WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 21
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 21
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1439
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 200, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 40769
[post_author] => 84
[post_date] => 2023-12-15 10:00:19
[post_date_gmt] => 2023-12-15 09:00:19
[post_content] => Als je overweegt AI-gegenereerde afbeeldingen, zoals die van DALL-E of Midjourney, op je website te gebruiken, is het belangrijk om zowel de juridische als ethische kanten hiervan te begrijpen. In deze blog leggen we dit in eenvoudige termen uit.
Juridisch: Wie heeft er recht op?
Het auteursrecht regelt dat je iets niet zomaar mag kopiëren of gebruiken zonder toestemming. Je mag dus niet zomaar een afbeelding van een afbeelding op jouw website plaatsen. Bij AI-afbeeldingen is het soms onduidelijk wie de rechten heeft en van wie je de toestemming nodig hebt. Is het de maker van het AI-systeem, jijzelf als gebruiker of misschien wel niemand? Dat hangt van een aantal zaken af.
Specifieke en creatieve prompts: De mate waarin je creatief en specifiek bent in je prompts kan bijvoorbeeld een verschil maken. Het gaat er dus ook om hoe je het AI-systeem opdracht geeft met je woorden. Hoe origineler en specifieker je prompt, hoe unieker de afbeelding. Dit kan belangrijk zijn voor het claimen van auteursrecht, want het maakt de afbeelding meer 'van jou'. Bij genoeg creativiteit kan je de afbeelding dus mogelijk juridisch beschermen, maar de praktijk laat op dit moment zien dat dit niet snel het geval is. Op China na lijken alle rechtssystemen vast te houden aan de regel dat zonder daadwerkelijke menselijke tussenkomt, er geen sprake kan zijn van auteursrecht;
Eigen toevoegingen: Wanneer je zelf nog bewerkingen uitvoert op de afbeelding of er creatieve onderdelen aan toevoegt, neemt de kans op het krijgen van auteursrechtelijke bescherming op de door AI-gegenereerde afbeelding toe;
Regels van de AI-tool: Elke tool heeft zijn eigen regels en algemene voorwaarden. Lees deze goed door om te weten wat wel en niet mag;
Bestaande kunst: Als een AI iets maakt dat lijkt op bestaande kunst, kan dit problemen opleveren. Omdat kunstmatige intelligentie is getraind met bestaande data, bestaat de mogelijkheid dat jouw schijnbaar nieuwe afbeelding toch sterk lijkt op een al bestaande afbeelding. Dit hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar het is wel goed om hier rekening mee te houden.
Ethisch: Wat is fair?
Wees eerlijk: Vertel mensen dat je AI hebt gebruikt. Open zijn over het gebruik van
AI in je creaties is cruciaal. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en integriteit. Daarnaast voorkomt transparantie misverstanden onder je publiek over de oorsprong en het creatieve proces achter de afbeelding.
What’s next?
Het gebruik van
AI-kunst op je website is super interessant, maar brengt wat uitdagingen met zich mee. Wees je bewust van de regels en als je twijfelt, vraag dan advies aan een expert. Zo zorg je ervoor dat je de juiste keuzes maakt! Heb je nog vragen of twijfels over het gebruik van AI-afbeeldingen op je website? Neem geen risico's en zorg dat je aan de veilige kant staat. Onze juristen en advocaten zijn experts op dit gebied en helpen je graag verder met juridisch advies.
Voor meer info, lees vooral ook
onze blog AI, kunst & auteursrecht.

[post_title] => Afbeeldingen gemaakt met kunstmatige intelligentie op mijn website: mag dat?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => afbeeldingen-gemaakt-met-kunstmatige-intelligentie-op-mijn-website-mag-dat
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-01-11 15:36:12
[post_modified_gmt] => 2024-01-11 14:36:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40769
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 40187
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-12-14 11:36:12
[post_date_gmt] => 2023-12-14 10:36:12
[post_content] => Hoe kan ik mijn product beschermen? Een vraag die regelmatig voorkomt. Een product kan worden beschermd met verschillende intellectuele eigendomsrechten. Afhankelijk van de situatie kunnen er zelfs meerdere intellectuele eigendomsrechten van toepassing zijn. De meest voorkomende zijn het modellenrecht en het auteursrecht. Maar onder omstandigheden kan een product ook als een merkrecht worden beschermd.
Rechten voor product bescherming
Modellenrecht
Het
modellenrecht biedt bescherming tegen het uiterlijk (2D of 3D) van een concreet
voortbrengsel. Denk hierbij aan de vorm (2D of 3D), kleur, textuur en/of materiaal in combinatie met het
voortbrengsel. Het moet gaan om een voortbrengsel dat visueel kan worden waargenomen. Als het een complexer
voortbrengsel is, dus met (onder)delen, kunnen ook de onderdelen middels het modelrecht beschermd worden. Een
voortbrengsel is een door industriële of ambachtelijk wijze vervaardigd voorwerp. Het uiterlijk, de vormgeving zelf van een voortbrengsel wordt beschermd.
Om je product te beschermen met een modelrecht, moet jouw product nieuw zijn én een
eigen karakter hebben. Dus er mag
nooit een identieke (of in onbelangrijke details verschillend) model beschikbaar zijn geweest. Als dit wel het geval is, is jouw product niet meer nieuw. Hierbij is het niet van belang of een identiek product voor andere doeleinden is gemaakt.
Jouw product heeft een eigen karakter wanneer de
algemene indruk van jouw product verschilt met de
algemene indruk van een eerder ontstaan product voor het publiek. Dus er mag geen verwarring ontstaan tussen jouw product en het product(en) dat al bestaat. Technisch bepaalde elementen worden niet meegenomen in de beoordeling en worden ook niet beschermd.
Dus als je product nieuw is en een
eigen karakter heeft, kan je het beschermen door het te
registreren als een model. Het is ook mogelijk om een niet-geregistreerd modelrecht te verkrijgen. Dit recht ontstaat als je je product binnen de EU voor het publiek beschikbaar stelt, maar biedt beperktere bescherming.
Auteursrecht
Het auteursrecht biedt de maker van een
werk het recht om anderen te weerhouden dit
werk te openbaren en te verveelvoudigen. Een product beschermen met het auteursrecht komt vaak voor. Immers vallen onder een
werk ook tekeningen en modellen van nijverheid. In tegenstelling tot een modelrecht ontstaat een auteursrecht automatisch als het voldoet aan de vereiste van
eigen oorspronkelijk karakter en
de persoonlijke stempel van de maker.
Je product heeft een eigen oorspronkelijk karakter als het niet ontleend is aan de vorm van een ander
werk. Wanneer je product is ontstaan door jouw vrije en creatieve keuzes, draagt het ook de persoonlijke stempel van de maker. Wanneer is voldaan aan beide voorwaarden, wordt je product automatisch door het auteursrecht beschermd. Let op, als je product louter een technisch effect dient of de
vormgeving van je product is te banaal of triviaal, wordt het
niet beschermd met het auteursrecht.
Merkenrecht
Een product beschermen middels het
merkenrecht is mogelijk, mits het voldoet aan bepaalde voorwaarden. In tegenstelling tot het modellen en auteursrecht ligt de lat in het merkenrecht hoger. Ten eerste moet het onderscheidend zijn voor de waren en/of diensten waarvoor je het wil
registeren. Dit is een van de heikele punten. Immers, bij gebruiksproducten wil je dat specifieke product registreren. In dat geval zal het product beschrijvend zijn.
Een vorm kan in de volgende gevallen geen merk zijn:
- Vorm noodzakelijk om een technische uitkomst te verkrijgen.

