WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 40
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 40
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1439
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 390, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 34683
[post_author] => 46
[post_date] => 2023-02-01 09:55:35
[post_date_gmt] => 2023-02-01 08:55:35
[post_content] => Op medewerkers van de meeste ziekenhuizen is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. Voor medisch specialisten geldt een speciale regeling ten opzichte van andere medewerkers. Bij medisch specialisten is de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) van toepassing. De AMS is een doorvertaling van de afspraken die in de Cao Ziekenhuizen zijn gemaakt.
In artikel 2.4 van de Cao Ziekenhuizen staat dat er voor medisch specialisten een eigen, volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling is beoogd. Daardoor kunnen medisch specialisten geen rechten ontlenen aan de andere hoofdstukken van de Cao Ziekenhuizen. Maar wat zijn de verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS? In dit artikel wordt een aantal van de meest in het oog springende verschillen belicht.
Wie is nou medisch specialist?
Medisch specialisten zijn artsen die beschikken over specifieke kennis in een bepaald vakgebied, zoals bijvoorbeeld een gynaecoloog of en cardioloog. Na de opleiding geneeskunde hebben de artsen nog een specialiserende opleiding gevolgd. De medisch specialist is eindverantwoordelijke voor de zorg en de behandeling van een patiënt.
Waarom is er een speciale arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten?
De eerste AMS dateert uit 2001. De AMS is ontwikkeld om een betere aansluiting te krijgen met de verschillen die er zijn binnen de praktijkorganisatie en dienstbelasting bij medisch specialisten.
LET OP: voor medisch specialisten uit een academisch ziekenhuis geldt de Honoreringsregeling academisch medisch specialisten (HAMS).
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS?
De Cao Ziekenhuizen bevat in vergelijking met de AMS meer algemene bepalingen over de arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Zo heeft de AMS bijvoorbeeld geen algemene bepaling opgenomen over de opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Een ander verschil is dat in de Cao Ziekenhuizen is overeengekomen dat de wettelijke werknemerstermijn tot en met drie maanden gelijk is aan het werkgeverstermijn. Dit is een uitzondering op de wet. Op grond van de wet is de opzegtermijn van werknemer één maand; bij een langere termijn wordt de opzegtermijn voor werkgever verdubbeld. In de Cao Ziekenhuizen is bepaald dat pas na een werknemerstermijn van drie maanden de werkgeverstermijn wordt verdubbeld. In de AMS is zelfs bepaald dat de opzegtermijn voor werkgever en werknemer tot zes maanden gelijk zijn.
Verder kan een medisch specialist voor langere tijd op non-actief gesteld worden dan een ‘reguliere’ zorgmedewerker. De AMS voorziet namelijk niet in een maximale duur. Dit terwijl in de Cao Ziekenhuizen een maximale duur van drie weken is vastgelegd.
Arbeidstijdenwet en medisch specialisten
Een verrassend verschil in beide regelingen is de gemiddelde arbeidsduur. In de Cao Ziekenhuizen is de gemiddelde arbeidsduur per week 36 uur (voltijd). Een gemiddelde voltijd arbeidsduur onder de AMS is 45 uur per week, exclusief de uren arbeid tijdens de avond-, nacht- of weekenddiensten. Dit betekent dat een medisch specialist die minder dan 45 uur werkt, gezien wordt als een deeltijder.
Deze afwijkende arbeidsduur heeft gevolgen voor de pensioenopbouw van de medisch specialist. Een medisch specialist met een werkweek van 36 uur zal maar 80% pensioen opbouwen. Het gevolg in dit voorbeeld is dat het maximale pensioengevend salaris van een deeltijdwerkende specialist 20% lager ligt dan van een ‘reguliere’ ziekenhuismedewerker die hetzelfde aantal uren werkt.
Incidenteel mag de arbeidsduur maximaal 55 uur per week bedragen. Inclusief de uren tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten is de maximale arbeidsduur van gemiddeld 52 uur per week. Dit is opvallend omdat (over een periode van 16 weken) een werkweek op basis van de Arbeidstijdenwet een maximum heeft van 48 uur gemiddeld. De medisch specialist is hiermee een toegestane uitzondering op de Arbeidstijdenwet. De (meeste) overige normen uit de Arbeidstijdenwet zijn tevens niet van toepassing op de medisch specialist.
Conclusie
De medische specialist neemt in het arbeidsrecht een bijzondere positie in. Heeft u vragen over de positie van de medisch specialist? Of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Schroom dan niet om contact op te nemen met Marlies Hol.
[post_title] => De positie van de medisch specialist in het arbeidsrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-positie-van-de-medisch-specialist-in-het-arbeidsrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:09:07
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34683
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 34572
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-01-31 09:56:09
[post_date_gmt] => 2023-01-31 08:56:09
[post_content] =>
De informatieplicht
De keuzevrijheid van de patiënt heeft een hoge prioriteit binnen ons zorgstelsel. De patiënt moet in staat worden gesteld om een keuze te maken over welke zorg hij wil ontvangen en van wie hij deze zorg krijgt. Om deze keuze mogelijk te maken, heeft de zorgaanbieder een verstrekkende informatieplicht. De informatieplicht is geregeld in art. 7:448 BW. Maar hoe ver strekt deze informatieplicht? In dit artikel zal uiteen worden gezet wanneer de zorgaanbieder de patiënt wel en niet moet informeren.
Voorgenomen onderzoeken en voorgestelde behandelingen
De informatieplicht van de zorgaanbieder moet de behoeftes van de patiënt centraal stellen. Uit de wet volgt dat de patiënt moet weten welke onderzoeken of behandelingen nodig zijn voor het stellen van een diagnose. De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de mate van zekerheid die voorgestelde behandelingen kunnen geven. Uit art. 10 Wkkgz blijkt dat de zorgaanbieder de patiënt ook moet informeren over de wetenschappelijk bewezen werkzaamheid (is deze ‘evidence based’), maar ook wat de wachttijd is van het onderzoek of de behandeling.
De patiënt dient ook geïnformeerd te worden over andere mogelijke methoden van onderzoek of behandeling, ook indien deze alternatieven door een andere zorgaanbieder worden aangeboden. Ook de alternatieven die niet conventioneel zijn of algemeen maatschappelijk aanvaard horen hierbij. Indien een alternatief onvoldoende door de wetenschap is bewezen, hoeft die zorgaanbieder de patiënt hierover niet te informeren. Hetzelfde is van toepassing indien een alternatief niet passend is voor de patiënt.
