Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 37
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 37
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1413
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 360, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 34691
                    [post_author] => 68
                    [post_date] => 2023-02-03 09:12:59
                    [post_date_gmt] => 2023-02-03 08:12:59
                    [post_content] => Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te zetten. Wellicht denkt men bij een merk in eerste instantie aan het registreren van een logo of naam. Het merkenrecht biedt echter een breed scala aan verschillende type merken die geregistreerd kunnen worden. In deze blog besteed ik daarom aandacht aan de mogelijkheid om een geluidsfragment als merk te registreren.

De komst van het klankmerk

Lange tijd gold de eis dat een teken ‘voor grafische voorstelling vatbaar’ moest zijn om als merk te kunnen fungeren. Dit vormde een belemmering aangezien een geluid in principe alleen met het gehoor waargenomen kon worden. Het een en ander veranderde in 2003 met de komst van Shieldmark-arrest. In dit arrest stelt het Europese Hof van Justitie dat voldaan is aan het vereiste van de grafische voorstelling, wanneer het teken een notenbalk of bladmuziek betreft die deze klank weergeeft. Om die reden konden de eerste negen tonen van het beroemde Für Elise als merk geregistreerd worden. Dit soort merken worden in het merkenrecht ook wel een klankmerk genoemd. Per 1 oktober 2017 is het vereiste voor de grafische voorstelling komen te vervallen. Hierdoor kan een klankmerk zowel worden weergegeven met behulp van een notenbalk/bladmuziek of een digitaal geluidsband in het merkenregister. Fact geluidsfragment

Enkele voorbeelden

Nu enkel een WAV- of  MP3-bestandje voldoende is om een klankmerk weer te geven, hebben verschillende ondernemingen een aanvraag voor een klankmerk ingediend. Van deze groep zijn verschillende merkaanvragen goedgekeurd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO). Een van de meest bekende voorbeelden van een klankmerk is misschien wel leeuwenbrul van MGM. Naast deze brul is ook de kreet van Tarzan succesvol als klankmerk geregistreerd. Een laatste voorbeeld van Nederlandse bodem is het herkenbare deuntje van Coolblue.

Onmogelijkheden

Betekent dit dat alle geluiden zomaar als klankmerk geregistreerd kunnen worden? Het antwoord daarop is nee. Ook een klankmerk moet net als andere type merken onderscheidend vermogen bezitten. Zo is de merkregistratie van de Deutsche Bank van het welbekende contactloze pintransactie afgewezen. Volgens het EUIPO is deze ba-bing toon namelijk uitsluitend een simpele, functionele toon ter bevestiging dat een betaling geslaagd is. Daarmee is dit geluid niet onderscheidend genoeg ten opzichte van andere eenvoudige tonen. Ook blikjesproducent Ardagh Metal Beverage heeft tevergeefs geprobeerd een klankmerk te registreren. Het betrof hier een audiobestand met daarin het geluid van het openen van een blikje, gevolgd door stilte en gebruis van het drankje. Zowel het EUIPO als het Gerecht van de EU waren van oordeel dat dit geluid niet als klankmerk kan dienen. Dit geluid is immers onlosmakelijk verbonden met het gebruik van een blikje, waardoor het geluid enkel een functionele en technische functie heeft. Het geluid zal voor een consument niet verwijzen naar de onderneming waar het drankje van afkomstig is. Wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen is ook dit geluidsfragment afgewezen als klankmerk. Heeft u vragen over het klankmerk of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op één van onze specialisten! Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Een geluidsfragment als merk registreren: kan dat? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-geluidsfragment-als-merk-registreren-kan-dat [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-02-03 09:12:59 [post_modified_gmt] => 2023-02-03 08:12:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34691 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 34709 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-02-02 10:27:08 [post_date_gmt] => 2023-02-02 09:27:08 [post_content] => Het schrijven van een scriptie is voor veel studenten een grote opgave, en voor menig werkende een onprettige herinnering aan de studietijd. Maar stel je voor: een systeem dat binnen seconden antwoord geeft op jouw hoofdvraag, met logische argumenten en nette paragrafen. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. In de blog van mijn collega Britt van 15 december schreef ze over een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT. Zij legt daarin uit wat deze technologie kan, namelijk volledig en goed geschreven antwoorden formuleren op uiteenlopende en complexe vragen. Afhankelijk van de vraag kan het antwoord bijvoorbeeld uit een essay, code, e-mail of zelfs wetgeving bestaan. In deze blog zal ik ingegaan op de implicaties van deze technologie op het auteursrecht, zowel wat betreft de trainingsdata als het antwoorden van ChatGPT.

Trainingsdata

ChatGPT is getraind met behulp van allerlei soorten bronnen, zoals webpagina’s, boeken en gesprekken met mensen. ChatGPT kopieert de teksten uit deze bronnen niet letterlijk of in substantiële mate in de antwoorden, maar maakt gebruik van de documenten om te leren hoe (goede) antwoorden eruit horen te zien. Om een antwoord goed te noemen is misschien wat kort door de bocht, want ook slechte antwoorden op vragen kunnen tot de trainingsdata behoren. ChatGPT leert hoe patronen en structuren in de menselijke taal werken, zodat het lijkt alsof de antwoorden door een mens geschreven zijn. Het trainen van het algoritme moet wel gebeuren aangaande de regels over tekst- en datamining. Dat betekent dat OpenAI bronnen mag gebruiken waar ze rechtmatig toegang toe heeft en waarbij dit niet expliciet is verboden. Als het goed is, heeft OpenAI hier rekening mee gehouden tijdens het verzamelen van haar trainingsbronnen. Dat is op dit moment lastig vast te stellen, omdat we niet de mogelijkheid hebben om onder de motorkap te kijken van ChatGPT. Het antwoord van ChatGPT zelf: “The data that ChatGPT uses is sourced from a variety of publicly available sources and is pre-processed and curated by OpenAI. While the data is not proprietary, it is protected by copyright, trademark, and other intellectual property laws. OpenAI has a license to use the data for the purpose of training and providing the ChatGPT model as a service, but this license does not extend to other uses of the data without permission from the rights holders.” De antwoorden van ChatGPT zijn dus gebaseerd op deze bronnen. Is het gebruik van deze bronnen door ChatGPT een inbreuk op het auteursrecht van, bijvoorbeeld, de auteur van een boek wat wordt gebruikt? Nee, niet zolang de tekst uit de bron niet (direct) wordt gekopieerd in het antwoord. Het is wel mogelijk dat de toestemming van de maker nodig is wanneer specifieke delen worden gekopieerd, zoals passages uit een boek. Hierbij kan de vraag van de gebruiker een groot verschil maken: een samenvatting vragen van een boek leidt niet snel tot inbreuk op het auteursrecht van de maker, maar als de gebruiker vraagt naar een hele pagina uit een boek, dan ligt dit anders. Het hangt dus af van de situatie en zal per geval moeten worden beoordeeld.

