Blog van medewerkers
WP_Query Object ( [query] => Array ( [paged] => 3 [news-type] => blog ) [query_vars] => Array ( [paged] => 3 [news-type] => blog [error] => [m] => [p] => 0 [post_parent] => [subpost] => [subpost_id] => [attachment] => [attachment_id] => 0 [name] => [pagename] => [page_id] => 0 [second] => [minute] => [hour] => [day] => 0 [monthnum] => 0 [year] => 0 [w] => 0 [category_name] => [tag] => [cat] => [tag_id] => [author] => [author_name] => [feed] => [tb] => [meta_key] => [meta_value] => [preview] => [s] => [sentence] => [title] => [fields] => [menu_order] => [embed] => [category__in] => Array ( ) [category__not_in] => Array ( ) [category__and] => Array ( ) [post__in] => Array ( ) [post__not_in] => Array ( ) [post_name__in] => Array ( ) [tag__in] => Array ( ) [tag__not_in] => Array ( ) [tag__and] => Array ( ) [tag_slug__in] => Array ( ) [tag_slug__and] => Array ( ) [post_parent__in] => Array ( ) [post_parent__not_in] => Array ( ) [author__in] => Array ( [0] => 10 ) [author__not_in] => Array ( ) [search_columns] => Array ( ) [ignore_sticky_posts] => [suppress_filters] => [cache_results] => 1 [update_post_term_cache] => 1 [update_menu_item_cache] => [lazy_load_term_meta] => 1 [update_post_meta_cache] => 1 [post_type] => [posts_per_page] => 10 [nopaging] => [comments_per_page] => 50 [no_found_rows] => [taxonomy] => news-type [term] => blog [order] => DESC ) [tax_query] => WP_Tax_Query Object ( [queries] => Array ( [0] => Array ( [taxonomy] => news-type [terms] => Array ( [0] => blog ) [field] => slug [operator] => IN [include_children] => 1 ) ) [relation] => AND [table_aliases:protected] => Array ( [0] => wp_term_relationships ) [queried_terms] => Array ( [news-type] => Array ( [terms] => Array ( [0] => blog ) [field] => slug ) ) [primary_table] => wp_posts [primary_id_column] => ID ) [meta_query] => WP_Meta_Query Object ( [queries] => Array ( ) [relation] => [meta_table] => [meta_id_column] => [primary_table] => [primary_id_column] => [table_aliases:protected] => Array ( ) [clauses:protected] => Array ( ) [has_or_relation:protected] => ) [date_query] => [queried_object] => WP_Term Object ( [term_id] => 56 [name] => Blog van medewerkers [slug] => blog [term_group] => 0 [term_taxonomy_id] => 56 [taxonomy] => news-type [description] => [parent] => 0 [count] => 1413 [filter] => raw ) [queried_object_id] => 56 [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) WHERE 1=1 AND ( wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56) ) AND wp_posts.post_author IN (10) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR ( wpml_translations.language_code = 'nl' AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' ) AND ( ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations WHERE trid = wpml_translations.trid AND language_code = 'nl' ) = 0 ) OR ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations t2 JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id WHERE t2.trid = wpml_translations.trid AND t2.language_code = 'nl' AND ( p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' ) ) ) = 0 ) ) ) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) GROUP BY wp_posts.ID ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC LIMIT 20, 10 [posts] => Array ( [0] => WP_Post Object ( [ID] => 32571 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-10-17 11:32:58 [post_date_gmt] => 2022-10-17 09:32:58 [post_content] => Het in strijd met de Jeugdwet geen gunningscriterium op grond van EMVI opnemen leidt tot het intrekken van de aanbestedingsprocedure.Jeugdwet en gunningscriterium
Tot 1 juli 2022 gold in artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet de verplichting een gunningscriterium op grond van EMVI (economisch meest voordelige inschrijving) te hanteren. Per 1 juli 2022 staat deze verplichting niet meer inde Jeugdwet.Casus
