Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 40
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 40
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1413
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 390, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 33849
                    [post_author] => 68
                    [post_date] => 2022-12-15 11:08:03
                    [post_date_gmt] => 2022-12-15 10:08:03
                    [post_content] => AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november jl. bracht OpenAI deze nieuwe AI-tool uit, die haar gebruikers flink versteld heeft doen staan. Sindsdien houdt het nieuwe programma de gemoederen in de tech industrie flink bezig. ChatGPT is namelijk in staat om, met behulp van AI, zo goed als perfecte teksten te genereren. Daarbij kan gedacht worden aan e-mail, blogposts, gedichten of zelfs lyrics geschreven in de stijl van een bepaalde artiest. In deze blog staan wij dan ook stil bij deze nieuwe toepassing, met name wat ChatGPT is en hoe het werkt.

Wat is ChatGPT?

Zoals hierboven al is opgemerkt, is ChatGPT de nieuwste AI-toepassing van OpenAI, een onderzoeksinitiatief opgezet in 2015 door Elon Musk en Sam Altman met als doel AI te ontwikkelen. ChatGPT is een chatbot voortgeborduurd op het oudere programma InstructGPT. Dit oudere programma is specifiek getraind om instructies snel op te volgen en gedetailleerde antwoorden te geven. ChatGPT kan dit ook, maar kan daarnaast ook nog vervolgvragen beantwoorden, fouten toegeven, onjuiste uitgangspunten aanvechten en ongepaste verzoeken afwijzen. ChatGPT verschilt in de toepassing van oudere software omdat het verschillende beperkingen van deze eerdere toepassingen wegneemt. De chatbot kan namelijk volledig en goed geschreven antwoorden genereren, op het gebied van uiteenlopende en complexe onderwerpen. Bovendien is de AI-tool zeer laagdrempelig, aangezien ChatGPT toegankelijk voor het grote publiek. Desalniettemin merkt OpenAI op dat ChatGPT nog in een experimentele fase zit, waardoor het systeem op bepaalde vlakken nog wat steken laat vallen. Zo kan het nog voorkomen dat het programma een foutief antwoord op een vraag formuleert. Ook geeft ChatGPT af en toe nog antwoord op ongepaste verzoeken. Tot slot kun je nog geen goed antwoord verwachten op vragen die gaan over recente en actuele gebeurtenissen of die naar de mening van het programma vragen.

Hoe werkt het systeem van ChatGPT?

ChatGPT is getraind met behulp van Reinforcement Learning from Human Feedback (RLHF), een deep learning techniek die rekening houdt met menselijke feedback om te leren. Bij deze techniek besturen menselijke experts het algoritme door de meest waarschijnlijke menselijke reacties te selecteren uit de mogelijke reacties die het algoritme heeft gegenereerd. Daarmee leert het systeem om waarheidsgetrouwe reacties op vragen te geven. Op die manier kan een gebruiker een vraag stellen, waarna ChatGPT deze analyseert en daarop een passende reactie geeft. Aangezien ChatGPT de reactie meteen na het stellen van de vraag daarop antwoord geeft, voelt het chatten met de chatbot aan als een vorm van menselijke interactie.

Conclusie

Op het internet staan al verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat ChatGPT al in staat is om volledige teksten te genereren. Nu ChatGPT toegankelijk is geworden voor het grote publiek, is de verwachting dat de chatbot nog accurater zal worden in de beantwoording van vragen. Dit wordt ook door Open AI aangemoedigd, omdat zij enkele gebruikers vragen de kwaliteit van het gegenereerde antwoord te beoordelen. Het zal een kwestie van tijd zijn om te zien hoe ChatGPT zich verder zal ontwikkelen en wat de komst van de chatbot in de praktijk zal gaan betekenen. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-nieuwe-ontwikkeling-op-het-gebied-van-ai-chatgpt [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-15 11:08:03 [post_modified_gmt] => 2022-12-15 10:08:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33849 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 33769 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-12-14 14:27:46 [post_date_gmt] => 2022-12-14 13:27:46 [post_content] => Al in een eerdere blog is geschreven over de nietigverklaring van een model. Echter, ook een merk kan na de registratie daarvan alsnog nietig worden verklaard. Een merkhouder die een ouder merk heeft kan hiervoor bij de bevoegde instantie een nietigheidsprocedure instellen. Een nietigheidsprocedure kan op basis van diverse gronden aanhangig worden gemaakt.

Gronden voor nietigheidsprocedure

Een merk kan nietig worden verklaard als:
  • het merk is ingeschreven ondanks dat het merk niet-onderscheidend of beschrijvend is;
  • het merk te kwader trouw is aangevraagd;
  • Er een ouder ander recht bestaat, bijvoorbeeld een handelsnaamrecht, een auteursrecht of een modelrecht;
  • het merk verwarringwekkend overeenstemt met een ouder merk.

VSL#3 v. VSL3TOTAL

De laatste genoemde grond heeft onlangs tot een uitspraak geleid bij het Europees Hof van Justitie (HvJ). VSL#3 is een in 2001 geregistreerd woordmerk en VSL3TOTAL een woordmerk geregistreerd in 2013. Beide merkregistraties zijn ingeschreven voor waren in klasse 5 voor onder andere gezondheidsproducten. VSL#3 heeft op basis van haar oudere merk een nietigheidsverzoek ingesteld tegen VSL3TOTAL op grond van verwarringsgevaar. De nietigheidsafdeling heeft het verzoek gehonoreerd en geoordeeld om VSL3TOTAL nietig te verklaren. VSL3TOTAL heeft hiertegen beroep ingesteld.

Beoordeling HvJ

Het HvJ licht toe waarom zij niet meegaat in de verweren van VSL3TOTAL, beginnend met het relevante publiek. Volgens het HvJ bestaat het relevante publiek uit medische professionals, artsen, apothekers en eindgebruikers. Dit relevante publiek zal ten aanzien van deze gezondheidsproducten een hoog aandachtsniveau hebben. Ook stelt het HvJ dat de waren identiek zijn, op grond van vaste rechtspraak, aangezien het om waren in dezelfde klasse gaat. Het HvJ gaat niet mee in de stelling van VSL3TOTAL dat het merk VSL#3 geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het zou dienen als aanduiding van de substanties van het product en niet als herkomstfunctie. Dit heeft VSL3TOTAL niet voldoende kunnen onderbouwen. Vergelijking van de tekens De vergelijking van tekens geschiedt op basis van visuele, fonetische en begripsmatige gelijkenissen, rekening houdend met de categorie van de waren en de omstandigheden waarin zij op de markt worden gebracht. Volgens het HvJ zijn ‘VSL’ en ‘3’ de onderscheidende elementen in de tekens en ‘#’ en ‘TOTAL’ de niet-onderscheidende elementen. Het HvJ is van oordeel dat de tekens visueel overeenstemmen, omdat de onderscheidende elementen ‘VSL’ en ‘3’ in beide tekens identiek zijn. De fonetische overeenstemming is meer dan gemiddeld overeenstemmend. De ‘#’ zal niet worden uitgesproken waardoor ‘VSL3’ overblijft en fonetisch hetzelfde wordt uitgesproken, aldus het HvJ. Wel is het HvJ het eens dat beide tekens begripsmatig, maar in geringe mate overeenstemmen. Het HvJ concludeert dat het nietigheidsoordeel correct is en het beroep van VSL3TOTAL in zijn geheel moet worden verworpen.

Conclusie

Ook merken die al enige tijd geregistreerd zijn kunnen nietig worden verklaard, indien er sprake is van verwarringsgevaar. Vindt u dat het jongere merk van een ander te veel op uw merk lijkt en wilt u hiertegen optreden? Of heeft u vragen over merken? Neem dan contact op met één van onze specialisten. Mustafa Kahya nieuw [post_title] => Nietigverklaring van een merk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nietigverklaring-van-een-merk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-14 15:03:22 [post_modified_gmt] => 2022-12-14 14:03:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33769 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 33794 [post_author] => 26 [post_date] => 2022-12-13 12:27:44 [post_date_gmt] => 2022-12-13 11:27:44 [post_content] => De patiënt en zijn familie. Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? Mag dit ook bij een verstoorde relatie met de familie? Eerder schreven wij over de totstandkoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en de mogelijke gronden waarop de zorgaanbieder kan weigeren om de geneeskundige behandelingsovereenkomst met een patiënt aan te gaan. In dit artikel zullen wij de mogelijkheden bespreken die de zorgaanbieder heeft om de geneeskundige behandelingsovereenkomst op te zeggen. Voor de zorginstelling als contractspartij kunnen ten opzichte van de hulpverlener soms extra eisen bestaan, hier wordt specifiek bij stil gestaan. Ook komt de vraag aan de orde, of een verstoorde relatie met de familie een reden is tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst.

