Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 68
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 68
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1312
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 670, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 21846
                    [post_author] => 10
                    [post_date] => 2020-09-10 15:00:16
                    [post_date_gmt] => 2020-09-10 13:00:16
                    [post_content] => Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor de uitvoering van de opdrachten één of meer onderaannemers zal inschakelen. Vervolgens geeft T. aan dat vanwege corona zij onvoldoende personeel kan werven en alsnog gebruik wil gaan maken van onderaannemers. De Gemeenten in kwestie wijzen het verzoek af en ontbinden de raamovereenkomsten met betrekking tot twee percelen.

In de op de raamovereenkomsten van toepassing zijnde model VNG inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten staat dat een contractant na goedkeuring van de Gemeenten de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk mogen laten uitvoeren door derden/onderaannemers en in de Nota van Inlichtingen in het kader van de aanbestedingsprocedure is aangegeven dat inschrijvers ervan mogen uitgaan dat de Gemeenten hun goedkeuring aan een daartoe strekkend verzoek niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
aanbestedingsrecht
Kort geding
In het vervolgens door T. aangespannen kort geding moet worden beoordeeld of de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten om het verzoek van T.  om bij de uitvoering van de opdrachten onderaannemers in te schakelen af te wijzen. Uitgangspunt is dat de Gemeenten daarbij de nodige vrijheid moet worden gegund, zodat de rechter bij die beoordeling terughoudendheid toepast. De Gemeenten hebben aangegeven aan de inschakeling van onderaannemers voorwaarden te stellen maar hebben niet gesteld die voorwaarden ook met T. te hebben besproken. Daarnaast is niet gebleken dat T. aan de Gemeenten heeft medegedeeld hoeveel onderaannemers zij voor welke werkzaamheden wil inzetten, wie de onderaannemers zijn en voor welke termijn zij zullen worden ingeschakeld. Het is evident aldus de voorzieningenrechter, dat de Gemeenten daarover informatie nodig hebben alvorens afgewogen op een verzoek tot het inzetten van onderaannemers te kunnen beslissen.
Conclusie voorzieningenrechter
Op basis van deze omstandigheden concludeert de voorzieningenrechter dat de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten tot afwijzing van het verzoek van T. Het beroep van laatstgenoemde op onvoorziene omstandigheden door de coronacrisis, baat T. niet omdat in de raamovereenkomsten is vastgelegd dat indien een gebrek aan personeel in de weg staat aan de nakoming van de overeenkomsten dit voor rekening en risico komt voor T. Daarmee heeft T., nu zij heeft ingeschreven zonder de inschakeling van onderaannemers, in feite de Gemeenten gegarandeerd dat zij over voldoende eigen chauffeurs beschikt c.q. zal beschikken om de raamovereenkomsten uit te voeren. In die situatie komt T. een beroep op onvoorziene omstandigheden niet toe.
Commentaar
Het feitelijk gezien ongetwijfeld onvoorziene karakter van de coronacrisis ten spijt, leert deze zaak dat een aannemer die inschrijft zonder beroep te doen op onderaannemers zich goed moet realiseren dat daarmee in feite de aanbesteder wordt gegarandeerd de opdracht zelf te kunnen uitvoeren. Het is dus risicovol om er van uit te gaan dat een opdrachtgever een ogenschijnlijk redelijk verzoek om de uitvoering geheel of gedeeltelijk te laten uitvoeren door derden/onderaannemers wel zal -moeten- honoreren. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers [post_title] => Inschakelen onderaannemers na aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inschakelen-onderaannemers-na-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-17 15:16:17 [post_modified_gmt] => 2020-09-17 13:16:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21846 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 21764 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-09-08 13:54:13 [post_date_gmt] => 2020-09-08 11:54:13 [post_content] => De Nederlandse gemeenten zitten bepaald niet stil als het om kunstmatige intelligentie gaat. Op 1 september 2020 maakte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (‘VNG’) een nieuw e-magazine bekend, ‘AI als instrument voor gemeenten’ genaamd. In het magazine staat ook vermeld dat de VNG algemene voorwaarden voor de inkoop van kunstmatige intelligentie heeft opgesteld. Deze worden aan alle gemeenten beschikbaar gesteld.
Kunstmatige intelligentie
Gemeenten passen op steeds grotere schaal kunstmatige intelligentie toe. Zo wordt kunstmatige intelligentie ingezet voor fraude detectie of de analyse van verkeerssituaties. Voor veel ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie vormen gemeenten dan ook een aantrekkelijke klant voor bestaande producten of als opdrachtgever voor de ontwikkeling van nieuw producten. Voor deze partijen is het goed om te weten dat zij op korte termijn bij elke gemeente met dezelfde inkoopvoorwaarden geconfronteerd worden. Deze inkoopvoorwaarden zijn hier met toelichting te vinden. Wij hebben de inkoopvoorwaarden bekeken en zes belangrijke punten voor ontwikkelaars (opdrachtnemers) uitgelicht.
  1. Van de opdrachtnemers wordt verwacht dat social geconstrueerde vertekeningen, onnauwkeurigheden, fouten, vergissingen en ongewenste vooringenomenheid met betrekking tot het algoritme en de data zoveel als mogelijk wordt voorkomen;
  2. Van de opdrachtnemers wordt verwacht dat de algoritmische toepassing is ontwikkeld en functioneert op een wijze die in overeenstemming is met de wet- en regelgeving. Een grote uitdaging zal het privacyrecht zijn;
  3. De opdrachtnemer moet op eerste verzoek van de gemeente transparantie verschaffen over het algoritme. De technische transparantie kan worden verschaft door ofwel de broncode te delen ofwel een onafhankelijk (door de gemeente) in te schakelen derde toegang te geven;
  4. Data die afkomstig is van de gemeenten blijven de gemeente toebehoren en mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt;
  5. Alle nieuw gecreëerde en verzamelde data komen de gemeente toe. Deze data mogen niet gebruikt worden voor andere doeleinden;
  6. De gemeente verlangt een risicomanagementstrategie bij de ontwikkeling van het algoritme om belangrijke risico’s te kunnen identificeren en daardoor adequaat maatregelen kunnen worden getroffen om de risico’s beheersbaar te maken.
Privacy
Het is goed voor ontwikkelaars om te beseffen dat gemeenten overeenkomstig de beginselen van behoorlijk bestuur dienen te handelen. Big data kan de beperkte opsporingscapaciteit die overheden hebben verder ondersteunen. Hoe zorgen ontwikkelaars dat een algoritme bijvoorbeeld in geval van fraudeopsporing wel het gelijkheidsbeginsel dient en tegen willekeur beschermd? En hoe zorgen ontwikkelaars dat een algoritme niet discriminatie in de hand werkt (al dan niet vanwege etnisch profileren)? Dat de privacy van burgers een gevoelig onderwerp is, blijkt overigens uit het begin van dit jaar stopgezette SyRI (Systeem Risico Indicatie) systeem, waarin allerlei persoonsgegevens aan elkaar werden gekoppeld en verschillende instanties (te) gemakkelijk inzage konden krijgen in die gegevens. Een te verregaande inbreuk op de privacy van burger, aldus de Rechtbank Den Haag. Uiteraard zijn de nieuwe voorwaarden er zoveel mogelijk opgericht om dergelijke kwesties te voorkomen.