De antwoorden

Een andere vraag is of auteursrecht rust op een antwoord van ChatGPT en, zo ja, wie het verkrijgt. Hiervoor is het van belang of een antwoord van ChatGPT een ‘werk’ is in de zin van de Auteurswet. Een werk is een originele expressie afkomstig van een menselijke maker. De maker moet een mens zijn, waardoor ChatGPT geen ‘werk’ in de zin van de Auteurswet kan maken. Als een gebruiker van ChatGPT een mens is, maar het antwoord van ChatGPT alsnog direct kopieert,  dan zijn er geen creatieve keuzes gemaakt waardoor het stuk alsnog geen ‘werk’ is. Dit kan mogelijk anders zijn als de gebruiker het antwoord nog aanpast, hierbij creatieve keuzes maakt en uiteindelijk een origineel werk creëert dat zijn persoonlijke stempel draagt. Dan is de gebruiker de maker van het werk. Ook hier ligt het dus aan de omstandigheden van het geval.

ChatGPT in de praktijk: de student en de werknemer

Dan twee praktische situaties: een student die zijn scriptie laat schrijven door ChatGPT en een werknemer die code laat schrijven door ChatGPT. Welke auteursrechtelijke implicaties komen naar voren in zulke scenario’s? Buiten plagiaat, wat in het ergste geval leidt tot verwijdering van de onderwijsinstelling, kan de student zich mogelijk schuldig maken aan auteursrechtinbreuk. Plagiaat houdt in dat een student werk inlevert wat niet zelf gemaakt is, zonder vermelding van de bron. Dit is een breder begrip dan auteursrechtinbreuk, wat het gebruik van andermans werk is zonder toestemming. Ook bij een scriptie hangt auteursrechtinbreuk af van het antwoord van ChatGPT, zoals hierboven uitgelegd. Om ook zelf een auteursrecht te krijgen op de scriptie, zal de student veranderingen aan de antwoorden van ChatGPT aan moeten brengen. Hiervoor zal de student dus alsnog zelf creatief na moeten denken over het scriptieonderwerp en ook de nodige aanpassingen moeten doen. Het probleem is dat de grens van een nieuw auteursrecht bij dit soort zaken bijzonder vaag is. Desondanks zal voornamelijk plagiaat de crux zijn van deze gevallen, want van een ChatGPT geschreven tekst met terugwerkende kracht de bronnen achterhalen zal nog steeds lastig en tijdrovend zijn (als er al een enkele bron is die feitelijk stelt wat ChatGPT aanlevert!), aangezien ChatGPT zelf niet aangeeft welke bron bij welke zin of paragraaf hoort. En wat als een werknemer een stuk code laat schrijven door ChatGPT, om dit vervolgens in de software van zijn werk te gebruiken? OpenAI geeft aan dat het in het algemeen toegestaan is om de output van ChatGPT commercieel te gebruiken, zolang de gebruiker de benodigde toestemmingen en licenties heeft. Het kan dus nodig zijn om, afhankelijk van de omstandigheden, een licentie van OpenAI of de relevante houders van de IE-rechten te verkrijgen. OpenAI verduidelijkt echter niet wanneer dat dan nodig is. Ook hier ligt het dus aan het antwoord van ChatGPT of er sprake is van auteursrechtinbreuk, en of er toestemming of licentie nodig is van de maker van het werk of van OpenAI zelf. Het moge overigens duidelijk zijn dat in veel gevallen deze vraag ook nu al relevant is, zelfs zonder het gebruik van ChatGPT, aangezien er verschillende hulpmiddelen zijn om software te ontwikkelen, variërend van websites die complete antwoorden bevatten op (veel) gestelde vragen, tot AI-gebaseerde hulpmiddelen die gedurende het schrijven van code direct proberen de code automatisch aan te vullen.

Conclusie

De auteursrechtelijke implicaties van ChatGPT zijn nog niet duidelijk. De antwoorden kunnen inbreuk maken op het auteursrecht van de maker van de bron(nen), indien een stuk tekst wordt gekopieerd, maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. ChatGPT heeft in ieder geval geen auteursrecht op de antwoorden die worden gegeven, en ook een gebruiker zal niet automatisch het auteursrecht op een antwoord krijgen. Alleen wanneer een gebruiker nog veranderingen aanbrengt die creatief en origineel zijn en zijn persoonlijke stempel drukken op een antwoord, zal die gebruiker een auteursrecht krijgen. Heeft u vragen? Neem contact op met één van onze specialisten! Jos van der Wijst [post_title] => De auteursrechtelijke implicaties van ChatGPT [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-auteursrechtelijke-implicaties-van-chatgpt [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:57:28 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:57:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34709 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 34666 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-02-01 10:43:58 [post_date_gmt] => 2023-02-01 09:43:58 [post_content] => In het zogenaamde Didam-arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) is bepaald dat bij de verkoop van een onroerende zaak door een overheidslichaam (denk aan bijvoorbeeld een gemeente of provincie), er de verplichting geldt om aan de hand van een openbare selectieprocedure mededingingsruimte en transparantie te bieden. Dit vanwege de gebondenheid van de overheid aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het gelijkheidsbeginsel, ook als het gaat om het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten. Het gelijkheidsbeginsel strekt dan tot het bieden van gelijke kansen. Wat betekent dit nu in de praktijk, ruim een jaar na dit (onder juristen) veelbesproken arrest?

Reikwijdte Didam-arrest

Om te beginnen niet onbelangrijk, in het Didam-arrest ging het om de verkoop van een onroerende zaak maar het arrest is net zo goed van toepassing in situaties van uitgifte van grond in erfpacht, pacht, grondruil en verhuur van onroerende zaken.

