Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 7
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 7
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 6
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1349
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 60, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 31507
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2022-08-05 10:57:13
                    [post_date_gmt] => 2022-08-05 08:57:13
                    [post_content] => De handelsnaam Mr. Jobs (bedrijf in de arbeidsbemiddeling) maakt géén handelsnaaminbreuk op Mister Jobs (ook een bedrijf in arbeidsbemiddeling). Lees hierover mijn eerdere blog. De handelsnaam First Fatfreeze (een bedrijf in schoonheidsbehandelingen) maakt wél handelsnaaminbreuk op de handelsnaam Next Fatfreeze (ook een bedrijf in schoonheidsbehandelingen), zie de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Hoe zit dit?

Zoek de verschillen

Het verschil tussen deze uitspraken zit hem er vermoedelijk in dat Mister Jobs en Mr. Jobs niet in dezelfde stad gevestigd waren en andere diensten aanboden (over dat laatste denk ik overigens anders). De Fatfreeze bedrijven waren allebei in Amsterdam gevestigd en gebruikten een soortgelijk logo en boden dezelfde diensten aan. De kans op verwarring bij het publiek bij de Fatfreeze salons is dan ook groter.

Vrijhoudingsbehoefte beschrijvende handelsnamen?

Ondanks dat de handelsnamen beschrijvend zijn en er rekening gehouden zou moeten worden met een vrijhoudingsbehoefte, geniet de ene beschrijvende handelsnaamnaam dus wel bescherming en de andere niet. Zo zie je maar weer. Uitspraken over (gedeeltelijk) beschrijvende handelsnamen kunnen nog steeds alle kanten op gaan. Ook na de rechtspraak van de Hoge Raad in DOC Dairy Partners /Dairy Partners.

Bekijk hier de video over handelsnaamrecht:

https://www.youtube.com/watch?v=uH_mIpqfJ8M

Vragen?

Advies nodig over je handelsnaam? Neem vrijblijvend contact op met mij op. [post_title] => Handelsnaamgeschillen: Kunnen we het nog volgen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handelsnaamgeschillen-kunnen-we-het-nog-volgen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:49:35 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:49:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31507 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 31420 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-28 14:56:22 [post_date_gmt] => 2022-07-28 12:56:22 [post_content] => Veel ondernemers maken gebruik van een nieuwsbrief. Het is een van de beste manieren om producten/diensten aan te prijzen en klanten te binden. Om ongewenste reclame te voorkomen, worden er in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Telecommunicatiewet (Tw) bepaalde voorwaarden verbonden aan het verzenden van nieuwsbrieven. In deze blog worden de meest belangrijke criteria nader toegelicht.

Het verzenden van digitale nieuwsbrieven

In artikel 11.7 Tw worden een aantal situaties omschreven waarin het is toegestaan om een digitale nieuwsbrief te verzenden:
  • de ontvanger heeft toestemming gegeven;
  • de ontvanger is een bestaande klant en de inhoud van de nieuwsbrief ziet op gelijksoortige producten en/of diensten; of
  • de ontvanger is een rechtspersoon en de door haar kenbaar gemaakte contactgegevens zijn bestemd om digitale post en/of nieuwsbrieven te ontvangen.
Iedere situatie zal hierna afzonderlijk worden toegelicht. (i) toestemming Het is toegestaan om een nieuwsbrief te versturen, wanneer voorafgaand aan het verzenden van de nieuwsbrief toestemming is gekregen van de persoon aan wie de brief wordt verzonden. Onder de AVG is pas sprake van (rechts)geldig verkregen toestemming, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
  • Vrij: de ontvanger moet een vrije keuze hebben gehad bij het geven van zijn toestemming. Dit betekent dat de ontvanger zich niet gedwongen mag voelen om toestemming te geven, dan wel negatieve gevolgen zal ondervinden indien de ontvanger zijn toestemming weigert te geven of deze intrekt.
  • Specifiek: de ontvanger moet specifiek toestemming hebben gegeven voor het gebruik van zijn (contact)gegevens voor bepaalde doeleinden (e.g. het verzenden van een nieuwsbrief).
  • Geïnformeerd: de ontvanger moet weten waarvoor zijn gegevens worden verzameld (het verzenden van een nieuwsbrief). Daarnaast dient de ontvanger geïnformeerd te worden over het feit dat hij zijn toestemming te allen tijde kan intrekken.
  • Ondubbelzinnige wilsuiting: de ontvanger moet toestemming verlenen middels een actieve handeling of verklaring. Het is dus niet toegestaan om gebruik te maken van een vooraf aangevinkt selectievakje.[1]
(ii) bestaande klant en gelijksoortige producten en/of diensten Er is geen toestemming nodig voor het verzenden van een nieuwsbrief, wanneer het om een bestaande klant gaat en de inhoud van de nieuwsbrief ziet op soortgelijke producten en/of diensten. Bij het verkrijgen van de contactgegevens moet de (toekomstige) ontvanger van de nieuwsbrief de mogelijkheid zijn geboden om verzet aan te tekenen tegen het gebruik van zijn contactgegevens. Deze mogelijkheid moet eveneens worden geboden in iedere nieuwsbrief die daaropvolgend aan de ontvanger wordt verzonden. (iii) rechtspersonen Het is ook toegestaan om een nieuwsbrief naar een rechtspersoon te versturen, indien de rechtspersoon bepaalde contactgegevens ter beschikking stelt die daarvoor bestemd zijn. In dergelijke gevallen is geen voorafgaande toestemming nodig en hoeft de rechtspersoon ook niet een bestaande klant te zijn.

