Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 47
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 47
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 460, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 29482
                    [post_author] => 10
                    [post_date] => 2022-03-11 08:46:48
                    [post_date_gmt] => 2022-03-11 07:46:48
                    [post_content] => De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel huurders als eigenaren van koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing op grond van artikel 151d Gemeentewet genoemd.

Het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) heeft in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een escalatieladder ontwikkeld.



De escalatieladder bestaat uit zes treden: bij elke trede ‘escaleert’ de situatie. Dat betekent dat de handhavingsmaatregelen om de overlast te stoppen steeds ingrijpender worden.

De escalatieladder geeft een overzicht van maatregelen die de Wet aanpak woonoverlast biedt, inclusief relevante jurisprudentie.

De escalatieladder is vooral een instrument voor de gemeente om de Wet aanpak woonoverlast toe te passen. Maar ook voor vastgoedeigenaren die geconfronteerd worden met huurders die ernstige overlast veroorzaken, kan kennisname van de escalatieladder nuttig zijn. Immers, los van de mogelijkheden die het huurrecht biedt, kan een verhuurder wellicht ook gebruikmaken van eventuele handhavingsacties van de burgemeester.

Rik Wevers
                    [post_title] => Aanpak woonoverlast aan de hand van de escalatieladder
                    [post_excerpt] => 
                    [post_status] => publish
                    [comment_status] => open
                    [ping_status] => open
                    [post_password] => 
                    [post_name] => aanpak-woonoverlast-aan-de-hand-van-de-escalatieladder
                    [to_ping] => 
                    [pinged] => 
                    [post_modified] => 2022-03-11 08:47:51
                    [post_modified_gmt] => 2022-03-11 07:47:51
                    [post_content_filtered] => 
                    [post_parent] => 0
                    [guid] => https://bg.legal/?p=29482
                    [menu_order] => 0
                    [post_type] => post
                    [post_mime_type] => 
                    [comment_count] => 0
                    [filter] => raw
                )

            [1] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 29387
                    [post_author] => 7
                    [post_date] => 2022-03-08 10:15:29
                    [post_date_gmt] => 2022-03-08 09:15:29
                    [post_content] => 

Geen gelijk hebben, toch gelijk krijgen

In Zwolle is op 2 maart 2022 een mooie uitspraak gedaan door de wrakingskamer[1]. Hoewel het verzoek om wraking ongegrond verklaard is, werd de rechter niettemin van de zaak af gehaald. Met een chique oplossing wist de rechtbank iedereen in zijn waarde te laten en toch recht te doen. Wraking is het verzoek een rechter die een zaak behandelt te vervangen, als er feiten of omstandigheden zijn om aan de onpartijdigheid van een rechter te twijfelen. Je kunt daarvoor een verzoek indienen, de verdere behandeling van de zaak wordt geschorst en een speciale kamer van de rechtbank beslist erover.

De rechter

Een rechter tegen wie een verzoek tot wraking ingediend wordt, kan daar ook in berusten. De zaak wordt dan verder behandeld door een andere rechter. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat een rechter zelf vindt dat hij een zaak niet onpartijdig kan behandelen. Dan kan de rechter zich verschonen, dat is het spiegelbeeld van wraking. In de zaak die diende bij de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, was een echtpaar door de toeslagenaffaire in financiële problemen gekomen, waardoor het niet langer goed voor de twee kinderen kon zorgen. Daarom werd een instelling benoemd tot voogd. Later dienden de ouders een verzoek in tot wijziging van de omgang en dat werd afgewezen. Toen in een derde zaak een uithuisplaatsing dreigde, werd ook die zaak toegewezen aan de rechter die ook de eerdere zaken behandeld had. Daar waren de ouders het niet mee eens, omdat de rechter in de eerdere zaken de ouders onheus bejegend had. Zij kregen nauwelijks het woord en voelden zich neergezet als tweederangsburgers. In de tweede zaak had de voogdijinstelling ter zitting een stuk in het geding gebracht wat de ouders niet kenden en waar ze dus niet op konden reageren. Toch was dat stuk cruciaal voor het afwijzen van het verzoek van de ouders, terwijl de ouders achteraf ook meenden dat het stuk onjuist was. Gezien die voorgeschiedenis hadden de ouders er geen vertrouwen in dat ze in de derde zaak bij dezelfde rechter wel een eerlijke kans zouden krijgen, waarop ze een wrakingsverzoek indienden. De rechter verweerde zich met de stelling dat als de ouders hun benadering als belerend of denigrerend hebben ervaren, dat niet tot wraking kan leiden omdat geen sprake is van een schijn van partijdigheid.

