Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 45
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 45
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 440, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 30055
                    [post_author] => 67
                    [post_date] => 2022-04-26 17:03:11
                    [post_date_gmt] => 2022-04-26 15:03:11
                    [post_content] => In een recente uitspraak van 30 maart 2022 oordeelt de kantonrechter dat het vorderingsrecht (c.q. de aanspraak) op NOW-subsidie niet overdraagbaar is. De aard van het vorderingsrecht verzet zich daar volgens de kantonrechter tegen. Hierdoor kan (op grond van artikel 3:228 BW) ook geen pandrecht op het vorderingsrecht worden gevestigd.

Doel NOW-regeling

De kantonrechter overweegt dat met de NOW-regeling is beoogd de werkgelegenheid te behouden. De ontvanger van de subsidie mag deze uitsluitend aanwenden voor de betaling van loonkosten. En arbeidsovereenkomsten mogen niet vanwege bedrijfseconomische redenen worden opgezegd. Het is dan ook de bedoeling dat de subsidie terecht komt bij de werknemer, waarbij de werkgever in feite als tussenschakel fungeert om dit te bewerkstelligen. Wanneer de subsidie overgedragen zou kunnen worden aan een derde (in dit geval de bank), dan zou de subsidie – in strijd met het doel van de NOW-regeling – niet ten goede komen aan de werknemer. Hierdoor meent de kantonrechter dat het aard van het vorderingsrecht zich tegen overdracht verzet.

Niet goed doordacht

Hoofdregel is dat vorderingsrechten overdraagbaar zijn. Op de hoofdregel zijn een aantal uitzonderingen. De overdraagbaarheid van een vorderingsrecht kan worden uitgesloten bij (formele) wet of partijbeding. Daarnaast kan de aard van het vorderingsrecht zich tegen overdraagbaarheid verzetten. De NOW-regeling bevat geen cessie en/of verpandingsverbod. De kantonrechter overweegt dat de NOW-regeling in aller haast in het leven is geroepen als gevolg waarvan niet alle consequenties van de regeling goed zijn doordacht. Hiermee lijkt de kantonrechter te impliceren dat indien de wetgever wel goed zou hebben nagedacht, een cessie en/of verpandingsverbod in de regeling zou zijn opgenomen. Het is echter niet duidelijk of de wetgever specifiek heeft stilgestaan bij het al dan niet uitsluiten van de overdraagbaarheid van de NOW-subsidie. Vorderingsrechten zijn, bijvoorbeeld, niet overdraagbaar indien zij een persoonlijk karakter hebben of wanneer de aard van de aan de vordering ten grondslag liggende rechtsverhouding zich tegen overdracht verzet. De kantonrechter lijkt in zijn oordeel aan te sluiten bij dit laatste door te overwegen dat overdracht van NOW-subsidie niet past in de doelstelling van de NOW-regeling. Maar geldt dit dan ook voor andere subsidieregelingen? Het is de vraag of de aard van het recht (op NOW-subsidie) zich tegen overdracht en dus verpanding verzet. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wellicht wenselijk dat de NOW-subsidie niet door een pandhouder (lees: bank) naar zich toegetrokken kan worden. Maar vanuit goederenrechtelijk perspectief kunnen daar vraagtekens bij worden geplaatst. Het laatste woord is hierover (waarschijnlijk) nog niet gezegd; kennelijk beraden de bank en de curator zich nog over het instellen van hoger beroep. Remco de Jong                 [post_title] => NOW-subsidie niet overdraagbaar of verpandbaar! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => now-subsidie-is-niet-overdraagbaar-of-verpandbaar [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-28 11:32:07 [post_modified_gmt] => 2022-04-28 09:32:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30055 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 30035 [post_author] => 46 [post_date] => 2022-04-22 08:26:37 [post_date_gmt] => 2022-04-22 06:26:37 [post_content] => Het kabinet komt met een tijdelijke subsidieregeling voor zorgmedewerkers die twee jaar na hun covid-besmetting nog steeds klachten ondervinden.

Ziekte door longcovid bij zorgpersoneel

Een gedeelte van de zorgmedewerkers zijn, met name tijdens de eerste coronagolf waar zónder beschermingsmiddelen werd gewerkt, langdurig ziek geworden (longcovid). Er geldt een loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor werkgevers waarbij tenminste 70% van het salaris gedurende 104 weken wordt doorbetaald. Subsidieregeling Voor zieke medewerkers is het niet altijd mogelijk om binnen deze 2 jaar weer (volledig) aan de slag te gaan. Het dienstverband kan na 2 jaar ziekte door werkgevers worden beëindigd. Werkgevers verliezen hiermee waardevolle krachten en werknemers verliezen hun baan. Binnen de zorg, waar het personeelstekort groot is, is dit een onwenselijke situatie. Werkgevers en werknemers in de zorg hebben zich uitgesproken over deze situatie. Medewerkers die herstellende zijn, willen de mogelijkheid hebben in dienst te blijven. Werkgevers willen de mogelijkheid hebben deze werknemers langer in dienst te houden, zonder onnodige financiële risico’s. Daarvoor is nu een subsidieregeling in de maak.

