft medegedeeld hoeveel onderaannemers zij voor welke werkzaamheden wil inzetten, wie de onderaannemers zijn en voor welke termijn zij zullen worden ingeschakeld. Het is evident aldus de voorzieningenrechter, dat de Gemeenten daarover informatie nodig hebben alvorens afgewogen op een verzoek tot het inzetten van onderaannemers te kunnen beslissen.
Conclusie voorzieningenrechter
Op basis van deze omstandigheden concludeert de voorzieningenrechter dat de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten tot afwijzing van het verzoek van T. Het beroep van laatstgenoemde op onvoorziene omstandigheden door de coronacrisis, baat T. niet omdat in de raamovereenkomsten is vastgelegd dat indien een gebrek aan personeel in de weg staat aan de nakoming van de overeenkomsten dit voor rekening en risico komt voor T. Daarmee heeft T., nu zij heeft ingeschreven zonder de inschakeling van onderaannemers, in feite de Gemeenten gegarandeerd dat zij over voldoende eigen chauffeurs beschikt c.q. zal beschikken om de raamovereenkomsten uit te voeren. In die situatie komt T. een beroep op onvoorziene omstandigheden niet toe.
Commentaar
Het feitelijk gezien ongetwijfeld onvoorziene karakter van de coronacrisis ten spijt, leert deze zaak dat een aannemer die inschrijft zonder beroep te doen op onderaannemers zich goed moet realiseren dat daarmee in feite de aanbesteder wordt gegarandeerd de opdracht zelf te kunnen uitvoeren. Het is dus risicovol om er van uit te gaan dat een opdrachtgever een ogenschijnlijk redelijk verzoek om de uitvoering geheel of gedeeltelijk te laten uitvoeren door derden/onderaannemers wel zal -moeten- honoreren. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers [post_title] => Inschakelen onderaannemers na aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inschakelen-onderaannemers-na-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-17 15:16:17 [post_modified_gmt] => 2020-09-17 13:16:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21846 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 21499 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-08-12 12:22:24 [post_date_gmt] => 2020-08-12 10:22:24 [post_content] => Een speciale-sectorbedrijf N, onderdeel van NS, gunt door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging een opdracht aan A voor de modificatie van het huidige diagnosesysteem aan de hand waarvan onder andere de aandrijving van het treinmaterieel wordt gemonitord en een computersysteem bevat op grond waarvan afwijkingen worden geconstateerd en meldingen worden gegeven aan de bestuurders en monteurs. Dit diagnosesysteem is ontwikkeld door (de rechtsvoorganger van) A en daarna doorontwikkeld. A heeft intellectueel eigendomsrecht voor het ontwerp en de broncodes van het systeem. Een andere partij S stelt dat de bewuste onderhandelingsprocedure niet gevolgd mag worden en dat de opdracht in concurrentie moet worden aanbesteed.
Procedure
De voorliggende juridische vraag ten overstaan van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland is of voldaan is aan de vereisten van artikel 3.36 sub c Aw 2012 om gebruik te kunnen maken van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging. Anders gezegd, kan alleen A zoals N stelt, de opdracht uitvoeren omdat mededinging om technische redenen ontbreekt en/of bescherming van uitsluitende rechten met inbegrip van intellectuele eigendomsrechten, aan de orde is. Op basis van een in opdracht van N opgesteld deskundigenrapport wordt aannemelijk dat de broncode van de software van het diagnosesysteem nodig is om dit systeem te kunnen aanpassen/upgraden. De voorzieningenrechter overweegt dat het aannemelijk is dat de broncode van de software van het diagnosesysteem nodig is om dit systeem te kunnen aanpassen/upgraden.