De rechtbank

De rechtbank bouwt de beslissing mooi op met als uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter vooringenomen is. De rechtbank vindt dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor klachten tegen de bejegening door een rechter ter zitting, tenzij er concrete feiten en omstandigheden bestaan waaruit volgt dat in die bejegening partijdigheid besloten ligt. Omdat de twee zittingen ver uit elkaar lagen en het feit dat de rechter de onheuse bejegening betwistte, kon de rechtbank niet vaststellen dat sprake geweest is van een bejegening waarin onpartijdigheid besloten ligt. Daarom werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard. De rechtvaardigheid volgde in de laatste rechtsoverweging. Daarin gaf de wrakingskamer louter ten overvloede mee dat het vertrouwen van de ouders in de rechter gaandeweg was komen te vervallen omdat ze zich niet gehoord en gezien voelden en dat ze niet volwaardig deel hadden kunnen nemen aan de zittingen. De rechtbank betreurt dat en vervolgt: “Hoewel niet kan worden vastgesteld dat de rechter daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden, zou het – mede gezien de belangen die in deze zaak spelen – bijdragen aan het vertrouwen van verzoekers in een goede rechtspleging indien (in afwijking van het uitgangspunt dat dezelfde rechter zaken van hetzelfde gezin blijft behandelen) de zaak van verzoekers zal worden behandeld door een kamer waarvan de gewraakte rechter geen deel uitmaakt.” Met andere woorden: nee, u hebt geen gelijk, maar u krijgt het wel. Dit schept draagvlak bij de ouders voor de beslissing van de rechtbank, terwijl de rechter niet beschadigd is. Marc Heuvelmans                 [1] ECLI:NL:RBOVE:2022:621 [post_title] => Wraking van de rechter [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wraking-van-de-rechter [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-08 10:15:29 [post_modified_gmt] => 2022-03-08 09:15:29 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29387 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 29328 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-03-07 12:01:10 [post_date_gmt] => 2022-03-07 11:01:10 [post_content] => Inmiddels is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden. Aan verschillende partijen kan een dergelijk dwangakkoord niet worden opgelegd, waaronder aan de werknemers. De rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten zijn namelijk uitgesloten van de WHOA (artikel 369 lid 4 Faillissementswet). We schreven al eerder over de prejudiciële vraag die de rechtbank Amsterdam heeft gesteld aan de Hoge Raad. Voor de praktijk was namelijk onduidelijk of pensioenpremies voor bedrijfstakpensioenfondsen ook vielen onder de ‘rechten van werknemers uit arbeidsovereenkomsten’. De Hoge Raad heeft op 25 februari 2022 bevestigend op deze vraag geantwoord.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad valt terug op de memorie van toelichting op de WHOA, waarin is opgenomen dat een onderhands akkoord geen wijzigingen kan aanbrengen in de rechten van werknemers op basis van de arbeidsovereenkomst. Ook kan de rechtspositie van werknemers niet worden gewijzigd door een onderhands akkoord, waardoor die positie geborgd blijft. Dat zou ook niet eerlijk zijn, omdat werknemers immers niet mogen stemmen over het onderhandse akkoord. Daarbij acht de Hoge Raad de vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen (de achterstallige pensioenpremies) gelijk aan de vorderingen van werknemers. Als de achterstallige premies wel in een onderhands akkoord zouden kunnen worden betrokken dan zou afbreuk worden gedaan aan het recht dat de werknemer heeft, namelijk het recht dat de werkgever de verschuldigde pensioenpremies afdraagt. Het bedrijfstakpensioenfonds moet immers ook het pensioen uitkeren als de premies niet zijn betaald. Dit kan vervolgens leiden tot een te lage dekkingsgraad en kortingen op pensioenen, of het achterwege blijven van indexering. Een dergelijke afbreuk van de rechten van werknemers strookt niet met de bedoeling van de WHOA, zo oordeelt de Hoge Raad. Ook wordt verwezen naar een wetsvoorstel dat op dit moment aanhangig is bij de Tweede Kamer, waarin wordt verduidelijkt dat de betaling van pensioenpremies ook onder de rechten van werknemers valt.

Wat zijn de gevolgen?

De Hoge Raad komt aldus tot een eenvoudige maar voor de praktijk mogelijk problematische conclusie: achterstallige premies van een bedrijfstakpensioenfonds kunnen niet worden betrokken in een WHOA-traject. Ook de afkoelingsperiode geldt niet voor deze vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen. Deze conclusie was, mede gelet op het aanhangige wetsvoorstel en het eerdere advies van de advocaat-generaal, niet geheel onverwacht. Afbreuk aan de rechten van werknemers wordt voorkomen, maar afbreuk aan de effectiviteit van de WHOA is een feit. Voor bedrijven aangesloten bij een bedrijfstakpensioen en pensioenachterstanden geldt dat de WHOA minder interessant is geworden als instrument om te herstructureren. Bij bedrijven met hoge pensioenschulden zal opnieuw het faillissement meer in beeld komen, waar de pensioenfondsen als concurrent schuldeiser achteraan in de rij aansluiten. Het is dus maar de vraag of dit uiteindelijk tot een beter resultaat voor de pensioenfondsen (en de werknemers) gaat leiden. Vooralsnog zal de praktijk om moeten gaan met deze uitspraak en zullen bedrijven met aanzienlijke schuld aan bedrijfspensioenfondsen, als zij een WHOA-traject overwegen, er rekening mee moeten houden dat herstructurering van deze schuld vooralsnog niet mogelijk is. Mogelijk komt de Tweede Kamer bij de behandeling van het voorliggende wetsvoorstel tot andere conclusies. Ook daarover houden we u op de hoogte! Tom Oerlemans [post_title] => WHOA en pensioenpremies (II) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => whoa-en-pensioenpremies-ii [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-07 12:09:57 [post_modified_gmt] => 2022-03-07 11:09:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29328 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 29311 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-03-07 09:33:59 [post_date_gmt] => 2022-03-07 08:33:59 [post_content] =>

Productfoto’s niet auteursrechtelijk beschermd?

Deze vragen kwamen aan de orde in een geschil tussen twee webshops. De ene webshop was van Red Prestige (www.redprestige.com) die op deze website (white label) brillen aanbiedt waar het merk ‘Red Prestige’ op is aangebracht. Van de brillen zijn foto’s gemaakt die op de website zijn geplaatst. De andere webshop was van 'Soleil District' die op haar website ook dezelfde white label brillen aanbiedt. Red Prestige vond dat de twee websites teveel op elkaar leken en vond dat de foto’s die ‘Soleil District’ gebruikte van haar website afkomstig waren.

De rechtbank[1] schetst allereerst het juridisch kader:

Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet oorspronkelijk zijn, in de zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk (de zogenoemde werktoets).”. Kortom, bij het maken van de website moeten ‘creatieve keuzes’ zijn gemaakt. Volgens Red Prestige waren de volgende creatieve keuzes gemaakt:
  • de vlakverdeling, onder meer de grootte en rangschikking van de wervende foto’s;
  • de gebruikte glans;
  • de gecentreerde plaatsing van de naam Red Prestige;
  • het gebruik en de situering van de slogans “ Made from different cultures. Represent yours”;
  • de wijze van presentatie van de zonnebrillen met daaronder gecentreerd de modelnaam en daaronder gecentreerd de prijs;
  • de combinaties van de zonnebrillen, waarbij soms een duo (twee zonnebrillen in één foto) of triple (drie zonnebrillen in één foto) wordt geplaatst;
  • als een zonnebril wordt aangeklikt volgen de details van die zonnebril waarbij weer keuze zijn gemaakt zoals plaatsing van de zonnebril in het midden, links daarvan een fotoladder met kleinere foto’s van die zonnebril uit allerlei hoeken, rechts daarvan de naam van de zonnebril en daaronder de details.
Red Prestige heeft bij de bouw van haar website gebruik gemaakt van een standaard pakket om websites te bouwen. Binnen het standaard pakket zijn keuzes gemaakt met betrekking tot de inrichting van de website. Zo heeft Red Prestige gekozen voor het thema ‘prestige’. Door de keuze voor dit thema zijn een aantal vormgevingsaspecten bepaald. De rechtbank overweegt dat dit betekent dat de website in grote mate het stempel draagt van de keuzes die door de aanbieder van het standaard pakket zijn bepaald bij de keuze voor het thema “Prestige”. De eigen keuzes van Red Prestige zijn niet van dien aard dat de website doordoor een (nieuw) eigen, oorspronkelijk karakter heeft gekregen. Dit betekent dat op de website als geheel geen auteursrecht rust.