Conclusie

Er zijn een aantal situaties denkbaar waarin het mogelijk is om (ongevraagd) een digitale nieuwsbrief te verzenden. Om het overzicht te bewaren, is het verstandig om bij iedere ontvanger in de mailinglijst te vermelden welke situatie op hem/haar van toepassing is. Hierdoor is het mogelijk om snel te handelen wanneer een ontvanger verzet aantekent tegen het gebruik van zijn contactgegevens. Voor alle ondernemers die nog een eerste stap moeten zetten op het gebied van privacy compliance, bieden wij het AVG-startpakket aan. Voor een vast bedrag van € 750,- ex btw haal je vrijwel alle documentatie in huis om in overeenstemming te handelen met de geldende privacy wet- en regelgeving. Meer weten? Klik dan hier. [1]EDPB, ‘Richtsnoeren 05/2020 inzake toestemming overeenkomstig Verordening 2016/679’ (v1.1), 4 mei 2020, par. 3. [post_title] => Digitale nieuwsbrieven en privacy: wat kan wel en niet? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => digitale-nieuwsbrieven-en-privacy-wat-kan-wel-en-niet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:22:05 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:22:05 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31420 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 31431 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-27 16:13:09 [post_date_gmt] => 2022-07-27 14:13:09 [post_content] => Recent heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bepaald dat VoetbalTV geen boete hoeft te betalen, omdat het besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens op onjuiste gronden is gebaseerd (AP). De AP stelde zich namelijk op het standpunt dat het uitsluitend commerciële belang van VoetbalTV niet aangemerkt kan worden als een ‘gerechtvaardigd belang’ voor het verwerken van persoonsgegevens. Volgens de ABRvS had VoetbalTV ook nog andere, niet-commerciële belangen die de AP niet heeft meegewogen in haar beoordeling. In de onderstaande blog wordt de uitspraak van de ABRvS nader toegelicht.[1]

Wat ging eraan vooraf?

VoetbalTV is een online videoplatform waarop videobeelden van amateurvoetbalwedstrijden worden verspreid. De beelden van (minderjarige) sporters worden aangemerkt als persoonsgegevens, waardoor het verspreiden van deze beelden gezien kan worden als een verwerkingsactiviteit waarop de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is. Volgens de AP heeft VoetbalTV de persoonsgegevens van de sporters onrechtmatig verwerkt. De AP is namelijk van mening dat een uitsluitend commercieel belang niet aangemerkt kan worden als een gerechtvaardigd belang in de zin van artikel 6 lid 1 sub f AVG. Volgens de AP is er slechts sprake van een gerechtvaardigd belang, indien dit belang volgt uit de wet. De AP concludeert dan ook dat de verwerkingsactiviteiten van VoetbalTV in strijd zij met de AVG, hetgeen zich heeft vertaald in een boete van € 575.000,-. VoetbalTV is in beroep gegaan tegen deze boete bij de rechtbank Midden-Nederland, omdat zij van mening is dat de AP haar belang ten onrechte als zuiver commercieel heeft gekwalificeerd: het belang van VoetbalTV zou ook zijn gelegen in (i) het vergroten van de betrokkenheid en spelplezier van voetballiefhebbers, (ii) het kunnen uitvoeren van technische analyses door trainers van voetbalclubs en (iii) het bieden van de mogelijkheid aan andere geïnteresseerden om wedstrijden op afstand terug te kijken.

Uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland

De rechtbank heeft geoordeeld dat de AP is uitgegaan van een verkeerde interpretatie van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’. Het standpunt dat een gerechtvaardigd belang uit de wet moet volgen is namelijk niet terug te vinden in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) en strookt evenmin met de opinie van WP29 inzake het begrip gerechtvaardigd belang.[2] Door de verwerkingsactiviteiten van VoetbalTV niet te toetsen aan de overige voorwaarden van artikel 6 lid 1 sub f AVG, is het besluit niet voldoende zorgvuldig genomen en kan de boeteoplegging derhalve niet in stand blijven. De AP heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij de ABRvS.

Uitspraak van de ABRvS

De ABRvS verwijst naar het Fashion ID arrest van het HvJEU, waarin de drie voorwaarden worden genoemd voor een geslaagd beroep op artikel 6 lid 1 sub f AVG:[3]
  • het belang dat de verwerkingsverantwoordelijke nastreeft moet een gerechtvaardigd belang zijn;
  • de verwerking van persoonsgegevens moet noodzakelijk zijn voor de behartiging van dat gerechtvaardigde belang, waarbij getoetst moet worden aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit; en
  • er moet een afweging plaatsvinden tussen de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke en de betrokkenen.
Volgens de ABRvS is het aan de verwerkingsverantwoordelijke (VoetbalTV) om te stellen wat het belang is bij het verwerken van persoonsgegevens en waarom dit noodzakelijk is. Het is de taak van de AP om te controleren welke verwerkingsactiviteiten in dat kader worden verricht en te beoordelen of daarmee de (al dan niet) gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke worden behartigd. Gelet op de belangen die door Voetbal TV zijn aangevoerd, is de ABRvS (met de rechtbank) van mening dat er geen sprake is van een louter commercieel belang. Aangezien de AP deze belangen niet had meegenomen in haar besluitvorming, heeft zij op onjuiste gronden vastgesteld dat VoetbalTV in strijd heeft gehandeld met de AVG, waardoor de boete niet in stand kan blijven. De ABRvS geeft tot slot aan dat de rechtbank bij haar beoordeling terecht is gestopt bij stap (i) van de toets, aangezien de AP zelf onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar stappen (ii) en (iii). De ABRvS bevestigt dan ook de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland waarin het boetebesluit van de AP wordt vernietigd.