Indien een patiënt een experimentele behandeling kan volgen, moet hij hierover geïnformeerd worden. Alternatieve genezers dienen hun patiënten te informeren over de beperkingen en over het alternatieve karakter van hun behandelingen.
Informeren over de risico’s
De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de te verwachten gevolgen en risico’s voor zijn gezondheid. Uit de rechtspraak volgt dat de hulpverlener de patiënt in dat kader moet informeren over de normale, voorzienbare risico’s van de voorgestelde behandeling. Hierbij gaat het over de voorzienbare risico’s aan de hand van de stand van de wetenschap op dat moment. Het geldt ook voor de risico’s van geneesmiddelen en zaken als implantaten.
Niet over ieder risico heeft de zorgaanbieder een informatieplicht. Er zijn geen regels over wat wel en niet gedeeld moet worden, dit blijft een afweging naar aanleiding van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Uit de rechtspraak volgt dat het gaat om de grootte van de kans op verwezenlijking van het risico. Een zeer kleine kans op verwezenlijking hoeft niet gedeeld te worden. Indien een patiënt over ieder klein risico geïnformeerd zou worden, zou dit tot (onterechte) angst kunnen leiden, waardoor de patiënt niet meer in staat is een weloverwogen keuze te maken.
Bij de afweging van de reikwijdte van de informatieplicht voor risico’s geldt ook de afweging van de verstrekkende gevolgen die een voorgestelde behandeling kan hebben, ook wel de ernst van het nadeel. Indien een hulpverlener bijvoorbeeld weet dat zijn patiënt nog een kinderwens heeft en door de voorgestelde behandeling een risico bestaat dat die niet meer vervuld kan worden, dient hij de patiënt hierover wel te informeren, ook al is de kans op realisatie van het risico niet heel groot.
Indien geen medische noodzaak bestaat voor een behandeling, moet de zorgaanbieder meer informatie geven over de te verwachten risico’s.
Informatie over de ziekte
De patiënt moet ook worden geïnformeerd over de ziekte zelf, de (mogelijke) oorzaak, de eventuele besmettelijkheid, het te verwachten ziekteverloop en het proces van genezing in relatie tot de mogelijke methoden van onderzoek of behandelingen. De patiënt zal eveneens moeten worden geïnformeerd over medicijngebruik en eventuele bijwerkingen, leefregels, of een bepaald dieet.
Eigen verantwoordelijkheid patiënt
Ondanks dat de informatieplicht dus verstrekkend is voor de zorgaanbieder, heeft de patiënt ook eigen verantwoordelijkheden. Zo mag van een patiënt worden verwacht dat hij weet bij welke zorgverzekeraar hij is verzekerd en welke verzekeringspolis hij heeft. De patiënt moet zelf onderzoek doen of de behandeling (geheel of gedeeltelijk) door de zorgaanbieder wordt vergoed. De zorgaanbieder dient de patiënt hierbij wel tegemoet te komen.
Uitzonderingsgevallen
Op de bovenstaande regels zijn nog drie uitzonderingen van toepassing. In de eerste plaats kan de patiënt aangeven dat hij de informatie niet wil krijgen. Iedere patiënt heeft het recht op niet-weten. Een zorgaanbieder zal dit moeten respecteren. De patiënt kan overigens te allen tijde op het verzoek om niet te worden geïnformeerd terugkomen.
Op de tweede plaats is er de therapeutische exceptie. Indien de informatie wordt gegeven kan ernstig nadeel ontstaan voor de patiënt. De toelichting op de wet noemt het voorbeeld van de patiënt die met zelfdoding heeft gedreigd. De zorgaanbieder moet de afweging maken of het nadeel zodanig ernstig is dat het hoger staat dan het belang van informeren. Het dilemma waarvoor de zorgaanbieder kan komen te staan als hij ernstig nadeel voor de patiënt vreest, zal hij vaak kunnen oplossen door de informatie gefaseerd en gedoseerd te verschaffen. Indien de patiënt wel belang heeft bij de informatie, bijvoorbeeld bij bepaalde leefregels, maar het nadeel bestaat nog, dient de zorgaanbieder de informatie met een derde te delen. Hierbij valt te denken aan een partner of verzorgende huisgenoot. Dit is een uitzondering op het beroepsgeheim. De therapeutische exceptie is een tijdelijke uitzondering op de informatieplicht. Wanneer er geen vrees meer is voor ernstig nadeel, moet de informatie alsnog gegeven worden.
De derde uitzondering betreft het geval dat de zorgaanbieder zijn geheimhoudingsplicht doorbreekt indien hij informatie met de patiënt deelt. Dit staat los van de schadelijke gevolgen die dit voor de patiënt kan hebben. Hierbij valt te denken aan informatie die de hulpverlener uit een behandelingsovereenkomst met een familielid van de patiënt heeft opgedaan. Hiervoor zal eerst toestemming gevraagd moeten worden bij de betrokkene.
Conclusie
Beslissend voor de informatieplicht is welke informatie 'een redelijk mens' nodig heeft om zijn toestemming voor de behandeling te geven. Er zal altijd een afweging gemaakt moeten worden aan de hand van de feiten en omstandigheden of de patiënt wel of niet op de hoogte gebracht moet worden. De zorgaanbieder heeft slechts enkele uitzonderingen op de informatieplicht, zoals hierboven uiteengezet.
Bent u een zorgaanbieder en heeft u vragen over de informatieplicht? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem gerust contact op met de specialisten van BG.zorg.
[post_title] => Hoe ver strekt de informatieplicht van de hulpverlener?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hoe-ver-strekt-de-informatieplicht-van-de-hulpverlener
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:17:14
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:17:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34572
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 28557
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-01-26 16:50:51
[post_date_gmt] => 2023-01-26 15:50:51
[post_content] => Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Dan hebben wij goed nieuws voor u! Het EUIPO heeft een nieuwe kortingsregeling aangekondigd voor het jaar 2023, waarmee ondernemingen korting krijgen op hun merk- en modelregistraties.
Wat houdt de regeling in?
Europese MKB-bedrijven hebben de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen, waarmee ze korting krijgen op de taxe. De korting geldt voor zowel nationale, Europese of internationale merkaanvragen.
De kortingen zijn als volgt:
op de totale taxe voor Europese en nationale merk- en modelregistraties.
op de basistaxe voor internationale merk- en modelregistraties.
Het maximumbedrag dat u kunt ontvangen, is het totaalbedrag van EUR 1.000, =.
Wanneer kan de kortingsregeling aangevraagd worden?