Zijn foto’s van producten met auteursrecht beschermd?

De foto’s van de brillen zijn te verdelen in drie categorieën:
  1. gewone productfoto’s (foto’s met daarop alleen een zonnebril); de rechtbank schat dat 95% van de overgenomen foto’s, dit soort foto’s zijn;
  2. creatieve productfoto’s (foto’s van een of meer zonnebrillen waarbij een bepaalde achtergrond en/of een bepaalde compositie is gebruikt);
  3. artistieke/creatieve (foto’s waarop modellen en of zogenoemde influencers de zonnebrillen dragen).

1. Gewone productfoto's

Hiervan oordeelt de rechtbank dat op deze foto’s geen auteursrecht rust omdat het gaat om ‘functioneel en technisch bepaalde keuzes en niet om vrije, creatieve keuzes waarmee Red Prestige de foto’s een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel heeft weten te geven’.

2. Creatieve productfoto’s en 3. Artistieke foto’s.

Hiervan oordeelt de rechtbank dat op deze foto’s wel auteursrecht rust omdat ‘bij die foto’s wel vrije, creatieve keuzes zijn gemaakt, waardoor de foto een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.’

Wie heeft het auteursrecht op de foto’s?

De creatieve productfoto's en foto’s met modellen zijn door de Chinese fabrikant gemaakt. Deze heeft het auteursrecht contractueel overgedragen aan Red Prestige. Red Prestige heeft deze overeenkomsten in het geding gebracht. Daardoor geldt Red Prestige als auteursrechthebbende. Dit is niet het geval ten aanzien van de foto’s van de influencers. Deze hebben, tegen betaling, een foto gemaakt van henzelf waarbij zij de bril dragen. Red Prestige heeft niet kunnen aantonen dat het auteursrecht aan haar was overgedragen. En dus gaat de rechtbank ervan uit dat Red Prestige geen auteursrechthebbende is op die foto’s.

Wat is de winst die moet worden afgedragen?

Red Prestige heeft, op grond van de auteurswet, gevorderd dat de winst moet worden afgedragen die met de verkoop van de brillen is gemaakt. Daarvoor zou een accountant een berekening moeten maken van de nettowinst die gemaakt is met de verkoop van de brillen. De rechtbank overweegt dat geen sprake is van verkoop van inbreukmakende producten. De verkochte brillen an sich maakten geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten. De rechtbank overweegt dat de andere webshop geld heeft bespaard doordat zij niet zelf creatieve foto’s heeft laten maken en ‘heeft geparasiteerd op de inspanningen van Red Prestige’. De rechtbank begroot de af te dragen winst op het bedrag van het maken van die foto’s’, zijnde € 3.500,=. Verder wordt de gedaagde veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Red Prestige tot het bedrag van € 12.581,77.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Wanneer bij het bouwen van een website gebruik wordt gemaakt van een standaard pakket, en daarbinnen keuzes worden gemaakt, dan ontstaat daar waarschijnlijk geen auteursrecht. Dit betekent voor de gebruiker van zo’n website dat het risico bestaat dat een concurrent een vergelijkbare website kan maken en dat daar niet tegen opgetreden kan worden.
  • Ondanks dat de drempel voor het ontstaan van auteursrecht laag is, kan het zijn dat er op recht-toe-recht-aan productfoto’s geen auteursrecht ontstaat. Het overnemen daarvan kan niet met een beroep op auteursrecht worden verboden.
  • Voor een beroep op auteursrecht moet je auteursrechthebbende zijn. Auteursrecht moet schriftelijk worden overgedragen (akte van overdracht) en daar moet je bewijs van kunnen laten zien.
Voor vragen over auteursrecht op website of foto’s kun je contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). Jos van der Wijst                 [1] Rechtbank Amsterdam, 9 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:441 [post_title] => Is de vormgeving van een website auteursrechtelijk beschermd? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-de-vormgeving-van-een-website-auteursrechtelijk-beschermd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-07 09:33:59 [post_modified_gmt] => 2022-03-07 08:33:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29311 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 29287 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-03-04 10:40:17 [post_date_gmt] => 2022-03-04 09:40:17 [post_content] =>

Merkaanvraag

Samenwerkingen kunnen tot mooie resultaten leiden. Maar dit is niet altijd het geval. Verschillen in ideeën leiden nog wel eens tot onenigheid tussen partijen. Ook tot onenigheid over wie aanspraak maakt op de intellectuele eigendomsrechten. In een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam is geoordeeld over de vraag of een merkaanvraag te kwader trouw is geweest.

Casus

De Turkse Hizlipara is een samenwerking aangegaan met PayPorter, beiden actief in internationale geldovermakingen. Beide ondernemingen hebben gedurende 3 jaar intensief samengewerkt tot het opzetten van een onderneming. Gezamenlijk werd een betaalsysteem ontwikkeld, gebruik gemaakt van dezelfde website, naam en logo en naar derden toe als een gezamenlijke onderneming gepresenteerd. Voor gebruik van het teken PayPorter hebben partijen geen afspraak gemaakt. Hizlipara heeft het merk PayPorter zelf geregisterd bij het EUIPO [Bureau voor de intellectuele eigendom van de Europese Unie] en bij ‘Türk Patent’ [Turkse bureau voor intellectuele eigendom]. Door een verschil in toekomstvisie ontstond er onenigheid. Dit heeft ertoe geleid dat PayPorter een vordering aanhangig heeft gemaakt bij het EUIPO tot nietigverklaring van het Uniemerk PayPorter op grond van aanvraag te kwader trouw. Het EUIPO heeft de vordering afgewezen, waarop PayPorter beroep heeft aangetekend. Merkregistratie

Verweren

PayPorter heeft aangevoerd dat zij de naam PayPorter en het bijbehorende logo al geruime tijd voor de aanvraag van het Uniemerk gebruikte, dat de kwader trouw blijkt uit alle omstandigheden van de zaak en dat Hizlipara zonder toestemming van PayPorter het Uniemerk en het Turkse merk heeft geregistreerd. Hizlipara betwist dat er sprake is van kwader trouw en meent dat PayPorter is opgericht met als doel de Nederlandse vestiging van Hizlipara te worden. Dit was de reden om de bestuurder van PayPorter in dienst te nemen bij Hizlipara. Tevens verwijst Hizlipara naar de beslissing van het EUIPO waarin de kwader trouw is afgewezen.