De beëindiging van de behandelingsovereenkomst

Het is een logisch gevolg van de contractvrijheid om op een bepaald moment de behandelingsovereenkomst te beëindigen. De behandelingsovereenkomst kan op verschillende manieren worden beëindigd. Een veel voorkomende mogelijkheid is de beëindiging met wederzijds goedvinden. Dit zal veelal plaatsvinden wanneer de behandelingsovereenkomst is afgerond of in gevallen van een essentieel meningsverschil over de behandeling, zoals over het behandelingsplan.

Het eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de zorgaanbieder

De patiënt kan een behandelingsovereenkomst altijd opzeggen. Een zorgaanbieder kan dat niet zomaar. De wet geeft aan dat het opzeggen alleen kan indien daar gewichtige redenen voor zijn. De zorgaanbieder moet hier heel terughoudend mee omgaan. Er dient namelijk door de zorgaanbieder in hoge mate rekening worden gehouden met de afhankelijkheid en gezondheidstoestand van de patiënt. Redenen voor beëindiging van een behandelingsovereenkomst Wat onder een gewichtige reden valt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Om over te gaan tot opzegging van de behandelingsovereenkomst, moet in principe sprake zijn van een zodanig ernstige situatie dat herstel daarvan niet meer mogelijk is. Hieronder zullen eerst de meest voorkomende redenen worden besproken.
  1. De aard en/of omvang van de hulpvraag wijzigt wezenlijk en gaat de expertise of de mogelijkheden van de hulpverlener te buiten;
  2. De hulpverlener heeft aanzienlijk belang bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst;
  3. De patiënt weigert voortdurend de rekening te betalen;
  4. De hulpverlener heeft een ernstig conflict met de patiënt en/of de patiënt wil niet meewerken aan de behandeling;
  5. De patiënt vertoont zeer onheus of agressief gedrag.
behandelingsovereenkomst 1. De aard en/of omvang van de hulpvraag wijzigt Goede hulpverlening moet altijd voorop staan. Gedurende een behandeling kan de hulpvraag zodanig veranderen, dat de behandelingsovereenkomst moet worden beëindigt en wellicht moet worden overgedragen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de hulpverlener niet (meer) beschikt over voldoende deskundigheid. 2. Aanzienlijk belang van de hulpverlener Het aanzienlijk belang van de hulpverlener kunnen zowel praktische alspersoonlijke redenen zijn. Een voorbeeld van een praktische reden is het (tijdelijk) stoppen van de praktijk vanwege bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid. Er is ook sprake van een aanzienlijk belang als een hulpverlener persoonlijke gevoelens heeft ontwikkeld voor de patiënt. 3. Patiënt weigert de rekening te betalen Indien een patiënt tot meerdere malen toe (dus structureel) weigert om de rekening van de zorgaanbieder te betalen, kan dat een reden zijn voor opzegging van de behandelingsovereenkomst. Eén onbetaalde rekening is onvoldoende reden. De zorgaanbieder moet de patiënt, bij voorkeur schriftelijk, op de hoogte stellen van de openstaande rekeningen, hem wijzen op zijn plicht om te betalen en de patiënt duidelijk op de consequenties hebben gewezen indien hij daar voldoet. Alleen dan kan de behandelingsovereenkomst worden beëindigd. 4. Ernstig conflict of niet meewerken aan behandeling Om aan deze reden te voldoen moet er wel sprake zijn van een ernstig conflict. Indien een patiënt een second opinion wil of het enkele feit dat de patiënt zich niet aan het zorgplan houdt, is onvoldoende om de behandelingsovereenkomst op te zeggen. De zorgaanbieder kan de behandelingsovereenkomst wel beëindigen indien het conflict ernstige gevolgen heeft voor de behandeling. Indien de patiënt informatie achterhoudt die voor goede hulpverlening noodzakelijk is, terwijl dit redelijkerwijs wel van hem verwacht kon worden, kan de behandelingsovereenkomst ook worden opgezegd. Ook ten aanzien van klachten die de patiënt tegen de hulpverlener indient, moet sprake zijn van herhaling. Een enkele klacht of dreiging daarmee is niet voldoende. De hulpverlener moet dan met de patiënt het gesprek aangaan of de patiënt ook van mening is dat de vertrouwensband onherstelbaar is beschadigd. 5. De patiënt vertoont zeer onheus of agressief gedrag Onder deze categorie vallen verschillende vormen van gedrag die als voldoende reden worden beschouwd, zoals bijvoorbeeld als de patiënt zich discriminerend, seksistisch of uiterst negatief uitlaat, tegenover de hulpverlener of anderen. Andere voorbeelden zijn fysieke agressie, overlast veroorzaken en grensoverschrijdend gedrag, zoals bedreiging. De zorgaanbieder heeft hier een verantwoordelijkheid om de communicatie te herstellen.  Een eenmalige onheuse uitlating is onvoldoende gewichtige reden. Indien het niet lukt om de relatie te herstellen en de patiënt zich meermaals onheus heeft gedragen, kan de behandelingsovereenkomst worden opgezegd. Soms kan een eenmalige gedraging zo extreem zijn dat het van de zorgaanbieder niet gevergd kan worden om de behandelingsovereenkomst voort te zetten. Indien het gedrag van de patiënt samenhangt met de aard van de ziekte, zal de zorgaanbieder terughoudender moeten zijn bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst. In beginsel is de regel dat hoe minder de patiënt aan zijn gedrag kan doen, hoe moeilijker het voor de zorgaanbieder zal zijn om de patiënt de noodzakelijke zorg te onthouden. Ook dit is weer afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Belangrijk is vooral dat de zorgaanbieder moet kunnen aantonen dat deze alles heeft gedaan om de relatie te herstellen tot een aanvaardbare situatie.

Beëindiging vanwege gedrag van familie en/of vertegenwoordigers van de patiënt?

In beginsel kan de behandelingsovereenkomst van de patiënt niet snel worden beëindigd, indien er een verstoorde relatie is tussen de hulpverlener en de vertegenwoordiger. De patiënt zou dan schade lijden door het gedrag van zijn vertegenwoordiger. Echter kan de situatie ontstaan dat het gedrag van de familie en/of de vertegenwoordiger de hulpverlening zodanig verstoort, dat er geen goede hulpverlening meer kan plaatsvinden. Bij de vraag of beëindiging van de behandelingsovereenkomst gerechtvaardigd is, moet de hulpverlener met veel omstandigheden rekening houden. Zo is dit afhankelijk van de gedragingen van dit familielid en van de aard van de relatie tussen de persoon en de patiënt en daarmee de arts. Hierbij dient ook meegewogen worden of er andere, minder verstrekkende, maatregelen mogelijk zijn, waardoor de hulpverlening wel goed kan plaatsvinden. Indien een hulpverlener de behandelingsovereenkomst wil opzeggen vanwege gedragingen van de familie, is het raadzaam dit ook met de patiënt te bespreken. Opzeggen van de behandelingsovereenkomst om deze reden vraagt om extra voorzichtigheid. Wil een zorginstelling als contractspartij de behandelingsovereenkomst opzeggen, gelden nog extra eisen. Dit geldt al helemaal wanneer de patiënt in de instelling verblijft en door de opzegging moet worden overgeplaatst. De zorginstelling moet ook extra aandacht bieden aan het opzegtermijn.