Inkoopvoorwaarden AI
Desalniettemin hoeven ontwikkelaars niet altijd met de inkoopvoorwaarden AI akkoord te gaan. In sommige gevallen zijn de mogelijkheden die de gemeenten heeft om inzicht te krijgen in de data en algoritme onnodig vergaand vastgelegd, waardoor de ontwikkelaar onnodige risico’s loopt. Denk bijvoorbeeld aan het prijsgeven van bedrijfsgeheimen of de bescherming van uw data. Het loont zeker om op deze punten af te wijken van de inkoopvoorwaarden AI. Uiteraard verdient het de voorkeur om de belangrijkste punten in de overeenkomst met de gemeente neer te leggen. In veel gevallen kan een zogeheten SaaS of DaaS overeenkomst uitkomst bieden. Wilt u in dit traject bijgestaan worden, neem dan gerust contact met ons op. mr. Michael de Marco   [post_title] => Hoe om te gaan met de inkoopvoorwaarden AI van gemeenten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoe-om-te-gaan-met-de-inkoopvoorwaarden-ai-van-gemeenten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:47:25 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:47:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21764 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 21776 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-09-08 09:00:38 [post_date_gmt] => 2020-09-08 07:00:38 [post_content] => Hoe makkelijk zou het zijn. Bij de drogist haal je een zelftest zodat je zelf thuis kunt testen of je met het coronavirus bent besmet. En na 15 minuten zie je de uitslag. Vergelijkbaar met een zwangerschapstest. Wanneer mag een zelftest worden verkocht? Wat voor eisen gelden hiervoor? Waar moet je op letten bij het maken van reclame voor een dergelijke zelftest? Mag je zomaar reclame maken voor een zelftest? Kun je optreden tegen het aanbieden van een ‘fake’ zelftest?
Medisch hulpmiddel: in-vitro diagnosticum
Een zelftest is een medisch hulpmiddel omdat het een instrument is dat bedoeld is voor de diagnose van een ziekte[1]. Het is geen geneesmiddel[2] omdat het niet bestemd is voor het genezen of voorkomen van een ziekte of pijn bij de mens. Een zelftest voor corona is juridisch dus een medisch hulpmiddel. Meer specifiek is het een medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek, omdat het een instrument is ‘dat aan de hand van menselijk lichaamsmateriaal wordt gebruikt voor uitvoeren van diagnostische tests’. Onder een zelftest wordt in het Besluit In-vitro diagnostica verstaan: ‘een in-vitro diagnosticum dat door de fabrikant is bestemd om door leken in een thuissituatie te kunnen worden gebruikt’.
CE-markering
Het Besluit medische hulpmiddelen (‘Besluit’) bepaalt, conform Europese richtlijn 93/42/EEG (‘Richtlijn’) en Verordening (EU) 2017/745, dat medische hulpmiddelen alleen mogen worden toegelaten en verhandeld in de Europese markt als zij CE-markering hebben. Voor medische hulpmiddelen zijn er twee mogelijkheden:
  • CE-teken zonder nummeraanduiding: dan heeft de fabrikant, op eigen gezag, een ‘Verklaring van Overeenstemming [3][4]’ opgesteld. Hij verklaart dan dat het hulpmiddel voldoet aan de regelgeving voor medische hulpmiddelen. Dit kan zowel onder de huidige Richtlijn als onder de Verordening.
  • CE-teken met nummeraanduiding: dan heeft een door de overheid aangewezen instantie (‘Notified body’) het product gecertificeerd. In de beoordeling wordt gekeken naar onder meer de veiligheid van het product, de gebruiksvoorwaarden en het kwaliteitsmanagementsysteem.
Het Besluit bepaalt verder dat het verboden is een medisch hulpmiddel voorhanden te hebben of af te leveren, dat niet aan de vereisten uit Bijlage 1 van de Richtlijn voldoet. De Richtlijn zou per 25 mei 2020 worden vervangen door de Verordening Medische Hulpmiddelen ((EU) 2017/745) (‘Verordening’). In verband met Corona is de inwerkingtreding uitgesteld tot 25 juni 2021. Met de nieuwe Verordening komt er ook een vernieuwde versie van Eudamed. Dit is de European Databank on Medical Devices. In deze database staat informatie over medische hulpmiddelen en fabrikanten, bijvoorbeeld over de CE-markering, klinisch onderzoek en de gebruiksaanwijzing van een product. De fabrikant dient allereerst een classificatie te geven aan het hulpmiddel. Dit op basis van bijlage VIII van de Verordening. De classificatie is van belang voor de beoordeling van het medisch hulpmiddel. Zo vallen de meeste niet-invasieve hulpmiddelen in klasse I (laag risico). Hoe hoger de klasse, hoe uitgebreider het dossier zal moeten zijn. data
Verkoop van zelftesten
Uit artikel 3 lid 1 en artikel 7 van het Besluit in-vitro diagnostica, conform Richtlijn 98/79/EG, volgt dat een in-vitro diagnosticum voorzien dient te zijn van een CE-makering. Het is verboden voor een fabrikant om een in-vitro diagnosticum voor handen te hebben indien hier niet aan wordt voldaan. De Europese Commissie heeft inmiddels enkele sneltesten voor corona goedgekeurd. Klik op deze link voor een overzicht. Om een sneltest als zelftest op de Nederlandse markt te mogen verkopen, dienen fabrikanten en leveranciers van een sneltest hier een tijdelijke ontheffing voor aan te vragen. In feite vragen zij dus een ontheffing voor hetgeen is bepaald in artikel 3 lid 1 en artikel 7 van het Besluit in-vitro diagnostica. De reden hierachter is dat er op dit moment nog géén sneltesten CE-makering hebben voor consumentengebruik. Door middel van een tijdelijke ontheffing wil de Nederlandse overheid de mogelijkheid bieden om op een veilige en verantwoorde manier sneltesten op de markt te brengen.
Voorwaarden voor ontheffing
Om in aanmerking te kunnen komen voor een ontheffing, dient er te zijn voldaan aan bepaalde voorwaarden. In dit kader verwijs ik naar het volgende document van de Rijksoverheid. Een aantal van deze voorwaarden zijn:
  • De sneltest heeft al een CE-makering voor professioneel gebruik als sneltest en dit kan ook aangetoond worden.
Het is dus van belang dat de sneltest al een CE-markering heeft voor professioneel gebruik, om deze vervolgens ook als zelftesten te mogen verkopen aan consumenten.
  • De conformiteitsbeoordelingsprocedure tot het verkrijgen van een CE-certificaat voor het gebruik van de sneltest als zelftest is al in gang gezet via een Notified Body.
Hierboven noemde ik kort de twee manieren waarop een CE-markering kan worden verkregen. Om een ontheffing te verkrijgen, is het dus van belang om de CE-makering via een Notified Body te laten verlopen.