Subsidieregeling om zieke werknemers langer in dienst te houden

Het kabinet komt met een steunfonds voor zorgmedewerkers die tussen maart 2020 en december 2020 langdurig ziek zijn geworden als gevolg van covid-19. De loondoorbetalingsplicht blijft lopen na het verstrijken van de periode van 104 weken. De subsidie biedt werkgevers een gedeeltelijke vergoeding voor de kosten die gemoeid zijn met herstel en re-integratie. Werkgevers hebben nu al de mogelijkheid om vrijwillig de loondoorbetalingsplicht te verlengen. Dit kan eenvoudig via een aanvraagformulier van het UWV. De komst van de tijdelijke subsidieregeling biedt een stimulans voor werkgevers om veelvuldig gebruik te gaan maken van dit bestaande stelsel. De extra loonkosten worden met deze subsidie deels opgevangen door de overheid. De voorwaarden en ingangsdatum voor deze subsidieregeling zijn nog niet bekend.

Specialist arbeidsrecht in de zorg

Marlies Hol is advocaat arbeidsrecht in ’s-Hertogenbosch en omstreken. Binnen BG.legal maakt zij deel uit van het Zorgteam. Zij ondersteunt diverse zorginstellingen met arbeidskwesties. Neem gerust contact op bij vragen. Marlies Hol 1 [post_title] => Subsidie voor zorgpersoneel met longcovid in de maak [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => subsidie-voor-zorgpersoneel-met-longcovid-in-de-maak [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:19:06 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:19:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30035 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 29994 [post_author] => 16 [post_date] => 2022-04-21 11:40:19 [post_date_gmt] => 2022-04-21 09:40:19 [post_content] => Zou patiënt overlevingskansen hebben gehad indien hij juist was behandeld door zijn artsen? Onzorgvuldig handelen van de arts staat vast, namelijk het missen van de diagnose longkanker met uitzaaiingen. Maar wat waren de gevolgen hiervan? Nabestaanden stellen dat het ziekenhuis gehouden is tot betaling van de overlijdensschade conform het percentage aan overlevingskans.

Het gebeuren

Zowel de radioloog [op 12 januari 2016] als de internist [op 1 februari 2016] van het ziekenhuis hebben geconstateerd dat  op de CT scan geen lymfkliervergroting te zien was. Achteraf ten onrechte. De patiënt blijkt kanker te hebben. Het ziekenhuis heeft aansprakelijkheid erkend voor de verkeerde uitslag. Vast staat dat de artsen niet hebben gehandeld zoals dat van een redelijk handelend en redelijk bekwaam arts mag worden verwacht. Het geschil gaat hier ook niet over. De vraag is nu echter welke gevolgen het handelen van de artsen hebben voor de patiënt.

Vragen die van belang zijn:

  • Om welk soort tumor ging het;
  • het stadium van de kanker;
  • het moment waarop, als de medische fout niet was gemaakt, de diagnose gesteld kon worden;
  • als de medische fout niet was gemaakt welke behandeling dan plaats had kunnen vinden;
  • wat de overlevingskansen dan waren geweest.
Een gerechtelijk deskundige beoordeelt deze vragen.

Conclusie deskundige

Het betreft hier een vorm van longkanker en helaas een snelgroeiende tumor. Er was al sprake van uitzaaiingen, stadium IIIb. De diagnose had echter zonder medische fout al gesteld kunnen worden op 4 februari 2016. Nu het om een snelgroeiende tumor ging is de tijd van groot belang. Chemoradiotherapie had al op 4 februari 2016 gestart kunnen worden.

Verwachte resultaat chemoradiotherapie  zonder medische fout

Helaas is de patiënt op 20 maart 2016 overleden als gevolg van een verstikking. Volgens de deskundige had door een tijdige behandeling dit voorkomen kunnen worden. Immers als de juiste behandeling tijdig was gestart zou de tumor geslonken zijn. Hierdoor zou de tumor ook niet meer drukken op de bloedvaten en luchtwegen. Volgens de deskundige zou de patiënt ook overlevingskansen hebben gehad als de diagnose gelijk goed was gesteld. De deskundige verwijst naar een tabel waarin de overlevingskansen beschreven staan bij soortgelijke diagnoses.

Beslissing rechtbank

De rechtbank beslist dat indien door de betrokken artsen juist was gehandeld de patiënt: -later dan op 20 maart 2016 overleden was; -in de periode tot 20 maart 2016 minder ernstig en minder lang pijn zou hebben geleden; -niet op 20 maart 2016 aan een verstikkingsdoor zou zijn overleden; -overlevingskansen zou hebben gehad overeenkomstig de door de deskundigede overlegde tabel. Het ziekenhuis is daarom gehouden de overlijdensschade aan de nabestaanden te vergoeden. Het betreft dan een percentage van de schade op basis van de percentages uit, de door de deskundige overlegde, tabel. Volledige uitspraakECLI:NL:RBAMS:2021:7357 Edith de Koning     [post_title] => Gevolgen gemiste diagnose kanker [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gevolgen-gemiste-diagnose-kanker [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-21 12:37:28 [post_modified_gmt] => 2022-04-21 10:37:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29994 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 30021 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-04-20 16:27:37 [post_date_gmt] => 2022-04-20 14:27:37 [post_content] => De radiozender Q-music is sinds 2005 niet meer weg te denken van de Nederlandse radio. Je zou denken dat Q-music deze naam dan ook ongehinderd mag gebruiken. Niets blijkt minder waar te zijn, aldus de voorzieningenrechter te Amsterdam.

Q-Dance heeft ouder(e) handelsnaam en merk

Ten tijde van de oprichting van Q-music bestond er namelijk (sinds 1999) een andere partij in de muziekindustrie die handelde onder de naam ‘Q-Dance’. Q-Dance had dus destijds, en nu nog steeds, een ouder handelsnaamrecht op de naam Q-dance. Ook heeft Q-dance een merkregistratie voor het merk Q-dance, waardoor zij een alleenrecht heeft op het gebruik van die naam voor onder andere muziekevenementen.