Zorgvuldigheidseisen

Voordat een behandelingsovereenkomst wordt beëindigd, moet de zorgaanbieder de volgende zorgvuldigheidseisen aflopen:
  1. De patiënt herhaaldelijk waarschuwen en onderzoeken of herstel van de relatie mogelijk is;
  2. De patiënt mondeling op de hoogte brengen en het schriftelijk bevestigen aan de patiënt;
  3. Een redelijk termijn aanbieden voordat de behandelingsovereenkomst daadwerkelijk beëindigd wordt;
  4. Noodzakelijke hulp blijven verlenen tot de patiënt een andere zorgaanbieder heeft gevonden;
  5. Medewerking verlenen om elders zorg te ontvangen.
Ook ten aanzien van de familie van de patiënt is het goed om herhaaldelijk te waarschuwen bij ernstig gedrag van de familie en proberen om de relatie te herstellen. Het is raadzaam om met de familie, net zoals bij de patiënt, afspraken te maken over wat wenselijk wordt geacht. Advies is om de gegeven waarschuwing(en) schriftelijk vast te leggen.

Aanvullende aandachtspunten voor de zorginstelling

Indien de behandelingsovereenkomst met de zorginstelling is gesloten gelden niet alleen de voorwaarden die hierboven staan genoemd. Leeft een patiënt essentiële regels van een zorginstelling niet na en is de patiënt herhaaldelijk gewaarschuwd, dan kan de behandelingsovereenkomst opgezegd worden. De zorginstelling moet wel extra terughoudend zijn als blijkt dat de patiënt in grote mate van de zorg afhankelijk is. Dit is al helemaal aan de orde indien hij de zorg niet (snel) van een andere instelling kan krijgen. De duur van de behandelingsovereenkomst is hierbij een omstandigheid die meegewogen dient te worden. Een uiterst zorgvuldige procedure is vereist. Ook op de zorgvuldigheidseisen van de zorginstelling wordt zwaarder getoetst, bijvoorbeeld over het aanhouden van een redelijke termijn voordat de overeenkomst daadwerkelijk wordt beëindigd. Het al dan niet voorhanden hebben van een passend, redelijk alternatief voor hulp buiten de zorginstelling, is van invloed op de bepaling van de termijn.

Conclusie

Bij het opzeggen van de geneeskundige behandeling dient terughoudendheid betracht te worden. Enkel onder bovenstaande redenen en onder strenge zorgvuldigheidseisen kan dit gedaan worden. Naast terughoudendheid is zorgvuldigheid geboden voor een goede afweging. Voor een zorginstelling  gelden strengere eisen. Opzegging van de behandelingsovereenkomst vanwege gedragingen van de familie van de patiënt is dus mogelijk, echter vraagt dit om extra voorzichtigheid. Het advies om goed te blijven communiceren met de patiënt (en de familie) en duidelijke afspraken te maken. Een goede dossieropbouw is noodzakelijk. Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) aangaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst? Of heeft u meer in het algemeen zorgvraagstukken? Neem dan contact op met Team Zorg BG.legal. [post_title] => Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-de-zorgaanbieder-de-behandelingsovereenkomst-beeindigen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-15 15:50:21 [post_modified_gmt] => 2022-12-15 14:50:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33794 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 33775 [post_author] => 67 [post_date] => 2022-12-13 12:00:50 [post_date_gmt] => 2022-12-13 11:00:50 [post_content] => In een recente uitspraak van 13 september 2022 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch, kort gezegd, geoordeeld dat de accountant aansprakelijk is voor de schade die haar klant heeft geleden wegens het niet tijdig deponeren van de jaarrekening. De accountant kreeg van haar klant de opdracht om jaarrekeningen op te stellen en deze vervolgens ook te deponeren. Volgens het Hof houdt deze opdracht ook in dat de accountant zich ertoe verplicht heeft om de jaarrekening tijdig op te maken en te deponeren. Als de jaarrekening niet tijdig wordt gedeponeerd, dan pleegt de accountant dus wanprestatie. De schade die de klant daardoor lijdt, moet door de accountant worden vergoed.

Zorgplicht accountant

De accountant sluit een overeenkomst van opdracht met zijn klant. Daarbij dient de accountant de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. De accountant heeft dus een zorgplicht jegens zijn klant. De accountant zal telkens de zorgvuldigheid in acht moeten nemen jegens zijn klant die van een redelijk bekwame en redelijk handelende vakgenoot in vergelijkbare omstandigheden mag worden verwacht. Deze zorgplicht kan er zelfs toe leiden dat de accountant zijn klant ongevraagd van advies dient te voorzien. De zorgplicht van de accountant strekt verder naarmate het voor de accountant voorzienbaar is dat zijn klant schade zou kunnen lijden. Als de accountant expliciet heeft afgesproken de jaarrekening van haar klant te deponeren, of als uit omstandigheden blijkt dat zij deze verplichting voor haar rekening neemt, kan sprake zijn van wanprestatie als de jaarrekening vervolgens niet tijdig wordt gedeponeerd. Voor deze wanprestatie kan de accountant worden aangesproken. Ook het eraan bijdragen dat de jaarrekening niet tijdig kan worden gedeponeerd, kan een schending van de zorgplicht opleveren en dus leiden tot aansprakelijkheid van de accountant. Dit aansprakelijkheidsrisico doet zich hoofdzakelijk voor in geval van faillissement van de klant.

Faillissement – gevolgen schending deponeringsplicht

In geval van faillissement zal een curator onderzoek doen naar de oorzaken van het faillissement en de rol daarin van het bestuur. Het zorgdragen voor tijdige deponering van de jaarrekening is een verantwoordelijkheid van het bestuur. Als het bestuur de jaarrekening niet tijdig heeft gedeponeerd, dan staat vast dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Bovendien wordt vermoed dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het is dan aan het bestuur om genoemd vermoeden te weerleggen door aannemelijk te maken dat andere oorzaken tot het faillissement hebben geleid. Dit is dus een lastige uitgangspositie, die enkel wordt veroorzaakt door de niet tijdig gedeponeerde jaarrekening. Als het bestuur er niet in slaagt om aannemelijk te maken dat er andere belangrijke oorzaken zijn van het faillissement, dan kan het bestuur aansprakelijk worden gehouden voor het volledige faillissementstekort. Het zorgdragen voor een tijdige deponering is dan ook van zeer groot belang; niet alleen voor het bestuur, maar ook voor de accountant die zich ertoe heeft verplicht om de jaarrekening op te maken en te deponeren. Als het bestuur wordt aangesproken door een curator op het niet tijdig deponeren van de jaarrekening, dan kan het bestuur op haar beurt immers haar accountant aankijken.

Termijn deponering jaarrekening

Het bestuur dient binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening op te maken. Deze termijn kan met vijf maanden verlengd worden. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. Het bestuur ondertekent de jaarrekening ten blijke van haar instemming. Als de jaarrekening na tien maanden nog niet is vastgesteld, dan heeft het bestuur nog twee maanden de tijd om (de voorlopige niet vastgestelde) jaarrekening te deponeren. Dus, de jaarrekening dient in beginsel binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar te worden gedeponeerd.

Economisch delict

Aan het niet of niet tijdig deponeren kunnen ook voor de klant buiten faillissement gevolgen kleven. Het niet of niet tijdig deponeren van de jaarrekening is immers een economisch delict en kan leiden tot een boete en een aantekening op het strafblad van de vennootschap. Deze notitie kan verstrekkende gevolgen hebben voor, bijvoorbeeld, het aanvragen van integriteitsverklaringen voor het aanvragen van vergunningen en/of subsidies. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de blog ‘Schending van de deponeringsplicht is economisch delict.