Uitzondering op openbare selectieprocedure

Op de verplichting voor de overheid om bij het voorgenomen verkopen, verhuren, ruilen etc. van vastgoed een openbare selectieprocedure te volgen, is er de uitzondering als bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria, er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Een overheid heeft beleidsruimte om tot die bedoelde criteria te komen. Als bedoelde uitzondering aan de orde is, moet de overheid wel het voornemen van de transactie met die enige serieuze gegadigde op een zodanige wijze publiceren dat eenieder daarvan kennis kan nemen. Derden die ook een serieuze gegadigde menen te zijn kunnen dan bij de desbetreffende overheid aan de bel trekken en zo nodig de zaak voorleggen aan de rechter om te toetsen of er wel voldaan wordt aan de criteria die in het Didam-arrest zijn gesteld. In de praktijk zien we dat overheden relatief vaak (althans aan de hand van de kenbare rechtszaken) gebruikmakende van de hun toekomende beleidsruimte, de criteria zo inrichten dat daarmee de kring van gegadigden dusdanig worden beperkt dat daarmee feitelijk maar één serieuze gegadigde overblijft. Dit mag niet zo ver gaan dat de criteria (achteraf bezien) lijken te zijn toegeschreven naar één bepaalde gegadigde. Maar omdat er nu eenmaal vrij veel beleidsruimte is en overheden hun criteria zeker niet zo hoeven te formuleren dat zij partijen die een in de ogen van de overheid ongewenste ontwikkeling voorstaan, toch zouden moeten laten meedingen, zal het vaak lastig zijn om dat “toeschrijven” ook aannemelijk te maken in (veelal) kort geding. In de meeste ‘Didam’ rechtszaken gaat het om het door de overheid gedane beroep op de uitzondering en in iets meer dan 50% daarvan slaagt dat beroep ook. Dat laatste kan door verschillende factoren zijn. Bijvoorbeeld omdat een partij een sleutelpositie heeft voor een integrale gebiedsontwikkeling. Of een partij heeft unieke kenmerken waardoor zij bij uitstek geschikt is om het project uit te voeren. Het kan ook een partij zijn die in staat is een (door de overheid gewenste) packagedeal te sluiten. Dan wel een partij die in beeld komt nadat een andere gegadigde is afgehaakt. Verder kunnen er omstandigheden zijn die een andere gegadigde tot een ‘ongelijk geval’ maakt (t.o.v. de enige serieuze gegadigde). Denk aan te weinig aan de dag gelegde interesse of actie, dan wel iets willen dat niet past in het voornemen van de overheid.

Conclusie

Wat kunnen we nu voorzichtig concluderen aan de hand van het voornoemde? Welnu, dat de overheid standaard tot het voeren van een openbare selectieprocedure moet overgaan bij een voorgenomen vastgoedtransactie van verkoop, verhuur, gronduitgifte en grondruil, is zeker niet het geval. Het Didam-arrest dwingt overheden in dit soort situaties wel om voorafgaand zich de vraag te stellen of er meerdere serieuze gegadigden zijn en selectiecriteria (of nu voor een openbare selectieprocedure of ter invulling van het beroep op uitzondering) vast te stellen.

Advies

Voor u als potentiële gegadigde bij de aankoop of huur van overheids-onroerend goed of bij grondruil of gronduitgifte van de overheid, is het zaak het voornemen van de overheid op deze terreinen al dan niet na bekendmakingen, goed in de gaten te houden en uw eventuele serieuze interesse tijdig kenbaar te maken. Bij twijfel of u mogelijk ten onrechte als geïnteresseerde derde wordt gepasseerd of over de vraag of de gehanteerde criteria wel objectief, toetsbaar en redelijk zijn, kan het nuttig zijn om dit aan de hand van de criteria van het Didam-arrest juridisch te laten beoordelen. Voor meer informatie kunt u vrijblijvend contact opnemen met BG.legal via wevers@bg.legal Rik Wevers 2 [post_title] => Gelijke kansen bij verkoop overheidsvastgoed   [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gelijke-kansen-bij-verkoop-overheidsvastgoed [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-02-01 10:43:58 [post_modified_gmt] => 2023-02-01 09:43:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34666 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 34683 [post_author] => 46 [post_date] => 2023-02-01 09:55:35 [post_date_gmt] => 2023-02-01 08:55:35 [post_content] => Op medewerkers van de meeste ziekenhuizen is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. Voor medisch specialisten geldt een speciale regeling ten opzichte van andere medewerkers. Bij medisch specialisten is de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) van toepassing. De AMS is een doorvertaling van de afspraken die in de Cao Ziekenhuizen zijn gemaakt. In artikel 2.4 van de Cao Ziekenhuizen staat dat er voor medisch specialisten een eigen, volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling is beoogd. Daardoor kunnen medisch specialisten geen rechten ontlenen aan de andere hoofdstukken van de Cao Ziekenhuizen. Maar wat zijn de verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS? In dit artikel wordt een aantal van de meest in het oog springende verschillen belicht.

Wie is nou medisch specialist?

Medisch specialisten zijn artsen die beschikken over specifieke kennis in een bepaald vakgebied, zoals bijvoorbeeld een gynaecoloog of en cardioloog. Na de opleiding geneeskunde hebben de artsen nog een specialiserende opleiding gevolgd. De medisch specialist is eindverantwoordelijke voor de zorg en de behandeling van een patiënt.

Waarom is er een speciale arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten?

De eerste AMS dateert uit 2001. De AMS is ontwikkeld om een betere aansluiting te krijgen met de verschillen die er zijn binnen de praktijkorganisatie en dienstbelasting bij medisch specialisten. LET OP: voor medisch specialisten uit een academisch ziekenhuis geldt de Honoreringsregeling academisch medisch specialisten (HAMS).

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS?

De Cao Ziekenhuizen bevat in vergelijking met de AMS meer algemene bepalingen over de arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Zo heeft de AMS bijvoorbeeld geen algemene bepaling opgenomen over de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Een ander verschil is dat in de Cao Ziekenhuizen is overeengekomen dat de wettelijke werknemerstermijn tot en met drie maanden gelijk is aan het werkgeverstermijn. Dit is een uitzondering op de wet. Op grond van de wet is de opzegtermijn van werknemer één maand; bij een langere termijn wordt de opzegtermijn voor werkgever verdubbeld. In de Cao Ziekenhuizen is bepaald dat pas na een werknemerstermijn van drie maanden de werkgeverstermijn wordt verdubbeld. In de AMS is zelfs bepaald dat de opzegtermijn voor werkgever en werknemer tot zes maanden gelijk zijn. Verder kan een medisch specialist voor langere tijd op non-actief gesteld worden dan een ‘reguliere’ zorgmedewerker. De AMS voorziet namelijk niet in een maximale duur. Dit terwijl in de Cao Ziekenhuizen een maximale duur van drie weken is vastgelegd. Arbeidstijdenwet en medisch specialisten Een verrassend verschil in beide regelingen is de gemiddelde arbeidsduur. In de Cao Ziekenhuizen is de gemiddelde arbeidsduur per week 36 uur (voltijd). Een gemiddelde voltijd arbeidsduur onder de AMS is 45 uur per week, exclusief de uren arbeid tijdens de avond-, nacht- of weekenddiensten. Dit betekent dat een medisch specialist die minder dan 45 uur werkt, gezien wordt als een deeltijder. Deze afwijkende arbeidsduur heeft gevolgen voor de pensioenopbouw van de medisch specialist. Een medisch specialist met een werkweek van 36 uur zal maar 80% pensioen opbouwen. Het gevolg in dit voorbeeld is dat het maximale pensioengevend salaris van een deeltijdwerkende specialist 20% lager ligt dan van een ‘reguliere’ ziekenhuismedewerker die hetzelfde aantal uren werkt. Incidenteel mag de arbeidsduur maximaal 55 uur per week bedragen. Inclusief de uren tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten is de maximale arbeidsduur van gemiddeld 52 uur per week. Dit is opvallend omdat (over een periode van 16 weken) een werkweek op basis van de Arbeidstijdenwet een maximum heeft van 48 uur gemiddeld. De medisch specialist is hiermee een toegestane uitzondering op de Arbeidstijdenwet. De (meeste) overige normen uit de Arbeidstijdenwet zijn tevens niet van toepassing op de medisch specialist.