Een aantal gemeenten in Zuid-Limburg werkt samen op het gebied van de inkoop van jeugdhulp en publiceert op 12 mei 2022 een aanbestedingsleidraad voor onder meer ambulante jeugdhulp behandeling. Hierin is geengunningscriteriumop grond van EMVI opgenomen. Een zorgaanbieder die weliswaar niet inschrijft omdat zij niet voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen, start een kort geding omdat er in strijd met de wet geen gunningscriterium op grond vanEMVIis gehanteerd. De gemeente Maastricht (fungerend als centrumgemeente voor de gezamenlijke inkoop van jeugdzorg) betoogt dat omdat de aanbestedingsprocedure niet is afgerond voordat de nieuwe wet in werking is getreden, er geen grond is voor intrekking van de aanbestedingsprocedure.Oordeel van de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter volgt de gemeente hierin niet. De wetgever heeft geen overgangsrecht geformuleerd en de bewuste wijziging van de Jeugdwet heeft dus geen terugwerkende kracht. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het nieuwe artikel slechts geldt “voor aanbestedingsprocedures die op of na de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel zullen starten”. Daarnaast,de voorzieningenrechteroverweegt dat weliswaar de plicht om te gunnen op basis van het EMVI-criterium is komen te vervallen, maar dat het maar de vraag is of dat per definitie betekent dat artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet voor deze aanbesteding betekenisloos is geworden. Als de gemeente zou worden gevolgd in de stelling van de gemeente dat eiseres geen belang heeft bij de vorderingen tot intrekking en heraanbesteding, omdat dan dezelfde aanbesteding in de markt wordt gezet en de aanbestedingsprocedure zou voortduren, zou dat betekenen dat eiseres – en eventuele andere potentiële inschrijvers – de mogelijkheid zou worden ontnomen om de aanbesteding te toetsen aan het nieuwe artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet .Conclusie
De gemeente dient dus over te gaan tot intrekking van de aanbestedingsprocedure Ambulante Jeugdhulp Behandeling en voor zover zij dat nog wenst,heraanbestedingvan de opdracht. Voor de volledige uitspraak zie rechtspraak.nl [post_title] => Geen gunningscriteria aanbesteding jeugdzorg: toch strijd met Jeugdwet (oud) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-gunningscriteria-aanbesteding-jeugdzorg-toch-strijd-met-jeugdwet-oud [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-17 11:39:16 [post_modified_gmt] => 2022-10-17 09:39:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32571 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 32158 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-09-23 09:45:45 [post_date_gmt] => 2022-09-23 07:45:45 [post_content] => Aldus de rechtbank Rotterdam in de uitspraak van 24 augustus 2022.Waar gaat het over?
De Mededingingswet (Mw) stelt regels ten aanzien van kartels, misbruik van een economische machtspositie en concentraties van ondernemingen. De Mededingingswet geldt voor alle ondernemingen en verenigingen van ondernemers die actief zijn op de Nederlandse markt. De Mededingingswet is in beginsel opalle sectorenvan de economie van toepassing. Een onderneming is elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Elke activiteit die bestaat in het aanbieden van goederen en diensten op een bepaalde markt, vormt eeneconomische activiteittenzij het activiteiten in het kader van de uitoefening van bevoegdheden van openbaar gezag betreft. Deze laatstgenoemde activiteiten hebben geen economisch karakter. In deze rechtszaak is de eisende partij de mening toegedaan dat de derde-partij zijnde een drinkwaterbedrijf, misbruik maakt van een economische machtpositie en daarmee de Mwovertreedtdoor haar afnemers een bedrag van € 1,50 in rekening te brengen voor de toezending van een drinkwaterfactuur per post. Drinkwaterbedrijven zijn volgens de rechtbank Rotterdam (en terzijde, ook de ACM) echter geen ondernemingen in de zin van de Mw. Op grond van deDrinkwaterwetis ieder regionaal drinkwaterbedrijf verplicht en (exclusief) bevoegd om in het algemeen belang van de volksgezondheid drinkwater te leveren in het aan het drinkwaterbedrijf exclusief toegewezen gebied.Overweging rechtbank
De rechtbank overweegt: “Voor zover drinkwaterbedrijven zorgdragen voor de openbare watervoorziening oefenen zij aldus een dienst van algemeen belang uit. Nu enkel het daartoe aangewezen waterleidingbedrijf drinkwater kan leveren in het voor zijn bedrijf vastgestelde distributiegebied, is van marktwerking in Nederland voor drinkwater geen sprake en oefenen drinkwaterbedrijven, waaronder [naam derde-partij], in zoverre geen economische activiteit uit en gelden zij om die reden niet als onderneming in de zin van de Mw." Verweerder in deze procedure de ACM is aldus de rechtbank,terechttot de conclusie gekomen dat de drinkwatervoorziening geen economische activiteit is waarop de mededingingsregels van toepassing zijn. Vandaar dus de conclusie dat drinkwaterbedrijven geen ondernemingen zijn. Althans dat in de zin van de Mededingingswet niet zijn. [post_title] => Drinkwaterbedrijven zijn geen