Tips voor de accountant

Een accountant kan aansprakelijkheid voor het niet tijdig deponeren van de jaarrekening eenvoudig voorkomen door haar werkzaamheden op dit gebied uit te sluiten in de opdrachtbevestiging en de klant daarop expliciet te wijzen. En daarnaast kan in de opdrachtbevestiging worden opgenomen dat, ondanks dat de accountant de jaarrekening feitelijk in de praktijk voor haar klant deponeert, het bestuur van de klant verantwoordelijk blijft voor tijdige deponering. Daarnaast kan de accountant aansprakelijkheid voorkomen of tot een minimum beperken door tijdig maatregelen te treffen. Die maatregelen kunnen eruit bestaan dat de accountant: (i) al het nodige doet om alle informatie te verkrijgen die zij nodig heeft om haar werkzaamheden tijdig te kunnen verrichten, en (ii) het bestuur onverwijld en uitdrukkelijk erop wijst (en waarschuwt) wat de gevolgen kunnen zijn van het niet tijdig aanleveren van de gevraagde informatie en het niet-tijdig deponeren van de jaarrekeningen. Vragen? Neem contact op met één van onze specialisten. Remco de Jong nieuw 1 [post_title] => Aansprakelijkheidsrisico’s accountant voor te late deponering van de jaarrekening [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aansprakelijkheidsrisicos-accountant-voor-te-late-deponering-van-de-jaarrekening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-13 12:00:09 [post_modified_gmt] => 2022-12-13 11:00:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33775 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 33806 [post_author] => 7 [post_date] => 2022-12-13 11:59:18 [post_date_gmt] => 2022-12-13 10:59:18 [post_content] => Onlangs wees de Hoge Raad een arrest over het Europese bankbeslag (HR 2-12-2022/ECLI:NL:HR:2022:1804: Hoch Capital/verweerder). Deze faciliteit biedt de mogelijkheid om in Europese landen laagdrempelig een beslag te leggen op een bankrekening van een debiteur. Het komt voort uit de Europese verordening “tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken”, afgekort de EAPO-verordening van 15 mei 2014. De procedure, van toepassing vanaf januari 2017, is een alternatief voor bestaande beslagprocedures in EU landen. Het biedt de rechter in een EU land de mogelijkheid om een banktegoed van een debiteur in een ander EU land te bevriezen. De rechter die een bevel tot beslaglegging kan geven, is de voorzieningenrechter van de rechtbank. Dat is ook de rechter die beslist over intrekking van het bevel, als de beslagene daartegen opkomt. Dat kan alleen achteraf, omdat van het bevel en het te leggen conservatoir beslag, geen mededeling gedaan wordt aan de debiteur.

Nieuwe omstandigheden

In de kwestie die diende bij de Hoge Raad ging het om de vraag of bij de beoordeling of het bevel ingetrokken moet worden, de voorzieningenrechter ook feiten en omstandigheden mag betrekken die zich voorgedaan hebben ná het geven van het bevel. De casus was als volgt. Verweerder heeft aan Hoch Capital opdracht gegeven om voor verweerders rekening financiële transacties te verrichten. Daarmee heeft verweerder in korte tijd veel geld verloren en de schade bedraagt 3,5 ton. Daarvoor vraagt verweerder aan de voorzieningenrechter een bevel om conservatoir beslag te leggen op de buitenlandse bankrekening van Hoch Capital, wat ook gebeurt. Hoch Capital op haar beurt vraag om intrekking van het bevel en opheffing van het beslag omdat bij de beoordeling van het beslag verweerder niet voldaan heeft aan de eisen van de verordening. Verweerder zou onvoldoende aannemelijk hebben kunnen maken dat ze in een bodemprocedure gelijk zou krijgen. De voorzieningenrechter en het gerechtshof wijzen de eis van Hoch Capital af, die daartegen cassatie instelt. Een van de argumenten van Hoch Capital om de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen, is dat het hof rekening gehouden heeft met omstandigheden die zich hebben voorgedaan ná het leggen van het beslag. Het ging om het beluisteren door het hof van opnames van telefoongesprekken ná het leggen van het beslag. Daarover doet de Hoge Raad een principiële uitspraak.

Bedoeling van de wetgever

Om een bevel voor beslaglegging te krijgen, moet een verzoeker aan zekere eisen voldoen, zoals het leveren van voldoende bewijsmateriaal en het stellen van zekerheid. Artikel 33 lid 1 van de EAPO-verordening noemt zeven gronden waarop een gegeven bevel kan worden ingetrokken. Volgens de Hoge Raad geeft de verordening zelf, bij de beoordeling of een bevel moet worden ingetrokken, op verschillende manieren de mogelijkheid om rekening te houden met omstandigheden die bij het geven van het bevel nog niet bekend waren. Bij de totstandkoming van de verordening is uitdrukkelijk onderkend dat een schuldeiser na afwijzing van een verzoek steeds opnieuw een verzoek in kan dienen als hij beschikt over nieuw bewijsmateriaal. Het ligt voor de hand dat de rechter met dergelijk nieuw materiaal ook rekening mag houden bij de beoordeling van een verzoek tot intrekking. Zowel de schuldeiser als de schuldenaar zouden niet gediend zijn met de inefficiënte gang van zaken dat een schuldeiser steeds bij het krijgen van nieuw materiaal een nieuw verzoek in moet dienen. Het is volgens de Hoge Raad niet aannemelijk dat dit beoogd is bij het maken van de verordening. Daaruit volgt dat de rechter die moet beslissen over intrekking van een bevel tot beslaglegging, rekening mag houden met omstandigheden die zich hebben voorgedaan of bekend geworden zijn nádat het bevel gegeven is. Voor vragen kunt u altijd contact opnemen. Marc Heuvelmans [post_title] => Het Europese bankbeslag onder de loep [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-europese-bankbeslag-onder-de-loep [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-13 11:59:18 [post_modified_gmt] => 2022-12-13 10:59:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33806 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 33762 [post_author] => 39 [post_date] => 2022-12-09 16:49:15 [post_date_gmt] => 2022-12-09 15:49:15 [post_content] =>

Inleiding

Nadat eerder de eerste contouren bekend waren gemaakt, heeft minister De Jonge vandaag zijn plannen bekend gemaakt om de middenhuur vanaf 2024 te reguleren. Daarbij neemt het kabinet als uitgangspunt de bescherming van de huurder, het behouden dan wel verkrijgen van voldoende aanbod aan betaalbare woningen en de stimulans en investeringsbereidheid van verhuurders tot verduurzaming van woningen. Samengevat is het kabinet het volgende van plan.

Regulering middenhuur

De regulering van de maximale huurprijs kennen we al enige tijd voor de sociale huursector, waarbij de maximale huurprijs wordt berekend aan de hand van het in het Besluit huurprijzen woonruimte uitgewerkte woningwaarderingsstelsel (WWS). Het kabinet is van plan om de huurprijsbescherming uit te breiden door het puntenaantal uit te breiden tot 187 punten (dat wil zeggen dat indien een woning gewaardeerd wordt onder dit puntenaantal er een gemaximeerde huurprijs zal gelden), waardoor ook voor middeninkomens een gereguleerde huurprijs zal gelden. Dit zal dwingend recht gaan vormen. Aedes, het overkoepelende orgaan van de woningcorporaties, verwacht overigens dat meer dan 95% van de huurwoningen binnen het gereguleerde segment zal vallen. De voorgenomen huurprijsregulering zal overigens alleen gelden voor nieuwe huurovereenkomsten en slechts voor zover er schaarste is op de woningmarkt. Dit laatste zou periodiek geëvalueerd moeten worden.

Maximering jaarlijkse huurverhoging

Het kabinet is verder van plan om de jaarlijkse huurstijging in het middensegment te maximeren tot de cao-ontwikkeling vermeerderd met 0,5%. Dit geldt tevens voor bestaande huurcontracten.

