Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 21
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 21
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1349
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 200, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 37135
                    [post_author] => 71
                    [post_date] => 2023-07-11 12:08:56
                    [post_date_gmt] => 2023-07-11 10:08:56
                    [post_content] => De afgelopen tijd is er in de media en in de politiek discussie geweest over het aanpassen van boeken: in onder andere boeken van Agatha Christie, Roald Dahl en Ian Fleming (schrijver van James Bond) zijn teksten aangepast om beter binnen de huidige tijdsgeest te passen. Hoewel er pas de laatste tijd discussie over is ontstaan, is dit een fenomeen dat zich al veel langer voordoet.

De discussie ontstond vooral op sociaal gebied, maar dit voorjaar kwam ook een juridisch aspect aan bod vanwege een ingediende motie bij de Tweede Kamer: het auteursrecht. Een van de vragen in de motie was of er mogelijk beschermingsconstructies waren voor boeken waarvan de auteurs niet meer in leven zijn, zoals auteursrecht.

In het antwoord op de vraag wordt mooi uitgelegd wat er met een beschermd werk mag gebeuren na de dood van de maker op grond van het auteursrecht. In deze blog leg ik uit , zodat jij ook beter snapt, waarom deze postume aanpassingen auteursrechtelijk gezien wèl kunnen.

Auteursrecht

Het auteursrecht bestaat uit twee delen: de exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten. De exploitatierechten gaan over het openbaar maken van een werk aan het publiek en het kopiëren van een werk. De persoonlijkheidsrechten worden ook wel morele rechten genoemd en hebben te maken met de relatie tussen de maker en zijn werk. Hierbij kan gedacht worden  aan naamsvermelding en aanpassingen aan het werk. Het zal je hieruit waarschijnlijk al duidelijk zijn dat het postuum aanpassen van teksten onder de morele rechten vallen.

Exploitatierechten

Dit verschil is ook van belang als de maker-rechthebbende overlijdt. Exploitatierechten kunnen namelijk overgaan op een ander (per akte). De maker kan op deze manier regelen dat de exploitatierechten na zijn dood overgaan op een andere partij. Regelt hij niets, dan gaan de exploitatierechten automatisch over op de erfgenamen. Hoe dan ook vervalt het auteursrecht 70 jaar na het eerste jaar van de dood van de maker en belandt het werk daarna in het publiek domein.

Persoonlijkheidsrechten

Persoonlijkheidsrechten kunnen niet zomaar overgaan op een ander. Deze blijven altijd bij de maker, ook als je met iemand overeenkomt dat diegene voortaanrechthebbende is van het auteursrecht op jouw werk. Sterker nog: ook als je je auteursrecht hebt overgedragen, mag je nog – binnen de grenzen van wat redelijk is – aanpassingen maken aan je werk. Deze persoonlijkheidsrechten gaan bij overlijden van de maker ook niet automatisch over op erfgenamen. Dit kan alleen geregeld worden via een uiterste wilsbeschikking, in dit geval een testament, of een codicil. Op het moment dat dit wordt nagelaten, vervallen de persoonlijkheidsrechten na het overlijden. Dit laatste is bij maar weinig mensen bekend, waardoor persoonlijkheidsrechten bijna altijd vervallen bij het overlijden van de maker van een werk.

Conclusie

Kortgezegd zijn er auteursrechtelijk gezien in ieder geval twee redenen denkbaar waarom ook na het overlijden van de maker diens werk kan worden aangepast, binnen de grenzen van wat redelijk is: 1) de persoonlijkheidsrechten zijn komen te vervallen en het werk bevindt zich in het publiek domein, of 2) de persoonlijkheidsrechten zijn bij wilsbeschikking overgegaan op een ander, die besluit het werk aan te passen Er ontstaat na iemands overlijden wel vaker discussie over wat er wel en niet mag worden gedaan met diens creatieve scheppingen. Nog afgezien van de vraag wie eventueel rechthebbenden zijn van het werk van de gestorven persoon, is het ook belangrijk om te weten wát je rechten dan zijn. Vragen over het auteursrecht? Neem contact op met onze experts! Yvonne Vetjens 1 [post_title] => De overleden maker en het auteursrecht op zijn werk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-overleden-maker-en-het-auteursrecht-op-zijn-werk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-11 12:08:56 [post_modified_gmt] => 2023-07-11 10:08:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37135 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 37122 [post_author] => 16 [post_date] => 2023-07-10 15:01:11 [post_date_gmt] => 2023-07-10 13:01:11 [post_content] => Huurster had een gedeelte van een pand gehuurd. Het betrof een kamer met keuken en een slaapzolder, die via een vlizotrap bereikbaar was. Huurster valt ‘s-nachts door het onbeschermde trapgat en loopt ernstig schedel- en hersenletsel op. Zij stelt de verhuurder aansprakelijk.

Oorzaak val door trapgat

De huurster heeft, gelet op het opgelopen letsel, geen herinnering aan het ongeval. De verzekeraar van de huurder neemt aanvankelijk aan dat de huurster uit het bed is gevallen en door het trapgat viel. De verzekeraar erkent aansprakelijkheid. Maar komt hierop terug. De verzekeraar neemt nl. later het standpunt in dat de huurster in een dekbed gehuld van de vlizotrap is gedaald en hierdoor ten val kwam. De verzekeraar wijst daarom de aansprakelijkheid alsnog af. De huurster start een procedure.

Rechtbank

De rechter stelt vast dat bij beide beoordelingen de verzekeraar over dezelfde informatie beschikte. De verzekeraar kan aldus niet terugkomen op de erkenning van aansprakelijkheid. Thans is van belang voor welk deel de verhuurder aansprakelijk is.

Bouwbesluit

De verhuurder duidt de zolder aan als slaapzolder. Het betreft dus een woonfunctie. Volgens het bouwbesluit is dan een vaste trap met leuningen vereist. De rechter oordeelt dat de vlizotrap de kans op ongevallen vergroot.