Rechten
Verder is het aldus de voorzieningenrechter aannemelijk dat A als auteursrechthebbende de enige partij is die het recht heeft om de software te gebruiken en te verveelvoudigen, of om derden het recht te geven dit te doen. Het is aannemelijk dat A aan N geen licentie of andere toestemming heeft verleend om de software zelfstandig aan te passen of om derden in te schakelen om dat namens N te doen. N is dus niet gerechtigd om een derde de opdracht te geven om de software van het diagnosesysteem aan te passen. De opdracht kan dus alleen door A worden uitgevoerd, omdat het auteursrecht van A op het diagnosesysteem en de broncodes van de software van dit systeem beschermd moeten worden. Het pleidooi van S dat het volledig laten vervangen van het diagnosesysteem een redelijk alternatief is, wordt niet gevolgd. Dat zou immer een wezenlijk andere opdracht zijn dan de opdracht die N wil geven en als het al als alternatief zou kunnen worden gezien, is het geen redelijk alternatief. De voorzieningenrechter constateert dat in het voorgaande besloten dat het ontbreken van de mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de aanbesteding. Evenmin is komen vast staan dat er sprake is van toeschrijven naar de opdracht. N heeft de reële wens om het diagnosesysteem te upgraden en N kan er niets aan doen dat vanwege het auteursrecht alleen A de opdracht kan uitvoeren.
Commentaar
Er is hier sprake van een situatie waarin de aanbesteder door eerder gemaakte keuzes met betrekking tot de opdracht nu aangewezen is op één leverancier. Ook wel een vendor lock-in genoemd. N heeft het dus zelf in de hand gehad in het beperken van de concurrentie. Uit rechtspraak van het Europese Hof van Justitie is gebleken dat wanneer voor een beroep op een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging, gewezen wordt op het bestaan van exclusieve rechten, er onder meer moet worden aangetoond dat er voor het betreffende product slechts één leverancier is en waaraan pas voldaan kan zijn als er op de markt voor het bewuste product geen concurrentie is. Doordat S voor de opdracht in aanmerking wil komen is er kennelijk sprake van concurrentie in de markt voor diagnosesystemen. De voorzieningenrechter heeft zich beperkt tot het toetsen van de redelijkheid van een mogelijk alternatief en bij het oordeel geen rekening gehouden met het feit dat N er eerder zelf voor heeft gekozen om bij zich afhankelijk te maken van A. Deze zaak is voor N goed afgelopen. Maar gelet op de jurisprudentie van het Europese Hof doen aanbesteders er goed aan om een vendor lock-in zoveel mogelijk te voorkomen. Zeker als in een markt te verwachten valt dat op enig moment ook nieuwe spelers zich gaan melden en er dus concurrentie ontstaat, kan het gebruik willen maken van een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging problematisch worden. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers   [post_title] => Toegestane onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => toegestane-onderhandelingsprocedure-zonder-aankondiging [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-12 12:22:24 [post_modified_gmt] => 2020-08-12 10:22:24 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21499 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 21482 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-08-12 11:34:32 [post_date_gmt] => 2020-08-12 09:34:32 [post_content] => Veel werkgevers zijn ermee bekend dat wanneer een arbeidsovereenkomst met een werknemer door de kantonrechter wordt ontbonden, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer [de zogenaamde e-grond] en dat handelen of nalaten is als ernstig verwijtbaar of nalaten te kwalificeren, de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding bij ontslag. Minder bekend is dat ook in situaties waarin de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op basis van een andere ontslaggrond zoals bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding, het recht op transitievergoeding evenzeer kan worden verloren als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
In de wet is vastgelegd dat een werknemer het recht op transitievergoeding kan verliezen als het einde van zijn arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten [artikel 7:673 lid 7 sub c BW]. In de praktijk werd dit dus vaak gekoppeld aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de genoemde e-grond. Maar uit recente rechtspraak blijkt dat niet per definitie sprake hoeft te zijn van een ontbinding op de e-grond [verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer] om het recht op transitievergoeding te verliezen.           Uit de parlementaire geschiedenis van de Wet Werk en Zekerheid [WWZ] blijkt dat de werknemer zijn recht op transitievergoeding alleen kan kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt.