onderneming [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => drinkwaterbedrijven-zijn-geen-onderneming [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-23 09:45:45 [post_modified_gmt] => 2022-09-23 07:45:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32158 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 32037 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-09-07 13:42:54 [post_date_gmt] => 2022-09-07 11:42:54 [post_content] => Een in het bestek opgenomen verbod van een eenmalige (dus vaste) korting volgens de bestekpost 919990 van de standaard RAW-Bepalingen 2020 staat er niet aan in de weg om onder voornoemde bestekposteen procentuele kortingaan te bieden. Deze procentuele korting is wezenlijk anders dan een eenmalige korting omdat bij een raamovereenkomst de omvang van het werk niet op voorhand vaststaat en de hoogte van de korting dus meebeweegt met de omvang van het aanbestede werk.Casus
In een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure voor de reparatie en renovatie van de riolering in de Gemeenten Hardenberg en Ommen wordt de inschrijving van Kumpen terzijde gelegd omdat Kumpen volgens de gemeenten een in het bestek niet toegestane eenmalige korting heeft opgegeven in de inschrijvingsstaat. Het betreft aldus de rechtbank, echter een procentuele korting. Een procentuele korting is wezenlijk anders dan eeneenmalige kortingen het verbod in de standaard RAW-systematiek strekt zich niet uit tot procentuele kortingen. Als de Gemeenten in afwijking van de standaard RAW-systematiek daadwerkelijk iedere vorm van korting hadden willen verbieden, had het op hun weg gelegen om dit expliciet in het Bestek tot uitdrukking te brengen. Dit is niet gebeurd, aangezien in het Bestek uitsluitend het aanbieden van eenmalige kortingen is verboden. Kumpen is ten onrechte uitgesloten.Conclusie
Het door de Gemeenten in de gepubliceerde inschrijvingsstaten doorhalen van (onder andere) bestekpost 919990 is niet voldoende gebleken. Als de Gemeenten in afwijking van de standaard RAW-systematiek daadwerkelijk iedere vorm van korting hadden willen verbieden, had het op hun weg gelegen om dit expliciet in het Bestek tot uitdrukking te brengen. Overigens, later in deaanbestedingsprocedurehebben de gemeenten gewijzigde inschrijvingsstaten aan de inschrijvers verzonden waarin bedoelde bestekpost niet was doorgehaald. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver behoefde er daardoor niet op bedacht te zijn dat het aanbieden van een in het kader van een te sluiten raamovereenkomst gebruikelijke procentuele korting in deze aanbestedingsprocedure niet zou zijn toegestaan. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl [post_title] => Aanbesteding: procentuele korting is geen eenmalige korting [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanbesteding-procentuele-korting-is-geen-eenmalige-korting [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-07 13:44:12 [post_modified_gmt] => 2022-09-07 11:44:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32037 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 31593 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-08-12 10:53:08 [post_date_gmt] => 2022-08-12 08:53:08 [post_content] => Op 1 juli 2022 is Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 in werking getreden. Deze wet leidt tot een aantalbelangrijke wijzigingenin de Wmo 2015 en de Jeugdwet. In zowel de Jeugdwet als deWmo 2015wordt de basis gelegd voor een zogenoemde ‘algemene maatregel van bestuur’ (afgekort AMVB, zijnde een set van regels waarmee een wet verder wordt uitgewerkt) waarin de bij de inkoop of subsidiëring van deze zorg in acht te nemen zorgvuldigheidseisen kunnen worden geregeld. Het gaat hierbij om zorgvuldigheidseisen die de continuïteit van de beschikbaarheid van de bewuste zorg ten goede komen en in het bijzonder de continuïteit van de zorgverlening aan individuele cliënten. Daarbij valt te denken aan onderwerpen als het tijdig afronden van de inkoopprocedure, meerjarige contracten en contractuele afspraken over de continuïteit van zorg voor cliënten na afloop van een contract. Daarnaast is specifiek inde Jeugdwetde basis gelegd voor een wettelijke grondslag voor een algemene maatregel van bestuur Reële Prijzen Jeugdwet. Uit de rechtspraak volgt dat ook voor de inkoop van jeugdhulp reële prijzen moeten worden betaald. Deze rechtspraak leidt er nu toe dat er voor de Jeugdwet wordt voorzien in een wettelijke regeling voor reële prijzen. In