Verduurzaming van woningen

Ten slotte is nog in het oog springend de wens van het kabinet om verhuurders te motiveren bestaande woningen te verduurzamen. Daardoor zullen energiezuinige woningen (energielabel A tot en met A++++) nóg meer punten opleveren in het woningwaarderingsstelsel. Energie-onzuinige woningen (energielabel E tot en met G) worden daarentegen met minpunten bestraft. Het is de vraag of de huidige plannen uiteindelijk als zodanig zullen worden doorgevoerd. Met een maximering van de huurprijs daalt begrijpelijkerwijs ook het rendement van verhuurders, waardoor het maar de vraag is in hoeverre verhuurders nog langer bereid zijn een stapje extra te zetten en het onderhoud in en rondom het gehuurde niet tot een absoluut minimum te beperken. Met een lager rendement bestaat voorts de kans dat het verhuren minder interessant, waardoor nieuwbouw kan dalen. Het kabinet heeft daarom de wil om voor lopende nieuwbouwprojecten tot 10 jaar na oplevering een opslag te geven van 5% bovenop de maximale huurprijs. BG.legal zal de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen. Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, voelt u zich dan vrij om vrijblijvend met een van onze specialisten contact op te nemen. Michael de Marco 4 [post_title] => Regulering middenhuur: plannen van het kabinet bekend [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => regulering-middenhuur-plannen-van-het-kabinet-bekend [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-09 16:49:15 [post_modified_gmt] => 2022-12-09 15:49:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33762 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 33753 [post_author] => 19 [post_date] => 2022-12-09 16:01:33 [post_date_gmt] => 2022-12-09 15:01:33 [post_content] => Er is veel te doen over het uitkopen van piekbelasters. Het kabinet gaat piekbelasters eenmalig een aanbod doen voor uitkoop, Rijkswaterstaat heeft inmiddels piekbelasters uitgekocht voor de uitbreiding van de A27, wat tot verbolgenheid heeft geleid bij de provincie, en Schiphol heeft voor vele miljoenen meerdere boeren uitgekocht voor extra stikstofruimte. Dit terwijl ook de rijksoverheid stelt die ruimte nodig te hebben om de doelen te halen. Dit nog afgezien van de levendige handel in stikstofrechten die al jaren plaatsvindt. Dat roept de vraag op waar het uitkopen van piekbelasters in een concreet geval toe leidt. Betekent dit, dat zonder meer een natuurvergunning kan worden verleend gelet op de vrijgekomen stikstofruimte? De rechtbank Oost-Brabant heeft op 24 november 2022 daarover een illustratieve uitspraak gedaan die goed aangeeft dat onder meer de effectiviteit van het uitkopen van piekbelasters in relatie tot een natuurvergunning voldoende onderzocht moet worden. Uit deze uitspraak komt een genuanceerd beeld naar voren over de wijze waarop gekeken moet worden naar de uitkoop van piekbelasters in het licht van een natuurvergunning, zoals dat eerder ook al bleek uit uitspraken van de hoogste bestuursrechter.

De casus

Stichting Brabantse Milieudefensie had verzocht om intrekking van een natuurvergunning uit 2016 voor een [nog niet gerealiseerde] stal bij een varkenshouder in Esbeek omdat er geen passende maatregelen worden opgenomen om de verslechtering van het nabijgelegen Natura 2000-gebied Kempenland West te voorkomen. Een situatie die in de toekomst naar verwachting veel vaker zal voorkomen. Gedeputeerde Staten [‘GS’] hebben het verzoek afgewezen omdat er volgens GS voldoende andere passende maatregelen [zullen] worden genomen. In dat kader wijst GS onder meer op landelijke maatregelen die worden genomen om de verslechtering van [onder meer] het Natura-2000 gebied Kempenland West te voorkomen. In dat kader voert GS ook aan dat er zeven piekbelasters in de omgeving van Kempenland West zijn uitgekocht en als gevolg daarvan stikstofruimte is vrijgekomen. Dit maakt onderdeel uit van de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof [‘BOS’].

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank haalt eerst het kader van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn aan. Dit artikel verplicht tot het treffen van passende [preventieve] maatregelen die nodig zijn om verslechteringen en verstoringen die significante effecten kunnen hebben op de soorten en habitattypen waarvoor het Natura-2000 gebied is aangewezen, te voorkomen. Die toets, of een activiteit significante [nadelige] gevolge heeft, staat in dit verband los van de vraag of een natuurvergunning onherroepelijk is. GS hebben beoordelingsruimte bij de keuze van de noodzakelijke passende maatregelen. Als de intrekking van de natuurvergunning de enige passende maatregel is om de dreigende achteruitgang van natuurwaarden te voorkomen, dan moeten GS de natuurvergunning intrekken of wijzigen. Vervolgens komt de rechtbank tot de beoordeling van het maatregelenpakket in het licht van de resultaatverplichtingen die het huidige artikel 1.12a van de Wet natuurbescherming [‘Wnb’] oplegt. De vraag is of het hier aan de orde zijnde maatregelenpakket voldoende is om uit te sluiten dat er – kort gezegd – significant nadelige gevolgen optreden voor het Natura-2000 gebied Kempenland West als gevolg van de stal. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van de Afdeling van 2 november 2022 [Porthos-zaak over de bouwvrijstelling, waar het overigens de vaststelling van een inpassingsplan betrof]. De Afdeling overwoog dat de verwachtingen over de positieve effecten van het maatregelenpakket met vele onzekerheden omgeven zijn. De rechtbank loopt vervolgens de maatregelen af in lijn met de overwegingen van de Afdeling in de Pothos-zaak. In het maatregelenpakket is óók de uitkoop van piekbelasters opgenomen. De rechtbank overweegt daarover: (…) De maatregelen voor de gerichte opkoop van piekbelasters (rechtsoverweging 41.3.2) zijn in uitvoering en hebben geleid tot de uitkoop van 7 piekbelasters rondom Natura 2000-gebieden in Noord-Brabant. Het college heeft in het bestreden besluit en ter zitting niet aangegeven waar de bedrijven liggen, meer in het bijzonder of de uitkoop van deze piekbelasters positieve effecten heeft voor het Natura 2000-gebied Kempenland West en zo ja, wat deze effecten dan zijn. De rechtbank vindt dat het op de weg van het college had gelegen om dit wel inzichtelijk te maken. De enkele omstandigheid dat 7 piekbelasters zijn uitgekocht maakt niet dat aannemelijk is dat andere piekbelasters ook worden uitgekocht. Het college wijst wel op andere vrijwillige opkoopregelingen, maar er moeten dan ook agrariërs zijn die willen worden uitgekocht. Indien zij niet worden uitgekocht, dan is volgens de rechtbank ook niet aannemelijk dat binnen afzienbare termijn de gevolgen van deze piekbelasters voor het Natura 2000-gebied Kempenland West zodanig zijn verminderd dat het college kan afzien van gedeeltelijke intrekking van de natuurvergunning van vergunninghoudster.(…)” De rechtbank beoordeelt vervolgens nog de stalmaatregelen, de emissiearme stallen waar de Afdeling inmiddels een streep door heeft gezet. Ook de gevolgen van het toepassen van emissiearme stallen, in termen van stikstofreductie, is onzeker. Gelet op de onzekere gevolgen van het gehele maatregelenpakket, waaronder de uitkoop van de zeven piekbelasters, concludeert de rechtbank dat GS onvoldoende inzichtelijk hebben gemaakt dat hiermee uitvoering wordt of zal worden gegeven aan de noodzakelijke daling van stikstofdepositie binnen een afzienbare tijd. Uiteraard maakt de uitkoop van piekbelasters onderdeel uit van een veel groter pakket van maatregelen, en dat pakket als geheel is door de rechtbank beoordeeld.

Commentaar en relevantie voor de praktijk

In de media gaat het vaak over het uitkopen van piekbelasters. Die uitkoop, lees: de intrekking van de natuurvergunning, zal bijdragen aan het terugdringen van stikstofdepositie. Deze uitspraak illustreert echter dat de toets aan artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn en de Wet natuurbescherming streng is. De Wet natuurbescherming dwingt ook [onder meer in artikel 1.12a] tot een dergelijke strenge toets. GS zullen het effect van de voorgestane passende maatregelen telkens inzichtelijk moeten maken en moeten ingaan op het specifieke effect van de diverse genoemde maatregelen op het Natura 2000-gebied Kempenland West, binnen welk tijdpad de maatregelen worden uitgevoerd en wanneer de maatregelen naar verwachting effect zullen hebben. Indien dat met onzekerheden omgeven is, zal een natuurvergunning niet verleend kunnen worden [of ingetrokken moeten worden]. Voor de praktijk is deze uitspraak van belang omdat de rechtbank in belangrijke mate ingaat op de maatregelen die worden genomen in het kader van het terugdringen van stikstofdepositie. Dat wil niet zegen dat die maatregelen niet voldoende kunnen zijn in een concreet geval, maar het vraagt een gedegen onderbouwing. Gelet op de diverse stikstofuitspraken in de afgelopen maanden, kan  worden gesteld dat een aantal maatregelen niet de beoogde effecten heeft. Dat wordt door de rechtbank Oost-Brabant nogmaals bevestigd. Deze uitspraak is de volgende in een reeks van uitspraken over de stikstofdepositie en gebiedsbescherming. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over stikstof of milieukwesties? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, Advocaat omgevingsrecht Rutger Boogers [post_title] => Stikstof: het opkopen van piekbelasters slechts een radertje in grote geheel? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => stikstof-het-opkopen-van-piekbelasters-slechts-een-radertje-in-grote-geheel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-09 16:01:33 [post_modified_gmt] => 2022-12-09 15:01:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33753 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 33744 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-09 12:08:16 [post_date_gmt] => 2022-12-09 11:08:16 [post_content] => De Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) heeft een aantal kernprincipes waaraan alle verwerking van persoonsgegevens moet voldoen (Artikel 5 lid 1 AVG). Het Hof van Justitie (hierna: Hof) heeft twee van die principes verduidelijkt in een recente uitspraak. Het eerste principe, doelbinding, houdt in dat persoonsgegevens alleen mogen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. Het tweede principe, opslagbeperking, houdt in dat persoonsgegevens niet langer mogen worden bewaard dan nodig voor het doel waarvoor ze verzameld zijn.