Uitzondering
Bij de beoordeling van de uitzonderingsgrond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW zijn de omstandigheden van het geval -waaronder de persoonlijke omstandigheden van de werknemer- slechts van belang voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid. In situaties waarin sprake is van bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding [de zogenaamde g-grond] of andere omstandigheden waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet langer van de werkgever kan worden gevergd [de zogenaamde h-grond] en op basis waarvan de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, kan er ook geen recht op transitievergoeding bij ontslag zijn. Hiervoor is dan wel vereist dat los de ontbindingsgrond, er omstandigheden zijn die als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zijn te kwalificeren. Een verwijtbaarheid van handelen of nalaten van de werknemer dat uiteindelijk via een ontslaggrond zoals bijvoorbeeld de g-grond of de h-grond, tot het ontslag leidt.
Werkgevers
Tip voor werkgevers is om ook in gevallen waarin een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt gedaan op een andere grond dan die van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, altijd te bezien in hoeverre de feiten en omstandigheden die leiden tot de gekozen ontslaggrond, mogelijk ook kwalificeren als een ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer en zo ja dit nadrukkelijk te benoemen. Op deze wijze kan wellicht voorkomen worden dat bij einde van de arbeidsovereenkomst een transitievergoeding is verschuldigd. Rik Wevers   [post_title] => Geen recht op transitievergoeding bij ontslag [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-recht-op-transitievergoeding-bij-ontslag [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-12 11:34:32 [post_modified_gmt] => 2020-08-12 09:34:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21482 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 21249 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-07-16 10:37:45 [post_date_gmt] => 2020-07-16 08:37:45 [post_content] => Per 1 juli 2020 is de Gids Proportionaliteit gewijzigd op een klein maar voor aanbestedende diensten en vooral ook voor inschrijvers niet onbelangrijk punt. In de Gids Proportionaliteit is een voorschrift 3.8B toegevoegd.  Dit voorschrift verduidelijkt dat het disproportioneel is om in aanbestedingsdocumenten bedingen op te nemen die op voorhand tenderkostenvergoedingen uitsluiten bij een voortijdige intrekking door de aanbestedende dienst van de aanbesteding. huisvesting arbeidsmigranten             De aanbestedende dienst moet dus per geval afwegen of een tenderkostenvergoeding aan de orde is. Ook in het geval van intrekking van de aanbesteding. De Gids proportionaliteit moet door aanbestedende diensten verplicht worden gebruikt bij zowel Europese als nationale aanbestedingen alsmede ook bij meervoudige onderhandse procedures. De Gids proportionaliteit is van toepassing op de gehele aanbestedingsprocedure. Rik Wevers   [post_title] => Update aanbestedingsrecht: wijziging Gids Proportionaliteit [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => update-aanbestedingsrecht-wijziging-gids-proportionaliteit [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-07-16 10:41:18 [post_modified_gmt] => 2020-07-16 08:41:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21249 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 21186 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-07-15 10:35:14 [post_date_gmt] => 2020-07-15 08:35:14 [post_content] => Tegenwoordig kan elke Nederlander online zijn medische gegevens inzien. Of we nu ziek of gezond zijn: zelf je gegevens bijhouden en delen met huisartsen, ziekenhuizen en behandelaars, wordt steeds eenvoudiger. We krijgen niet alleen meer regie, maar ook meer rechten. Bijvoorbeeld het recht op inzage in ons elektronisch zorgdossier en een afschrift daarvan – geheel kosteloos. Het resultaat van een nieuw wetsartikel. In april 2020 is hierover door BG.zorg een artikel geschreven.