  • De sneltest voldoet aan de vereisten voor zelftesten zoals genoemd in het besluit IVD’s en beschikbare normen op het gebied van zelftesten.
Hierop geldt de uitzondering van het door het Notified Body afgegeven certificaat voor gebruik als zelftest. De verleende ontheffingen gelden in eerste instantie tot en met 31 december 2021.
Reclame maken
Wanneer u de ontheffing heeft gekregen en de zelftesten kan verkopen aan de consument, dan wilt u hier uiteraard reclame voor kunnen maken. Aan het maken van reclame voor medische hulpmiddelen zijn echter wel veel regels gebonden. Voor meer informatie hierover verwijs ik naar deze blog.
Conclusie
Het is nu mogelijk om een corona sneltest als zelftest op de markt te brengen. Waar eerst gold dat de conformiteitsbeoordelingsprocedure tot het verkrijgen van een CE-certificaat voor het gebruik van een sneltest als zelftest afgerond diende te zijn, wordt er door de overheid voor dit aspect onder bepaalde voorwaarden een ontheffing verleend. Het is met de komst van deze ontheffing, dus mogelijk geworden om een sneltest te kunnen verkopen als zelftest. Heeft u hier vragen over? Neem vrijblijvend contact op met Jos van der Wijst via wijst@bg.legal. [1] Artikel 1 sub a Wet op de medische hulpmiddelen. [2] Artikel 1 sub b 1°Geneesmiddelenwet [3] Artikel 11 richtlijn 93/42/EEG [4] Artikel 19 Verordening (EU) 2017/745 Jos van der Wijst   [post_title] => Mag ik een zelftest voor corona verkopen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-ik-een-zelftest-voor-corona-verkopen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-03-31 11:00:43 [post_modified_gmt] => 2021-03-31 09:00:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21776 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 21755 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-09-04 10:15:43 [post_date_gmt] => 2020-09-04 08:15:43 [post_content] => De kenmerkende stijlen van Coco Chanel, Piet Mondriaan of Queen: voor velen bekend en een perfecte inspiratiebron. Kan dat zomaar? En rust er auteursrecht op ontwerpen, meubels en muziek geïnspireerd door een bepaalde stijl?
Wat is de hoofdregel?
Op stijl en trends rust geen auteursrechtelijke bescherming. De gedachte hierachter is dat auteursrechtelijke bescherming van een stijl of trend een ontoelaatbare beperking van de creatieve vrijheid met zich zou meebrengen. Ontwerpers, kunstenaars of muzikanten zouden zich anders niet meer kunnen laten inspireren door een bepaalde stijl. Betekent dit dan dat een kledingstuk, songtrack of meubelstuk die behoort tot een bepaalde stijl of trend, automatisch geen auteursrechtelijke bescherming geniet? Nee, gelukkig niet.
Uitzondering
Zoals zo vaak in het recht, geldt er ook in dit geval dus een uitzondering. Wanneer er binnen de desbetreffende stijl of trend voldoende ruimte bestaat voor het maken van eigen creatieve keuzes, en de maker heeft ook dergelijke keuzes gemaakt, dan kan er auteursrechtelijke bescherming ontstaan. Met andere woorden: wanneer een stijl of trend niet klakkeloos is overgenomen, de maker zich slechts heeft laten inspireren en ook eigen keuzes heeft gemaakt, kan er auteursrechtelijke bescherming ontstaan. Er is dus een onderscheid tussen het vormgeven binnen de grenzen van een bepaalde stijl of de stijl als zodanig. De stijl of trend an sich kan niet beschermd worden, maar de vormgeving daarbinnen wel. Modetrends Nieuwe trends in de modewereld komen en gaan. Fashiondesigners laten zich dan ook vaak inspireren door de stijlen en trends op de catwalk. Een goed voorbeeld is de zaak tussen Dr. Martens en Topshop. Deze laatste zou auteursrechtinbreuk plegen op de welbekende Dr. Martens laarzen. Topshop stelde echter dat laarzen met een dikke zool al jarenlang een bestaand trend of stijl zijn en daardoor dus ook niet in aanmerking kunnen komen voor auteursrechtelijke bescherming. De rechtbank moest dus onderzoeken of bij de vormgeving van de Dr. Martens laars op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de bestaande mode. En het antwoord was ja: de zool van de Dr. Martens laars was veel dikker dan de zolen die gangbaar waren in de mode tot nu toe en de hoekige lijnen maken dat de stijl niet klakkeloos is overgenomen.
Meubels
In interieurdesign zijn ook veel verschillende trends en stijlen te onderscheiden. Stoelen, banken en kasten kunnen relatief snel met het auteursrecht zijn beschermd, maar is dit ook het geval wanneer zij tot een bepaalde stijl of trend behoren? Deze vraag kwam aan de orde in de zaak van Piet Hein Eek. Een oud-werknemer had een door Eek ontworpen tafel nagemaakt, alleen de vorm was anders. Waar het origineel een rechthoekige vorm heeft en is gemaakt van materiaal dat lijkt op tegels, heeft de inbreukmakende tafel een rondere vorm. Hoewel de ronde vorm niet terug te vinden was in het origineel, achtte de rechtbank wel overduidelijk dat het blad van de tafel en de bewerking daarvan waren geënt op de stijl van Piet Hein Eek.
Muziekstijl
Ook in de muziek onderscheiden we veel verschillende stijlen, zoals punk, pop en rock. In de praktijk is gebleken dat er vaak gebruik wordt gemaakt van bepaalde fragmenten uit muziekstukken. Zo ook in de zaak tussen De Jong en DJ Tiësto, waarin De Jong stelde dat DJ Tiësto een deel van zijn nummer had gebruikt en daardoor inbreuk maakte op zijn auteursrecht. De rechtbank oordeelde echter dat er geen auteursrecht rustte op zijn nummer genaamd “Swiwal”, omdat dit nummer blijkbaar een grote overeenkomst vertoonde met een ouder nummer van de artiest Händel. De toevoegingen van De Jong, bestaande uit drumbeats en een synthesizer, waren onvoldoende: deze toevoegingen werden kenmerkend geacht voor de muziekstijl Dance. Dus onvoldoende creatieve keuzes en dus geen auteursrecht.
Conclusie
Uitgangspunt is dat er op een stijl of een trend geen auteursrecht kan rusten. Toch zien we uitzonderingen, met name wanneer er binnen een bepaalde stijl of trend creatieve keuzes zijn gemaakt door de maker. Het blijft dus onduidelijk en verschilt per geval. Heeft u hier vragen over? Wij helpen u graag verder. U kunt vrijblijvend contact met ons op. [post_title] => Stijl of trend: auteursrechtelijke bescherming? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => stijl-of-trend-auteursrechtelijke-bescherming [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 11:00:00 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 10:00:00 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21755 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 21748 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-09-04 09:43:08 [post_date_gmt] => 2020-09-04 07:43:08 [post_content] => Waar ligt de grens tussen inspiratie en na-apen? In de modewereld komt het vaak voor dat designs worden overgenomen en de grenzen worden overschreden. De vraag is dan ook hoe ver je kan gaan in het ontwerpproces. Dit is en blijft een grijs gebied. Deze blog laat zien wat de grenzen zijn en geeft handvatten voor de praktijk.