Conclusie

De medische specialist neemt in het arbeidsrecht een bijzondere positie in. Heeft u vragen over de positie van de medisch specialist? Of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Schroom dan niet om contact op te nemen met Marlies Hol. Marlies Hol [post_title] => De positie van de medisch specialist in het arbeidsrecht [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-positie-van-de-medisch-specialist-in-het-arbeidsrecht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:09:07 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34683 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 34572 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-01-31 09:56:09 [post_date_gmt] => 2023-01-31 08:56:09 [post_content] =>

De informatieplicht

De keuzevrijheid van de patiënt heeft een hoge prioriteit binnen ons zorgstelsel. De patiënt moet in staat worden gesteld om een keuze te maken over welke zorg hij wil ontvangen en van wie hij deze zorg krijgt. Om deze keuze mogelijk te maken, heeft de zorgaanbieder een verstrekkende informatieplicht. De informatieplicht is geregeld in art. 7:448 BW. Maar hoe ver strekt deze informatieplicht? In dit artikel zal uiteen worden gezet wanneer de zorgaanbieder de patiënt wel en niet moet informeren.

Voorgenomen onderzoeken en voorgestelde behandelingen

De informatieplicht van de zorgaanbieder moet de behoeftes van de patiënt centraal stellen. Uit de wet volgt dat de patiënt moet weten welke onderzoeken of behandelingen nodig zijn voor het stellen van een diagnose. De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de mate van zekerheid die voorgestelde behandelingen kunnen geven. Uit art. 10 Wkkgz blijkt dat de zorgaanbieder de patiënt ook moet informeren over de wetenschappelijk bewezen werkzaamheid (is deze ‘evidence based’), maar ook wat de wachttijd is van het onderzoek of de behandeling. De patiënt dient ook geïnformeerd te worden over andere mogelijke methoden van onderzoek of behandeling, ook indien deze alternatieven door een andere zorgaanbieder worden aangeboden. Ook de alternatieven die niet conventioneel zijn of algemeen maatschappelijk aanvaard horen hierbij. Indien een alternatief onvoldoende door de wetenschap is bewezen, hoeft die zorgaanbieder de patiënt hierover niet te informeren. Hetzelfde is van toepassing indien een alternatief niet passend is voor de patiënt. Indien een patiënt een experimentele behandeling kan volgen, moet hij hierover geïnformeerd worden. Alternatieve genezers dienen hun patiënten te informeren over de beperkingen en over het alternatieve karakter van hun behandelingen.

Informeren over de risico’s

De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de te verwachten gevolgen en risico’s voor zijn gezondheid. Uit de rechtspraak volgt dat de hulpverlener de patiënt in dat kader moet informeren over de normale, voorzienbare risico’s van de voorgestelde behandeling. Hierbij gaat het over de voorzienbare risico’s aan de hand van de stand van de wetenschap op dat moment. Het geldt ook voor de risico’s van geneesmiddelen en zaken als implantaten. Niet over ieder risico heeft de zorgaanbieder een informatieplicht. Er zijn geen regels over wat wel en niet gedeeld moet worden, dit blijft een afweging naar aanleiding van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Uit de rechtspraak volgt dat het gaat om de grootte van de kans op verwezenlijking van het risico. Een zeer kleine kans op verwezenlijking hoeft niet gedeeld te worden. Indien een patiënt over ieder klein risico geïnformeerd zou worden, zou dit tot (onterechte) angst kunnen leiden, waardoor de patiënt niet meer in staat is een weloverwogen keuze te maken. Bij de afweging van de reikwijdte van de informatieplicht voor risico’s geldt ook de afweging van de verstrekkende gevolgen die een voorgestelde behandeling kan hebben, ook wel de ernst van het nadeel. Indien een hulpverlener bijvoorbeeld weet dat zijn patiënt nog een kinderwens heeft en door de voorgestelde behandeling een risico bestaat dat die niet meer vervuld kan worden, dient hij de patiënt hierover wel te informeren, ook al is de kans op realisatie van het risico niet heel groot. Indien geen medische noodzaak bestaat voor een behandeling, moet de zorgaanbieder meer informatie geven over de te verwachten risico’s.

Informatie over de ziekte

De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de ziekte zelf, de (mogelijke) oorzaak, de eventuele besmettelijkheid, het te verwachten ziekteverloop en het proces van genezing in relatie tot de mogelijke methoden van onderzoek of behandelingen. De patiënt zal eveneens moeten worden geïnformeerd over medicijngebruik en eventuele bijwerkingen, leefregels, of een bepaald dieet.

Eigen verantwoordelijkheid patiënt

Ondanks dat de informatieplicht dus verstrekkend is voor de zorgaanbieder, heeft de patiënt ook eigen verantwoordelijkheden. Zo mag van een patiënt worden verwacht dat hij weet bij welke zorgverzekeraar hij is verzekerd en welke verzekeringspolis hij heeft. De patiënt moet zelf onderzoek doen of de behandeling (geheel of gedeeltelijk) door de zorgaanbieder wordt vergoed. De zorgaanbieder dient de patiënt hierbij wel tegemoet te komen.

Uitzonderingsgevallen

Op de bovenstaande regels zijn nog drie uitzonderingen van toepassing. In de eerste plaats kan de patiënt aangeven dat hij de informatie niet wil krijgen. Iedere patiënt heeft het recht op niet-weten. Een zorgaanbieder zal dit moeten respecteren. De patiënt kan overigens te allen tijde op het verzoek om niet te worden geïnformeerd terugkomen. Op de tweede plaats is er de therapeutische exceptie. Indien de informatie wordt gegeven kan ernstig nadeel ontstaan voor de patiënt. De toelichting op de wet noemt het voorbeeld van de patiënt die met zelfdoding heeft gedreigd. De zorgaanbieder moet de afweging maken of het nadeel zodanig ernstig is dat het hoger staat dan het belang van informeren. Het dilemma waarvoor de zorgaanbieder kan komen te staan als hij ernstig nadeel voor de patiënt vreest, zal hij vaak kunnen oplossen door de informatie gefaseerd en gedoseerd te verschaffen. Indien de patiënt wel belang heeft bij de informatie, bijvoorbeeld bij bepaalde leefregels, maar het nadeel bestaat nog, dient de zorgaanbieder de informatie met een derde te delen. Hierbij valt te denken aan een partner of verzorgende huisgenoot. Dit is een uitzondering op het beroepsgeheim. De therapeutische exceptie is een tijdelijke uitzondering op de informatieplicht. Wanneer er geen vrees meer is voor ernstig nadeel, moet de informatie alsnog gegeven worden. De derde uitzondering betreft het geval dat de zorgaanbieder zijn geheimhoudingsplicht doorbreekt indien hij informatie met de patiënt deelt. Dit staat los van de schadelijke gevolgen die dit voor de patiënt kan hebben. Hierbij valt te denken aan informatie die de hulpverlener uit een behandelingsovereenkomst met een familielid van de patiënt heeft opgedaan. Hiervoor zal eerst toestemming gevraagd moeten worden bij de betrokkene.