Het EUIPO heeft in totaal een budget vrijgemaakt, waarbij geldt: wie het eerst komt, het eerst maalt. De aanvraagperiode loopt van 23 januari 2023 tot en met 8 december 2023.
Hoe kan ik de kortingsregeling aanvragen?
De kortingsregeling kan aangevraagd worden via het EUIPO. Bij deze aanvraag is het nodig om een aantal documenten te uploaden en informatie door te geven, met het indienen van de aanvraag en het registeren van uw merk of model. Meer informatie over de vereiste documenten kunt u hier vinden.
Vragen?
Heeft u interesse in een merk- of modelregistratie? Of heeft u vragen over de kortingsregeling? Neem vrijblijvend contact op.
[post_title] => Kortingsactie merk- en modelregistratie 2023
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kortingsactie-merk-en-modelregistratie-2023
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-26 17:03:03
[post_modified_gmt] => 2023-01-26 16:03:03
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=28557
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 34601
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-01-26 14:28:58
[post_date_gmt] => 2023-01-26 13:28:58
[post_content] =>
Toegangsverbod zorginstelling
De familie van een patiënt kan soms voor veel ongeregeldheid zorgen binnen een zorginstelling. In dit artikel bespraken we al het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en stonden we ook stil bij de familie van de patiënt. Maar kan je als zorginstelling een familielid ook de toegang ontzeggen?
Indien er geen minder vergaande maatregelen zijn om de orde te handhaven binnen de zorginstelling is het toegangsverbod een juridisch houdbaar instrument. Het opleggen van een toegangsverbod is het laatste middel. Het kan worden ingezet als alle andere mogelijkheden al geprobeerd zijn. Hiervoor moeten dus aan enkele voorwaarden worden voldaan.
Allereerst moet er een ernstige verstoring van de orde zijn, veroorzaakt door het familielid. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer medewerkers bedreigd worden en zich niet langer veilig voelen op de werkvloer.
Het toegangsverbod kan niet uit de lucht komen vallen. In de huisregels van de zorginstelling moet staan welk gedrag niet wordt geaccepteerd, welke consequenties hieraan worden verbonden en wie daarover beslist. Het familielid weet of behoort te weten welke huisregels in de zorginstelling gelden, bijvoorbeeld omdat huisregels zichtbaar in de zorginstelling hangen.
Tevens moet het familielid eerst gewaarschuwd worden. Het is aan te bevelen deze waarschuwing ook schriftelijk vast te leggen. Vermeld hierin ook om welke gedragingen het precies gaat.
Voor hoelang mag een toegangsverbod worden opgelegd?
Uit jurisprudentie volgt dat een toegangsverbod slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor onbepaalde tijd kan worden opgelegd. Dit is afhankelijk van de feiten en de omstandigheden, bijv. of de patiënt zelf de zorginstelling kan en mag verlaten om het familielid te zien. In beginsel is het toegangsverbod dus enkel tijdelijk op te leggen.
Belangenafweging
Voor de zorginstelling is het dus een belangenafweging. Als eigenaar of huurder heeft zij het recht om de toegang tot het gebouw te ontzeggen, echter mag de patiënt er niet onredelijk de dupe van worden. Het kan echter voorkomen dat de orde dusdanig verstoord wordt door een familielid dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van medewerkers en andere patiënten. De zorginstelling mag echter geen misbruik maken van deze bevoegdheid.
In een arrest van de rechtbank Den Haag was de vraag of een verzorgingstehuis misbruik van deze bevoegdheid had gemaakt.[1] Het verzorgingstehuis had de broer van een bewoner de toegang ontzegt nadat de situatie was geëscaleerd. De patiënt zat op een afdeling voor een kwetsbare doelgroep en de broer zorgde al geruime tijd tot wanorde bij de medewerkers en bewoners. Het stond de broer nog wel vrij om in een openbare ruimte de patiënt te bezoeken en de patiënt mee naar buiten te nemen, zoals hij in het verleden ook al deed. Volgens de rechter was dit een goede manier om te bezien of het vertrouwen op termijn hersteld zou kunnen worden en werd hierdoor het recht op familieleven niet onredelijk geschonden. Het toegangsverbod bleef in stand.
Conclusie
Een toegangsverbod kan dus tijdelijk worden opgelegd aan een familielid die de orde verstoord. Dit is echter wel het laatste middel en dient terughoudend toegepast te worden. Aan de andere kant moet de kwaliteit van de zorg altijd voorop staan.
Onder voorwaarden kan dus een toegangsverbod worden opgelegd. Het is wel aan te bevelen om te kijken hoe het recht op familieleven van de patiënt hierin zo min mogelijk geschaad wordt.
Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over een toegangsverbod? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op, Edith de Koning-Witte en Jody Esveldt.
BG.zorg[1] ECLI:NL:RBDHA:2019:9411
[post_title] => Mag een toegangsverbod worden opgelegd en voor hoelang?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-een-toegangsverbod-worden-opgelegd-en-voor-hoelang
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-26 15:32:35
[post_modified_gmt] => 2023-01-26 14:32:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34601
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 34593
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-01-25 15:34:54
[post_date_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content] => Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te nemen.
Waarom een integraal zorgakkoord?
Welnu het mag algemeen bekend zijn dat de zorg onder druk staat. Zowel waar het gaat om de toegankelijkheid, de kwaliteit als de betaalbaarheid.
In een poging om de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden wordt onder meer afgesproken dat partijen intensiever met elkaar moeten samenwerken, dat de eerstelijnszorg versterkt moet worden en dat er meer wordt ingezet op preventie.
Met het IZA wordt in de kern getracht de al maar stijgende zorgkosten de komende vier jaar in de hand te houden.
Wat staat in het Integraal Zorgakkoord?
Heel veel, het is 117 pagina’s lang. Maar centraal in het IZA staat het begrip ‘passende zorg’. Door de zorg anders in te richten hoopt men dat de zorg efficiënter en dus goedkoper wordt. Focus ligt hierbij op de curatieve zorg, maar waar relevant worden ook de langdurige zorg, publieke gezondheid en het sociale domein betrokken.
De tweedelijnszorg (medisch -specialistische zorg en ggz) zal minder moeten groeien en de eerstelijnszorg van huisartsenzorg, wijkverpleging, multidisciplinaire zorg en eerstelijnsverblijf/geriatrische revalidatiezorg zal meer mogen groeien. In dat kader zullen om maar enkele voorbeelden eruit te lichten, behandelingen waarvan het effect wordt gezien als ‘onbewezen’ niet langer door verzekeraars worden vergoed. Ziekenhuizen zullen meer moeten specialiseren: complexe behandelingen zullen op minder plekken worden uitgevoerd. Passende zorg betekent ook vaker hybride zorg, een mix van digitaal en fysiek aangeboden zorg.