Hema vs. Lacoste
Een spraakmakende zaak speelde zich af tussen de Hema en het luxe modemerk Lacoste. In 2018 ontwierp Hema kinderondergoed, met daarop een of meerdere krokodillen afgebeeld. Lacoste, die bekend staat om haar krokodillenlogo, stond hier uiteraard  niet om te springen. De rechtbank oordeelde dat de dieren op de kleding van Hema slechts dienden als versiering en daardoor dus geen inbreuk maakte op het merkenrecht van Lacoste. Het Hof stelde echter dat er sprake is van verwarringsgevaar en dat er dus wél sprake is van merkenrecht inbreuk. De krokodillen stemmen in hoge mate overeen in visueel en begripsmatig opzicht. In beide gevallen gaat het om een gestileerde krokodil, die vanuit hetzelfde zijaanzicht is afgebeeld. Hema wijst nog op een aantal verschillen, maar het Hof acht deze te klein. Het totaalbeeld kom te veel overeen.
Inspiratie in de fashion industrie: wat zijn de grenzen?
Dus: geen krokodillen meer op kleding?
Betekent dit dat ontwerpers nooit meer een krokodil op hun ontwerpen mogen plaatsen? Het simpele antwoord is: nee. Gelukkig niet. Ontwerpers staan nog steeds vrij om afbeeldingen van een krokodil te verwerken in hun ontwerpen. Zij moeten hierbij alleen voldoende afstand bewaren tot Lacoste. Maar hoe doe je dat? Met andere woorden: in hoeverre kan je inspiratie putten uit ontwerpen van andere merken?
Inspiratie
Dit is een grijs gebied. Inspiratie opdoen van andere mode merken komt in de praktijk zeker voor, maar het blijft lastig te beoordelen wat wel en niet mag. De grenzen worden aangegeven door het auteursrecht. Dit laat ook onderstaande uitspraak zien. Om te beoordelen of er téveel inspiratie is genomen uit een andermans ontwerp, wordt er gekeken naar de totaalindrukken van beide ontwerpen. Het volgende was aan de hand in een geschil tussen Purdey en Pauw. In 2013 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst getekend, waarin is vastgelegd dat de producten en ontwerpen uit de collectie van Pauw niet meer als inspiratiebron zullen dienen voor de ontwerpen van Purdey. Purdey diende ervoor te zorgen dat geen enkel product of ontwerp van Pauw als voorbeeld zou dienen voor haar eigen ontwerpen. Echter, vier jaar later is het weer raak. Pauw was van mening dat het jasje van Purdey wel erg veel op die van hun leek. De rechtbank oordeelde echter dat er geen overeenstemmende totaalindruk was tussen de twee jasjes en dat er dus ook geen sprake kon zijn van auteursrechtinbreuk. Dat blijft dus de toets. In deze was er echter ook een vaststellingsovereenkomst gesloten, waardoor Purdey wellicht wanprestatie had gepleegd door tóch inspiratie te putten uit de ontwerpen van Pauw. Het einde van het verhaal is helaas nog niet duidelijk: de eindbeslissing in deze zaak laat nog even op zich wachten. Ontwerpers hebben dus de vrijheid om te bewegen, maar wel tussen de grenzen van het auteursrecht.
Stijl of trend?
Ontwerpers kunnen zich natuurlijk ook laten inspireren door een bepaalde stijl of trend. Een stijl of trend is in beginsel niet auteursrechtelijk beschermd. Dit betekent echter niet automatisch dat iedereen zomaar elke trend mag overnemen. Soms is er wel bescherming. Voor meer informatie over stijl en trends in fashion verwijs ik graag naar deze blog.
Namen van merken of beroemdheden?
Ook maken ontwerpers soms gebruik van andere merknamen of namen van beroemdheden, om zo hun ontwerp vorm te geven. Dit mag niet altijd. Zeker niet wanneer er verwarring kan ontstaan bij het publiek. Mijn collega Anique van de Kerkhof gaat hier verder op in een van haar blogs.
In de praktijk
Tijdens het ontwerpproces en het putten van inspiratie uit andere ontwerpen of stijlen, kan het lastig zijn de grenzen van het auteursrecht te bewaken. Je hebt zeker de vrijheid om ideeën op te doen, maar er moet voldoende afstand worden bewaard tot de creaties van anderen. De zogenaamde vuistregel van 7 verschillen gaat niet op: het gaat echt om de totaalindruk.
Tips voor de praktijk:
  • Verdiep je in de markt. Zo weet je goed welke grenzen je moet bewaken gedurende het ontwerpproces.
  • Houdt de eigen administratie goed bij: leg vast wanneer je bepaalde ontwerpen hebt gemaakt. Op deze manier kan je later, wellicht tijdens een gerechtelijke procedure, aantonen wanneer jij het betreffende design hebt ontworpen.
  • Leg intellectuele eigendomsrechten Denk hierbij aan een merknaam en logo, maar ook aan modellen.
Vragen?
Heeft u vragen over fashion & design? Heeft u het vermoeden dat iemand uw auteursrecht schendt en wilt u hier tegen optreden? Wij kunnen u helpen. Neem vrijblijvend contact met ons op. [post_title] => Inspiratie in de fashion industrie: wat zijn de grenzen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inspiratie-in-de-fashion-industrie-wat-zijn-de-grenzen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:55:22 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:55:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21748 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 21731 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-09-04 08:54:07 [post_date_gmt] => 2020-09-04 06:54:07 [post_content] =>
Verlenging huurovereenkomst onder de Leegstandwet lijkt niet altijd nodig na verkrijging van een nieuwe vergunning.
Wanneer een woning bijvoorbeeld op de nominatie staat om gesloopt of gerenoveerd te worden is het voor woningeigenaren mogelijk om een woning tijdelijk te verhuren onder de vigeur van de Leegstandwet.
Vergunning
Vóórdat een verhuurder hiertoe over kan gaan dient hij over een vergunning te beschikken. Indien de gemeente voornemens is om medewerking te verlenen, dan wordt gedurende een bepaald tijdvak de vergunning verleend. huurovereenkomst Leegstandswet           Na afloop van dit tijdvak is het voor verhuurder mogelijk om de vergunning (meermaals) te verlengen, tot een maximum van – in het geval van sloop of renovatie – zeven jaren.