Beoordeling

De aanvraag is niet te kwader trouw door intensieve samenwerking van beide partijen, door samen het logo en de naam PayPorter te gebruiken, zich als gezamenlijke onderneming te presenteren naar derden, er géén afspraken zijn gemaakt over het gebruik van het logo en de naam, Hizlipara met medeweten van PayPorter actief was onder het logo en de naam PayPorter én de aanvraag van het Uniemerk PayPorter commercieel logisch is voor Hizlipara, aldus de rechtbank. PayPorter is veroordeeld tot het staken en gestaakt houden van tekens die overeenstemmend zijn met het Uniemerk PayPorter. Dit geldt ook voor het gebruik van het teken PayPorter in haar handelsnaam.

Beroep op 6:162 BW

Ook een beroep op artikel 6:162 BW, dat een oudere handelsnaam bescherming biedt tegen een jonger overeenstemmend merk dat tot verwarring leidt, is afgewezen. PayPorter heeft hier verwezen naar de Euro-Tyre uitspraak. Alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen bij een beroep op onrechtmatige daad. Het voornaamste verschil is dat in die zaak sprake was van twee afzonderlijke bedrijven, waarbij een bedrijf dat in Nederland langdurig een handelsnaam voerde werd geconfronteerd met een partij die later een overeenstemmend merk deponeerde.

Conclusie

De beoordeling voor een merkaanvraag te kwader trouw berust op alle omstandigheden van het geval. De belangrijke factoren zijn onder andere of er een (nauwe) samenwerking heeft plaatsgevonden, partijen de teken samen gebruiken, er afspraken zijn gemaakt over gebruik van de tekens en of de registratie door een van de partijen commercieel logisch is of niet. In de PayPorter zaak heeft dit ertoe geleid dat PayPorter haar handelsnaam niet meer kan gebruiken. Wij raden u dan ook aan om vooraf goede afspraken te maken met betrekking tot het gebruik van uw handelsnaam, vooral in een samenwerking. En om tijdig een merk te registreren. Wij verzorgen ook merkregistraties. Mustafa Kahya [post_title] => Wanneer is de aanvraag van een merkregistratie te kwader trouw? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-is-de-aanvraag-van-een-merkregistratie-te-kwader-trouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-04 10:43:36 [post_modified_gmt] => 2022-03-04 09:43:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29287 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 29234 [post_author] => 16 [post_date] => 2022-03-01 12:35:08 [post_date_gmt] => 2022-03-01 11:35:08 [post_content] => Zorgverleners hebben uiteraard toestemming van de patiënt nodig voor medische behandelingen. Voor kinderen tot 12 jaar moeten de wettelijk vertegenwoordigers toestemming verlenen. Voor kinderen boven 12 jaar gelden specifieke regels inzake de toestemming. Is er ook vervangende toestemming mogelijk voor kinderen boven 12 jaar?

Van wie is toestemming nodig bij minderjarige kinderen?

De wet onderscheidt naar leeftijd de volgende categorieën;
  1. Kind jonger dan 12 jaar
De arts heeft de toestemming nodig van de wettelijk  vertegenwoordigers. Het kind mag niet beslissen.
  1. Kind vanaf 12 jaar t/m 15 jaar
Hiervoor geldt dat het kind mag beslissen over handelingen die algemeen gebruikelijk zijn in het dagelijks leven, bijvoorbeeld het bezoeken van de huisarts of tandarts. Voor andere medische behandelingen is de toestemming van zowel de wettelijk vertegenwoordigers als het kind nodig. Dus dubbele toestemming. Enkele uitzonderingen hierop : -De medische behandeling mag zonder toestemming van de ouders plaatsvinden als het ter voorkoming van ernstig nadeel van het kind geboden is. -De hulpverlener mag toch tot behandeling overgaan zonder toestemming ouders en het kind de behandeling weloverwogen deze behandeling wilt. -De toestemming is alleen van de ouders nodig als het kind niet in staat is tot redelijke waardering van zijn belangen.
  1. Kind van 16 jaar en ouder
Een 16- of 17 jarige moet op dezelfde wijze worden behandeld als een meerderjarige. Toestemming van de ouders voor een medische behandeling is niet noodzakelijk. Het kind beslist zelf tenzij het kind niet in staat is tot waardering van redelijke belangen.

Toestemming bij gescheiden ouders

Na een echtscheiding houden ouders meestal beiden ouderlijk gezag. Toestemming van beide ouders is dan ook nodig. Ouders dienen hierover te overleggen, ook na de scheiding. Weigert één ouder toestemming dan kan de andere ouder dit meningsverschil voorleggen aan de kantonrechter en vragen om vervangende toestemming.

Wat te doen bij weigering van toestemming?

Een zorgverlener mag zich niet zomaar neerleggen bij een weigering van de toestemming. Dit kan nl. in strijd zijn met zijn verplichting als een goed hulpverlener op te treden. Er zal vervangende toestemming gevraagd moeten worden bij de kantonrechter.

Praktijkvoorbeeld

Drie minderjarige kinderen staan onder toezicht van GGZ instelling bureau Jeugdzorg. De kinderen wonen bij de moeder. Het gezag wordt door beide ouders uitgeoefend. De vader weigert toestemming voor een medische behandeling. De instelling verzoekt de kantonrechter vervangende toestemming te verlenen voor intensieve behandeling [familietherapie]. In deze zaak gaat het om drie minderjarigen. De medische behandeling is intensieve familietherapie.  Het is dus van belang dat er toestemming komt voor alle kinderen. Eén minderjarige is jonger dan 12 jaar. De andere minderjarigen zijn ouder dan 12 jaar. De vader weigert toestemming.  Ook één minderjarige [ouder dan 12] weigert toestemming nu hij de behandeling niet nodig vindt.