Eigen schuld

Het is niet duidelijk hoe de huurster is gevallen. Het bed was wel met het voeteneind vlak langs het trapgat geplaatst, echter dit acht de rechter niet onzorgvuldig. Of de huurster met dekbed de trap afdaalde is niet vast komen te staan. De huurster betwist dit. Dit betekent dat de verzekeraar die toedracht moet bewijzen. De rechter oordeelt dat het in strijd handelen met het bouwbesluit nu er sprake is van een woonsituatie, veel zwaarder weegt dan de mogelijkheid dat huurster met het dekbed de vlizotrap was afgedaald. Immers ook dan had haar val onderbroken kunnen worden door leuningen, hekwerk etc. Op betrekkelijk eenvoudige wijze had de huurder het valgevaar kunnen beperken door het plaatsen van een trap, leuningen en hekwerk om het trapgat. Na het ongeval is de huurder hiertoe ook overgegaan. De rechter is wel van mening dat er 25% eigen schuld is aan de zijde van de huurster. De rechter laat na aan te geven op welke wijze de huurster dan heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Immers het staat niet vast dat de huurster met een dekbed de vlizotrap is afgedaald.

Billijkheidscorrectie

De huurster komt volgens de rechter een billijkheidscorrectie toe. Dat wil zeggen dat zij alsnog 100% van haar letselschade vergoed krijgt. Dit op basis van de volgende argumenten:
  1. Huurster heeft zeer ernstig schedel-/hersenletsel opgelopen.
  2. Huurster heeft een zwakkere positie ten opzichte van huurder.
  3. De huurder is verzekerd voor aansprakelijkheidsrisico’s.

Conclusie

Een vlizotrap voldoet dus niet als er sprake is van een woonsituatie. Een vlizotrap is namelijk voor incidenteel gebruik. En verblijfsruimte, dus ook slaapruimte toiletruimte en badruimte, moeten via een vaste trap bereikbaar zijn. De huurster krijgt 25% eigen schuld. Waarom is niet geheel duidelijk. Aan bewijslevering wordt echter niet toegekomen nu de huurster alsnog haar volledige letselschade vergoed krijgt op basis van de billijkheidscorrectie. De exacte toedracht doet er dan ook niet meer toe. Volledige uitspraak:  ECLI:NL:RBGEL:2023:3031 Edith de Koning [post_title] => Huurster valt door trapgat en loopt ernstig letsel op. Verhuurder aansprakelijk. [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huurster-valt-door-trapgat-en-loopt-ernstig-letsel-op-verhuurder-aansprakelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-11 16:01:41 [post_modified_gmt] => 2023-07-11 14:01:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37122 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 37081 [post_author] => 16 [post_date] => 2023-07-06 13:59:10 [post_date_gmt] => 2023-07-06 11:59:10 [post_content] => Bij diverse patiënten zijn Metal on Metal heupprothesen [MoM] geplaatst. Deze zijn geproduceerd of in het verkeer gebracht door Biomet. De heupprothesen zouden tot gezondheidsklachten leiden. De betrokken patiënten houden Biomet aansprakelijk voor de schade die zij lijden.

Stelling patiënten

De patiënten kregen tussen 2004 en 2009 een MoM prothese geplaatst. Door frictie tussen de onderdelen van de MoM-heupprothese komen deeltjes chroom en kobalt[ionen] vrij. Deze komen terecht in de bloedbaan en in de weefsels. Aldus zorgen de vrijgekomen deeltjes voor gezondheidsklachten. Biomet betwist aansprakelijk te zijn. Volgens Biomet is er geen sprake van een gebrek en van schade ten gevolge daarvan.

Hoe zit het juridisch?

De patiënten baseren hun vordering op de productaansprakelijkheid. Er geldt een risicoaansprakelijkheid bij degene die het [gebrekkige] product op de markt heeft gebracht. Een product is gebrekkig als het bij een normaal gebruik, voor het doel waarvoor het bestemd is schade veroorzaakt. Van belang hierbij is o.a. wel het tijdstip waarop het product op de markt is gebracht. De gebrekkigheid in het product moet worden beoordeeld aan de hand van de veiligheidsnormen die bestonden op het tijdstip dat het op de markt werd gebracht. Doorslaggevend is dus of de hulpzaak volgens de destijds heersende medische inzichten geschikt werd geacht. Het gaat om de wetenschappelijke en technische kennis op het tijdstip  waarop het product op de markt is gebracht [= State of Art]. De Hoge Raad heeft zich hierover uitgesproken op 16 juli 2021.

Rechtbank

Na diverse deskundigenberichten oordeelt de rechter dat het in die tijd wel duidelijk was dat er door slijtage metaaldeeltjes in het bloed en weefsels terecht konden komen. Maar het toxicologisch effect daarvan was niet bekend. Ook was het niet bekend wat voor reacties dit op het lichaam teweeg zou brengen, bij wie en hoe ernstig die dan zouden zijn. Kortom in de periode 2004-2009 was het niet bekend dat de vrijkomende metaaldeeltjes tot gezondheidsschade zou leiden. In die relevante periode waren de MoM-heupprothesen ‘state of the art’ en dus niet gebrekkig. De eventuele bekende nadelen van het gebruik ervan wogen niet op tegen de voordelen die een dergelijke prothese eveneens biedt werden voor lief genomen.

Periode na 2009

In de loop van de tijd, na 2009, is geleidelijk aan meer bekend geworden over de aard en de ernst van de problemen die konden optreden bij MoM-prothesen. Geleidelijk aan lijkt de overtuiging te zijn ontstaan dat in ieder geval voor de meeste patiënten de risico’s op complicaties bij plaatsing van MoM-prothesen niet opwegen tegen de voordelen. Daarbij lijkt mede een rol te hebben gespeeld dat een alternatief product toen sterk verbeterd was: de MoP-prothesen, metal on polythylene. Deze prothesen zijn in de loop van de tijd veel beter gaan presteren doordat de kwaliteit van het kunststof sterk is verbeterd. De MoM-heupprothesen hebben een dergelijke ontwikkeling niet doorgemaakt. Dit neemt echter niet weg dat de MoM prothesen tussen 2004 en 2009 state of the art waren. De vordering wordt aldus afgewezen. De eisers worden veroordeeld in de proceskosten van bijna € 90.000,00.