Vermeldenswaardig is dat op het punt van contractering de wijze van organisatie ongewijzigd blijft. Het grootste deel van de zorg binnen de Zorgverzekeringswet wordt concurrentieel ingekocht en individueel gecontracteerd. Dat blijft dus zo. Wel wil men het contractproces gaan verbeteren en de prikkels tot contractering vergroten. Concreet zullen zorgverzekeraars nog meer dan ze nu al doen, scherper gaan letten op de inkoop van passende zorg. Waar dit toe leidt is ongewis maar het hoeft geen betoog dat er hierdoor in potentie over de inkoop van zorg ook meer juridische conflicten kunnen ontstaan.
Zie hier voor een lezenswaardige samenvatting van het Integraal Zorgakkoord.
[post_title] => Integraal Zorgakkoord: beweging naar passende zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => integraal-zorgakkoord-beweging-naar-passende-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-25 15:34:54
[post_modified_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34593
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 34565
[post_author] => 46
[post_date] => 2023-01-24 14:40:06
[post_date_gmt] => 2023-01-24 13:40:06
[post_content] => Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de werknemer voor lange tijd onbereikbaar. Voor werkgever ontstaat hierdoor een onwerkbare situatie.
Wat kan je als werkgever doen als je een werknemer niet kan bereiken en hij/zij niet op werk verschijnt? Moet het loon worden betaald? Is er een mogelijkheid tot ontslag? Marlies Hol legt uit.
Werknemer is onbereikbaar en komt niet opdagen op werk
Als een medewerker niet op werk verschijnt, dient werkgever te proberen contact op te nemen met de medewerker. De werkgever kan contact opnemen door te bellen, via whatsapp/sms en/of per e-mail. Werkgever kan ook naar het huis van de medewerker gaan.
Als deze pogingen niet leiden tot resultaat, dan kan de werkgever een aangetekende brief versturen. Ik raad aan deze brief als officiële waarschuwing te bestempelen. In die brief, alsook in het andere contact, kan worden verzocht contact op te nemen of op werk te verschijnen. Voor de volledigheid kan deze waarschuwing ook per e-mail en zelfs via whatsapp worden verstuurd.
Stopzetten loon onbereikbare werknemer
Als het niet verrichten van arbeid voor rekening van werknemer komt, dan heeft een werknemer geen recht op loon. Het zonder geldige reden of (tijdige) afmelding niet verschijnen op werk, komt voor rekening van werknemer. Over de niet-gewerkte uren is de werkgever dan geen loon verschuldigd. Het is belangrijk de werknemer hier schriftelijk op te wijzen. Ik raad aan dit op te nemen in de officiële brief naar de werknemer.
Loon opschorten of stopzetten
Het stopzetten van loon kan op twee manieren: opschorten van het loon en stopzetten van het loon. Beide sancties zijn bedoeld als een prikkel aan de werknemer om zijn werkzaamheden weer te verrichten.
Bij een loonopschorting heeft de werknemer alsnog recht op zijn/haar loon als hij/zij zijn werkzaamheden hervat. Bij opschorten krijgt een werknemer het loon dan met terugwerkende kracht alsnog.
Bij het stopzetten van het loon is de werknemer zijn/haar loon echt kwijt. Als de werkzaamheden op enig moment worden hervat, bestaat er vanaf dat moment weer een loonaanspraak. Het loon over de periode daarvoor wordt niet met terugwerkende kracht betaald.
Ik adviseer eerst een loonopschorting toe te passen voor bijvoorbeeld één week. Bij die loonopschorting kan de werknemer worden opgeroepen contact op te nemen en op werk te verschijnen. Komt de werknemer niet? Dan kan de loonopschorting worden omgezet in een loonstop.
Let op, maak al deze stappen schriftelijk kenbaar aan de werknemer. Zelfs als de werknemer niet reageert, bouw je hiermee zorgvuldig een dossier op.
Ontslag van onbereikbare werknemer
Als de werknemer onbereikbaar blijft, dan kan hij/zij worden ontslagen. Dat kan via een ontslag op staande voet of een ontbindingsprocedure bij de rechtbank. Een ontslag op staande voet is sneller, efficiënter en minder kostbaar dan een ontbindingsprocedure, maar heeft ook een risico. Als té snel tot het ontslag wordt overgegaan of de werknemer achteraf goede redenen voor zijn/haar afwezigheid heeft, kan het ontslag als onrechtmatig worden gezien.
Op 11 januari 2023 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat een arbeidsovereenkomst met een werknemer werd ontbonden. De werknemer in kwestie was meer dan drie maanden niet meer op werk verschenen en bleek onbereikbaar voor werkgever. Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van werknemer. De werkgever is daardoor geen transitievergoeding verschuldigd. De werknemer is ook niet op zitting verschenen.
Er zijn verschillende uitspraken bekend waarin een ontslag op staande voet van een onbereikbare werknemer werd vernietigd. Die uitspraken zien veelal op onbereikbaarheid van de werknemer wegens ziekte of tijdens re-integratie. Werkgevers dienen in een situatie van ziekte of re-integratie meer terughoudend met ontslag om te gaan.
Bekijk hier de video over één van de onderwerpen in het arbeidsrecht, namelijk het ontslag op staande voet:
Stappenplan niet verschenen werknemer
Bij een onbereikbare werknemer kan werkgever het hiernavolgende stappenplan doorlopen.
Probeer contact op te nemen. Dat kan door te bellen, per e-mail, sms, WhatsApp e.d. Je kan ook naar het huis van een medewerker gaan, maar dat hoeft niet.
Als de werknemer niet reageert, kan een officiële waarschuwing worden verstuurd. In die waarschuwing kan worden aangegeven dat het loon wordt opgeschort. Aan die loonopschorting kan een termijn worden verbonden om contact op te nemen en het werk te hervatten. Daarna wordt het loon stopgezet.
Als de werknemer onbereikbaar blijft, kan ontslag op staande voet worden gegeven of een ontbindingsprocedure worden gestart.
Neem altijd eerst contact op met een advocaat of jurist. Marlies Hol is advocaat arbeidsrecht bij BG.legal en kan u helpen in het correct opstellen van de brieven die nodig zijn voor bovenstaand stappenplan.