Co-existentieovereenkomst in 2005

In 2005 heeft Q-Dance bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam Q-music voor de radiozender. Het publiek zou verward kunnen raken dat Q-Dance en Q-music aan elkaar gelinkt waren. Om dit verwarringsgevaar te voorkomen, hebben Q-Dance en Q-music een co-existentieovereenkomst gesloten. Daarin is afgesproken dat Q-music de naam tóch mag gebruiken voor haar radiozender én reclame mag maken voor events van Q-music. Het werd Q-music daarbij wel verboden om zich te richten op het dance-segment.

Q-Dance vs. Q-music in 2022

Vanaf eind oktober 2021 kondigt Q-music aan dat zij gedurende de zaterdagnacht een programmering krijgt, waarbij meerdere (bekende) artiesten uit het dance-segment te horen zijn. Q-Dance is dan ook van mening dat Q-music de co-existentieovereenkomst heeft geschonden. De rechter oordeelt dat de co-existentieovereenkomst inderdaad is geschonden. Q-music wordt een verbod opgelegd om deze dance-programmering voort te zetten.

Moraal: Laat je adviseren bij een handelsnaam- of merkenrechtgeschil

Q-music lijkt zichzelf de das te hebben omgedaan door deze co-existentieovereenkomst met Q-Dance te sluiten. De namen lijken op het ‘Q-‘ gedeelte na zowel visueel, fonetisch als begripsmatig (ook al is Dance een bepaald muziekgenre) niet op elkaar. De vraag is dan ook óf er wel sprake was van verwarringsgevaar en óf deze co-existentieovereenkomst wel gesloten had hoeven te worden. Het is goed mogelijk dat Q-music toen dit geschil in 2005 ontstond al flink had geïnvesteerd in de naam Q-music. Mogelijk dat ze daarom eieren voor haar geld heeft gekozen en deze overeenkomst heeft gesloten om een (onzekere) procedure te voorkomen.

Voorkomen is beter dan genezen

Wij zien in de praktijk vaak dat de mooiste merknamen worden bedacht door marketing en-/of reclamebureaus. Daarbij wordt wel eens vergeten om te onderzoeken of de verzonnen naam inbreuk maakt op een naam van een ander óf dat de verzonnen naam überhaupt beschermd kan worden tegen kopieergedrag van anderen. Door een merkonderzoek uit te (laten) voeren, kun je veel gedoe voorkomen. Zo kun je voorkomen je dat je een naam waarin je investeert niet (meer) mag gebruiken. Wij kunnen dit merkonderzoek voor u verrichten.

Vragen?

Wilt u meer informatie? Of bent u een marketing- en/of reclamebureau dat zich bezighoudt met merkontwikkeling? Neem dan vrijblijvend contact op. Ook kun je meer informatie vinden op de pagina merken- en modellen. [post_title] => Rechter roept dance-programmering van Q-music halt toe: hoe zit het? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => rechter-roept-dance-programmering-van-q-music-halt-toe-hoe-zit-het [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 11:07:31 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:07:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30021 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 30000 [post_author] => 67 [post_date] => 2022-04-20 10:43:54 [post_date_gmt] => 2022-04-20 08:43:54 [post_content] =>

Verkorting wettelijke betaaltermijn

De maximale wettelijke betaaltermijn van grote ondernemingen aan het mkb wordt verkort naar 30 dagen. De Tweede Kamer heeft op 15 maart 2022 het wetsvoorstel om de betalingstermijn van het grootbedrijf aan het mkb te verkorten van 60 naar 30 dagen aangenomen. De wet is op 13 april gepubliceerd en treedt waarschijnlijk per 1 juli 2022 in werking. De nieuwe wet bepaalt dat grote ondernemingen geen langere betaaltermijn dan 30 dagen kunnen overeenkomen met mkb-ondernemingen. Wanneer partijen (na inwerkingtreding van de wet) een langere betaaltermijn overeenkomen, dan is die termijn nietig en geldt automatisch een betaaltermijn van 30 dagen. Indien grote ondernemingen in strijd met de nieuwe wet, bijvoorbeeld, pas na 45 dagen betalen, dan zijn zij wettelijke handelsrente verschuldigd over 15 dagen (de termijn die de 30 dagen overschrijdt). De wettelijke handelsrente bedraagt 8%. De mkb-onderneming dient binnen vijf jaar aanspraak te maken op de wettelijke handelsrente. De verkorte betaaltermijn geldt alleen voor grote ondernemingen. Mkb-ondernemingen mogen dus langere betaaltermijnen blijven hanteren.

Aanpassen bedrijfsvoering

De verkorte betaaltermijn van 30 dagen geldt (vanaf inwerkingtreding van de wet) direct voor nieuwe overeenkomsten. Bestaande overeenkomsten hoeven niet direct aangepast te worden. Grote ondernemingen hebben (vanaf inwerkingtreding van de wet) één (1) jaar de tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe regeling.

Meldpunt achterstallige betalingen

U kunt helpen om inzicht te krijgen in het betaalgedrag van grote ondernemingen. In januari 2022 heeft de Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’) een tijdelijk ‘Meldpunt achterstallige betalingen’ geopend. Bij het meldpunt kunt u tot 23 januari 2023 een anonieme melding doen van achterstallige betalingen, indien:
  1. Uw onderneming kwalificeert als mkb-onderneming.
  2. Uw onderneming goederen of diensten heeft geleverd aan een grote onderneming.
  3. De betaaltermijn van uw factuur is verstreken en de factuur niet wordt betwist.
Hoe weet ik of mijn onderneming kwalificeert als mkb-onderneming? Uw onderneming kwalificeert als mkb-onderneming, indien twee van de drie volgende punten van toepassing zijn op uw onderneming:
  1. Is de totale waarde van de activa minder dan 20 miljoen euro?
  2. Draait uw onderneming minder dan 40 miljoen euro omzet per jaar?
  3. Heeft uw onderneming minder dan 250 werknemers in dienst?