Conclusie

Bij de beoordeling of een medisch hulpmiddel gebrekkig is, is het dus van belang te kijken naar de stand van de wetenschap op het moment van het op de markt brengen van het medisch hulpmiddel. Dit vergt veel specialistisch onderzoek [door deskundigen] en kan uiteindelijk na zoveel jaar tot negatieve resultaten voor de patiënten leiden. Mogelijk volgt nog hoger beroep.
Gehele uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2023:5214
Zie ook ECLI:NL:HR:2021:1172
Edith de Koning [post_title] => Claim patiënten vanwege gebrekkige heupprothese [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => claim-patienten-vanwege-gebrekkige-heupprothese [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-06 15:03:35 [post_modified_gmt] => 2023-07-06 13:03:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37081 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 37073 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-07-06 12:08:51 [post_date_gmt] => 2023-07-06 10:08:51 [post_content] => Een vof kan bij haar inschrijving op een aanbesteding volstaan met één ingevuld en ondertekend UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) als zij de opdracht gaat uitvoeren met eigen middelen. Maar wat zijn ‘eigen middelen’? Hier het antwoord.

Inleiding   

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in 2021 zogenaamde ‘prejudiciële vragen’ gesteld aan het Hof van Justitie EU (HvJ EU) over de vraag wanneer een vof kan volstaan met één eigen UEA en wanneer ook de vennoten van de vof een eigen UEA moeten indienen. In een eerdere bijdrage is op de beantwoording door het HvJ EU ingegaan.

UEA en vof

Het antwoord van het HvJ EU komt er kortgezegd op neer dat een vof alleen het eigen UEA hoeft in te dienen wanneer de vof voornemens is individueel aan de aanbesteding deel te nemen of de inschrijving in te dienen en aantoont dat zij de betrokken opdracht met uitsluitend eigen personeel en materieel kan uitvoeren, dat wil zeggen met de middelen die haar gezamenlijke vennoten overeenkomstig de vennootschapsovereenkomst aan haar hebben overgedragen en waarover zij vrijelijk kan beschikken.

Eigen middelen

Uit de vervolguitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 27 juni 2023 volgt dat uit de overweging van het HvJ EU dat de inschrijver aantoont dat zij de betrokken opdracht met uitsluitend eigen personeel en materieel kan uitvoeren, niet volgt dat een inschrijver steeds het materieel dat voor het uitvoeren van de opdracht nodig is, in eigendom moet hebben. Voor het met uitsluitend eigen personeel en materieel uitvoeren van de opdracht volstaat dat de inschrijver de overeenkomst kan uitvoeren met middelen (personeel en materieel) waarover zij vrijelijk kan beschikken. Een inschrijver beschikt niet alleen vrijelijk over materieel wanneer het in eigendom is, maar bijvoorbeeld ook wanneer het materieel op eigen draagkracht (zonder voor de financiering daarvan afhankelijk te zijn van derden) wordt gehuurd of geleased. In dat geval volstaat dus één UEA.

Conclusie

Het materieel waarover de vof vrijelijk de beschikking heeft, hoeft de vof dus niet in eigendom te hebben. Het materieel kan ook gehuurd of geleased worden. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dus wel dat het huren of leasen door de vof op eigen draagkracht gebeurt. Zodra de vof voor de financiering van het te huren/leasen ’eigen materieel’ afhankelijk is van de financiering door de vennoten, is sprake van een beroep op de draagkracht van de vennoten en moet de vof niet alleen haar eigen UEA indienen maar moet ook die van de vennoten. Bij twijfel of de vof toch niet mogelijk geacht wordt een beroep te doen op de draagkracht van vennoten, wordt er goed aan gedaan om zekerheidshalve ook een UEA van elk van de vennoten in te dienen bij de inschrijving als vof op een aanbesteding. Rik Wevers 2 [post_title] => Het UEA bij inschrijven als vof en het vrijelijk beschikken over eigen materieel [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-uea-bij-inschrijven-als-vof-en-het-vrijelijk-beschikken-over-eigen-materieel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-06 13:13:59 [post_modified_gmt] => 2023-07-06 11:13:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37073 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 37067 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-07-06 10:58:36 [post_date_gmt] => 2023-07-06 08:58:36 [post_content] => De ouderenzorg staat voor aanzienlijke uitdagingen om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg van een steeds groter wordende groep ouderen. De zorg voor ouderen dreigt namelijk onbetaalbaar te worden. In dit artikel bespreek ik de recente ontwikkelingen in de ouderenzorg, waarbij verpleeghuizen hebben gereageerd op het nieuwe inkoopbeleid en de geconstateerde belemmeringen. Bovendien zal ik ook de voorgestelde oplossingen belichten die zijn voorgesteld door verschillende belanghebbenden.

Massaal protest tegen nieuw inkoopkader

Het nieuwe inkoopbeleid binnen de Wlz heeft geleid tot een massaal protest van verpleeghuizen in alle zorgkantoorregio's. Deze zorgorganisaties hebben vragen gesteld en bezwaar gemaakt, omdat ze het inkoopkader zien als een bedreiging voor toekomstbestendige ouderenzorg. Ze zijn van mening dat de voorgestelde maatregelen onvoldoende rekening houden met de complexe zorgbehoeften van ouderen en de werkelijke kosten van het leveren van kwalitatieve zorg. Een belangrijk punt van zorg is het richttariefpercentage, dat door veel zorgorganisaties als ontoereikend wordt beschouwd. Dit percentage wordt gebruikt als leidraad bij het bepalen van prijzen en tarieven. De zorgorganisaties vrezen dat dit tariefpercentage niet kostendekkend is voor een groot deel van de sector, wat kan leiden tot financiële tekorten. ActiZ, de branchevereniging van zorgorganisaties, heeft herhaaldelijk gewezen op de onverantwoorde aard van het nieuwe Wlz-inkoopbeleid. Ze benadrukt dat de stapeling van financiële maatregelen zo groot is dat het de continuïteit en kwaliteit van de zorg in gevaar brengt. Het is duidelijk dat de voorgestelde bezuinigingen en besparingen een te grote last vormen voor zorgorganisaties, vooral in deze periode van transformatie waarin de zorg voor ouderen moet worden veranderd en verbeterd. Ouderenzorg