[post_title] => Kan een onbereikbare werknemer worden ontslagen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-een-onbereikbare-werknemer-worden-ontslagen-2
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:09:25
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34565
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 34562
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-01-24 08:31:38
[post_date_gmt] => 2023-01-24 07:31:38
[post_content] =>
Medische informatie
Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk zijn. Hulpverleners zijn wettelijk verplicht (door de WGBO) om een medisch dossier bij te houden over de behandeling en/of begeleiding van een patiënt. Een zorgvuldig bijgehouden dossier is van belang voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg voor de patiënt, maar ook voor kwaliteitstoetsing. In dit artikel zal worden ingegaan op de vraag wanneer het medische dossier gedeeld mag worden met een derde.
Eigendom van het medisch dossier
De zorginstelling, zorgpraktijk of de individuele arts is verantwoordelijk voor het beheer van het medisch dossier. Hierdoor hebben ze bepaalde zeggenschap over het medisch dossier. De patiënt is geen eigenaar van het medisch dossier, hij kan dus niet zijn medisch dossier opeisen. Ook niet nadat de behandelingsovereenkomst is beëindigd. De patiënt heeft wel bepaalde rechten zoals het recht op inzage, het recht op een afschrift en het recht op vernietiging van het medisch dossier.
Overdragen van het medisch dossier
Als de behandeling van de patiënt wordt overgedragen aan een nieuwe hulpverlener, dient het medisch dossier ook overgedragen te worden om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen. Uit de norm van het goed hulpverlenerschap vloeit voort, dat de hulpverlener de patiënt hierover informeert en expliciet, mondeling of schriftelijk, toestemming vraagt om (de inhoud van) het medisch dossier aan de nieuwe hulpverlener ter beschikking te stellen. Deze toestemming legt hij ook vast in het medisch dossier.
Delen van medisch dossier met vertegenwoordigers
De hulpverlener is verplicht de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag zijn belast van een minderjarig kind tot 12 jaar in beginsel alle informatie over de behandeling van het kind te verstrekken. Zij hebben ook recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind.
Bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar mag de hulpverlener alleen de informatie delen aan de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag is (zijn) belast, voor zover die informatie relevant is voor het geven van toestemming voor een behandeling van het kind. Voor de overige informatie heeft de hulpverlener de toestemming van het kind nodig. Indien het kind 16 of 17 is, mag geen medische informatie gegeven worden, tenzij toestemming is gegeven door het kind. Vanaf 16 jaar mag het kind namelijk zonder tussenkomst van de gezaghebbende ouder of voogd een rechtsgeldige behandelingsovereenkomst aangaan.
De ouder(s) of voogd(en) die het gezag hebben over een wilsonbekwame minderjarige (tot 18 jaar) hebben recht op alle informatie, inclusief het recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind.
De hulpverlener mag een vertegenwoordiger van een wilsonbekwame meerderjarige relevante medische informatie uit het medisch dossier van de wilsonbekwame meerderjarige verstrekken. Om zijn taak als vertegenwoordiger goed uit te voeren, heeft hij recht op inzage in en afschrift van het medisch dossier. Het heeft echter alleen betrekking op de informatie die nodig is voor de taakvervulling.
Delen van medisch dossier na overlijden patiënt
De geheimhoudingsplicht van de hulpverlener loopt door na het overlijden van de patiënt en kan slechts in enkele situaties worden doorbroken, namelijk:
Als de patiënt bij leven hier toestemming voor heeft gegeven;
Als de nabestaanden een mededeling van een incident hebben ontvangen; of
Er is sprake van een zwaarwegend belang.
Indien er sprake is van een incident en de patiënt is overleden moet de zorgaanbieder aan de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger van de patiënt melden wat de aard en de toedracht van het incident is geweest. Tevens moet van de aard en toedracht een aantekening in het dossier worden gemaakt, alsmede het tijdstip en de namen van betrokkenen bij het incident. Indien de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger dat verlangen, dient de hulpverlener hen inzage in of een afschrift van het medisch dossier te geven, maar enkel voor het deel dat betrekking heeft op het incident.
Wanneer de nabestaande(n) of voormalig vertegenwoordiger vermoedt dat een medische fout heeft plaatsgevonden, maar geen mededeling van een incident heeft gekregen, kan hij om inzage vragen met een beroep op een zwaarwegend belang. De aanvrager van het dossier moet hiervoor aannemelijk maken dat er sprake is van een zwaarwegend belang, dat hij het medisch dossier nodig heeft voor het behartigen van zijn zwaarwegende belang en dat het beroepsgeheim hieraan in de weg staat. Indien de hulpverlener van mening is dat er geen medische fout is geweest, kan hij het dossier voorleggen aan een onafhankelijke arts. De onafhankelijke arts zal dan beoordelen of het verstrekken van het medisch dossier gerechtvaardigd is.
Delen van het medisch dossier in het kader van letselschade
Hulpverleners ontvangen regelmatig verzoeken om medische gegevens te verstrekken voor letselschadeclaims. Ook de verzekeraar kan de hulpverlener verzoeken om medische informatie te verstrekken die nodig is voor de afwikkeling van een claim.
Indien het verzoek komt van de advocaat van de patiënt geldt in beginsel dat hij recht heeft op inzage in en een afschrift van het medisch dossier. Hij mag dit ook zelf opvragen bij de hulpverlener zonder aparte toestemming van de patiënt. Daar verschilt de positie van de advocaat van andere belangenbehartigers die wel toestemming van de patiënt nodig hebben.
Het is soms onvermijdelijk dat de advocaat of medisch adviseur inzage krijgt in het volledige medisch dossier van de patiënt over een bepaalde periode. Dit is omdat eerdere klachten relevant kunnen zijn voor het vaststellen van de mate waarin de huidige klachten aan het ongeval zijn verbonden (het causale verband). Het staat een hulpverlener vrij om de belangenbehartiger of medisch adviseur te vragen om zijn verzoek toe te lichten, om te voorkomen dat niet relevante feiten een rol gaan spelen. Indien de hulpverlener twijfels heeft over de verstrekking is het raadzaam om afstemming te zoeken met de patiënt.
Verzoeken om medische informatie door een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeraar, een ongevallenverzekeraar of een andere private verzekeraar moeten ingediend worden door de medisch adviseur van die verzekeraar.