Huurovereenkomst
De vraag die zich in de praktijk vaak voordoet is of de verhuurder bij het verlengen van de vergunning dit ook moet mededelen aan de huurder en/of met de huurder een nieuwe huurovereenkomst moet aangaan? En wat zijn de eventuele consequenties als de verhuurder dit niet doet? De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft in een recente uitspraak van 18 augustus 2020 in kort geding geoordeeld dat de verhuurder deze verplichting niet heeft. Er ontstaat na afloop van de eerste huurovereenkomst dan ook geen huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Huurders weten immers op voorhand dát de huurovereenkomst kan eindigen vanwege de omstandigheid dat verkocht, gesloopt of gerenoveerd wordt. In dit blog ga ik verder op de uitspraak in en de lessen voor de praktijk. Michael de Marco [post_title] => Verlenging huurovereenkomst onder Leegstandwet nodig? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verlenging-huurovereenkomst-onder-huurstandswet-niet-altijd-nodig [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-04 10:56:10 [post_modified_gmt] => 2020-09-04 08:56:10 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21731 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 21737 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-09-04 08:46:31 [post_date_gmt] => 2020-09-04 06:46:31 [post_content] =>
Verhuur onder de Leegstandwet: is de verhuurder verplicht een verlenging van de vergunning aan de huurder mede te delen?
Inleiding
Wanneer een woning te koop staat, op de nominatie staat om gesloopt of gerenoveerd te worden of indien een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan is aangevraagd, kunnen woningeigenaren tijdelijk overgaan tot verhuur van de woning onder de Leegstandwet. In deze bijdrage richt ik mij op woningen die vanwege sloop- of renovatieplannen tijdelijk verhuurd worden.
Medewerking college
Alvorens tot tijdelijke verhuur onder de Leegstandwet over te kunnen gaan dienen verhuurders een vergunning aan te vragen bij het college b&w. Indien het college bereid is om medewerking te verlenen, dan vermeldt de vergunning in ieder geval het tijdvak en de huurprijs. De afgegeven vergunning kan meerdere malen verlengd worden, met een maximale totale duur van zeven jaren (in geval van verhuur vanwege sloop of renovatie). De Leegstandwet stelt een aantal eisen waaraan de huurovereenkomst dient te voldoen. Zo dient de huurovereenkomst schriftelijk te zijn aangegaan en dient de huurovereenkomst melding te maken van de afgegeven vergunning, het tijdvak waarvoor deze is verleend en de in de vergunning opgenomen huurprijs (artikel 16 lid 12 Leegstandwet). Voldoet de verhuurder hier aan, dan geniet de huurder géén huurbescherming bij beëindiging van de huurovereenkomst wegens sloop of renovatie. Ook bepaalt de Leegstandwet dat de huurovereenkomst na afloop van de in de vergunning genoemde termijn de huurovereenkomst automatisch eindigt.
huurovereenkomst
Wettelijke vereisten
Houdt de verhuurder zich niet aan de wettelijke vereisten, dan is de consequentie vrij vertaald dat er een reguliere huurovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij de huurder wél huurbescherming toekomt (artikel 16 lid 13 Leegstandwet). Zoals gezegd kan de afgegeven vergunning meermaals worden verlengd, met een maximum van zeven jaren. In de praktijk doen zich met regelmaat de volgende vragen voor:
  • Moet de verhuurder tegen het einde van de (eerste) tijdelijke huurovereenkomst met de huurder telkens een nieuwe huurovereenkomst sluiten en/of melding maken dát de vergunning is afgegeven, voor welk tijdvak en tegen welke huurprijs?
  • Als de verhuurder dit niet doet, ontstaat er dan een reguliere huurovereenkomst of is de huurovereenkomst van rechtswege geëindigd na verloop van de in de vergunning opgenomen termijn?
De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam kwam op 18 augustus 2020 in kort geding tot oordeel dat verhuurders géén nieuwe huurovereenkomst hoeven te sluiten en géén melding hoeven te maken dat de vergunning (steeds) verlengd is. Er ontstaat volgens de kantonrechter géén reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.
De uitspraak
In de uitspraak van 18 augustus 2020 ging het kort gezegd om het volgende. Woningcorporatie Trivire verhuurt sinds 8 mei 2014 een aantal woningen in Dordrecht onder de vigeur van de Leegstandwet. De initiële looptijd bedroeg tot 31 december 2015. De gemeente Dordrecht heeft op 5 maart 2014 een vergunning afgegeven voor de duur van twee jaren en deze vergunning is vervolgens in de jaren daarop meermaals verlengd. Trivire informeert de huurders dat zij tot sloop van de woningen overgaat en beëindigt de huurovereenkomsten per 1 mei 2020.
Aanspannen kort geding
Een aantal huurders was het niet eens met de voorgenomen opzegging en ging niet tot ontruiming over. Trivire heeft daar op volgend een kort geding aangespannen en de ontruiming van de woningen gevorderd. De huurders verweerden zich tegen de opzegging met de stelling dat er een reguliere huurovereenkomst was ontstaan, nu Trivire na afloop van de eerste huurovereenkomst geen nieuwe huurovereenkomst met de huurders was aangegaan noch dat zij op andere wijze melding heeft gedaan van de verlenging van de vergunning. De huurder mochten er naar eigen zeggen dus gerechtvaardigd van uitgaan dat er een reguliere huurovereenkomst was ontstaan en de huurders dus huurbescherming toekwam. De kantonrechter is het met deze stellingname niet eens en oordeelt dat ook in het geval dat de verhuurder de huurders niet informeert over de verlenging van de vergunning of dat de verhuurder geen nieuwe huurovereenkomst aanbiedt, de huurder er niet automatisch van uit mag gaan dat dan maar een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. De Leegstandwet bepaalt immers dat de huurovereenkomst doorloopt tót het moment dat wordt opgezegd of de vergunning eindigt. De kantonrechter verwijst in dit kader naar een – eveneens recent – arrest van het Gerechtshof Den Haag van 7 april 2020. Dit arrest is tijdens het schrijven van dit blog (nog) niet gepubliceerd.
Commentaar
De Leegstandwet biedt verhuurders de mogelijkheid om voor een bepaalde periode af te wijken van het reguliere regime voor woonruimten. Huurders van woonruimten kennen in de Nederlandse rechtsstaat een belangrijke mate van bescherming. Wil de verhuurder afwijken van dit wettelijke regime, dan dient hij aan een aantal in de wet verankerde vereisten te voldoen. Volgt de verhuurder dit niet, dan kan de verhuurder zich niet op de uitzonderingen uit de Leegstandwet beroepen. De huurovereenkomst wordt door partijen voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar, aangegaan. Dit kan overeenstemmen met de duur van de afgegeven vergunning, maar kan ook korter zijn. Het is van belang om dit onderscheid te maken.
Kantonrechter
De kantonrechter oordeelt in zijn vonnis van 18 augustus 2020 dat de huurder er niet zomaar van uit mag gaan dat na afloop van de initiële looptijd van de huurovereenkomst een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan. De kantonrechter legt hieraan ten grondslag dat de huurder bij het aangaan van de overeenkomst in feite wist dat de huur op een gegeven moment zou eindigen. De kantonrechter wijst expliciet op de regeling uit de Leegstandwet, waarin staat dat de huurovereenkomst eindigt door opzegging of het tijdstip dat de vergunning haar geldigheid verliest. De kantonrechter gaat ogenschijnlijk voorbij aan het feit dat partijen voor een bepaalde termijn, namelijk van 8 mei 2014 tot en met 31 december 2015, een huurovereenkomst zijn aangegaan. Vast staat dat er nadien géén nieuwe huurovereenkomst is gesloten. Tevens staat vast dat de huurders nadien het gehuurde tegen betaling zijn blijven gebruiken. Dat huurders er maar van uit moeten gaan dat zij, na afloop van de initiële looptijd, onder de vigeur van de Leegstandwet blijven huren, rijmt naar mijn mening niet met de bescherming die huurders van woonruimten in onze rechtsstaat genieten. Misbruik van de Leegstandwet ligt dan ook op de loer.
