Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 7
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 7
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 6
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1326
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 60, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 27967
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2021-12-03 10:09:12
                    [post_date_gmt] => 2021-12-03 09:09:12
                    [post_content] => Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft de rechtbank Den Haag zich namelijk gebogen over de vraag of er inbreuk werd gemaakt op het auteursrecht van een illustratrice door het te koop aanbieden van verschillende soorten inpakpapier waarop een door haar gemaakt silhouet van Sinterklaas was afgebeeld.[1]

Wat ging eraan vooraf?

Een illustratrice van kinderboeken heeft in opdracht van het bedrijf Teleac/NOT de onderstaande afbeelding van het silhouet van Sinterklaas gemaakt. De afbeelding is gebruikt in lesmateriaal voor het basisonderwijs.           Afbeelding afkomstig uit het vonnis, r.o. 4.6. Gedaagde produceert cadeau- en inpakpapier. Voor het ontwerp schakelt zij een extern teken- en adviesbureau in. Dit bureau heeft een aantal ontwerpen aangeleverd, waarbij de keuze onder meer is gevallen op de onderstaande drie dessins.           Afbeeldingen afkomstig uit het vonnis, r.o. 2.5. Gedaagde heeft deze ontwerpen in haar webshop te koop aangeboden. De illustratrice herkende haar eigen tekening in het cadeaupapier en heeft gedaagde vervolgens aangeschreven. Zij eist dat de inbreuk op haar auteursrecht wordt gestaakt en dat de schade die zij daardoor heeft opgelopen wordt vergoed.

Is het silhouet van sinterklaas auteursrechtelijk beschermd?

Volgens de illustratrice wordt haar illustratie van het silhouet van Sinterklaas gekenmerkt door een aantal elementen. Zo heeft de illustratrice ervoor gekozen om het paard al lopend af te beelden, waarbij het paard zijn hoofd licht gebogen houdt. Daarnaast zit de Sinterklaas ontspannen op zijn paard, waardoor er een gemoedelijke indruk zou ontstaan. De overige keuzes die de illustratrice heeft gemaakt bij het ontwerpen van de afbeelding, zou men terug kunnen zien in de volgende details: (i) het afbeelden van de teugels, (ii) het weglaten van de staf, (iii) de positie van de staart van het paard en (iv) de manier waarop het haar en de baard van Sinterklaas wordt afgebeeld. De werktoets Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk een eigen oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen (EOK & PS).[2] Dit houdt in dat het werk niet ontleend mag zijn aan dat van een ander en dat de maker creatieve keuzes heeft gemaakt bij het scheppen van zijn werk. Aan het laatstgenoemde is niet voldaan wanneer het werk dusdanig banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen.[3] Oordeel van de kantonrechter Volgens de kantonrechter zijn de elementen ieder afzonderlijk niet bijzonder en voor een deel zelfs triviaal te noemen. De kledij en karakteristieke kenmerken van Sinterklaas worden namelijk grotendeels bepaald door de conventie. Anders zou het publiek Sinterklaas niet meer kunnen herkennen in het silhouet. De kantonrechter meent echter dat de elementen tezamen een voldoende eigen gezicht geven aan de afbeelding, waardoor deze toch voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Vervolgens dient gekeken te worden of er ook sprake is van een auteursrechtinbreuk. De kantonrechter geeft aan dat de afbeelding op het inpakpapier dezelfde totaalindruk werkt als de afbeelding van de illustratrice, omdat deze één op één is overgenomen.[4] De kantonrechter concludeert dan ook dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en wijst de vordering (gedeeltelijk) toe.

Conclusie

Ook een verzameling van niet beschermde elementen – e.g. de uiterlijke kenmerken van Sinterklaas - kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, mits deze verzameling het persoonlijk stempel van de maker draagt.[5] [1] Rb. ’s-Gravenhage 23 augustus 2019, ECLI:NL:RBDHA:2018:9945. [2] HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Romme/Van Dale), r.o. 3.4. [3] HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes), r.o. 4.5.1. [4] HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke), r.o. 4.2. [5] Rb. Oost-Brabant 25 maart 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1908 (Philips/Lidl), r.o. 4.10. [post_title] => Silhouet sinterklaas: auteursrechtinbreuk met inpakpapier [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => silhouet-sinterklaas-auteursrechtinbreuk-met-inpakpapier [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:31:13 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:31:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27967 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 27924 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-12-01 13:50:43 [post_date_gmt] => 2021-12-01 12:50:43 [post_content] => Ben jij een MKB bedrijf dat activiteiten naar/in het buitenland wilt uitbreiden en je hebt daarbij juridisch advies nodig, dan kun je zelfs dit jaar nog gebruik maken van een financiële tegemoetkoming. Laat geen geld liggen!

Wat is de regeling

Het gaat om de Starters International Business (SIB) kennisvoucher. Van 1 november tot en met 31 december 2021 is in totaal nog € 400.000 beschikbaar gesteld voor kennisvouchers. Van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 is erop nieuw budget met een subsidieplafond van € 400.000.

Waar geldt de regeling voor

De regeling ziet op MKB bedrijven die duurzaam willen uitbreiden naar een specifieke buitenlandse markt. Met deze regeling kun je een voucher krijgen voor juridische diensten zoals:
  • bestaande contracten laten beoordelen of nieuwe contracten laten opstellen;
  • algemene voorwaarden bij exporttransacties laten opstellen;
  • een merk laten registreren;
  • andere juridische adviezen krijgen over duurzaam uitbreiden naar het buitenland, zoals arbeidsrecht.
BG.legal kan je hierbij ondersteunen. Voor verschillende cliënten hebben wij dit jaar de kennisvoucher in kunnen zetten. Daarvoor hebben wij werkzaamheden verricht zoals:
  • het registreren van Benelux/Europese merkregistraties
  • het opstellen van distributieovereenkomsten
  • het opstellen van resellersovereenkomsten
  • het opstellen van Software-as-a-Service overeenkomsten
  • het opstellen van agentuurovereenkomsten
  • het opstellen van algemene verkoopvoorwaarden
  • het adviseren over de positie van een buitenlandse agent / distributeur
  • het adviseren over een internationale franchiseformule

Wat vergoedt de voucher

De SIB Kennisvoucher is goed voor 50% van de kosten en bedraagt maximaal € 2.500 exclusief btw. Dit betekent dat RVO ons 50% van de kosten, tot maximaal € 2.500 exclusief btw, betaalt. Het restant van de factuur betaalt de cliënt.

Hoe werkt het

Wij maken een offerte voor de werkzaamheden die wij voor u gaan verrichten. Dit zijn werkzaamheden die vallen onder het bereik van de SIB voucherregeling. Deze offerte uploadt u, samen met mijn CV, in het RVO portal in. Daarbij beantwoordt u enkele vragen. Vervolgens beslist RVO over toekenning van de voucher. Dit gaat vrij snel. Vervolgens hebben we 6 maanden om de werkzaamheden te verrichten en u de factuur te sturen. Deze factuur uploadt u in het RVO portal. RVO betaalt ons op basis van de kennisvoucher en u betaalt het restant.

Laat geen geld liggen!