Conclusie
Bij de verstrekking van (de gegevens uit) het medisch dossier is het goed om altijd te kijken naar de toestemming van de patiënt (of wat hij voor het overlijden heeft vastgelegd). Bij weigering kan het medisch dossier alleen nog worden gedeeld bij incidenten of een zwaarwegend belang. Bij het delen van het medisch dossier moet de hulpverlener zich er wel van vergewissen dat er geen informatie van een ander in staat vermeld. Indien dit wel het geval is, moet de hulpverlener het verzoek tot het medische dossier weigeren.
Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) delen van het medisch dossier? Of heeft u meer in het algemeen een zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op!
[post_title] => Mag een hulpverlener medische info verstrekken aan derden?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-een-hulpverlener-medische-info-verstrekken-aan-derden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:18:46
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:18:46
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34562
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 34543
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-01-23 15:17:11
[post_date_gmt] => 2023-01-23 14:17:11
[post_content] => Je wilt een kroontje als merk registreren. Mag dat? In principe wel. Hiervoor is het van belang om te onderzoeken of er al een geregistreerd merk bestaat van een soortgelijk kroontje voor dezelfde waren en/of diensten.
Rolex
Een soortgelijke zaak speelde zich ook af tussen Rolex en PWT. Rolex is een bekend merk. Naast haar naam heeft Rolex ook haar kroontje als merk geregistreerd:
De merken van Rolex zijn ingeschreven voor elektrische apparatuur, juwelen (waaronder horloges) en reparatie van horloges.
PWT
PWT is een Deense onderneming die zich richt op mannenmode. PWT heeft ook een kroontje als merk aangevraagd:
PWT heeft in tegenstelling tot Rolex het merk aangevraagd voor onder andere kleding, (lederen) tassen, parfumerie en (zonne)brillen.
Geschil
Nadat Rolex had vernomen van de merkaanvraag van PWT heeft Rolex een oppositie ingesteld tegen de merkaanvraag van PWT. Rolex is van mening dat de kroontjes te veel op elkaar lijken. Ook met een beroep op de reputatie van haar merk stelt Rolex dat er gevaar voor verwarring tussen beide kroontjes is te duchten.
Het Europees merkenbureau (EUIPO) oordeelde dat er geen sprake is van overeenkomsten tussen de waren en/of diensten van beide merken. Hierdoor kon er ook geen sprake zijn van gevaar voor verwarring tussen beide merken. Het EUIPO geeft toe dat Rolex een reputatie heeft, maar dat deze reputatie geldt ten aanzien van horloges en niet voor kleding. Ook maakt Rolex niet duidelijk hoe haar reputatie schade kan oplopen.
Rolex is nogmaals in beroep gegaan bij het Europees Hof van Justitie (HvJ). Het HvJ is het eens met het EUIPO. Gezien de aard van de waren (horloges v kleding), en de reputatie van Rolex dat alleen ziet op horloges, is er geen gevaar voor verwarring tussen beide merken te duchten.
Conclusie
Als een woord of afbeelding als merk is geregistreerd, betekent het niet dat jij niet hetzelfde woord of soortgelijke afbeelding als merk kan registreren. Het is van belang om te onderzoeken of jouw merk voor dezelfde waren en/of diensten wordt aangevraagd.
Wil je meer weten over merkaanvragen of merkonderzoeken neem dan contact op met Mustafa Kahya.
[post_title] => Tegenslag voor Rolex
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => tegenslag-voor-rolex
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-23 15:24:42
[post_modified_gmt] => 2023-01-23 14:24:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34543
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 34484
[post_author] => 74
[post_date] => 2023-01-19 11:26:55
[post_date_gmt] => 2023-01-19 10:26:55
[post_content] => Het kan lonen om bezwaar te maken tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur. Dit bewijst de uitspraak van de Raad van State van 4 januari 2023 waar een door de gemeente Eindhoven verleende omgevingsvergunning voor kamerverhuur centraal stond.
Een echtpaar koopt in 2018 een woning in de Eindhovense buurt Woensel-Noord, met als latere doel om er arbeidsmigranten te huisvesten. Hiertoe vragen zij in maart 2019 bij de gemeente een omgevingsvergunning voor kamerverhuur aan. De vergunning wordt in juni 2020 verleend, niet omdat de vergunningsaanvraag voldoet aan de geldende voorwaarden, maar omdat de gemeente – ruimschoots- te laat is met het beslissen op de aanvraag. Zodoende is van rechtswege een omgevingsvergunning voor kamerbewoning ontstaan. Omwonenden - die overlast en een verhoogde parkeerdruk ervaren – maken met succes bezwaar en worden later ook door rechter en hoogste bestuursrechter in het gelijk gesteld. De van rechtswege verleende omgevingsvergunning voldoet namelijk niet aan de geldende vergunningsvoorwaarden: de kamers in de woning waren te klein en het gebruik van de woning voor kamerverhuur bracht een ongeoorloofde inbreuk op het woon- en leefmilieu met zich mee.
De vergunning van rechtswege
Een van rechtswege verleende vergunning, ook wel de lex silencio positivo genoemd, is een vergunning die op grond van art. 4:20b Awb van rechtswege ontstaat op het moment dat een bestuursorgaan te laat beslist op de aanvraag van een omgevingsvergunning. Dit geldt niet voor alle aanvragen, enkel voor aanvragen waar paragraaf 4.1.3.3. van de Awb op van toepassing is verklaard.
Op grond van art. 4:20c lid 1 Awb moet een bestuursorgaan dat te laat beslist op een aanvraag een vergunning van rechtswege bekendmaken binnen twee weken nadat deze is ontstaan. Doet het bestuursorgaan dit niet, dan kan het bestuursorgaan in gebreke worden gesteld en kan een dwangsom worden gevorderd. Ook staat een gang naar de rechter open om bekendmaking van de vergunning af te dwingen. Deugdelijke bekendmaking is met name bij van rechtswege verleende omgevingsvergunningen van belang zijn, omdat dergelijke vergunningen zonder bekendmaking niet in werking treden (art. 3.9 lid 3 Wabo jo. 4:20b Awb). Bij andere soorten van rechtswege verleende vergunningen is bekendmaking minder van belang, omdat deze in werking treden op de derde dag na afloop van de beslistermijn (art. 4:20b lid 3 Awb).
Wanneer is een bestuursorgaan te laat met beslissen?
