WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 11
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 11
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 6
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 100, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 27580
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-04 14:42:22
[post_date_gmt] => 2021-11-04 13:42:22
[post_content] => De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie) Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van dit ontwerp is de keuze voor mensgerichte AI. Ontwikkelaars van AI toepassingen moeten zelf beoordelen in welke van de vier risico groepen hun toepassingen vallen. Hoe hoger het risico, hoe hoger de eisen voor die AI toepassing. Het gaat nog zeker jaren duren voordat de AI Verordening in werking zal treden. Daarnaast is de kans groot dat het ontwerp de komende tijd nog wordt aangepast.
Wat betekent dat voor de AI toepassingen die nu worden ontwikkeld of gebruikt? Gelden daar geen regels voor?
Voor verschillende AI toepassingen is er nu ook al wet- en/of regelgeving waar aan moet worden voldaan. Bijvoorbeeld:
- Medische hulpmiddelen Verordening: voor AI toepassingen in medische hulpmiddelen
- Grondwet + Mensenrechtenverdragen: voor bescherming fundamentele rechten zoals meningsuiting, privacy, zelfbeschikkingsrecht.
- Algemene Verordening Gegevensbescherming; wanneer sprake is van verwerking persoonsgegevens
- Productveiligheidsregelgeving: wanneer een AI toepassing letsel veroorzaakt
- Consumentenbescherming: wanneer uit deze regelgeving informatieverplichtingen voortvloeien
- Gedragscodes: wanneer in een sector regels (gedragscode) zijn vastgelegd voor AI toepassingen
- Contracten: wanneer partijen in een overeenkomst regels voor AI toepassingen hebben vastgelegd.
Kortom, ook zonder een AI verordening is er nu al
wet- en regelgeving waar een AI toepassing aan moet voldoen. Voor AI ontwikkelaars betekent dit dat zij moeten inventariseren aan welke wet- en regelgeving de AI toepassing moet voldoen en of zij daar aan voldoen. Wanneer dat niet het geval is dan kan een klant/opdrachtgever later stellen dat de AI toepassing niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Dat kan tot
schadeclaims lijden. Als gebruiker/opdrachtgever voor de ontwikkeling van een AI toepassing zul je een vergelijkbare vraag moeten stellen. Hetzelfde geldt voor toezichthouders van partijen die een AI toepassing gebruiken.
LegalAIR
Algemene informatie over juridische aspecten van AI kun je vinden op ons
kennisplatform LegalAIR.
AI compliance assessment
Daarom is het voor zowel ontwikkelaars als gebruikers van AI toepassingen verstandig om in een AI compliance assessment vast te stellen welke wet- en regelgeving van toepassing is op de AI toepassing en of daar aan wordt voldaan. Wanneer er niet aan wordt voldaan dan kan er tijdig maatregelen worden getroffen om wel compliant te zijn.
Voor meer vragen hierover, of voor begeleiding bij het uitvoeren van een
AI compliance assessment, kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst.
[post_title] => Er zijn al regels voor AI toepassingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => er-zijn-al-regels-voor-ai-toepassingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-05 15:48:48
[post_modified_gmt] => 2021-11-05 14:48:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27580
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 27564
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-03 10:00:19
[post_date_gmt] => 2021-11-03 09:00:19
[post_content] => Wanneer een
distributie of
licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen van de overeenkomst. Wat moet daar dan mee gebeuren? Mogen die toch worden verkocht? Een leverancier zal dat niet altijd willen omdat het soms kan leiden tot
dumpprijzen.
Het eerste wat partijen kunnen doen om hier duidelijkheid over te geven is het maken van een
afspraak in de overeenkomst. Daarin worden dan afspraken gemaakt over de restvoorraad. Bijvoorbeeld:
- de leverancier koopt deze terug van de distributeur tegen een bepaalde prijs. Het is zinvol vooraf al te bepalen hoe die prijs bepaald wordt (historische inkoopprijs, huidige inkoopprijs, een inkoopprijs plus vergoeding voor onkosten van de distributeur, etc.).
- de distributeur/licentienemer mag deze nog gedurende een bepaalde tijd ná het eindigen van de overeenkomst verkopen. Het is zinvol vooraf afspraken te maken over de duur van deze uitloopperiode, de verkoopprijs en wat te doen met een restvoorraad aan het einde van de uitlooptijd.
- de distributeur/licentienemer moet de restvoorraad vernietigen. Het is zinvol vooraf vast te leggen wie de kosten van vernietiging draagt, hoe de distributeur/licentienemer bewijs levert van de berekening van de eindvoorraad en bewijs van de vernietiging.
Maar het komt ook voor dat partijen hier geen afspraak over maken. En wat dan? Of dat de leverancier nog met een
voorraad producten (en verpakking) zit. Mag de leverancier een restvoorraad verkopen wanneer de naam van de oude distributeur op de verpakking staat vermeld?
Restvoorraad verkopen
Deze vraag kwam aan de orde in een geschil tussen een Amerikaanse producent van haarverzorgingsartikelen en haar voormalige Europese importeur/distributeur
[1]. Het Nederlandse bedrijf was importeur en verdeler van de merkproducten binnen Europa. In 2014 is de
distributieovereenkomst tot stand gekomen. Op de verpakkingen van de producten stond de tekst: ‘Distributed in Europe by: JBH Europe B.V., [adres] , [postcode 1] , [plaats] , Nederland.’ Per 15 juni 2020 heeft de Amerikaanse producent de distributieovereenkomst beëindigd omdat JBH Europe grote bedragen onbetaald liet. Het Nederlandse JBH Europe heeft verschillende malen aangegeven dat zij geen toestemming geeft voor het gebruik van haar handelsnaam en adresgegevens op de producten en verzocht het gebruik te staken. De Amerikaanse producent heeft hier geen gehoor aan gegeven.
JBH Europe start een kort geding procedure. De vorderingen, gebaseerd op het handelsnaamrecht, worden afgewezen. In hoger beroep wijzigt JBH Europe de grondslag in onrechtmatig handelen, bestaande uit i) handelingen die kwalificeren als in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, ii) misleidende mededelingen, iii) oneerlijke handelspraktijken. Het hof staat deze wijziging van eis toe.