Dit is een mooie kans. Aan u om de kans te grijpen. Mocht u er vragen bij hebben dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Jos van der Wijst [post_title] => Financiële tegemoetkoming voor Juridisch advies [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => financiele-tegemoetkoming-voor-juridisch-advies [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-01 13:53:37 [post_modified_gmt] => 2021-12-01 12:53:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27924 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 27662 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-11-09 10:19:49 [post_date_gmt] => 2021-11-09 09:19:49 [post_content] => Tegenwoordig is het mogelijk om alles in de cloud te doen, je hoeft alleen een computer met een internetverbinding te hebben. Je hoeft alleen maar in te loggen en al het zware rekenwerk wordt in de cloud gedaan. Zodra je de wereld van clouddiensten betreedt kom je een aantal verschillende typen diensten tegen met pakkende namen als IaaS, PaaS en SaaS. Deze typen zijn eigenlijk verschillende dieren en ze hebben allemaal hun eigen voor en nadelen. In dit artikel zal ik de verschillen tussen IaaS, PaaS en SaaS bespreken en daarna de juridische gevolgen toelichten. Een algemeen voordeel van as a Service (aaS) diensten is dat je niet zelf de servers hoeft te kopen en beheren. Hierdoor kan je veel sneller meer capaciteit installeren en hoef je geen extra fysieke ruimte te reserveren om servers neer te zetten. Daar staat tegenover dat je voor alle aaS diensten afhankelijk bent van zowel de aanbieder als een stabiele internetverbinding. Dit kan voor sommigen geen probleem zijn maar voor anderen onacceptabel.      

Software as a Service (SaaS)

Het eerste type is de SaaS. Een SaaS is als een goudvis, zolang je blijft betalen blijft de dienst werken. Je hoeft maar het minimale aan onderhoud te doen en je hoeft eventuele problemen niet zelf op te lossen. Een voorbeeld van een SaaS is Google Drive. Je kan er je bestanden in opslaan, maar wel alleen maar zoals Google dat wil. Het voordeel van een SaaS oplossing is dat je als gebruiker niet verantwoordelijk bent voor het draaiend houden van het product. De aanbieder regelt de beveiliging, de servers en die zorg voor het onderhoud. Hierdoor is een SaaS oplossing de laagdrempeligste aaS van de drie. Het voordeel van de SaaS kan ook een zwakte zijn. Je hebt als gebruiker (bijna) geen mogelijkheden om nieuwe functies toe te voegen en ook weinig controle over hoe de dienst achter de schermen werkt. Zo is het niet mogelijk om als gebruiker Google te dwingen om jouw bestanden alleen in de EU op te slaan.

Platform as a Service (PaaS)

Een PaaS is opener dan een SaaS. Je kan een PaaS vergelijken met een hond, je hebt er zelf werk aan. Bij een PaaS krijg je ruimte waarop je andere programma’s kunt draaien. Een voorbeeld hiervan is een remote desktop. Hierop kun je allemaal programma’s draaien, maar de aanbieder bepaalt welk besturingssysteem erop staat en wanneer er updates uitgevoerd worden. Bij een PaaS heb je als gebruiker meer controle. Je kunt zelf programma’s installeren en ontwikkelen en hierdoor nieuwe functionaliteiten toe voegen. De aanbieder regelt nog steeds de fundamentele beveiliging van de servers en van het besturingssysteem en zorgt ook dat de nodige updates uitgevoerd worden. Het nadeel van de PaaS is dat je als gebruiker meer verantwoordelijkheid krijgt. Je moet er zeker van zijn dat alle programma’s die je installeert ook veilig zijn en dat je geen fouten maakt in het ontwikkelen van nieuwe programma’s.

Infrastructure as a Service (IaaS)

Een IaaS biedt de meeste vrijheid die je kan hebben zonder zelf servers te hebben. Het is alsof je een nest puppies hebt, je mag en moet ze zelf opvoeden. Je kunt zelf je besturingssysteem kiezen, hoe je alles inricht, welke programma’s en wat er gebeurt. Amazon Web Services (AWS) is hier een voorbeeld van. Het voordeel van een IaaS is dat je de voordelen hebt van eigen servers zonder dat je zelf servers hoeft te kopen of te onderhouden. Je krijgt een lege huls die je zelf in kunt richten en als het nodig is kun je er in een paar minuten 100 kopieen van maken. Het nadeel van een IaaS is dat deze aaS het meeste kennis en vakmanschap vereist. Je bent namelijk verantwoordelijk voor alles behalve de fysieke server en de internetverbinding. Hiervoor moet je dus weten hoe je je besturingssysteem veilig houdt, hoe je zorgt dat alle programma’s zijn ingesteld en meer.

On premise

Als je alles zelf wil regelen dan kan je de software afnemen en op je eigen servers laten draaien. Dit is een huishouden met drie kinderen, maar dan zonder een school of kinderopvang. Je moet alles zelf doen en bent overal verantwoordelijk voor. Aan de andere kant heb je zelf de controle en heb je dus de vrijheid om alles in te richten zoals je wil. Dit is wat Google, Amazon en Microsoft doen. Die gebruiken alleen hun eigen servers.

Vergelijking

In de tabel bovenaan dit artikel staat een overzicht van welke partij wat regelt. In principe geldt dat je als afnemer mag verwachten dat het deel wat de dienstverlener regelt goed werkt en dat je dienstverlener daar ook binnen de contractuele grenzen aansprakelijk voor is. Zo hoort AWS 24 uur per dag beschikbaar te zijn. Amazon geeft een garantie dat AWS 99,99% van de tijd beschikbaar zijn. Dat betekent dat AWS maximaal 0,144 minuten per dag niet beschikbaar mag zijn. Als dit wordt overschreden krijgen klanten een kleine schadevergoeding. De twee grote keuzes die er gemaakt moeten worden zijn de hoeveelheid controle die je als gebruiker wilt en de hoeveelheid verantwoordelijkheid. Hoe meer controle je hebt (wilt hebben) over de dienst, hoe beter je kan bepalen wat er gebeurt. Dit kan in verband met de AVG van belang zijn en ook als je diensten voor anderen uitvoert en een geheimhoudingsplicht hebt. Meer controle betekent ook dat je meer mogelijkheden hebt en dus ook zelf diensten kan ontwikkelen. Een SaaS die je afneemt zul je niet als SaaS aan anderen kunnen verkopen, maar op een PaaS kan je zelf SaaS diensten bouwen. Bij een on-premise oplossing heb je alle touwtjes zelf in handen. Als je meer verantwoordelijkheid accepteert, bij een IaaS en een Paas, kan je ook meer fouten maken. Voor deze fouten kun je dan niet de aanbieder aansprakelijk stellen, want diens verantwoordelijkheid neemt juist af. Als er data wordt verwijderd door een programma dat jij hebt geinstalleerd dan zul je dat zelf op moeten lossen en dan zal je aanbieder daar niet zo veel aan kunnen doen. Als je on-premise host, dan heb je ook alle verantwoordelijkheid voor wat er fout gaat op jouw servers. Qua gegevensbescherming maakt het type aaS uit bij het beoordelen of de dienstverlener een verwerker of verwerkingsverantwoordelijke is. Diegene die bepaalt hoe persoonsgegevens verwerkt worden, is vrijwel altijd een van de verwerkingsverantwoordelijke, hierdoor kan het bij SaaS goed zijn dat de dienstverlener en de afnemer gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijken zijn. Bij alle andere oplossingen heeft de dienstverlener geen inspraak in hoe persoonsgegevens verwerkt worden en dus zal de afnemer hier de verwerkingsverantwoordelijke zijn en de dienstverlener een verwerker.