- Vorm bepaald door de aard van de waar (als de specifieke vorm absoluut noodzakelijk is). Bijvoorbeeld een eierdoos.
- Vorm geeft een wezenlijke waarde aan de waar (als de vorm overheerst bij een aankoopbeslissing).
Een tweetal voorbeelden van vormmerken zijn de chocoladereep van Toblerone en de batterij van Duracell.

Welk recht moet je kiezen?
Welk intellectueel eigendomsrecht nu het meest geschikte is hangt af van de omstandigheden. Voldoet je product aan de voorwaarde om in aanmerking te komen voor een van de rechten? Wil je weten of dit het geval is, neem dan contact op met een van onze
specialisten.

[post_title] => Product beschermen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => product-beschermen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-14 11:45:14
[post_modified_gmt] => 2023-12-14 10:45:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40187
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 40147
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-12-13 14:05:24
[post_date_gmt] => 2023-12-13 13:05:24
[post_content] => Het Europees Parlement, de Lidstaten en de Europese Commissie hebben overeenstemming bereikt over de tekst van de nieuwe AI verordening (AI Act).
Wat staat er in de AI Act?
Verboden toepassingen
Een aantal
AI toepassingen zijn
verboden, zoals
- Het ongericht schrapen van gezichtsbeelden van internet of CCTV-beelden om gezichtsherkenningsdatabases te creëren. Dit omvat dus ook praktijken zoals die van Clearview AI.
- Emotieherkenning op de werkvloer en in onderwijsinstellingen. Met uitzonderingen zoals AI systemen die herkennen dat een chauffeur in slaap is gevallen.
- AI die wordt gebruikt om de kwetsbaarheden van mensen uit te buiten (vanwege hun leeftijd, handicap, sociale of economische situatie).
- AI systemen die op individuele basis het risico voorspellen op het in de toekomst plegen van misdaden (predictive policing software)
- Onder strikte voorwaarden wordt het toegestaan dat autoriteiten met realtime gezichtsherkenningssytemen in de publieke ruimte op zoek gaan naar personen. De lijst van misdrijven is groot en omvat terrorisme, mensenhandel, seksuele uitbuiting, moord, ontvoering, verkrachting, gewapende overval, deelname aan een criminele organisatie, milieucriminaliteit.
Hoog risico AI Act
AI systemen moeten worden ingedeeld in een
risico-categorie. Dit zal de leverancier/ontwikkelaar moeten doen op basis van het beoogd gebruik. De AI systemen die als hoog-risico worden geclassificeerd staan op een bijlage bij de AI act. Voor deze AI systemen zal een mensenrechten Impact Assessment (
IAMA) verplicht zijn. Deze verplichting geldt alleen voor overheidsinstanties en particuliere entiteiten die diensten van algemeen belang verlenen, zoals ziekenhuizen, scholen, banken en verzekeringsmaatschappijen.
De hoog-risico systemen moeten aan verplichtingen voldoen zoals een risico-management systeem, cyberveiligheid en menselijk toezicht.
Voor de meeste
AI systemen zal gelden dat door ‘self-assessment’ moet worden vastgesteld:
- Of een AI systeem valt onder het bereik van de AI verordening
- In welke risico-categorie een AI systeem valt
- Of een AI systeem voldoet aan de vereisten van die risico-categorie.
BG.legal werkt in een consortium aangevoerd door
LegalAIR, aan een
AI Compliance Check. Daarbij maken we ‘vage’ normen toetsbaar en meetbaar. We volgen daarvoor het werk van de standaardisatie instanties die hier aan werken.
General purpose AI systems
Voor deze AI systemen, zoals
ChatGPT, geldt dat zij transparant zullen moeten zijn over hoe zij voldoen aan de AI act. Dit omvat het verstrekken van technische documentatie, het respecteren van auteursrecht en het doen van een gedetailleerde opgave van al het materiaal dat is gebruikt voor het trainen van het model. En niet alleen door de provider van het GPAI systeem, maar ook door partijen die ergens in het ontwikkelproces hebben meegewerkt. Dus de hele keten.
AI regulatory sandbox
MKB bedrijven worden ondersteund bij de ontwikkeling van AI systemen die compliant zijn met de
AI act. Overheden moeten daarvoor gaan werken met de
AI regulatory sandbox. Dit is een afgesloten omgeving waarin (bepaalde aspecten van) een AI systeem, onder toezicht van een toezichthouder, getest kan worden. Een andere vorm is het “real-world-testing”. Noorwegen en de UK kennen dit instrument al. Hoe dit gaat werken moet nog concreet worden ingevuld. Zoals welke AI systemen in aanmerking komen, welke informatie moet worden gedeeld met de toezichthouder, welke informatie wordt later publiek gemaakt, is de toezichthouder bereid om constructief mee te denken om het AI systeem compliant te maken, etc.
Boetes
Aan het handelen in strijd met de AI act zijn hoge boetes verbonden. Er kunnen boetes worden opgelegd tot EUR 35 miljoen of 7% van de wereldwijde omzet.
Wanneer treedt de AI Act in werking?
De definitieve tekst zal nu vertaald moeten worden naar alle EU talen en worden aangenomen door
het Europees Parlement. Vervolgens zal de AI Act in werking treden twee jaar na de datum van publicatie. Maar een aantal verplichtingen zal al een jaar eerder van kracht zijn. Zoals verplichtingen voor hoog-risico AI systemen, powerful AI models, de instanties die conformity assessments uitvoeren en het governance hoofdstuk.
Wat betekent dit in de tussentijd?
Het zou niet verstandig zijn om te wachten tot over twee jaar.
Wat zouden ontwikkelaars van AI systemen moeten doen:
- Van hun AI systeem beoordelen, op basis van het beoogd gebruik, in welke risico-categorie het AI systeem valt.
- Beoordelen of het AI systeem voldoet aan de vereisten van die risico-categorie.
- Wanneer discussie mogelijk is over de vraag of het een verboden of hoog-risico categorie AI systeem is, dit laten vaststellen door een derde partij (AI risk assessment).
- Wanneer het een hoog-risico AI systeem is, voorbereiden dat het compliant zal zijn met de vereisten die de AI act stelt.
- Wanneer onduidelijk is hoe de AI act uitgelegd moet worden voor jouw AI systeem, of een bepaald aspect daarvan, overweeg je te melden voor een
AI regulatory sandbox of voor real-world-testing.
Wat zouden afnemers/gebruikers van AI systemen moeten doen:
- Inventariseer welke AI systemen je organisatie gebruikt. Vraag leveranciers van software of er AI is verwerkt in de software.
- Beoordeel vervolgens of AI systemen worden gebruikt die in de verboden of hoog-risico categorie vallen. Vraag zo nodig je leverancier van software om verklaringen/garanties dat er geen verboden en/of hoog-risico AI systemen worden ingezet.
- Wanneer je gebruik maakt van een verboden AI systeem, faseer dit uit. Ga op zoek naar alternatieven en beëindig het gebruik van dit AI systeem.
- Wanneer je gebruik maakt van een hoog-risico AI systeem, beoordeel of het AI systeem aan de vereisten voldoet. Daar waar het AI systeem niet aan een vereiste voldoet, zet een traject in gang om ervoor te zorgen dat het AI systeem aan de vereisten gaat voldoen. Leg deze verplichting zo mogelijk bij de leverancier van het AI systeem.
- Pas je inkoopvoorwaarden aan. Zorg dat een leverancier van hardware/software transparant is over de AI systemen die het wil gaan leveren en de risico-categorie waar het AI systeem in valt. Waarborg ook dat het AI systeem aan de vereisten blijft voldoen. De leverancier zou dit gedurende het gehele gebruik van het AI systeem moeten monitoren (post-market surveillance) en het AI systeem zo nodig aanpassen.
Hoe kunnen wij hierbij helpen?
Binnenkort komt de definitieve tekst beschikbaar van de AI act. Wij kunnen helpen bij de uitleg van de tekst. Wat wordt er bedoeld met ‘human oversight’? Wat valt wel of niet onder de definitie van Artificial Intelligence? Hoe ziet een self assessment eruit?
AI risk/impact assessment
Er zijn inmiddels verschillende assessments om de impact van een AI systeem in kaart te brengen. Per use-case, per sector kan een risk/impact assessment er anders uit zien. Zo zal een assessment voor een AI toepassing in de health sector er anders uit zien dan voor een AI toepassing in de vervoerssector. Wij kunnen helpen bij het vinden van een goed toepasbaar assessment. Wij kunnen dit ook helpen uitvoeren. Dat kunnen we doen via het LegalAIR consortium met partners die expert zijn op gebieden zoals data science, cyberveiligheid, data ethiek.
Impact Assessment Mensenrechten en Algoritme (IAMA)
Wij hebben ervaring met het uitvoeren van een IAMA. Een organisatie kan zelf een IAMA uitvoeren. De ervaring leert dat het handig is en efficiënter werkt wanneer een IAMA met een externe begeleider wordt uitgevoerd.
Met de komst van AI tools zoals ChatGPT en Midjourney, is het gebruik van AI toegankelijker en gemakkelijker geworden. Maar wie beslist over welke AI tools gebruikt mogen worden? En heeft een organisatie interne spelregels voor het gebruik mogen maken van dergelijke AI tools? Vraagt inkoop om informatie/garanties over de werking/ontwikkeling/compliance van AI tools?
Deze onderwerpen komen aan de orde in een
‘AI policy’. Dit is een document dat we maatwerk maken voor organisaties zodat er verantwoord gebruik gemaakt kan worden van AI in de organisatie.
Zoals een organisatie laat beoordelen of de bedrijfsvoering aan bepaalde ISO normen voldoet, zo kan een organisatie ook laten beoordelen of een AI systeem voldoet aan vereisten. Ook nu is er al wet- en regelgeving van toepassing op AI systemen. Denk aan privacy (AVG), mensenrechten (grondwet, Europees Handvest), mededinging, consumentenregelgeving, etc. Daar komt nu dus de AI act bij. Bij het in kaart brengen van risico’s verbonden aan een onderneming, hoort ook een onderzoek naar risico’s verbonden aan het gebruik van bepaalde AI systemen. Bijvoorbeeld in het kader van een due diligence bij een fusie/overname.
Wij bereiden organisaties voor op een AI audit, bijvoorbeeld een audit naar de auditregels van de non-profit organisatie
ForHumanity. Jos van der Wijst is FH auditor.
AI Act - BG.legal overview