Uitspraak rechter

De rechter oordeelt dat hier sprake is van een medische behandeling. Tevens oordeelt de rechter dat de behandeling medisch noodzakelijk is gezien de ernst van de problematiek. De rechter verleent vervangende toestemming. Ook voor het kind dat ouder is dan 12 jaar en zelf de behandeling niet wilt. Naar het oordeel van de rechter is dit kind niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen. Gelet op de noodzaak om ernstig gevaar voor de psychische gezondheid van de kinderen af te wenden acht de rechter het noodzakelijk om vervangende toestemming te verlenen.

Conclusie

Ook als een kind ouder is dan 12 jaar en het kind de behandeling zelf niet wil kan vervangende toestemming toegewezen worden. Dit speelt met name als het kind niet in staat is tot redelijke waardering van zijn belangen. Het ging in het voorbeeld ook om familietherapie. Dit kan alleen ingezet worden als alle minderjarigen deze therapie konden starten. De rechter is dan ook wat praktisch omgegaan met het toestemmingsvereiste. Voor zorgverleners is nog van belang om zich niet zomaar neer te leggen bij weigering van toestemming. Zij kunnen hiervoor uiteindelijk aansprakelijk gehouden worden. Immers op basis van de wet moeten zij zich als een ‘goed hulpverlener’ gedragen. Volledige uitspraak: ECLI:NL:RBLIM:2021:9224 Edith de Koning [post_title] => Wat is vervangende toestemming medische behandeling? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wat-is-vervangende-toestemming-medische-behandeling [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-03 11:26:22 [post_modified_gmt] => 2022-03-03 10:26:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29234 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 29223 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-02-25 15:23:25 [post_date_gmt] => 2022-02-25 14:23:25 [post_content] => De Europese Commissie heeft op 23 februari 2022 haar voorstel voor nieuwe dataregels gepubliceerd: de “Data Act”.[1] Met deze nieuwe regels wil de Commissie handel in de digitale wereld eerlijker maken en nieuwe kansen creëren voor data-gedreven innovatie. De regels gaan in op de juridische, economische en technische problemen die er momenteel voor zorgen dat er minder gebruik van data wordt gemaakt.

Het voorstel voor de dataverordening ziet op het volgende:

  1. Gebruikers van apparaten die verbonden zijn met het internet moeten toegang krijgen tot de gegevens die door het apparaat zijn/worden verzameld. Op dit moment wordt deze data alleen nog gebruikt door producenten van de apparaten, maar met de nieuwe regels zouden gebruikers hun data kunnen delen met andere partijen om zo nieuwe diensten mogelijk te maken.
  2. Mkb’ers moeten beschermd worden tegen oneerlijke datadeelcontracten. De bepalingen richten zich met name tegen partijen met een sterkere onderhandelingspositie. De Commissie wil hier ook een standaardcontract voor ontwikkelen.
  3. Overheden moeten toegang kunnen krijgen tot de data van bedrijven, wanneer dit noodzakelijk is voor specifieke doeleinden van algemeen belang. Daarbij kan gedacht worden aan algemene noodsituaties, zoals overstromingen en bosbranden. Deze data kan gebruikt worden om sneller te reageren op deze omstandigheden.
  4. Consumenten moeten kunnen wisselen van gegevensverwerkingsdienst en beschermd worden tegen onrechtmatige dataoverdracht.
Dit voorstel biedt consumenten en bedrijven dus de mogelijkheid om toegang te krijgen tot de data die door hun apparaten worden verzameld, zodat zij daar ook zelf gebruik van kunnen maken. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan het uitwisselen van data met de diensten van derden. Voor bedrijven en fabrikanten betekent het voorstel dat meer data toegankelijk zal worden, waardoor er een grotere datamarkt zal ontstaan. Dit zal fabrikanten stimuleren om betere diensten en producten te ontwikkelen. Wij zullen de ontwikkelingen omtrent de dataverordening nauwlettend in de gaten houden. Wilt u meer weten over het voorstel? Neem dan gerust contact met ons op. Jos van der Wijst               [1] Voorstel Verordening (EU) 2022/47: “Proposal for a regulation of the European Parliament and the Council on harmonised rules on fair access to and use of data (Data Act).” [post_title] => Europese Commissie komt met voorstel nieuwe dataregels [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => europese-commissie-komt-met-voorstel-nieuwe-dataregels [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 15:01:26 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 13:01:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29223 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 23554 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-02-18 14:30:08 [post_date_gmt] => 2022-02-18 13:30:08 [post_content] => Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Of heeft u de ambitie/capaciteit om de internationale markt op te gaan en juridische en/of fiscale kennis op te doen voor ‘een specifiek doelland’? Dan zijn de twee subsidieregelingen die de (Europese) overheid in 2022 in het leven heeft geroepen wellicht interessant voor u! In 2022 zijn er wederom verschillende subsidies beschikbaar voor advocaatkosten. Met behulp van deze subsidies krijgen MKB-ondernemers budget om de juridische huishouding te verbeteren.

Wat houden deze twee subsidieregelingen in?

In het kort gaat het om de volgende twee regelingen:
  1. Een korting van 75% op de taksen voor de registratie van merken en/of modellen bij het Europese merkenbureau (EUIPO) of een nationaal merkenbureau, bijvoorbeeld het Benelux Bureau voor de Intellectuele eigendom (BOIP). Of een korting van 50% op de taks voor de registratie van merken en/of modellen buiten de Europese Unie.
  2. Een Subsidie SIB Kennis en vaardigheden van RVO: Dit is een korting van 50% voor de kosten van juridische advies die wordt aangeboden door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze Subsidie SIB Kennis en vaardigheden kunnen worden aangevraagd door MKB-ondernemingen die van plan zijn activiteiten te ontwikkelen in het buitenland en worden gebruikt voor de diensten van een jurist of advocaat.