Conclusie

De verschillende aaS vormen hebben ieder hun voor- en nadelen. Ook juridisch. Hoeveel verantwoordelijkheid en risico wil je zelf accepteren? Past dit bij de bedrijfs-/beroepsaansprakelijkheidsverzekering die je hebt? Voor vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Hier kunt u het artikel in het Engels vinden. Robin Verhoef en Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Keuzes bij cloud services [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => keuzes-bij-cloud-services [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-11-09 10:19:49 [post_modified_gmt] => 2021-11-09 09:19:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27662 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 27580 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-11-04 14:42:22 [post_date_gmt] => 2021-11-04 13:42:22 [post_content] => De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie) Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van dit ontwerp is de keuze voor mensgerichte AI. Ontwikkelaars van AI toepassingen moeten zelf beoordelen in welke van de vier risico groepen hun toepassingen vallen. Hoe hoger het risico, hoe hoger de eisen voor die AI toepassing. Het gaat nog zeker jaren duren voordat de AI Verordening in werking zal treden. Daarnaast is de kans groot dat het ontwerp de komende tijd nog wordt aangepast. Wat betekent dat voor de AI toepassingen die nu worden ontwikkeld of gebruikt? Gelden daar geen regels voor? Voor verschillende AI toepassingen is er nu ook al wet- en/of regelgeving waar aan moet worden voldaan. Bijvoorbeeld:
  • Medische hulpmiddelen Verordening: voor AI toepassingen in medische hulpmiddelen
  • Grondwet + Mensenrechtenverdragen: voor bescherming fundamentele rechten zoals meningsuiting, privacy, zelfbeschikkingsrecht.
  • Algemene Verordening Gegevensbescherming; wanneer sprake is van verwerking persoonsgegevens
  • Productveiligheidsregelgeving: wanneer een AI toepassing letsel veroorzaakt
  • Consumentenbescherming: wanneer uit deze regelgeving informatieverplichtingen voortvloeien
  • Gedragscodes: wanneer in een sector regels (gedragscode) zijn vastgelegd voor AI toepassingen
  • Contracten: wanneer partijen in een overeenkomst regels voor AI toepassingen hebben vastgelegd.
Kortom, ook zonder een AI verordening is er nu al wet- en regelgeving waar een AI toepassing aan moet voldoen. Voor AI ontwikkelaars betekent dit dat zij moeten inventariseren aan welke wet- en regelgeving de AI toepassing moet voldoen en of zij daar aan voldoen. Wanneer dat niet het geval is dan kan een klant/opdrachtgever later stellen dat de AI toepassing niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Dat kan tot schadeclaims lijden. Als gebruiker/opdrachtgever voor de ontwikkeling van een AI toepassing zul je een vergelijkbare vraag moeten stellen. Hetzelfde geldt voor toezichthouders van partijen die een AI toepassing gebruiken.

LegalAIR

Algemene informatie over juridische aspecten van AI kun je vinden op ons kennisplatform LegalAIR.

AI compliance assessment

Daarom is het voor zowel ontwikkelaars als gebruikers van AI toepassingen verstandig om in een AI compliance assessment vast te stellen welke wet- en regelgeving van toepassing is op de AI toepassing en of daar aan wordt voldaan. Wanneer er niet aan wordt voldaan dan kan er tijdig maatregelen worden getroffen om wel compliant te zijn. Voor meer vragen hierover, of voor begeleiding bij het uitvoeren van een AI compliance assessment, kun je contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst   [post_title] => Er zijn al regels voor AI toepassingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => er-zijn-al-regels-voor-ai-toepassingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-11-05 15:48:48 [post_modified_gmt] => 2021-11-05 14:48:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27580 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 27564 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-11-03 10:00:19 [post_date_gmt] => 2021-11-03 09:00:19 [post_content] => Wanneer een distributie of licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen van de overeenkomst. Wat moet daar dan mee gebeuren? Mogen die toch worden verkocht? Een leverancier zal dat niet altijd willen omdat het soms kan leiden tot dumpprijzen. Het eerste wat partijen kunnen doen om hier duidelijkheid over te geven is het maken van een afspraak in de overeenkomst. Daarin worden dan afspraken gemaakt over de restvoorraad. Bijvoorbeeld:
  • de leverancier koopt deze terug van de distributeur tegen een bepaalde prijs. Het is zinvol vooraf al te bepalen hoe die prijs bepaald wordt (historische inkoopprijs, huidige inkoopprijs, een inkoopprijs plus vergoeding voor onkosten van de distributeur, etc.).
  • de distributeur/licentienemer mag deze nog gedurende een bepaalde tijd ná het eindigen van de overeenkomst verkopen. Het is zinvol vooraf afspraken te maken over de duur van deze uitloopperiode, de verkoopprijs en wat te doen met een restvoorraad aan het einde van de uitlooptijd.
  • de distributeur/licentienemer moet de restvoorraad vernietigen. Het is zinvol vooraf vast te leggen wie de kosten van vernietiging draagt, hoe de distributeur/licentienemer bewijs levert van de berekening van de eindvoorraad en bewijs van de vernietiging.
Maar het komt ook voor dat partijen hier geen afspraak over maken. En wat dan? Of dat de leverancier nog met een voorraad producten (en verpakking) zit. Mag de leverancier een restvoorraad verkopen wanneer de naam van de oude distributeur op de verpakking staat vermeld?

Restvoorraad verkopen

Deze vraag kwam aan de orde in een geschil tussen een Amerikaanse producent van haarverzorgingsartikelen en haar voormalige Europese importeur/distributeur[1]. Het Nederlandse bedrijf was importeur en verdeler van de merkproducten binnen Europa. In 2014 is de distributieovereenkomst tot stand gekomen. Op de verpakkingen van de producten stond de tekst: ‘Distributed in Europe by: JBH Europe B.V., [adres] , [postcode 1] , [plaats] , Nederland.’ Per 15 juni 2020 heeft de Amerikaanse producent de distributieovereenkomst beëindigd omdat JBH Europe grote bedragen onbetaald liet. Het Nederlandse JBH Europe heeft verschillende malen aangegeven dat zij geen toestemming geeft voor het gebruik van haar handelsnaam en adresgegevens op de producten en verzocht het gebruik te staken. De Amerikaanse producent heeft hier geen gehoor aan gegeven. JBH Europe start een kort geding procedure. De vorderingen, gebaseerd op het handelsnaamrecht, worden afgewezen. In hoger beroep wijzigt JBH Europe de grondslag in onrechtmatig handelen, bestaande uit i) handelingen die kwalificeren als in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, ii) misleidende mededelingen, iii) oneerlijke handelspraktijken. Het hof staat deze wijziging van eis toe. Het hof overweegt dat de Amerikaans producent niet heeft gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door producten uit de restvoorraad in het verkeer te brengen waarop de naam-adres-tekst van JBH is vermeld. JBH heeft meegewerkt aan en goedkeuring gegeven voor het gebruik van haar naam en adres op de producten van de nieuwe productlijnen. Het was JBH bekend dat het meer dan een jaar kan duren om een lijn uit te verkopen. Echter, als de Amerikaanse producent langer de tijd zou nemen dan redelijkerwijs noodzakelijk is om de producten uit te verkopen, kan dit maatschappelijk onzorgvuldig handelen opleveren. Omdat er geen sprake is van afdwingbare toezeggingen, bepaalt het hof dat de naam-adres-tekst van JBH ná 1 januari 2022 niet meer mag worden gebruikt.