Een bestuursorgaan moet in beginsel binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een omgevingsvergunning een beslissing nemen op deze aanvraag. Hierbij kan zij eenmalig de beslistermijn met zes weken ‘verdagen’, oftewel verlengen. Daarnaast kan een bestuursorgaan de beslistermijn ‘opschorten’ als bij beoordeling van de aanvraag blijkt dat de bij de aanvraag verstrekte informatie onvoldoende is voor de goede beoordeling van de aanvraag. Een bestuursorgaan zal de aanvrager dan een termijn geven om aanvullende informatie aan te leveren. Gedurende deze termijn wordt de beslistermijn van in beginsel acht weken opgeschort en begint weer te ‘tikken’ als de gevraagde aanvullende informatie is aangeleverd, dan wel wanneer de termijn voor het aanleveren van de gevraagde aanvullende informatie is verstreken. Als de beslistermijn van in beginsel acht weken verstreken is, en de beslistermijn niet verdaagd dan wel opgeschort is, is een bestuursorgaan te laat met beslissen en ontstaat de gevraagde vergunning van rechtswege.
Dat een bestuursorgaan te laat beslist op een aanvraag en er zodoende een vergunning van rechtswege ontstaat, komt vaker voor dan men zou denken. Alleen al in de gemeente Eindhoven werden in 2022 maar liefst 108 omgevingsvergunningen voor kamerverhuur (!) van rechtswege verleend. Dit toont aan dat het voor aanvragers van belang is om de beslistermijn in de gaten te houden, omdat overschrijding van deze termijn maakt dat een vergunning van rechtswege kan worden afgedwongen.
Geen inhoudelijke toetsing bij vergunningverlening, wel in de bezwaarprocedure
Bij het van rechtswege verlenen van een vergunning is het niet van belang of de vergunningsaanvraag aan de geldende voorwaarden voldoet. Aan deze voorwaarden wordt immers bij beoordeling van de aanvraag getoetst, en aangezien een vergunning van rechtswege ontstaat op het moment dat een bestuursorgaan te laat is met beslissen, wordt niet meer toegekomen aan een inhoudelijke toetsing van de aanvraag.
Dit is anders in de bezwaarprocedure, nu op grond van art. 7:11 lid 1 van de Awb een volledige heroverweging van de bestreden van rechtswege verleende vergunning plaatsvindt. Dit betekent concreet dat de aanvraag gedurende de bezwaarprocedure alsnog inhoudelijk zal worden getoetst aan de geldende voorwaarden.
Vergunning van rechtswege: voor- en nadelen
Een vergunning van rechtswege biedt zowel voor- als nadelen. Allereerst voor een aanvrager van een vergunning die oplettend de beslistermijn in de gaten houdt. Bij overschrijding van de beslistermijn kan de aanvrager namelijk een vergunning van rechtswege afdwingen, hetgeen voordelig kan zijn als de aanvraag eigenlijk inhoudelijk niet voldoet aan de geldende voorwaarden. Daarnaast kan een vergunning van rechtswege financieel aantrekkelijk zijn, nu voor van rechtswege verleende vergunningen soms geen of verminderde legeskosten worden gerekend.
Een nadeel voor de aanvrager, wat een voordeel voor derde belanghebbenden vormt, is dat bij bekendmaking van de vergunning door het bestuursorgaan moet worden vermeld dat het gaat om een van rechtswege verleende vergunning. Oplettende derde belanghebbenden kunnen dan weten dat de verleende vergunning mogelijk niet inhoudelijk getoetst is aan de geldende vergunningsvoorwaarden. Dit kan voor hen een extra moverende reden zijn om bezwaar te maken en zo af te dwingen dat de aanvraag alsnog inhoudelijk wordt getoetst aan de voorwaarden. Dit met als mogelijk gevolg dat de vergunning in bezwaar alsnog wordt herroepen.
Een nadeel voor derde belanghebbenden is dat het lang kan duren voordat een van rechtswege verleende vergunning definitief wordt ingetrokken waardoor de vergunde situatie lang kan blijven voortbestaan.
Bovengenoemde voor- en nadelen komen terug in de uitspraak van de Raad van State. Het echtpaar verkreeg in juni 2020 van rechtswege een omgevingsvergunning voor kamerbewoning, welke – naar later bleek – niet aan de geldende voorwaarden voldeed. Nadat omwonenden bezwaar maakten, werd de aanvraag alsnog aan de gestelde vergunningsvoorwaarden getoetst en werden omwonenden door zowel de gemeente Eindhoven als de rechter in het gelijk gesteld. Het duurde echter tot januari 2023 voordat de kwestie definitief door de hoogste bestuursrechter werd beslecht waardoor de kamerverhuursituatie – welke het gevolg was van een simpele fout van de gemeente - nog bijna drie jaar kon voortbestaan. Desalniettemin laat deze uitspraak zien dat bezwaar maken tegen voor kamerverhuur verleende vergunningen kan lonen.
[post_title] => Bezwaar tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur kan lonen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bezwaar-tegen-verleende-vergunningen-voor-kamerverhuur-kan-lonen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:48:26
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:48:26
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34484
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 34477
[post_author] => 26
[post_date] => 2023-01-19 10:51:11
[post_date_gmt] => 2023-01-19 09:51:11
[post_content] =>
Wetgeving privacy
Zorgaanbieders en hulpverleners beschikken over veel gevoelige informatie van hun patiënten. Deze gegevens, veelal bijzondere persoonsgegevens, zijn cruciaal om de levering van goede zorg te kunnen waarborgen. Deze informatie wordt beschermd door middel van het beroepsgeheim alsook door privacywetgeving. In de gezondheidszorg is er steeds meer sprake van digitalisering en automatisering. Extra aandacht voor de privacy is daarmee vereist.
Kunstmatige intelligentie (AI) wordt daarbij steeds vaker gezien als een waardevolle aanvulling op de zorgverlening. Hoewel het toepassen van AI in de zorg allerlei voordelen kan hebben, roept het ook specifieke vragen op het gebied van privacy op. Eerder schreef Tom Oerlemans hier al een artikel over: ‘AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk?’.
AVG
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) treedt regelmatig handhavend op bij zorgaanbieders omdat deze zich onvoldoende houden aan de verplichtingen die uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voortvloeien. Het is voor iedere zorgaanbieder van groot belang om een goed privacybeleid te hanteren, de juiste documentatie voorhanden te hebben en om deze op een correcte manier toe te passen.
Soms is het moeilijk om een weg te vinden door alle wetgeving, zeker wanneer in de dagelijkse praktijk de focus op het verlenen van zorg ligt. Sinds de invoering van de AVG vinden er ook veel ontwikkelingen plaats op het gebied van privacy. Heeft u een privacyvraagstuk? Onze advocaten hebben o.a. ervaring met (het bieden van ondersteuning bij het) het implementeren van de (U)AVG en denken graag me u mee.