Conclusie

Deze uitspraak van de ABRvS ligt in de lijn der verwachtingen. In 2020 is de AP al eerder door het Europees Comité voor gegevensbescherming (European Data Protection Board, ofwel: ‘EDPB) aangesproken op haar strikte interpretatie van het begrip gerechtvaardigd belang.[4] Het is namelijk niet de bedoeling dat lidstaten een beroep op bepaalde (categorieën van) belangen bij voorbaat uitsluiten. Deze zaak werd met belangstelling gevolgd, omdat er een antwoord zou kunnen komen op de vraag of een uitsluitend commercieel belang aangemerkt kan worden als een gerechtvaardigd belang. Het antwoord op deze vraag laat echter nog op zich wachten, aangezien de ABRvS van mening was dat VoetbalTV ook niet-commerciële belangen had bij de verwerking van persoonsgegevens. Vragen naar aanleiding van deze uitspraak? Neem dan contact op met één van onze privacy specialisten. [1] ABRvS 27 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2173 [2] WP29, ‘Advies 06/2014 over het begrip “gerechtvaardigd belang van de voor de gegevensverwerking verantwoordelijke in artikel 7 van Richtlijn 95/46/EG’ (WP217), 9 april 2014. [3] HvJEU 29 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:629 (Fashion ID). [4] Brief van de Europese Commissie, directoraat-generaal Justitie en consumentenzaken (DG JUST) d.d. 6 maart 2020, ref. Ares (2020) 1417369. [post_title] => ABRvS stelt AP in het ongelijk: boete VoetbalTV van tafel [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => abrvs-stelt-ap-in-het-ongelijk-boete-voetbaltv-van-tafel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 13:52:09 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 11:52:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31431 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 31234 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-20 10:07:12 [post_date_gmt] => 2022-07-20 08:07:12 [post_content] => Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 juli 2022 een interessante uitspraak gedaan. Het hof heeft bepaald dat een merkhouder, in dit geval Koninklijke Philips N.V., aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door een product waar het merk PHILIPS op was afgebeeld. Het product, een koffieapparaat, was door een Roemeense dochteronderneming van Philips geproduceerd (Saeco). Een Finse dochteronderneming van Philips had het koffieapparaat in Finland in de handel gebracht (Philips Oy). Bij de Finse koper ontstond brand in huis. Vastgesteld werd dat de brand was veroorzaakt door een defect aan het koffieapparaat. De verzekeraar heeft de schade vergoed aan de consument en wil deze schade verhalen op Koninklijke Philips N.V. De Finse rechter in eerste aanleg (de käräjäoikeus) oordeelt dat Philips, op grond van productaansprakelijkheidsregelgeving, aansprakelijk is. Philips kan als producent worden aangemerkt omdat zij heeft toegestaan dat haar merk (PHILIPS) op het product is aangebracht. De Finse rechter in hoger beroep (de hovioikeus) oordeelt dat Philips niet aansprakelijk kan worden gehouden. Immers, Philips heeft het product niet zelf in de handel gebracht. Dat heeft een dochteronderneming gedaan. De Finse ‘Hoge Raad’ (de Korkein oikeus) vraagt het Europese Hof om uitleg. De productaansprakelijkheidsregelgeving in Europa is gebaseerd op een Europese richtlijn. Het hof bepaalt in deze uitspraak dat het de consument makkelijk wordt gemaakt om verhaal te halen wanneer hij schade lijdt door een gebrekkig product. Meerdere partijen kunnen als ‘producent’ worden aangemerkt en zij zijn allen hoofdelijk aansprakelijk. De consument kan dus kiezen wie hij aansprakelijk stelt. Of hij kan bij meerdere langs zijn totdat zijn schade volledig is vergoed. Als producent worden aangemerkt:
  • de fabrikant van een eindproduct,  de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel,
  • EN eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen.
Dus ook Koninklijk Philips N.V. die haar Roemeense dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om het merk PHILIPS op de producten aan te brengen en haar Finse dochteronderneming heeft toegestaan (licentie gegeven) om de producten met het merk PHILIPS daarop afgebeeld in Finland in de handel te brengen.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Bij het in licentie geven van een merk aan een derde (dochteronderneming of een ander) moet de merkhouder erop bedacht zijn dat hij door een consument hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schade door het product
  • Dus ook wanneer de merkhouder geen betrokkenheid heeft bij het produceren van het product en/of het in de handel brengen van het product
  • In de licentieovereenkomst zou een merkhouder hierop moeten anticiperen (vrijwaring door licentienemer, informatieplicht, verplichte aansprakelijkheidsverzekering, etc.).
De Europese productaansprakelijkheidsregelgeving wordt mogelijk herzien. In 2023 wordt daar een voorstel voor verwacht van de Europese Commissie. De huidige regelgeving is geschreven voor schade door fysieke producten (zoals een koffieapparaat). Het lijkt niet geschikt te zijn voor digitale producten zoals AI toepassingen. De huidige definities van ‘product’, ‘producent’ en ‘schade’ lijken niet te passen bij een AI toepassing. En hoe breng je een CE markering aan op een AI toepassing? Mocht u vragen hebben over productaansprakelijkheid, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Jos van der Wijst 2 [post_title] => Merkhouder aansprakelijk voor schade ook wanneer hij niet betrokken is bij productie van het product [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => merkhouder-aansprakelijk-voor-schade-ook-wanneer-hij-niet-betrokken-is-bij-productie-van-het-product [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-20 10:07:59 [post_modified_gmt] => 2022-07-20 08:07:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31234 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 31283 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-20 10:06:04 [post_date_gmt] => 2022-07-20 08:06:04 [post_content] => Bij gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde zelfstandig optreden tegen inbreuken. Over de exploitatie van het gemeenschappelijk werk beslissen de gerechtigden gezamenlijk.

Wat speelde er in deze zaak[1]

Door meerdere ontwikkelaars is samen het software programma Nxt software ontwikkeld. Een aantal ontwikkelaars hebben hun rechten (auteursrecht) op de software overgedragen aan een speciaal daarvoor opgerichte vennootschap: Jelurida IP BV. (‘Jelurida’) Deze is de software gaan beheren en door ontwikkelen. Zij biedt derden de mogelijkheid om deze software te gebruiken, waaronder deze (geheel of gedeeltelijk) over te nemen in eigen software. Maar wel onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Jelurida Public License (‘JPL’). Onderdeel daarvan vormt de verplichting om de ‘copyright notice’ steeds te vermelden. Met de copyright notice wordt duidelijk aangegeven dat Jelurida auteursrechthebbende is en dat aan het gebruik van de Nxt software voorwaarden verbonden zijn. Het bedrijf Apollo Fintech Ltd (‘Apollo’) heeft de Nxt software gebruikt als basis voor blockchain platform, waarop de cryptomunt Apollo Currency wordt aangeboden. Apollo heeft de copyright notice echter niet vermeld. Zij heeft evenmin de JPL opgenomen in haar software, hetgeen wel had gemoeten. In eerste aanleg heeft de kort geding rechter Apollo in het ongelijk gesteld en ge-/verboden op gelegd. Zij vond voldoende aannemelijk dat Jelurida tenminste mede-auteursrechthebbende was en dat zij gerechtigd was tot het exploiteren van de Nxt software onder toepassing van de JPL. Partijen zijn in hoger beroep gekomen van dit vonnis.