Subsidie voor merkregistraties

MKB-ondernemingen die in een merk- of modelaanvraag willen indienen bij het EUIPO of een nationale instantie (zoals het BOIP), kunnen een korting van 75% krijgen op de taksen die betaald dienen te worden aan het EUIPO (of de nationale instantie). Als MKB-ondernemingen een merk- of modelaanvraag buiten de EU willen indienen, kunnen zij een korting van 50% terugkrijgen op de basistaksen. Voor de regeling geldt een maximumvergoeding van € 1.500 per aanvrager. Een aanvraag kan in de periode van 10 januari 2022 tot 16 december 2022 worden ingediend. Maar let wel, het budget dat door het EUIPO is vrijgemaakt is beperkt. Hierbij geldt op = op. Het is dus belangrijk om er snel bij te zijn. Om gebruik te kunnen maken van deze korting dient de aanvrager te voldoen aan een aantal vereisten. Zo mag de onderneming bijvoorbeeld niet eerder gebruik hebben gemaakt van nationale of Europese tegemoetkomingen ten aanzien van de betreffende Intellectuele Eigendomsrechten. Wij kunnen u helpen bij  het aanvragen van deze korting en het registeren van uw merk of model. Meer info over merken en modellen.

Subsidie SIB Kennis en vaardigheden voor juridisch advies

Het RVO stelt in 2022 (wederom) Subsidie SIB Kennis en vaardigheden beschikbaar aan MKB-ondernemers. Deze Subsidie SIB Kennis en vaardigheden kunnen worden gebruikt voor de kosten van juridisch advies. Met de Subsidie SIB Kennis en vaardigheden wordt 50% van de juridische kosten vergoed. Daarbij geldt een maximum van € 2.500 ex btw. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de aanvrager een MKB-onderneming is die gericht is op ambitie en capaciteit om de internationale markt op te gaan’ en juridische en/of fiscale kennis op te doen voor ‘een specifiek doelland’. Het advies moet daar ook betrekking op hebben. Dit advies kan onder andere het volgende inhouden:
  • bestaande contracten laten beoordelen of nieuwe contracten laten opstellen;
  • algemene voorwaarden bij exporttransacties laten opstellen;
  • een merk laten registreren;
  • advies krijgen over belastingtarieven en dubbele belastingheffing;
  • hulp krijgen bij het opzetten van een buitenlandse entiteit;
  • andere juridische of fiscale kennis krijgen over duurzaam uitbreiden naar het buitenland, zoals 'transfer pricing' of arbeidsrecht.
Onze cliënten (o.a. tech-startups en ondernemingen in de retail-, fashion- en food branche) hebben in 2021 al eerder gebruikgemaakt van deze Subsidie SIB Kennis en vaardigheden. Dit betrof onder andere de volgende werkzaamheden:
  • het opstellen van een Software as a Service Agreement en Terms & Conditions;
  • het opstellen van een licentieovereenkomst;
  • het beoordelen van algemene voorwaarden;
  • advies over de bescherming IP/knowhow in het buitenland;
  • het verzorgen van een Europese merkaanvraag.

Vragen?

Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen of wilt u meer informatie over de kortingsregelingen? Dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. [post_title] => Korting advocaatkosten voor MKB-ondernemers bij juridisch advies in 2022 [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => korting-advocaatkosten-voor-mkb-ondernemers-bij-juridisch-advies-in-2022 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 11:08:13 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 09:08:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=23554 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 29084 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-02-18 10:35:12 [post_date_gmt] => 2022-02-18 09:35:12 [post_content] => In een eerdere bijdrage is geschreven over nieuwe regelgeving die moet leiden tot meer transparantie in de zorgsector. Dat dit geen overbodige luxe is blijkt uit het feit dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 5 januari van dit jaar bekend heeft gemaakt een bestuurlijke boete te hebben opgelegd aan de coöperatie VGZ voor overtreding van de transparantieregels.

Wijziging inkoopbeleid VGZ

Wat was er gebeurd? VGZ had de deadline voor het tekenen van de overeenkomst over de inkoop van paramedische zorg verruimd. Het contractaanbod moest in eerste instantie op 31 oktober 2020 op straffe van verval zijn geaccepteerd. Een aantal zorgaanbieders had bezwaar gemaakt tegen de inkoopvoorwaarden en had VGZ op 29 oktober 2020 laten weten dat zij nog geen reactie hadden ontvangen op hun bezwaren maar omdat het contractaanbod op 31 oktober 2020 zou vervallen, zij zich gedwongen voelden de overeenkomst alsnog te tekenen, zonder dat zij een reactie hadden ontvangen op hun bezwaren. Een zorgaanbieder heeft, dit in overleg met VGZ, nog op dezelfde dag een bericht op zijn website geplaatst dat inhield dat voor zorgaanbieders die tijdig bezwaar hadden gemaakt, de contracteertermijn verlengd zou worden. VGZ heeft de inhoud van dit bericht toen zelf niet bekend gemaakt op haar website. Pas op 9 december 2020 heeft VGZ een bericht op de eigen website gepubliceerd met daarin een wijziging van het zorginkoopbeleid. Op basis van dat gewijzigde inkoopbeleid mochten zowel zorgaanbieders die tijdig bezwaar hadden gemaakt en de overeenkomst niet hadden getekend als zorgaanbieders die de overeenkomst tussen 27 en 31 oktober 2020 hadden geaccepteerd terwijl er nog geen reactie lag op hun bezwaar, alsnog vóór 24 december 2020 laten weten of zij wel of geen overeenkomst zouden willen voor 2021. Zorginkoop

     

 

Oordeel NZa

De wijziging van de uiterste termijn voor het ondertekenen van de overeenkomst naar 24 december 2020 betreft een wijziging van informatie die valt onder artikel 4 van de Regeling Transparantie zorginkoopproces Zvw. Op grond van voornoemd artikel 4 moeten zorgverzekeraars inzichtelijk maken wat de belangrijke momenten in het contracteerproces zijn. Hierdoor weten zorgaanbieders wanneer welke stappen worden gezet in het zorginkoopproces en kunnen zij daarop anticiperen. Wijzigingen in het zorginkoopbeleid moeten zorgverzekeraars op grond van artikel 7 van genoemde Regeling gemotiveerd en tijdig bekend maken. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat zorgaanbieders voldoende tijd hebben om de gewijzigde informatie mee te nemen in hun beslisproces en ook voldoende tijd houden voor de noodzakelijke acties in dat inkoopproces. Volgens de NZa betreft de wijziging van de termijn voor het ondertekenen van de overeenkomst bij uitstek informatie die de inzichtelijkheid van het contracteerproces ten goede komt. Zorgaanbieders konden uit het initiële zorginkoopbeleid immers ook niet opmaken dat de tekentermijn mogelijk verlengd zou worden als VGZ de bezwaren van zorgaanbieders niet op tijd kon behandelen. VGZ had aldus de NZa, de wijziging van het inkoopbeleid tijdig moeten publiceren en VGZ had dat niet gedaan door pas op 9 december 2020 de wijziging bekend te maken.