Voor meer informatie: neem contact op met
Jos van der Wijst (wijst@bg.legal).

[post_title] => Overeenstemming over de AI Act
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => overeenstemming-over-de-ai-act
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-13 15:30:50
[post_modified_gmt] => 2023-12-13 14:30:50
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40147
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 40153
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-12-12 10:54:00
[post_date_gmt] => 2023-12-12 09:54:00
[post_content] => Per 1 juli 2022 stelde de zorginstelling een algeheel
verbod in voor roken zowel binnen in de gebouwen als buiten op haar terrein. Volgens de huisregels was er alleen een
verbod voor roken in de gebouwen. Een cliënt was het niet eens met het algehele rookverbod en diende een klacht in bij de klachtencommissie en later bij de rechter. Volgens cliënt werden de huisregels ten onrechte niet toegepast. De rechter heeft uitspraak gedaan op 30 november 2023.
Onderhavige Casus
Cliënt [en dus tevens klager] was gedwongen opgenomen in de betreffende zorginstelling en moest een tijd in de instelling verblijven. Door het algehele rookverbod wordt hij
gedwongen te stoppen met roken, terwijl hij dat niet wil en ook niet met dat doel is opgenomen in de instelling. Cliënt wil toestemming om te kunnen blijven roken.
De zorginstelling stelt zich op het standpunt dat zij het rookverbod volgens de wet moest instellen.
Klachtencommissie
De klachtencommissie verklaart zich onbevoegd om van de klacht kennis te nemen.
De cliënt stapt naar de rechter.
Rechtbank
De rechtbank doet
uitspraak op 30 november 2023 nadat de zaak door de Hoge Raad was terugverwezen naar de rechtbank. De rechtbank moest volgens de Hoge Raad het beleid wel toetsen.
Rechtbank oordeelt vervolgens dat voor de zorginstelling
geen wettelijke verplichting bestond om per 1 juli 2022 een algeheel rookverbod in te voeren. In de tabaks- en rookwarenwet staat namelijk dat de verplichting van een rookverbod niet geldt ‘in ruimten waar geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer’ en ‘in open lucht’.
Het betreft dus een eigen keuze van de zorginstelling. Onjuist is dan ook de stelling van de zorginstelling dat het algehele rookverbod dwingend voortvloeit uit de wet. En daarom het minder vergaande rookverbod van artikel 11 van de huisregels niet langer zou gelden.
Verder geldt dat in de
huisregels alleen regels kunnen worden opgenomen die noodzakelijk zijn voor ‘de ordelijke gang van zaken en de veiligheid’ binnen de accommodatie, aldus de rechtbank. De zorginstelling geeft aan dat het rookverbod dient om de gezondheid van cliënten, medewerkers en bezoekers te bevorderen. Volgens de rechtbank valt dit niet onder ‘de ordelijke gang van zaken en veiligheid. ‘ De zorginstelling heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat het algehele rookverbod noodzakelijk is voor de ordelijke gang van zaken en veiligheid, passend bij de doelgroep, aldus de rechtbank.
De klacht van [inmiddels ex-]cliënt is gegrond.
Schadevergoeding
Klager vordert nog een
schadevergoeding van € 1.000,00 voor het hem aangedane leed. Klager verblijft reeds geruime tijd in een andere instelling waardoor hij niet heeft kunnen profiteren van de gegrondverklaring van zijn klacht.
De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen o.a. nu de klager niet inzichtelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk schade heeft geleden door het algehele rookverbod.
Volledige uitspraak.