Mede-auteursrecht

Beide partijen gaan ervan uit dat de Nxt software door meerdere personen is ontwikkeld. Zowel Jelurida als Apollo claimen dat een of meer van deze personen de auteursrechten aan hen hebben overgedragen. Het hof onderzoekt allereerst of sprake is van:
  • één gemeenschappelijk werk: hiervan is sprake wanneer de bijdragen van de verschillende makers niet scheidbaar zijn. In dat geval is sprake van één auteursrecht dat aan de makers gemeenschappelijk toekomt. Dit kan alleen gezamenlijk door hen worden geëxploiteerd. Maar in het geval van een inbreuk, kan ieder afzonderlijk ‘handhavend’ optreden; of
  • een combinatie van afzonderlijke werken: in dat geval is sprake van meerdere auteursrechten en gaat iedere auteur over de exploitatie/handhaving van zijn/haar eigen werk.
Het hof oordeelt dat hier sprake is van een gemeenschappelijk werk, tenminste voor het ‘centrale server gedeelte’ van de software.  Het hof overweegt dat de Nxt software is ontwikkeld in een open source project, waarbij iedere geïnteresseerde aan de code kon bijdragen. Het overgrote deel van de code dat daarbij werd geschreven – ‘de Java-code’ – zag op de feitelijke werking van de software. Volgens het hof bestaat dit deel van de software niet uit scheidbare delen en dient het derhalve als een gemeenschappelijk werk te worden aangemerkt. Hieraan doet niets af dat Jelurida in een overzicht concreet had aangegeven welk deel van de Java-code door welke ontwikkelaar was geschreven. Het hof overweegt dat dit nog steeds geen ‘scheidbaar gedeelte’ oplevert en er dus sprake is van een gemeenschappelijk werk en niet van afzonderlijke werken. Apollo heeft niet betwist dat een substantieel deel van de Nxt software in haar software is overgenomen.

Overdracht auteursrecht

Het auteursrecht op bepaalde delen van de Nxt software is door ontwikkelaars schriftelijk aan Jelurida en Apollo overgedragen. Apollo heeft gesteld dat de overdrachtsakte van Jelurida niet (voldoende) specifiek zou zijn ten aanzien van wat er wordt overgedragen en dat niet is vermeld dat slechts een deel van het auteursrecht wordt overgedragen en welk deel. Het hof passeert dit verweer. In de overdrachtsakte was een verwijzing opgenomen naar een release datum met als bijlage documenten met code. Het hof vond dit voldoende gespecificeerd. In het document was verder per ontwikkelaar aangegeven voor welk percentage hij had bijgedragen. Ook dat vond het hof voldoende gespecificeerd.

Apollo medegerechtigde?

Apollo stelt dat zij geen inbreuk kan maken omdat een van de ontwikkelaars het auteursrecht aan haar had overgedragen. Daardoor is Apollo medegerechtigde geworden en kan zij dus geen inbreuk maken. De betreffende auteur is ter zitting (online) gehoord. Hij gaf aan dat hij niet meegeschreven heeft aan het ‘Java-code gedeelte’. Wel heeft hij meegeschreven (in JavaScript) aan de user interface. Dit deel staat los – en is dus scheidbaar van – de Java-code. Het hof gaat er daarom vanuit dat Apollo geen medegerechtigde is geworden van de Java-code, wat het grootste deel van de broncode omvat van de Nxt software. Maar zelfs al zou Apollo medegerechtigde zijn geworden, dan nog kan de vordering tegen haar worden ingesteld omdat:
  • De vordering is ingesteld tegen een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht
  • Het gebruik door Apollo geen gebruik is in de zin van artikel 3:169 BW maar in wezen een vorm van exploitatie is;
  • Exploitatie alleen met instemming van de deelgenoten tezamen kan plaatsvinden en Apollo toestond dat derden de Nxt software gebruikten zonder de JPL voorwaarden te respecteren.
  • Apollo niet heeft toegelicht waarom haar handelwijze met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is.
En dus wordt het vonnis, in overwegende mate, bekrachtigd door het hof.

Grensoverschrijdende bevelen

Jelurida had in eerste aanleg al gevorderd dat de bevelen ook worden opgelegd in EU Lidstaten buiten Nederland. In eerste aanleg is dat afgewezen. In hoger beroep komt het hof tot een ander oordeel.
  1. Ten aanzien van de vorderingen sub I (bevel tot nakoming van de JPL).
Deze vorderingen zullen in de andere EU lidstaten op eenzelfde manier worden beoordeeld als in Nederland. En dus kan dat bevel ook worden opgelegd voor de andere EU Lidstaten.
  1. Ten aanzien van vordering sub III (bevel tot het verstrekken van gegevens) en sub IV (bevel tot het uitsturen van berichten aan afnemers) is het oordeel anders. Het hof overweegt dat onvoldoende duidelijk is geworden dat in andere EU Lidstaten deze vorderingen op eenzelfde manier worden beoordeeld als in Nederland. En dus worden bevelen niet opgelegd voor andere EU Lidstaten.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Wanneer door meerdere personen/organisaties gezamenlijk software wordt geschreven, dan dient voor de (eventuele) overdracht van de IE-rechten aan een exploitatie vennootschap (‘IP BV’) de bijdrage van eenieder aan de software zorgvuldig te zijn vastgelegd.
  • Een extra complicerende factor daarbij is het gebruik van open source code en programmeurs die de software in verschillende landen ontwikkelen (per land moet dan worden beoordeeld of er auteursrecht ontstaat, of er een gemeenschappelijk auteursrecht kan ontstaan en hoe auteursrechten moeten worden overgedragen).
  • Bij een gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde optreden bij inbreuken. Gezamenlijk beslissen de gerechtigden over de exploitatie van het gemeenschappelijk auteursrecht.
Voor vragen over (gemeenschappelijk) auteursrecht op software kunt u terecht bij leden van onze sectie IT-recht. Jos van der Wijst [1] Gerechtshof Amsterdam, 12 juli 2022, zaaknummer: 200.285.607/01 (Apollo / Jelurida IP) [caption id="attachment_29428" align="alignleft" width="200"]Jos van der Wijst Jos van der Wijst[/caption] [post_title] => Gemeenschappelijk auteursrecht op software, wie heeft aanspraak op welk deel? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gemeenschappelijk-auteursrecht-op-software-wie-heeft-aanspraak-op-welk-deel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-07-20 10:37:51 [post_modified_gmt] => 2022-07-20 08:37:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31283 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 31165 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-15 09:02:40 [post_date_gmt] => 2022-07-15 07:02:40 [post_content] => Procedures over de handelsnaam houden procederend Nederland goed bezig. Recent oordeelde de rechtbank Roermond over een conflict tussen de handelsnamen Mister Jobs en Mr. Jobs. Mister Jobs is een arbeidsbemiddelingsbureau, gevestigd in Amsterdam en Arnhem. Dit bureau is opgericht in 2017. Mr. Jobs is ook een arbeidsbemiddelingsbureau, gevestigd in Echt. Dit bureau is later opgericht dan Mister Jobs. Je zou dan ook denken, de handelsnamen lijken wel erg veel op elkaar. Ook doen de bedrijven hetzelfde. Oftewel, dit mag niet. Toch?