De feiten van de zaak

De namen van de partijen zijn vertaald naar het Nederlands en versimpeld. Deze zaak begon in Hongarije. Digi, een groot Hongaars telecombedrijf, heeft na een storing in een server in april 2018 een testdatabase opgezet met daarin de persoonsgegevens van een deel van haar klanten. Deze heeft ze gebruikt om de server na de storing te testen en eventuele fouten te herstellen. Een ethisch hacker heeft in september 2019 een kwetsbaarheid bij Digi gevonden en heeft daarmee toegang gekregen tot de testdatabase. Digi verhelpt de kwetsbaarheid en meldt het datalek bij de Hongaarse Autoriteit persoonsgegevens (hierna: Autoriteit). Ook wordt de testdatabase gewist. De Autoriteit legt Digi in mei 2020 een boete op van 250 000 euro wegens het schenden van het principe van doelbinding en opslagbeperking doordat de testdatabase niet direct was gewist nadat de problemen waren opgelost. Digi vecht het besluit aan bij de Hongaarse rechter. De rechter stelt vervolgens twee vragen aan het Hof:
  1. Mag een parallelle database worden gemaakt en gebruikt voor het uitvoeren van tests en het oplossen van problemen binnen het begrip van doelbinding?
  2. Mag een parallelle database dan worden gemaakt en bewaard binnen het begrip van opslagbeperking?

Vraag 1: doelbinding

Het Hof stelt vast dat Digi de persoonsgegevens heeft verzameld voor een duidelijk doel, namelijk om abonnementen af te sluiten en uit te voeren. De testdatabase was een verdere verwerking, waardoor de vraag is of dit verenigbaar was met het oorspronkelijke doel van de verwerking. Dit is natuurlijk belangrijk als het doel van de verdere verwerking anders is dan het oorspronkelijke doel. Om te kijken of de verwerking verenigbaar is, moet met het volgende rekening worden gehouden:
  1. De verbanden tussen het oorspronkelijk doel en het doel van de verwerking;
  2. De omstandigheden waar de persoonsgegevens verzameld zijn en de verhouding tussen de betrokkenen en de verwerkingsverantwoordelijke;
  3. De aard van de persoonsgegevens;
  4. De mogelijke gevolgen van de verdere verwerking voor de betrokkenen;
  5. Het bestaan van passende waarborgen.
Deze punten zijn gebaseerd op Artikel 6 lid 4 AVG en overweging 50 AVG. Samen zorgen ze ervoor dat gekeken kan worden of het doel van de verwerking niet afwijkt van de legitieme verwachtingen van de betrokkenen. Specifiek voor dit geval gebruikt Digi een testdatabase bedoeld om een systeem te testen en fouten te herstellen. Hierdoor kan Digi de diensten blijven leveren waar haar klanten een abonnement voor hebben. Daarmee worden negatieve gevolgen van eventuele fouten voor de klanten van Digi voorkomen. De klanten van Digi verwachten ook dat hun gegevens toegankelijk zijn en veilig worden bewaard. De testdatabase van Digi is dus niet in strijd met het doelbindingsprincipe.

Vraag 2: opslagbeperking

Omdat de verwerking van persoonsgegevens aan alle principes van de AVG moet voldoen, is het principe van opslagbeperking hier ook nog van belang. Persoonsgegevens mogen namelijk alleen bewaard worden zolang ze nodig zijn voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. Hierdoor kan een verwerking die ooit rechtmatig was, onrechtmatig worden als het doel waarvoor de gegevens nodig waren verdwijnt. In dit geval heeft Digi de testdatabase niet gewist nadat het doel van die database, namelijk het uitvoeren van tests en het herstellen van fouten, was vervuld. Naar eigen zeggen is dit gebeurd door onoplettendheid en na de melding van de hacker heeft Digi de database direct verwijderd. Dit is wel in strijd met het principe van opslagbeperking, want persoonsgegevens mogen niet bewaard worden als ze niet meer nodig zijn.

Conclusie

In deze zaak bevestigt het Hof dat persoonsgegevens inderdaad niet alleen maar voor hun oorspronkelijke doel gebruikt mogen worden. Een testdatabase zoals die van Digi is prima als dit past binnen de legitieme verwachtingen van de betrokkenen. Zorgen dat het systeem wat over abonnementen gaat goed werkt en geen fouten bevat past binnen die verwachtingen. Echter, dit betekent niet dat die database daarna ook bewaard mag worden. Als een database geen doel meer dient, dan moet die verwijderd worden. Mocht je vragen hebben, dan kun je uiteraard contact opnemen met één van onze specialisten. Jos van der Wijst [post_title] => Doelbinding bij tests en het herstellen van fouten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => doelbinding-bij-tests-en-het-herstellen-van-fouten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 14:57:15 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 12:57:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33744 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 27716 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-09 08:50:32 [post_date_gmt] => 2022-12-09 07:50:32 [post_content] => Software development is een ingewikkeld proces dat niet altijd even vlekkeloos verloopt. Vrijwel iedere softwaregebruiker krijgt wel eens te maken met een bug of mankement. Meestal kan het gebrek met een simpele update worden verholpen. Indien de softwareontwikkelaar niet langer contractueel gehouden is om updates uit te brengen, is het nog maar de vraag of hij deze problemen vrijwillig zal gaan verhelpen. Onder bepaalde – strikte - voorwaarden kan een rechtmatige verkrijger van de software dan het heft in eigen handen nemen door het programma te decompileren. In deze blog wordt dieper ingegaan op de juridische aspecten van decompilatie, waarbij het recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) als uitgangspunt zal dienen.

Wat is decompilatie?

Een computerprogramma wordt aanvankelijk opgesteld in broncode (sourcecode): de programmeertaal die door mensen gelezen kan worden. Een computer kan deze code echter niet lezen. Daarvoor moet de broncode eerst worden omgezet naar doelcode (objectcode). Dit wordt gedaan met behulp van een speciaal programma, een zogeheten ‘compiler’. Het omzetten van broncode naar doelcode wordt daarom ook wel compilatie genoemd. Bij decompilatie vindt het tegenovergestelde plaats. Met behulp van een ‘decompiler’ wordt de broncode gereconstrueerd op basis van de doelcode. Daarmee verkrijgt men niet de originele broncode, maar een ‘quasibroncode’ die daar erg op lijkt. De rechtmatige verkrijger kan met deze quasibroncode zelf een versie van de software maken waarin eventuele fouten verbeterd zijn. De mogelijkheid om software te decompileren biedt de rechtmatige verkrijger echter geen carte blanche: het blijft een verveelvoudiging van de software (in gewijzigde vorm) waarvoor doorgaans toestemming nodig is van de auteursrechthebbende. De voorwaarden waaronder decompilatie wél is toegestaan heeft het HvJEU uiteengezet in het arrest Top Systems/Belgische Staat.[1] Dit arrest zal hierna worden besproken. Fact software decompileren

Wat ging eraan vooraf

Top System is een bedrijf dat software ontwikkelt. Zij heeft verschillende softwaretoepassingen ontwikkeld voor Selor, een bureau dat de selectie en werving van werknemers verzorgt voor verschillende Belgische overheidsorganen. De softwaretoepassingen maakten gebruik van functionaliteiten die ontleend waren aan het framework van Top System. Dit framework bleek later voor operationele problemen te zorgen. Selor en Top System konden geen overeenstemming bereiken over het oplossen van de complicaties. Selor heeft vervolgens de doelcode gedecompileerd. Met behulp van de quasibroncode heeft Selor de fouten zelf verbeterd. Daarbij heeft zij een aantal functionaliteiten van de overige softwaretoepassingen moeten uitschakelen. Top System meent als auteursrechthebbende dat Selor in strijd heeft gehandeld met haar exclusieve recht om de software te verveelvoudigen.

