WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 52
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 52
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1438
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 510, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 30598
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-17 08:52:59
[post_date_gmt] => 2022-06-17 06:52:59
[post_content] => Het Ministerie van VWS heeft onderzoek laten doen naar het effect van het voorstel van de AI Act (AI verordening) op medische apparaten. Dit onderzoek is begin dit jaar afgerond en geeft een kritische analyse van de knelpunten. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Hierbij kijken we alleen naar software en niet naar systemen die monsters analyseren.
De Medical Devices Regulation
De EU heeft al regels voor medische apparaten, de Medical Devices Regulation (MDR). Een AI-systeem valt onder de MDR als het systeem geclassificeerd kan worden als:
- een medical device in de zin van Art. 2(1) van de MDR;
- een onderdeel van een medical device; of
- een product uit Annex XVI van de MDR.
Als het eenmaal duidelijk is dat er sprake is van een medical device, dan is de tweede vraag in welke risicoklasse het systeem dan terechtkomt. De klassen zijn I, IIa, IIb en III en hoe hoger, hoe meer eisen er aan een device worden gesteld. Daarvoor bevat Annex VIII van de MDR een aantal regels.
Regel 11 van Annex VIII van de MDR
Software die gebruikt wordt om beslissingen te nemen over
diagnoses of behandelingen valt onder klasse IIa, behalve als die beslissingen:
- Tot dood of onomkeerbare verslechtering van de gezondheid kunnen leiden. Dan valt de software in klasse III; of
- Een serieuze verslechtering van de gezondheid kunnen leiden. Dan valt de software in klasse IIb.
Monitoringssoftware die fysieke processen meet valt onder klasse IIa, behalve als die processen vitaal zijn en een gebrek aan monitoring gevaarlijk is voor een patiënt. Dan valt de software in klasse IIb.
Alle andere software valt in klasse I.
Conflicten tussen de AI Act (AI verordening) en de MDR
Voor de
MDR is AI gewoon een manier om digitale systemen te maken. Als de MDR wordt gecombineerd met de AI Act (AI verordening) ontstaan er echter een aantal problemen:
Ten eerste worden alle AI-systemen die onder de MDR vallen worden op basis van Artikel 6 van de AI Act (AI verordening) als hoog-risico aangemerkt. Hierdoor moet een ontwikkelaar dus voldoen aan zowel de eisen van een hoog-risico AI-systeem als aan de eisen van de MDR. Door de brede definitie van AI uit de AI Act (AI verordening) kan dit ervoor zorgen dan systemen die nu al gebruikt worden en goed werken, opeens aan de High Risk eisen van de AI Act (AI verordening) onderworpen gaan worden.
Ten tweede zijn de definities van kerntermen zoals User niet hetzelfde in de MDR en de AI Act (AI verordening). Dit kan tot onduidelijkheid leiden bij het implementeren van de eisen van beide wetten en ook tot dubbel werk.
Tot slot zijn de eisen aan het
Quality Management System niet hetzelfde binnen de MDR en de AI Act (AI verordening). Hierdoor kan het zijn dat een systeem wat gemaakt is met de eisen van de MDR in het achterhoofd vervolgens opnieuw gemaakt moet worden voor de AI Act (AI verordening).
Conclusie van het rapport
De onderzoekers komen tot de conclusie dat er eigenlijk geen behoefte is aan
nieuwe wetgeving voor het gebruik van AI in de gezondheidszorg in Nederland. De extra eisen kunnen ervoor zorgen dat AI voor de gezondheidszorg onaantrekkelijk wordt. De eisen kunnen er zelfs voor een beperkingen van de autonomie van patiënten en de discretie van de hulpverleners zorgen.
Daarnaast concluderen de onderzoekers dat het huidige voorstel van de AI Act (AI verordening) vooral tot meer juridische eisen en compliance last leidt. Alle medical device software met AI moet dan behandeld worden als een hoog-risico AI-toepassing.
Conclusie
De eisen van de MDR en de AI Act (AI verordening) sluiten niet soepel op elkaar aan. Het lijkt er op dat alle systemen met AI erin die onder de MDR vallen ook als hoog-risico AI systemen moeten worden geclassificeerd. Daarom is het van belang om nu al vooruit te kijken bij het ontwerpen van software die onder de MDR valt. Door nu al de eisen van de AI Act (AI verordening) mee te nemen bij het ontwikkelen van software kan dit in de toekomst tot makkelijke naleving leiden als de AI Act (AI verordening) in werking treedt.
Met vragen over de
Medical Devices Regulation en het voorstel van de AI Act (AI verordening) kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.

[post_title] => De AI Act (AI verordening) en medische apparaten: een moeilijke relatie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-ai-act-en-medische-apparaten-een-moeilijke-relatie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-03 10:59:30
[post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:59:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30598
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 30681
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-16 14:58:14
[post_date_gmt] => 2022-06-16 12:58:14
[post_content] => Vaak worden de termen ‘merken’ en ‘handelsnamen’ door elkaar gebruikt. Soms zie je ook de term ‘handelsmerk’ voorbij komen. Het lijkt dus één pot nat, maar dat is het niet.