[post_title] => Mag een zorginstelling een algeheel rookverbod instellen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-een-zorginstelling-een-algeheel-rookverbod-instellen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-12 10:57:10
[post_modified_gmt] => 2023-12-12 09:57:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40153
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 40142
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-12-11 14:08:10
[post_date_gmt] => 2023-12-11 13:08:10
[post_content] => De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 6 december 2023 het advies vastgesteld over het wetsvoorstel voor verbetering van de beschikbaarheid van de jeugdzorg.
Inhoud voorstel
Het wetsvoorstel verplicht gemeenten tot
gezamenlijke regionale inkoop van specialistische jeugdzorg via jeugdregio’s. Dit gaat over kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en nog aan te wijzen vormen van gespecialiseerde jeugdhulp. Doel hiervan is te bevorderen dat deze vormen van
zorg altijd in voldoende mate beschikbaar zijn. Het voorstel maakt verder de landelijke inkoop van specialistische jeugdzorg mogelijk. In het voorstel worden ook eisen gesteld aan de toezichtstructuur en de financiële verantwoording voor aanbieders van jeugdhulp en gecertificeerde instellingen, die verantwoordelijk zijn voor kinderbescherming en jeugdreclassering. Daarnaast krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) taken op het terrein van de Jeugdwet zoals stelselonderzoek, vroegsignalering en toezicht.
Wat vindt de Afdeling advisering?
De Afdeling advisering ziet het voorstel als een eerste stap in de uitwerking van de zogenoemde
Hervormingsagenda Jeugd, waarin de regering maatregelen heeft opgenomen om het functioneren van het stelsel van jeugdzorg te verbeteren. Het belang van verplichte regionalisering en standaardisering wordt onderschreven. De Afdeling constateert echter ook dat gemeenten maar slechts beperkt invloed hebben op de instroom, uitstroom en inkoop(voorwaarden) van specialistische jeugdzorg. Daarom is het de vraag waarom de regering er in het wetsvoorstel niet voor heeft gekozen om deze zeer specialistische vormen van zorg vanuit het Rijk in te kopen en te financieren.
De Afdeling advisering vindt ook dat de regering meer duidelijkheid moet bieden over de betekenis van beschikbaarheid van jeugdzorg. Het is onduidelijk of dit meer van gemeenten vraagt dan nu het geval is. Ook vraagt dit om afbakening van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht en helderheid over de financiële randvoorwaarden voor de jeugdzorg. Daarnaast moet rekening worden gehouden met arbeidsmarkttekorten en moeten er keuzes worden gemaakt over de zorgverlening. Dat deze thema’s worden opgepakt is afgesproken in de Hervormingsagenda Jeugd.
De Afdeling advisering adviseert de regering om in het wetsvoorstel zelf de regio-indeling op te nemen en te bepalen welke vormen van specialistische jeugdhulp verplicht moeten worden geregionaliseerd. Het is beter dit in de wet te plaatsen dan in een ministeriële regeling.
Tot slot vindt de Afdeling advisering het niet proportioneel om aan (alle) jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen de voorgestelde eisen te stellen over een
interne toezichthouder en
transparante bedrijfsvoering. En de Afdeling advisering adviseert om de taken van de NZa te verduidelijken en daarbij toezicht en advies te scheiden.
Zie hier de volledige tekst van het
advies.

[post_title] => Advies wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg gepubliceerd
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => advies-wet-verbetering-beschikbaarheid-jeugdzorg-gepubliceerd
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-11 14:08:10
[post_modified_gmt] => 2023-12-11 13:08:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40142
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 40108
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-12-08 08:53:50
[post_date_gmt] => 2023-12-08 07:53:50
[post_content] => Het
delen van medische gegevens bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims wegens medische
aansprakelijkheid blijft een discussiepunt. In een prejudiciële procedure bij de Hoge Raad is duidelijkheid geschapen over de zeggenschap van de patiënt en de geheimhoudingsplicht van artsen en ziekenhuizen. In dit artikel vatten we
het arrest samen en staan we kort stil bij de gevolgen.
De feiten
Een patiënte heeft in 2018 een kijkoperatie ondergaan in het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASZ), uitgevoerd door een chirurg. Tijdens deze operatie is de darm van patiënte geperforeerd. Patiënte heeft het ASZ aansprakelijk gesteld wegens een medische fout.
Het ASZ heeft patiënte gevraagd een 'medische machtiging' te ondertekenen, zodat haar medische gegevens gedeeld kunnen worden met de
medisch adviseur van de aansprakelijkheidsverzekeraar MediRisk.
De advocaat van patiënte heeft laten weten dat patiënte alleen akkoord gaat met het delen van medische informatie met de medisch adviseur. Als anderen, zoals schadebehandelaars, de medische informatie willen verwerken is er vooraf toestemming nodig.
Het ASZ is vervolgens een procedure gestart bij de rechtbank Rotterdam om vast te laten stellen dat het ziekenhuis ook zonder de toestemming van patiënte de benodigde medische gegevens mag delen met MediRisk.
De kernvragen
De rechtbank Rotterdam heeft een prejudiciële procedure bij de Hoge Raad gestart, waarin de vraag centraal staat of het delen van medische gegevens bij de buitengerechtelijke afhandeling van
claims zonder toestemming van de patiënt is toegestaan.
Een prejudiciële vraag is een vraag die een rechter in een lopende procedure aan de Hoge Raad stelt, om zo verduidelijking te krijgen over de interpretatie van een wettelijke regel. Dit gebeurt wanneer de Hoge Raad nog geen eerdere uitspraak heeft gedaan over dezelfde vraag. Het stellen van deze vraag moet noodzakelijk zijn om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen in een lopende zaak, bovendien moeten deze vragen relevant zijn voor meerdere vergelijkbare zaken.
De kernvragen in deze zaak zijn als volgt: ‘Is het toegestaan voor een medische hulpverlener om medische informatie van de patiënt aan een jurist te verstrekken zonder de toestemming van de patiënt? En als er geen toestemming is verleend, kan de patiënt dan desondanks verwachten dat het ziekenhuis een substantieel standpunt inneemt met betrekking tot zijn vordering?’
Het oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad komt in het arrest tot het oordeel dat de patiënt
zeggenschap behoudt over zijn of haar medische gegevens. De Hoge Raad oordeelde dat het medisch beroepsgeheim eraan in de weg staat dat medische gegevens zonder toestemming van de patiënt worden gedeeld, ook wanneer dit met een jurist van het ziekenhuis of de aansprakelijkheidsverzekeraar is.
Het belang van een zorgvuldige beoordeling van de claim weegt niet zwaar genoeg om de vertrouwelijkheid van medische gegevens en de zeggenschap van de patiënt opzij te zetten.
Tegelijkertijd moet de patiënt met de consequenties van zijn keuze dealen. Als de patiënt weigert toestemming te geven voor het delen van relevante medische gegevens, kan van het ziekenhuis geen standpunt over de aansprakelijkheid worden verlangd.
De Hoge Raad volgt met zijn uitspraak het advies van de Advocaat-Generaal Hartlief.
Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk?
De Hoge Raad geeft in het arrest handvatten over de inhoud van een ‘afdoende’ medische machtiging. Daarmee is er meer duidelijkheid gekomen over de juridische kaders voor het delen van medische gegevens bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims.
Tegelijkertijd blijft maatwerk vereist gezien de uiteenlopende omstandigheden van het geval. Het creëren van
wederzijds vertrouwen tussen patiënt en ziekenhuis blijft daarbij een essentieel aandachtspunt.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie aarzel dan niet om
contact op te nemen.

