Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 5
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 5
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 10
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1317
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (10)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 40, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 27286
                    [post_author] => 10
                    [post_date] => 2021-10-12 09:41:15
                    [post_date_gmt] => 2021-10-12 07:41:15
                    [post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over een wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waarmee het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger zou moeten worden.

Met de bewuste wetswijziging hoeven gemeenten in aanbestedingsprocedures niet langer te kiezen voor de aanbieder met de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (emvi).

Van pilots naar handreiking

Het schrappen van het emvi-criterium en daarmee eenvoudige aanbestedingsprocedures zonder offertes, mag er natuurlijk niet toe leiden dat goede aanbieders geen eerlijke kans op een contract krijgen. Om dit in de praktijk te testen zijn pilots uitgevoerd op het gebied van het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning via Sociale en Andere Specifieke Diensten (de SAS-procedure) zonder offertes en gunningsmethodieken. De resultaten hiervan zijn verwerkt in een Handreiking SAS zonder aanbesteden (vereenvoudigd aanbesteden Wmo 2015 en Jeugdwet) In de handreiking zijn vier optionele inkoopprocedures van de SAS-procedure zonder emvi uitgewerkt die gemeenten kunnen volgend bij inkoop van zorg die valt onder de Jeugdwet of Wmo 2015. Zonder offertes en gunningsmethodieken kan de focus meer komen te liggen op de inhoud van zorg in plaats van op de procedure. De in de handreiking vermelde stappen en opties zijn niet uitputtend. Gemeenten mogen zelf bij inrichten van de aanbesteding bezien of het toevoegen of weglaten van stappen geboden is. Rik Wevers [post_title] => Handreiking vereenvoudigd aanbesteden in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handreiking-vereenvoudigd-aanbesteden-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-10-12 09:41:15 [post_modified_gmt] => 2021-10-12 07:41:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27286 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 27161 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-09-30 10:02:02 [post_date_gmt] => 2021-09-30 08:02:02 [post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over het eind 2020 door zorgaanbieders aangespannen kort geding over het inkoopbeleid langdurige zorg van de zorgkantoren. Uitkomst van dat kort geding was dat de zorgkantoren hun inkoopbeleid onvoldoende hadden gemotiveerd althans voor het jaar 2021. De voorzieningenrechter had de zorgkantoren verboden de inkoopprocedures voort te zetten tenzij onder meer minimaal het (basis)tarief(percentage) dat is gehanteerd in 2020 voor 2021 zou worden gehanteerd.

Hoger beroep

De zorgkantoren zijn tegen het vonnis in hoger beroep gekomen maar zij hebben bij het hof bot gevangen. De zorgkantoren vorderen vernietiging van het vonnis maar omdat ze aldus het hof, feitelijk al uitvoering hebben gegeven aan het vonnis, roept dit voor het hof de vraag op wat de zorgkantoren met het hoger beroep willen bereiken. De zorgkantoren stellen dat zij met het hoger beroep helderheid willen verkrijgen over de reikwijdte van hun motiveringsplicht ten aanzien van het geldende tariefpercentage van het NZa-maximumtarief. De zorgkantoren vinden dat de eisen die de voorzieningenrechter heeft gesteld aan hun motiveringsplicht niet uitvoerbaar zijn.

Beoordeling hof

Het hof constateert in zijn niet gepubliceerd arrest in kort geding van 30 maart 2021 dat de zorgkantoren geen eigen vordering hebben ingesteld. De zorgkantoren kunnen dan ook geen aanspraak maken op een oordeel waarin wordt aangegeven hoe zij aan hun motiveringsplicht kunnen voldoen. Bovendien beogen de zorgkantoren, aldus het hof, in feite een verklaring voor recht te verkrijgen, waarvoor in kort geding geen plaats is. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.