Merken en handelsnamen zijn niet hetzelfde. Er is een verschil tussen een merk en een handelsnaam.
Wat is een handelsnaam?
Een handelsnaam is een naam die je gebruikt voor jouw
onderneming of
bedrijfsactiviteiten van jouw onderneming.
Je handelsnaam is beschermd zodra je deze gebruikt,
tenzij:
Om je handelsnaam te kunnen beschermen is het
gebruik daarvan essentieel. Gebruik je de handelsnaam niet? Dan is je
handelsnaam niet beschermd.
Bewijslevering van het (eerdere) gebruik van een handelsnaam is de praktijk vaak lastig. Daarom adviseren wij vaak om je handelsnaam
als merk in te schrijven.
Meer weten over het
handelsnaamrecht? Kijk onderstaande
video:
https://www.youtube.com/watch?v=uH_mIpqfJ8M
Wat is een merk?
Een merk is een naam (of logo, kleur of zelfs geluid) die je kunt gebruiken voor de
diensten én producten die jouw onderneming aanbiedt.
Om je merk te kunnen beschermen
moet je het merk registeren. Dit kan bijvoorbeeld bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (
BOIP) of bij het Bureau voor Intellectuele eigendom van de Europese Unie (
EUIPO).
Een merk moet je binnen 5 jaar na de inschrijving gebruiken. Doe je dit niet? Dan kan de merkregistratie komen te vervallen.
De merkbescherming duurt 10 jaar en kan met steeds 10 jaar worden verlengd.
Overzicht verschillen handelsnamen en merken
In onderstaand overzicht vind je de verschillende kenmerken van handelsnamen en merken.
Vragen?
Wil je een bedrijf oprichten en/of een product op de markt brengen? Maar weet je niet of je de naam die je bedacht hebt kunt gebruiken of beschermen? Wij adviseren je graag!
Ook als iemand anders jouw bedrijfsnaam of productnaam kopieert, helpen wij je graag.
Meer weten? Neem vrijblijvend contact op.
Misschien is ook ons abonnement
BG.legal Marketinghulplijn of het product
Merkregistratie interessant.
[post_title] => Wat is het verschil tussen een merk en een handelsnaam?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wat-is-het-verschil-tussen-een-merk-en-een-handelsnaam
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:03:44
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:03:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30681
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 30677
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-15 14:58:07
[post_date_gmt] => 2022-06-15 12:58:07
[post_content] => Voordat je een bedrijfsnaam kiest, is het verstandig te
controleren of de bedrijfsnaam nog
beschikbaar is. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat je inbreuk maakt op andermans
handelsnaam of
merk.
Is het voldoende om het register van de Kamer van Koophandel te checken?
Wil je controleren of jouw bedrijfsnaam al wordt gebruikt door een ander? Dan is het vaak
onvoldoende om alleen het register van de Kamer van Koophandel te controleren.
Een handelsnaamrecht ontstaat door het gebruik daarvan. Bezette handelsnamen staan dus niet altijd bij de Kamer van Koophandel geregistreerd. Ook kan de naam als
merk geregistreerd zijn in een merkenregister. De naam krijgt dan
merkbescherming. Voor uitleg over het
verschil tussen handelsnamen en merken verwijzen wij naar
deze blog.
Geen goed
handelsnaam- of merkonderzoek gedaan? Dan maakt jouw onderneming mogelijk handelsnaaminbreuk of merkinbreuk.
Vragen?
Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt mag gebruiken?
Wij adviseren je graag!
Ook als iemand anders jouw bedrijfsnaam of productnaam
kopieert, helpen wij je graag. Meer weten? Neem vrijblijvend
contact op.
Mogelijk zijn ook de producten
Merkregistratie en
Merkonderzoek interessant.
[post_title] => Is mijn gekozen bedrijfsnaam beschikbaar?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => is-mijn-gekozen-bedrijfsnaam-beschikbaar
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:05:04
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:05:04
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30677
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 30675
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-13 15:12:07
[post_date_gmt] => 2022-06-13 13:12:07
[post_content] => Je hoeft je
bedrijfsnaam niet vast te leggen om deze te kunnen beschermen. Sterker nog, het is
onvoldoende om jouw bedrijfsnaam enkel als handelsnaam bij de Kamer van Koophandel te registreren. Je moet de bedrijfsnaam namelijk
daadwerkelijk gebruiken.
Gebruik je de bedrijfsnaam niet? Dan is je bedrijfsnaam niet beschermd, tenzij je deze registreert als
merk.
Gebruik je de naam wel? Dan wordt jouw bedrijfsnaam meestal beschermd door het
handelsnaamrecht.
Meer weten over de bescherming van je bedrijfsnaam? Bekijk onderstaande
video.
https://www.youtube.com/watch?v=uH_mIpqfJ8M
Vragen?
Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt kunt gebruiken of beschermen?
Wij adviseren je graag!
Ook als iemand anders jouw bedrijfsnaam of productnaam
kopieert, helpen wij je graag.
Meer weten? Neem vrijblijvend
contact op.
Misschien is ook ons abonnement
BG.legal Marketinghulplijn interessant.