Vragen?

Heeft u vragen over de nieuwe regeling of hulp nodig bij incasso of het opstellen en/of beoordelen van overeenkomsten, neem dan contact op met één van onze advocaten van het team Ondernemingsrecht. Remco de Jong     [post_title] => De betaaltermijn voor grote ondernemingen wordt verkort [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-betaaltermijn-voor-grote-ondernemingen-wordt-verkort [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-20 10:43:54 [post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:43:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30000 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 29992 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-04-20 10:28:55 [post_date_gmt] => 2022-04-20 08:28:55 [post_content] =>

Aanbesteden van een opdracht

In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht voor diensten over de huur van andere onroerende zaken. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich recent moeten buigen over de vraag of een overeenkomst van de gemeente Leeuwarden met de Stichting Beheer Stadsring Leeuwarden (hierna: SBSL) met betrekking tot het gebruik van het glasvezelnetwerk, genaamd De Stadsring Leeuwarden, onder die uitzondering valt.

Hof: kwalificatie huurovereenkomst

Het hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat gemeente Leeuwarden geen beroep toekomt op de uitzondering van artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 en dat de opdracht in beginsel had moeten worden aanbesteed. De vraag of een te gunnen overheidsopdracht kan worden gekwalificeerd als huur van een onroerende zaak in de zin van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012, moet worden beantwoord aan de hand van het recht van de Unie. De juridische kwalificatie van de opdracht naar Nederlands recht, is niet relevant. Ook het door de gemeente zelf benoemen van de overeenkomst als huur, is zonder belang. In het kort geding slaagt de gemeente er niet in de stelling van de eisende partij Eurofiber te weerleggen dat de ‘huurovereenkomst’ in de kern ziet op de behoefte aan diensten als glasvezelconnectiviteit en dataverkeer en niet de huur van onbelichte glasvezels. Daarbij komt dat alle bijkomende diensten die nodig zijn om het glasvezelnetwerk te gebruiken door de gemeente ook worden ingekocht bij de dezelfde partij SBSL. Het hof gaat uit van een ’gemengde overeenkomst’ waarvan het hoofdonderwerp niet kale huur is maar glasvezelconnectiviteit zodat de gehele opdracht vanwege haar waarde Europees had moeten worden aanbesteed.

Conclusie

De uitzondering op het moeten aanbesteden van artikel 2.24 sub b Aanbestedingswet 2012 geldt alleen bij ‘kale huur’. Bijkomende diensten staan daar los van en kunnen leiden tot een aanbestedingsplicht in twee situaties. Ten eerste als die andere diensten objectief gezien niet van de huur kunnen worden gescheiden terwijl die andere diensten het hoofdvoorwerp van de ‘huurovereenkomst’ vormen. Ten tweede als die andere diensten wél objectief van huur zijn te scheiden terwijl die diensten op zichzelf een waarde boven de relevante Europese drempel hebben. Heeft u vragen? Neem gerust contact met mij op. Rik Wevers 2     [post_title] => Huur en aanbesteden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huur-en-aanbesteden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-20 10:28:55 [post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:28:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29992 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 30002 [post_author] => 39 [post_date] => 2022-04-20 10:18:00 [post_date_gmt] => 2022-04-20 08:18:00 [post_content] =>

Aanbrengen zonnecollectoren

Nederland zit midden in de energietransitie. Een van de mogelijkheden om te verduurzamen is het opwekken van zonne-energie door middel van zonnecollectoren. Dit kan zowel op macroniveau met bijvoorbeeld grootschalige zonneparken of op microniveau, bijvoorbeeld op de daken van woningen. Het aanbrengen van zonnecollectoren op daken kent een grote visuele impact op de gebouwde omgeving. Zeker in beschermde dorps- of stadsgezichten of bij (rijks)monumenten geldt dat het aanbrengen van zonnecollectoren een duidelijke impact heeft op de omgevingskwaliteit.

Handelwijze gemeentes

Gemeentes gaan wisselend om met het toestaan van de plaatsing van zonnecollectoren op cultureel erfgoed. Denk hierbij aan de zichtbaarheid van de panelen vanaf de straatkant, de zichtbaarheid van de panelen vanuit andere, hoger gelegen daken, het al dan niet aaneensluiten van de panelen en het type of de kleur van de panelen. Uit een in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verricht onderzoek naar de plaatsing van zonnecollectoren binnen ons cultureel erfgoed blijkt dat er behoefte is aan nader heldere kaders en eenduidige regelgeving, iets wat op dit moment nog ontbreekt.

Omgevingsvergunning vereist

Voor het plaatsen van zonnecollectoren op een beschermd rijks- of gemeentelijk monument of in een beschermd dorps- of stadsgezicht is een omgevingsvergunning vereist. In geval van rijksmonumenten zal er altijd om advies gevraagd moeten worden bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Inmiddels is het beleid van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed versoepelt. Er geldt niet langer een zichtcriterium, maar in hoeverre de plaatsing geen aantasting vormt aan de waardevolle onderdelen van het monument en de wijze waarop de panelen zorgvuldig worden aangebracht. In geval van een gemeentelijk monument zal veelal advies worden gevraagd aan een monumenten- en/of welstandscommissie. In veel gevallen zal de gemeente in het toepasselijke bestemmingsplan regels hebben gesteld voor veranderingen aan beschermd erfgoed. Ook kan de gemeente nog separaat beleid hebben. Een goed voorbeeld hiervan vormt het nieuwe (ontwerp)beleid van de gemeente Haarlem.