Inwerkingtreding
De Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz) omvat waarborgen voor cliënten bij elektronische gegevensuitwisseling. Een deel van de wettelijke bepalingen is per 1 juli 2017 in werking getreden.             Voor de inwerkingtreding van de bepalingen rondom elektronisch afschrift/inzage en logging is een groeimodel afgesproken, om zorgaanbieders de tijd te geven zich hierop voor te bereiden. Deze bepalingen zijn per 1 juli 2020 in werking getreden. De rijksoverheid heeft over dit onderwerp een juridische factsheet gemaakt. Dit factsheet geeft een overzicht van de rechten en plichten bij verwerking van gegevens en elektronische inzage en afschrift van medische dossiers op grond van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz). Zorgaanbieders met vragen over de Wabvpz kunnen contact opnemen met BG.zorg. Rik Wevers [post_title] => Update zorg: juridische Factsheet Wabvpz [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => update-zorg-juridische-factsheet-wabvpz [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-07-15 11:42:08 [post_modified_gmt] => 2020-07-15 09:42:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21186 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 21137 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-07-10 07:45:08 [post_date_gmt] => 2020-07-10 05:45:08 [post_content] => De meeste legesverordeningen van gemeenten die op hun beurt vaak zijn gebaseerd op de VNG- modelverordening, bepalen dat bij het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit leges betaald moeten worden. Als vervolgens de vergunning niet wordt verleend, is dat in beginsel niet relevant voor de aanslag van leges. Immers, de aanvraag is in behandeling genomen. Veel legesverordeningen bepalen wel dat een aanvrager recht heeft op vermindering of teruggaaf van leges wanneer de aanvraag wordt geweigerd of wanneer de aanvrager tijdens de procedure van het in behandeling zijn van de aanvraag, deze aanvraag intrekt. Overigens, als een vergunning van rechtswege is verleend kan verdedigd worden dat die enkele omstandigheid op zichzelf onvoldoende is om te kunnen vaststellen dat leges zijn verschuldigd. Het gaat erom of de aanvraag wel of niet door de gemeente in behandeling is genomen.   [post_title] => Kosten aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kosten-aanvraag-omgevingsvergunning-voor-een-bouwactiviteit [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-07-10 07:45:08 [post_modified_gmt] => 2020-07-10 05:45:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21137 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 21069 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-07-02 10:11:27 [post_date_gmt] => 2020-07-02 08:11:27 [post_content] =>
Kosten op transitievergoeding
Het nieuwe Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding is op 1 juli 2020 in werking getreden. Op basis van dit besluit mag een werkgever inzetbaarheidskosten op de transitievergoeding in mindering brengen als de verworven kennis en vaardigheden zijn gebruikt voor een andere functie. Met dit besluit worden werkgevers gestimuleerd om tijdens het dienstverband van hun werknemers te investeren in de brede inzetbaarheid van deze werknemers.
Voorwaarden
De navolgende al bestaande voorwaarden blijven van kracht:
  • De werkgever moet de kosten die hij in mindering wil brengen vooraf gespecificeerd en schriftelijk voorleggen aan de werknemer;
  • De werknemer moet vooraf schriftelijk instemmen met het in mindering brengen van de gespecificeerde kosten;
  • De kosten moeten gemaakt zijn door de werkgever die de transitievergoeding verschuldigd is, ten behoeve van de werknemer aan wie de transitievergoeding verschuldigd is.;
  • De kosten mogen niet het loon van de werknemer betreffen;
  • De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot het doel waarvoor ze zijn gemaakt;
  • De kosten moeten gemaakt zijn tijdens of na de periode waarover de transitievergoeding wordt berekend;
  • De kosten mogen niet op een derde kunnen worden verhaald;
  • De kosten mogen niet op de werknemer kunnen worden verhaald;
  • De kosten moeten zien op activiteiten ter bevordering van de brede inzetbaarheid van de werknemer, en mogen niet als doel hebben het functioneren van de werknemer in de eigen functie te verbeteren;
  • De kosten moeten zijn gemaakt in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop de transitievergoeding is verschuldigd, tenzij werkgever en werknemer schriftelijk anders zijn overeengekomen.