HvJEU: toegestaan voor noodzakelijke verbeteringen

Volgens Richtlijn 2009/24/EC (hierna: “de Softwarerichtlijn) behoort het reproduceren en het vertalen van de codevorm (i.e. decompilatie) tot de exclusieve rechten van de auteursrechthebbende.[1] Een rechtmatige verkrijger mag de software slechts zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbende decompileren, indien dit noodzakelijk is om het programma te gebruiken voor het beoogde doel of om fouten te verbeteren. Fouten verbeteren De rechtmatige verkrijger mag alleen die fouten verbeteren die afbreuk doen aan de mogelijkheid om het programma te kunnen gebruiken voor het beoogde doel. Het uitschakelen van bepaalde functionaliteiten kan ook worden gezien als het verbeteren van fouten, indien daardoor de software weer gebruikt kan worden voor het beoogde doel. Het HvJEU maakt daarnaast expliciet onderscheid tussen decompilatie ten behoeve van foutenherstel en decompilatie ten behoeve van compatibiliteit. Laatstgenoemde is slechts toegestaan wanneer compatibiliteit met een ander, onafhankelijk gecreëerd programma niet op een andere wijze kan worden bereikt. Noodzakelijk Het decompileren van software dient bovendien noodzakelijk te zijn om het programma te kunnen gebruiken voor het beoogde doel. De rechtmatige verkrijger mag de quasibroncode dus niet gebruiken voor andere doeleinden. Decompilatie is evenmin toegestaan wanneer de originele broncode wettelijk of contractueel toegankelijk is voor de rechtmatige verkrijger; het decompileren van de software is dan niet meer noodzakelijk. Partijen kunnen op grond van artikel 5 lid 1 van de Softwarerichtlijn specifieke afspraken maken over de wijze waarop eventuele fouten moeten worden verbeterd. Te denken valt aan een regeling waarbij de softwareontwikkelaar gedurende een bepaalde tijdsperiode het onderhoud voor zijn rekening neemt. Het is echter niet toegestaan om het verbeteren van fouten volledig contractueel uit te sluiten.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Een rechtmatige verkrijger mag een computerprogramma - zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbende - decompileren, indien dit noodzakelijk is om het programma te gebruiken voor het beoogde doel of om fouten te verbeteren. Daarbij dient men het volgende in acht te nemen:
  • Inventariseer of een fout in de weg staat aan de mogelijkheid om het programma te gebruiken voor het beoogde doel.
  • Ga na of het decompileren van de software mogelijk én noodzakelijk is. Kijk daarbij specifiek naar de contractuele afspraken die tussen partijen zijn gemaakt en de wettelijke grondslagen waarop de rechtmatige verkrijger zich kan beroepen: wellicht is de originele broncode wettelijk of contractueel toegankelijk voor de rechtmatige verkrijger.
  • Bij het doorvoeren van verbeteringen is het ook toegestaan om bepaalde functies te deactiveren, indien die functies in de weg staan aan de mogelijkheid om het programma te gebruiken voor het beoogde doel.
Hier staat de Engelse versie. [1] HvJEU 6 oktober 2021, ECLI:EU:C:2021:811 (Top System/Belgische Staat). [2] Artikel 4 sub a en b jo. 6 lid 1 Softwarerichtlijn. [post_title] => Wanneer mag je software decompileren? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-mag-je-software-decompileren [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:11:57 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:11:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=27716 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 33713 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-07 15:06:30 [post_date_gmt] => 2022-12-07 14:06:30 [post_content] => Op 6 december 2022 heeft de Raad van de Europese Unie (hierna: ‘de Raad’) een algemene oriëntatie (general approach) bereikt ten aanzien van de huidige tekst van het voorstel tot een AI Act (AI-verordening). Dit is doorgaans de eerste stap in het Europese wetgevingsproces. Het Europees Parlement zal hierna nog moeten stemmen over de definitieve versie van het voorstel. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid in maart 2023 gebeuren.

Wijzigingen

Voorafgaand aan de vergadering van de Raad zijn er nog een aantal wijzigingen in de tekst van de AI-verordening aangebracht. Hierna worden de belangrijkste wijzigingen nader toegelicht.

Definitie van AI

Voorkomen moet worden dat ook traditionele software onder de reikwijdte van de AI-verordening valt. Daarom is in de nieuwe tekst van de AI-verordening een minder ruime definitie van het begrip ‘AI’ opgenomen. De verordening ziet nu enkel op systemen die zijn ontworpen om met enige mate van zelfstandigheid een bepaald doel te realiseren doormiddel van machine learning of een op logica/kennis gebaseerde benadering, waarbij data wordt gebruikt om een bepaalde output te genereren.  Daarbij kan gedacht worden aan bepaalde content, voorspellingen, recommandaties en/of beslissingen.[1]

General Purpose AI

Er bestaan ook generieke AI-toepassingen die niet specifiek bestemd zijn voor één bepaald doel. Dit wordt ook wel General Purpose AI genoemd. Dergelijke toepassingen zijn uitermate geschikt om in andere (AI)-systemen te worden verwerkt. Tijdens het wetgevingstraject kwam de vraag naar voren of de verplichtingen uit de AI Act (AI Verordening) eveneens zouden moeten gelden voor aanbieders van General Purpose AI-toepassingen, indien deze door een derde in ander AI-systeem met een hoog risico worden geïmplementeerd. De Europese Commissie (hierna: ‘de Commissie’) zal zich over deze vraag gaan buigen. Binnen anderhalf jaar na de inwerkingtreding van de AI Act (AI-verordening), zal de Commissie niet alleen een openbare raadpleging (public consultation) over dit onderwerp organiseren, maar ook een impact assessment verrichten naar de regels die mogelijk ook zouden moeten gelden voor General Purpose AI. In een uitvoeringsbesluit (implementing act) zal uiteindelijk worden bepaald welke regels ook daadwerklijk van toepassing zullen zijn op (aanbieders van) General Purpose AI.

Verboden en hoog-risico AI-systemen

Er zijn een aantal wijzigingen aangebracht in de verschillende risico categorieën. In de nieuwe versie van de AI Act (AI-verordening) worden subliminale technieken (i.e. stimuli die niet voor menselijke waarneming vatbaar zijn), technieken voor het uitbuiten van kwetsbaarheden en sociale kredietsystemen (ook wel ‘social scoring’ genoemd) expliciet verboden. Wat betreft hoog-risico AI-systemen, worden er extra voorwaarden aan deze risicocategorie verbonden: het gebruik van het systeem moet niet alleen een hoog risico inhouden voor schade aan personen of bezittingen, maar de output van het systeem moet ook doorslaggevend/niet ondergeschikt zijn in het besluitvormingsproces om te kunnen worden gekwalificeerd als een hoog-risico AI-systeem. In de bijlagen met voorbeelden van hoog-risico AI-systemen zijn ook twee nieuwe soorten AI-systemen opgenomen: AI-toepassingen die bestemd zijn voor de beveiliging, het functioneren en/of beheren van vitale (digitale) infrastructuur en AI-toepassingen die worden gebruikt voor het bepalen van (de hoogte van) het risico en/of premie bij levens- en zorgverzekeringen. Tot slot dienen ook publieke instellingen hun hoog-risico AI-systeem in de EU-databank voor AI-systemen te registreren, voor zover dit systeem eveneens aan derden wordt aangeboden.

Verplichtingen bij hoog-risico AI-systemen

Op grond van de AI-verordening gelden er een aantal verplichtingen voor hoog-risico AI-systemen ten aanzien van de technische documentatie en de kwaliteit van de gebruikte datasets. Deze verplichtingen worden in de nieuwe tekst van de AI-verordening nader toegelicht, waardoor het voor aanbieders/ontwikkelaars van AI-systemen eenvoudiger wordt om in overeenstemming te handelen met de AI-verordening. Bovendien zijn er een aantal nieuwe regels in de AI Act (AI verordening) opgenomen die deze verplichtingen (her)verdelen over de distributieketen. Daarbij wordt eveneens aangegeven hoe de verplichtingen uit de AI-verordening zich verhouden tot andere, sectorspecifieke wet- en regelgeving.