[post_title] => Moet een patiënt zijn medische gegevens delen bij de afhandeling van een buitengerechtelijke claim?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => moet-een-patient-zijn-medische-gegevens-delen-bij-de-afhandeling-van-een-buitengerechtelijke-claim
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-08 08:54:48
[post_modified_gmt] => 2023-12-08 07:54:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40108
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 40067
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-12-05 13:30:15
[post_date_gmt] => 2023-12-05 12:30:15
[post_content] => Dit was een deel van de tekst die koffieproducent Moyee, samen met een afbeelding van een waardebon, op haar verpakking had staan. Douwe Egberts (hierna: ‘DE’) reageerde als door een wesp gestoken. Moyee kreeg een boze brief van de advocaat van DE. In het
FD vertelt Moyee over deze brief. DE stelde dat Moyee
inbreuk zou maken op het
auteursrecht van DE en dat consumenten zouden worden misleid. Daarbij werd verwezen naar het bijna honderd jaar oude puntenspaarsysteem van DE. Zelfs prinses Beatrix werd erbij gehaald. Door het afbeelden van de waardebon zou inbreuk worden gemaakt op het auteursrecht en
merkenrecht van DE. De begeleidende tekst zou zelfs ‘kleinerend, beledigend en schofferend zijn’. Moyee zou, door het gebruik van de afbeelding, ongerechtvaardigd voordeel hebben getrokken uit de reputatie en het prestige van het puntensysteem van DE.
Afbeelding Moyee
Moyee heeft de afbeelding op haar verpakkingen gebruikt zoals hieronder weergegeven:

Wordt hiermee inbreuk gemaakt op het auteursrecht en/of de merkrechten van DE? Is dit onrechtmatig?
Hoe zit dit juridisch?
AI
Moyee gaf aan bij het maken van de afbeelding niet te hebben gekeken naar de afbeelding op de verpakking van DE. Moyee zou AI hebben gebruikt voor het maken van de afbeelding. Daarbij zou de prompt zijn gebruikt: ‘Maak een parodie op een veel gebruikt spaarpuntensysteem’.
DE heeft op haar verpakkingen
waardebonnen staan zoals hieronder afgebeeld:

(Bron:
https://voedselbankachterhoek.nl/2020/12/03/koffiepunten-sparen-voor-de-voedselbank/)
De kans dat het gebruik van een
AI-tool tot een output leidt die veel lijkt op een bestaand, auteursrechtelijk beschermd ontwerp, is aanwezig. Er kan zelfs een output uitkomen die identiek is aan een afbeelding die bij de training is gebruikt. De kans is dus aanwezig dat er met de gebruikte prompt een afbeelding uit komt die veel lijkt op de afbeelding van de waardebon van DE.
Wie is verantwoordelijk?
Het is en blijft de verantwoordelijkheid, en dus
aansprakelijkheid, van degene die de output van een AI-systeem gebruikt, om te waarborgen dat de output geen inbreuk maakt op de
(IE-)rechten van een ander. In dit geval is het moeilijk voorstelbaar dat een medewerker van Moyee, die de output van de AI-tool zag, geen verband zou leggen met de waardebon van DE.
Parodie
Het uitgangspunt van
de Auteurswet is dat een auteursrechtelijk beschermd werk, zoals een afbeelding, alleen door de maker mag worden gebruikt. De maker mag anderen toestemming verlenen om het werk te gebruiken (‘verveelvoudigen’ en ‘openbaar maken’). Echter, de Auteurswet kent een aantal uitzonderingen op dit exclusieve recht. Zo bepaalt artikel 18b Aw:
“Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de openbaarmaking of verveelvoudiging ervan in het kader van een karikatuur, parodie of pastiche mits het gebruik in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is.”
In de jurisprudentie zijn een aantal richtlijnen ontwikkeld voor wat wel en niet als een ‘
parodie’ wordt gezien. Zoals:
- Een parodie mag geen commercieel karakter of concurrentiemotief hebben;
- Een nabootsing mag niet verder gaan dan voor de herkenbaarheid van het geparodieerde werk nodig is;
- Een parodie mag niet nodeloos afbreuk doen aan het origineel.
Is de zin ‘Waarom waardeloze punten sparen voor nog waardelozere cadeautjes’ een parodie? Zelf zou ik de zin niet beschouwen als een parodie. Zeker gezien Moyee aangeeft dat er niet gekeken is naar de waardebon van DE. Alhoewel ik dat een ongeloofwaardige stelling vind. In plaats daarvan zou ik een beroep doen op de vrijheid van meningsuiting.
Merkinbreuk
DE heeft een aantal registraties van de waardebon als (Benelux) (beeld)merk. Deze merken zijn
geregistreerd voor, o.a., koffieproducten. Zie bijvoorbeeld:
[gallery size="medium" columns="2" ids="40074,40076"]
Deze merkregistraties bieden een solide basis voor het optreden tegen partijen die een vergelijkbare afbeelding gebruiken op of ter promotie van vergelijkbare producten.
Maakt Moyee met haar afbeelding inbreuk op de merkrechten van DE? Het antwoord is altijd een subjectieve beoordeling, waarbij het oordeel van de ene rechter anders kan uitvallen dan het oordeel van een andere rechter. Zelf zie ik wel zodanige overeenkomsten dat de kans zeker aanwezig is dat een rechter dit als inbreuk op het merkrecht van DE zou aanmerken.
Conclusie
- Door AI gegenereerde output (afbeeldingen en/of tekst) kunnen inbreuk maken op de (IE-)rechten van andere partijen. Wanneer je zelf een AI-tool gebruikt, dien je de output kritisch te bekijken. Wanneer je een andere partij
content laat maken (afbeeldingen en/of tekst) dan zou ik vragen of deze partij kan garanderen dat de content geen inbreuk maakt op rechten van derden;
- Een beroep op de ‘parodie’ moet je goed kunnen onderbouwen en slaagt zelden. Zeker in een commerciële context;
- Een merkregistratie kan een goede basis bieden om op te treden tegen concurrenten die een
identiek of vergelijkbare afbeelding, slogan of naam gebruiken. Wij verzorgen merkregistraties.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst.