alternatieve financiering             Wat verder niet verandert is dat kosten die worden gemaakt voor de uitoefening van de huidige functie van de werknemer niet in mindering mogen worden gebracht. Er kan individueel met de werknemer worden afgesproken dat de volledige kosten van een opleiding in mindering mogen worden gebracht op de transitievergoeding. Wanneer op grond van een cao er sprake is van een persoonlijk ontwikkelingsbudget en de werknemer maakt gebruik van dit budget voor zijn of haar brede inzetbaarheid, dan kan de werkgever de daarmee gepaard gaande bedragen in mindering brengen op de transitievergoeding. Wat ook niet verandert is dat bepaalde transitie- of inzetbaarheidskosten die op grond van een cao door een werkgever moeten worden gemaakt, in mindering mogen worden gebracht op de transitievergoeding. De werkgever heeft hiervoor niet de instemming van de werknemer nodig. Wel moet de werkgever de werknemer informeren. Evenmin wijzigt de bestaande situatie dat voor het berekenen van de door een werkgever van het UWV te verkrijgen compensatie voor een verstrekte transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid of bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming vanwege ziekte, overlijden of pensionering van de werkgever, wordt uitgegaan van het bedrag aan transitievergoeding voor het in mindering brengen van de inzetbaarheidskosten. Op deze wijze wordt voorkomen dat de werkgever de kosten van de brede inzetbaarheid van de werknemer alsnog zelf moet dragen hetgeen afbreuk zou doen aan het doel om de brede inzetbaarheid te stimuleren. Rik Wevers [post_title] => Verlaagde transitievergoeding bij brede inzetbaarheid [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verlaagde-transitievergoeding-bij-brede-inzetbaarheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-07-02 10:14:05 [post_modified_gmt] => 2020-07-02 08:14:05 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21069 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 20994 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-06-25 14:06:45 [post_date_gmt] => 2020-06-25 12:06:45 [post_content] =>
Bestaat er zoiets als een recht op thuiswerken?
Door de coronacrisis hebben werkgevers en werknemers het thuiswerken ontdekt. Als er tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat over nut en noodzaak van wel (of niet) thuiswerken is dat natuurlijk prima. Maar wat als partijen van mening verschillen over thuiswerken? Bestaat er eigenlijk een recht op thuiswerken?
Kort geding: onveilige versus veilige werkplek
De kantonrechter in kort geding heeft op 16 juni 2020 een uitspraak gedaan in een kwestie waarin een werknemer in verband met de coronacrisis thuis wil (blijven) werken daar waar de werkgever wil dat werknemer weer op kantoor komt werken. De rechter concludeert dat werknemer dat recht niet heeft. De werknemer vindt onder meer dat de werkplek niet veilig is omdat collega’s zich niet goed houden aan de regels van ‘social distancing’. Ook geeft werknemer aan dat ze heel goed en efficiënt thuis kan werken. De werkgever onderbouwt dat in verband met de coronacrisis meerdere maatregelen zijn genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Als al corona-maatregelen op de werkvloer worden overtreden staat niet vast dat dit stelselmatig gebeurt. De werkgever verduidelijkt waarom het van belang is dat haar werknemers weer op het werk aanwezig moeten zijn. Werknemer vordert in kort geding onder meer wijziging van de arbeidsplaats om (tijdelijk) thuis te kunnen werken. Los van de overweging dat een wijziging van de arbeidsplaats in een kort geding eigenlijk niet kan, oordeelt de kantonrechter inhoudelijk dat het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuiswerken niet zover ingrijpt in de rechtsverhouding tussen werkgever en werknemer dat laatstgenoemde daaruit een ‘recht op thuiswerken’ kan putten. Het bewuste overheidsadvies perkt de instructiebevoegdheid van de werkgever niet in. Ook behoeft op grond van de redelijkheid en billijkheid het bewuste overheidsadvies niet zonder meer door de werkgever te worden gevolgd, aldus de kantonrechter.