[post_title] => Moet ik mijn bedrijfsnaam vastleggen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => moet-ik-mijn-bedrijfsnaam-vastleggen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:05:47
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:05:47
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30675
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 30577
[post_author] => 26
[post_date] => 2022-06-13 11:20:31
[post_date_gmt] => 2022-06-13 09:20:31
[post_content] => Je hebt een webshop en je wilt graag
klanten aantrekken. Je kunt dan
Google Shopping advertenties gebruiken. Google Shopping toont jouw producten,
vergelijkt deze met producten van andere aanbieders en verwijst potentiële kopers door naar jouw webshop. Door sommige partijen wordt hier slim gebruik van gemaakt door
lagere prijzen te tonen via Google Shopping. Koop je het product direct via de website van de aanbieder, dan betaal je meer. Mag dit?
123inkt vs. Prindo
Een van deze slimme partijen is Prindo. Prindo biedt namelijk cartridges aan via Google Shopping voor ongeveer
€ 25 minder dan wanneer je direct haar website bezoekt. Kort gezegd, kom je via Google Shopping bij Prindo? Dan betaal je € 25 minder dan wanneer je direct naar de website van Prindo gaat.
Zo is Prindo in de
vergelijking van Google Shopping altijd de goedkoopste en
aantrekkelijkste aanbieder. Concurrent 123inkt daar niet blij mee en start een procedure. Volgens 123inkt maakt Prindo zich schuldig aan
misleidende reclame en
ongeoorloofde vergelijkende reclame.
Misleidende reclame
Van misleidende reclame is sprake als
onjuiste informatie wordt gegeven of
essentiële informatie niet wordt gegeven. Door (het ontbrekend van) die informatie kan de klant namelijk een aankoopbeslissing nemen die hij met de juiste informatie niet had genomen.
Volgens de rechtbank heeft Prindo echter
geen onjuiste informatie gegeven. De klant betaalt namelijk daadwerkelijk de via Google Shopping vermelde prijs.
Ook is er geen sprake van het ontbreken van essentiële informatie. Een aanbieder die aan prijsdifferentiatie doet, hoeft niet bij het duurdere product te vermelden dat het product ergens anders goedkoper wordt aangeboden.
Ongeoorloofde vergelijkende reclame
Reclame waarin producten van concurrenten worden vergeleken (vergelijkende reclame) is alleen toegestaan als aan de voorwaarden in artikel
6:194a lid 2 BW is voldaan. Bijvoorbeeld:
- Je moet producten objectief vergelijken (zoals de prijs);
- Je mag niet je niet kleinerend uitlaten over het product van de ander.
In dit geval is volgens de rechtbank Amsterdam aan alle voorwaarden uit artikel 6:194a lid 2 BW voldaan. Er is dus
geen sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame.
Vragen?
Heb je vragen over misleidende reclame of vergelijkende reclame? Of wil je door ons laten beoordelen of jouw reclame juridisch toegestaan is? Neem vrijblijvend contact op met
Jos van der Wijst.
Mogelijk zijn ook onze abonnementen
BG.legal Marketing Noodlijn en/of
BG.legal Brainstormsessies interessant.
[post_title] => Afwijkende prijzen in Google Shopping: is dat misleidende reclame?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => afwijkende-prijzen-in-google-shopping-is-dat-misleidende-reclame
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-03 14:11:00
[post_modified_gmt] => 2024-06-03 12:11:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30577
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 30566
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-10 13:57:04
[post_date_gmt] => 2022-06-10 11:57:04
[post_content] => Uit
onderzoek van de Italiaanse
privacy-toezichthouder (de GPDP) bleek dat het bezorgingsplatform Foodinho slordig omging met de persoonsgegevens van haar medewerkers. Daarom leek het ons interessant om te bekijken welke problemen de toezichthouder heeft gesignaleerd.
De AVG voor werkgevers
Iedere werkgever verwerkt
persoonsgegevens van haar werknemers. Dus ook platformen als Uber en Deliveroo. Voor bedrijven binnen de EU betekent dit dat ze zich aan de
Europese gegevensbeschermingswetgeving, waaronder de
AVG, moeten houden.
Concreet betekent dit dat een werkgever aan werknemers moet vertellen:
- Welke persoonsgegevens er worden verwerkt.
- Waarom die gegevens verwerkt worden.
- Waar die gegevens vandaan komen.
Ook moet een werkgever zorgen dat ze zorgvuldig met de persoonsgegevens van haar werknemers omgaat.
Samenwerking van Italiaanse en Spaanse toezichthouders
De hoogste rechter van Italië bepaalde dat
platformwerkers zoals maaltijdbezorgers dezelfde rechten hebben als werknemers. Hierop begon de GPDP een onderzoek naar de verwerking van de persoonsgegevens bij maaltijdbezorgingsplatforms. Dit leidde tot een boete van meer dan 2.5 miljoen euro voor Foodinho en haar moederbedrijf. Voor de toezichthouders was vooral het gebruik van algoritmes die het werk van de werknemers controleren van belang.
Bevindingen uit het onderzoek
Uit het onderzoek van de
GPDP kwamen verschillende bevindingen naar boven:
Ten eerste werden medewerkers
niet voldoende geïnformeerd over hoe het platform werkt.