Wat betekent dit voor de praktijk?

  • In iedere distributie/licentieovereenkomst zou een bepaling over de restvoorraad, bij zowel de distributeur als de leverancier, opgenomen moeten worden. Partijen hebben daar verschillende keuzes over de te maken afspraken.
  • Wanneer er geen afspraak hierover is gemaakt, dan beoordeelt een rechter de situatie met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is een redelijke uitlooptermijn om verkoop van restvoorraad mogelijk te maken. De Nederlandse rechter past hier Nederlands recht toe. Ook wanneer, zoals in de bovengenoemde zaak, het recht van Californië van toepassing is op de overeenkomst.
  • Wanneer partijen zelf niet tot afspraken over de uitloopperiode kunnen komen, dan kan de rechter dat doen in het kader van een voorlopige voorziening.
Wanneer u vragen heeft over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). [1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3084 Jos van der Wijst [post_title] => Restvoorraad bij einde distributieovereenkomst [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => restvoorraad-bij-einde-distributieovereenkomst [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-11-03 10:00:19 [post_modified_gmt] => 2021-11-03 09:00:19 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27564 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 27521 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-11-01 10:25:01 [post_date_gmt] => 2021-11-01 09:25:01 [post_content] => Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving van het model waarvoor bescherming wordt gevraagd. Maar hoe bewijs je dat een model niet nieuw was ten tijde van de aanvraag? Wanneer je dat kunt bewijzen dan kan een modelrecht nietig worden verklaard. Over deze vraag heeft het Europese Gerecht van Eerste Aanleg een uitspraak[1] gedaan. In deze zaak ging het om een (Europese (gemeenschaps)modelregistratie voor spiraalvormige haarelastiekjes:           De modelregistratie is aangevraagd op 24 juni 2010. Een concurrent heeft bij de instantie waar het modelrecht is geregistreerd (EUIPO) verzocht om de modelregistratie nietig te verklaren. Daarbij waren screenshots van websites overgelegd. Met deze screenshots wilde de verzoeker aantonen dat het model niet nieuw was ten tijde van de aanvraag van het gemeenschapsmodel.

Er werden twee screenshots uit 2009 overgelegd:

                De nietigheidsafdeling en kamer van beroep van het EUIPO accepteerde dit bewijsmateriaal en vernietigde de modelregistratie. Vervolgens moest het Gerecht zich uitspreken over de bewijskracht van de screenshot. Het Gerecht overwoog:
  • Wanneer je wil aantonen dat een ander model eerder openbaar is gemaakt dan kan dat niet door het noemen van waarschijnlijkheden of vermoedens. Het moet ‘berusten op concrete en objectieve gegevens die een daadwerkelijke openbaarmaking van het oudere model op de markt bewijzen’.
  • Bij de beoordeling van de bewijswaarde van een document wordt gekeken naar de waarschijnlijkheid en de waarachtigheid van de erin vervatte informatie. Daarbij dient met name rekening te worden gehouden met de herkomst van het document, de omstandigheden waarin het tot stand is gekomen en degene tot wie het is gericht, en voorts moet worden onderzocht of het document, gelet op zijn inhoud, redelijk en geloofwaardig overkomt.
Wanneer je bewijsmateriaal, zoals screenshots, in twijfel trekt dan kun je niet voldaan met een abstract betoog en theoretisch bewijs van de mogelijkheden om de inhoud van blogs te manipuleren. De abstracte mogelijkheid dat de inhoud of de datum van een website wordt gemanipuleerd op zich vormt echter geen voldoende reden om de geloofwaardigheid van het bewijs dat bestaat in de screenshot van deze website in twijfel te trekken. Als verzoeker kun je deze geloofwaardigheid alleen in twijfel trekken door feiten aan te dragen die concreet aan manipulatie doen denken.

Wat betekent dit voor de praktijk?

  • Wanneer je met screenshots van websites bewijs wilt leveren van de inhoud op een bepaalde datum, dan kan dat.
  • Om het bewijs betrouwbaar te maken, is het verstandig aanvullend materiaal te overleggen waaruit de echtheid van het materiaal blijkt, zoals: - een screenshot met de resultaten van een zoekopdracht op Google die bevestigt dat het artikel op een bepaalde datum is gepubliceerd; - een document van Wayback Machine waarin wordt bevestigd dat de website pagina op een bepaalde datum actief was.
  • Wanneer je de betrouwbaarheid van screenshots in twijfel wilt trekken dan zul je concrete feiten en omstandigheden moeten noemen waaruit de onbetrouwbaarheid blijkt. Een abstract en theoretisch verhaal over de mogelijkheid van manipuleerbaarheid van het materiaal is onvoldoende.
BG.legal verzorgt de registratie van Europese en Benelux merken en modelrechten. Wij ondersteunen ook bij het bezwaar maken tegen registraties door anderen. Verder adviseren wij bij het exploiteren of overdragen van modelrechten. Dat kan door middel van licentieovereenkomsten of overeenkomsten van overdracht. Voor meer vragen over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). [1] GvEA, 20 oktober 2021, ECLI:EU:T:2021:718 Jos van der Wijst [post_title] => Model moet nieuw zijn bij aanvraag modelregistratie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => model-moet-nieuw-zijn-bij-aanvraag-modelregistratie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-11-01 10:25:01 [post_modified_gmt] => 2021-11-01 09:25:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27521 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 27352 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-10-19 09:42:01 [post_date_gmt] => 2021-10-19 07:42:01 [post_content] => Na de uitspraak van de Hoge Raad van februari 2021 in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners, leek de mogelijkheid om een beschrijvende handelsnaam te beschermen (nog) beperkt(er) te zijn geworden. Niets blijkt minder waar. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag oordeelde eind september 2021 namelijk dat het gebruik van de naam ‘Low Budget Verhuisservicehandelsnaaminbreuk maakt op de handelsnaam ‘Budget Verhuisservice’.

Wat is er gebeurd?

Het verhuisbedrijf Klustoppers gebruikt sinds april 2015 de handelsnaam ‘Budget Verhuisservice’. Deze naam gebruikt Klustoppers ook voor haar website ‘www.budgetverhuisservice.nl’. In 2020 kwam er een concurrent op de markt, die zich profileerde onder de handelsnaam ‘Low Budget Verhuisservice’. Dit bedrijf gebruikte de website www.lowbudgetverhuisservice.nl. Klustoppers was daar niet blij mee, dit leidde tot het dagvaarden van deze concurrent. Bij de rechter vorderde Klustoppers een verbod op het gebruik van de naam ‘Low Budget Verhuisservice’.

Wanneer is een handelsnaam beschermd?

Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een inbreuk op een handelsnaam moet beoordeeld worden óf er sprake is van een handelsnaamrecht. Een handelsnaam ontstaat niet op het moment dat je deze hebt bedacht, geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of als domeinnaam hebt geregistreerd. Je zult de handelsnaam daadwerkelijk (als eerste) moeten gebruiken om een alleenrecht te krijgen op de naam. Met dit gebruik wordt bedoeld, gebruik van de naam voor jouw bedrijf. Namen voor jouw producten zijn niet beschermd binnen het handelsnaamrecht. Bescherming van producten is wél mogelijk binnen het merkenrecht, een registratie is dan vereist. Gebruik handelsnaam Het gebruik van een handelsnaam kan zijn; het gebruik van de naam op briefpapier, gebruik van de naam op de website (dus niet alleen in de domeinnaam), gebruik in het info e-mailadres, een naambord boven een fysieke winkel, gebruik van de naam op sociale mediakanalen enzovoort. Recent oordeelde het Hof Den Haag bijvoorbeeld dat ook het gebruik van een handelsnaam in de intro van een film (het betrof hier de handelsnaam van een producent) kan worden gezien als geldig gebruik van een handelsnaam en dus bescherming oplevert.    