Arrest
De kantonrechter wijkt met zijn vonnis overigens af van het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 24 februari 2005, waarin het hof in een soortgelijke kwestie nu juist tot oordeel kwam dat nu de huurder na afloop van de tijdelijke huurovereenkomst het gehuurde tegen betaling is blijven gebruiken een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Het was, aldus het hof, aan de verhuurder om stappen te ondernemen om de overeenkomst op te zeggen of een verlenging (onder de Leegstandwet) aan te bieden. Sec het aanvragen en verkrijgen van een verlenging van de vergunning is hiervoor onvoldoende. Deze overweging lijkt mijns inziens juist en komt tegemoet aan de gerechtvaardigde belangen die huurders van woonruimten hebben. Michael de Marco [post_title] => Is verhuurder verplicht verlenging van de vergunning aan huurder mede te delen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-verhuurder-verplicht-verlenging-van-de-vergunning-aan-huurder-mede-te-delen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-04 10:40:23 [post_modified_gmt] => 2020-09-04 08:40:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21737 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 21709 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-08-31 10:07:13 [post_date_gmt] => 2020-08-31 08:07:13 [post_content] => In veel IT overeenkomsten, of algemene voorwaarden van IT leveranciers, staat dat zij enkel een ‘inspanningsverplichting’ hebben. Hoever reikt die? Wanneer is daaraan voldaan? Wanneer kan een afnemer succesvol klagen dat hier niet aan is voldaan? En wat zijn de gevolgen daarvan?
Inspanningsverplichting in algemene voorwaarden
In veel IT overeenkomsten wordt de verplichting van de leverancier omschreven als “Leverancier zal zich naar beste kunnen inspannen diensten met zorg uit te voeren… Alle diensten van leverancier worden uitgevoerd op basis van een inspanningsverbintenis” (bron: NL digital voorwaarden 2020). In een recente procedure heeft het gerechtshof Amsterdam (1) moeten oordelen over dit onderwerp. In die procedure zag de overeenkomst op de ontwikkeling en exploitatie van een applicatie op het gebied van human resource management. De IT leverancier zou de architectuur en de ontwikkeling van de applicatie verzorgen. De afnemer zou de applicatie testen, verkopen en implementeren bij eindgebruikers. Bij de implementatie en demonstratie bij eindgebruikers komen gebreken aan het licht. Heeft de IT leverancier wel aan zijn inspanningsverplichting voldaan? Mag de afnemer betaling van facturen opschorten? Mag de IT leverancier de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden? Moet de IT leverancier de schade van de afnemer vergoeden?
Zorgplicht IT leverancier
Wanneer hier discussie over ontstaat, dan moet een rechter gaan uitleggen hoever die inspanningsverplichting reikt. Een rechter houdt daarbij rekening met aspecten als de deskundigheid van de afnemer. Wanneer deze niet deskundig is op het gebied van software/ICT, dan zal een grotere zorgplicht en ruimere inspanningsplicht van de IT leverancier worden aangenomen. De tendens in de rechtspraak is dat IT leveranciers een bijzondere zorgplicht hebben, met name bij minder deskundige afnemers.
Keuze voor provider
Verder wordt veel waarde gehecht aan de tekst van de overeenkomst en nadere invulling in latere documenten. In deze zaak had de IT leverancier in een Statement of Work vastgelegd: “For the P (production) system, it is recommended to use a professional external cloud hosting partner. External cloud hosting is recommended for guaranteed stability, high-available hardware and network bandwith." De hosting provider waar de software draaide bleek niet de goede keuze. Het hof overweegt dat ‘uit de PSA en de daarop gebaseerde overeenkomsten kan niet worden afgeleid dat [X] verantwoordelijk was voor hosting van de applicatie op het niveau van een professional hosting party’. En dus heeft de IT leverancier haar inspanningsverplichting niet veronachtzaamd.
Acceptatietest
In de Professional Service Agreement (‘PSA’) was bepaald dat de afnemer ‘bij uitsluiting ervoor verantwoordelijk was dat zij voor iedere geleverde module alle acceptatietesten zou uitvoeren die redelijkerwijs nodig waren’. De afnemer stelt acceptatietesten te hebben uitgevoerd. De IT leverancier zou onvoldoende met de terugkoppeling hebben gedaan. Het hof overweegt dat dit de afnemer niet ontslaat ‘van haar contractuele verantwoordelijkheid om zelf acceptatietesten van voldoende diepgang en omvang uit te voeren en om de modules niet bij eindgebruikers in gebruik te geven voordat acceptatietesten van voldoende diepgang en omvang zijn uitgevoerd’.
Informatie- en waarschuwingsplicht
Een belangrijke rol bij het beoordelen van de verantwoordelijkheden van partijen is geweest dat het hof de afnemer ‘voldoende deskundig’ oordeelde. Dit kwam onder meer omdat in het handelsregister bij de afnemer stond vermeld: “"[Het ontwikkelen en vermarkten van HR software oplossingen, HR portals, online assessments, vragenlijsten en enquêtes alsmede HR analytics software; het verzorgen van consultancy en trainingen." Het hof overweegt dan ook dat de IT leverancier aan zijn informatie- en waarschuwingsplicht heeft voldaan. En dus was er geen sprake van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de IT leverancier. De afnemer had daardoor ten onrechte betaling van facturen opgeschort. De IT leverancier was wel gerechtigd om de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden en betaling van de openstaande facturen te vorderen. De vorderingen van de afnemer worden allemaal afgewezen.
Wat betekent dit voor de praktijk?
  • De reikwijdte van een ‘inspanningsverplichting’ hangt af van de kennis en ervaring van de andere partij. Hoe minder kennis en ervaring de afnemer heeft op het gebied van IT, hoe groter de informatie- en meldingsplicht van de IT leverancier reikt.
  • Bij het interpreteren van het kennisniveau van de afnemer wordt ook gekeken naar de indruk die het zelf schetst, bijvoorbeeld in een KvK inschrijving of op de website.
  • In een gerechtelijke procedure wordt veel belang gehecht aan de overeenkomst en latere schriftelijke stukken. Schenk dus voldoende aandacht aan deze documenten bij de totstandkoming. Lees ze kritisch door en maak opmerkingen bij conceptteksten.
  • Een afnemer moet van goeden huize komen om het niet naleven van een inspanningsverplichting door de IT leverancier te onderbouwen.