Conclusie
Een absoluut recht op thuiswerken bestaat niet. Ook niet in de coronacrisis. Rik Wevers   [post_title] => Thuiswerken geen recht [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => thuiswerken-geen-recht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-06-25 14:06:45 [post_modified_gmt] => 2020-06-25 12:06:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20994 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 21005 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-06-18 16:50:04 [post_date_gmt] => 2020-06-18 14:50:04 [post_content] => In artikel 12 lid 4 van de Richtlijn 2014/24/EU en welk artikel in Nederland is geïmplementeerd in artikel 2.24c Aanbestedingswet is een uitzondering op de aanbestedingsplicht vastgelegd. Op basis van deze uitzondering kunnen aanbestedende diensten samenwerken voor de uitvoering van hun taken van algemeen belang zonder dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van een bepaalde rechtsvorm. Op 4 juni 2020 heeft het Europese Hof van Justitie een arrest gewezen dat met name ingaat op het begrip ‘samenwerking’ tussen aanbestedende diensten bij het uitvoeren van de openbare diensten. In Duitsland hebben drie decentrale overheidsinstanties aan een door hen gezamenlijk gecontroleerd samenwerkingsverband de uitvoering toevertrouwd van hun taak om het op hun respectieve grondgebieden geproduceerde afval nuttig toe te passen of te verwijderen. Dit samenwerkingsverband is tevens een aanbestedende dienst. Aangezien het samenwerkingsverband niet beschikt over een voor de afvalverwerking noodzakelijke speciale scheidingsinstallatie heeft     het samenwerkingsverband ongeveer 80% van de afvaltaak uitbesteed aan particuliere ondernemingen en 20% aan een buiten het samenwerkingsverband vallend bestuursdistrict. Dit laatste op basis van een overeenkomst. De vraag bij de Duitse rechter betreft of de bewuste overeenkomst een onrechtmatige onderhandse gunning is. De Duitse rechter wil vervolgens van het Europese Hof weten hoe in dit geval de  uitzondering op de aanbestedingsplicht via de publiek-publieke samenwerking van artikel 12 lid 4 van de Richtlijn 2014/24/EU moet worden uitgelegd. Het Europees Hof geeft aan dat een opdracht die uitsluitend tussen twee of meer aanbestedende diensten wordt gegund, buiten het aanbestedingsrecht valt wanneer de opdracht  voorziet in of uitvoering wordt gegeven aan samenwerking tussen de deelnemende aanbestedende diensten om te bewerkstelligen dat de openbare diensten die zij moeten uitvoeren, worden verleend met het oog op de verwezenlijking van hun gemeenschappelijke doelstellingen. Het begrip ‘samenwerking’ staat hierin centraal. Voor ‘samenwerking’ is van belang dat alle partijen bij de samenwerkingsovereenkomst gezamelijk daaraan deelnemen.  Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan wanneer de enige bijdrage van bepaalde partijen bij de overeenkomst beperkt is tot het simpelweg vergoeden van de kosten. Deze uitleg van het begrip ‘samenwerking’, wordt bevestigd door overweging 31 van Richtlijn 2014/24/EU, waarin wordt gepreciseerd dat het enkele feit dat beide partijen bij een overeenkomst zelf overheidsdiensten zijn, op zich de toepassing van aanbestedingsregels niet uitsluit. De voorbereiding van een samenwerkingsovereenkomst veronderstelt dat de aanbestedende diensten gezamenlijk vaststellen wat hun behoeften zijn en hoe aan deze behoeften kan worden voldaan. De samenwerking moet dus berusten op een gemeenschappelijke strategie en vereist dat de aanbestedende diensten hun inspanningen bundelen voor de verstrekking van openbare diensten. In deze zaak blijkt slechts van het verkrijgen van een dienst tegen betaling van een vergoeding. Het Hof geeft aan dat dit niet voldoende is om onder de uitzondering op de aanbestedingsplicht in het kader van publiek-publieke samenwerking, te vallen. Rik Wevers   [post_title] => Aanbestedingsrecht: publiek-publieke samenwerking tussen aanbestedende diensten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanbestedingsrecht-publiek-publieke-samenwerking-tussen-aanbestedende-diensten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-06-25 16:51:57 [post_modified_gmt] => 2020-06-25 14:51:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21005 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 20878 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-06-12 09:00:28 [post_date_gmt] => 2020-06-12 07:00:28 [post_content] => Er zijn inmiddels enkele uitspraken in kort geding gewezen waaruit blijkt dat de sluiting van het gehuurde als gevolg van een overheidsmaatregel zoals die in verband met het coronavirus een ‘gebrek’ kan opleveren in de zin van artikel 7:204 BW. Een gebrek is elke op het gehuurde betrekking hebbende omstandigheid die het genot ervan beperkt. Dit betekent dat een huurder op grond van artikel 7:207 BW in beginsel (met terugwerkende kracht) aanspraak kan maken op huurprijsvermindering. Corona huurprijs Of dit laatste ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden hangt af van het huurcontract en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Artikel 7:207 BW is van regelend recht en kan dus contractueel worden uitgesloten.