Advies van de Raad van Ouderen

De zorgen en frustraties van zorgorganisaties worden breed gedragen, en ook de Raad van Ouderen heeft gewaarschuwd dat een groeiende groep ouderen tussen wal en schip dreigt te vallen. In hun rapport adviseert zij structurele investeringen in de langdurige zorg door middel van hogere tarieven. Ze benadrukt de urgentie van deze investeringen, gezien de vergrijzing en de naderende pensionering van een groot aantal zorgmedewerkers in de komende tien jaar.

Mogelijke oplossingen

Het massale protest tegen het nieuwe inkoopkader binnen de Wlz illustreert de dringende behoefte aan oplossingen die de geconstateerde belemmeringen in de ouderenzorg aanpakken. Verschillende belanghebbenden hebben suggesties gedaan om de situatie te verbeteren en de continuïteit en kwaliteit van zorg te waarborgen.
  • Structurele investeringen in de langdurige zorg: De Raad van Ouderen heeft in haar rapport geadviseerd om structureel meer te investeren in de langdurige zorg door middel van hogere tarieven. Deze investeringen zijn nodig om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg, met name gezien de vergrijzing en het feit dat een aanzienlijk deel van de zorgmedewerkers de komende jaren met pensioen zal gaan. Door middel van hogere tarieven kan er meer financiële ruimte gecreëerd worden voor zorgorganisaties, zodat zij het benodigde personeel kunnen aantrekken en behouden en de meest kwetsbare ouderen de zorg kunnen blijven bieden die zij nodig hebben.
  • Verbetering van samenwerking en afstemming: Een andere mogelijke oplossing is het bevorderen van een betere samenwerking en afstemming tussen zorginstellingen, beleidsmakers, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden. Door gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van een beleid dat rekening houdt met de complexe zorgbehoeften van ouderen en de werkelijke kosten van zorg, kunnen er betere resultaten worden behaald. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen hun expertise en ervaring bundelen om tot doordachte oplossingen te komen die de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg verbeteren.
  • Investeren in ondersteuning en perspectief voor zorgmedewerkers: Om te kunnen blijven voldoen aan de zorgbehoeften van ouderen, is het essentieel om te investeren in ondersteuning en perspectief voor zorgmedewerkers. Dit kan onder meer worden bereikt door het bieden van opleidingsmogelijkheden, het verbeteren van arbeidsvoorwaarden en het stimuleren van loopbaanontwikkeling. Door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en carrièremogelijkheden, kan de sector aantrekkelijk blijven voor zorgprofessionals en kunnen zij gemotiveerd worden om zich in te zetten voor de zorg van ouderen.
Alleen door samen te werken en naar elkaar te luisteren, kunnen de uitdagingen in de ouderenzorg aangepakt worden en streven naar een toekomst waarin hoogwaardige zorg voor ouderen gegarandeerd is.

Hoe kunnen wij u helpen?

Wij kunnen zorginstellingen adviseren over de juridische aspecten van het nieuwe inkoopbeleid en de mogelijke gevolgen ervan. Wij kunnen u als zorgorganisatie informeren over uw rechten en plichten en helpen bij het begrijpen van de complexe regelgeving en contractuele verplichtingen. U kunt ons betrekken bij contractonderhandelingen tussen zorginstellingen en zorgverzekeraars of andere partijen. Wij kunnen ervoor zorgen dat de belangen van de zorginstellingen adequaat worden vertegenwoordigd en dat er evenwichtige contractvoorwaarden worden opgesteld die rekening houden met de financiële en operationele uitdagingen waarmee zorginstellingen te maken hebben. Ook kunnen wij u ondersteunen bij het waarborgen van compliance met relevante wet- en regelgeving in de ouderenzorg. Wij kunnen helpen bij het identificeren en beheersen van juridische risico's, het opstellen van interne beleidslijnen en procedures, en het zorgen voor naleving van kwaliteits- en veiligheidsnormen.

Conclusie:

Het massale protest tegen het nieuwe inkoopbeleid binnen de Wlz en de gedeelde zorgen van zorgorganisaties onderstrepen de dringende behoefte aan oplossingen. Alleen door gezamenlijke inspanningen kunnen we streven naar een toekomstbestendige ouderenzorg die kwalitatieve zorg blijft bieden aan onze vergrijzende samenleving. Wij kunnen uw belangen behartigen en ervoor zorgen dat uw stem gehoord wordt. Heeft u vragen over het inkoopbeleid van de Wlz? Of heeft u een andere vraag? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers! Jody Esveldt 1 [post_title] => De ouderenzorg in crisis: uitdagingen en mogelijke oplossingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-ouderenzorg-in-crisis-uitdagingen-en-mogelijk-oplossingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-12 11:15:38 [post_modified_gmt] => 2023-07-12 09:15:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37067 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 37060 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-07-06 09:20:33 [post_date_gmt] => 2023-07-06 07:20:33 [post_content] =>

Inleiding

Eén van de bekendere merken op het gebied van sportartikelen is misschien wel Hummel. De producten van Hummel worden gekenmerkt door het gebruik van een dubbel chevron-teken. Onlangs trok dit dubbel chevron-teken van Hummel ook juridische aandacht. De Kamer van Beroep (hierna: de Kamer) van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO) moest immers beoordelen of kleurverandering ervoor zorgde dat van normaal gebruik niet langer sprake was. In deze blog lees je meer over het normaal gebruik van een merk en de beoordeling van de Kamer in deze kwestie.