  • Wanneer de IT leverancier niet aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan dan kan dat een toerekenbare tekortkoming zijn die kan leiden tot het ontbinden van de overeenkomst. Dat leidt dan tot ongedaanmakingsverplichtingen (IT leverancier moet ontvangen bedragen terugbetalen en de afnemer moet de software verwijderen) en tot aanvullende schadevergoeding (de schade die de afnemer heeft geleden als direct gevolg van de tekortkoming van de IT leverancier).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. (1) Gerechtshof Amsterdam, 14 juli 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2016 Jos van der Wijst [post_title] => Wanneer heeft een IT leverancier aan zijn inspanningsverplichting voldaan? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-heeft-een-it-leverancier-aan-zijn-inspanningsverplichting-voldaan [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-31 10:07:13 [post_modified_gmt] => 2020-08-31 08:07:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21709 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 21632 [post_author] => 19 [post_date] => 2020-08-25 14:30:50 [post_date_gmt] => 2020-08-25 12:30:50 [post_content] => Zoals ik in eerdere blogs heb geschreven, heeft huisvesting van arbeidsmigranten in veel gemeenten prioriteit gekregen. Diverse gemeenten hebben inmiddels beleid ontwikkeld of zijn onderzoeken gestart. Met name omdat [oudere] bestemmingsplannen huisvesting van arbeidsmigranten nog vaak toestaan. Dit terwijl gemeenten dat veelal niet wenselijk achten. Maar indien een bestemmingsplan huisvesting van arbeidsmigranten verbiedt, is de kous niet af. Nieuwe discussies ontstaan in het traject van handhaving. Vaak wordt naar voren gebracht dat de arbeidsmigrant zijn hoofdverblijf niet op het adres heeft waar de handhaving op ziet. Onlangs heeft de Raad van State zich uitgelaten over het hoofdverblijf en de vraag of er sprake is van een overtreding als gevolg van bewoning door arbeidsmigranten.
De casus
Het college van B&W had een last onder dwangsom opgelegd om het laten gebruiken van een recreatiewoning ten behoeve van het huisvesten van arbeidsmigranten te beëindigen. Niet in geschil is het strijdige gebruik. Met andere woorden: de arbeidsmigranten mochten er niet wonen. De overtreder stelt dat de last alleen betrekking heeft op huisvesting van arbeidsmigranten die geen hoofdverblijf in Nederland hebben.
Het oordeel van de hoogste bestuursrechter
De hoogste bestuursrechter acht dit standpunt onjuist. In de last staat niet dat de last enkel betrekking heeft op arbeidsmigranten die geen hoofdverblijf in Nederland hebben. Maar voor de praktijk relevanter: het feit dat één van de overtreders stond ingeschreven op een ander adres, acht de Afdeling niet van belang. Hij heeft verklaard dat hij in de recreatiewoning verbleef. Daarmee heeft de overtreder niet [tijdig] aan de last voldaan en is hij een dwangsom verschuldigd.
Relevantie voor de praktijk
Of de inschrijving in de BRP in het geheel niet van belang is in dit soort zaken, is hiermee niet gezegd. Het betrof hier een recreatiewoning en het hangt altijd af van de omschrijving van de last. Het enkele feit dat een persoon op een ander adres in de BRP staat in geschreven, wil niet zeggen dat hij daarmee ook daadwerkelijk op dat adres woont en dus zijn hoofdverblijf heeft. Dat laat onverlet dat de BRP wel een aanwijzing is, dat een arbeidsmigrant ook daadwerkelijk op dat adres woont. Zo overwoog de Afdeling in een recente uitspraak van 13 mei 2020:  “Verder is niet in geschil dat de acht arbeidsmigranten volgens de Brp op 19 maart 2018 op het adres van de woning stonden ingeschreven. De inschrijving in de Brp levert in het algemeen reeds een aanwijzing op dat de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben op het adres waarop zij zijn ingeschreven”. Die aanwijzing kan uiteraard weerlegd worden, wanneer uit de feiten blijkt dat de arbeidsmigrant wel degelijk feitelijk woonachtig is op een ander adres dan waarop hij in de BRP staat ingeschreven. Heeft u een vraag over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem  dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, Advocaat, specialist Vastgoed/Omgevingsrecht Rutger Boogers     [post_title] => Handhaving bewoning arbeidsmigranten: inschrijving BRP van belang? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handhaving-bewoning-door-arbeidsmigranten-inschrijving-brp-van-belang-voor-bepalen-hoofdverblijf [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-26 09:36:16 [post_modified_gmt] => 2020-08-26 07:36:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21632 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 21606 [post_author] => 46 [post_date] => 2020-08-24 13:39:58 [post_date_gmt] => 2020-08-24 11:39:58 [post_content] => Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk. Het is niet ongebruikelijk dat een stagiair na het afronden van zijn/haar stage in dienst treedt bij dat bedrijf. De vraag die recentelijk aan de kantonrechter Rotterdam voorlag was of een arbeidsovereenkomst ná een stageovereenkomst een proeftijdbeding mag bevatten. In de wet is namelijk geregeld dat een proeftijdbeding alleen in de eerste arbeidsovereenkomst mag zijn opgenomen (artikel 7:652 BW). Is een stageovereenkomst gelijk aan een arbeidsovereenkomst?
Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk.
Voorwaarden arbeidsovereenkomst
De drie voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst zijn dat arbeid wordt verricht, dat loon wordt betaald en dat er sprake is van een gezagsverhouding (artikel 7:610 BW). Een stageovereenkomst heeft bepaalde gelijkenissen met een arbeidsovereenkomst. Er wordt gewerkt (arbeid verricht) onder begeleiding van een stagebegeleider (gezagsverhouding). Een stagiair verricht soms opdrachten ten behoeve van het bedrijf, denk aan een intern onderzoek. Verder kan een stagevergoeding worden betaald (loon).
Verschillen stage en arbeidsovereenkomst
Het belangrijkste verschil tussen een stage en een arbeidsovereenkomst is dat een stage is gericht op het uitbreiden van kennis en werkervaring van de stagiair. Een stagiair zit vaak nog op school en dient ter voltooiing van de opleiding een stage te volgen. Bij een werknemer staat het verrichten van arbeid centraal.