Ten tweede waren er
niet genoeg maatregelen genomen om te zorgen dat de resultaten van de algoritmes die medewerkers beoordeelden van hoge kwaliteit waren. Hierdoor werden discriminerende reviews van klanten wel meegenomen bij het beoordelen van medewerkers.
Ten derde
voldeed Foodinho niet aan de eisen van artikel 22 van de AVG, het verbod op geautomatiseerde besluitvorming. Alleen onder strikte voorwaarden mag een geautomatiseerd systeem beslissingen nemen die juridische of andere ingrijpende gevolgen op individuen hebben. Je heb als betrokkene het recht om:
- Een mens naar de beslissing te laten kijken.
- Uitleg krijgen over een uitkomst van het systeem.
- Bezwaar te maken tegen het gebruik van een geautomatiseerd beslissingssysteem.
Tot slot schoot Foodinho volgens de toezichthouders tekort in het
naleven van algemene eisen van de AVG:
- Er ontbrak documentatie bij het geautomatiseerde beslissingssysteem.
- Er waren te weinig maatregelen om de verwerking van persoonsgegevens te beveiligen.
- Er was geen functionaris gegevensbescherming aangesteld.
Besluit van de GPDP
Op basis van dit onderzoek heeft de GPDP
een boete van 2.6 miljoen euro opgelegd aan Foodinho. Daarnaast Foodinho moet alle overtredingen corrigeren, specifiek:
- Discriminerende reviews niet meer meegenomen worden bij de beoordelingen van werknemers.
- De persoonsgegevens die worden gebruikt bij de beoordeling moeten gecontroleerd worden op nauwkeurigheid en relevantie.
- Actie ondernemen om het risico op een discriminerend effect in het beoordelingssysteem te beperken.
Conclusie
Bedrijven als Foodinho, Deliveroo en Gorillaz proberen zo snel mogelijk te groeien om zo een
groot marktaandeel te behalen. Daarnaast willen zij zo veel mogelijk medewerkers aannemen om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar bezorgdiensten. Deze explosieve groei kan ertoe leiden dat persoonsgegevens van medewerkers niet goed worden beschermd. Dat was bij Foodinho ook het geval en die hebben hiervoor een fikse boete gekregen.
Bij een nieuwer
businessmodel zoals maaltijdbezorgingplatforms is er meestal meer interesse van toezichthouders. Daarom is het juist voor deze nieuwe bedrijven is het van belang om zaken zoals de bescherming van persoonsgegevens op orde te hebben.
Heeft u vragen over uw eigen
dataverwerking? Of over uw
verplichtingen als werkgever? Neem dan contact op met:
Meer artikelen over de overlap tussen Arbeidsrecht en Tech:

[post_title] => Boete voor Italiaanse Deliveroo vanwege slechte gegevensbescherming
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => boete-voor-italiaanse-deliveroo-vanwege-slechte-gegevensbescherming
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 15:00:42
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:00:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30566
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 30539
[post_author] => 26
[post_date] => 2022-06-09 08:58:18
[post_date_gmt] => 2022-06-09 06:58:18
[post_content] => Minister Hugo de Jonge, de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), wil met een serie plannen
de woningmarkt duurzamer maken. Met hoge ambities ziet hij volop draagvlak voor het groener maken van miljoenen huizen. De maatregelen beogen
verduurzaming voor iedereen betaalbaar te houden, hoge energierekeningen te voorkomen en ons minder afhankelijk te maken van aardgas. Een nieuwe stap in de
energietransitie.
Energielabel
Eén van deze maatregelen is dat vanaf 2030
slecht geïsoleerde huizen niet meer mogen worden
verhuurd. Met deze maatregel wil het kabinet verhuurders dwingen te investeren in verduurzaming.
Deze regelgeving geldt niet alleen voor
woningcorporaties maar ook voor particuliere verhuurders. Hierdoor worden ook zij gedwongen iets te doen aan tochtige woningen.
Particuliere huurwoningen hebben, in vergelijking met koopwoningen en huurhuizen van woningcorporaties, nog relatief veel
hoge energielabels E, F en G. Met name de woningen met die energielabels moeten door de nieuwe regelgeving worden verduurzaamd.
Ondanks dat de plannen gereed zijn, is het nog niet duidelijk hoe die wettelijke regels eruit komen te zien vanaf 2030. De
sancties voor slecht geïsoleerde woningen die toch worden verhuurd, zijn daarom nog onbekend. Voor
kantoorgebouwen zijn de regels omtrent verduurzaming ook aangescherpt en wat betreft die regels zijn de sancties wel bekend [voor meer informatie over de
label C verplichting voor kantoorgebouwen wordt verwezen naar een eerder geschreven
blog]. Als een kantoorgebouw - groter dan 100m² - vanaf 1 januari 2023 energielabel D of lager heeft, riskeert de eigenaar ervan een boete en mag het pand niet meer als kantoor gebruikt worden.