Normaal gebruik

In deze kwestie stond onder meer het normaal gebruik centraal, maar wat houdt dat precies in? Op het moment dat een merkregistratie voltooid is, kan de merkhouder niet zomaar achterover gaan leunen. Het is namelijk aan de merkhouder om zijn merk binnen 5 jaar normaal te gebruiken voor de waren en diensten waar het merk bescherming voor geniet. Volgens vaste rechtspraak is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het, overeenkomstig zijn wezenlijke functie, wordt gebruikt. Dat wil zeggen voor het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, met als doel voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden. Het enkel symbolisch gebruiken van een merk, om de aan het merk verbonden rechten te behouden, valt hier niet onder.[1] Of sprake is van normaal gebruik, wordt beoordeeld aan de concrete omstandigheden van het geval. Indien een merk niet normaal gebruikt wordt binnen 5 jaar na inschrijving, kan een merk vervallen worden verklaard. Op grond van het normale gebruik diende de wederpartij in de onderhavige kwestie, Barry's Bootcamp Holdings LLC, een vordering tot vervallenverklaring in.

De feiten in de Hummel-zaak

Hummel is houdster van het volgende internationale beeldmerk: Dit merk is sinds 2006 ingeschreven voor verschillende goederen en diensten. Naar aanleiding van de ingestelde vordering heeft het EUIPO in eerste instantie geoordeeld dat normaal gebruik was bewezen voor de volgende goederen:
  • Tassen voor sport (klasse 18);
  • Sportkleding, -schoeisel en -hoofddeksels, vrijetijdskleding, -schoeisel en -hoofddeksels en modieuze kleding, schoeisel en hoofddeksels (klasse 25);
  • Ballen voor sport en spel (klasse 28).
De wederpartij nam hier echter geen genoegen mee en is vervolgens in beroep gegaan. Hierbij werd onder meer aangevoerd dat het beeldmerk van Hummel is geregistreerd in het zwart op een witte achtergrond, maar dat Hummel het teken vaak gebruikt in het wit op een zwarte of anderszins gekleurde achtergrond. Daarbij voerde de wederpartij aan dat het beeldmerk van Hummel een gering inherent onderscheidend vermogen heeft, waardoor deze kleurwijziging van negatieve invloed was op het normale gebruik.

Beoordeling van de Kamer

De wederpartij kreeg echter niet het antwoord waar zij op gehoopt had. De Kamer begint jurisprudentie over soortgelijke merken te herhalen, en deze tegen de onderhavige kwestie aan te houden. Daarbij komt zij tot de conclusie dat de wezenlijke kenmerken van het zwart-op-wit merk van Hummel nog steeds aanwezig zijn bij de wit-op-zwart wijze van gebruik. Hierdoor verandert dit laatste gebruik het onderscheidend vermogen van het geregistreerde beeldmerk niet. Om dit standpunt kracht bij te zetten, zoekt de Kamer tevens aansluiting bij de Gemeenschappelijke mededeling over de gemeenschappelijke praktijk van de mate van bescherming van zwart-witmerken. Dit document stelt dat een enkele wijziging van kleur het onderscheidend vermogen van een merk niet aantast, zolang:
  • de woord-/beeldelementen samenvallen en de belangrijkste onderscheidende elementen zijn,
  • het contrast van de tinten wordt gerespecteerd,
  • de kleur of kleurencombinatie op zichzelf geen onderscheidend vermogen bezit, en
  • de kleur niet een van de belangrijkste bijdragen levert aan het algehele onderscheidend vermogen van het merk.
De Kamer komt uiteindelijk tot de conclusie dat de twee chevrons de belangrijkste onderscheidende elementen van het merk zijn, het contrast behouden blijft en dat de zwart-witcombinatie op zichzelf geen onderscheidend element van het merk is. Het normale gebruik wordt dan ook niet doorbroken door de wijziging in kleurstelling bij het gebruik van het beeldmerk door Hummel.

Conclusie

Als je een beeld of woord-/beeldmerk inschrijft, is het dus van belang na te denken over de kleurstelling. Dit kan namelijk van invloed zijn op het moment dat je normaal gebruik van je merk moet aantonen. Heb je vragen over het normaal gebruik, of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op met één van onze specialisten.
[1] HvJ EG 11 maart 2003, zaak C-40/01, (Ansul/Ajax).
Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Normaal gebruik en veranderde kleurstelling: het chevronteken van Hummel [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => normaal-gebruik-en-veranderde-kleurstelling-het-chevronteken-van-hummel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-06 09:20:33 [post_modified_gmt] => 2023-07-06 07:20:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37060 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 37481 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-07-05 16:15:51 [post_date_gmt] => 2023-07-05 14:15:51 [post_content] => De MDR heeft voornamelijk bepalingen die zien op verplichtingen voor de fabrikant van een medisch hulpmiddel. In eerdere artikelen van deze blogreeks hebben wij hierbij stilgestaan. In dit artikel focussen we op de verplichtingen voor zorgverleners. Een zorgverlener heeft namelijk ook verplichtingen onder de MDR, met als belangrijkste verplichting de vigilantie. Vooral zorgverleners die betrokken zijn bij het voorschrijven, aanpassen of gebruiken van medische hulpmiddelen moeten zich bewust zijn van deze verplichtingen.

Op de hoogte blijven

Allereerst moet een zorgverlener op de hoogte zijn van de classificatie van het medisch hulpmiddel. Deze is terug te vinden in de EUDAMED database. Zorgverleners kunnen in de database terugvinden welke regels en procedures van toepassing zijn op het hulpmiddel dat ze gebruiken of voorschrijven. De zorgverlener moet erop kunnen vertrouwen dat de hulpmiddelen voldoen aan de eisen die de MDR stelt. Voor het identificeren van hulpmiddelen en het aanpakken van eventuele problemen moet de zorgverlener het EUDAMED weten te vinden en raadplegen.