Geen inbreuk

Niets is minder waar. De rechtbank oordeelde dat Mr. Jobs geen inbreuk maakte op de handelsnaam van Mister Jobs. Mr. Jobs mag de naam dus blijven gebruiken. Dit mag omdat er volgens de rechter geen verwarringsgevaar is tussen de handelsnamen. Oftewel, het gevaar dat het publiek de bedrijven met elkaar verwart of denkt dat ze aan elkaar gelinkt zijn. Er is geen verwarringsgevaar omdat:
  1. De websites van de bedrijven inhoudelijk van elkaar afwijken;
  2. De term Mister en de afkorting Mr. zijn veelgebruikte termen van beschrijvende aard. Deze moeten voor iedereen vrij blijven om te gebruiken;
  3. Mister Jobs legt de focus op hoger opgeleid ICT-personeel. Mr. Jobs richt zich op personeel op MBO-niveau in de sectoren bouw, techniek, commercie, administratie, productie en logistiek. Hierdoor zijn de soort diensten die de bureaus aanbieden anders, aldus de rechter;
  4. Mister Jobs is gevestigd in Arnhem en Amsterdam. Mr. Jobs is gevestigd in Echt. Dat de websites van beide bedrijven in heel Nederland zijn te raadplegen is irrelevant. Het werkgebied waarin de bedrijven actief zijn is namelijk kleiner. Mister Jobs is actief in Midden-Nederland en de Randstad. Mr. Jobs is actief in Brabant en Limburg. Er zit geen overlap tussen de werkgebieden;

Omstandigheden van het geval

Zo zie je maar. Een procedure over een handelsnaam kan een gelopen race lijken, maar hoeft dit niet te zijn. Alles hangt af van de omstandigheden van het geval.

Alternatieve uitkomst

Naar mijn mening had deze zaak ook anders kunnen aflopen. Een andere rechter had  kunnen oordelen dat de bedrijven wel dezelfde diensten aanbieden. Dit zou naar mijn mening goed verdedigbaar zijn, omdat beide bedrijven actief zijn in de arbeidsbemiddelingsmarkt. Ook zou een andere rechter kunnen oordelen dat het werkgebied van de bedrijven groter is. Er is dan wél sprake van overlap tussen de werkgebieden. Om meer te weten over een handelsnaamrecht kun je ook onderstaande video bekijken:

Vragen?

Wil je een bedrijf oprichten en/of product op de markt brengen, maar weet je nog niet of je de naam die je bedacht hebt mag gebruiken? Of heb je een handelsnaamgeschil en wil je ons advies? Wij helpen je graag. Neem vrijblijvend contact op. Heb je regelmatig korte juridische marketingvragen? Dan is onze marketinghulplijn mogelijk iets voor jou! [post_title] => Maakt de handelsnaam Mr. Jobs inbreuk op de handelsnaam Mister Jobs? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => maakt-de-handelsnaam-mr-jobs-inbreuk-op-de-handelsnaam-mister-jobs [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:56:32 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:56:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31165 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 30923 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-07-04 16:05:40 [post_date_gmt] => 2022-07-04 14:05:40 [post_content] => DUO heeft als uitvoerende organisatie op het gebied van onderwijs veel data. Van basisschoolleerlingen tot masterstudenten wordt er door DUO data verzameld. Omdat dit persoonsgegevens zijn, en vaak ook van kinderen, deelde DUO deze data niet op leerling niveau met onderzoekers. Er is uiteraard wel al data beschikbaar op school niveau, zoals de hoeveelheid leerlingen per onderwijsniveau. Daar komt nu verandering in. DUO geeft onderzoekers nu de mogelijkheid om een onderzoeksvraag op te sturen. Mocht de vraag passen bij de beschikbare data, dan krijgen de onderzoekers een synthetische dataset om hun onderzoek op te doen.

Wat is synthetische data?

Synthetische data is data die is gemaakt op basis van de onderliggende eigenschappen van een dataset. Met behulp van statistiek en machine learning wordt er gekeken naar de essentiële kenmerken van de individuen in de originele dataset. Op basis van deze essentiële kenmerken worden er nieuwe, fictieve individuen gegenereerd. Hierdoor zijn de originele individuen niet meer te herkennen, waardoor de dataset geen persoonsgegevens meer bevat.  Wel blijven de relaties tussen de verschillende kenmerken bewaard. Hierdoor kunnen onderzoekers de data nog steeds gebruiken voor hun onderzoek. DUO biedt zelfs aan om de aanpak van de onderzoekers nog te verifiëren op de echte data.        

Welke data heeft DUO dan?

DUO is betrokken bij al het reguliere onderwijs in Nederland, van de kinderopvang tot aan de universiteit. Hierdoor heeft DUO veel verschillende soorten data. Een kort overzicht:
  • Achtergrond kenmerken van alle leerlingen;
  • Samenstelling van scholen;
  • Resultaten van eindtoetsen en examens;
  • Studierichtingen en duur van de studie op het MBO, HBO en de universiteit.
Daarnaast is DUO betrokken bij de studiefinanciering, inburgering en het bijhouden van alle verleende diploma’s. Als onderzoekers deze data op leerling niveau kunnen onderzoeken dan biedt dit veel mogelijkheden. Er kan onderzoek worden gedaan naar het hele onderwijssysteem, het onderwijs binnen een instelling of juist naar de loopbaan van individuen.

Wat kan ik ermee?