Het hof overweegt dat de Amerikaans producent niet heeft gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door producten uit de restvoorraad in het verkeer te brengen waarop de naam-adres-tekst van JBH is vermeld. JBH heeft meegewerkt aan en goedkeuring gegeven voor het gebruik van haar naam en adres op de producten van de
nieuwe productlijnen. Het was JBH bekend dat het meer dan een jaar kan duren om een lijn uit te verkopen. Echter, als de Amerikaanse producent langer de tijd zou nemen dan redelijkerwijs noodzakelijk is om de producten uit te verkopen, kan dit maatschappelijk onzorgvuldig handelen opleveren. Omdat er geen sprake is van afdwingbare toezeggingen, bepaalt het hof dat de naam-adres-tekst van JBH ná 1 januari 2022 niet meer mag worden gebruikt.
Wat betekent dit voor de praktijk?
- In iedere distributie/licentieovereenkomst zou een bepaling over de restvoorraad, bij zowel de distributeur als de leverancier, opgenomen moeten worden. Partijen hebben daar verschillende keuzes over de te maken afspraken.
- Wanneer er geen afspraak hierover is gemaakt, dan beoordeelt een rechter de situatie met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is een redelijke uitlooptermijn om verkoop van
restvoorraad mogelijk te maken. De Nederlandse rechter past hier Nederlands recht toe. Ook wanneer, zoals in de bovengenoemde zaak, het recht van Californië van toepassing is op de overeenkomst.
- Wanneer partijen zelf niet tot afspraken over de uitloopperiode kunnen komen, dan kan de rechter dat doen in het kader van een voorlopige voorziening.
Wanneer u vragen heeft over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3084
[post_title] => Restvoorraad bij einde distributieovereenkomst
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => restvoorraad-bij-einde-distributieovereenkomst
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-03 10:00:19
[post_modified_gmt] => 2021-11-03 09:00:19
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27564
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 27521
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-01 10:25:01
[post_date_gmt] => 2021-11-01 09:25:01
[post_content] => Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model
nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving van het model waarvoor bescherming wordt gevraagd.
Maar hoe bewijs je dat een model
niet nieuw was ten tijde van de aanvraag? Wanneer je dat kunt bewijzen dan kan een modelrecht nietig worden verklaard.
Over deze vraag heeft het Europese Gerecht van Eerste Aanleg een uitspraak
[1] gedaan. In deze zaak ging het om een (Europese (gemeenschaps)modelregistratie voor
spiraalvormige haarelastiekjes:
De modelregistratie is aangevraagd op 24 juni 2010. Een concurrent heeft bij de instantie waar het modelrecht is geregistreerd (EUIPO) verzocht om de modelregistratie
nietig te verklaren. Daarbij waren screenshots van websites overgelegd. Met deze
screenshots wilde de verzoeker aantonen dat het model niet nieuw was ten tijde van de aanvraag van het gemeenschapsmodel.
Er werden twee screenshots uit 2009 overgelegd:
De nietigheidsafdeling en kamer van beroep van het EUIPO accepteerde dit bewijsmateriaal en vernietigde de modelregistratie. Vervolgens moest het Gerecht zich uitspreken over de bewijskracht van de screenshot. Het Gerecht overwoog:
- Wanneer je wil aantonen dat een ander model eerder openbaar is gemaakt dan kan dat niet door het noemen van waarschijnlijkheden of vermoedens. Het moet ‘berusten op
concrete en objectieve gegevens die een daadwerkelijke openbaarmaking van het oudere model op de markt bewijzen’.
- Bij de beoordeling van de bewijswaarde van een document wordt gekeken naar de
waarschijnlijkheid en de waarachtigheid van de erin vervatte informatie. Daarbij dient met name rekening te worden gehouden met de herkomst van het document, de omstandigheden waarin het tot stand is gekomen en degene tot wie het is gericht, en voorts moet worden onderzocht of het document, gelet op zijn inhoud, redelijk en geloofwaardig overkomt.
Wanneer je bewijsmateriaal, zoals screenshots, in twijfel trekt dan kun je niet voldaan met een abstract betoog en theoretisch bewijs van de mogelijkheden om de inhoud van blogs te manipuleren. De abstracte mogelijkheid dat de inhoud of de datum van een website wordt gemanipuleerd op zich vormt echter geen voldoende reden om de geloofwaardigheid van het bewijs dat bestaat in de screenshot van deze website in twijfel te trekken. Als verzoeker kun je deze geloofwaardigheid alleen in twijfel trekken door feiten aan te dragen die concreet aan manipulatie doen denken.
Wat betekent dit voor de praktijk?
- Wanneer je met screenshots van websites bewijs wilt leveren van de inhoud op een bepaalde datum, dan kan dat.
- Om het bewijs betrouwbaar te maken, is het verstandig
aanvullend materiaal te overleggen waaruit de echtheid van het materiaal blijkt, zoals:
- een screenshot met de resultaten van een zoekopdracht op Google die bevestigt dat het artikel op een bepaalde datum is gepubliceerd;
- een document van Wayback Machine waarin wordt bevestigd dat de website pagina op een bepaalde datum actief was.
- Wanneer je de betrouwbaarheid van screenshots in twijfel wilt trekken dan zul je concrete feiten en omstandigheden moeten noemen waaruit de onbetrouwbaarheid blijkt. Een abstract en theoretisch verhaal over de mogelijkheid van manipuleerbaarheid van het materiaal is onvoldoende.
BG.legal verzorgt de
registratie van
Europese en Benelux merken en modelrechten. Wij ondersteunen ook bij het bezwaar maken tegen registraties door anderen. Verder adviseren wij bij het exploiteren of overdragen van modelrechten. Dat kan door middel van
licentieovereenkomsten of overeenkomsten van
overdracht.