Beoordeling kantonrechter
De kantonrechter neemt in zijn beoordeling mee dat met de stageovereenkomst tussen de stagiair, het bedrijf én de school expliciet is beoogd dat er sprake is van een stage. De stageovereenkomst bevat onder andere afspraken over leerdoelen, evaluaties door de school en een assessment. Gedurende de stage is een stageverslag bijgehouden en de stagiair heeft schoolopdrachten gemaakt. Dat er soms ondersteunende werkzaamheden zijn verricht én de stagiair veel zelfstandig heeft gewerkt, maakt niet dat er sprake is van productieve arbeid. Daarbij speelt mee dat het bedrijf kleinschalig was en de stagebegeleider langdurig ziek was. Tot slot is de stagevergoeding volgens de kantonrechter niet hoog genoeg om te spreken van loon (de vergoeding lag ver onder het minimumloon). De kantonrechter oordeelt (gelijktijdig in kort geding en in de hoofdzaak) dat de arbeidsovereenkomst ná een stageovereenkomst geen opvolgende arbeidsovereenkomst is. De stageovereenkomst is namelijk niet gelijk aan een arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat in de arbeidsovereenkomst een geldig proeftijdbeding was opgenomen. Het bedrijf heeft binnen de proeftijdperiode van één maand het dienstverband rechtsgeldig opgezegd. Een arbeidsovereenkomst mag tijdens de proeftijd om vrijwel iedere reden worden beëindigd. Overigens is sinds 1 januari 2020 een transitievergoeding verschuldigd aan iedere werknemer met wie het dienstverband wordt beëindigd. Zelfs bij een arbeidsovereenkomst van nog geen maand, is een transitievergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is dan minimaal. Heeft u vragen over een stageovereenkomst, arbeidsovereenkomst een proeftijd of andere arbeidsrechtelijke onderwerpen? Neem dan contact op met Marlies Hol, jurist arbeidsrecht. Marlies Hol 1 [post_title] => Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk. [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-proeftijdbeding-na-een-stage-volgens-de-kantonrechter-is-dat-mogelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:33:18 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:33:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21606 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 21846 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-09-10 15:00:16 [post_date_gmt] => 2020-09-10 13:00:16 [post_content] => Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor de uitvoering van de opdrachten één of meer onderaannemers zal inschakelen. Vervolgens geeft T. aan dat vanwege corona zij onvoldoende personeel kan werven en alsnog gebruik wil gaan maken van onderaannemers. De Gemeenten in kwestie wijzen het verzoek af en ontbinden de raamovereenkomsten met betrekking tot twee percelen. In de op de raamovereenkomsten van toepassing zijnde model VNG inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten staat dat een contractant na goedkeuring van de Gemeenten de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk mogen laten uitvoeren door derden/onderaannemers en in de Nota van Inlichtingen in het kader van de aanbestedingsprocedure is aangegeven dat inschrijvers ervan mogen uitgaan dat de Gemeenten hun goedkeuring aan een daartoe strekkend verzoek niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
aanbestedingsrecht
Kort geding
In het vervolgens door T. aangespannen kort geding moet worden beoordeeld of de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten om het verzoek van T.  om bij de uitvoering van de opdrachten onderaannemers in te schakelen af te wijzen. Uitgangspunt is dat de Gemeenten daarbij de nodige vrijheid moet worden gegund, zodat de rechter bij die beoordeling terughoudendheid toepast. De Gemeenten hebben aangegeven aan de inschakeling van onderaannemers voorwaarden te stellen maar hebben niet gesteld die voorwaarden ook met T. te hebben besproken. Daarnaast is niet gebleken dat T. aan de Gemeenten heeft medegedeeld hoeveel onderaannemers zij voor welke werkzaamheden wil inzetten, wie de onderaannemers zijn en voor welke termijn zij zullen worden ingeschakeld. Het is evident aldus de voorzieningenrechter, dat de Gemeenten daarover informatie nodig hebben alvorens afgewogen op een verzoek tot het inzetten van onderaannemers te kunnen beslissen.
Conclusie voorzieningenrechter
Op basis van deze omstandigheden concludeert de voorzieningenrechter dat de Gemeenten in redelijkheid hebben kunnen besluiten tot afwijzing van het verzoek van T. Het beroep van laatstgenoemde op onvoorziene omstandigheden door de coronacrisis, baat T. niet omdat in de raamovereenkomsten is vastgelegd dat indien een gebrek aan personeel in de weg staat aan de nakoming van de overeenkomsten dit voor rekening en risico komt voor T. Daarmee heeft T., nu zij heeft ingeschreven zonder de inschakeling van onderaannemers, in feite de Gemeenten gegarandeerd dat zij over voldoende eigen chauffeurs beschikt c.q. zal beschikken om de raamovereenkomsten uit te voeren. In die situatie komt T. een beroep op onvoorziene omstandigheden niet toe.
Commentaar
Het feitelijk gezien ongetwijfeld onvoorziene karakter van de coronacrisis ten spijt, leert deze zaak dat een aannemer die inschrijft zonder beroep te doen op onderaannemers zich goed moet realiseren dat daarmee in feite de aanbesteder wordt gegarandeerd de opdracht zelf te kunnen uitvoeren. Het is dus risicovol om er van uit te gaan dat een opdrachtgever een ogenschijnlijk redelijk verzoek om de uitvoering geheel of gedeeltelijk te laten uitvoeren door derden/onderaannemers wel zal -moeten- honoreren. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers [post_title] => Inschakelen onderaannemers na aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inschakelen-onderaannemers-na-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-09-17 15:16:17 [post_modified_gmt] => 2020-09-17 13:16:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21846 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1312 [max_num_pages] => 132 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 7debbbb24ca470a922bad22c1b004939 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Na een Europese aanbestedingsprocedure ten behoeve van meerdere percelen worden er met een aannemer T. raamovereenkomsten gesloten voor drie percelen. T. heeft in haar inschrijving niet aangegeven dat zij voor...
Lees meer
De Nederlandse gemeenten zitten bepaald niet stil als het om kunstmatige intelligentie gaat. Op 1 september 2020 maakte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (‘VNG’) een nieuw e-magazine bekend, ‘AI als...
Lees meer
Hoe makkelijk zou het zijn. Bij de drogist haal je een zelftest zodat je zelf thuis kunt testen of je met het coronavirus bent besmet. En na 15 minuten zie...
Lees meer
De kenmerkende stijlen van Coco Chanel, Piet Mondriaan of Queen: voor velen bekend en een perfecte inspiratiebron. Kan dat zomaar? En rust er auteursrecht op ontwerpen, meubels en muziek geïnspireerd...
Lees meer
Waar ligt de grens tussen inspiratie en na-apen? In de modewereld komt het vaak voor dat designs worden overgenomen en de grenzen worden overschreden. De vraag is dan ook hoe...
Lees meer
Verlenging huurovereenkomst onder de Leegstandwet lijkt niet altijd nodig na verkrijging van een nieuwe vergunning. Wanneer een woning bijvoorbeeld op de nominatie staat om gesloopt of gerenoveerd te worden is...
Lees meer
Verhuur onder de Leegstandwet: is de verhuurder verplicht een verlenging van de vergunning aan de huurder mede te delen? Inleiding Wanneer een woning te koop staat, op de nominatie staat...
Lees meer
In veel IT overeenkomsten, of algemene voorwaarden van IT leveranciers, staat dat zij enkel een ‘inspanningsverplichting’ hebben. Hoever reikt die? Wanneer is daaraan voldaan? Wanneer kan een afnemer succesvol klagen...
Lees meer
Zoals ik in eerdere blogs heb geschreven, heeft huisvesting van arbeidsmigranten in veel gemeenten prioriteit gekregen. Diverse gemeenten hebben inmiddels beleid ontwikkeld of zijn onderzoeken gestart. Met name omdat [oudere]...
Lees meer
Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk. Het is niet ongebruikelijk dat een stagiair na het afronden van zijn/haar stage in dienst treedt bij dat bedrijf....
Lees meer