De meeste lezers van dit artikel zullen geen onderwijswetenschappers zijn. Deze actie van DUO geeft voor alle organisaties die veel persoonsgegevens beheren waarop onderzoek kan worden gedaan een goed voorbeeld. Het is veel makkelijker en veiliger om synthetische data te delen en dan eventueel de resultaten te valideren. De AVG is niet van toepassing op de synthetische data en er is geen gevaar voor een datalek. Als private partij kan synthetische data ook nuttig zijn bij het delen van data. Voor vragen over het toepassen van synthetische data kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => DUO lanceert synthetische dataset [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => duo-lanceert-synthetische-dataset [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 15:00:23 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:00:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30923 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 30756 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-06-27 10:32:58 [post_date_gmt] => 2022-06-27 08:32:58 [post_content] => Het kabinet is de afgelopen tijd bezig geweest met het ontwikkelen van instrumenten om overheden en bedrijven die AI-toepassingen gebruiken te ondersteunen. Een van deze instrumenten is de Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA). De IAMA is een instrument bedoeld voor de discussie en besluitvorming over de inzet van AI-toepassingen bij de overheid en is gemaakt door onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Op 29 maart 2022 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarmee ze de regering verzoekt om het verplicht te maken om nieuwe algoritmes te beoordelen met de IAMA.

Hoe is de IAMA ingericht?

De IAMA bestaat uit een grote hoeveelheid vragen, onderverdeeld in vier stappen. De vier stappen zijn Waarom, Wat, Hoe en Mensenrechten. Iedere stap bestaat uit meerdere onderdelen en is gebouwd op een aantal brondocumenten. Voor ieder vraag is er een toelichting opgenomen over het doel van de vraag en welke betrokken personen er nodig zijn om de specifieke vraag goed te beantwoorden.

Stap 1: Waarom?

In de eerste stap van de IAMA gaat het om de reden voor het gebruiken van een AI-toepassing. Waarom wordt er gekeken naar een AI-toepassing, welke redenen zitten daarachter en wat is het doel? Welke waarden worden er gediend door de inzet van het systeem en welke komen er door het gebruik in het gedrang? De antwoorden op deze vragen vormen de antwoorden in de latere stappen.

Stap 2: Wat?

Deze stap is onderverdeeld in twee delen: invoer en doorvoer. Bij invoer gaat het om de data die gebruikt gaat worden en de voorwaarden voor het gebruik van die data. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de beveiliging en archivering van de data en de AI-toepassing. Bij doorvoer  staat het onderliggende model van de AI-toepassing centraal. Wat voor een type model gaat er gebruikt worden, wie neemt er verantwoordelijkheid voor en wanneer zijn de resultaten goed genoeg? Daarnaast wordt er ook gekeken naar of de uitkomsten uitlegbaar moeten zijn en zo ja, aan wie dan?

Stap 3: Hoe?

In de derde stap van de IAMA gaat de focus van de effecten van de output van de AI-toepassing en de rol van de AI-toepassing in het beslissingsproces. Daarnaast worden hier ook vragen gesteld over de verantwoordelijkheden van de mensen die met de AI-toepassing moeten werken. Ook wordt er aandacht besteedt aan de communicatie over de toepassing. Als afsluiting wordt er gekeken naar toekomstige evaluaties en de archivering van de toepassing.

Stap 4: Mensenrechten

In de laatste stap van de IAMA gaat over mensenrechten. In deze stap worden er eerst grondrechten geïdentificeerd die mogelijk worden aangetast door de AI-toepassing. Vervolgens wordt er per grondrecht op een gestructureerde manier gekeken naar de ernst van de aantasting, de noodzakelijkheid ervan en uiteindelijk en belangenafweging tegenover andere belangen.

Conclusie

De Tweede Kamer ziet de beoordeling van algoritmes met de IAMA als een middel om misbruik van algoritmes tegen te gaan of zelfs te voorkomen. Daarom beoogt de motie ook om de beoordeling van algoritmes voor de hele overheid verplicht te maken als een toekomstig algoritme mensen evalueert of beslissingen over mensen maakt. De IAMA biedt organisaties een gestructureerde manier om hun AI-toepassing te beoordelen en zo in een vroeg stadium risico’s te signaleren. Met een ingevulde en nauwkeurige IAMA in hand kunt u aan uw klanten laten zien dat u bewust bezig bent met de verantwoorde inzet van AI-toepassingen en tegenover de Autoriteit Persoonsgegevens laat het uw overwegingen zien en de stappen die u hebt genomen om de risico’s van uw systeem te minimaliseren. Wij bieden begeleiding aan bij het uitvoeren van een IAMA. Hiervoor kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => impact-assessment-mensenrechten-en-algoritmes [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:59:49 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:59:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30756 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 30759 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-06-24 16:59:07 [post_date_gmt] => 2022-06-24 14:59:07 [post_content] => Ben je distributeur of heb je distributeurs? Maak je onderdeel uit van een selectief distributie stelsel? Dan is de kans groot dat je te maken gaat krijgen met de nieuwe Europese regels voor verticale overeenkomsten. In sommige gevallen betekent dit dat bestaande onderdelen van de distributieovereenkomst aangepast moeten worden omdat bepaalde afspraken niet langer zijn toegestaan. In andere gevallen wordt er meer mogelijk. Dat kan kansen bieden. In ieder geval zullen distributeurs en leveranciers tot een nieuwe distributieovereenkomst moeten komen.