de WMO 2015 bestaat al langer een AMVB voor reële prijzen. Voor de praktijk zal vooral van belang zijn de opsomming in de AMVB van de kostprijselementen die zullen moeten worden betrokken in het tarief. Bijvoorbeeld overheadkosten en verplichte indexatie. Verder wordt het aanbesteden vergemakkelijkt door de plicht om te gunnen op de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (emvi-criterium) uit beide wetten te schrappen. Hieraan is eerder een blog gewijd. [post_title] => Voor de inkoop van jeugdhulp moeten reële prijzen worden betaald [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => voor-de-inkoop-van-jeugdhulp-moeten-reele-prijzen-worden-betaald [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-12 10:53:08 [post_modified_gmt] => 2022-08-12 08:53:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31593 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 31099 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-07-12 10:17:02 [post_date_gmt] => 2022-07-12 08:17:02 [post_content] =>Inleiding
Bij het vaststellen van een bestemmingsplan mag gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om regels op te stellen met een open norm, waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels, de zogenaamde dynamische verwijzing. Hierbij moet de norm in deplanregelswel voldoende concreet en objectief worden begrensd. Daarin kan het wel eens mis gaan zoals blijkt uit de volgende zaak.De kwestie
De gemeenteraad van Tholen heeft eenparaplubestemmingsplanvastgesteld ten behoeve van het sturen op wenselijke vormen van huisvesting binnen de gemeente. In het beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen het besluit ter vaststelling van dit bestemmingsplan wordt onder meer betoogd dat een in het bestemmingsplan opgenomen planregel, die verwijst naar een beleidsnota over de huisvesting van internationale werknemers zoals hier, in strijd is met de rechtszekerheid. Dit omdat onvoldoende kenbaar is welke in de beleidsnota opgenomen bepalingen als beleidsregels moeten worden gekwalificeerd.De Afdeling
De Afdelingoverweegt dat als een raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan regels stelt, dan moeten die regels wel voldoende concreet en objectief begrensd zijn. De raad heeft in de desbetreffende planregels verwezen naar de beleidsnota, zonder aan te geven welke onderdelen daarvan hij als beleidsregels aanmerkt. Hierdoor zijn de planregels niet voldoende concreet en objectief begrensd. De omstandigheid zoals in deze zaak, dat in de planregels is bepaald dat een initiatief moet passen binnen de algemene beleidsuitgangspunten opgenomen in de beleidsnota, maakt die planregel niet voldoende concreet. De in de beleidsnota opgenomen kop ‘Algemene beleidsuitgangspunten’ is slechts één van de vele koppen binnen de kop ‘Beleidsdoel 1: voldoende kwalitatieve huisvesting op de juiste locaties’ terwijl de regels opgenomen in deze kop ‘Beleidsdoel 1’ volgens de door de gemeenteraad ter zitting gegeven toelichting juist hebben te gelden als beleidsregels. Kortom, de gemeenteraad heeft het plan voor zover het betreft de planregels waarin wordt verwezen naar debeleidsnota, niet zorgvuldig en in strijd met de rechtszekerheid heeft voorbereid. Hierdoor wordt naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende duidelijkheid geboden over wanneer in afwijking van het plan kamerverhuur mogelijk is, en aan welke regels een initiatief moet worden getoetst. Het oordeel van de Afdeling is dat het plan in deze vorm niet kon worden vastgesteld. De gemeenteraad moet dit gebrek herstellen. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl [post_title] => Verwijzing in bestemmingsplan naar beleidsregels moet voldoende concreet zijn [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verwijzing-in-bestemmingsplan-naar-beleidsregels-moet-voldoende-concreet-zijn [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-12 10:17:02 [post_modified_gmt] => 2022-07-12 08:17:02 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31099 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 30735 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-06-23 12:20:48 [post_date_gmt] => 2022-06-23 10:20:48 [post_content] => Goed nieuw voor werkgevers: de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in de uitspraak van 1 juni 2022 bepaalt dat de werkgever ook aanspraak heeft opcompensatie van de transitievergoedingvan slapende dienstverbanden van vóór 1 juli 2015.Waar gaat het ook alweer over?