[post_title] => “Waarom waardeloze punten sparen voor nog waardelozere cadeautjes”
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => waarom-waardeloze-punten-sparen-voor-nog-waardelozere-cadeautjes
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-05 14:00:48
[post_modified_gmt] => 2023-12-05 13:00:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40067
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 40061
[post_author] => 67
[post_date] => 2023-12-04 15:58:35
[post_date_gmt] => 2023-12-04 14:58:35
[post_content] => De
Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt ondernemingen de mogelijkheid om hun schulden te herstructureren via een akkoord dat bindend is voor alle in het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Het akkoord kan ook worden opgelegd aan tegenstemmende schuldeisers, mits goedgekeurd door de rechter. Op deze manier kunnen schulden buiten faillissement geherstructureerd worden. In een onlangs gepubliceerd vonnis kwam de vraag aan de orde of reeds betaalde schulden achteraf nog gesaneerd kunnen worden. Als dat het geval is zouden deze schuldeisers de ontvangen betalingen moeten terugstorten.
De feiten
Bij
vonnis van 3 augustus 2023 wordt een WHOA-akkoord door de Rechtbank Midden-Nederland gehomologeerd (goedgekeurd). De onderneming, een zelfbedieningsgroothandel in de horecabranche, kwam door veranderende marktomstandigheden, hoge verhuiskosten en een dalende omzet als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen. Een herstructurering via de WHOA bleek de enige mogelijkheid om faillissement te voorkomen.
De onderneming besloot om 20 november 2022 als peildatum te hanteren. Alleen schulden die op deze datum bestonden werden meegenomen in het akkoord. Daarnaast werden schuldeisers en aandeelhouders onder het akkoord ingedeeld in vijf klassen. De hoogte van de uitkering onder het akkoord verschilde per categorie. Elke klasse heeft voor het akkoord gestemd en niemand heeft zich tegen het akkoord uitgesproken. Wel zijn er twee schuldeisers die geen stem hebben uitgebracht, omdat zij na de peildatum per ongeluk volledig zijn betaald als gevolg van een
automatische incasso. Hierdoor waren zij niet langer stemgerechtigd onder het akkoord. De Belastingdienst eiste in het kader van zijn medewerking aan de totstandkoming van het akkoord echter dat de bedragen door deze schuldeisers werden terugbetaald. De onderneming heeft vervolgens geprobeerd om via een aanvullende mededeling op het WHOA-akkoord een
terugbetalingsverplichting op te leggen aan de betreffende (gewezen) schuldeisers. Hoe is de rechter hiermee omgegaan bij de beoordeling van het akkoord?
De beoordeling
De rechtbank heeft overwogen dat de WHOA geen wettelijke regeling bevat over een datum waarop schulden worden
gefixeerd zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is in faillissement. Hierdoor bestaat geen algemene (wettelijke) rechtsgrond tot terugbetaling. De vraag is of zo’n rechtsgrond wel bestaat in geval van goedkeuring van het akkoord door de rechtbank. De bedoeling van de aanbieder van het akkoord was dat het door de betreffende schuldeisers teveel ontvangen bedrag zou worden verrekend met toekomstige verplichtingen. In het akkoord is hierover echter geen uitdrukkelijke bepaling of informatie opgenomen. Slechts is vermeld dat de betreffende schuldeisers behoren tot de schuldeisers uit de vierde categorie. Op basis van deze enkele vermelding in het akkoord kan volgens de rechtbank
niet worden aangenomen dat het akkoord een terugbetalingsverplichting creëert voor de reeds betaalde schuldeisers.
Was de uitkomst anders geweest als wel een uitdrukkelijke terugbetalingsverplichting in het akkoord was opgenomen? Nee. Volgens de rechtbank heeft het aanbieden van een akkoord – en het verzoek tot homologatie daarvan – over het algemeen slechts betrekking op het herstructureren van schulden. Dit houdt in beginsel dus niet in dat via de WHOA aan (gewezen) schuldeisers
nieuwe financiële verplichtingen kunnen worden opgelegd. Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat - voor zover wel een terugbetalingsverplichting zou zijn ontstaan – dit niet tot een andere uitkomst zou leiden op grond van een belangenafweging. Dus ook in dat geval zou de rechtbank het akkoord hebben goedgekeurd.
De conclusie
In geval van het aanbieden van een (WHOA-)akkoord doet de aanbieder van het akkoord er verstandig aan om automatische incasso’s (van schulden die onder het akkoord vallen) te laten blokkeren. Als het akkoord zelf geen uitdrukkelijke terugbetalingsclausule bevat, dan bestaat
geen rechtsgrond voor het terugvorderen van reeds betaalde schulden. Bevat het akkoord wel een uitdrukkelijke terugbetalingsclausule, dan is het nog maar de vraag of deze bepaling wel kan worden opgelegd aan schuldeisers via de WHOA. De rechtbank heeft hier nog geen definitief oordeel over gegeven, maar lijkt wel te impliceren dat het opleggen van een terugbetalingsverplichting via de WHOA niet mogelijk is. Volgens de rechtbank is het niet de bedoeling om via de WHOA nieuwe financiële verplichtingen op te leggen aan schuldeisers.
Heeft u vragen over de WHOA?
Neem dan contact op met een van onze collega’s!

[post_title] => Een geslaagd WHOA-akkoord: geen terugbetalingsverplichting voor reeds betaalde schuldeisers
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-geslaagd-whoa-akkoord-geen-terugbetalingsverplichting-voor-reeds-betaalde-schuldeisers
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-04 15:58:35
[post_modified_gmt] => 2023-12-04 14:58:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40061
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 39992
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-12-01 09:28:11
[post_date_gmt] => 2023-12-01 08:28:11
[post_content] => In oktober 2023 velde de Rechtbank Den Haag een belangrijk oordeel over een
octrooigeschil tussen de farmaceutische bedrijven Synthon en Novartis. De zaak ging over de geldigheid van een octrooi op een combinatietherapie van twee geneesmiddelen voor de behandeling van hartfalen. Daarbij ging het onder meer om de vraag of voldaan was aan het vereiste van inventiviteit.
Octrooien: de achtergrond
Een octrooi, ook wel patent genoemd, geeft aan de houder van het octrooi een exclusief recht derden te verbieden de geoctrooieerde uitvinding toe te passen. De bescherming van een Nederlands of Europees octrooi duurt, in beginsel 20 jaar.
Niet iedere uitvinding komt voor
octrooirechtelijke bescherming in aanmerking. Hiervoor, moet een uitvinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. Daarnaast moeten ideeën en concepten concreet en specifiek uitgewerkt zijn in de vorm van een product of proces.
Het geschil: inventief genoeg?
Novartis, een wereldwijd opererende farmaceutische onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verhandeling van innovatieve geneesmiddelen, had een octrooi verkregen op de combinatie van de bloeddrukverlager valsartan en de stof sacubitril. Samen bleken ze de symptomen van hartfalen te verlagen.
Op basis van dit octrooi heeft Novartis ook een aanvullend
beschermingscertificaat (ABC) verkregen, dat de exclusiviteit voor deze combinatietherapie verlengt tot 2028.
Het Nederlandse farmaceutisch bedrijf Synthon, als producent van generieke geneesmiddelen, heeft belang bij het kunnen aanbieden van een goedkoper generiek alternatief zodra de exclusiviteit van Novartis afloopt. Door het ABC is echter sprake van een langere periode van marktexclusiviteit.
Synthon betwistte de geldigheid van dit octrooi met het argument dat de combinatie van beide stoffen voor een deskundige al voor de hand had gelegen. Volgens de stand van de techniek op de prioriteitsdatum zou deze uitvinding voor de gemiddelde vakpersoon niet inventief zijn en doet hiermee een poging om het ABC ongeldig te laten verklaren.
Synthon meent dus dat ten onrechte octrooibescherming voor liefst 25 jaar is verleend, wat concurrentie door goedkopere alternatieven te lang blokkeert.
Lees ook:
Het belang van voortvarende handhaving van octrooirecht
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gebruikt de
Problem Solution Approach om de inventiviteit van het octrooi te beoordelen. Deze benadering omvat drie stappen:
- Het vaststellen van het "
dichtstbijzijnde stand van de techniek", oftewel de technologische kennis die het meest lijkt op de uitvinding in kwestie.
- Het identificeren van het "
objectief technisch probleem" dat de uitvinding oplost, in vergelijking met deze dichtstbijzijnde stand van de techniek.
- Beoordelen of de voorgestelde oplossing voor dit probleem voor een vakbekwaam persoon niet voor de hand liggend zou zijn, gegeven de stand van de techniek op de prioriteitsdatum van het octrooi.
Deze benadering identificeert als kerninnovatie de toevoeging van de NEP-remmer sacubitril aan de monotherapie met valsartan. Volgens de rechtbank was er geen sprake van een specifieke reden om te zoeken naar een combinatietherapie met valsartan.
De rechtbank verwierp het standpunt van Synthon door te oordelen dat weldegelijk sprake was van een inventieve stap. Hoewel combinatietherapieën in het algemeen gangbaar waren, was specifiek deze combinatie van geneesmiddelen niet eerder onderzocht. De eerdere technische kennis suggereerde niet dat deze combinatie succesvol zou zijn in de behandeling van hypertensie en hartfalen.
Volgens vaste rechtspraak van het Europese Octrooibureau is sprake van een uitvinding indien de combinatie meer oplevert dan een simpele optelling van de afzonderlijke effecten. Aan die voorwaarde voor inventiviteit is hier voldaan.
Beide middelen op zichzelf waren ook niet effectief gebleken bij de behandeling van hartfalen. Dat de combinatie wel effectief bleek, was dus een onverwachte en inventieve stap. Voor een vakpersoon was de specifieke combinatie van valsartan en sacubitril niet logischerwijs als voor de hand liggend te beschouwen.
Conclusie
Deze uitspraak geeft duidelijkheid over de vereiste inventiviteit voor octrooibescherming van een combinatietherapie. Het gaat erom of de specifieke combinatie en het synergistische effect ervan voldoende onverwacht is in het licht van de stand van de techniek voor de gemiddelde vakpersoon. Die voorwaarde achtte de rechtbank hier vervuld.
Deze uitspraak kan de motivatie van
farmaceutische bedrijven om innovatief onderzoek te doen naar doeltreffende medicijncombinaties voor de behandeling van complexe aandoeningen versterken. Het biedt hen de essentiële zekerheid dat hun inspanningen beschermd kunnen worden, mits ze voldoen aan de criteria voor octrooirechtelijke bescherming.
Heb je meer vragen over het handhaven van je
octrooirecht, of het verweer voeren tegen een claim op basis van een octrooirecht,
neem dan contact op met een van onze medewerkers.