Conclusie

Leermoment voor zorgaanbieders is dat het noodzakelijk is om het inkoopbeleid van zorgverzekeraars goed te blijven volgen en dat het kan lonen om bij de NZa aan de bel te trekken als het idee ontstaat dat zij door de zorgverzekeraars te weinig tijd wordt gegeven om nieuwe informatie te betrekken bij de besluitvorming om een contract aan te gaan. De wijziging van de transparantieregels per 1 januari 2023 is overigens een stap in de goede richting. Het verplicht zorgverzekeraars om vooraf bekend te maken hoe zij omgaan met wijzigingen in hun inkoopbeleid op een later moment in het jaar. Rik Wevers [post_title] => Meer transparantie bij zorginkoop is noodzakelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => meer-transparantie-bij-zorginkoop-is-noodzakelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-18 10:35:12 [post_modified_gmt] => 2022-02-18 09:35:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29084 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 28539 [post_author] => 2 [post_date] => 2022-02-11 08:44:20 [post_date_gmt] => 2022-02-11 07:44:20 [post_content] => De huizenmarkt is zwaar overspannen. Er is krapte op de woningmarkt en de prijzen stijgen meer dan gemiddeld. De roep om extra woningen is groot en daarnaast zijn er zorgen dat nieuwe woningen wel voor de juiste doelgroep beschikbaar komen. De Rijksoverheid en gemeenten willen meer grip op de woningmarkt krijgen door nieuwe wetgeving en door het treffen van maatregelen. Gemeenten gebruiken onder andere de volgende middelen:
  • Het anti-speculatiebeding;
  • Het opleggen van een zelfbewoningsplicht;
  • Het invoeren van opkoopbescherming.
In deze bijdrage zal hierop ingegaan worden.

Het anti-speculatiebeding

Om te voorkomen dat met een nieuw gebouwde woning gespeculeerd wordt en die door de bouwer of eerste eigenaar meteen met winst wordt doorverkocht, zonder daar zelf te gaan wonen, kan in de leveringsakte voor een bouwkavel of voor een nieuwbouwwoning een anti-speculatiebeding opgenomen worden. Daarin verplicht de koper zich om gedurende een bepaalde periode van bijvoorbeeld één of twee jaar niet tot verkoop en levering aan een ander over te gaan zonder toestemming van de gemeente. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat het opleggen van een anti-speculatiebeding geen onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht oplevert en dus is toegestaan zolang het geen beperking oplevert van het recht van vrije vestiging. Aan het anti-speculatiebeding wordt vaak een boete gekoppeld en naleving zal dus via privaatrechtelijke weg plaatsvinden. De gemeente kan daartegen niet met publiekrechtelijke middelen, zoals een last onder dwangsom, optreden.

De zelfbewoningsplicht

Bij de zelfbewoningsplicht dient de koper van een bouwkavel of woning die (daarop gebouwde) woning gedurende een bepaalde periode zelf te bewonen. De zelfbewoningsplicht is niet wettelijk geregeld, maar in de rechtspraak wel aanvaard, zodat geen regels voor de duur daarvan gelden. In de praktijk komt een termijn van drie à vijf jaar voor. Ook de naleving van de zelfbewoningsplicht dient privaatrechtelijk gehandhaafd te worden. De zelfbewoningsplicht beperkt het eigendomsrecht zodat hoe langer die verplichting duurt hoe eerder de rechter zal oordelen dat de periode disproportioneel is.             Rechtvaardiging zelfbewoningsplicht In deze overspannen woningmarkt leggen meer en meer gemeenten de zelfbewoningsplicht op. Er moet echter wel een noodzaak bestaan. Zo mag van gemeenten verwacht worden dat de krapte op de woningmarkt in de betreffende gemeente wordt aangetoond. De zelfbewoningsplicht mag ook niet voor alle woningen gelden. In het hogere segment is er geen of minder krapte, zodat de verplichting daarvoor niet gerechtvaardigd is. De grens wordt bereikt bij woningen waarvoor geen Nationale hypotheekgarantie meer verkregen kan worden. Die grens ligt op dit moment op € 355.000,=, maar veel gemeenten leggen de grens bij € 500.000,= à € 600.000,=. Aangezien de zelfbewoningsplicht privaatrechtelijk wordt opgelegd hebben gemeenten de beste mogelijkheid om die op te leggen bij uitgifte van gemeentelijke bouwgrond. De zelfbewoningsplicht wordt dan opgelegd bij de verkoop en levering van de grond of bij de uitgifte in erfpacht. Vaak wordt ook een kwalitatieve verplichting en kettingbeding met boetes aan de zelfbewoningsplicht gekoppeld. Daarmee wordt bereikt dat de verplichting door de koper ook weer wordt opgelegd aan een opvolgende verkrijger. In het geval dat een gemeente geen grondpositie heeft maar afhankelijk is van de grondpositie van een projectontwikkelaar of aannemer, kan een gemeente de zelfbewoningsplicht opleggen via een met de projectontwikkelaar of aannemer te sluiten anterieure overeenkomst. In een dergelijke overeenkomst worden afspraken gemaakt over het bijdragen in openbare en infrastructurele kosten, verhaal van planschades en het verkrijgen van planologische medewerking. Aangezien de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening de mogelijkheid bieden om anti-speculatieregels (waartoe de zelfbewoningsplicht gerekend kan worden) voor sociale huur- en koopwoningen op te nemen in een gemeentelijk exploitatieplan, wordt aangenomen dat een gemeente daarover ook afspraken met een projectontwikkelaar of aannemer kan maken in een anterieure overeenkomst.