Beleidswijziging

Dat er noodzaak lijkt om beleid voor de plaatsing van zonnecollectoren te verruimen, blijkt wel uit de voorgenomen beleidswijziging van de gemeente Haarlem. De gemeente wil veel ruimte bieden voor de plaatsing van panelen uit het zicht. In haar beleid biedt zij huiseigenaren een aantal handvatten om aan het zichtcriterium te voldoen. Denk hierbij aan een bepaalde afstand van de dakrand en het vormen van één geheel. Ook voor bepaalde op een zogenoemde kansenkaart weergegeven daken is het toegelaten om in het zicht te plaatsen, een en ander mits er onvoldoende alternatieven zijn en te beeldkwaliteit wordt gewaarborgd. Dit lijkt aan de sluiten bij het hiervoor aangehaalde onderzoek. Om de beeldkwaliteit te borgen heeft de gemeente wederom een aantal handvatten gegeven. Uit deze beleidswijziging is af te leiden dat er daadwerkelijk serieus gekeken wordt naar mogelijkheden om ons erfgoed te verduurzamen. Het gewenste eenduidige beleid is echter niet zomaar te realiseren. Hoewel er bepaalde algemene uitgangspunten zijn geformuleerd, blijft de aanleg van zonnecollectoren op beschermd erfgoed maatwerk.

Vastlegging omgevingsplan

Onder de Omgevingswet, vooralsnog met een geplande inwerkingtreding per 1 juli 2022, bestaat er voor gemeentes ruimte om aanleg van zonnecollectoren vergunningvrij te maken en dit als zodanig vast te leggen in het Omgevingsplan. Uit het hiervoor aangehaalde beleid blijkt dat ook de gemeente Haarlem die koers zal varen voor een tweetal categorieën. Het is voor huiseigenaars van beschermd erfgoed verstandig om zich van te voren goed te laten adviseren. Niet alleen de bouwtechnische mogelijkheden, maar ook de juridische mogelijkheden. Middels een quick scan kunnen wij voor u voor een vast laag tarief beoordelen of en op welke wijze het voor u juridisch mogelijk is om op uw beschermde erfgoed zonnecollectoren te plaatsen. Neem gerust vrijblijvend contact op. Michael de Marco 5 [post_title] => Zonne-energie in beschermde dorps- of stadsgezichten en monumenten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zonne-energie-in-beschermde-dorps-of-stadsgezichten-en-monumenten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-20 10:18:00 [post_modified_gmt] => 2022-04-20 08:18:00 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30002 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 29958 [post_author] => 19 [post_date] => 2022-04-15 09:57:56 [post_date_gmt] => 2022-04-15 07:57:56 [post_content] => Huur[beëindigings]bescherming is voor verhuurders in de praktijk vaak een probleem. Dat speelt ook in het geval van huisvesting van arbeidsmigranten. In de regel verhuurt een verhuurder niet rechtstreeks aan arbeidsmigranten. Veelal is sprake van een onder[ver]huurconstructie. Sterker nog; het gebeurt vaak dat er wordt verhuurd aan een bemiddelingsbureau die vervolgens onderverhuurt aan een uitzendbureau die tot slot weer verhuurt aan de arbeidsmigranten. Dat betekent dat een verhuurder vaak minder zicht heeft op de onderverhuurovereenkomsten en de feitelijke bewoners. Wanneer de hoofdhuurovereenkomst beëindigd moet worden, beroepen huurders zich steeds vaker op huurbescherming. Dat is, zeker wanneer de verhuurder bijvoorbeeld een last onder dwangsom heeft ontvangen, een probleem. Verhuurder wordt dan immers door de hond of de kat gebeten. In deze Fact Friday zal ik hier kort op ingaan.

Is sprake van verhuur van woonruimte?

Bij dit soort huurrelaties is de primaire vraag welk huurregime geldt: woonruimte of ‘overige ruimten’ [art. 7:230a BW-ruimten]. Hoewel dat af zal hangen van de concrete huurovereenkomsten en situaties, zal de huurrelatie bij het huisvesten van arbeidsmigranten in de regel onder het woonruimteregime vallen. Eerder oordeelde de rechter daarover, ook in een situatie waarin onderverhuurd werd aan een uitzendbureau: “Dat [gedaagde] als huurder het gehuurde zelf niet bewoont maar onderverhuurt, staat aan de kwalificatie als woonruimte en de toepasselijkheid van de woonruimtebepalingen niet in de weg. Nu de uitleg van de overeenkomst reeds leidt tot de kwalificatie woonruimte brengt de strekking van het arrest Zonshofje I de kantonrechter niet tot een ander oordeel.” In dat verband verwijs ik naar een eerdere blog hierover.