Vervolg

Het hof heeft zich dus niet uitgesproken over de consequenties van het vonnis van de voorzieningenrechter op het Wlz-inkoopkader voor 2022. De zorgkantoren hebben van hun Wlz- inkoopkader voor de periode 2021-2023 een update gepubliceerd en aanpassingen doorgevoerd die voor 2022 en 2023 van toepassing zijn. Het tarief is thans een richttarief in plaats van een basistarief. Zorgkantoren kunnen per regio positief of negatief afwijken van dat richttarief, afhankelijk van wat in de regio nodig is. Verder is anders dat het richttarief 95,8 procent van het NZa-maximumtarief is. Daarvoor was het basistarief 94 procent van het NZa-maximumtarief. Van een toeslag van twee procent, als de aanbieders plannen voor innovatie, efficiënte bedrijfsvoering, passende zorg of duurzaamheid inleveren, is nog altijd sprake. Echter, dit wordt nu niet meer direct gekoppeld aan de tarieven. Daarnaast is nu een onderbouwing gegeven van hoe de zorgkantoren komen op een richttarief van 95,8 procent van de NZa-maximumtarieven. De zorgkantoren baseren zich hiervoor op de jaarrekeningen van 2019 van Wlz-aanbieders die dat jaar tenminste € 50.000 omzet maakten en minimaal 60 procent van hun omzet halen uit zorg onder de Wet langdurige zorg. Vervolgens is bepaald welk richttariefpercentage nodig is om te zorgen dat 75 procent van de geselecteerde aanbieders een neutrale of positieve winstmarge heeft. Dit bleek bij een percentage van 95,8 procent te zijn.

Conclusie

Het is de vraag in hoeverre de in de update gehanteerde berekening voor 2022 leidt tot een reëel tarief zoals dat destijds door de voorzieningenrechter voor 2021 in essentie is opgelegd. Voor zorgaanbieders is het teleurstellend dat de tarieven van 2020 ook niet zijn doorgetrokken tot 2022. De Nederlandse GGZ heeft inmiddels aangekondigd wederom de gang naar de rechter te maken. Kortom, het laatste woord over wanneer nu sprake is van reële tarieven, thans voor 2022 en aan de hand van een vernieuwd Wlz-inkoopkader, is nog niet gesproken. Rik Wevers [post_title] => Geen nadere duiding motiveringsplicht Wlz-inkoop [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-nadere-duiding-motiveringsplicht-wlz-inkoop [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-10-01 09:08:22 [post_modified_gmt] => 2021-10-01 07:08:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27161 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 27060 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-09-29 10:22:42 [post_date_gmt] => 2021-09-29 08:22:42 [post_content] =>

Inschrijving in aanbesteding

Het in een aanbestedingsprocedure inschrijven met de verkeerde vennootschap is geen fout dat zich leent voor een eenvoudig herstel, aldus de rechtbank Den Haag in haar uitspraak van 15 september 2021. De inschrijving is terecht terzijde gelegd.

Casus

De Gemeente Den Haag heeft een niet-openbare aanbesteding georganiseerd voor de renovatie van de Utrechtsebaan. BNRS (Ballast Nedam Road Specialties) heeft zich in de selectiefase aangemeld om een inschrijving te mogen doen en is hiervoor geselecteerd. Het ingediende inschrijvingsbiljet is ingediend en ondertekend door een andere vennootschap dan BNRS namelijk Ballast Nedam Intra B.V. (BNI). Onder verwijzing naar de inschrijvingsleidraad en het ARW (Aanbestedingsreglement Werken) waarin staat dat een inschrijving dient te zijn voorzien van een inschrijvingsbiljet dat is ondertekend door de inschrijver, wordt door de gemeente de inschrijving van BRNS als ongeldig terzijde gelegd. BBRS vordert dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag de gemeente zal gebieden de voorlopige gunningsbeslissing in te trekken en de inschrijving van BNRS alsnog geldig te verklaren.