Wanneer is er sprake van inbreuk op een handelsnaam?

In artikel 5 van de Handelsnaamwet staat dat het verboden is een handelsnaam (of een soortgelijke handelsnaam) te gebruiken die al eerder door een ander werd gebruikt indien er door dat gebruik verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek ontstaat. Verwarringsgevaar wil zeggen dat er een kans bestaat op de verwarring dat partijen op enige manier aan elkaar gelieerd zijn, terwijl dit niet het geval is. Is dit verwarringsgevaar aanwezig? Dan is er sprake van handelsnaaminbreuk. Zo niet, dan is er géén sprake van handelsnaaminbreuk. Of er sprake is van verwarringsgevaar hangt af van de omstandigheden van het geval. Beschrijvende handelsnamen Uit de uitspraak in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners van de Hoge Raad volgt dat verwarringsgevaar voor dezelfde beschrijvende handelsnamen minder snel aan de orde zal en kan zijn, dan bij dezelfde niet beschrijvende handelsnamen. Volgens de Hoge Raad kunnen de volgende omstandigheden ertoe leiden dat er juist wél of géén kans op verwarring ontstaat bij het gebruik van identieke of soortgelijke beschrijvende handelsnamen:
  • Er moet rekening worden gehouden met een vrijhoudingsbehoefte van beschrijvende handelsnamen. Hoe beschrijvender een handelsnaam, hoe groter de vrijhoudingsbehoefte, hoe kleiner het verwarringsgevaar;
  • Voor verwarringsgevaar is enig onderscheidend vermogen van de handelsnaam (door inburgering (c.q. naamsbekendheid) of toevoeging van een niet beschrijvend element) vereist;
  • Door het internet zijn personen meer gewend geraakt aan beschrijvende namen - mede doordat vindbaarheid verbetert bij het gebruik van beschrijvende termen – doordat het publiek dit weet, zal er minder snel sprake zijn van verwarring.
Conclusie, de bescherming van en een beschrijvende handelsnaam is zeer beperkt aangezien de kans op verwarring bij beschrijvende handelsnamen klein is.

Waarom dan tóch handelsnaaminbreuk op de handelsnaam Budget Verhuisservice?

Zoals aangegeven staat bij de vraag of er sprake is van handelsnaaminbreuk de verwarringsvraag centraal. Beantwoording van deze vraag is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In dit geschil stelde Klustoppers dat zij aanzienlijk had geïnvesteerd in de naam ‘Budget Verhuisservice’ en dat klanten haar ook aantoonbaar onder die naam wisten te vinden. De concurrent ‘Low Budget Verhuisservice’ heeft dit niet weersproken. De rechter neemt dan ook aan dat ‘Budget Verhuisservice’ enige naamsbekendheid heeft en dus enig onderscheidend vermogen heeft. Doordat het enige verschil tussen de twee handelsnamen een beschrijvend woord is, namelijk ‘Low’, wordt de kans op verwarringsgevaar volgens de rechter ook niet weggenomen. Ook het feit dat de concurrent de algemene voorwaarden van Klustoppers één op één heeft gekopieerd is een omstandigheid die meeweegt bij de verwarringsvraag. De rechter oordeelt dat de kans op verwarring ook vergroot. Een laatste indicatie dat er sprake is van verwarringsgevaar is dat de verwarring ook daadwerkelijk is ontstaan. Ondanks dat de naam ‘Budget Verhuisservice’ een beschrijvende handelsnaam is, wordt deze naam – onder deze omstandigheden – beschermd en is het gebruik van de naam ‘Low Budget Verhuisservice’ verboden. Klustoppers krijgt dus gelijk. Opmerkelijk Opmerkelijk is dat de rechtbank Den Haag in 2016 oordeelde dat Klustoppers zelf over de schreef ging door het gebruik van de handelsnaam ‘Studenten Verhuisservice’. Zo zie je maar dat de lijn tussen zelf inbreuk maken of ‘gekopieerd’ worden erg dun kan zijn.

Vragen?

Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt mag gebruiken? Wij adviseren je graag! Ook als iemand anders jouw bedrijfsnaam of productnaam kopieert, helpen wij je graag. Meer weten? Neem vrijblijvend contact op. [post_title] => Inbreuk beschrijvende handelsnaam tóch mogelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inbreuk-beschrijvende-handelsnaam-toch-mogelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 11:09:18 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:09:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27352 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 27113 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-10-01 14:21:23 [post_date_gmt] => 2021-10-01 12:21:23 [post_content] => Het ROC Mondriaan raakte de gegevens van leerlingen kwijt door een hack en nu staan die gegevens online. Ook de webshop Allekabels.nl werd gehackt en raakte al haar persoonsgegevens kwijt. Het aantal datalekken neemt toe in Nederland, maar wat kan je doen als slachtoffer van een datalek? Heb je recht op schadevergoeding of moet je het doen met de mededeling dat je je wachtwoorden moet veranderen en dat de organisatie ‘doet wat binnen hun bereik ligt om de eventuele negatieve gevolgen te beperken’? Er zijn in Nederland al meerdere uitspraken geweest waarin de rechter heeft moeten beslissen over een schadevergoeding voor schade door een datalek. De AVG bevat namelijk een recht voor betrokkenen op vergoeding van materiele en immateriële schade door een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Wat weten we nu over de eisen die rechters stellen aan een geslaagd beroep op dit artikel? In Nederland zijn de volgende uitspraken gewezen:

1. De Raad van State op 1 april 2020 over de minister voor Rechtsbescherming

In een klachtprocedure zijn buiten het weten van de klager (de eiser) om en zonder diens toestemming medische gegevens over hem verstrekt aan een tuchtcollege. Hierin waren strikt vertrouwelijke persoonsgegevens opgenomen. De eiser is op de hoogte gesteld door het tuchtcollege en de gegevens zijn buiten beschouwing gelaten voor de behandeling van de klacht. Deze verwerking van de persoonsgegevens van de eiser was onrechtmatig. De eiser eist een immateriële schadevergoeding op basis van artikel 6:106 BW en vindt de geboden vergoeding van 300 euro te laag. De Afdeling is het met de eiser eens dat het delen van de gegevens in dit geval onrechtmatig was en een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de eiser vormde. De persoon tegen wie de klacht was ingediend, heeft de gegevens ook gedeeld. Aan de andere kant kwam de informatie alleen bij een kleine groep medische professionals terecht. Verder was de inbreuk van korte duur. Op basis van deze factoren, de aard, ernst en duur van de inbreuk oordeelt de Afdeling dat een schadevergoeding van 500 euro passend is.