Volgens de minister kan de sanctie voor slecht geïsoleerde woningen ook bestaan uit een boete of het automatisch verkrijgen van
huurverlaging voor huurders. Er zijn nu nog zo’n
1,5 miljoen huurwoningen in Nederland die niet voldoen aan de eisen.
Renteloze rekening
Naast het wegwerken van lage energielabels, wil het kabinet het makkelijker maken om een lening af te sluiten door dit jaar
renteloze verduurzamingsleningen beschikbaar te stellen aan huizenbezitters met een lager inkomen. Vanaf oktober kunnen mensen met een
lager inkomen geld lenen bij het
Nationaal Warmtefonds tegen 0 procent rente. Met deze lening kan het makkelijker worden om zonnepanelen te installeren of huizen beter te isoleren zodat hoge stroomrekeningen kunnen worden voorkomen.
Hybride warmtepomp de norm
Onlangs werd al bekend dat het kabinet wil dat de hybride
waterpomp vanaf 2026 de standaard voor het verwarmen van woningen wordt. Huishoudens die hun cv-ketel vervangen, moeten vanaf 2026 kiezen voor een
hybride warmtepomp of een nog duurzamere oplossing. Ook met deze regel wil het kabinet afdwingen dat sneller wordt verduurzaamd in de vorm van minder of geen aardgas meer te gebruiken. In 2050 moeten vrijwel alle huizen van het aardgas zijn afgesloten.
Conclusie
Bovengenoemde maatregelen zijn onderdelen van een serie plannen van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De minister acht de urgentie van verduurzaming groot en volgens hem moet het
tempo omhoog. Dit leidt ertoe dat naast woningcorporaties en particulieren nu ook
verhuurders energiebesparende maatregelen moeten nemen om tijdig te kunnen voldoen aan de nieuwe regelgeving.
[post_title] => Wettelijke eisen voor verduurzaming huurwoningen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wettelijke-eisen-voor-verduurzaming-huurwoningen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-09-01 09:31:09
[post_modified_gmt] => 2022-09-01 07:31:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30539
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 30532
[post_author] => 17
[post_date] => 2022-06-08 14:27:24
[post_date_gmt] => 2022-06-08 12:27:24
[post_content] => Bedrijven gaan er vermoedelijk steeds meer mee te maken krijgen: de
vordering op een schuldenaar wordt betrokken in een WHOA-akkoord. Dat hoeft de schuldeiser niet lijdzaam af te wachten. De schuldeiser kan bezwaar maken tegen de rechterlijke homologatie (goedkeuring) van het akkoord. Door homologatie krijgt de schuldeiser immers het akkoord in de maag gesplitst, of hij nu vóór of tegen dat akkoord is.
Griffierecht
Rechtbanken brengen kosten in rekening aan procederende partijen.
Dat heet griffierecht. Als een bedrijf minder dan € 100.000,- te vorderen heeft van een schuldenaar, dan rekent de rechtbank een griffierecht van € 2.837,- om te mogen protesteren tegen de homologatie. Dat geldt dus ook voor een vordering van bijvoorbeeld slechts € 4.000,-.
Tegen de hoogte van het griffierecht is al verschillende keren bezwaar gemaakt door schuldeisers, maar dat is tevergeefs gebleken. Rechtbanken erkennen wel dat deze kostenpost niet in verhouding staat, maar kunnen slechts de wet toepassen bij de vaststelling ervan.
Trucje?
Op 3 juni jl. werd een
uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Midden-Nederland, waarin (de advocaat van) de schuldeiser een trucje had bedacht voor dit
probleem. Zij stelde dat haar cliënt Eneco geen griffierecht is verschuldigd omdat Eneco niet een
verzoek tot afwijzing van het verzoek tot homologatie, maar een
zienswijze heeft ingediend. En voor het indienen van een zienswijze is volgens haar geen griffierecht verschuldigd, omdat het dan niet gaat om een verzoeker of verweerder zoals omschreven in artikel 3 van de Wgbz (Wet Griffierechten Burgerlijke Zaken).
De rechtbank gaat echter niet mee met dit taalkundige argument. Gezien de inhoud en strekking van het ingediende document moet het worden gekwalificeerd als een verzoek aan de rechtbank. En daarvoor is griffierecht verschuldigd. De conclusie van de rechtbank luidt dat terecht en correct griffierecht in rekening is gebracht. Als dit argument zou opgaan, zou de rechtbank uiteraard alleen nog maar ‘
zienswijzes’ ontvangen.
Griffierecht heeft (onder andere) als doel om de rechterlijke macht niet te overspoelen met nutteloze verzoeken. Echter, de keerzijde van (hoog) griffierecht is dat schuldeisers zich in een WHOA-procedure niet laten horen, omdat zij een simpele kosten-baten afweging maken. Behandelend rechters zullen zo belangrijke informatie mislopen bij de beoordeling van een akkoord. In een poging om te balanceren tussen deze twee gevolgen, had het griffierecht bij homologatietrajecten mijns inziens lager moeten worden vastgesteld. Een eventuele wijziging zal echter van de hand van de wetgever en niet van de rechter moeten komen.
Wanneer u een akkoord van uw schuldenaar wenst tegen te houden, geldt dus het volgende gezegde:
principes kosten geld.