Voor meer vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[1] GvEA, 20 oktober 2021, ECLI:EU:T:2021:718
[post_title] => Model moet nieuw zijn bij aanvraag modelregistratie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => model-moet-nieuw-zijn-bij-aanvraag-modelregistratie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-01 10:25:01
[post_modified_gmt] => 2021-11-01 09:25:01
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27521
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 27352
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-10-19 09:42:01
[post_date_gmt] => 2021-10-19 07:42:01
[post_content] => Na de uitspraak van de
Hoge Raad van februari 2021 in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners, leek de mogelijkheid om een
beschrijvende handelsnaam te beschermen (nog) beperkt(er) te zijn geworden. Niets blijkt minder waar. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag oordeelde eind
september 2021 namelijk dat het gebruik van de naam ‘
Low Budget Verhuisservice’
handelsnaaminbreuk maakt op de handelsnaam ‘
Budget Verhuisservice’.
Wat is er gebeurd?
Het verhuisbedrijf Klustoppers gebruikt sinds april 2015 de handelsnaam ‘Budget Verhuisservice’. Deze naam gebruikt Klustoppers ook voor haar website ‘www.budgetverhuisservice.nl’.
In 2020 kwam er een concurrent op de markt, die zich profileerde onder de handelsnaam ‘Low Budget Verhuisservice’. Dit bedrijf gebruikte de website
www.lowbudgetverhuisservice.nl.
Klustoppers was daar niet blij mee, dit leidde tot het dagvaarden van deze concurrent. Bij de rechter vorderde Klustoppers
een verbod op het gebruik van de naam ‘Low Budget Verhuisservice’.
Wanneer is een handelsnaam beschermd?
Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een inbreuk op een
handelsnaam moet beoordeeld worden óf er sprake is van een
handelsnaamrecht.
Een handelsnaam ontstaat niet op het moment dat je deze hebt
bedacht,
geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of als
domeinnaam hebt geregistreerd. Je zult de handelsnaam daadwerkelijk (als eerste) moeten
gebruiken om een
alleenrecht te krijgen op de naam. Met dit gebruik wordt bedoeld, gebruik van de naam
voor jouw bedrijf. Namen voor jouw producten zijn niet beschermd binnen het handelsnaamrecht. Bescherming van producten is wél mogelijk binnen het
merkenrecht, een registratie is dan vereist.
Gebruik handelsnaam
Het
gebruik van een handelsnaam kan zijn; het gebruik van de naam op briefpapier, gebruik van de naam op de website (dus niet alleen in de domeinnaam), gebruik in het info e-mailadres, een naambord boven een fysieke winkel, gebruik van de naam op sociale mediakanalen enzovoort.
Recent oordeelde het
Hof Den Haag bijvoorbeeld dat ook het
gebruik van een handelsnaam in de intro van een film (het betrof hier de handelsnaam van een producent) kan worden gezien als geldig gebruik van een handelsnaam en dus bescherming oplevert.
Wanneer is er sprake van inbreuk op een handelsnaam?
In
artikel 5 van de Handelsnaamwet staat dat het verboden is een handelsnaam (of een soortgelijke handelsnaam) te gebruiken die al eerder door een ander werd gebruikt indien er door dat gebruik
verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek ontstaat. Verwarringsgevaar wil zeggen dat er een kans bestaat op de verwarring dat partijen op enige manier aan elkaar gelieerd zijn, terwijl dit niet het geval is. Is dit verwarringsgevaar aanwezig? Dan is er sprake van
handelsnaaminbreuk. Zo niet, dan is er géén sprake van handelsnaaminbreuk. Of er sprake is van verwarringsgevaar hangt af van de omstandigheden van het geval.
Beschrijvende handelsnamen
Uit de uitspraak in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners van de Hoge Raad volgt dat verwarringsgevaar voor dezelfde
beschrijvende handelsnamen minder snel aan de orde zal en kan zijn, dan bij dezelfde niet beschrijvende handelsnamen. Volgens de Hoge Raad kunnen de volgende omstandigheden ertoe leiden dat er juist wél of géén kans op verwarring ontstaat bij het gebruik van identieke of soortgelijke
beschrijvende handelsnamen:
- Er moet rekening worden gehouden met
een vrijhoudingsbehoefte van beschrijvende handelsnamen. Hoe beschrijvender een handelsnaam, hoe groter de vrijhoudingsbehoefte, hoe kleiner het verwarringsgevaar;
- Voor verwarringsgevaar is enig
onderscheidend vermogen van de handelsnaam (door inburgering (c.q. naamsbekendheid) of toevoeging van een niet beschrijvend element) vereist;
- Door het internet zijn personen
meer gewend geraakt aan beschrijvende namen - mede doordat vindbaarheid verbetert bij het gebruik van beschrijvende termen – doordat het publiek dit weet, zal er minder snel sprake zijn van verwarring.
Conclusie, de bescherming van en een beschrijvende handelsnaam is zeer beperkt aangezien de kans op verwarring bij
beschrijvende handelsnamen klein is.
Waarom dan tóch handelsnaaminbreuk op de handelsnaam Budget Verhuisservice?
Zoals aangegeven staat bij de vraag of er sprake is van handelsnaaminbreuk de verwarringsvraag centraal. Beantwoording van deze vraag is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
In dit geschil stelde Klustoppers dat zij aanzienlijk had
geïnvesteerd in de naam ‘Budget Verhuisservice’ en dat klanten haar ook aantoonbaar onder die naam wisten te vinden. De concurrent ‘Low Budget Verhuisservice’ heeft dit niet weersproken. De rechter neemt dan ook aan dat ‘Budget Verhuisservice’ enige naamsbekendheid heeft en dus enig onderscheidend vermogen heeft. Doordat het enige verschil tussen de twee handelsnamen een beschrijvend woord is, namelijk ‘Low’, wordt de kans op verwarringsgevaar volgens de rechter ook
niet weggenomen.
Ook het feit dat de concurrent de
algemene voorwaarden van
Klustoppers één op één heeft gekopieerd is een omstandigheid die meeweegt bij de verwarringsvraag. De rechter oordeelt dat de kans op verwarring ook vergroot.
Een laatste indicatie dat er sprake is van verwarringsgevaar is dat de verwarring ook daadwerkelijk is ontstaan.
Ondanks dat de naam ‘Budget Verhuisservice’ een beschrijvende handelsnaam is, wordt deze naam –
onder deze omstandigheden – beschermd en is het gebruik van de naam ‘Low Budget Verhuisservice’
verboden. Klustoppers krijgt dus gelijk.