Conclusie

Beslissend voor de informatieplicht is welke informatie 'een redelijk mens' nodig heeft om zijn toestemming voor de behandeling te geven. Er zal altijd een afweging gemaakt moeten worden aan de hand van de feiten en omstandigheden of de patiënt wel of niet op de hoogte gebracht moet worden. De zorgaanbieder heeft slechts enkele uitzonderingen op de informatieplicht, zoals hierboven uiteengezet. Bent u een zorgaanbieder en heeft u vragen over de informatieplicht? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem gerust contact op met de specialisten van BG.zorg. Jody Esveldt 1 [post_title] => Hoe ver strekt de informatieplicht van de hulpverlener? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoe-ver-strekt-de-informatieplicht-van-de-hulpverlener [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-13 12:17:14 [post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:17:14 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34572 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 28557 [post_author] => 65 [post_date] => 2023-01-26 16:50:51 [post_date_gmt] => 2023-01-26 15:50:51 [post_content] => Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Dan hebben wij goed nieuws voor u! Het EUIPO heeft een nieuwe kortingsregeling aangekondigd voor het jaar 2023, waarmee ondernemingen korting krijgen op hun merk- en modelregistraties.

Wat houdt de regeling in?

Europese MKB-bedrijven hebben de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen, waarmee ze korting krijgen op de taxe. De korting geldt voor zowel nationale, Europese of internationale merkaanvragen. De kortingen zijn als volgt:
  • op de totale taxe voor Europese en nationale merk- en modelregistraties.
  •  op de basistaxe voor internationale merk- en modelregistraties.
Het maximumbedrag dat u kunt ontvangen, is het totaalbedrag van EUR 1.000, =.

Wanneer kan de kortingsregeling aangevraagd worden?

Het EUIPO heeft in totaal een budget vrijgemaakt, waarbij geldt: wie het eerst komt, het eerst maalt. De aanvraagperiode loopt van 23 januari 2023 tot en met 8 december 2023.

Hoe kan ik de kortingsregeling aanvragen?

De kortingsregeling kan aangevraagd worden via het EUIPO. Bij deze aanvraag is het nodig om een aantal documenten te uploaden en informatie door te geven, met het indienen van de aanvraag en het registeren van uw merk of model. Meer informatie over de vereiste documenten kunt u hier vinden.

Vragen?

Heeft u interesse in een merk- of modelregistratie? Of heeft u vragen over de kortingsregeling? Neem vrijblijvend contact op. Mustafa Kahya nieuw [post_title] => Kortingsactie merk- en modelregistratie 2023 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kortingsactie-merk-en-modelregistratie-2023 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-26 17:03:03 [post_modified_gmt] => 2023-01-26 16:03:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=28557 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 34601 [post_author] => 16 [post_date] => 2023-01-26 14:28:58 [post_date_gmt] => 2023-01-26 13:28:58 [post_content] =>

Toegangsverbod zorginstelling

De familie van een patiënt kan soms voor veel ongeregeldheid zorgen binnen een zorginstelling. In dit artikel bespraken we al het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en stonden we ook stil bij de familie van de patiënt. Maar kan je als zorginstelling een familielid ook de toegang ontzeggen? Indien er geen minder vergaande maatregelen zijn om de orde te handhaven binnen de zorginstelling is het toegangsverbod een juridisch houdbaar instrument. Het opleggen van een toegangsverbod is het laatste middel. Het kan worden ingezet als alle andere mogelijkheden al geprobeerd zijn. Hiervoor moeten dus aan enkele voorwaarden worden voldaan.
  • Allereerst moet er een ernstige verstoring van de orde zijn, veroorzaakt door het familielid. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer medewerkers bedreigd worden en zich niet langer veilig voelen op de werkvloer.
  • Het toegangsverbod kan niet uit de lucht komen vallen. In de huisregels van de zorginstelling moet staan welk gedrag niet wordt geaccepteerd, welke consequenties hieraan worden verbonden en wie daarover beslist. Het familielid weet of behoort te weten welke huisregels in de zorginstelling gelden, bijvoorbeeld omdat huisregels zichtbaar in de zorginstelling hangen.
  • Tevens moet het familielid eerst gewaarschuwd worden. Het is aan te bevelen deze waarschuwing ook schriftelijk vast te leggen. Vermeld hierin ook om welke gedragingen het precies gaat.
Fact toegangsverbod

Voor hoelang mag een toegangsverbod worden opgelegd?

Uit jurisprudentie volgt dat een toegangsverbod slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor onbepaalde tijd kan worden opgelegd. Dit is afhankelijk van de feiten en de omstandigheden, bijv. of de patiënt zelf de zorginstelling kan en mag verlaten om het familielid te zien. In beginsel is het toegangsverbod dus enkel tijdelijk op te leggen.

Belangenafweging

Voor de zorginstelling is het dus een belangenafweging. Als eigenaar of huurder heeft zij het recht om de toegang tot het gebouw te ontzeggen, echter mag de patiënt er niet onredelijk de dupe van worden. Het kan echter voorkomen dat de orde dusdanig verstoord wordt door een familielid dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van medewerkers en andere patiënten. De zorginstelling mag echter geen misbruik maken van deze bevoegdheid. In een arrest van de rechtbank Den Haag was de vraag of een verzorgingstehuis misbruik van deze bevoegdheid had gemaakt.[1] Het verzorgingstehuis had de broer van een bewoner de toegang ontzegt nadat de situatie was geëscaleerd. De patiënt zat op een afdeling voor een kwetsbare doelgroep en de broer zorgde al geruime tijd tot wanorde bij de medewerkers en bewoners. Het stond de broer nog wel vrij om in een openbare ruimte de patiënt te bezoeken en de patiënt mee naar buiten te nemen, zoals hij in het verleden ook al deed. Volgens de rechter was dit een goede manier om te bezien of het vertrouwen op termijn hersteld zou kunnen worden en werd hierdoor het recht op familieleven niet onredelijk geschonden. Het toegangsverbod bleef in stand.