2. De Rechtbank Noord-Nederland op 12 januari 2021 over de gemeente Oldambt

De gemeente Oldambt heeft bij het publiceren van een vergunningsaanvraag het BSN-nummer, achternaam, voorletter, adresgegevens, telefoonnummer en e-mailadres van de aanvrager van de vergunning (de eiser) gepubliceerd. Voor de publicatie van een deel van deze gegevens had de eiser toestemming gegeven, maar niet voor zijn BSN-nummer, e-mailadres of telefoonnummer. Deze zijn door een fout van een ambtenaar meerdere malen openbaargemaakt. Nadat een journalist de eiser op het datalek had gewezen, heeft de eiser een verzoek ingediend tot het verwijderen van zijn gegevens. Daarnaast vordert hij materiele en immateriële schadevergoeding van de gemeente. De gelekte gegevens geven voor de rechter geen aanleiding tot de materiele schadevergoeding die de eiser vordert, maar de rechter wijst wel een immateriële schadevergoeding toe op basis van artikel 6:106 BW. Hoewel de eiser geen psychisch letsel kon aantonen, is de rechter wel van oordeel dat de persoonlijke levenssfeer van de eiser meerdere keren is geschonden door het – in strijd met de AVG – delen van gevoelige gegevens. Hierdoor is de eiser ‘anderszins in zijn persoon aangetast.’ De rechter erkent de nadelige gevolgen van het lekken van bijzondere persoonsgegevens. Hierbij heeft de rechter naar de omstandigheden gekeken en in afwezigheid van concrete negatieve gevolgen een schadevergoeding van 500 euro toegewezen, op basis van mogelijke gevolgen zoals fraudepogingen.

3. De Rechtbank Gelderland op 7 april 2021 over NederWoon

Een hacker heeft in mei 2019 toegang gekregen tot de servers van NederWoon en hierbij persoonsgegevens van gebruikers buitgemaakt. De hacker is in Nederland veroordeeld voor het binnendringen van de servers van NederWoon. NederWoon verwerkte de gegevens van woningzoekenden, waaronder kopieën van legitimatiebewijzen, naam, adres en BSN-nummers. PrivacyPunt heeft namens een van de getroffene woningzoekende (de eiser) NederWoon aansprakelijk gesteld voor de schade doordat NederWoon vermoedelijk in strijd met de AVG heeft gehandeld. De rechter oordeelt dat het aan de eiser is om te bewijzen dat NederWoon niet genoeg maatregelen heeft getroffen om een hacker buiten te houden. Het feit dat er een hacker binnen is gekomen is niet genoeg. Voor de eis van immateriële schadevergoeding oordeelt de rechter dat, omdat de gegevens niet zijn gelekt door de hacker, er geen sprake is van (mogelijk) misbruik. De eiser heeft ook geen psychisch letsel aan kunnen tonen. Daarom wordt de vordering afgewezen en dus krijgt de eiser geen schadevergoeding.

Kenmerken voor schadevergoeding

Bij deze drie zaken zijn er verschillende redenen waarom er wel of geen schadevergoeding is toegekend. Ondanks dat de zaken verschillen zijn er wel een aantal kenmerken te ontdekken die de kans op toewijzing van een immateriële schadevergoeding kunnen verhogen.
  1. Het soort gelekte gegevens Hoewel de gegevens in zaak 1 niet openbaar waren en ook snel weer zijn vernietigd, is er door de gevoeligheid van de gegevens wel een schadevergoeding toegekend. Hoe gevoeliger de gegevens, hoe groter de kans op immateriële schadevergoeding.
  2. De openbaarheid van het lek In zaak 1 waren er persoonsgegevens gelekt naar een kleine groep medische professionals en in zaak 3 heeft alleen de hacker de gegevens gezien, maar in zaak 2 stonden de persoonsgegevens van de eiser inclusief naam en adres in een officiële publicatie van de overheid. Hoe openbaarder de gegevens zijn geweest, hoe groter de kans op schadevergoeding.
  3. Onrechtmatigheid In zaak 1 en 2 oordeelt de rechter dat de verwerking onrechtmatig was omdat er sprake is van een duidelijk schending van de AVG/Wbp terwijl de eiser dat bij NederWoon niet kon bewijzen.Voor een succesvolle vordering tot schadevergoeding op basis van de AVG moet sprake zijn van een inbreuk op de AVG. De verwerkingsverantwoordelijke moet dus gehandeld hebben in strijd met de AVG, bijvoobeeld doorgeen passende beveiligingsmaatregelen te nemen.
  4. Schade In alle drie de zaken is er geen materiele schade toegekend omdat er geen materiele schade bewezen kon worden. Wel oordeelde de rechter in alle drie de zaken dat er sprake was van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de eiser. Alleen een schending van een fundamenteel recht is echter niet genoeg, de eiser moet ook nadelige gevolgen aan kunnen tonen. In zaak 1 was dit het onrechtmatig delen van de gegevens in een klachtenprocedure door een betrokkene in die procedure. In zaak 2 was dit het openbaren van identiteitsinformatie waardoor er een kans op identiteitsfraude ontstond. In zaak 3 waren er volgens de rechter geen noemenswaardige nadelige gevolgen voor de eiser. Hoe groter de nadelige gevolgen, hoe hoger de kans op schadevergoeding.
  5. Hoogte van de schadevergoeding In twee van de drie zaken is er een schadevergoeding toegekend, telkens 500 euro. Dit bedrag is niet echt hard onderbouwd en lijkt gewoon een keuze van de rechter te zijn. Er is nu ook een procedure tegen de gemeente Rotterdam gevoerd, waarin de gemeente bijna 10 jaar lang onrechtmatig medische gegevens heeft verwerkt. Als gevolg daarvan waren die gegevens onnodig beschikbaar. De rechtbank heeft in die zaak een schadevergoeding van 2.500 euro toegekend, mede wijzend op de 500 euro die in zaak 1 werd toegekend.

Conclusie

Hoewel de individuele schadevergoeding bij een datalek niet hoog zal zijn als er geen directe schade aangetoond kan worden, is het succesvol vorderen van een dergelijke schadevergoeding niet onmogelijk en bij een groot genoeg aantal getroffenen kan dit ook resulteren in een serieuze kostenpost voor een organisatie. Als uw persoonsgegevens zijn gelekt en de organisatie haar beveiliging niet op orde had, hoeft alleen nog maar te worden aangetoond er een mogelijkheid bestaat tot nadelige gevolgen. In dat geval bestaat er een goede kans dat u in aanmerking komt voor immateriële schadevergoeding. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Lees hier ook een recente blog. Jos van der Wijst [post_title] => Wanneer een schadevergoeding na een datalek? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-een-schadevergoeding-na-een-datalek [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-11-13 11:36:37 [post_modified_gmt] => 2023-11-13 10:36:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27113 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 26926 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-09-13 12:24:21 [post_date_gmt] => 2021-09-13 10:24:21 [post_content] =>

Wat is een algoritme?

Een algoritme is een stukje software dat als het ware een recept vormt om tot een bepaald eindresultaat te komen. De software zet de stapjes die daarvoor nodig zijn. Het algoritme wordt getraind om met een dataset de beste uitkomst te krijgen. Dat kan met veel data maar soms is dat niet nodig. Bij het trainen van het algoritme wordt de software steeds aangepast. Dit kan met als doel om uiteindelijk een zodanig getraind algoritme te krijgen (een Kunstmatige Intelligentie / Artificial Intelligence toepassing) dat voorspellend kan zijn. Het trainen van het algoritme is een samenspel tussen mens en computer. Maar ontstaat daardoor een auteursrecht en zo ja, wie is dan de auteur: de mens of de computer? Wil er auteursrecht ontstaan dan geldt de toets dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter moet hebben en het persoonlijk stempel van de maker moet dragen. Of zoals het later is uitgelegd in het Infopaq arrest van het Europese Hof van Justitie: ‘auteursrecht kan slechts gelden met betrekking tot materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan’. Voldoet het maken van een algoritme aan dit criterium? Is er sprake van een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan?