Opmerkelijk
Opmerkelijk is dat de
rechtbank Den Haag in 2016 oordeelde dat
Klustoppers zelf over de schreef ging door het gebruik van de handelsnaam ‘Studenten Verhuisservice’. Zo zie je maar dat de lijn tussen
zelf inbreuk maken of
‘gekopieerd’ worden erg dun kan zijn.
Vragen?
Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt mag gebruiken?
Wij adviseren je graag! Ook als iemand anders jouw bedrijfsnaam of productnaam
kopieert, helpen wij je graag.
Meer weten? Neem vrijblijvend
contact op.
[post_title] => Inbreuk beschrijvende handelsnaam tóch mogelijk
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inbreuk-beschrijvende-handelsnaam-toch-mogelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:09:18
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:09:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27352
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 26926
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-09-13 12:24:21
[post_date_gmt] => 2021-09-13 10:24:21
[post_content] =>
Wat is een algoritme?
Een algoritme is een stukje software dat als het ware een recept vormt om tot een bepaald eindresultaat te komen. De software zet de stapjes die daarvoor nodig zijn. Het algoritme wordt getraind om met een dataset de beste uitkomst te krijgen. Dat kan met veel data maar soms is dat niet nodig. Bij het trainen van het algoritme wordt de software steeds aangepast. Dit kan met als doel om uiteindelijk een zodanig getraind algoritme te krijgen (een Kunstmatige Intelligentie / Artificial Intelligence toepassing) dat
voorspellend kan zijn.
Het trainen van het algoritme is een samenspel tussen mens en computer. Maar ontstaat daardoor een auteursrecht en zo ja, wie is dan de auteur: de mens of de computer?
Wil er auteursrecht ontstaan dan geldt de toets dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter moet hebben en het persoonlijk stempel van de maker moet dragen. Of zoals het later is uitgelegd in het
Infopaq arrest van het Europese Hof van Justitie: ‘
auteursrecht kan slechts gelden met betrekking tot materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan’.
Voldoet het maken van een algoritme aan dit criterium? Is er sprake van een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan?
Uitspraak Gerechtshof Den Haag
In een
recente uitspraak van het Gerechtshof Den Haag wijdt het gerechtshof overwegingen ‘ten overvloede’ aan de vraag of bepaalde software een auteursrechtelijk beschermd werk oplevert. Deze uitspraak zou analoog
relevant kunnen zijn voor de vraag of een algoritme een auteursrechtelijk beschermd werk oplevert.
Het hof overweegt dat:
“Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat een werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet een eigen intellectuele schepping van de maker zijn die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt, en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. Elementen van het werk die louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze, zijn van bescherming uitgesloten.”
Bij het maken van een algoritme is de vraag of de keuzes die gemaakt worden ‘louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze’. Wanneer dat het geval is dan zou er geen sprake zijn van auteursrecht. Of zijn de keuzes aan te merken als de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk?
Dit is dus geen ‘nee’ maar ook nog geen ‘ja’.
Waarom is deze vraag relevant?
Een algoritme kan
waarde vertegenwoordigen. Er is tijd, energie en kennis gestoken in het maken en trainen van het algoritme. Een maker zou die waarde kunnen willen verzilveren.
Naar Nederlands recht kun je alleen eigenaar zijn van zaken (voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten) en rechten. Omdat data hier niet in past kun je
geen eigenaar zijn van data. Een algoritme valt niet onder de definitie van een zaak. Onder rechten vallen ook de
intellectuele eigendomsrechten. De volgende intellectuele eigendomsrechten komen in aanmerking:
- octrooi: er worden octrooien verleend op algoritmen.
- databankenrecht: een dataset zou met een databankenrecht beschermd kunnen zijn. De drempel is hoog en het beschermt alleen de databank an sich.
- auteursrecht: is sprake van creatieve keuzes van de maker?
Wanneer een auteursrecht op een algoritme ontstaat dan vormt dit een vermogensrecht. Er zou dus zelfs een zekerheidsrecht op gevestigd kunnen worden (pandrecht). Het kan ook worden geëxploiteerd (door middel van een licentie/gebruiksrecht) en het kan worden overgedragen.
Een
auteursrecht kan ook worden gehandhaafd. Er kan worden opgetreden tegen inbreukmakers en inbreukmakers, op grond van de auteurswet, schadeplichtig jegens de auteursrechthebbende.
Kortom, relevant voor makers en gebruikers van algoritmen. En voor degenen die algoritmen van anderen gebruiken; heb je daar toestemming voor nodig of niet?
Over de juridische aspecten van data / AI hebben wij verschillende
blogs geschreven. Voor meer informatie over juridisch/ethische aspecten van data/ AI ontwikkelen wij ook het kennisplatform legalAIR (
www.legalAIR.nl).
BG.legal heeft een
team van advocaten, juristen en data scientists die bedrijven en instellingen adviseert over de juridische aspecten van algoritmen, data, en kunstmatige intelligentie.
Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (06-50695916 /
wijst@bg.legal).
[post_title] => Kun je een auteursrecht krijgen op een algoritme?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kun-je-een-auteursrecht-krijgen-op-een-algoritme
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-09-14 16:18:52
[post_modified_gmt] => 2021-09-14 14:18:52
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26926
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 26913
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-09-13 10:32:04
[post_date_gmt] => 2021-09-13 08:32:04
[post_content] => Wanneer na een ransomwareaanval schade ontstaat is de ICT-dienstverlener daar dan aansprakelijk voor? Bijvoorbeeld wanneer backupbestanden ontbreken of er een lek zit in de beveiliging. Wie heeft welke
verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid?
Door de hoeveelheid aan aanvallen op ICT-systemen, waarbij bestanden (soms met persoonsgegevens) worden gekopieerd of versleuteld, en de schade die daardoor ontstaat, neemt het aantal juridische procedures hierover ook toe. Zoals de
zaak waarbij de klant de ICT-dienstverlener verwijt dat deze niet voor voldoende
veiligheid van het ICT-systeem heeft zorggedragen. Als gevolg hiervan heeft de ransomware het systeem binnen kunnen dringen. Daarbij is ook software van een softwareleverancier verdwenen. De klant heeft een adviseur een rapport laten opstellen waarin de adviseur concludeert dat ‘een ernstige verstoring zoals de ransomwareaanval, slechts een kwestie van tijd was, gezien de staat van de ICT-omgeving’.