Heeft u vragen? Neem contact op met de sectie
Insolventierecht.

[post_title] => WHOA: principes kosten geld (en griffierecht)
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => whoa-principes-kosten-geld-en-griffierecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-06-08 14:27:24
[post_modified_gmt] => 2022-06-08 12:27:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30532
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 30495
[post_author] => 26
[post_date] => 2022-06-07 12:21:55
[post_date_gmt] => 2022-06-07 10:21:55
[post_content] => Over de zogenaamde tenzij-bepaling van art. 7:755 BW is begin dit jaar een belangrijk
advies aan de Hoge Raad verschenen. Art. 7:755 BW bepaalt dat een aannemer tijdig dient te waarschuwen voor de financiële consequenties van door de opdrachtgever gewenst meerwerk, tenzij de opdrachtgever de noodzaak van de financiële consequenties uit zichzelf had moeten begrijpen. Indien sprake is van deze
tenzij-clausule hoeft de aannemer niet te
waarschuwen.
In het verleden is - zowel in de rechtspraak als bij de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen - verschillend geoordeeld over de vraag wanneer een opdrachtgever de noodzaak van een prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Enerzijds wordt ervan uit gegaan dat voldoende is dat de opdrachtgever uit zichzelf had moeten begrijpen dat het meerwerk tot een prijsverhoging zal leiden, zonder dat duidelijk hoeft te zijn wat de omvang is van de prijsverhoging. Anderzijds wordt gesteld dat pas aan de uitzondering is voldaan indien de opdrachtgever een reëel inzicht heeft gehad in de omvang van de prijsverhoging.
Over een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 december 2020 heeft de procureur-generaal aan de Hoge Raad een uitgebreide conclusie geschreven. Dit is een
advies aan de Hoge Raad dat vaak wordt opgevolgd door de Hoge Raad. Het arrest van de Hoge Raad wordt later dit jaar verwacht.
Casus
Kort samengevat gaat het arrest over door een aannemer uitgevoerde
aanvullende werkzaamheden met betrekking tot stalen balken, zogeheten raatliggers. Partijen zijn voor het produceren van de basis een prijs overeengekomen van € 9.000,-. Opdrachtgever vraagt aannemer om de raatliggers compleet af te werken. De aannemer verricht hiervoor aanvullende werkzaamheden en brengt hiervoor een bedrag van € 35.177,16 in rekening. De opdrachtgever weigert deze
meerkosten te betalen.
Oordeel gerechtshof
Het gerechtshof oordeelt dat de opdrachtgever de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Uit de mededelingen van de opdrachtgever aan de aannemer blijkt dat hij begrijpt dat de prijs van € 9.000,- voor het compleet afwerken van de raatliggers niet kan. De opdrachtgever heeft immers expliciet verzocht om een
complete afwerking van de raatliggers. Het gerechtshof veroordeelt de opdrachtgever om het volledige bedrag voor het meerwerk te betalen. Tegen dit oordeel gaat de opdrachtgever in cassatie bij de Hoge Raad.
Conclusie procureur-generaal
De procureur-generaal schrijft dat het arrest van het gerechtshof niet in stand kan blijven. Het niet waarschuwen voor een prijsverhoging als gevolg van meerwerk kan volgens de procureur-generaal alleen zonder gevolgen blijven indien de opdrachtgever de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen én hij
reëel inzicht heeft gehad in de omvang van de
prijsverhoging.
Dit houdt in dat de opdrachtgever door de aannemer in de gelegenheid moet worden gesteld te beslissen of hij het meerwerk ondanks de prijsverhoging toch door aannemer wil laten uitvoeren. Daarvoor kunnen
verschillende omstandigheden van belang zijn zoals (1) de deskundigheid van opdrachtgever, (2) de informatie die de aannemer heeft verstrekt over de prijsverhoging vanwege de aanvullende werkzaamheden, (3) de omvang van de prijsverhoging en (4) de aard van het meerwerk gelet op het aanvankelijk overeengekomen werk
Advies
Indien de Hoge Raad de conclusie van de procureur-generaal overneemt, kan dit betekenen dat uitzonderingen op de
waarschuwingsplicht minder snel zullen worden aangenomen. Het valt voor aannemers aan te bevelen om altijd te wijzen op de
kostenconsequenties van meerwerk vóórdat tot uitvoering daarvan wordt overgegaan. Een aannemer loopt het risico niet betaald te krijgen voor geleverd meerwerk indien hij dit nalaat.
[post_title] => Aanscherping waarschuwingsplicht meerwerk
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => aanscherping-waarschuwingsplicht-meerwerk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-09-01 09:30:58
[post_modified_gmt] => 2022-09-01 07:30:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30495
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 30490
[post_author] => 67
[post_date] => 2022-06-07 09:32:13
[post_date_gmt] => 2022-06-07 07:32:13
[post_content] => Het is een jaarlijks terugkerend thema: het vaststellen, opmaken en openbaar maken (deponeren) van de jaarrekening. Wat veel bestuurders of ondernemers vergeten is dat aan het niet of niet-tijdig
deponeren van de jaarrekening verstrekkende gevolgen kunnen kleven. Niet alleen voor de bestuurder in privé in geval van
faillissement, maar ook voor de rechtspersoon. In deze blog sta ik kort stil bij de gevolgen voor de rechtspersoon.