Huurbescherming

Uit deze uitspraak valt af te leiden dat in dat geval het woonruimteregime van toepassing is. Dat betekent dat huurder de volledige huurbescherming toekomt. Wat houdt dit in? Dat een verhuurder enkel de huurovereenkomst kan opzeggen wanneer hij aansluiting vindt met een opzeggingsgrond uit de wet. Dit is van dwingend recht. Dat betekent dat daar niet contractueel van kan worden afgeweken. Een bepaling als bijvoorbeeld: “indien verhuurder door de gemeente wordt aangeschreven vanwege strijdig gebruik, kan verhuurder de huurovereenkomst opzeggen” zal geen standhouden bij een rechter. Dat laat onverlet dat een verhuurder er goed aan doet om de huurovereenkomst zo in te kleden, dat het duidelijk is wat voor huur het betreft en onder welke omstandigheden de huur kan worden beëindigd. Bovendien kan verhuurder de verplichting om over de juiste vergunningen/ontheffingen te beschikken bij huurder leggen. Eventueel kan verhuurder de pijlen dan richten op een ontbinding van de huurovereenkomst.

Huurbeëindigingsbescherming voorkomen?

Daarnaast kan verhuurder een tijdelijke huurovereenkomst sluiten van [in beginsel] maximaal twee jaar. Het is dan van belang dat die huurovereenkomst ook daadwerkelijk is ingericht als tijdelijke huurovereenkomst. In dat geval, en indien aan enkele aanvullende eisen wordt voldaan, komt huurder geen huurbeëindigingsbescherming toe. Dat laat overigens onverlet dat verhuurder nog wel geconfronteerd kan worden met niet beëindigde onderhuurovereenkomsten.  Maar verhuurder staat in die situatie in ieder geval een stuk sterker.

Relevantie voor de praktijk

Voor de praktijk is met name relevant dat de juiste keuzes gemaakt worden bij het aangaan van de huurovereenkomst. Dát is het moment waarop bepaalde problemen voorkomen kunnen worden. Gelet op het dwingende recht dat geldt voor het woonruimteregime, laat een “onjuist” ingestoken huurovereenkomst zich later vaak moelijker herstellen. Zeker wanneer een bemiddelingsbureau of uitzendbureau de hakken in het zand zetten en aan de andere kant de gemeente dwingt tot ontruiming. Huisvest u arbeidsmigranten of wordt u geconfronteerd met handhaving door de gemeente of een beëindiging van de huur? Neemt u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, advocaat / specialist arbeidsmigranten Rutger Boogers [post_title] => Huurbescherming arbeidsmigranten bij beëindigen huur [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => huurbescherming-arbeidsmigranten-bij-beeindigen-huur [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-05 14:06:44 [post_modified_gmt] => 2022-12-05 13:06:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29958 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 29943 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-04-13 15:43:05 [post_date_gmt] => 2022-04-13 13:43:05 [post_content] => Je kunt de uiterlijke vormen van voedingsmiddelen die je aanbiedt, in onderhavig geval friet, beschermen. Modelrechten zijn hier uitermate geschikt voor. Een voorbeeld hiervan speelt in het geschil tussen Simplot en McCain.

Het model

De Amerikaanse J.R. Simplot Company (hierna: Simplot) heeft in 2010 een model geregistreerd van een draaiende (twistend) friet (het Model). McCain heeft ook draaiende friet (Rustic Twists) verkocht. Volgens Simplot maakt de Rustic Twists inbreuk op haar Model. De rechtbank Den Haag deelt deze mening en veroordeelt McCain wegens inbreuk op het modelrecht van Simplot.

Geen gebruik

McCain voert aan dat Simplot geen gebruik maakt van het Model en haar vordering alleen instelt om de McCain-vennootschappen schade toe te brengen. Maar, voor het modelrecht geldt er geen gebruiksplicht.

Beoordeling

Bescherming Model In tegenstelling tot McCain, die stelt dat de geïnformeerde gebruiker in dit geval een professionele afnemer moet zijn, omdat McCain alleen aan friet aan bedrijven levert, oordeelt de rechtbank dat de geïnformeerde gebruiker een gebruiker is die betrokken in de sector, zonder een ontwerper of technische deskundige te zijn, maar wel belangstelling en een vrij hoog aandachtniveau heeft bij het gebruik ervan. De rechtbank heeft zich bij de vergelijking beperkt tot de uiterlijke kenmerken die bijdragen aan de totaalindruk van het Model bij deze geïnformeerde gebruiker en dus niet tot minieme verschillen. McCain stelt dat de beschermingsomvang van het Model zeer beperkt is. Dit omdat volgens McCain de machine die de aardappelen tot deze vorm snijdt technisch bepaald is. De vormgeving van het Model zou hierdoor ook bepaald zijn door functionele en technische vereisten. Een tweede argument van McCain is dat Simplot het Model heeft geadverteerd met functionele en technische voordelen waaronder ‘tremendous plate coverage and yield’, ‘natural dippability’ en ‘3X hold time’. De rechtbank gaat voorbij aan dit betoog. McCain gebruikt namelijk zelf ook snijbladen om bepaalde vormen friet te verkrijgen. Het is daarnaast onduidelijk voor de rechtbank waarom het Model betere “functionele en technische voordelen” zou hebben dan andere vormen. Vergelijking McCain stelt dat het beschermingsomvang van het Model zeer beperkt is wegens het vormgevingserfgoed. Hiervoor heeft McCain twee modellen genoemd het Broodmodel en het Snackmodel. De rechtbank is van oordeel dat de twee modellen aanzienlijk verschillen van het Model. Het Model heeft een om de eigen lengteas gedraaide min of meer platte schijf-vorm met schuine/puntige uiteinden, terwijl beide oudere modellen niet gedraaid zijn om hun eigen lengteas en meer de vorm hebben van een cilinder met opzij gebogen, smallere uiteinden. De vorm van zowel het Broodmodel als het Snackmodel is voorts boller, dikker en compacter dan die van het Model. Het oppervlak van he broodmodel heeft ook duidelijk het uiterlijk van de korst van brood en niet van een aardappelproduct. Ten slotte heeft het Snackmodel diagonale ribbels die in het geheel niet voorkomen bij het Model. Het vormgevingserfgoed is daarom geen reden om van een beperkte beschermingsomvang uit te gaan. De rechtbank is van mening dat het Model en de Rustic Twist nagenoeg identiek zijn. […] dat een rechts- of linksdraaiende Rustic Twist iets dikker/lomper is dan het Model en dat de punt aan één zijde iets puntiger is dan die van het Model. […] Het betreft ook een platte schijf die om de eigen lengteas is gedraaid. De vorm van de friet bij het Model is in de lengte niet zoveel meer uitgerekt dan bij een Rustic Twist, dat dit leidt tot een andere algemene indruk. Dat er relevante verschillen zijn in de draai of met betrekking tot de randen, neemt de rechtbank niet waar. De Rustic Twists vertonen ook geen gat om de middenas. [caption id="attachment_29950" align="alignleft" width="300"] Friet[/caption]   Afbeelding: uitspraak Gezien de kleine verschillen is de rechtbank van oordeel dat de Rustic Twist en het Model veel dichter bij elkaar staan dan het Model en het besproken vormgevingserfgoed. Gelet hierop is de rechtbank van mening dat er sprake is van inbreuk op het Model.