Wie is waarvoor aansprakelijk?
De rechtbank overweegt in deze uitspraak
[1]dat de vraag ‘
wat tussen partijen is overeengekomen afhankelijk (is) van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden’. Op basis van de uitleg van de overeenkomst en hetgeen partijen daar over hebben verklaard, overweegt de rechtbank dat de overeenkomst tussen partijen inhield dat ook in de nieuwe situatie de ICT-dienstverlener verantwoordelijk was voor de “24/7 monitoring van servers, backups en netwerk” binnen de
ICT-omgeving van de klant.
De klant kon niks met de gemaakte backups. De vraag was wie daarvoor verantwoordelijk was. De rechtbank komt hier zelf niet uit. De rechtbank benoemt daarom een
deskundige die ‘
de oorzaak moet onderzoeken van de omstandigheid dat ten tijde van de ransomaanval, dus in het voorjaar van 2018, bepaalde onderdelen binnen de ICT-omgeving van de klant niet binnen de (periodieke) back-ups vielen en de vraag beantwoorden of de ICT-dienstverlener op grond van communicatie met softwareleverancier ervan mocht uitgaan dat de map SQLBackup door deze werd gevuld’.
Veiligheid
De klant verwijt de ICT-dienstverlener verder dat zij niet voor voldoende veiligheid van het ICT-systeem heeft zorggedragen. Als gevolg hiervan heeft de ransomware het systeem binnen kunnen dringen, aldus de klant. De ICT-dienstverlener betwist dat zij niet voor voldoende veiligheid binnen het ICT-systeem van de klant heeft zorggedragen. Het ICT-systeem van de klant was bijvoorbeeld voorzien van firewalls. De ransomware besmetting was het gevolg van een
menselijke fout van een medewerker van de klant en had niets te maken met het niveau van beveiliging. Een medewerker kan op een e-mail met bijlage hebben geklikt en die bijlage blijkt nadien een virus te bevatten dat zich in het systeem nestelt, aldus de ICT-dienstverlener. Dit kan zelfs de beste beveiliging niet tegenhouden, aldus de ICT-dienstverlener.
Ook hier komt de rechtbank zelf niet uit. De rechtbank wil ook hier een deskundige voor gaan benoemen en hem de volgende vragen laten beantwoorden:
- Wat is de oorzaak van het niet aanwezig zijn van de door de softwareontwikkelaar gemaakte software en andere data op de vanaf juli 2017 tot 12 april 2018 gemaakte (periodieke) back-ups? Als het antwoord op die vraag luidt dat de oorzaak is dat de map SQLBackups niet periodiek werd gevuld met actuele data/nieuwe software, kan worden vastgesteld of de ICT-dienstverlener hiervoor verantwoordelijkheid droeg?
- Wat is de oorzaak van de ransomwarebesmetting?
- Welke rol speelt de beveiliging van het ICT-systeem door de ICT-dienstverlener hierbij?
Nadat de deskundige de vragen heeft beantwoord, zal de rechtbank een eindvonnis wijzen. Daarin zal weer meer duidelijk worden over wie waarvoor aansprakelijk is en hoever die aansprakelijkheid reikt.
Over de aansprakelijkheid voor schade door een hack van persoonsgegevens, zie mijn
eerder blog hierover.
BG.legal heeft een
team van advocaten, juristen en data scientists die bedrijven en instellingen bijstaat wanneer zij te maken krijgen met een datalek. Wij adviseren ook de ICT bedrijven die hiervoor
aansprakelijk worden gehouden. Een van de eerste vragen bij een datalek is of er mogelijk persoonsgegevens zijn gehackt en of er dus een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens gedaan moet worden (door de verwerkingsverantwoordelijke).
Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (06-50695916 /
wijst@bg.legal).
[1] Rechtbank Rotterdam 14-07-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8109
[post_title] => Wie is aansprakelijk bij een ransomaanval?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wie-is-aansprakelijk-bij-een-ransomaanval
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-09-14 16:23:51
[post_modified_gmt] => 2021-09-14 14:23:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26913
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 26843
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-08-30 10:57:18
[post_date_gmt] => 2021-08-30 08:57:18
[post_content] => Een slechtziende judoka die meedoet aan de Paralympische Spelen in Tokyo is aangereden door een
elektrische zelfrijdende bus. Hij is met hersenletsel opgenomen in de kliniek van het Paralympische dorp. De zelfrijdende bussen van Toyota werden ook al gebruikt op de Olympische spelen, maar na het ongeluk is het gebruik stilgelegd. De twee bestuurders van de bus die op het rijgedrag moesten letten hadden de judoka wel gezien maar ze gingen ervanuit dat hij wel zou stoppen voor de bus. Het is waarschijnlijk dat hij de bus niet heeft opgemerkt omdat deze elektrisch is en daardoor
weinig geluid maakt. Een Japanse krant meldt dat de bus zelf wel stopte voor een andere voetganger, maar dat de bestuurders vervolgens weer op de startknop hebben gedrukt omdat ze dachten dat de
judoka wel zou stoppen.
Het is in dit geval niet direct duidelijk wie er hier een fout heeft begaan. Als het inderdaad het geval is dat de bus wel gestopt is maar de bestuurders aangaven dat hij weer mocht rijden, dan kan Toyota er niet zo veel aan doen. Wat wel duidelijk is, is dat zelfs een
menselijke bestuurder fouten maakt en dat ontwikkelingen als elektrische voertuigen zorgen dat bestuurders beter op moeten letten om opgemerkt te worden.
[post_title] => Paralympier aangereden door zelfrijdende bus
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => paralympier-aangereden-door-zelfrijdende-bus
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 15:01:39
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:01:39
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26843
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 26824
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-08-27 09:34:30
[post_date_gmt] => 2021-08-27 07:34:30
[post_content] => Ben je net (of al enige tijd geleden) een onderneming begonnen? Vergeet dan niet de naam waaronder jij je producten verkoopt en/of je bedrijfsnaam als
merk te (laten) registreren. Enkel de registratie van jouw
handelsnaam bij de Kamer van Koophandel is
onvoldoende.