Huurovereenkomst
Zo’n contractuele uitsluiting van het recht op huurprijsvermindering kan op grond van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 BW), maar vooral op grond van onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW) opzij worden gezet en gewijzigd worden. Daarvoor is nodig dat ongewijzigde  instandhouding van de huurovereenkomst op dit punt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Of en op welke wijze de huurovereenkomst gewijzigd moet worden, zal aan de hand van alle omstandigheden van het geval worden beoordeeld.
Huurder
Daarnaast kan de vraag zijn of een door een overheidsmaatregel gedwongen sluiting van het gehuurde toch niet een aan de huurder toe te rekenen omstandigheid is. In dat geval heeft de huurder geen recht op huurvermindering. In een van de uitspraken is aangehaakt bij de in algemene voorwaarden vaak voorkomende bepaling dat de huurder moet zorgen voor de vergunningen die nodig zijn voor de uitoefening van het bedrijf. En dat intrekking van zo’n vergunning geen aanleiding geeft tot enige actie tegen de verhuurder. Contractueel gezien is daarmee het risico van de gedwongen sluiting bij de huurder gelegd, aldus de voorzieningenrechter in kwestie. Ook heeft deze rechter in de bewuste uitspraak aangegeven dat het verdedigbaar is dat de sluiting van overheidswege een omstandigheid is die ingevolge artikel 6:75 BW krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de huurder komt.
Impact corona-maatregelen
Een algemene voorwaarde die ziet op het als huurder moeten beschikken over een vergunning en dat de intrekking daarvan voor rekening van de huurder is, valt naar mijn mening niet zomaar op één lijn te stellen met een door de overheid verplichte sluiting van het gehuurde als gevolg van de Corona pandemie. Dit gezegd hebbende blijft er ook dan nog genoeg juridische stof voor discussie over waar het gaat om de impact van corona-maatregelen op de betaling van de huurprijs Voor de volledige uitspraken zie: ECLI:NL:RBNNE:2020:1979; ECLI:NL:RBOVE:2020:1906; ECLI:NL:RBGEL:2020:2768 Rik Wevers [post_title] => Corona en huurprijs: het blijft een lastige combinatie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => corona-en-huurprijs-het-blijft-een-lastige-combinatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-06-11 15:40:56 [post_modified_gmt] => 2020-06-11 13:40:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20878 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 21846 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-09-10 15:00:16 [post_date_gmt] => 2020-09-10 13:00:16 [post_content] => Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor de uitvoering van de opdrachten één of meer onderaannemers zal inschakelen. Vervolgens geeft T. aan dat vanwege corona zij onvoldoende personeel kan werven en alsnog gebruik wil gaan maken van onderaannemers. De Gemeenten in kwestie wijzen het verzoek af en ontbinden de raamovereenkomsten met betrekking tot twee percelen. In de op de raamovereenkomsten van toepassing zijnde model VNG inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten staat dat een contractant na goedkeuring van de Gemeenten de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk mogen laten uitvoeren door derden/onderaannemers en in de Nota van Inlichtingen in het kader van de aanbestedingsprocedure is aangegeven dat inschrijvers ervan mogen uitgaan dat de Gemeenten hun goedkeuring aan een daartoe strekkend verzoek niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
aanbestedingsrecht
Kort geding
In het vervolgens door T. aangespannen kort geding moet worden beoordeeld of de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten om het verzoek van T.  om bij de uitvoering van de opdrachten onderaannemers in te schakelen af te wijzen. Uitgangspunt is dat de Gemeenten daarbij de nodige vrijheid moet worden gegund, zodat de rechter bij die beoordeling terughoudendheid toepast. De Gemeenten hebben aangegeven aan de inschakeling van onderaannemers voorwaarden te stellen maar hebben niet gesteld die voorwaarden ook met T. te hebben besproken. Daarnaast is niet gebleken dat T. aan de Gemeenten heeft medegedeeld hoeveel onderaannemers zij voor welke werkzaamheden wil inzetten, wie de onderaannemers zijn en voor welke termijn zij zullen worden ingeschakeld. Het is evident aldus de voorzieningenrechter, dat de Gemeenten daarover informatie nodig hebben alvorens afgewogen op een verzoek tot het inzetten van onderaannemers te kunnen beslissen.