Beoordeling

Het toetsingskader laat zich als volgt omschrijven. Een aanbestedende dienst moet bij de beoordeling van de inschrijvingen uitgaan van de inschrijvingen zoals deze bij het sluiten van de inschrijvingstermijn zijn ontvangen. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie verzetten zich ertegen dat een inschrijver daarna nog zijn inschrijving mag wijzigen of aanvullen. In uitzonderlijke gevallen kan op dit uitgangspunt een uitzondering worden gemaakt, als een inschrijving klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeft of om kennelijke materiële fouten recht te zetten. Deze wijziging of aanvulling mag er niet toe leiden dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt ingediend. De verbetering mag slechts betrekking hebben op gegevens waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van voor het einde van de inschrijvingstermijn om deel te nemen aan een aanbestedingsprocedure en het mag niet gaan om stukken of informatie die op straffe van uitsluiting bij de inschrijving moest(en) worden verstrekt. Hoewel uit jurisprudentie een lijn valt te ontwaren dat aanbestedende diensten geen extreem formalistische houding aan de dag mogen leggen, baat dat BBRS hier niet. De fout die is gemaakt leent zich niet voor eenvoudig herstel. De Gunningsleidraad schrijft voor dat onder meer het inschrijvingsbiljet door de inschrijver moeten worden ingediend. Aan dat voorschrift is door het indienen van dit stuk op naam van BNI niet voldaan. In de Gunningsleidraad staat dat het ontbreken van onder meer het Inschrijvingsbiljet leidt tot uitsluiting van de Inschrijving. De rechter volgt BNRS niet in de stelling dat aan de zijde van de gemeente sprake is van ‘doorgeschoten formalisme’. De vorderingen van BNRS worden afgewezen. Voor de volledige uitspraak zie: ECLI:NL:RBDHA:2021:10157 Rik Wevers [post_title] => Inschrijving in aanbesteding door verkeerde vennootschap is fataal [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inschrijving-in-aanbesteding-door-verkeerde-vennootschap-is-fataal [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-09-29 10:22:42 [post_modified_gmt] => 2021-09-29 08:22:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27060 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 26775 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-08-23 10:39:49 [post_date_gmt] => 2021-08-23 08:39:49 [post_content] => De volledige Wet toeristische verhuur van woonruimte is per 1 juli 2021 in werking getreden. Een groot deel van deze wet is vanaf 1 januari 2021 overigens al geldend recht. Door deze wet is de Huisvestingswet 2014 en de Gemeentewet gewijzigd. Het doel hiervan is het reguleren van de   toeristische verhuur van woonruimte. Meer en meer woningen worden voor toeristisch gebruik particulier verhuurd. De Wet toeristische verhuur van woonruimte geeft gemeenten meer mogelijkheden om aan de hand van een nieuw kader toeristische verhuur te reguleren.

Regels met het oog op de leefbaarheid van de woonomgeving

Vóór de wet bood de Huisvestingswet aan gemeenten de mogelijkheid om te sturen op toeristische verhuur door middel van een vergunningstelsel. Daarvoor gold wel een drempel. Een vergunningstelsel was alleen mogelijk wanneer dit noodzakelijk en geschikt was voor de bestrijding van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte. Er moest deugdelijk worden gemotiveerd waarom er sprake was van een dergelijke schaarste. Ook bestond er onduidelijkheid over de precieze afbakening van de bevoegdheid van gemeenten voor de regulering van toeristische verhuur. Door de wijziging van de Huisvestingswet kunnen gemeenten nu gemakkelijker haar bevoegdheden met betrekking tot toeristische verhuur toepassen. Naast het schaarste-criterium is in de Huisvestingswet ook voor de gemeenteraad de mogelijkheid opgenomen om regels te stellen betreffende toeristische verhuur van woonruimte als dat noodzakelijk is met oog op de leefbaarheid van de woonomgeving. Gemeenten kunnen met dit instrument gemakkelijker ingrijpen in de woonvoorraad. Daarbij moet wel de afweging worden gemaakt of de inbreuk noodzakelijk is. De sturingsinstrumenten uit de Wet toeristische verhuur van woonruimte zijn een registratieplicht, het bepalen van een maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht en ook een vergunningplicht.

Registratieplicht

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een gemeentelijke registratieplicht in te voeren. Verhuurders van een woonruimte voor toeristisch verhuur moeten zich dan eenmalig registreren en vervolgens dit registratienummer bij elke (online) advertentie vermelden. Het is verboden om de woonruimte zonder registratienummer aan te bieden. Bij overtreding van dit verbod kan aan de verhuurder een boete van de derde categorie, maximaal ter hoogte van € 8.700,- worden opgelegd. Bestaande verhuurders moeten zich binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de gemeentelijke registratieplicht registreren. Door de registratieplicht wordt gezorgd dat inzage kan worden geboden in welke woonruimtes toeristisch worden verhuurd en door wie. Dit draagt bij aan de handhaving en aan de inning van toeristenbelasting. Een dergelijke registratieplicht betekent ook dat er ook een publicatieverbod geldt van advertenties zonder registratienummer op verhuurplatforms. Dit publicatieverbod is 1 juli 2021 in werking getreden. Deze inwerkingtreding hield verband met het feit dat de bewuste regeling op grond van de Richtlijn inzake elektronische handel eerst genotificeerd moest worden bij de Europese Commissie. Dit gold ook voor de informatieplicht vanwege de Huisvestingswet die de verhuurplatforms dragen richting de verhuurder.

Maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht

Gemeenten kunnen een maximum stellen aan het aantal nachten dat een woning per jaar beschikbaar is voor toeristische verhuur. Gemeenten kunnen dit desgewenst koppelen aan een meldplicht. Bij een meldplicht moet elke verhuring door de verhuurder vooraf gemeld worden bij de gemeente. Bij overschrijding van de maximumtermijn kan de gemeente verbieden dat de woning nog aangeboden wordt op verhuurplatforms. Bij overtreding van de maximumtermijn aan overnachtingen kan de verhuurder worden beboet met een boete uit de vijfde categorie, tot maximaal € 21.750.- Bij herhaaldelijke overtreding van het zogenoemde nachtencriterium kan de boete oplopen tot € 87.000.-

Vergunningplicht

In aanvulling op de registratieplicht kunnen gemeenten een vergunningplicht instellen. Een gemeente kan dan een wijk of gebied instellen waarin woningen enkel verhuurd mogen worden met een (tijdelijke) vergunning. Wanneer de gemeente dit noodzakelijk acht, kan ze een maximaal aantal vergunningen per gebied instellen. Het invoeren van een dergelijk quotum betekent dat er sprake is van een schaarse vergunning. De gemeente moet hierbij een gelijk speelveld creëren. De verdelingssystematiek bij schaarse vergunningen moet dan worden vastgelegd in de huisvestingsverordening om iedere vorm van willekeur te voorkomen. Overtreding van de vergunningplicht kan een boete uit de vijfde categorie, maximaal € 21.750,- opleveren. Bij herhaaldelijke overtreding kan de boete oplopen tot € 87.000,-

Conclusie

Door de wijziging van artikel 2 Huisvestingswet en met de nieuwe artikelen 23a tot en met 23h van de Huisvestingswet gemeenten meer mogelijkheden om toeristische verhuur van woningen te reguleren. De tijd zal ons leren in welke mate gemeenten van het nieuwe instrumentarium gebruik gaan maken. Voor aanbieders van woonruimtes voor toeristische verhuur is het in ieder geval zaak om in de voor hen relevante gemeenten de ontwikkelingen op het gebied van regulering van toeristische verhuur van woonruimte in de gaten te houden. Rik Wevers [post_title] => Meer gemeentelijke handhaving op toeristische verhuur mogelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => meer-gemeentelijke-handhaving-op-toeristische-verhuur-mogelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-08-23 10:39:49 [post_modified_gmt] => 2021-08-23 08:39:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26775 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 26728 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-08-20 09:01:01 [post_date_gmt] => 2021-08-20 07:01:01 [post_content] => Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Handreiking huisvesting van arbeidsmigranten gepubliceerd. De handreiking heeft betrekking op het ruimtelijk instrumentarium. In de handreiking is uitgebreid aandacht voor de verschillende stappen die nodig zijn om arbeidsmigranten kwalitatief toereikende huisvesting te bieden. Hoewel de handreiking vooral voor gemeenten is bedoeld kan ook ‘de markt’ voordeel hebben van kennisname van dit document dat kan helpen bij het inzichtelijk krijgen van de complexe materie van huisvesting en ruimtelijke ordening. Wilt u meer weten? U kunt vrijblijvend terecht bij de vastgoedadvocaten van BG.legal.    Rik Wevers [post_title] => Realisatie huisvesting arbeidsmigranten: zoek de kansen! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => realisatie-huisvesting-arbeidsmigranten-zoek-de-kansen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-08-20 09:01:01 [post_modified_gmt] => 2021-08-20 07:01:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26728 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 26594 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-08-09 11:12:02 [post_date_gmt] => 2021-08-09 09:12:02 [post_content] => De rechtbank Rotterdam heeft in een bestuursrechtelijke uitspraak geoordeeld dat verzoekster recht heeft op toekenning van een vergoeding voor immateriële schade nu B&W van Rotterdam 10 jaar lang in strijd met de AVG medische gegevens van verzoekster heeft bewaard en verwerkt en daardoor het recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer is geschonden. Onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak waarin schadevergoeding van € 500,- was toegekend voor een kortdurende onrechtmatige verwerking van medische gegevens, brengt de hier aan de orde zijnde periode de rechtbank tot een begrote schade van € 2.500,-