[post_title] => Privacy in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => privacy-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-19 10:54:35
[post_modified_gmt] => 2023-01-19 09:54:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34477
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 34683
[post_author] => 46
[post_date] => 2023-02-01 09:55:35
[post_date_gmt] => 2023-02-01 08:55:35
[post_content] => Op medewerkers van de meeste ziekenhuizen is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. Voor medisch specialisten geldt een speciale regeling ten opzichte van andere medewerkers. Bij medisch specialisten is de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) van toepassing. De AMS is een doorvertaling van de afspraken die in de Cao Ziekenhuizen zijn gemaakt.
In artikel 2.4 van de Cao Ziekenhuizen staat dat er voor medisch specialisten een eigen, volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling is beoogd. Daardoor kunnen medisch specialisten geen rechten ontlenen aan de andere hoofdstukken van de Cao Ziekenhuizen. Maar wat zijn de verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS? In dit artikel wordt een aantal van de meest in het oog springende verschillen belicht.
Wie is nou medisch specialist?
Medisch specialisten zijn artsen die beschikken over specifieke kennis in een bepaald vakgebied, zoals bijvoorbeeld een gynaecoloog of en cardioloog. Na de opleiding geneeskunde hebben de artsen nog een specialiserende opleiding gevolgd. De medisch specialist is eindverantwoordelijke voor de zorg en de behandeling van een patiënt.
Waarom is er een speciale arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten?
De eerste AMS dateert uit 2001. De AMS is ontwikkeld om een betere aansluiting te krijgen met de verschillen die er zijn binnen de praktijkorganisatie en dienstbelasting bij medisch specialisten.
LET OP: voor medisch specialisten uit een academisch ziekenhuis geldt de Honoreringsregeling academisch medisch specialisten (HAMS).
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de Cao Ziekenhuizen en de AMS?
De Cao Ziekenhuizen bevat in vergelijking met de AMS meer algemene bepalingen over de arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Zo heeft de AMS bijvoorbeeld geen algemene bepaling opgenomen over de opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Een ander verschil is dat in de Cao Ziekenhuizen is overeengekomen dat de wettelijke werknemerstermijn tot en met drie maanden gelijk is aan het werkgeverstermijn. Dit is een uitzondering op de wet. Op grond van de wet is de opzegtermijn van werknemer één maand; bij een langere termijn wordt de opzegtermijn voor werkgever verdubbeld. In de Cao Ziekenhuizen is bepaald dat pas na een werknemerstermijn van drie maanden de werkgeverstermijn wordt verdubbeld. In de AMS is zelfs bepaald dat de opzegtermijn voor werkgever en werknemer tot zes maanden gelijk zijn.
Verder kan een medisch specialist voor langere tijd op non-actief gesteld worden dan een ‘reguliere’ zorgmedewerker. De AMS voorziet namelijk niet in een maximale duur. Dit terwijl in de Cao Ziekenhuizen een maximale duur van drie weken is vastgelegd.
Arbeidstijdenwet en medisch specialisten
Een verrassend verschil in beide regelingen is de gemiddelde arbeidsduur. In de Cao Ziekenhuizen is de gemiddelde arbeidsduur per week 36 uur (voltijd). Een gemiddelde voltijd arbeidsduur onder de AMS is 45 uur per week, exclusief de uren arbeid tijdens de avond-, nacht- of weekenddiensten. Dit betekent dat een medisch specialist die minder dan 45 uur werkt, gezien wordt als een deeltijder.
Deze afwijkende arbeidsduur heeft gevolgen voor de pensioenopbouw van de medisch specialist. Een medisch specialist met een werkweek van 36 uur zal maar 80% pensioen opbouwen. Het gevolg in dit voorbeeld is dat het maximale pensioengevend salaris van een deeltijdwerkende specialist 20% lager ligt dan van een ‘reguliere’ ziekenhuismedewerker die hetzelfde aantal uren werkt.
Incidenteel mag de arbeidsduur maximaal 55 uur per week bedragen. Inclusief de uren tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten is de maximale arbeidsduur van gemiddeld 52 uur per week. Dit is opvallend omdat (over een periode van 16 weken) een werkweek op basis van de Arbeidstijdenwet een maximum heeft van 48 uur gemiddeld. De medisch specialist is hiermee een toegestane uitzondering op de Arbeidstijdenwet. De (meeste) overige normen uit de Arbeidstijdenwet zijn tevens niet van toepassing op de medisch specialist.
Conclusie
De medische specialist neemt in het arbeidsrecht een bijzondere positie in. Heeft u vragen over de positie van de medisch specialist? Of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Schroom dan niet om contact op te nemen met Marlies Hol.
[post_title] => De positie van de medisch specialist in het arbeidsrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-positie-van-de-medisch-specialist-in-het-arbeidsrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:09:07
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34683
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1439
[max_num_pages] => 144
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 485dd009b75479f61562d5e2d57c427b
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Op medewerkers van de meeste ziekenhuizen is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. Voor medisch specialisten geldt een speciale regeling ten opzichte van andere medewerkers. Bij medisch specialisten is de Arbeidsvoorwaardenregeling...
De informatieplicht De keuzevrijheid van de patiënt heeft een hoge prioriteit binnen ons zorgstelsel. De patiënt moet in staat worden gesteld om een keuze te maken over welke zorg hij...
Bent u van plan uw merknaam, logo of model te registreren? Dan hebben wij goed nieuws voor u! Het EUIPO heeft een nieuwe kortingsregeling aangekondigd voor het jaar 2023, waarmee...
Toegangsverbod zorginstelling De familie van een patiënt kan soms voor veel ongeregeldheid zorgen binnen een zorginstelling. In dit artikel bespraken we al het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en stonden...
Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te...
Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de...
Medische informatie Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening...
Je wilt een kroontje als merk registreren. Mag dat? In principe wel. Hiervoor is het van belang om te onderzoeken of er al een geregistreerd merk bestaat van een soortgelijk...
Het kan lonen om bezwaar te maken tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur. Dit bewijst de uitspraak van de Raad van State van 4 januari 2023 waar een door de gemeente...
Wetgeving privacy Zorgaanbieders en hulpverleners beschikken over veel gevoelige informatie van hun patiënten. Deze gegevens, veelal bijzondere persoonsgegevens, zijn cruciaal om de levering van goede zorg te kunnen waarborgen. Deze...