Deponeringsverplichting
Op grond van artikel 2:394 BW zijn rechtspersonen verplicht hun jaarrekening openbaar te maken. De jaarrekening moet uiterlijk binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar bij de Kamer van Koophandel zijn neergelegd (gedeponeerd).
Economisch delict
Schending van de
deponeringsverplichting is een economisch delict op grond van de Wet op de economische delicten (‘
WED’). Opsporingsambtenaren van de Belastingdienst/Bureau Economische Handhaving zijn belast met de opsporing van dit strafbare feit. Genoemde opsporingsambtenaren zijn bevoegd om hiervoor een proces-verbaal op de maken. Dat proces-verbaal wordt door de opsporingsambtenaar naar het Openbaar Ministerie toegezonden. De Officier van Justitie bij het Functioneel Parket kan vervolgens besluiten om een strafbeschikking aan de rechtspersoon op te leggen of de zaak aanhangig te maken bij de rechter.
Tot voor kort werd door opsporingsambtenaren weinig aandacht besteed aan de opsporing van dit
strafbare feit. Mijns inziens terecht, omdat het (in de meeste gevallen) nog maar de vraag is of en in hoeverre stakeholders van een onderneming worden benadeeld door het niet of te laat deponeren van de jaarrekening. Bovendien kunnen zij zelf actie ondernemen.
Geldboete en strafblad
Hoe dit ook zij, aan de rechtspersoon kan een
geldboete van de vierde categorie worden opgelegd. Deze boete bedraagt maximaal € 22.500. Een overtreding van de WED wordt bovendien genoteerd op de justitiële documentatie (het strafblad) van de rechtspersoon. Deze notitie kan gevolgen hebben voor het aanvragen van integriteitsverklaringen (bijv. bij de aanvraag van subsidies of vergunningen). Kortom: overtreding van de deponeringsplicht kan voor sommige bedrijven verstrekkende gevolgen hebben. Laat u daarom op tijd bijstaan door een specialist als u wordt geconfronteerd met een aanzegging van proces-verbaal wegens een vermeende overtreding van de deponeringsplicht.
Afleggen verklaring
Indien uw onderneming proces-verbaal wordt aangezegd voor het niet of te laat deponeren van jaarrekeningen, dan heeft u de mogelijkheid om te reageren. Daartoe bent u niet verplicht. Het is echter wel raadzaam om een verklaring af te leggen. Zo kunt u proberen te voorkomen dat (1) een
strafbeschikking wordt opgelegd of (2) het
OM tot vervolging overgaat.
Wilt u zich verweren tegen een vermeende overtreding van de deponeringsplicht, neem dan contact op met één van onze
specialisten.

[post_title] => Schending van deponeringsplicht is economisch delict
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => schending-van-deponeringsplicht-is-economisch-delict
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-11-21 16:51:42
[post_modified_gmt] => 2022-11-21 15:51:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30490
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 30598
[post_author] => 6
[post_date] => 2022-06-17 08:52:59
[post_date_gmt] => 2022-06-17 06:52:59
[post_content] => Het Ministerie van VWS heeft onderzoek laten doen naar het effect van het voorstel van de
AI Act (AI verordening) op medische apparaten. Dit onderzoek is begin dit jaar
afgerond en geeft een kritische analyse van de knelpunten. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Hierbij kijken we alleen naar
software en niet naar systemen die monsters analyseren.
De Medical Devices Regulation
De EU heeft al regels voor
medische apparaten, de Medical Devices Regulation (MDR). Een AI-systeem valt onder de MDR als het systeem geclassificeerd kan worden als:
- een medical device in de zin van Art. 2(1) van de MDR;
- een onderdeel van een medical device; of
- een product uit Annex XVI van de MDR.
Als het eenmaal duidelijk is dat er sprake is van een medical device, dan is de tweede vraag in welke risicoklasse het systeem dan terechtkomt. De klassen zijn I, IIa, IIb en III en hoe hoger, hoe meer eisen er aan een device worden gesteld. Daarvoor bevat Annex VIII van de MDR een aantal regels.
Regel 11 van Annex VIII van de MDR
Software die gebruikt wordt om beslissingen te nemen over
diagnoses of behandelingen valt onder klasse IIa, behalve als die beslissingen:
- Tot dood of onomkeerbare verslechtering van de gezondheid kunnen leiden. Dan valt de software in klasse III; of
- Een serieuze verslechtering van de gezondheid kunnen leiden. Dan valt de software in klasse IIb.
Monitoringssoftware die fysieke processen meet valt onder klasse IIa, behalve als die processen vitaal zijn en een gebrek aan monitoring gevaarlijk is voor een patiënt. Dan valt de software in klasse IIb.
Alle andere software valt in klasse I.