[post_title] => Combinatietherapie: voldoende inventief voor een octrooi?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => combinatietherapie-voldoende-inventief-voor-een-octrooi
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-12-01 09:28:11
[post_modified_gmt] => 2023-12-01 08:28:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=39992
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 40018
[post_author] => 7
[post_date] => 2023-11-30 15:53:42
[post_date_gmt] => 2023-11-30 14:53:42
[post_content] =>
Het komt helaas regelmatig voor dat er geschillen ontstaan tussen aandeelhouders onderling. Vaak lukt het om deze problemen in onderling overleg op te lossen, maar dit is niet altijd mogelijk. De wettelijke geschillenregeling kan in zulke gevallen een oplossing bieden. Deze regeling is van toepassing op BV’s en in bepaalde gevallen ook op NV’s. Een van de twee mogelijkheden die terug te vinden is in de wettelijke geschillenregeling is de uittredingsregeling.
De uittredingsregeling
De uittredingsregeling kan uitkomst bieden indien
een aandeelhouder van mening is dat zijn rechten of belangen door gedragingen van één of meerdere medeaandeelhouders ernstig zijn geschaad. Als de aandeelhouder hierdoor van mening is dat het
voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd, kan hij tegen zijn medeaandeelhouders een vordering tot uittreding instellen. Het gaat hierbij dus niet om het belang van de vennootschap zelf dat is geschaad, maar om het individuele belang van één van de aandeelhouders. De vordering tot uittreding kan daarnaast ook in worden gesteld tegen de vennootschap op grond van gedragingen van één of meer medeaandeelhouders of van de vennootschap zelf. De uittredingsvordering zet dus een
gedwongen aandelenovername in gang. Iedere aandeelouder (ongeacht zijn belang) is bevoegd om deze vordering tot uittreding in te stellen. De gronden voor het instellen van deze vordering kunnen erg uiteenlopen. Er hoeft namelijk niet alleen sprake te zijn van zogenaamde ‘misdragingen’ en bij de vordering kunnen zelfs gedragingen in de privésfeer betrokken worden.
Billijke verhoging
Als een aandeelhouder uittreedt, moeten zijn aandelen overgenomen worden door de overige aandeelhouders. Om de koopprijs van deze aandelen vast te stellen wordt een deskundige benoemd. Vervolgens bepaalt de rechter hoeveel aandelen de medeaandeelhouders over moeten nemen en tegen welke prijs. In het geval dat de rechter van oordeel is dat de gedragingen van de medeaandeelhouders hebben geleid tot een
vermindering van de waarde van de aandelen, kan hij een
billijke verhoging op de koopprijs toepassen.
De Ondernemingskamer oordeelde in 2021 dat hierbij als uitgangspunt moet worden genomen dat de peildatum voor de waardering van de aandelen gelegen is dichtbij het tijdstip waarop de overdracht plaatsvindt. Afwijking van dit uitgangspunt door het kiezen van een eerder gelegen peildatum is denkbaar in situaties waarbij aanleiding is voor het toekennen van een billijke verhoging. De afgelopen jaren is een billijke verhoging van de aandelenprijs in het kader van de uittredingsprocedure al een aantal keer gevorderd. Er is geen specifiek toetsingskader waaruit volgt wanneer een billijke verhoging al dan niet gerechtvaardigd is. Toch lijkt het voor ‘aannemelijk maken’ voldoende te zijn dat een uittredende minderheidsaandeelhouder een billijke verhoging vordert, en de gedaagde deze vordering
niet betwist.
Toegewezen vorderingen
Zo stelde een uittredende minderheidsaandeelhouder in 2014 te zijn benadeeld door een emissiebesluit dat was genomen door zijn medeaandeelhouder. Door dit besluit waren zijn aandelen (20%) verwaterd, waardoor zijn belang in de vennootschap was afgenomen. De uittredende minderheidsaandeelhouder verzocht daarom om een billijke verhoging, zodat hij alsnog 20% van de waarde van de vennootschap zou verkrijgen.
Dit verzoek werd toegewezen door de rechter, waardoor de uittredende minderheidsaandeelhouder op grond van deze uitspraak een prijs kreeg voor zijn aandelen waar in feite een
compensatie voor de gedragingen van zijn medeaandeelhouder in was meegenomen. Een jaarrekening waarin het eigen vermogen van een vennootschap te laag wordt weergegeven kan ook leiden tot een billijke verhoging.
Volgens de rechter ontstond hierdoor een nadeel voor de uittredende vennoot, waardoor een billijke verhoging van de aandelenprijs gerechtvaardigd was.
De rechtbank in Den Haag paste vorig jaar een billijke verhoging toe omdat het bestuur van een vennootschap een onzakelijke transactie was aangegaan die de vennootschap schade had berokkend. Hierdoor was de uittredende minderheidsaandeelhouder ernstig in zijn belangen geschaad en was een billijke verhoging gerechtvaardigd. Een billijke verhoging kan dus ook toegepast worden wegens gedragingen van anderen dan de gedaagde, met name bestuurders.
Afgewezen vorderingen
De billijke verhoging wordt echter niet in alle gevallen toegewezen.
Zo oordeelde de rechtbank eerder in 2014 dat bepaalde door een uittredende aandeelhouder gemaakte kosten niet verdisconteerd kunnen worden in de waarde van de over te nemen aandelen. Het niet uitkeren van dividend leidt daarnaast niet tot een waardevermindering van de aandelen, waardoor een billijke verhoging in die gevallen niet op zijn plaats is. Ook kunnen aandeelhouders onderling overeenkomen dat de aandelen van één van de aandeelhouders overgenomen moeten worden. Als er verder geen sprake is van gedragingen op grond waarvan de uittredende aandeelhouder zodanig in haar rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer kan worden gevergd, kan de billijke verhoging hierop
volgens de rechtbank niet worden toegepast. Er is dan nog wel een mogelijkheid dat de rechter aan die afspraken voorbij gaat als de toepassing daarvan leidt tot een
kennelijk onredelijke prijs.
Het
deskundigenbericht kan daarnaast ook van belang zijn bij de beoordeling of een billijke verhoging toegepast moet worden. Als uit dit bericht blijkt dat er geen sprake is van gedragingen die een negatief effect hebben gehad op de waarde van de aandelen,
zal de rechter terughoudend zijn met het toestaan van een billijke verhoging.
Conclusie
Een
uittredende aandeelhouder kan middels de uittredingsregeling een gedwongen aandelenovername in gang zetten. Hierbij kan hij een vergoeding vorderen voor zijn geleden schade middels een billijke verhoging van de aandelenprijs. Dit komt voor in gevallen waarbij de aandelen van de uittredende aandeelhouder door handelen van medeaandeelhouders, de vennootschap of van derden minder waard zijn geworden. Hiervoor dient door de uittredende aandeelhouder in ieder geval voldoende aannemelijk te worden gemaakt dat de waardevermindering niet toe te rekenen is aan zijn eigen gedragingen. Wil u zelf een uittredingsprocedure starten en twijfelt u of de billijke verhoging in uw situatie wellicht van toepassing is? Neem dan contact op met één van onze advocaten van
de afdeling Ondernemingsrecht.