Toezicht en handhaving

In de nieuwe tekst van de AI Act (AI-verordening) worden de bevoegdheden van het AI-comité (AI Board) verder uitgebreid. In dat kader wordt (onder andere) een pool van deskundigen geïntroduceerd, waarop het AI-comité kan terugvallen bij specifieke kwesties. Wat betreft handhavingsbevoegdheden en -mogelijkheden, zijn de verschillende sancties voor het MKB naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden er nieuwe criteria geïntroduceerd voor het opleggen/berekenen van (de hoogte van) een boete.

Innovatie

In de allereerste concepttekst van de AI Act (AI-verordening) werd de regulatory sandbox al geïntroduceerd. Dit is een gecontroleerde omgeving waarin developers – onder toezicht van nationale autoriteiten – hun AI-systeem kunnen testen. In de nieuwe tekst van de AI Act (AI-verordening) wordt ook de mogelijkheid geboden om het AI-systeem buiten de gecontroleerde omgeving te testen. Onder bepaalde voorwaarden mag dit ook zonder supervisie van de nationale autoriteiten. Het is nog maar de vraag hoeveel meerwaarde dit biedt, aangezien de meeste ontwikkelaars juist voor de sandbox zullen kiezen vanwege het vrijblijvende advies van de toezichthoudende autoriteiten. Wil je op de hoogte blijven van de meest actuele ontwikkelingen op het gebied van de juridische aspecten van AI? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief over de AI Act (AI-verordening). Dit kan via het onderstaande contactformulier. Mocht je nu al vragen hebben over de juridische aspecten van AI, dan kun je uiteraard contact opnemen met Jos van der Wijst. [1] Artikel 3 lid 1 AI Verordening

Aanmelding nieuwsbrief AI act:

[post_title] => Raad van de Europese Unie stemt in met tekst van AI Act (AI-verordening) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => raad-van-de-europese-unie-stemt-in-met-tekst-van-ai-verordening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 13:48:48 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 11:48:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33713 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 33849 [post_author] => 68 [post_date] => 2022-12-15 11:08:03 [post_date_gmt] => 2022-12-15 10:08:03 [post_content] => AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november jl. bracht OpenAI deze nieuwe AI-tool uit, die haar gebruikers flink versteld heeft doen staan. Sindsdien houdt het nieuwe programma de gemoederen in de tech industrie flink bezig. ChatGPT is namelijk in staat om, met behulp van AI, zo goed als perfecte teksten te genereren. Daarbij kan gedacht worden aan e-mail, blogposts, gedichten of zelfs lyrics geschreven in de stijl van een bepaalde artiest. In deze blog staan wij dan ook stil bij deze nieuwe toepassing, met name wat ChatGPT is en hoe het werkt.

Wat is ChatGPT?

Zoals hierboven al is opgemerkt, is ChatGPT de nieuwste AI-toepassing van OpenAI, een onderzoeksinitiatief opgezet in 2015 door Elon Musk en Sam Altman met als doel AI te ontwikkelen. ChatGPT is een chatbot voortgeborduurd op het oudere programma InstructGPT. Dit oudere programma is specifiek getraind om instructies snel op te volgen en gedetailleerde antwoorden te geven. ChatGPT kan dit ook, maar kan daarnaast ook nog vervolgvragen beantwoorden, fouten toegeven, onjuiste uitgangspunten aanvechten en ongepaste verzoeken afwijzen. ChatGPT verschilt in de toepassing van oudere software omdat het verschillende beperkingen van deze eerdere toepassingen wegneemt. De chatbot kan namelijk volledig en goed geschreven antwoorden genereren, op het gebied van uiteenlopende en complexe onderwerpen. Bovendien is de AI-tool zeer laagdrempelig, aangezien ChatGPT toegankelijk voor het grote publiek. Desalniettemin merkt OpenAI op dat ChatGPT nog in een experimentele fase zit, waardoor het systeem op bepaalde vlakken nog wat steken laat vallen. Zo kan het nog voorkomen dat het programma een foutief antwoord op een vraag formuleert. Ook geeft ChatGPT af en toe nog antwoord op ongepaste verzoeken. Tot slot kun je nog geen goed antwoord verwachten op vragen die gaan over recente en actuele gebeurtenissen of die naar de mening van het programma vragen.

Hoe werkt het systeem van ChatGPT?

ChatGPT is getraind met behulp van Reinforcement Learning from Human Feedback (RLHF), een deep learning techniek die rekening houdt met menselijke feedback om te leren. Bij deze techniek besturen menselijke experts het algoritme door de meest waarschijnlijke menselijke reacties te selecteren uit de mogelijke reacties die het algoritme heeft gegenereerd. Daarmee leert het systeem om waarheidsgetrouwe reacties op vragen te geven. Op die manier kan een gebruiker een vraag stellen, waarna ChatGPT deze analyseert en daarop een passende reactie geeft. Aangezien ChatGPT de reactie meteen na het stellen van de vraag daarop antwoord geeft, voelt het chatten met de chatbot aan als een vorm van menselijke interactie.

Conclusie

Op het internet staan al verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat ChatGPT al in staat is om volledige teksten te genereren. Nu ChatGPT toegankelijk is geworden voor het grote publiek, is de verwachting dat de chatbot nog accurater zal worden in de beantwoording van vragen. Dit wordt ook door Open AI aangemoedigd, omdat zij enkele gebruikers vragen de kwaliteit van het gegenereerde antwoord te beoordelen. Het zal een kwestie van tijd zijn om te zien hoe ChatGPT zich verder zal ontwikkelen en wat de komst van de chatbot in de praktijk zal gaan betekenen. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-nieuwe-ontwikkeling-op-het-gebied-van-ai-chatgpt [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-15 11:08:03 [post_modified_gmt] => 2022-12-15 10:08:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33849 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1413 [max_num_pages] => 142 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 485dd009b75479f61562d5e2d57c427b [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november...
Lees meer
Al in een eerdere blog is geschreven over de nietigverklaring van een model. Echter, ook een merk kan na de registratie daarvan alsnog nietig worden verklaard. Een merkhouder die een...
Lees meer
De patiënt en zijn familie. Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? Mag dit ook bij een verstoorde relatie met de familie? Eerder schreven wij over de totstandkoming van de geneeskundige...
Lees meer
In een recente uitspraak van 13 september 2022 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch, kort gezegd, geoordeeld dat de accountant aansprakelijk is voor de schade die haar klant heeft geleden wegens het...
Lees meer
Onlangs wees de Hoge Raad een arrest over het Europese bankbeslag (HR 2-12-2022/ECLI:NL:HR:2022:1804: Hoch Capital/verweerder). Deze faciliteit biedt de mogelijkheid om in Europese landen laagdrempelig een beslag te leggen op...
Lees meer
Inleiding Nadat eerder de eerste contouren bekend waren gemaakt, heeft minister De Jonge vandaag zijn plannen bekend gemaakt om de middenhuur vanaf 2024 te reguleren. Daarbij neemt het kabinet als...
Lees meer
Er is veel te doen over het uitkopen van piekbelasters. Het kabinet gaat piekbelasters eenmalig een aanbod doen voor uitkoop, Rijkswaterstaat heeft inmiddels piekbelasters uitgekocht voor de uitbreiding van de...
Lees meer
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) heeft een aantal kernprincipes waaraan alle verwerking van persoonsgegevens moet voldoen (Artikel 5 lid 1 AVG). Het Hof van Justitie (hierna: Hof) heeft twee...
Lees meer
Software development is een ingewikkeld proces dat niet altijd even vlekkeloos verloopt. Vrijwel iedere softwaregebruiker krijgt wel eens te maken met een bug of mankement. Meestal kan het gebrek met...
Lees meer
Op 6 december 2022 heeft de Raad van de Europese Unie (hierna: ‘de Raad’) een algemene oriëntatie (general approach) bereikt ten aanzien van de huidige tekst van het voorstel tot...
Lees meer