Conclusie

Een toegangsverbod kan dus tijdelijk worden opgelegd aan een familielid die de orde verstoord. Dit is echter wel het laatste middel en dient terughoudend toegepast te worden.  Aan de andere kant moet de kwaliteit van de zorg altijd voorop staan. Onder voorwaarden kan dus een toegangsverbod worden opgelegd. Het is wel aan te  bevelen om te kijken hoe het recht op familieleven van de patiënt hierin zo min mogelijk geschaad wordt. Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over een toegangsverbod? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op, Edith de Koning-Witte en Jody Esveldt. BG.zorg [1] ECLI:NL:RBDHA:2019:9411 Edith de Koning               [post_title] => Mag een toegangsverbod worden opgelegd en voor hoelang? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-een-toegangsverbod-worden-opgelegd-en-voor-hoelang [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-26 15:32:35 [post_modified_gmt] => 2023-01-26 14:32:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34601 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 34593 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-01-25 15:34:54 [post_date_gmt] => 2023-01-25 14:34:54 [post_content] => Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te nemen.

Waarom een integraal zorgakkoord?

Welnu het mag algemeen bekend zijn dat de zorg onder druk staat. Zowel waar het gaat om de toegankelijkheid, de kwaliteit als de betaalbaarheid. In een poging om de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden wordt onder meer afgesproken dat partijen intensiever met elkaar moeten samenwerken, dat de eerstelijnszorg versterkt moet worden en dat er meer wordt ingezet op preventie. Met het IZA wordt in de kern getracht de al maar stijgende zorgkosten de komende vier jaar in de hand te houden.

Wat staat in het Integraal Zorgakkoord?

Heel veel, het is 117 pagina’s lang. Maar centraal in het IZA staat het begrip ‘passende zorg’. Door de zorg anders in te richten hoopt men dat de zorg efficiënter en dus goedkoper wordt. Focus ligt hierbij op de curatieve zorg, maar waar relevant worden ook de langdurige zorg, publieke gezondheid en het sociale domein betrokken. De tweedelijnszorg (medisch -specialistische zorg en ggz) zal minder moeten groeien en de eerstelijnszorg van huisartsenzorg, wijkverpleging, multidisciplinaire zorg en eerstelijnsverblijf/geriatrische revalidatiezorg zal meer mogen groeien. In dat kader zullen om maar enkele voorbeelden eruit te lichten, behandelingen waarvan het effect wordt gezien als ‘onbewezen’ niet langer door verzekeraars worden vergoed. Ziekenhuizen zullen meer moeten specialiseren: complexe behandelingen zullen op minder plekken worden uitgevoerd. Passende zorg betekent ook vaker hybride zorg, een mix van digitaal en fysiek aangeboden zorg. Vermeldenswaardig is dat op het punt van contractering de wijze van organisatie ongewijzigd blijft. Het grootste deel van de zorg binnen de Zorgverzekeringswet wordt concurrentieel ingekocht en individueel gecontracteerd. Dat blijft dus zo. Wel wil men het contractproces gaan verbeteren en de prikkels tot contractering vergroten. Concreet zullen zorgverzekeraars nog meer dan ze nu al doen, scherper gaan letten op de inkoop van passende zorg.  Waar dit toe leidt is ongewis maar het hoeft geen betoog dat er hierdoor in potentie over de inkoop van zorg ook meer juridische conflicten kunnen ontstaan. Zie hier voor een lezenswaardige samenvatting van het Integraal Zorgakkoord. Rik Wevers 2       [post_title] => Integraal Zorgakkoord: beweging naar passende zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => integraal-zorgakkoord-beweging-naar-passende-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-25 15:34:54 [post_modified_gmt] => 2023-01-25 14:34:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34593 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 34565 [post_author] => 46 [post_date] => 2023-01-24 14:40:06 [post_date_gmt] => 2023-01-24 13:40:06 [post_content] => Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de werknemer voor lange tijd onbereikbaar. Voor werkgever ontstaat hierdoor een onwerkbare situatie. Wat kan je als werkgever doen als je een werknemer niet kan bereiken en hij/zij niet op werk verschijnt? Moet het loon worden betaald? Is er een mogelijkheid tot ontslag? Marlies Hol legt uit.

Werknemer is onbereikbaar en komt niet opdagen op werk

Als een medewerker niet op werk verschijnt, dient werkgever te proberen contact op te nemen met de medewerker. De werkgever kan contact opnemen door te bellen, via whatsapp/sms en/of per e-mail. Werkgever kan ook naar het huis van de medewerker gaan. Als deze pogingen niet leiden tot resultaat, dan kan de werkgever een aangetekende brief versturen. Ik raad aan deze brief als officiële waarschuwing te bestempelen. In die brief, alsook in het andere contact, kan worden verzocht contact op te nemen of op werk te verschijnen. Voor de volledigheid kan deze waarschuwing ook per e-mail en zelfs via whatsapp worden verstuurd.

Stopzetten loon onbereikbare werknemer

Als het niet verrichten van arbeid voor rekening van werknemer komt, dan heeft een werknemer geen recht op loon. Het zonder geldige reden of (tijdige) afmelding niet verschijnen op werk, komt voor rekening van werknemer. Over de niet-gewerkte uren is de werkgever dan geen loon verschuldigd. Het is belangrijk de werknemer hier schriftelijk op te wijzen. Ik raad aan dit op te nemen in de officiële brief naar de werknemer.

Loon opschorten of stopzetten

Het stopzetten van loon kan op twee manieren: opschorten van het loon en stopzetten van het loon. Beide sancties zijn bedoeld als een prikkel aan de werknemer om zijn werkzaamheden weer te verrichten. Bij een loonopschorting heeft de werknemer alsnog recht op zijn/haar loon als hij/zij zijn werkzaamheden hervat. Bij opschorten krijgt een werknemer het loon dan met terugwerkende kracht alsnog. Bij het stopzetten van het loon is de werknemer zijn/haar loon echt kwijt. Als de werkzaamheden op enig moment worden hervat, bestaat er vanaf dat moment weer een loonaanspraak. Het loon over de periode daarvoor wordt niet met terugwerkende kracht betaald. Ik adviseer eerst een loonopschorting toe te passen voor bijvoorbeeld één week. Bij die loonopschorting kan de werknemer worden opgeroepen contact op te nemen en op werk te verschijnen. Komt de werknemer niet? Dan kan de loonopschorting worden omgezet in een loonstop. Let op, maak al deze stappen schriftelijk kenbaar aan de werknemer. Zelfs als de werknemer niet reageert, bouw je hiermee zorgvuldig een dossier op.

Ontslag van onbereikbare werknemer

Als de werknemer onbereikbaar blijft, dan kan hij/zij worden ontslagen. Dat kan via een ontslag op staande voet of een ontbindingsprocedure bij de rechtbank. Een ontslag op staande voet is sneller, efficiënter en minder kostbaar dan een ontbindingsprocedure, maar heeft ook een risico. Als té snel tot het ontslag wordt overgegaan of de werknemer achteraf goede redenen voor zijn/haar afwezigheid heeft, kan het ontslag als onrechtmatig worden gezien. Op 11 januari 2023 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat een arbeidsovereenkomst met een werknemer werd ontbonden. De werknemer in kwestie was meer dan drie maanden niet meer op werk verschenen en bleek onbereikbaar voor werkgever. Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van werknemer. De werkgever is daardoor geen transitievergoeding verschuldigd. De werknemer is ook niet op zitting verschenen. Er zijn verschillende uitspraken bekend waarin een ontslag op staande voet van een onbereikbare werknemer werd vernietigd. Die uitspraken zien veelal op onbereikbaarheid van de werknemer wegens ziekte of tijdens re-integratie. Werkgevers dienen in een situatie van ziekte of re-integratie meer terughoudend met ontslag om te gaan.