Tot nu toe stelde hetUwvzich op het standpunt dat als de 104 weken van arbeidsongeschiktheid vóór 1 juli 2015 waren beëindigd en de arbeidsovereenkomst vervolgens na 1 juli 2015 werd beëindigd met betaling van de transitievergoeding, werkgevers recht hadden op een compensatie van € 0,- Het Uwv redeneerde dat de vergoeding niet meer kan bedragen dan wat de werkgever verschuldigd zou zijn op de dag na het twee jaar durende opzegverbod bij ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. Als die dag vóór 1 juli 2015 lag, bestond er op dat moment nog geen recht op transitievergoeding, aangezien de Wet werk en zekerheid (Wwz) pas op 1 juli 2015 in werking is getreden. De CRvB volgt het Uwv niet in deze argumentatie. De uitleg van het Uwv komt erop neer dat in de situatie dat de dag van het einde van de twee jaarstermijn vanarbeidsongeschiktheidvóór 1 juli 2015 lag, er feitelijk geen compensatie wordt verstrekt. Echter, op grond van artikel 7:673e lid 1 BW wordt er dan juist voldaan aan de voorwaarden voor compensatie. In het tweede lid van voornoemd artikel wordt er een beperking gesteld aan de maximale hoogte van de compensatie door de duur van de arbeidsovereenkomst fictief te bekorten door uit te gaan van de datum waarop de termijn van twee jaar die geldt voor het opzegverbod wegens ziekte is verstreken. DeCRvBziet gelet op de tekst van artikel 7:673e BW, het doel van de compensatie en de maximering daarvan zoals die blijkt uit de (hier niet uiteen te zetten) wetsgeschiedenis, geen aanleiding om uit te gaan van de door het Uwv voorgestane uitleg omdat die uitleg zou neerkomen op een extra voorwaarde voor het recht op compensatie die niet is gebaseerd op de wet.Conclusie
Werkgeverskunnen dus ook aanspraak maken op compensatie van de uitbetaalde transitievergoeding als het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid na 1 juli 2015 is geëindigd, maar de termijn van twee jaar arbeidsongeschiktheid is verstreken vóór 1 juli 2015. [post_title] => Compensatie transitievergoeding ook bij slapend dienstverband van vóór 1 juli 2015 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => compensatie-transitievergoeding-ook-bij-slapend-dienstverband-van-voor-1-juli-2015 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-06-23 12:20:48 [post_modified_gmt] => 2022-06-23 10:20:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30735 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 30427 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-06-03 08:45:55 [post_date_gmt] => 2022-06-03 06:45:55 [post_content] => Nee? Dan wordt het tijd dat u in actie komt. Vanaf 1 januari 2023 geldt immers delabel C verplichtingvoor kantoorgebouwen die groter zijn dan 100 m², monumentale gebouwen uitgezonderd. Als een kantoorgebouw vanaf 1 januari 2023 energielabel D of lager heeft, riskeert de eigenaar ervan een boete van maximaal € 81.000, - en mag het pand niet meer als kantoor worden gebruikt.Stappen tot verkrijgen van energielabel C
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staat beschreven hoe in vier stappen een energielabel C (of hoger) kan worden verkregen.Rol van verhuurder en huurder
Wat is nu de rol van eigenaar/verhuurder en huurder in dit alles? Welnu, in het algemeen zullenconstructieve maatregelenvoor rekening en risico van de verhuurder komen. De kleinere maatregelen, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan verlichting of aanpassingen aan de door de huurder zelf geplaatste installaties, komen in het algemeen voor rekening en risico van de huurder. Afwijkende onderhoudsverdelingsafspraken zijn mogelijk. Als er gewerkt wordt met een standaard ROZ 2015 model is de onderhoudsverdeling in de algemene bepalingen gedetailleerd uitgewerkt. In voornoemdROZ-modelis ook een duurzaamheidsbepaling opgenomen waarmee partijen wordt opgedragen zich in te spannen voor gezamenlijk geformuleerde duurzaamheidsdoelstellingen. In de praktijk worden die doelstellingen echter vaak niet worden geformuleerd. Wat betreft de label C verplichting en als het gehuurde dit label nog niet heeft, heeft de ROZ een meer uitgebreide bepaling geformuleerd waarin is opgenomen welke maatregelen de verhuurder en welke maatregelen de huurder moet nemen om ervoor te zorgen dat het gehuurde aan de vereisten voor een energielabel C of hoger voldoet.Verhuurder of huurder werkt niet mee
Wat als verhuurder of huurder niet meewerkt? De energiebesparende maatregelen om energielabel C te verkrijgen en die voor rekening van verhuurder komen zullen dringende werkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW zijn en de huurder moet de verhuurder de gelegenheid geven om deze maatregelen mits proportioneel, uit te voeren. Zo nodig via de rechter af te dwingen. Als deverhuurderniet meewerkt en het kantoorgebouw voldoet niet aan de label C verplichting, dan mag het gebouw niet meer als zodanig worden gebruikt, zodat de verhuurder zijn verplichting om het gehuurde aanhuurderter beschikking te stellen niet langer na zal kunnen komen. Er is dan in beginsel sprake van een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. De verhuurder zal dit gebrek moeten verhelpen en daarom de voorgeschreven energiebesparende maatregelen die voor zijn rekening komen, moeten nemen. Zo nodig door de huurder via de rechter af te dwingen. Ook kan de huurder het gebrek zelf herstellen en de redelijke kosten verhalen op de verhuurder door deze in mindering op de huur te brengen. Ook kan de huurder eventueel ontbinding van de huurovereenkomst, huurprijsvermindering en/of schadevergoeding vorderen. Bij gebruik van het ROZ 2015 model zal dat niet anders zijn.Conclusie