Beschouwing van het recht op immateriële schadevergoeding

Voorop wordt gesteld dat in het bestuursrecht waar het schadevergoeding betreft aansluiting wordt gezocht bij het civiele recht. De enkele schending van een fundamenteel recht geeft in het civiele recht nog geen aanspraak op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank Rotterdam neemt voor de vraag of er immateriële schade is geleden tot uitgangspunt artikel 82 AVG in combinatie met artikel 6:106 lid 1 sub b BW. Wil er voldaan zijn aan de eisen die artikel 6:106 BW stelt moet zoals de Afdeling in voornoemde uitspraak heeft aangegeven, sprake zijn van aantasting van de eer of goede naam van betrokkene dan wel van aantasting van de persoon op andere wijze. De Afdeling sluit daarbij aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad.

Hoge raad

De Hoge Raad heeft de volgende uitgangspunten voor immateriële schadevergoeding geformuleerd. Van de in art. 6:106 lid 1, sub b BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze is in ieder geval sprake indien de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan, waartoe nodig is dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106 lid 1, sub b BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. In beginsel zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in art. 6:106 lid 1 sub b BW, is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.

Conclusie

De uitspraak van de rechtbank Rotterdam wekt de indruk dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer automatisch recht geeft op vergoeding van immateriële schade. Er kan worden afgevraagd of dit wel geheel overeenkomt met de aangehaalde rechtspraak van de Hoge Raad. Aan de andere kant, de Afdeling is duidelijk in het oordeel dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door schending van de toepasselijke privacywetgeving wordt aangemerkt als een aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 en sub b BW, die aanspraak geeft op vergoeding van immateriële schade. In die zin is de uitspraak van de rechtbank dus in lijn met de uitspraken van de Afdeling op het onderwerp van vergoeding van immateriële schade in het geval van het door bestuursorganen handelen in strijd met privacywetgeving, met name onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Rik Wevers [post_title] => Immateriële schadevergoeding bij schending privacy [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => immateriele-schadevergoeding-bij-schending-privacy [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-08-09 11:19:20 [post_modified_gmt] => 2021-08-09 09:19:20 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26594 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 26446 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-07-23 08:48:57 [post_date_gmt] => 2021-07-23 06:48:57 [post_content] => Deze verplichting volgt uit de Europese Habitatrichtlijn. In de Wet natuurbescherming (Wnb) is deze verplichting niet goed geïmplementeerd. Deze wet regelt immers niet dat voorafgaand aan het nemen van een besluit op aanvraag inspraak wordt geboden. natuurvergunning               Overheden voorzien overigens wel al vaak in inspraak voorafgaand aan het verlenen van een natuurvergunning. Echter, uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 juli 2021 blijkt dat die inspraak niet vrijblijvend maar verplicht is. Rik Wevers [post_title] => Inspraak verplicht bij natuurvergunning [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inspraak-verplicht-bij-natuurvergunning [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-07-23 08:56:36 [post_modified_gmt] => 2021-07-23 06:56:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26446 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 26145 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-06-25 08:18:58 [post_date_gmt] => 2021-06-25 06:18:58 [post_content] => Participatie onder de Omgevingswet (inwerkingtreding 1 juli 2022) is vormvrij. De Omgevingswet stelt wel een aantal eisen. De VNG heeft hierover een zogenaamd spiekbriefje participatie Omgevingswet opgesteld. Fact Friday Omgevingswet In het spiekbriefje zijn de mogelijke gevolgen en effecten uitgewerkt voor gemaakte keuzes. Het spiekbriefje geeft antwoord op vragen als: Wat zijn verplichtingen zonder keuzemogelijkheden? Waar heeft u als gemeente een verplichting met een keuzemogelijkheid? Waar heeft u keuzes indien het relevant is in uw gemeente? Waar heeft u geen verplichting, enkel een keuze? Voor het spiekbriefje Participatie zie https://vng.nl/nieuws/spiekbriefje-participatie-beschikbaar Rik Wevers     [post_title] => Participatie onder Omgevingswet vormvrij maar niet vrij van eisen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => participatie-onder-omgevingswet-vormvrij-maar-niet-vrij-van-eisen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-06-25 08:18:58 [post_modified_gmt] => 2021-06-25 06:18:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26145 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 25891 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-06-11 09:03:11 [post_date_gmt] => 2021-06-11 07:03:11 [post_content] =>