[post_title] => Uittredingsregeling en de koopprijs van aandelen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => uittredingsregeling-en-de-koopprijs-van-aandelen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-11-30 16:06:05
[post_modified_gmt] => 2023-11-30 15:06:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40018
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 40769
[post_author] => 84
[post_date] => 2023-12-15 10:00:19
[post_date_gmt] => 2023-12-15 09:00:19
[post_content] => Als je overweegt
AI-gegenereerde afbeeldingen, zoals die van DALL-E of Midjourney, op je website te gebruiken, is het belangrijk om zowel de juridische als ethische kanten hiervan te begrijpen. In deze blog leggen we dit in eenvoudige termen uit.
Juridisch: Wie heeft er recht op?
Het
auteursrecht regelt dat je iets niet zomaar mag kopiëren of gebruiken zonder toestemming. Je mag dus niet zomaar een afbeelding van een afbeelding op jouw website plaatsen. Bij AI-afbeeldingen is het soms onduidelijk wie de rechten heeft en van wie je de toestemming nodig hebt. Is het de maker van het AI-systeem, jijzelf als gebruiker of misschien wel niemand? Dat hangt van een aantal zaken af.
Specifieke en creatieve prompts: De mate waarin je creatief en specifiek bent in je prompts kan bijvoorbeeld een verschil maken. Het gaat er dus ook om hoe je het AI-systeem opdracht geeft met je woorden. Hoe origineler en specifieker je prompt, hoe unieker de afbeelding. Dit kan belangrijk zijn voor het claimen van auteursrecht, want het maakt de afbeelding meer 'van jou'. Bij genoeg creativiteit kan je de afbeelding dus mogelijk juridisch beschermen, maar de praktijk laat op dit moment zien dat dit niet snel het geval is. Op China na lijken alle rechtssystemen vast te houden aan de regel dat zonder daadwerkelijke menselijke tussenkomt, er geen sprake kan zijn van auteursrecht;
Eigen toevoegingen: Wanneer je zelf nog bewerkingen uitvoert op de afbeelding of er creatieve onderdelen aan toevoegt, neemt de kans op het krijgen van auteursrechtelijke bescherming op de door AI-gegenereerde afbeelding toe;
Regels van de AI-tool: Elke tool heeft zijn eigen regels en algemene voorwaarden. Lees deze goed door om te weten wat wel en niet mag;
Bestaande kunst: Als een AI iets maakt dat lijkt op bestaande kunst, kan dit problemen opleveren. Omdat kunstmatige intelligentie is getraind met bestaande data, bestaat de mogelijkheid dat jouw schijnbaar nieuwe afbeelding toch sterk lijkt op een al bestaande afbeelding. Dit hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar het is wel goed om hier rekening mee te houden.
Ethisch: Wat is fair?
Wees eerlijk: Vertel mensen dat je AI hebt gebruikt. Open zijn over het gebruik van
AI in je creaties is cruciaal. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en integriteit. Daarnaast voorkomt transparantie misverstanden onder je publiek over de oorsprong en het creatieve proces achter de afbeelding.
What’s next?
Het gebruik van
AI-kunst op je website is super interessant, maar brengt wat uitdagingen met zich mee. Wees je bewust van de regels en als je twijfelt, vraag dan advies aan een expert. Zo zorg je ervoor dat je de juiste keuzes maakt! Heb je nog vragen of twijfels over het gebruik van AI-afbeeldingen op je website? Neem geen risico's en zorg dat je aan de veilige kant staat. Onze juristen en advocaten zijn experts op dit gebied en helpen je graag verder met juridisch advies.
Voor meer info, lees vooral ook
onze blog AI, kunst & auteursrecht.

[post_title] => Afbeeldingen gemaakt met kunstmatige intelligentie op mijn website: mag dat?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => afbeeldingen-gemaakt-met-kunstmatige-intelligentie-op-mijn-website-mag-dat
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-01-11 15:36:12
[post_modified_gmt] => 2024-01-11 14:36:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40769
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1439
[max_num_pages] => 144
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => dbe027680699014b84092ac1b14274e3
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Als je overweegt AI-gegenereerde afbeeldingen, zoals die van DALL-E of Midjourney, op je website te gebruiken, is het belangrijk om zowel de juridische als ethische kanten hiervan te begrijpen. In...
Lees meer
Hoe kan ik mijn product beschermen? Een vraag die regelmatig voorkomt. Een product kan worden beschermd met verschillende intellectuele eigendomsrechten. Afhankelijk van de situatie kunnen er zelfs meerdere intellectuele eigendomsrechten...
Lees meer
Het Europees Parlement, de Lidstaten en de Europese Commissie hebben overeenstemming bereikt over de tekst van de nieuwe AI verordening (AI Act). Wat staat er in de AI Act? Verboden...
Lees meer
Per 1 juli 2022 stelde de zorginstelling een algeheel verbod in voor roken zowel binnen in de gebouwen als buiten op haar terrein. Volgens de huisregels was er alleen een...
Lees meer
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 6 december 2023 het advies vastgesteld over het wetsvoorstel voor verbetering van de beschikbaarheid van de jeugdzorg. Inhoud voorstel Het...
Lees meer
Het delen van medische gegevens bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims wegens medische aansprakelijkheid blijft een discussiepunt. In een prejudiciële procedure bij de Hoge Raad is duidelijkheid geschapen over de...
Lees meer
Dit was een deel van de tekst die koffieproducent Moyee, samen met een afbeelding van een waardebon, op haar verpakking had staan. Douwe Egberts (hierna: ‘DE’) reageerde als door een...
Lees meer
De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt ondernemingen de mogelijkheid om hun schulden te herstructureren via een akkoord dat bindend is voor alle in het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders....
Lees meer
In oktober 2023 velde de Rechtbank Den Haag een belangrijk oordeel over een octrooigeschil tussen de farmaceutische bedrijven Synthon en Novartis. De zaak ging over de geldigheid van een octrooi...
Lees meer
Het komt helaas regelmatig voor dat er geschillen ontstaan tussen aandeelhouders onderling. Vaak lukt het om deze problemen in onderling overleg op te lossen, maar dit is niet altijd mogelijk....
Lees meer