Zowel verhuurder als huurder doen er goed aan om voor zover nog niet gedaan,energiebesparende maatregelente nemen om tijdig te kunnen voldoen aan de label C verplichting. [post_title] => (Ver)huurder kantoorgebouw, voldoet u al aan de energielabel C verplichting? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verhuurder-kantoorgebouw-voldoet-u-al-aan-de-energielabel-c-verplichting [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-06-03 08:45:55 [post_modified_gmt] => 2022-06-03 06:45:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30427 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 29992 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-04-20 10:28:55 [post_date_gmt] => 2022-04-20 08:28:55 [post_content] =>Aanbesteden van een opdracht
In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht voor diensten over de huur van andere onroerende zaken. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich recent moeten buigen over de vraag of een overeenkomst van de gemeente Leeuwarden met de Stichting Beheer Stadsring Leeuwarden (hierna: SBSL) met betrekking tot het gebruik van het glasvezelnetwerk, genaamd De Stadsring Leeuwarden, onder dieuitzonderingvalt.Hof: kwalificatie huurovereenkomst
Het hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat gemeente Leeuwardengeen beroeptoekomt op de uitzondering van artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 en dat de opdracht in beginsel had moeten worden aanbesteed. De vraag of een te gunnen overheidsopdracht kan worden gekwalificeerd als huur van een onroerende zaak in de zin van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012, moet worden beantwoord aan de hand van het recht van de Unie. De juridische kwalificatie van de opdracht naar Nederlands recht, isniet relevant. Ook het door de gemeente zelf benoemen van de overeenkomst als huur, is zonder belang. In hetkort gedingslaagt de gemeente er niet in de stelling van de eisende partij Eurofiber te weerleggen dat de ‘huurovereenkomst’ in de kern ziet op de behoefte aan diensten als glasvezelconnectiviteit en dataverkeer en niet de huur van onbelichte glasvezels. Daarbij komt dat alle bijkomende diensten die nodig zijn om het glasvezelnetwerk te gebruiken door de gemeente ook worden ingekocht bij de dezelfde partij SBSL. Het hof gaat uit van een ’gemengde overeenkomst’ waarvan het hoofdonderwerp niet kale huur is maar glasvezelconnectiviteit zodat de gehele opdracht vanwege haar waarde Europees had moeten worden aanbesteed.Conclusie
De uitzondering op het moeten aanbesteden van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012 geldt alleen bij ‘kale huur’. Bijkomende diensten staan daar los van en kunnen leiden tot een aanbestedingsplicht intwee situaties. Ten eerste als die andere diensten objectief gezien niet van de huur kunnen worden gescheiden terwijl die andere diensten het hoofdvoorwerp van de ‘huurovereenkomst’ vormen. Ten tweede als die andere diensten wél objectief van huur zijn te scheiden terwijl die diensten op zichzelf een waarde boven de relevante Europese drempel hebben. Heeft u vragen? Neem gerust contact met mij op. [post_title] => Huur en aanbesteden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huur-en-aanbesteden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-20 10:28:55 [post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:28:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29992 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 29482 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-03-11 08:46:48 [post_date_gmt] => 2022-03-11 07:46:48 [post_content] =>De Wet aanpak woonoverlastgeeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowelhuurders als eigenarenvan koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing op grond van artikel 151d Gemeentewet genoemd. Het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) heeft in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een escalatieladder ontwikkeld.De escalatieladderbestaat uit zes treden: bij elke trede ‘escaleert’ de situatie. Dat betekent dat de handhavingsmaatregelen om de overlast te stoppen steeds ingrijpender worden. De escalatieladder geeft een overzicht van maatregelen die de Wet aanpak woonoverlast biedt, inclusief relevante jurisprudentie. De escalatieladder is vooral een instrument voor de gemeente om de Wet aanpak woonoverlast toe te passen. Maar ook voorvastgoedeigenarendie geconfronteerd worden met huurders die ernstige overlast veroorzaken, kan