Aanpassing registratie medisch-specialistische zorg

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verduidelijkt per 2022 de regels voor het registreren van medisch-specialistische zorg. De uitvoerende zorgverlener oftewel de beroepsbeoefenaar die de zorg feitelijk levert moet de zorgactiviteit op zijn eigen unieke agb-code vastleggen. AGB staat voor Algemeen Gegevensbeheer en de agb-code is op grond van de Wet Marktordening gezondheidszorg verplicht voor alle formele zorgverleners. Het gaan vastleggen van de zorgactiviteit op een eigen unieke agb-code geldt voor alle zorgprofessionals die onder een beroepsgroep vallen waarvoor een eigen unieke agb-code aangevraagd kan worden (arts-assistenten uitgezonderd). Het betreft bijvoorbeeld medisch specialisten, maar ook physician assistants en verpleegkundig specialisten.

Te nemen stappen in 2021

Om vanaf 2022 te voldoen aan de regels zullen zorgaanbieders, zorgprofessionals en branche- en beroepsverenigingen zich dit jaar moeten voorbereiden. Hiervoor is (tenminste) nodig dat iedere beroepsbeoefenaar een eigen unieke agb-code aanvraagt. Dit geldt voor alle beroepsgroepen waar agb-codes voor aangevraagd kunnen worden. Daarnaast moeten de ICT-systemen zo ingericht zijn dat betreffende zorgverleners zich op hun eigen unieke agb-code zorgactiviteiten kunnen registreren. De werkprocessen moeten zo aangepast worden dat iedere zorgverlener met een unieke agb-code zelf de zorgactiviteiten op de eigen code registreert. Deze door de NZa gekwalificeerde taakherschikking is niet vrijblijvend. Voor meer informatie zie nza.nl Rik Wevers       [post_title] => Nieuwe regels registratie medisch-specialistische zorg vanaf 2022 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nieuwe-regels-registratie-medisch-specialistische-zorg-vanaf-2022 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-06-11 09:05:40 [post_modified_gmt] => 2021-06-11 07:05:40 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=25891 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 25733 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-06-01 09:49:14 [post_date_gmt] => 2021-06-01 07:49:14 [post_content] => In deze zaak gaat het om de vraag of het onder de Warmtewet 2014 zoals die gold van 1 januari 2014 tot 1 juli 2019, is toegestaan om bij het bepalen van de bij individuele gebruikers in rekening te brengen bedragen zogenaamde correctiefactoren te gebruiken. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend.

Warmtewet en correctiefactoren

Bij correctiefactoren gaat het om een correctie op het gemeten of berekende gebruik, omdat vanwege de ligging van een woning in een complex van woningen of vanwege warmteafgifte via transportleidingen binnen dat complex er meer of minder warmte hoeft te worden geleverd en daarmee rekening wordt gehouden. Vóór de inwerkingtreding van de Warmtewet 2014 was het gebruik van correctiefactoren toegestaan en ook in de opvolger van de Warmtewet 2014 is het gebruik van bepaalde correctiefactoren uitdrukkelijk toegestaan. In de Warmtewet 2014 is over het gebruik van correctiefactoren echter niets geregeld.