Doe je dit niet? Dan gaat iemand anders mogelijk aan de haal met jouw merknaam. De mogelijkheden om daar op dat moment nog iets tegen te doen, zijn beperkt.
Uit de praktijk: IndoMedia vs. MIMM
Zo viste Stichting IndoMedia
achter het net toen zij Media Investerings- en Management Maatschappij B.V. (hierna MIMM) wilde verbieden ‘haar merknaam’ te gebruiken.
Wat was er gebeurd? IndoMedia en MIMM waren in 2019 een samenwerking aangegaan met als doel het uitbrengen van een
magazine. Dit magazine werd in 2019 uitgebracht onder de naam PINDA*. Vanwege het succes werd de
samenwerking voorgezet. In 2020 werd wederom een magazine uitgebracht, dit keer onder de naam ‘PINDAH*’. Daarna ontstonden tussen IndoMedia en MIMM
discussies over de samenwerking en de daarmee samenhangende financiële afspraken.
Bij de rechter: IndoMedia merkhouder?
Deze discussies hebben tot gevolg gehad dat IndoMedia naar de rechter stapte en een verbod van het gebruik van de naam PINDAH* door MIMM vorderde. IndoMedia was namelijk van mening dat indirect uit de
samenwerkingsovereenkomst tussen IndoMedia en MIMM zou blijken dat IndoMedia eigenaar, c.q. merkhouder was van de merknaam. Als
merkhouder zou zij andere partijen mogen verbieden haar
merknaam PINDAH* te gebruiken. Dat laatste is in principe correct, maar de rechter ging niet mee met de gedachtegang van Indomedia dát Indomedia merkhouder was.
De rechter
overwoog namelijk dat uit het
merkenregister bleek dat MIMM het merk PINDAH* had geregistreerd. Het
merkenregister zou volgens de rechter leidend zijn, niet de overeenkomst tussen IndoMedia en MIMM. IndoMedia is dus
géén merkhouder aangezien dit niet uit het merkenregister blijkt. IndoMedia kan dus, ondanks dat tussen partijen indirect zou zijn afgesproken dat IndoMedia merkhouder zou zijn van de naam ‘PINDAH*’, MIMM niet verbieden de naam PINDAH* te gebruiken.
Moraal van het verhaal
Zorg dat je tijdig een
merkregistratie aanvraagt voor jouw product (of bedrijf). Als iemand anders aan de haal gaat met jouw merk en/of jouw merk zelfs eerder registreert dan jij, zijn de middelen om hier tegen op te treden zeer beperkt.
Geen (on)mogelijkheden
Dat betekent overigens niet dat er geen mogelijkheden zijn. Bedrijven die
dezelfde bedrijfsnaam als jij gebruiken, zou je kunnen aanspreken op basis van jouw
handelsnaamrecht. Ook biedt het
auteursrecht mogelijkheden. Bescherming van jouw merk op grond van het
handelsnaamrecht en
auteursrecht is in veel gevallen veel beperkter dan een merkrecht.
Ook bestaan er mogelijkheden om op te treden tegen copycats die jouw merknaam eerder hebben geregistreerd. Jij zal dan echter wel moeten aantonen dat de andere partij al bekend was met jouw merknaam en dat de registratie zogezegd ‘
te kwader trouw’ is gedaan. Dit is niet altijd gemakkelijk.
Investeren in de toekomst
Om jezelf deze onzekerheid te besparen, is het dan ook slim om zo vroeg mogelijk bij de start van jouw bedrijf en de ontwikkeling van jouw producten een merkregistratie aan te vragen. Met deze (zeker bij een Benelux merkregistratie) relatief lage investering kun je je doorgaans goed wapenen tegen (toekomstige) copycats.
Merk registreren?
Wil je je merk (laten) registreren? Wij helpen jou bij jouw merkaanvraag tegen een
vast tarief.
Last van copycats, maar geen merkregistratie? Ook dan kunnen wij jou helpen.
Voor
meer informatie, neem vrijblijvend contact op.
[post_title] => Wapenen tegen copycats? Registreer je merk!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wapenen-tegen-copycats-registreer-je-merk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:09:54
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:09:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26824
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 26798
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-08-24 14:02:37
[post_date_gmt] => 2021-08-24 12:02:37
[post_content] => Vorige week kwam het
nieuws naar buiten dat de recepten die Sonja Bakker op haar social media pagina’s plaatste niet van haar zouden zijn. Deze zou zij hebben ‘
gekopieerd’ van andere
foodbloggers.
Kunnen de foodbloggers hier iets tegen doen?
Als je iemand wilt aanspreken op het onrechtmatig kopiëren van jouw werk, kan je een beroep doen op het
auteursrecht. Om hier een beroep op te kunnen doen, dan moet je wel éérst een auteursrecht hebben op jouw
eigen werk. Hier hoef je in principe niets voor te doen, deze rechten ontstaan vanzelf. Heb je dit auteursrecht en kopieert iemand jouw foodblog? Dan kan je mogelijk iets doen tegen dit kopieergedrag op basis van het auteursrecht.
Ook zou je de ander nog aan kunnen spreken op basis van
plagiaat. Dit is geen officiële wettelijke term, maar houdt in dat als iemand jouw werk (een-op-een) gebruikt en doet alsof dit werk van hem of haar is, dit
onrechtmatig en zelfs
strafbaar kan zijn.
Auteursrechtelijke bescherming van een foodblog
Je hebt (mogelijk) een auteursrecht op jouw foodblog als jij bij het schrijven van jouw foodblog
creatieve keuzes hebt gemaakt en het werk
voldoende origineel is. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de tekst van de foodblog zelf en/of de foto van het gerecht dat je hebt gemaakt. Een (idee) van een recept kan (in beginsel) niet worden beschermd.
Dit komt doordat smaak in beginsel niet auteursrechtelijk kan worden beschermd, aldus het Europese Hof van Justitie in
2018. Een werk moet voldoende objectief en voldoende nauwkeurig kunnen worden geïdentificeerd om te kunnen beoordelen of er sprake is van een auteursrecht. Dat is uiteraard lastig, want ja.. smaken verschillen.
Voorbeeld
Bescherming ziet dus op
teksten van je recept en/of
foto’s voor zover deze creatief en (voldoende) origineel zijn.