Vigilantiemelding

Vigilantie gaat over de activiteiten die horen bij het opsporen, beoordelen, begrijpen en voorkomen van schadelijke bijwerkingen van medische hulpmiddelen. Vigilantie is een onderdeel van post-market surveillance. Zorgverleners zijn verplicht om incidenten die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van medische hulpmiddelen nauwkeurig uit te zoeken en te melden. Ook incidenten waarbij een risico is voorkomen doordat de zorgverlener alert was, moet worden gemeld.

Samenwerken met fabrikanten

Zorgverleners moeten ervoor zorgen dat zij alleen hulpmiddelen gebruiken die voldoen aan de MDR. Het is daarom aan te bevelen dat zorgverleners nauw samenwerken met fabrikanten, om er zeker van te zijn dat de hulpmiddelen die zij gebruiken veilig en effectief zijn. Door samen te werken kunnen zorgverleners feedback geven over de prestaties en eventuele problemen. Dit kan bijdragen aan de veiligheid en kwaliteit van het hulpmiddel en uiteindelijk leiden tot betere patiëntenzorg.

Conclusie

De MDR ziet voornamelijk op verplichtingen voor de fabrikant. Voor een fabrikant is het echter essentieel dat problemen en risico’s uit de praktijk aan de fabrikant terug worden gekoppeld. De zorgverlener heeft hier onder andere een grote verantwoordelijkheid in en kan daarmee bij dragen aan de kwaliteit van de zorg.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 

Intro: Navigeren door de MDR - flowchart 
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig? 
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid 
Artikel 4: EUDAMED 
Artikel 6: Overgangsperioden
Jody Esveldt   [post_title] => Wat betekent de MDR voor zorgverleners? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wat-betekent-de-mdr-voor-zorgverleners [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-16 11:29:12 [post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:29:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37481 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 36998 [post_author] => 2 [post_date] => 2023-06-30 08:30:34 [post_date_gmt] => 2023-06-30 06:30:34 [post_content] => Verhuurders maken in de praktijk vaak gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten om zelfstandige woonruimten voor maximaal twee jaar en onzelfstandige woonruimten voor maximaal vijf te kunnen verhuren, zonder dat huurders huurbescherming genieten. Het grote voordeel van deze huurovereenkomsten is namelijk dat deze na afloop van de looptijd van rechtswege eindigen. De wetgever heeft de wens geuit om de in 2016 ingevoerde mogelijkheid om tot tijdelijke verhuur over te gaan, weer af te schaffen. Lees hier het artikel van Robin de Hoon en Michael de Marco. Tijdelijke woningverhuur beperkt Mocht u hierover vragen hebben, neem dan gerust contact op met één van onze specialisten. Kim Albert nieuw 1 [post_title] => Mogelijkheid tijdelijke woninghuur wordt beperkt [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mogelijkheid-tijdelijke-woninghuur-wordt-beperkt [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-30 08:30:34 [post_modified_gmt] => 2023-06-30 06:30:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36998 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 36980 [post_author] => 26 [post_date] => 2023-06-29 12:25:08 [post_date_gmt] => 2023-06-29 10:25:08 [post_content] => In een tijdperk waarin cybercriminaliteit en datalekken steeds vaker voorkomen, is het waarborgen van de cybersecurity in zorginstellingen essentieel. In een eerder artikel schreven we al over de datalekkenrapportage van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Maar liefst 41% van deze datalekken zijn afkomstig van ziekenhuizen en andere zorginstellingen. De zorgsector is verreweg het vaakst slachtoffer van cyberaanvallen. De vertrouwelijke gegevens van patiënten en de continuïteit van zorginstellingen staan hiermee op het spel. Dit artikel onderzoekt de uitdagingen waarmee zorginstellingen worden geconfronteerd, de gevolgen van cyberaanvallen en biedt waardevolle tips en oplossingen om de beveiliging te versterken.

Uitdagingen op het gebied van cybersecurity in de zorg

Resultaten van onderzoek wijzen op een laag kennisniveau van cybersecurity onder de medewerkers van zorginstellingen. Het gevaar kan in een klein hoekje liggen als een medewerker een phishing-mail niet weet te herkennen. Bewustwording en training zijn essentieel om risico’s van menselijke fouten en phishing-aanvallen te verminderen. Een andere grote uitdaging zijn het toenemende aantal doelgerichte cyberaanvallen. Dit komt omdat de zorg voor cybercriminelen verreweg het interessantste doelwit is. De medische persoonsgegevens die hiermee verworven kunnen worden zijn behoorlijk veel geld waard. Zorginstellingen worden vaak geconfronteerd met budgetbeperkingen en moeten prioriteit geven aan verschillende investeringen, waaronder cybersecurity. Het verkrijgen van voldoende middelen en het vinden van een balans tussen investeringen in technologie, personeel en beveiligingsmaatregelen is voor veel zorginstellingen een grote uitdaging.

Gevolgen van cyberaanvallen in de zorg

Datalekken kunnen leiden tot het ongeautoriseerd verkrijgen, wijzigen of verwijderen van gevoelige gegevens zoals medische dossiers. Dit leidt tot ernstige gevolgen voor patiëntveiligheid en privacy. Daarnaast kan het zorgen voor operationele verstoringen. Dat zal de aandacht afleiden van essentiële zorgtaken. Dit kan leiden tot omzetverlies, reputatieschade en moeilijkheden bij het aangaan van nieuwe relaties. Ook de patiëntenzorg kan aangetast worden. Door middel van een cyberaanval op een medisch hulpmiddel kan deze tijdelijk niet bereikbaar zijn, de verkeerde behandeling afgeven of kan het zelfs gebeuren dat een alarm niet afgaat wanneer dat wel af had moeten gaan.