De Hoge Raad

Anders dan het Gerechtshof Amsterdam dat overwoog dat onder de Warmtewet 2014 het uitgangspunt moet zijn dat het gebruik van correctiefactoren niet is toegestaan, stelt de Hoge Raad dat de Warmtewet 2014 zo uitgelegd moet worden dat het gebruik van correctiefactoren niet is uitgesloten. De Hoge Raad heeft hiervoor meerdere argumenten: De Warmtewet 2014 bepaalt dat de leverancier ten aanzien van de levering van warmte ten hoogste drie componenten in rekening brengt: de maximumprijs, de redelijke kosten voor het ter beschikking stellen van de warmtewisselaar en het tarief voor de meting van het warmteverbruik. De Warmtewet 2014 bepaalt verder dat een leverancier zich onthoudt van iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid richting, tegenover zijn verbruikers. De aan een individuele verbruiker in rekening te brengen kosten voor de levering van warmte kunnen volgens de Warmtewet 2014 worden bepaald met behulp van een individuele warmtemeter, individuele warmtekostenverdelers of een voor alle verbruikers inzichtelijke kostenverdeelsystematiek. Deze systematiek gaat uit van een binnen de technische en financiële mogelijkheden zo nauwkeurig mogelijke benadering van het werkelijke aandeel van het verbruik van de individuele verbruiker waarbij de hiervoor genoemde componenten in acht moeten worden genomen. Geen van de bepalingen van de Warmtewet 2014 aldus de Hoge Raad bevat een uitdrukkelijk verbod om bij de bepaling van de aan een individuele verbruiker in rekening te brengen kosten voor de levering van warmte te corrigeren voor bijvoorbeeld de ligging van de woning in een complex van woningen of voor de warmteafgifte die plaatsvindt via transportleidingen. Deze uitleg is niet onverenigbaar met de Richtlijn energie-efficiëntie waarbij de Warmtewet 2014 beoogt aan te sluiten nu deze richtlijn het gebruik van correctiefactoren niet uitsluit, zoals ook is opgemerkt in de wetsgeschiedenis van de Warmtewet 2018. De minister van economische zaken heeft kort na de invoering van de Warmtewet 2014 in een kamerbrief opgemerkt dat het wenselijk blijft om het gebruik van correctiefactoren toe te staan, omdat anders individuele gebruikers kunnen worden geconfronteerd met een significante stijging van hun energierekening, en dat daartoe de wet zal worden aangepast. Naar aanleiding van genoemde kamerbrief van de minister heeft Aedes, de branchevereniging voor woningcorporaties in Nederland, in september 2014 in haar handleiding opgenomen dat het   vooralsnog is toegestaan de vóór 1 januari 2014 bestaande correctiefactoren te hanteren. Bij brieven van 1 oktober 2014 en 1 juli 2015 heeft de minister van Economische Zaken de ACM verzocht om rekening te houden met de voorgenomen wetswijzigingen en nadere interpretatie zoals opgenomen in de hiervoor genoemde kamerbrief, en om situaties waarin correctiefactoren worden toegepast, te gedogen. De Warmtewet 2018 bepaalt dat bij een vóór 1 juli 2019 gebouwde onroerende zaak die bestaat uit meerdere woon- of bedrijfsruimten, de leverancier het gemeten individueel warmtegebruik van de verbruiker kan corrigeren aan de hand van correctiefactoren die door de leverancier zijn vastgesteld met inachtneming van de daarvoor gangbare technische normen voor de ligging van woonruimten en leidingverliezen voor transportleidingen. In de wetsgeschiedenis van de Warmtewet 2018 is opgemerkt dat de Warmtewet 2014 niet voorzag in de mogelijkheid om correctiefactoren toe te passen en dat die mogelijkheid alsnog in de wet wordt opgenomen. De Hoge Raad ziet aanleiding om de Warmtewet 2014 aldus uit te leggen dat het gebruik van correctiefactoren daarin niet is uitgesloten.

Conclusie

Het gebruik van correctiefactoren bevordert een zo nauwkeurig mogelijke benadering van de werkelijke warmtelevering aan de individuele gebruiker doordat rekening wordt gehouden met de warmte die door transportleidingen wordt afgegeven in de woning van de individuele verbruiker.  Bovendien kan een correctie voor de ligging van de woning en voor de aanwezigheid van transportleidingen bijdragen aan een rechtvaardiger verdeling van de totale kosten van warmtelevering onder alle bewoners van een complex van woningen dat met blokverwarming werkt. Toepassing van correctiefactoren strookt met het voorschrift van de Warmtewet 2014 dat de leverancier van warmte zich onthoudt van iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid. Voor de uitspraak zie rechtspraak.nl Rik Wevers       [post_title] => Warmtewet 2014 sluit toepassing correctiefactoren niet uit [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => warmtewet-2014-sluit-toepassing-correctiefactoren-niet-uit [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-06-03 15:58:09 [post_modified_gmt] => 2021-06-03 13:58:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=25733 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 27286 [post_author] => 10 [post_date] => 2021-10-12 09:41:15 [post_date_gmt] => 2021-10-12 07:41:15 [post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over een wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waarmee het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger zou moeten worden. Met de bewuste wetswijziging hoeven gemeenten in aanbestedingsprocedures niet langer te kiezen voor de aanbieder met de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (emvi).