Conflicten tussen de AI Act (AI verordening) en de MDR
Voor de
MDR is AI gewoon een manier om digitale systemen te maken. Als de MDR wordt gecombineerd met de AI Act (AI verordening) ontstaan er echter een aantal problemen:
Ten eerste worden alle AI-systemen die onder de MDR vallen worden op basis van Artikel 6 van de AI Act (AI verordening) als hoog-risico aangemerkt. Hierdoor moet een ontwikkelaar dus voldoen aan zowel de eisen van een hoog-risico AI-systeem als aan de eisen van de MDR. Door de brede definitie van AI uit de AI Act (AI verordening) kan dit ervoor zorgen dan systemen die nu al gebruikt worden en goed werken, opeens aan de High Risk eisen van de AI Act (AI verordening) onderworpen gaan worden.
Ten tweede zijn de definities van kerntermen zoals User niet hetzelfde in de MDR en de AI Act (AI verordening). Dit kan tot onduidelijkheid leiden bij het implementeren van de eisen van beide wetten en ook tot dubbel werk.
Tot slot zijn de eisen aan het
Quality Management System niet hetzelfde binnen de MDR en de AI Act (AI verordening). Hierdoor kan het zijn dat een systeem wat gemaakt is met de eisen van de MDR in het achterhoofd vervolgens opnieuw gemaakt moet worden voor de AI Act (AI verordening).
Conclusie van het rapport
De onderzoekers komen tot de conclusie dat er eigenlijk geen behoefte is aan
nieuwe wetgeving voor het gebruik van AI in de gezondheidszorg in Nederland. De extra eisen kunnen ervoor zorgen dat AI voor de gezondheidszorg onaantrekkelijk wordt. De eisen kunnen er zelfs voor een beperkingen van de autonomie van patiënten en de discretie van de hulpverleners zorgen.
Daarnaast concluderen de onderzoekers dat het huidige voorstel van de AI Act (AI verordening) vooral tot meer juridische eisen en compliance last leidt. Alle medical device software met AI moet dan behandeld worden als een hoog-risico AI-toepassing.
Conclusie
De eisen van de MDR en de AI Act (AI verordening) sluiten niet soepel op elkaar aan. Het lijkt er op dat alle systemen met AI erin die onder de MDR vallen ook als hoog-risico AI systemen moeten worden geclassificeerd. Daarom is het van belang om nu al vooruit te kijken bij het ontwerpen van software die onder de MDR valt. Door nu al de eisen van de AI Act (AI verordening) mee te nemen bij het ontwikkelen van software kan dit in de toekomst tot makkelijke naleving leiden als de AI Act (AI verordening) in werking treedt.
Met vragen over de
Medical Devices Regulation en het voorstel van de AI Act (AI verordening) kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst.

[post_title] => De AI Act (AI verordening) en medische apparaten: een moeilijke relatie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-ai-act-en-medische-apparaten-een-moeilijke-relatie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-03 10:59:30
[post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:59:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=30598
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1438
[max_num_pages] => 144
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => fd8f1d1401d332f4a08e878e9d9c8396
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Het Ministerie van VWS heeft onderzoek laten doen naar het effect van het voorstel van de AI Act (AI verordening) op medische apparaten. Dit onderzoek is begin dit jaar afgerond...
Lees meer
Vaak worden de termen ‘merken’ en ‘handelsnamen’ door elkaar gebruikt. Soms zie je ook de term ‘handelsmerk’ voorbij komen. Het lijkt dus één pot nat, maar dat is het niet....
Lees meer
Voordat je een bedrijfsnaam kiest, is het verstandig te controleren of de bedrijfsnaam nog beschikbaar is. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat je inbreuk maakt op...
Lees meer
Je hoeft je bedrijfsnaam niet vast te leggen om deze te kunnen beschermen. Sterker nog, het is onvoldoende om jouw bedrijfsnaam enkel als handelsnaam bij de Kamer van Koophandel te...
Lees meer
Je hebt een webshop en je wilt graag klanten aantrekken. Je kunt dan Google Shopping advertenties gebruiken. Google Shopping toont jouw producten, vergelijkt deze met producten van andere aanbieders en...
Lees meer
Uit onderzoek van de Italiaanse privacy-toezichthouder (de GPDP) bleek dat het bezorgingsplatform Foodinho slordig omging met de persoonsgegevens van haar medewerkers. Daarom leek het ons interessant om te bekijken welke...
Lees meer
Minister Hugo de Jonge, de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), wil met een serie plannen de woningmarkt duurzamer maken. Met hoge ambities ziet hij volop draagvlak voor het...
Lees meer
Bedrijven gaan er vermoedelijk steeds meer mee te maken krijgen: de vordering op een schuldenaar wordt betrokken in een WHOA-akkoord. Dat hoeft de schuldeiser niet lijdzaam af te wachten. De...
Lees meer
Over de zogenaamde tenzij-bepaling van art. 7:755 BW is begin dit jaar een belangrijk advies aan de Hoge Raad verschenen. Art. 7:755 BW bepaalt dat een aannemer tijdig dient te...
Lees meer
Het is een jaarlijks terugkerend thema: het vaststellen, opmaken en openbaar maken (deponeren) van de jaarrekening. Wat veel bestuurders of ondernemers vergeten is dat aan het niet of niet-tijdig deponeren...
Lees meer