Bekijk hier de video over één van de onderwerpen in het arbeidsrecht, namelijk het ontslag op staande voet:

Stappenplan niet verschenen werknemer

Bij een onbereikbare werknemer kan werkgever het hiernavolgende stappenplan doorlopen.
  1. Probeer contact op te nemen. Dat kan door te bellen, per e-mail, sms, WhatsApp e.d. Je kan ook naar het huis van een medewerker gaan, maar dat hoeft niet.
  2. Als de werknemer niet reageert, kan een officiële waarschuwing worden verstuurd. In die waarschuwing kan worden aangegeven dat het loon wordt opgeschort. Aan die loonopschorting kan een termijn worden verbonden om contact op te nemen en het werk te hervatten. Daarna wordt het loon stopgezet.
  3. Als de werknemer onbereikbaar blijft, kan ontslag op staande voet worden gegeven of een ontbindingsprocedure worden gestart.
Neem altijd eerst contact op met een advocaat of jurist. Marlies Hol is advocaat arbeidsrecht bij BG.legal en kan u helpen in het correct opstellen van de brieven die nodig zijn voor bovenstaand stappenplan. Marlies Hol 1 [post_title] => Kan een onbereikbare werknemer worden ontslagen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kan-een-onbereikbare-werknemer-worden-ontslagen-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:09:25 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34565 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 34562 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-01-24 08:31:38 [post_date_gmt] => 2023-01-24 07:31:38 [post_content] =>

Medische informatie

Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk zijn. Hulpverleners zijn wettelijk verplicht (door de WGBO) om een medisch dossier bij te houden over de behandeling en/of begeleiding van een patiënt. Een zorgvuldig bijgehouden dossier is van belang voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg voor de patiënt, maar ook voor kwaliteitstoetsing. In dit artikel zal worden ingegaan op de vraag wanneer het medische dossier gedeeld mag worden met een derde.

Eigendom van het medisch dossier

De zorginstelling, zorgpraktijk of de individuele arts is verantwoordelijk voor het beheer van het medisch dossier. Hierdoor hebben ze bepaalde zeggenschap over het medisch dossier. De patiënt is geen eigenaar van het medisch dossier, hij kan dus niet zijn medisch dossier opeisen. Ook niet nadat de behandelingsovereenkomst is beëindigd. De patiënt heeft wel bepaalde rechten zoals het recht op inzage, het recht op een afschrift en het recht op vernietiging van het medisch dossier.

Overdragen van het medisch dossier

Als de behandeling van de patiënt wordt overgedragen aan een nieuwe hulpverlener, dient het medisch dossier ook overgedragen te worden om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen. Uit de norm van het goed hulpverlenerschap vloeit voort, dat de hulpverlener de patiënt hierover informeert en expliciet, mondeling of schriftelijk, toestemming vraagt om (de inhoud van) het medisch dossier aan de nieuwe hulpverlener ter beschikking te stellen. Deze toestemming legt hij ook vast in het medisch dossier.

Delen van medisch dossier met vertegenwoordigers

De hulpverlener is verplicht de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag zijn belast van een minderjarig kind tot 12 jaar in beginsel alle informatie over de behandeling van het kind te verstrekken. Zij hebben ook recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind. Bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar mag de hulpverlener alleen de informatie delen aan de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag is (zijn) belast, voor zover die informatie relevant is voor het geven van toestemming voor een behandeling van het kind. Voor de overige informatie heeft de hulpverlener de toestemming van het kind nodig. Indien het kind 16 of 17 is, mag geen medische informatie gegeven worden, tenzij toestemming is gegeven door het kind. Vanaf 16 jaar mag het kind namelijk zonder tussenkomst van de gezaghebbende ouder of voogd een rechtsgeldige behandelingsovereenkomst aangaan. De ouder(s) of voogd(en) die het gezag hebben over een wilsonbekwame minderjarige (tot 18 jaar) hebben recht op alle informatie, inclusief het recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind. De hulpverlener mag een vertegenwoordiger van een wilsonbekwame meerderjarige relevante medische informatie uit het medisch dossier van de wilsonbekwame meerderjarige verstrekken. Om zijn taak als vertegenwoordiger goed uit te voeren, heeft hij recht op inzage in en afschrift van het medisch dossier. Het heeft echter alleen betrekking op de informatie die nodig is voor de taakvervulling.

Delen van medisch dossier na overlijden patiënt

De geheimhoudingsplicht van de hulpverlener loopt door na het overlijden van de patiënt en kan slechts in enkele situaties worden doorbroken, namelijk:
  • Als de patiënt bij leven hier toestemming voor heeft gegeven;
  • Als de nabestaanden een mededeling van een incident hebben ontvangen; of
  • Er is sprake van een zwaarwegend belang.
Indien er sprake is van een incident en de patiënt is overleden moet de zorgaanbieder aan de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger van de patiënt melden wat de aard en de toedracht van het incident is geweest. Tevens moet van de aard en toedracht een aantekening in het dossier worden gemaakt, alsmede het tijdstip en de namen van betrokkenen bij het incident. Indien de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger dat verlangen, dient de hulpverlener hen inzage in of een afschrift van het medisch dossier te geven, maar enkel voor het deel dat betrekking heeft op het incident. Wanneer de nabestaande(n) of voormalig vertegenwoordiger vermoedt dat een medische fout heeft plaatsgevonden, maar geen mededeling van een incident heeft gekregen, kan hij om inzage vragen met een beroep op een zwaarwegend belang. De aanvrager van het dossier moet hiervoor aannemelijk maken dat er sprake is van een zwaarwegend belang, dat hij het medisch dossier nodig heeft voor het behartigen van zijn zwaarwegende belang en dat het beroepsgeheim hieraan in de weg staat. Indien de hulpverlener van mening is dat er geen medische fout is geweest, kan hij het dossier voorleggen aan een onafhankelijke arts. De onafhankelijke arts zal dan beoordelen of het verstrekken van het medisch dossier gerechtvaardigd is.