Van pilots naar handreiking

Het schrappen van het emvi-criterium en daarmee eenvoudige aanbestedingsprocedures zonder offertes, mag er natuurlijk niet toe leiden dat goede aanbieders geen eerlijke kans op een contract krijgen. Om dit in de praktijk te testen zijn pilots uitgevoerd op het gebied van het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning via Sociale en Andere Specifieke Diensten (de SAS-procedure) zonder offertes en gunningsmethodieken. De resultaten hiervan zijn verwerkt in een Handreiking SAS zonder aanbesteden (vereenvoudigd aanbesteden Wmo 2015 en Jeugdwet) In de handreiking zijn vier optionele inkoopprocedures van de SAS-procedure zonder emvi uitgewerkt die gemeenten kunnen volgend bij inkoop van zorg die valt onder de Jeugdwet of Wmo 2015. Zonder offertes en gunningsmethodieken kan de focus meer komen te liggen op de inhoud van zorg in plaats van op de procedure. De in de handreiking vermelde stappen en opties zijn niet uitputtend. Gemeenten mogen zelf bij inrichten van de aanbesteding bezien of het toevoegen of weglaten van stappen geboden is. Rik Wevers [post_title] => Handreiking vereenvoudigd aanbesteden in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handreiking-vereenvoudigd-aanbesteden-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-10-12 09:41:15 [post_modified_gmt] => 2021-10-12 07:41:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27286 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 169 [max_num_pages] => 17 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => abaea850667bdd774c6b6b319b006aec [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
In een eerdere bijdrage is geschreven over een wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) waarmee het aanbesteden van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger zou...
Lees meer
In een eerdere bijdrage is geschreven over het eind 2020 door zorgaanbieders aangespannen kort geding over het inkoopbeleid langdurige zorg van de zorgkantoren. Uitkomst van dat kort geding was dat...
Lees meer
Inschrijving in aanbesteding Het in een aanbestedingsprocedure inschrijven met de verkeerde vennootschap is geen fout dat zich leent voor een eenvoudig herstel, aldus de rechtbank Den Haag in haar uitspraak...
Lees meer
De volledige Wet toeristische verhuur van woonruimte is per 1 juli 2021 in werking getreden. Een groot deel van deze wet is vanaf 1 januari 2021 overigens al geldend recht....
Lees meer
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Handreiking huisvesting van arbeidsmigranten gepubliceerd. De handreiking heeft betrekking op het ruimtelijk instrumentarium. In de handreiking is uitgebreid aandacht voor...
Lees meer
De rechtbank Rotterdam heeft in een bestuursrechtelijke uitspraak geoordeeld dat verzoekster recht heeft op toekenning van een vergoeding voor immateriële schade nu B&W van Rotterdam 10 jaar lang in strijd...
Lees meer
Deze verplichting volgt uit de Europese Habitatrichtlijn. In de Wet natuurbescherming (Wnb) is deze verplichting niet goed geïmplementeerd. Deze wet regelt immers niet dat voorafgaand aan het nemen van een...
Lees meer
Participatie onder de Omgevingswet (inwerkingtreding 1 juli 2022) is vormvrij. De Omgevingswet stelt wel een aantal eisen. De VNG heeft hierover een zogenaamd spiekbriefje participatie Omgevingswet opgesteld. In het spiekbriefje...
Lees meer
Aanpassing registratie medisch-specialistische zorg De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verduidelijkt per 2022 de regels voor het registreren van medisch-specialistische zorg. De uitvoerende zorgverlener oftewel de beroepsbeoefenaar die de zorg feitelijk levert...
Lees meer
In deze zaak gaat het om de vraag of het onder de Warmtewet 2014 zoals die gold van 1 januari 2014 tot 1 juli 2019, is toegestaan om bij het...
Lees meer