Uitspraak Gerechtshof Den Haag

In een recente uitspraak van het Gerechtshof Den Haag wijdt het gerechtshof overwegingen ‘ten overvloede’ aan de vraag of bepaalde software een auteursrechtelijk beschermd werk oplevert. Deze uitspraak zou analoog relevant kunnen zijn voor de vraag of een algoritme een auteursrechtelijk beschermd werk oplevert. Het hof overweegt dat: “Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat een werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet een eigen intellectuele schepping van de maker zijn die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt, en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. Elementen van het werk die louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze, zijn van bescherming uitgesloten.” Bij het maken van een algoritme is de vraag of de keuzes die gemaakt worden ‘louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze’. Wanneer dat het geval is dan zou er geen sprake zijn van auteursrecht. Of zijn de keuzes aan te merken als de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk? Dit is dus geen ‘nee’ maar ook nog geen ‘ja’.

Waarom is deze vraag relevant?

Een algoritme kan waarde vertegenwoordigen. Er is tijd, energie en kennis gestoken in het maken en trainen van het algoritme. Een maker zou die waarde kunnen willen verzilveren. Naar Nederlands recht kun je alleen eigenaar zijn van zaken (voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten) en rechten. Omdat data hier niet in past kun je geen eigenaar zijn van data. Een algoritme valt niet onder de definitie van een zaak. Onder rechten vallen ook de intellectuele eigendomsrechten. De volgende intellectuele eigendomsrechten komen in aanmerking: - octrooi: er worden octrooien verleend op algoritmen. - databankenrecht: een dataset zou met een databankenrecht beschermd kunnen zijn. De drempel is hoog en het beschermt alleen de databank an sich. - auteursrecht: is sprake van creatieve keuzes van de maker? Wanneer een auteursrecht op een algoritme ontstaat dan vormt dit een vermogensrecht. Er zou dus zelfs een zekerheidsrecht op gevestigd kunnen worden (pandrecht). Het kan ook worden geëxploiteerd (door middel van een licentie/gebruiksrecht) en het kan worden overgedragen. Een auteursrecht kan ook worden gehandhaafd. Er kan worden opgetreden tegen inbreukmakers en inbreukmakers, op grond van de auteurswet, schadeplichtig jegens de auteursrechthebbende. Kortom, relevant voor makers en gebruikers van algoritmen. En voor degenen die algoritmen van anderen gebruiken; heb je daar toestemming voor nodig of niet? Over de juridische aspecten van data / AI hebben wij verschillende blogs geschreven. Voor meer informatie over juridisch/ethische aspecten van data/ AI ontwikkelen wij ook het kennisplatform legalAIR (www.legalAIR.nl). BG.legal heeft een team van advocaten, juristen en data scientists die bedrijven en instellingen adviseert over de juridische aspecten van algoritmen, data, en kunstmatige intelligentie. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (06-50695916 / wijst@bg.legal).   Jos van der Wijst [post_title] => Kun je een auteursrecht krijgen op een algoritme? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kun-je-een-auteursrecht-krijgen-op-een-algoritme [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-09-14 16:18:52 [post_modified_gmt] => 2021-09-14 14:18:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26926 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 26913 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-09-13 10:32:04 [post_date_gmt] => 2021-09-13 08:32:04 [post_content] => Wanneer na een ransomwareaanval schade ontstaat is de ICT-dienstverlener daar dan aansprakelijk voor? Bijvoorbeeld wanneer backupbestanden ontbreken of er een lek zit in de beveiliging. Wie heeft welke verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid? Door de hoeveelheid aan aanvallen op ICT-systemen, waarbij bestanden (soms met persoonsgegevens) worden gekopieerd of versleuteld, en de schade die daardoor ontstaat, neemt het aantal juridische procedures hierover ook toe. Zoals de zaak waarbij de klant de ICT-dienstverlener verwijt dat deze niet voor voldoende veiligheid van het ICT-systeem heeft zorggedragen. Als gevolg hiervan heeft de ransomware het systeem binnen kunnen dringen. Daarbij is ook software van een softwareleverancier verdwenen. De klant heeft een adviseur een rapport laten opstellen waarin de adviseur concludeert dat ‘een ernstige verstoring zoals de ransomwareaanval, slechts een kwestie van tijd was, gezien de staat van de ICT-omgeving’.

Wie is waarvoor aansprakelijk?

De rechtbank overweegt in deze uitspraak [1]dat de vraag ‘wat tussen partijen is overeengekomen afhankelijk (is) van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden’. Op basis van de uitleg van de overeenkomst en hetgeen partijen daar over hebben verklaard, overweegt de rechtbank dat de overeenkomst tussen partijen inhield dat ook in de nieuwe situatie de ICT-dienstverlener verantwoordelijk was voor de “24/7 monitoring van servers, backups en netwerk” binnen de ICT-omgeving van de klant. De klant kon niks met de gemaakte backups. De vraag was wie daarvoor verantwoordelijk was. De rechtbank komt hier zelf niet uit. De rechtbank benoemt daarom een deskundige die ‘de oorzaak moet onderzoeken van de omstandigheid dat ten tijde van de ransomaanval, dus in het voorjaar van 2018, bepaalde onderdelen binnen de ICT-omgeving van de klant niet binnen de (periodieke) back-ups vielen en de vraag beantwoorden of de ICT-dienstverlener op grond van communicatie met softwareleverancier ervan mocht uitgaan dat de map SQLBackup door deze werd gevuld’.

Veiligheid

De klant verwijt de ICT-dienstverlener verder dat zij niet voor voldoende veiligheid van het ICT-systeem heeft zorggedragen. Als gevolg hiervan heeft de ransomware het systeem binnen kunnen dringen, aldus de klant. De ICT-dienstverlener betwist dat zij niet voor voldoende veiligheid binnen het ICT-systeem van de klant heeft zorggedragen. Het ICT-systeem van de klant was bijvoorbeeld voorzien van firewalls. De ransomware besmetting was het gevolg van een menselijke fout van een medewerker van de klant en had niets te maken met het niveau van beveiliging. Een medewerker kan op een e-mail met bijlage hebben geklikt en die bijlage blijkt nadien een virus te bevatten dat zich in het systeem nestelt, aldus de ICT-dienstverlener. Dit kan zelfs de beste beveiliging niet tegenhouden, aldus de ICT-dienstverlener. Ook hier komt de rechtbank zelf niet uit. De rechtbank wil ook hier een deskundige voor gaan benoemen en hem de volgende vragen laten beantwoorden:
  1. Wat is de oorzaak van het niet aanwezig zijn van de door de softwareontwikkelaar gemaakte software en andere data op de vanaf juli 2017 tot 12 april 2018 gemaakte (periodieke) back-ups? Als het antwoord op die vraag luidt dat de oorzaak is dat de map SQLBackups niet periodiek werd gevuld met actuele data/nieuwe software, kan worden vastgesteld of de ICT-dienstverlener hiervoor verantwoordelijkheid droeg?
  2. Wat is de oorzaak van de ransomwarebesmetting?
  3. Welke rol speelt de beveiliging van het ICT-systeem door de ICT-dienstverlener hierbij?
Nadat de deskundige de vragen heeft beantwoord, zal de rechtbank een eindvonnis wijzen. Daarin zal weer meer duidelijk worden over wie waarvoor aansprakelijk is en hoever die aansprakelijkheid reikt. Over de aansprakelijkheid voor schade door een hack van persoonsgegevens, zie mijn eerder blog hierover. BG.legal heeft een team van advocaten, juristen en data scientists die bedrijven en instellingen bijstaat wanneer zij te maken krijgen met een datalek. Wij adviseren ook de ICT bedrijven die hiervoor aansprakelijk worden gehouden. Een van de eerste vragen bij een datalek is of er mogelijk persoonsgegevens zijn gehackt en of er dus een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens gedaan moet worden (door de verwerkingsverantwoordelijke). Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (06-50695916 / wijst@bg.legal). [1] Rechtbank Rotterdam 14-07-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8109 Jos van der Wijst [post_title] => Wie is aansprakelijk bij een ransomaanval? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wie-is-aansprakelijk-bij-een-ransomaanval [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-09-14 16:23:51 [post_modified_gmt] => 2021-09-14 14:23:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26913 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 27967 [post_author] => 6 [post_date] => 2021-12-03 10:09:12 [post_date_gmt] => 2021-12-03 09:09:12 [post_content] => Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft de rechtbank Den Haag zich namelijk gebogen over de vraag of er inbreuk werd gemaakt op het auteursrecht van een illustratrice door het te koop aanbieden van verschillende soorten inpakpapier waarop een door haar gemaakt silhouet van Sinterklaas was afgebeeld.[1]