Opkoopbescherming

Op 1 januari 2022 is de Wet opkoopbescherming en tijdelijke verhuur in werking getreden. Deze wet ziet op wijziging van de Huisvestingswet en van het Burgerlijk Wetboek. In dat wetboek worden ruimere mogelijkheden opgenomen voor het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten. De wijziging van de Huisvestingswet strekt ertoe om gemeenteraden de bevoegdheid te geven om een opkoopbescherming voor (een) nader te bepalen gebied(en) in te voeren in de vorm van een verbod om woningen zonder vergunning te verhuren. Dat wordt dan geregeld in de gemeentelijke huisvestingsverordening. De gemeenteraad zal wel moeten aantonen dat in bepaalde gebieden van de gemeente door schaarste aan goedkope en middel dure woningen onevenwichtige en onrechtvaardige effecten op de woningmarkt optreden. Invoering van de opkoopbescherming is ook mogelijk om het behoud van de leefbaarheid van een buurt te verzekeren, ongeacht de vraag of sprake is van schaarste. De gemeente zal dus wel moeten onderbouwen dat de opkoopbescherming (in de vorm van een verbod om zonder vergunning te verhuren) noodzakelijk en effectief is. Het verbod om zonder vergunning te verhuren geldt alleen voor koopwoningen die na invoering van het verbod in een door de gemeenteraad aangewezen gebied worden aangekocht en voor woningen die minder dan zes maanden in verhuurde staat waren op het moment van eigendomsoverdracht. In het geval van doorverkoop van de woning blijft de opkoopbescherming gelden voor woningen die met vergunning verhuurd zijn. De opvolgend eigenaar dient dan een nieuwe vergunning aan te vragen. De per 1 januari jl. ingevoerde opkoopbescherming blijft vooralsnog voor een beperkte periode van drie jaar gelden. De opkoopbescherming komt dan mogelijk te vervallen indien er geen krapte meer op de woningmarkt is.

Uitzonderingen

Voor alle maatregelen geldt dat gemeenten uitzonderingen kunnen toestaan. Daarbij kan gedacht worden aan situaties van echtscheiding, schuldsanering, noodzakelijke verhuizing wegens werk elders of een executieveiling/openbare verkoop van de woning door de bank.

Afronding

Met de hiervoor genoemde instrumenten hebben gemeentes een gereedschapskist om de krapte op de woningmarkt tegen te gaan. Het zijn echter geen tovermiddelen. De noodzaak en de effectiviteit van de maatregelen zal steeds onderbouwd moeten worden en de duur van de maatregelen en de categorieën van woningen is begrensd, omdat de maatregelen op gespannen voet met het eigendomsrecht kunnen staan. De maatregelen gelden slechts voor goedkope en middel dure koopwoningen. Tenslotte is de effectiviteit van de maatregelen sterk afhankelijk van de daadkracht van een gemeente. Kim Albert [post_title] => De zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-zelfbewoningsplicht-en-opkoopbescherming [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-11 08:46:37 [post_modified_gmt] => 2022-02-11 07:46:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=28539 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 29482 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-03-11 08:46:48 [post_date_gmt] => 2022-03-11 07:46:48 [post_content] => De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel huurders als eigenaren van koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing op grond van artikel 151d Gemeentewet genoemd. Het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) heeft in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een escalatieladder ontwikkeld. De escalatieladder bestaat uit zes treden: bij elke trede ‘escaleert’ de situatie. Dat betekent dat de handhavingsmaatregelen om de overlast te stoppen steeds ingrijpender worden. De escalatieladder geeft een overzicht van maatregelen die de Wet aanpak woonoverlast biedt, inclusief relevante jurisprudentie. De escalatieladder is vooral een instrument voor de gemeente om de Wet aanpak woonoverlast toe te passen. Maar ook voor vastgoedeigenaren die geconfronteerd worden met huurders die ernstige overlast veroorzaken, kan kennisname van de escalatieladder nuttig zijn. Immers, los van de mogelijkheden die het huurrecht biedt, kan een verhuurder wellicht ook gebruikmaken van eventuele handhavingsacties van de burgemeester. Rik Wevers [post_title] => Aanpak woonoverlast aan de hand van de escalatieladder [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanpak-woonoverlast-aan-de-hand-van-de-escalatieladder [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-03-11 08:47:51 [post_modified_gmt] => 2022-03-11 07:47:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=29482 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => a2002c7f98f423570ef515b4967a4d65 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De Wet aanpak woonoverlast geeft de burgemeester de mogelijkheid om gedragsaanwijzingen op te leggen aan zowel huurders als eigenaren van koopwoningen die ernstige en herhaaldelijke woonoverlast veroorzaken. Dit wordt een...
Lees meer
Geen gelijk hebben, toch gelijk krijgen In Zwolle is op 2 maart 2022 een mooie uitspraak gedaan door de wrakingskamer[1]. Hoewel het verzoek om wraking ongegrond verklaard is, werd de...
Lees meer
Inmiddels is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (de WHOA) enige tijd van kracht en kunnen bedrijven gebruik maken van deze regeling om een dwangakkoord aan hun schuldeisers aan te bieden....
Lees meer
Productfoto’s niet auteursrechtelijk beschermd? Deze vragen kwamen aan de orde in een geschil tussen twee webshops. De ene webshop was van Red Prestige (www.redprestige.com) die op deze website (white label)...
Lees meer
Merkaanvraag Samenwerkingen kunnen tot mooie resultaten leiden. Maar dit is niet altijd het geval. Verschillen in ideeën leiden nog wel eens tot onenigheid tussen partijen. Ook tot onenigheid over wie...
Lees meer
Zorgverleners hebben uiteraard toestemming van de patiënt nodig voor medische behandelingen. Voor kinderen tot 12 jaar moeten de wettelijk vertegenwoordigers toestemming verlenen. Voor kinderen boven 12 jaar gelden specifieke regels...
Lees meer
De Europese Commissie heeft op 23 februari 2022 haar voorstel voor nieuwe dataregels gepubliceerd: de “Data Act”.[1] Met deze nieuwe regels wil de Commissie handel in de digitale wereld eerlijker...
Lees meer
Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Of heeft u de ambitie/capaciteit om de internationale markt op te gaan en juridische en/of fiscale kennis op te...
Lees meer
In een eerdere bijdrage is geschreven over nieuwe regelgeving die moet leiden tot meer transparantie in de zorgsector. Dat dit geen overbodige luxe is blijkt uit het feit dat de...
Lees meer
De huizenmarkt is zwaar overspannen. Er is krapte op de woningmarkt en de prijzen stijgen meer dan gemiddeld. De roep om extra woningen is groot en daarnaast zijn er zorgen...
Lees meer