Moraal van het verhaal

Om het ontwerp van je product te beschermen is de eerste stap, een modelregistratie. Heb je eenmaal een modelrecht dan is het niet vereist om het model daadwerkelijk te gebruiken. De tweede stap is het handhaven van je modelrecht. Als je dit niet doet gaat dit ten koste van je beschermingsomvang. Dit betekent dat derde partijen overeenstemmende producten op de markt kunnen brengen.

Kortingsactie

Het is nu mogelijk om voor je Benelux of Europees modelaanvraag 75% van de kosten terug te krijgen. Dit een tijdelijke Europese subsidieregeling waarbij geldt, op is op. Wij kunnen u zowel helpen bij aan aanvragen van deze subsidie en bij de aanvraag van het model. Heeft u vragen over het modelrecht dan kunt u contact opnemen met Mustafa Kahya (kahya@bg.legal). Mustafa Kahya [post_title] => Modelrecht op friet [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => modelrecht-op-friet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-13 16:03:04 [post_modified_gmt] => 2022-04-13 14:03:04 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29943 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 29917 [post_author] => 68 [post_date] => 2022-04-11 16:24:00 [post_date_gmt] => 2022-04-11 14:24:00 [post_content] => Het is helaas weer gebleken dat de dreiging van een ransomware aanval nog altijd onverminderd aanwezig is. Vorige week kwam namelijk het bericht naar buiten dat cybercriminelen gestolen data van verschillende Nederlandse woningcorporaties gepubliceerd hebben op het dark web. Dit is het gedeelte van het internet dat niet met reguliere browsers te bereiken is. Het betreft gevoelige informatie van huurders, zoals kopieën van identiteitsbewijzen en bankgegevens. Daarnaast zijn volledige namen, woonadressen, telefoonnummers, e-mailadressen en soms ook burgerservicenummers op het dark web beland. De getroffen woningcorporaties zijn Alwel (Roosendaal), Brederode Wonen (Bloemendaal), De Woningstichting (Wageningen), Laurentius (Breda), L’Escaut (Vlissingen), Trivire (Dordrecht), QuaWonen (Bergambacht) en Zayaz (Den Bosch). Deze organisaties zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor meer dan 75.000 woningen en de bijbehorende privégegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de betrokken huurders inmiddels ingelicht over de ransomware aanval. Bent u als huurder de dupe geworden van de datalek bij een van de genoemde woningcorporaties? De specialisten van BG.legal willen u en mede-gedupeerden graag helpen om het gesprek met de woningcorporaties aan te gaan, met als doel het volgende te bereiken:
  • Informatie krijgen over welke (persoons)gegevens er gelekt zijn.
  • Informatie krijgen over de oorzaak van het datalek.
  • Bekijken wat huurders en medewerkers zelf kunnen doen om zich te beschermen.
  • Bekijken wat de specifieke woningcorporaties zelf gaan doen om herhaling te voorkomen.
  • Onderzoeken of er een schadevergoeding voor alle getroffenen mogelijk is.
Via het inschrijfformulier datalekken kunt u zich bij ons aanmelden. Daarbij geeft u toestemming dat wij namens u mogen onderhandelen met de betreffende woningcorporatie. Wij zullen voor de onderhandelingen geen kosten in rekening brengen bij de gedupeerde huurders. Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met de sectie Tech. Britt stagiaire [post_title] => Nederlandse woningcorporaties getroffen door datalek [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => woningcorporaties-datalek [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-11 16:24:00 [post_modified_gmt] => 2022-04-11 14:24:00 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29917 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 30055 [post_author] => 67 [post_date] => 2022-04-26 17:03:11 [post_date_gmt] => 2022-04-26 15:03:11 [post_content] => In een recente uitspraak van 30 maart 2022 oordeelt de kantonrechter dat het vorderingsrecht (c.q. de aanspraak) op NOW-subsidie niet overdraagbaar is. De aard van het vorderingsrecht verzet zich daar volgens de kantonrechter tegen. Hierdoor kan (op grond van artikel 3:228 BW) ook geen pandrecht op het vorderingsrecht worden gevestigd.