Maatregelen om cybersecurity te versterken

Allereerst is het goed om te investeren in bewustwording en training voor alle medewerkers op alle niveaus binnen de organisatie. Training op het gebied van cybersecurity kan namelijk het risico op menselijke fouten verminderen. Daarnaast, door samen te werken met andere zorginstellingen, kunnen schaalvoordelen behaald worden in inkooponderhandelingen en kennisuitwisseling. Dit stelt zorginstellingen in staat om sterker te staan in het overleg met de private sector en een gezamenlijke aanpak te hanteren. In plaats van grote eenmalige investeringen in hard- en softwaresystemen, kunnen zorginstellingen overwegen om een abonnementsmodel te hanteren. Dit zorgt ervoor dat zorginstellingen een beter inzicht krijgen in vaste kosten en worden de financiële lasten van grote investeringen vermeden. Voer ook regelmatig checks uit om te zien hoe het ervoor staat met de cybersecurity van uw zorginstelling. Wanneer is voor de laatste keer op een datalek gecontroleerd? Bent u al op de hoogte van de nieuwe regels omtrent gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders? Voldoet uw digitale dienstverlening? Heeft u al eens een penetration test (pen test) uit laten voeren?

Conclusie

In een tijd waarin zorginstellingen steeds vaker het doelwit zijn van cyberaanvallen, is het essentieel om de cybersecurity te versterken. Door bewustwording, training, samenwerking en strategische investeringen kunnen zorginstellingen de gevolgen van cyberaanvallen verminderen en de bescherming van gevoelige gegevens waarborgen. Bij BG.legal denken we graag met u mee over hoe om te gaan met het steeds veranderende landschap van cybersecurity in de zorg. Neem vandaag nog contact met ons op voor een eenmalige preventiescan en ontdek hoe wij uw zorginstelling kunnen helpen weerbaarder te worden tegen cybersecurity-incidenten. Bekijk hier de folder cybersecurity check, of neem direct contact op met een van onze specialisten voor een vrijblijvend gesprek over cybersecurity. Jody Esveldt 1

Jody Esveldt

    [post_title] => Cybersecurity in Zorginstellingen: de meest gehackte sector van Nederland [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => cybersecurity-in-zorginstellingen-de-meest-gehackte-sector-van-nederland [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 12:25:25 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 10:25:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36980 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 36988 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-06-28 09:26:54 [post_date_gmt] => 2023-06-28 07:26:54 [post_content] => De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout in het prijsindexcijfer voor materiële kosten, dat werd verstrekt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS).

Fout bij de prijsindexering

De fout in het prijsindexcijfer heeft invloed op alle gereguleerde tarieven, budgetten, beschikbaarheidbijdragen en beleidsregelwaarden die door de NZa worden vastgesteld voor het komende jaar. De tarieven en beleidsregelwaarden zullen nu op basis van het nieuwe, correcte percentage worden gecorrigeerd en naar beneden bijgesteld. Het effect van deze correctie zal per zorgsector verschillen omdat de materiële kosten per sector verschillen. Onderdelen zoals loon, prijs en kapitaal wegen verschillend mee in het tarief. De NZa zal de betreffende sectoren op de gebruikelijke wijze informeren over deze veranderingen. Daarnaast zal de NZa de vergoedingsbedragen van de beschikbaarheidbijdragen voor het jaar 2023 herberekenen en naar beneden bijstellen. Jaarlijks worden de beschikbaarheidbijdragen op basis van het definitieve indexpercentage berekend. Aangezien het indexpercentage voor 2023 is aangepast, zullen ook de vergoedingsbedragen worden herzien.

De taak van de NZa

De NZa heeft als taak om de marktwerking, kwaliteit en toegankelijkheid in de zorg te bevorderen en te bewaken. Dit omvat het controleren van concurrentieverhoudingen, het voorkomen van marktmisbruik en het bevorderen van eerlijke concurrentie. De NZa kan maximumtarieven stellen met de doelstelling om de kosten in de zorg te beheersen en te voorkomen dat er buitensporig hoge tarieven worden gevraagd door zorginstellingen. Om de tarieven in de zorg te uniformeren en transparant te maken stelt de NZa prestatiebeschrijvingen op. Deze bevatten de omschrijving van de geleverde zorg en de bijbehorende tarieven. Tot slot houdt de NZa ook rekening met kosteninflatie en marktontwikkelingen door middel van prijsindexering. Aan de hand van deze indexering worden de tarieven jaarlijks aangepast. De aangepaste indexering zal voor 1 juli worden aangepast en ook rond die tijd worden bekendgemaakt.

Tariefonderhandelingen

In sommige gevallen kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gezamenlijk tariefafspraken maken. Dit gebeurt vaak in de vorm van contractonderhandelingen, waarbij beide partijen proberen overeenstemming te bereiken over de vergoedingen voor geleverde zorg. Over de problemen rondom de zorginkoop hebben we al eerder een artikel geschreven.

Conclusie

Het is van essentieel belang voor zorginstellingen om op de hoogte te zijn van de correctie van zorgtarieven voor 2024 door de NZa. Het kan nodig zijn om de tarieven in uw financiële planning en contractuele afspraken met leveranciers aan te passen. Wees erop voorbereid dat de tarieven naar verwachting naar beneden worden bijgesteld, met variaties afhankelijk van de betreffende zorgsector. Heeft u vragen over de zorginkoop? Of heeft u een andere juridische kwestie? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Correctie zorgtarieven voor 2024 door NZa na fout in prijsindexcijfer [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => correctie-zorgtarieven-voor-2024-door-nza-na-fout-in-prijsindexcijfer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-28 09:26:54 [post_modified_gmt] => 2023-06-28 07:26:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36988 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 37135 [post_author] => 71 [post_date] => 2023-07-11 12:08:56 [post_date_gmt] => 2023-07-11 10:08:56 [post_content] => De afgelopen tijd is er in de media en in de politiek discussie geweest over het aanpassen van boeken: in onder andere boeken van Agatha Christie, Roald Dahl en Ian Fleming (schrijver van James Bond) zijn teksten aangepast om beter binnen de huidige tijdsgeest te passen. Hoewel er pas de laatste tijd discussie over is ontstaan, is dit een fenomeen dat zich al veel langer voordoet. De discussie ontstond vooral op sociaal gebied, maar dit voorjaar kwam ook een juridisch aspect aan bod vanwege een ingediende motie bij de Tweede Kamer: het auteursrecht. Een van de vragen in de motie was of er mogelijk beschermingsconstructies waren voor boeken waarvan de auteurs niet meer in leven zijn, zoals auteursrecht. In het antwoord op de vraag wordt mooi uitgelegd wat er met een beschermd werk mag gebeuren na de dood van de maker op grond van het auteursrecht. In deze blog leg ik uit , zodat jij ook beter snapt, waarom deze postume aanpassingen auteursrechtelijk gezien wèl kunnen.