1. Wat betekenen de nieuwe regels

In een distributieovereenkomst maakt een leverancier afspraken met zijn distributeurs. Hierdoor krijgt de leverancier grip op de wijze waarop zijn producten of diensten verder worden verhandeld. Vaak worden afspraken gemaakt over onderwerpen zoals exclusiviteit, toegewezen gebied of klantengroep, prijsvorming, non-concurrentie, merkgebruik en promotie. Door deze afspraken wordt de mededinging beperkt en daardoor zijn deze overeenkomsten in beginsel verboden (kartelverbod). Om te voorkomen dat van iedere overeenkomst beoordeeld moet worden of deze mededingingsrechtelijk is toegestaan, heeft de Europese Commissie groepsvrijstellingsverordeningen gemaakt. Als een overeenkomst compliant is met datgeen wat bepaald is in een groepsvrijstellingsverordening, dan is de overeenkomst vrijgesteld van het kartelverbod. Zo heeft de Europese commissie groepsvrijstellingsverordeningen gemaakt voor (onder meer) verticale overeenkomsten en horizontale overeenkomsten. Verticale overeenkomsten zien op ondernemingen in verschillende schakels van de distributieketen: te denken valt aan overeenkomsten tussen leveranciers en distributeurs. Horizontale overeenkomsten zien op ondernemingen in dezelfde schakel. Per 31 mei 2022 is de groepsvrijstellingsverordening (EU) 330/210 komen te vervallen. Per 1 juni 2022 is de nieuwe groepsvrijstellingsverordening (EU) 2022/720 in werking getreden (‘VBER’). Naast de VBER heeft de Europese commissie ook een toelichting bij de VBER gepubliceerd (‘richtsnoeren’). In deze richtsnoeren geeft de Europese commissie aan hoe de VBER moet worden toegepast en uitgelegd.

2. Voor wie zijn de nieuwe regels van belang

De VBER ziet op alle verticale overeenkomsten. Dus niet alleen distributieovereenkomsten, maar ook op agentuur- en franchiseovereenkomsten. De VBER en de richtsnoeren hebben ook directe betekenis voor de toepassing en uitleg van de Nederlandse mededingingswet. Daarom zijn de VBER en de richtsnoeren ook van belang voor distributieovereenkomsten zonder internationaal karakter.

3. Wat zijn belangrijke veranderingen

Een paar in het oog springende wijzigingen zijn:
  • De leverancier kan verschillende verkoopprijzen hanteren voor goederen/diensten die offline (in een fysiek verkooppunt) of online (via een webshop) worden verkocht.
  • De VBER geeft nu een definitie van de begrippen selectief distributiestelsel en van een exclusief distributiestelsel. Deze definitie wijkt af van de definitie die tot voor kort gebruikelijk was.
  • Exclusieve en selectieve distributiestelsels kunnen beter worden beschermd tegen (parallel)import.
  • Een leverancier mag van zijn distributeur én diens directe klanten eisen dat zij zich onthouden van verkoopactiviteiten in de gebieden die exclusief aan een andere distributeur zijn toegewezen of aan de leverancier zijn voorbehouden. Voorheen kon deze verplichting enkel aan de distributeur worden opgelegd.
  • Overeenkomsten die betrekking hebben op het aanbieden van onlinetussenhandelsdiensten (e.g. online markplaatsen en app-stores) worden ook gezien als verticale overeenkomsten die (onder bepaalde voorwaarden) voor vrijstelling in aanmerking kunnen komen.
  • Afspraken waarin de distributeur wordt verhinderd om het internet te gebruiken voor de (weder)verkoop van de producten en/of diensten is (onder bepaalde omstandigheden) niet toegestaan.

4. Wat moet je doen

De VBER is in werking getreden op 1 juni 2022. Voor bestaande distributieovereenkomsten (die op 31 mei 2022 reeds van kracht zijn) geldt een overgangsperiode van 1 jaar. Bestaande distributieovereenkomsten dienen dus uiterlijk op 31 mei 2023 in overeenstemming te zijn met de nieuwe VBER. Alle distributieovereenkomsten die na 1 juni 2022 tot stand  komen, moeten al compliant zijn met de VBER.

5. Wat is het gevolg wanneer bestaande overeenkomsten niet worden aangepast

Wanneer een bestaande distributieovereenkomst niet wordt aangepast, kunnen er bepalingen in zijn opgenomen die niet langer zijn toegestaan. Dat kan betekenen dat de bepaling nietig is (tussen partijen niet meer geldt). Wanneer het een kernbepaling betreft kan dat betekenen dat de hele overeenkomst nietig is. Bovendien zouden contractspartijen een boete kunnen krijgen voor het overtreden van de Mededingingswet.

6. Wat kunnen wij doen?

Wij kunnen:
  • Een bestaande distributieovereenkomst controleren en aangeven welke bepalingen niet langer in overeenstemming zijn met de VBER en hoe deze weer compliant kunnen worden gemaakt.
  • Een nieuwe distributieovereenkomst opstellen die geheel compliant is met de nieuwe VBER
  • Met u (leverancier of distributeur) inventariseren waar de nieuwe VBER kansen biedt om bepaalde aspecten (anders) te regelen dan voorheen mogelijk was onder de ‘oude’ VBER.
Mocht u hier vragen over hebben, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos is onder meer lid van het internationale netwerk International Distribution Initiative (IDI project). Jos van der Wijst 2 [post_title] => Ingrijpende wijziging regels voor distributieovereenkomsten per 1 juni 2022 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ingrijpende-wijziging-regels-voor-distributieovereenkomsten-per-1-juni-2022 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-06-24 16:59:28 [post_modified_gmt] => 2022-06-24 14:59:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30759 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 30711 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-06-24 09:01:11 [post_date_gmt] => 2022-06-24 07:01:11 [post_content] => Het wil nog niet echt lukken met een grootschalige inzet van AI in de Nederlandse zorg. In de kamerbrief van 9 mei 2022[1] schetst de minister de structurele belemmeringen die er zijn. Hij noemt daar onder meer:
  • oplossingen worden met enige terughoudendheid bekeken door beoogde gebruikers of bestuurders en beleidsmakers;
  • onzekerheid over wat wel en niet mag door overlap en ruimte in het wettelijk kader. Dit leidt tot handelingsverlegenheid in het veld.
Vanuit het veld is in 2021 de ‘Leidraad kwaliteit AI in de zorg[2]’ ontwikkeld. Deze leidraad is een hulpmiddel om de kwaliteit van aangeboden AI toepassingen te beoordelen en het helpt ontwikkelaars van AI toepassingen om kwalitatieve, betrouwbare Ai te ontwikkelen. Dit zou gebruikers/bestuurders in de zorg minder terughoudend moeten maken.