Doel NOW-regeling

De kantonrechter overweegt dat met de NOW-regeling is beoogd de werkgelegenheid te behouden. De ontvanger van de subsidie mag deze uitsluitend aanwenden voor de betaling van loonkosten. En arbeidsovereenkomsten mogen niet vanwege bedrijfseconomische redenen worden opgezegd. Het is dan ook de bedoeling dat de subsidie terecht komt bij de werknemer, waarbij de werkgever in feite als tussenschakel fungeert om dit te bewerkstelligen. Wanneer de subsidie overgedragen zou kunnen worden aan een derde (in dit geval de bank), dan zou de subsidie – in strijd met het doel van de NOW-regeling – niet ten goede komen aan de werknemer. Hierdoor meent de kantonrechter dat het aard van het vorderingsrecht zich tegen overdracht verzet.

Niet goed doordacht

Hoofdregel is dat vorderingsrechten overdraagbaar zijn. Op de hoofdregel zijn een aantal uitzonderingen. De overdraagbaarheid van een vorderingsrecht kan worden uitgesloten bij (formele) wet of partijbeding. Daarnaast kan de aard van het vorderingsrecht zich tegen overdraagbaarheid verzetten. De NOW-regeling bevat geen cessie en/of verpandingsverbod. De kantonrechter overweegt dat de NOW-regeling in aller haast in het leven is geroepen als gevolg waarvan niet alle consequenties van de regeling goed zijn doordacht. Hiermee lijkt de kantonrechter te impliceren dat indien de wetgever wel goed zou hebben nagedacht, een cessie en/of verpandingsverbod in de regeling zou zijn opgenomen. Het is echter niet duidelijk of de wetgever specifiek heeft stilgestaan bij het al dan niet uitsluiten van de overdraagbaarheid van de NOW-subsidie. Vorderingsrechten zijn, bijvoorbeeld, niet overdraagbaar indien zij een persoonlijk karakter hebben of wanneer de aard van de aan de vordering ten grondslag liggende rechtsverhouding zich tegen overdracht verzet. De kantonrechter lijkt in zijn oordeel aan te sluiten bij dit laatste door te overwegen dat overdracht van NOW-subsidie niet past in de doelstelling van de NOW-regeling. Maar geldt dit dan ook voor andere subsidieregelingen? Het is de vraag of de aard van het recht (op NOW-subsidie) zich tegen overdracht en dus verpanding verzet. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wellicht wenselijk dat de NOW-subsidie niet door een pandhouder (lees: bank) naar zich toegetrokken kan worden. Maar vanuit goederenrechtelijk perspectief kunnen daar vraagtekens bij worden geplaatst. Het laatste woord is hierover (waarschijnlijk) nog niet gezegd; kennelijk beraden de bank en de curator zich nog over het instellen van hoger beroep. Remco de Jong                 [post_title] => NOW-subsidie niet overdraagbaar of verpandbaar! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => now-subsidie-is-niet-overdraagbaar-of-verpandbaar [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-04-28 11:32:07 [post_modified_gmt] => 2022-04-28 09:32:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30055 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => ef594340a9aa0472e5166d2b5c04d576 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
In een recente uitspraak van 30 maart 2022 oordeelt de kantonrechter dat het vorderingsrecht (c.q. de aanspraak) op NOW-subsidie niet overdraagbaar is. De aard van het vorderingsrecht verzet zich daar...
Lees meer
Het kabinet komt met een tijdelijke subsidieregeling voor zorgmedewerkers die twee jaar na hun covid-besmetting nog steeds klachten ondervinden. Ziekte door longcovid bij zorgpersoneel Een gedeelte van de zorgmedewerkers zijn,...
Lees meer
Zou patiënt overlevingskansen hebben gehad indien hij juist was behandeld door zijn artsen? Onzorgvuldig handelen van de arts staat vast, namelijk het missen van de diagnose longkanker met uitzaaiingen. Maar...
Lees meer
De radiozender Q-music is sinds 2005 niet meer weg te denken van de Nederlandse radio. Je zou denken dat Q-music deze naam dan ook ongehinderd mag gebruiken. Niets blijkt minder...
Lees meer
Verkorting wettelijke betaaltermijn De maximale wettelijke betaaltermijn van grote ondernemingen aan het mkb wordt verkort naar 30 dagen. De Tweede Kamer heeft op 15 maart 2022 het wetsvoorstel om de...
Lees meer
Aanbesteden van een opdracht In artikel 2.24 sub b van de Aanbestedingswet 2012 staat een uitzondering op het moeten aanbesteden van een opdracht, namelijk wanneer sprake is van een overheidsopdracht...
Lees meer
Aanbrengen zonnecollectoren Nederland zit midden in de energietransitie. Een van de mogelijkheden om te verduurzamen is het opwekken van zonne-energie door middel van zonnecollectoren. Dit kan zowel op macroniveau met...
Lees meer
Huur[beëindigings]bescherming is voor verhuurders in de praktijk vaak een probleem. Dat speelt ook in het geval van huisvesting van arbeidsmigranten. In de regel verhuurt een verhuurder niet rechtstreeks aan arbeidsmigranten....
Lees meer
Je kunt de uiterlijke vormen van voedingsmiddelen die je aanbiedt, in onderhavig geval friet, beschermen. Modelrechten zijn hier uitermate geschikt voor. Een voorbeeld hiervan speelt in het geschil tussen Simplot...
Lees meer
Het is helaas weer gebleken dat de dreiging van een ransomware aanval nog altijd onverminderd aanwezig is. Vorige week kwam namelijk het bericht naar buiten dat cybercriminelen gestolen data van...
Lees meer