Delen van het medisch dossier in het kader van letselschade

Hulpverleners ontvangen regelmatig verzoeken om medische gegevens te verstrekken voor letselschadeclaims. Ook de verzekeraar kan de hulpverlener verzoeken om medische informatie te verstrekken die nodig is voor de afwikkeling van een claim. Indien het verzoek komt van de advocaat van de patiënt geldt in beginsel dat hij recht heeft op inzage in en een afschrift van het medisch dossier. Hij mag dit ook zelf opvragen bij de hulpverlener zonder aparte toestemming van de patiënt. Daar verschilt de positie van de advocaat van andere belangenbehartigers die wel toestemming van de patiënt nodig hebben. Het is soms onvermijdelijk dat de advocaat of medisch adviseur inzage krijgt in het volledige medisch dossier van de patiënt over een bepaalde periode. Dit is omdat eerdere klachten relevant kunnen zijn voor het vaststellen van de mate waarin de huidige klachten aan het ongeval zijn verbonden (het causale verband). Het staat een hulpverlener vrij om de belangenbehartiger of medisch adviseur te vragen om zijn verzoek toe te lichten, om te voorkomen dat niet relevante feiten een rol gaan spelen. Indien de hulpverlener twijfels heeft over de verstrekking is het raadzaam om afstemming te zoeken met de patiënt. Verzoeken om medische informatie door een  particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeraar, een ongevallenverzekeraar of een andere private verzekeraar moeten ingediend worden door de medisch adviseur van die verzekeraar.

Conclusie

Bij de verstrekking van (de gegevens uit) het medisch dossier is het goed om altijd te kijken naar de toestemming van de patiënt (of wat hij voor het overlijden heeft vastgelegd). Bij weigering kan het medisch dossier alleen nog worden gedeeld bij incidenten of een zwaarwegend belang. Bij het delen van het medisch dossier moet de hulpverlener zich er wel van vergewissen dat er geen informatie van een ander in staat vermeld. Indien dit wel het geval is, moet de hulpverlener het verzoek tot het medische dossier weigeren. Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) delen van het medisch dossier? Of heeft u meer in het algemeen een zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op!   Jody Esveldt 1 [post_title] => Mag een hulpverlener medische info verstrekken aan derden? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-een-hulpverlener-medische-info-verstrekken-aan-derden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-13 12:18:46 [post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:18:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34562 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 34691 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-02-03 09:12:59 [post_date_gmt] => 2023-02-03 08:12:59 [post_content] => Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te zetten. Wellicht denkt men bij een merk in eerste instantie aan het registreren van een logo of naam. Het merkenrecht biedt echter een breed scala aan verschillende type merken die geregistreerd kunnen worden. In deze blog besteed ik daarom aandacht aan de mogelijkheid om een geluidsfragment als merk te registreren.

De komst van het klankmerk

Lange tijd gold de eis dat een teken ‘voor grafische voorstelling vatbaar’ moest zijn om als merk te kunnen fungeren. Dit vormde een belemmering aangezien een geluid in principe alleen met het gehoor waargenomen kon worden. Het een en ander veranderde in 2003 met de komst van Shieldmark-arrest. In dit arrest stelt het Europese Hof van Justitie dat voldaan is aan het vereiste van de grafische voorstelling, wanneer het teken een notenbalk of bladmuziek betreft die deze klank weergeeft. Om die reden konden de eerste negen tonen van het beroemde Für Elise als merk geregistreerd worden. Dit soort merken worden in het merkenrecht ook wel een klankmerk genoemd. Per 1 oktober 2017 is het vereiste voor de grafische voorstelling komen te vervallen. Hierdoor kan een klankmerk zowel worden weergegeven met behulp van een notenbalk/bladmuziek of een digitaal geluidsband in het merkenregister. Fact geluidsfragment

Enkele voorbeelden

Nu enkel een WAV- of  MP3-bestandje voldoende is om een klankmerk weer te geven, hebben verschillende ondernemingen een aanvraag voor een klankmerk ingediend. Van deze groep zijn verschillende merkaanvragen goedgekeurd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO). Een van de meest bekende voorbeelden van een klankmerk is misschien wel leeuwenbrul van MGM. Naast deze brul is ook de kreet van Tarzan succesvol als klankmerk geregistreerd. Een laatste voorbeeld van Nederlandse bodem is het herkenbare deuntje van Coolblue.

Onmogelijkheden

Betekent dit dat alle geluiden zomaar als klankmerk geregistreerd kunnen worden? Het antwoord daarop is nee. Ook een klankmerk moet net als andere type merken onderscheidend vermogen bezitten. Zo is de merkregistratie van de Deutsche Bank van het welbekende contactloze pintransactie afgewezen. Volgens het EUIPO is deze ba-bing toon namelijk uitsluitend een simpele, functionele toon ter bevestiging dat een betaling geslaagd is. Daarmee is dit geluid niet onderscheidend genoeg ten opzichte van andere eenvoudige tonen. Ook blikjesproducent Ardagh Metal Beverage heeft tevergeefs geprobeerd een klankmerk te registreren. Het betrof hier een audiobestand met daarin het geluid van het openen van een blikje, gevolgd door stilte en gebruis van het drankje. Zowel het EUIPO als het Gerecht van de EU waren van oordeel dat dit geluid niet als klankmerk kan dienen. Dit geluid is immers onlosmakelijk verbonden met het gebruik van een blikje, waardoor het geluid enkel een functionele en technische functie heeft. Het geluid zal voor een consument niet verwijzen naar de onderneming waar het drankje van afkomstig is. Wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen is ook dit geluidsfragment afgewezen als klankmerk. Heeft u vragen over het klankmerk of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op één van onze specialisten! Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Een geluidsfragment als merk registreren: kan dat? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-geluidsfragment-als-merk-registreren-kan-dat [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-02-03 09:12:59 [post_modified_gmt] => 2023-02-03 08:12:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34691 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1413 [max_num_pages] => 142 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 37f6ff33ca5e49060cc309b274dd4579 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te...
Lees meer
Het schrijven van een scriptie is voor veel studenten een grote opgave, en voor menig werkende een onprettige herinnering aan de studietijd. Maar stel je voor: een systeem dat binnen...
Lees meer
In het zogenaamde Didam-arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) is bepaald dat bij de verkoop van een onroerende zaak door een overheidslichaam (denk aan bijvoorbeeld een...
Lees meer
Op medewerkers van de meeste ziekenhuizen is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. Voor medisch specialisten geldt een speciale regeling ten opzichte van andere medewerkers. Bij medisch specialisten is de Arbeidsvoorwaardenregeling...
Lees meer
De informatieplicht De keuzevrijheid van de patiënt heeft een hoge prioriteit binnen ons zorgstelsel. De patiënt moet in staat worden gesteld om een keuze te maken over welke zorg hij...
Lees meer
Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Dan hebben wij goed nieuws voor u! Het EUIPO heeft een nieuwe kortingsregeling aangekondigd voor het jaar 2023, waarmee...
Lees meer
Toegangsverbod zorginstelling De familie van een patiënt kan soms voor veel ongeregeldheid zorgen binnen een zorginstelling. In dit artikel bespraken we al het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en stonden...
Lees meer
Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te...
Lees meer
Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de...
Lees meer
Medische informatie Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening...
Lees meer