Auteursrecht

Het auteursrecht bestaat uit twee delen: de exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten. De exploitatierechten gaan over het openbaar maken van een werk aan het publiek en het kopiëren van een werk. De persoonlijkheidsrechten worden ook wel morele rechten genoemd en hebben te maken met de relatie tussen de maker en zijn werk. Hierbij kan gedacht worden  aan naamsvermelding en aanpassingen aan het werk. Het zal je hieruit waarschijnlijk al duidelijk zijn dat het postuum aanpassen van teksten onder de morele rechten vallen.

Exploitatierechten

Dit verschil is ook van belang als de maker-rechthebbende overlijdt. Exploitatierechten kunnen namelijk overgaan op een ander (per akte). De maker kan op deze manier regelen dat de exploitatierechten na zijn dood overgaan op een andere partij. Regelt hij niets, dan gaan de exploitatierechten automatisch over op de erfgenamen. Hoe dan ook vervalt het auteursrecht 70 jaar na het eerste jaar van de dood van de maker en belandt het werk daarna in het publiek domein.

Persoonlijkheidsrechten

Persoonlijkheidsrechten kunnen niet zomaar overgaan op een ander. Deze blijven altijd bij de maker, ook als je met iemand overeenkomt dat diegene voortaanrechthebbende is van het auteursrecht op jouw werk. Sterker nog: ook als je je auteursrecht hebt overgedragen, mag je nog – binnen de grenzen van wat redelijk is – aanpassingen maken aan je werk. Deze persoonlijkheidsrechten gaan bij overlijden van de maker ook niet automatisch over op erfgenamen. Dit kan alleen geregeld worden via een uiterste wilsbeschikking, in dit geval een testament, of een codicil. Op het moment dat dit wordt nagelaten, vervallen de persoonlijkheidsrechten na het overlijden. Dit laatste is bij maar weinig mensen bekend, waardoor persoonlijkheidsrechten bijna altijd vervallen bij het overlijden van de maker van een werk.

Conclusie

Kortgezegd zijn er auteursrechtelijk gezien in ieder geval twee redenen denkbaar waarom ook na het overlijden van de maker diens werk kan worden aangepast, binnen de grenzen van wat redelijk is: 1) de persoonlijkheidsrechten zijn komen te vervallen en het werk bevindt zich in het publiek domein, of 2) de persoonlijkheidsrechten zijn bij wilsbeschikking overgegaan op een ander, die besluit het werk aan te passen Er ontstaat na iemands overlijden wel vaker discussie over wat er wel en niet mag worden gedaan met diens creatieve scheppingen. Nog afgezien van de vraag wie eventueel rechthebbenden zijn van het werk van de gestorven persoon, is het ook belangrijk om te weten wát je rechten dan zijn. Vragen over het auteursrecht? Neem contact op met onze experts! Yvonne Vetjens 1 [post_title] => De overleden maker en het auteursrecht op zijn werk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-overleden-maker-en-het-auteursrecht-op-zijn-werk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-07-11 12:08:56 [post_modified_gmt] => 2023-07-11 10:08:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37135 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1349 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => dbe027680699014b84092ac1b14274e3 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De afgelopen tijd is er in de media en in de politiek discussie geweest over het aanpassen van boeken: in onder andere boeken van Agatha Christie, Roald Dahl en Ian...
Lees meer
Huurster had een gedeelte van een pand gehuurd. Het betrof een kamer met keuken en een slaapzolder, die via een vlizotrap bereikbaar was. Huurster valt ‘s-nachts door het onbeschermde trapgat...
Lees meer
Bij diverse patiënten zijn Metal on Metal heupprothesen [MoM] geplaatst. Deze zijn geproduceerd of in het verkeer gebracht door Biomet. De heupprothesen zouden tot gezondheidsklachten leiden. De betrokken patiënten houden...
Lees meer
Een vof kan bij haar inschrijving op een aanbesteding volstaan met één ingevuld en ondertekend UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) als zij de opdracht gaat uitvoeren met eigen middelen. Maar wat...
Lees meer
De ouderenzorg staat voor aanzienlijke uitdagingen om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg van een steeds groter wordende groep ouderen. De zorg voor ouderen dreigt namelijk onbetaalbaar...
Lees meer
Inleiding Eén van de bekendere merken op het gebied van sportartikelen is misschien wel Hummel. De producten van Hummel worden gekenmerkt door het gebruik van een dubbel chevron-teken. Onlangs trok...
Lees meer
De MDR heeft voornamelijk bepalingen die zien op verplichtingen voor de fabrikant van een medisch hulpmiddel. In eerdere artikelen van deze blogreeks hebben wij hierbij stilgestaan. In dit artikel focussen...
Lees meer
Verhuurders maken in de praktijk vaak gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten om zelfstandige woonruimten voor maximaal twee jaar en onzelfstandige woonruimten voor maximaal vijf te kunnen verhuren, zonder dat huurders huurbescherming...
Lees meer
In een tijdperk waarin cybercriminaliteit en datalekken steeds vaker voorkomen, is het waarborgen van de cybersecurity in zorginstellingen essentieel. In een eerder artikel schreven we al over de datalekkenrapportage van...
Lees meer
De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout...
Lees meer