Wat ging eraan vooraf?

Een illustratrice van kinderboeken heeft in opdracht van het bedrijf Teleac/NOT de onderstaande afbeelding van het silhouet van Sinterklaas gemaakt. De afbeelding is gebruikt in lesmateriaal voor het basisonderwijs.           Afbeelding afkomstig uit het vonnis, r.o. 4.6. Gedaagde produceert cadeau- en inpakpapier. Voor het ontwerp schakelt zij een extern teken- en adviesbureau in. Dit bureau heeft een aantal ontwerpen aangeleverd, waarbij de keuze onder meer is gevallen op de onderstaande drie dessins.           Afbeeldingen afkomstig uit het vonnis, r.o. 2.5. Gedaagde heeft deze ontwerpen in haar webshop te koop aangeboden. De illustratrice herkende haar eigen tekening in het cadeaupapier en heeft gedaagde vervolgens aangeschreven. Zij eist dat de inbreuk op haar auteursrecht wordt gestaakt en dat de schade die zij daardoor heeft opgelopen wordt vergoed.

Is het silhouet van sinterklaas auteursrechtelijk beschermd?

Volgens de illustratrice wordt haar illustratie van het silhouet van Sinterklaas gekenmerkt door een aantal elementen. Zo heeft de illustratrice ervoor gekozen om het paard al lopend af te beelden, waarbij het paard zijn hoofd licht gebogen houdt. Daarnaast zit de Sinterklaas ontspannen op zijn paard, waardoor er een gemoedelijke indruk zou ontstaan. De overige keuzes die de illustratrice heeft gemaakt bij het ontwerpen van de afbeelding, zou men terug kunnen zien in de volgende details: (i) het afbeelden van de teugels, (ii) het weglaten van de staf, (iii) de positie van de staart van het paard en (iv) de manier waarop het haar en de baard van Sinterklaas wordt afgebeeld. De werktoets Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk een eigen oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen (EOK & PS).[2] Dit houdt in dat het werk niet ontleend mag zijn aan dat van een ander en dat de maker creatieve keuzes heeft gemaakt bij het scheppen van zijn werk. Aan het laatstgenoemde is niet voldaan wanneer het werk dusdanig banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen.[3] Oordeel van de kantonrechter Volgens de kantonrechter zijn de elementen ieder afzonderlijk niet bijzonder en voor een deel zelfs triviaal te noemen. De kledij en karakteristieke kenmerken van Sinterklaas worden namelijk grotendeels bepaald door de conventie. Anders zou het publiek Sinterklaas niet meer kunnen herkennen in het silhouet. De kantonrechter meent echter dat de elementen tezamen een voldoende eigen gezicht geven aan de afbeelding, waardoor deze toch voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Vervolgens dient gekeken te worden of er ook sprake is van een auteursrechtinbreuk. De kantonrechter geeft aan dat de afbeelding op het inpakpapier dezelfde totaalindruk werkt als de afbeelding van de illustratrice, omdat deze één op één is overgenomen.[4] De kantonrechter concludeert dan ook dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en wijst de vordering (gedeeltelijk) toe.

Conclusie

Ook een verzameling van niet beschermde elementen – e.g. de uiterlijke kenmerken van Sinterklaas - kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, mits deze verzameling het persoonlijk stempel van de maker draagt.[5] [1] Rb. ’s-Gravenhage 23 augustus 2019, ECLI:NL:RBDHA:2018:9945. [2] HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Romme/Van Dale), r.o. 3.4. [3] HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes), r.o. 4.5.1. [4] HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke), r.o. 4.2. [5] Rb. Oost-Brabant 25 maart 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1908 (Philips/Lidl), r.o. 4.10. [post_title] => Silhouet sinterklaas: auteursrechtinbreuk met inpakpapier [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => silhouet-sinterklaas-auteursrechtinbreuk-met-inpakpapier [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:31:13 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:31:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27967 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 218 [max_num_pages] => 22 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 851904737a00ba4f600045636cff6ee9 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Het is weer bijna pakjesavond. Een uitgelezen moment om eens te kijken naar een uitspraak waarin de Sint een prominente rol speelde, althans zijn silhouet. In 2018 heeft de rechtbank...
Lees meer
Ben jij een MKB bedrijf dat activiteiten naar/in het buitenland wilt uitbreiden en je hebt daarbij juridisch advies nodig, dan kun je zelfs dit jaar nog gebruik maken van een...
Lees meer
Tegenwoordig is het mogelijk om alles in de cloud te doen, je hoeft alleen een computer met een internetverbinding te hebben. Je hoeft alleen maar in te loggen en al...
Lees meer
De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor een AI (Artificial Intelligence / Kunstmatige Intelligentie) Verordening. De huidige wet- en regelgeving is niet toereikend voor AI toepassingen. De insteek van...
Lees meer
Wanneer een distributie of licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen...
Lees meer
Wanneer je een (Europees of Benelux) modelregistratie aanvraagt, dan moet het model nieuw zijn. Dit betekent dat er geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de datum...
Lees meer
Na de uitspraak van de Hoge Raad van februari 2021 in het geschil tussen DOC Dairy Partners vs. Dairy Partners, leek de mogelijkheid om een beschrijvende handelsnaam te beschermen (nog)...
Lees meer
Het ROC Mondriaan raakte de gegevens van leerlingen kwijt door een hack en nu staan die gegevens online. Ook de webshop Allekabels.nl werd gehackt en raakte al haar persoonsgegevens kwijt....
Lees meer
Wat is een algoritme? Een algoritme is een stukje software dat als het ware een recept vormt om tot een bepaald eindresultaat te komen. De software zet de stapjes die...
Lees meer
Wanneer na een ransomwareaanval schade ontstaat is de ICT-dienstverlener daar dan aansprakelijk voor? Bijvoorbeeld wanneer backupbestanden ontbreken of er een lek zit in de beveiliging. Wie heeft welke verantwoordelijkheid op...
Lees meer