kennisname van de escalatieladder nuttig zijn. Immers, los van de mogelijkheden die het huurrecht biedt, kan een verhuurder wellicht ook gebruikmaken van eventuele handhavingsacties van de burgemeester. [post_title] => Aanpak woonoverlast aan de hand van de escalatieladder [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanpak-woonoverlast-aan-de-hand-van-de-escalatieladder [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-11 08:47:51 [post_modified_gmt] => 2022-03-11 07:47:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29482 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 29084 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-02-18 10:35:12 [post_date_gmt] => 2022-02-18 09:35:12 [post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over nieuwe regelgeving die moet leiden tot meer transparantie in de zorgsector. Dat dit geen overbodige luxe is blijkt uit het feit dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 5 januari van dit jaar bekend heeft gemaakt een bestuurlijke boete te hebben opgelegd aan de coöperatie VGZ voorovertredingvan de transparantieregels.Wijziging inkoopbeleid VGZ
Wat was er gebeurd? VGZ had de deadline voor het tekenen van de overeenkomst over de inkoop van paramedische zorg verruimd. Het contractaanbod moest in eerste instantie op 31 oktober 2020 op straffe van verval zijn geaccepteerd. Een aantal zorgaanbieders hadbezwaargemaakt tegen de inkoopvoorwaarden en had VGZ op 29 oktober 2020 laten weten dat zij nog geen reactie hadden ontvangen op hun bezwaren maar omdat het contractaanbod op 31 oktober 2020 zou vervallen, zij zich gedwongen voelden de overeenkomst alsnog te tekenen, zonder dat zij een reactie hadden ontvangen op hun bezwaren. Een zorgaanbieder heeft, dit in overleg met VGZ, nog op dezelfde dag een bericht op zijn website geplaatst dat inhield dat voor zorgaanbieders die tijdig bezwaar hadden gemaakt, de contracteertermijn verlengd zou worden. VGZ heeft de inhoud van dit bericht toen zelf niet bekend gemaakt op haar website. Pas op 9 december 2020 heeft VGZ een bericht op de eigen website gepubliceerd met daarin eenwijzigingvan het zorginkoopbeleid. Op basis van dat gewijzigde inkoopbeleid mochten zowel zorgaanbieders die tijdig bezwaar hadden gemaakt en de overeenkomst niet hadden getekend als zorgaanbieders die de overeenkomst tussen 27 en 31 oktober 2020 hadden geaccepteerd terwijl er nog geen reactie lag op hun bezwaar, alsnog vóór 24 december 2020 laten weten of zij wel of geen overeenkomst zouden willen voor 2021.Oordeel NZa
De wijziging van de uiterste termijn voor het ondertekenen van de overeenkomst naar 24 december 2020 betreft een wijziging van informatie die valt onder artikel 4 van deRegeling Transparantie zorginkoopprocesZvw. Op grond van voornoemd artikel 4 moeten zorgverzekeraars inzichtelijk maken wat de belangrijke momenten in het contracteerproces zijn. Hierdoor weten zorgaanbieders wanneer welke stappen worden gezet in het zorginkoopproces en kunnen zij daarop anticiperen. Wijzigingen in het zorginkoopbeleid moeten zorgverzekeraars op grond van artikel 7 van genoemde Regeling gemotiveerd en tijdig bekend maken. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat zorgaanbieders voldoende tijd hebben om de gewijzigde informatie mee te nemen in hunbeslisprocesen ook voldoende tijd houden voor de noodzakelijke acties in dat inkoopproces. Volgens de NZa betreft de wijziging van de termijn voor het ondertekenen van de overeenkomst bij uitstek informatie die de inzichtelijkheid van het contracteerproces ten goede komt. Zorgaanbieders konden uit het initiële zorginkoopbeleid immers ook niet opmaken dat de tekentermijn mogelijk verlengd zou worden als VGZ de bezwaren van zorgaanbieders niet op tijd kon behandelen. VGZ had aldus de NZa, de wijziging van het inkoopbeleid tijdig moeten publiceren en VGZ had dat niet gedaan door pas op 9 december 2020 de wijziging bekend te maken.Conclusie
Leermoment voor zorgaanbieders is dat het noodzakelijk is om het inkoopbeleid van zorgverzekeraars goed te blijven volgen en dat het kan lonen om bij de NZa aan de bel te trekken als het idee ontstaat dat zij door de zorgverzekeraars te weinig tijd wordt gegeven om nieuwe informatie te betrekken bij de besluitvorming om een contract aan te gaan. De wijziging van de transparantieregels per 1 januari 2023 is overigens een stap in de goede richting. Hetverplichtzorgverzekeraars om vooraf bekend te maken hoe zij omgaan met wijzigingen in hun inkoopbeleid op een later moment in het jaar. [post_title] => Meer transparantie bij zorginkoop is noodzakelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => meer-transparantie-bij-zorginkoop-is-noodzakelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-18 10:35:12 [post_modified_gmt] => 2022-02-18 09:35:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29084 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 32571 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-10-17 11:32:58 [post_date_gmt] => 2022-10-17 09:32:58 [post_content] => Het in strijd met de Jeugdwet geen gunningscriterium op grond van EMVI opnemen leidt tot het intrekken van de aanbestedingsprocedure.Jeugdwet en gunningscriterium