Oftewel, als je een blog schrijft waarbij je de ingrediënten en bereidingswijze van een Spaghetti Bolognese op een simpele en gangbare manier opsomt is de kans klein dat je hier auteursrechtelijke bescherming op hebt. Doorgaans zullen anderen deze tekst van jouw recept
wél mogen kopiëren.
Hoe creatiever je het recept opschrijft, hoe groter de kans is dat je wel een auteursrecht krijgt op de manier waarop jij het recept hebt opgeschreven. Een ander mag (de tekst van) dat recept dan niet zomaar een-op-een kopiëren.
Geen een-op-een kopie
Maar je voelt hem al aankomen. Wat als er
niet een-op-een wordt gekopieerd, maar het er wel héél veel op lijkt? Dan zal er gekeken moeten worden of de totaalindrukken van de foodblogs overeenkomstig zijn. Is dit het geval? Dan is er mogelijk toch sprake van een auteursrechtinbreuk. Dit is een lastige (en veelal subjectieve) beoordeling die twee kanten op kan vallen. Een rechter zal hierover moeten beslissen.
Sonja Bakker
Zoals wij opmaken uit de beelden die door
RTL Nieuws naar buiten zijn gebracht, zijn de foto’s van de gerechten een-op-een overgenomen. De kans dat Sonja Bakker
auteursrechtinbreuk heeft gepleegd ten aanzien van de foto’s is dan ook groot. Ook is de kans aanwezig dat er sprake is van
plagiaat, aangezien Sonja Bakker doet voorkomen alsof deze foto’s van haarzelf zijn.
Voor wat betreft de tekst van de recepten zie je wel degelijk
verschillen. De teksten van de recepten lijken niet een-op-een te zijn gekopieerd. Van plagiaat kan in mijn optiek dan ook geen sprake zijn. Ook vraag ik me af of er sprake is van
auteursrechtinbreuk, omdat Sonja bij het opstellen van teksten mogelijk voldoende afstand heeft genomen van de ‘originele’ foodblog door de ingrediënten ‘simpel’ op te sommen.
Het gaat hier overigens om een beoordeling naar Nederlands recht. Mocht ander recht van toepassing zijn, dan zou de beoordeling anders uit kunnen vallen.
Vragen?
Denk je dat iemand jouw (food)blog heeft
gekopieerd en wil je hier iets tegen doen? Of heeft iemand anders jou aangesproken omdat hij of zij van mening is dat jij zijn of haar (food)blog hebt gekopieerd? Wij kunnen jou hierover adviseren.
Wil je weten wat wij voor jou kunnen beteken? Neem vrijblijvend contact op.
[post_title] => Recept en foto’s gekopieerd door Sonja Bakker: plagiaat of auteursrechtinbreuk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => recept-en-fotos-gekopieerd-door-sonja-bakker-plagiaat-of-auteursrechtinbreuk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-03 11:10:33
[post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:10:33
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26798
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 26663
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-08-16 09:46:54
[post_date_gmt] => 2021-08-16 07:46:54
[post_content] => De overheid is steeds meer bezig met
proactief informatie delen en ook op EU niveau wordt hier al jaren aan gewerkt. De
Open Data richtlijn van 2019 (de richtlijn) over deze
overheidsinformatie moest in juli al geïmplementeerd zijn bij de lidstaten. Hoewel dit in Nederland nog niet is gebeurd, is het al wel mogelijk om de te verwachte veranderingen te bekijken. Zo heeft de VNG al de mogelijke impact van de richtlijn op overheden geanalyseerd.
Wat is overheidsinformatie?
Onder overheidsinformatie die gedeeld moet worden valt alle informatie die door
openbare lichamen wordt verzameld, gemaakt en gebruikt voor het uitvoeren van hun publieke taak. Gevoelige informatie, informatie waar rechten van derden of wettelijke beperkingen op rusten, hoeft niet gedeeld te worden. De specifieke definitie is te vinden in artikel 1 van de richtlijn.
Wat verandert er?
Data die bij onderzoek door of voor overheden wordt gebruikt of verzameld, moet beschikbaar worden gesteld aan de overheidsorganisatie. De overheidsorganisatie kan daarna deze gegevens op verzoek beschikbaar stellen voor hergebruik.
- Als er informatie wordt gedeeld, moet dit gebeuren op een wijze die zo veel mogelijk voldoet aan
open standaarden. De gebruikte formaten van de documenten moet ook machine leesbaar zijn. Hier mag van worden afgeweken als dit een onevenredige inspanning zou vereisen.
- Gegevens die vaak veranderen, zoals sensormetingen, moeten direct beschikbaar worden gesteld via een
Application Programming Interface (API) en daarna ook in grotere bulkbestanden. Hier mag alleen van afgeweken worden als de uitvoering een financiële of technische onevenredige inspanning zou vereisen.
- Vroeger mochten overheden nog kosten in rekening brengen voor het hergebruik, maar in de richtlijn is dat niet meer toegestaan. Alleen
de kosten van het vermenigvuldigen, verstrekken en verspreiden mogen in rekening gebracht worden. Ook maatregelen zoals het anonimiseren van gegevens zijn kosten die teruggevorderd kunnen worden bij een opvragende partij. Deze regels gelden echter niet voor overheidsorganisaties die verplicht zelf een deel van hun inkomsten moeten genereren, zoals musea, bibliotheken en archieven.
- Het is toegestaan voor overheden om bepaalde data alleen aan
een partij te leveren, mits deze afspraken transparant zijn, het in ieder geval bekend is welke informatie er wordt gedeeld en wat de kosten zijn. Daarnaast heeft iedere overeenkomst een maximale duur van 3 jaar.
- Er komt een lijst van hoogwaardige
datasets: de Europese High Value Datasets List (HVDL). Deze datasets moeten door overheden kosteloos, in een machine leesbaar formaat en met API’s en bulkdownloads beschikbaar worden gesteld. De lijst specifieke lijst zal later door de Europese Commissie vast worden gesteld, maar er is al wel een lijst met thematische categorieën die waarschijnlijk meegenomen gaan worden:
a. Geospatiale data;
b. Aardobservatie en milieu;
c. Meteorologische data;
d. Statistiek;
e. Bedrijven en eigendom van bedrijven;
f. Mobiliteit.