Juridisch kader

Nu nog meer duidelijkheid over het juridisch kader: wat mag wel en wat mag niet. Er is een AI verordening in de maak. Deze regelt het juridisch kader voor betrouwbare, mensgerichte AI toepassingen. Deze verordening regelt aspecten zoals:
  • Menselijke controle en toezicht
  • Technische robuustheid en veiligheid
  • Privacy en datagovernance
  • Transparantie
  • Diversiteit, non-discriminatie en rechtvaardigheid
  • Maatschappelijk en milieubewustzijn
  • Aansprakelijkheid
Maar ook nu is er al wet- en regelgeving die van toepassing is op AI toepassingen in de zorg. Zoals:
  • (product) aansprakelijkheidsregeling in het Burgerlijk Wetboek
  • Medical Device regelgeving; een AI toepassing zal snel als een ‘medisch hulpmiddel’ kwalificeren.
  • IP: de AI toepassing zal beschermde intellectuele eigendomsrechten bevatten
  • Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst: de AI toepassing kan ingezet worden in het kader van een geneeskundige behandeling.
Op ons kennisplatform LegalAIR staat meer informatie over dit onderwerp.

Overeenkomst

Kortom, ook nu weten we al waar we in een overeenkomst die ziet op het inzetten van een AI toepassing aandacht aan moeten besteden. Aspecten zoals aansprakelijkheid, IP, shared risk, etc. kunnen we daarin op een goede manier regelen. Voor vragen over contracten voor de inzet van AI toepassingen in de zorg, kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. [1] https://open.overheid.nl/repository/ronl-ae65754d3c9e764a66bf1e843be8a6315441cad2/1/pdf/kamerbrief-over-waardevolle-ai-voor-gezondheid.pdf [2] https://www.datavoorgezondheid.nl/actueel/nieuws/2021/12/21/leidraad-kwaliteit-ai-in-de-zorg-opgeleverd-door-en-voor-het-veld Jos van der Wijst 1 [post_title] => Zorg om inzet AI in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zorg-om-inzet-ai-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-06-24 09:08:36 [post_modified_gmt] => 2022-06-24 07:08:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=30711 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 31507 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-08-05 10:57:13 [post_date_gmt] => 2022-08-05 08:57:13 [post_content] => De handelsnaam Mr. Jobs (bedrijf in de arbeidsbemiddeling) maakt géén handelsnaaminbreuk op Mister Jobs (ook een bedrijf in arbeidsbemiddeling). Lees hierover mijn eerdere blog. De handelsnaam First Fatfreeze (een bedrijf in schoonheidsbehandelingen) maakt wél handelsnaaminbreuk op de handelsnaam Next Fatfreeze (ook een bedrijf in schoonheidsbehandelingen), zie de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Hoe zit dit?

Zoek de verschillen

Het verschil tussen deze uitspraken zit hem er vermoedelijk in dat Mister Jobs en Mr. Jobs niet in dezelfde stad gevestigd waren en andere diensten aanboden (over dat laatste denk ik overigens anders). De Fatfreeze bedrijven waren allebei in Amsterdam gevestigd en gebruikten een soortgelijk logo en boden dezelfde diensten aan. De kans op verwarring bij het publiek bij de Fatfreeze salons is dan ook groter.

Vrijhoudingsbehoefte beschrijvende handelsnamen?

Ondanks dat de handelsnamen beschrijvend zijn en er rekening gehouden zou moeten worden met een vrijhoudingsbehoefte, geniet de ene beschrijvende handelsnaamnaam dus wel bescherming en de andere niet. Zo zie je maar weer. Uitspraken over (gedeeltelijk) beschrijvende handelsnamen kunnen nog steeds alle kanten op gaan. Ook na de rechtspraak van de Hoge Raad in DOC Dairy Partners /Dairy Partners.

Bekijk hier de video over handelsnaamrecht:

https://www.youtube.com/watch?v=uH_mIpqfJ8M

Vragen?

Advies nodig over je handelsnaam? Neem vrijblijvend contact op met mij op. [post_title] => Handelsnaamgeschillen: Kunnen we het nog volgen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => handelsnaamgeschillen-kunnen-we-het-nog-volgen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:49:35 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:49:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31507 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 260 [max_num_pages] => 26 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 851904737a00ba4f600045636cff6ee9 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De handelsnaam Mr. Jobs (bedrijf in de arbeidsbemiddeling) maakt géén handelsnaaminbreuk op Mister Jobs (ook een bedrijf in arbeidsbemiddeling). Lees hierover mijn eerdere blog. De handelsnaam First Fatfreeze (een bedrijf...
Lees meer
Veel ondernemers maken gebruik van een nieuwsbrief. Het is een van de beste manieren om producten/diensten aan te prijzen en klanten te binden. Om ongewenste reclame te voorkomen, worden er...
Lees meer
Recent heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bepaald dat VoetbalTV geen boete hoeft te betalen, omdat het besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens op onjuiste gronden is...
Lees meer
Het Europese Hof van Justitie heeft op 7 juli 2022 een interessante uitspraak gedaan. Het hof heeft bepaald dat een merkhouder, in dit geval Koninklijke Philips N.V., aansprakelijk is voor...
Lees meer
Bij gemeenschappelijk auteursrecht kan iedere gerechtigde zelfstandig optreden tegen inbreuken. Over de exploitatie van het gemeenschappelijk werk beslissen de gerechtigden gezamenlijk. Wat speelde er in deze zaak[1] Door meerdere ontwikkelaars...
Lees meer
Procedures over de handelsnaam houden procederend Nederland goed bezig. Recent oordeelde de rechtbank Roermond over een conflict tussen de handelsnamen Mister Jobs en Mr. Jobs. Mister Jobs is een arbeidsbemiddelingsbureau,...
Lees meer
DUO heeft als uitvoerende organisatie op het gebied van onderwijs veel data. Van basisschoolleerlingen tot masterstudenten wordt er door DUO data verzameld. Omdat dit persoonsgegevens zijn, en vaak ook van...
Lees meer
Het kabinet is de afgelopen tijd bezig geweest met het ontwikkelen van instrumenten om overheden en bedrijven die AI-toepassingen gebruiken te ondersteunen. Een van deze instrumenten is de Impact Assessment...
Lees meer
Ben je distributeur of heb je distributeurs? Maak je onderdeel uit van een selectief distributie stelsel? Dan is de kans groot dat je te maken gaat krijgen met de nieuwe...
Lees meer
Het wil nog niet echt lukken met een grootschalige inzet van AI in de Nederlandse zorg. In de kamerbrief van 9 mei 2022[1] schetst de minister de structurele belemmeringen die...
Lees meer