Tot 1 juli 2022 gold in artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet de verplichting een gunningscriterium op grond van EMVI (economisch meest voordelige inschrijving) te hanteren. Per 1 juli 2022 staat deze verplichting niet meer inde Jeugdwet.Casus
Een aantal gemeenten in Zuid-Limburg werkt samen op het gebied van de inkoop van jeugdhulp en publiceert op 12 mei 2022 een aanbestedingsleidraad voor onder meer ambulante jeugdhulp behandeling. Hierin is geengunningscriteriumop grond van EMVI opgenomen. Een zorgaanbieder die weliswaar niet inschrijft omdat zij niet voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen, start een kort geding omdat er in strijd met de wet geen gunningscriterium op grond vanEMVIis gehanteerd. De gemeente Maastricht (fungerend als centrumgemeente voor de gezamenlijke inkoop van jeugdzorg) betoogt dat omdat de aanbestedingsprocedure niet is afgerond voordat de nieuwe wet in werking is getreden, er geen grond is voor intrekking van de aanbestedingsprocedure.Oordeel van de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter volgt de gemeente hierin niet. De wetgever heeft geen overgangsrecht geformuleerd en de bewuste wijziging van de Jeugdwet heeft dus geen terugwerkende kracht. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het nieuwe artikel slechts geldt “voor aanbestedingsprocedures die op of na de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel zullen starten”. Daarnaast,de voorzieningenrechteroverweegt dat weliswaar de plicht om te gunnen op basis van het EMVI-criterium is komen te vervallen, maar dat het maar de vraag is of dat per definitie betekent dat artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet voor deze aanbesteding betekenisloos is geworden. Als de gemeente zou worden gevolgd in de stelling van de gemeente dat eiseres geen belang heeft bij de vorderingen tot intrekking en heraanbesteding, omdat dan dezelfde aanbesteding in de markt wordt gezet en de aanbestedingsprocedure zou voortduren, zou dat betekenen dat eiseres – en eventuele andere potentiële inschrijvers – de mogelijkheid zou worden ontnomen om de aanbesteding te toetsen aan het nieuwe artikel 2.11 lid 2 Jeugdwet .Conclusie
De gemeente dient dus over te gaan tot intrekking van de aanbestedingsprocedure Ambulante Jeugdhulp Behandeling en voor zover zij dat nog wenst,heraanbestedingvan de opdracht. Voor de volledige uitspraak zie rechtspraak.nl [post_title] => Geen gunningscriteria aanbesteding jeugdzorg: toch strijd met Jeugdwet (oud) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-gunningscriteria-aanbesteding-jeugdzorg-toch-strijd-met-jeugdwet-oud [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-17 11:39:16 [post_modified_gmt] => 2022-10-17 09:39:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32571 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 169 [max_num_pages] => 17 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 076a10d2cb4da232cfa95c1f2f71d226 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Het in strijd met de Jeugdwet geen gunningscriterium op grond van EMVI opnemen leidt tot het intrekken van de aanbestedingsprocedure. Jeugdwet en gunningscriterium Tot 1 juli 2022 gold in artikel...
Lees meer
23 sep 2022
Aldus de rechtbank Rotterdam in de uitspraak van 24 augustus 2022. Waar gaat het over? De Mededingingswet (Mw) stelt regels ten aanzien van kartels, misbruik van een economische machtspositie en...
Lees meer
Een in het bestek opgenomen verbod van een eenmalige (dus vaste) korting volgens de bestekpost 919990 van de standaard RAW-Bepalingen 2020 staat er niet aan in de weg om onder...
Lees meer
Op 1 juli 2022 is Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 in werking getreden. Deze wet leidt tot een aantal belangrijke wijzigingen in de Wmo 2015 en de...
Lees meer
12 jul 2022
Inleiding Bij het vaststellen van een bestemmingsplan mag gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om regels op te stellen met een open norm, waarvan de uitleg bij de uitoefening van...
Lees meer
23 jun 2022
Goed nieuw voor werkgevers: de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in de uitspraak van 1 juni 2022 bepaalt dat de werkgever ook aanspraak heeft op compensatie van de transitievergoeding...
Lees meer
Nee? Dan wordt het tijd dat u in actie komt. Vanaf 1 januari 2023 geldt immers de label C verplichting voor kantoorgebouwen die groter zijn dan 100 m², monumentale gebouwen...
Lees meer
20 apr 2022
Aanbesteden van een opdracht In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht...
Lees meer
De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel huurders als eigenaren van koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een...
Lees meer
In een eerdere bijdrage is geschreven over nieuwe regelgeving die moet leiden tot meer transparantie in de zorgsector. Dat dit geen overbodige luxe is blijkt uit het feit dat de...
Lees meer