Conclusie voorzieningenrechter
Op basis van deze omstandigheden concludeert de voorzieningenrechter dat de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten tot afwijzing van het verzoek van T. Het beroep van laatstgenoemde op onvoorziene omstandigheden door de coronacrisis, baat T. niet omdat in de raamovereenkomsten is vastgelegd dat indien een gebrek aan personeel in de weg staat aan de nakoming van de overeenkomsten dit voor rekening en risico komt voor T. Daarmee heeft T., nu zij heeft ingeschreven zonder de inschakeling van onderaannemers, in feite de Gemeenten gegarandeerd dat zij over voldoende eigen chauffeurs beschikt c.q. zal beschikken om de raamovereenkomsten uit te voeren. In die situatie komt T. een beroep op onvoorziene omstandigheden niet toe.
Commentaar
Het feitelijk gezien ongetwijfeld onvoorziene karakter van de coronacrisis ten spijt, leert deze zaak dat een aannemer die inschrijft zonder beroep te doen op onderaannemers zich goed moet realiseren dat daarmee in feite de aanbesteder wordt gegarandeerd de opdracht zelf te kunnen uitvoeren. Het is dus risicovol om er van uit te gaan dat een opdrachtgever een ogenschijnlijk redelijk verzoek om de uitvoering geheel of gedeeltelijk te laten uitvoeren door derden/onderaannemers wel zal -moeten- honoreren. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers [post_title] => Inschakelen onderaannemers na aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inschakelen-onderaannemers-na-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-17 15:16:17 [post_modified_gmt] => 2020-09-17 13:16:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21846 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 172 [max_num_pages] => 18 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 4b89cbb20deef6e3c7dd7d1c99a3b822 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:a67fc300cf3cf3e56010cd4af5eefc6f:0.47929800 17546784360.78541600 1754678436 [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor...
Lees meer
Een speciale-sectorbedrijf N, onderdeel van NS, gunt door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging een opdracht aan A voor de modificatie van het huidige diagnosesysteem aan de hand waarvan...
Lees meer
Veel werkgevers zijn ermee bekend dat wanneer een arbeidsovereenkomst met een werknemer door de kantonrechter wordt ontbonden, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer [de zogenaamde...
Lees meer
Per 1 juli 2020 is de Gids Proportionaliteit gewijzigd op een klein maar voor aanbestedende diensten en vooral ook voor inschrijvers niet onbelangrijk punt. In de Gids Proportionaliteit is een...
Lees meer
Tegenwoordig kan elke Nederlander online zijn medische gegevens inzien. Of we nu ziek of gezond zijn: zelf je gegevens bijhouden en delen met huisartsen, ziekenhuizen en behandelaars, wordt steeds eenvoudiger....
Lees meer
De meeste legesverordeningen van gemeenten die op hun beurt vaak zijn gebaseerd op de VNG- modelverordening, bepalen dat bij het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor...
Lees meer
Kosten op transitievergoeding Het nieuwe Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding is op 1 juli 2020 in werking getreden. Op basis van dit besluit mag een werkgever inzetbaarheidskosten...
Lees meer
Bestaat er zoiets als een recht op thuiswerken? Door de coronacrisis hebben werkgevers en werknemers het thuiswerken ontdekt. Als er tussen werkgever en werknemer overeenstemming bestaat over nut en noodzaak...
Lees meer
In artikel 12 lid 4 van de Richtlijn 2014/24/EU en welk artikel in Nederland is geïmplementeerd in artikel 2.24c Aanbestedingswet is een uitzondering op de aanbestedingsplicht vastgelegd. Op basis van...
Lees meer
Er zijn inmiddels enkele uitspraken in kort geding gewezen waaruit blijkt dat de sluiting van het gehuurde als gevolg van een overheidsmaatregel zoals die in verband met het coronavirus een...
Lees meer