Wat betekent dit voor openbare lichamen?
Na de implementatie van deze richtlijn zullen openbare lichamen meer informatie moeten gaan voorbereiden om te kunnen delen. Dit zal leiden tot een toename in kosten. De
VNG geeft in haar impactanalyse aan dat de mate van impact afhangt van de manier waarop de richtlijn wordt geïmplementeerd. Het opzetten en onderhouden van API’s voor alle dynamische data zal voor lang niet alle organisaties vanzelfsprekend zijn.
Wat kunnen organisaties en burgers hiermee?
De overheid zal meer informatie gaan
delen waarmee organisaties en burgers aan de slag kunnen. Bedrijven kunnen de informatie gebruiken in hun producten terwijl journalisten en onderzoeksgroepen meer kunnen leren over Nederland. Ook burgers kunnen meer leren over de nationale en lokale overheden, zeker als de HVDL eenmaal bekend is.
Als u vragen heeft over hoe u overheidsdata kunt hergebruiken en welke informatie u op kunt vragen, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[post_title] => Inwerkingtreding van EU Open Data richtlijn
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inwerkingtreding-van-eu-open-data-richtlijn
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 15:02:19
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:02:19
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=26663
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 27580
[post_author] => 6
[post_date] => 2021-11-04 14:42:22
[post_date_gmt] => 2021-11-04 13:42:22
[post_content] => De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een
AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie)
Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van dit ontwerp is de keuze voor
mensgerichte AI. Ontwikkelaars van AI toepassingen moeten zelf beoordelen in welke van de vier risico groepen hun toepassingen vallen. Hoe hoger het risico, hoe hoger de eisen voor die AI toepassing. Het gaat nog zeker jaren duren voordat de AI Verordening in werking zal treden. Daarnaast is de kans groot dat het ontwerp de komende tijd nog wordt aangepast.
Wat betekent dat voor de AI toepassingen die nu worden ontwikkeld of gebruikt? Gelden daar geen regels voor?
Voor verschillende AI toepassingen is er nu ook al wet- en/of regelgeving waar aan moet worden voldaan. Bijvoorbeeld:
- Medische hulpmiddelen Verordening: voor AI toepassingen in medische hulpmiddelen
- Grondwet + Mensenrechtenverdragen: voor bescherming fundamentele rechten zoals meningsuiting, privacy, zelfbeschikkingsrecht.
- Algemene Verordening Gegevensbescherming; wanneer sprake is van verwerking persoonsgegevens
- Productveiligheidsregelgeving: wanneer een AI toepassing letsel veroorzaakt
- Consumentenbescherming: wanneer uit deze regelgeving informatieverplichtingen voortvloeien
- Gedragscodes: wanneer in een sector regels (gedragscode) zijn vastgelegd voor AI toepassingen
- Contracten: wanneer partijen in een overeenkomst regels voor AI toepassingen hebben vastgelegd.
Kortom, ook zonder een AI verordening is er nu al
wet- en regelgeving waar een AI toepassing aan moet voldoen. Voor AI ontwikkelaars betekent dit dat zij moeten inventariseren aan welke wet- en regelgeving de AI toepassing moet voldoen en of zij daar aan voldoen. Wanneer dat niet het geval is dan kan een klant/opdrachtgever later stellen dat de AI toepassing niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Dat kan tot
schadeclaims lijden. Als gebruiker/opdrachtgever voor de ontwikkeling van een AI toepassing zul je een vergelijkbare vraag moeten stellen. Hetzelfde geldt voor toezichthouders van partijen die een AI toepassing gebruiken.
LegalAIR
Algemene informatie over juridische aspecten van AI kun je vinden op ons
kennisplatform LegalAIR.
AI compliance assessment
Daarom is het voor zowel ontwikkelaars als gebruikers van AI toepassingen verstandig om in een AI compliance assessment vast te stellen welke wet- en regelgeving van toepassing is op de AI toepassing en of daar aan wordt voldaan. Wanneer er niet aan wordt voldaan dan kan er tijdig maatregelen worden getroffen om wel compliant te zijn.
Voor meer vragen hierover, of voor begeleiding bij het uitvoeren van een
AI compliance assessment, kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst.
[post_title] => Er zijn al regels voor AI toepassingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => er-zijn-al-regels-voor-ai-toepassingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-11-05 15:48:48
[post_modified_gmt] => 2021-11-05 14:48:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=27580
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 263
[max_num_pages] => 27
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 5d59593b5109a31c2461b011e53fae2d
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie) Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van...
Lees meer
Wanneer een distributie of licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen...
Lees meer
Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum...
Lees meer
Na de uitspraak van de Hoge Raad van februari 2021 in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners, leek de mogelijkheid om een beschrijvende handelsnaam te beschermen (nog)...
Lees meer
Wat is een algoritme? Een algoritme is een stukje software dat als het ware een recept vormt om tot een bepaald eindresultaat te komen. De software zet de stapjes die...
Lees meer
Wanneer na een ransomwareaanval schade ontstaat is de ICT-dienstverlener daar dan aansprakelijk voor? Bijvoorbeeld wanneer backupbestanden ontbreken of er een lek zit in de beveiliging. Wie heeft welke verantwoordelijkheid op...
Lees meer
Een slechtziende judoka die meedoet aan de Paralympische Spelen in Tokyo is aangereden door een elektrische zelfrijdende bus. Hij is met hersenletsel opgenomen in de kliniek van het Paralympische dorp....
Lees meer
Ben je net (of al enige tijd geleden) een onderneming begonnen? Vergeet dan niet de naam waaronder jij je producten verkoopt en/of je bedrijfsnaam als merk te (laten) registreren. Enkel...
Lees meer
Vorige week kwam het nieuws naar buiten dat de recepten die Sonja Bakker op haar social media pagina’s plaatste niet van haar zouden zijn. Deze zou zij hebben ‘gekopieerd’ van...
Lees meer
De overheid is steeds meer bezig met proactief informatie delen en ook op EU niveau wordt hier al jaren aan gewerkt. De Open Data richtlijn van 2019 (de richtlijn) over...
Lees meer