Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 38
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 38
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 370, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 32121
                    [post_author] => 43
                    [post_date] => 2022-09-16 13:45:56
                    [post_date_gmt] => 2022-09-16 11:45:56
                    [post_content] => Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit het wetsvoorstel te bespreken.

Het doel van de Wegiz vloeit voort uit een andere wet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (de Wkkgz). De Wkkgz verplicht zorgverleners tot het aanbieden van goede zorg, zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. De Wegiz biedt de mogelijkheid voor de overheid om in het kader van die goede zorg eisen te stellen aan het uitwisselen van cliëntgegevens tussen zorgverleners. Het streven van de Wegiz is om een einde te maken aan de vaak nog analoge wijze waarop deze gegevens tussen zorgverleners wordt uitgewisseld. De minister van Volksgezondheid Kuipers sprak tijdens het debat over een ‘faxit’.

Artikel 2.1 Wegiz bepaalt dat de zorgaanbieder er op toe moet zien dat aangewezen gegevensuitwisselingen via een elektronische infrastructuur verlopen. Op basis van de Wegiz kan tevens worden verplicht dat er slechts gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde ICT-producten of -diensten.

Aan de hand van een meerjarenagenda en middels algemene maatregelen van bestuur wordt bepaald welke uitwisselingen van patiëntgegevens als eerst in lijn moeten worden gebracht met de Wegiz en aldus moeten worden gedigitaliseerd. Zo krijgen onder andere de gegevensuitwisseling in het kader van Medicatieoverdracht en Verpleegkundige overdracht prioriteit. Er is inmiddels een concept algemene maatregel van bestuur opgesteld omtrent het versturen van een recept door een huisarts aan een terhandsteller (apotheek). Deze gegevensverwerking zal in de toekomst conform NEN-normen 7510, 7512 en 7513 elektronisch moeten verlopen.

Verhouding met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

De Wegiz is een zogenaamde kaderwet waarmee de overheid zoals eerder genoemd bij algemene maatregel van bestuur verplicht kan stellen dat een bepaalde gegevensuitwisseling ten minste elektronisch verloopt. De Wegiz vormt dus geen nieuwe grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens in de zorg. Daarvoor is artikel 6 AVG nog steeds de basis, waarbij toestemming van de betrokkene vaak de aangewezen grondslag zal zijn. De handhaving van de gegevensverwerking onder de Wegiz is in artikel 4.1 opgedragen aan de Minister van Volksgezondheid, die dit in de praktijk zal laten uitvoeren door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Deze handhaving zal onder andere zien op het naleven van de verplichting de gegevensverwerking elektronisch, volgens vastgelegde normen en indien vereist middels gecertificeerde producten of diensten te laten verlopen. Wordt een overtreding geconstateerd, dan kan er een schriftelijke aanwijzing worden gegeven of kunnen er een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom worden opgelegd. Mocht een gegevensverwerking niet elektronisch plaatsvinden terwijl dit wel verplicht is gesteld op basis van de Wegiz, dan komt mogelijk ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in beeld. Ook zij heeft handhavende bevoegdheden en een boetebevoegdheid op basis van de AVG. In het Samenwerkingsprotocol AP-IGJ zijn afspraken gemaakt over de samenloop van bevoegdheden van de AP en IGJ. Meer weten over gegevensverwerking in de zorg in het algemeen of de Wegiz in het bijzonder? Neem dan contact op met het team van BG.zorg. Tom Oerlemans nieuw 1 [post_title] => Verplichte digitalisatie van gegevensuitwisseling in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verplichte-digitalisatie-van-gegevensuitwisseling-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-16 13:45:56 [post_modified_gmt] => 2022-09-16 11:45:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 32090 [post_author] => 68 [post_date] => 2022-09-13 14:00:04 [post_date_gmt] => 2022-09-13 12:00:04 [post_content] => Al eerder hebben we een blog gewijd aan het gebruik van misleidende duurzaamheidsclaims in de modebranche. Aangezien het nog al eens fout gaat in die specifieke sector, startte de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in 2021 een onderzoek naar misleidende duurzaamheidsclaims. Naar aanleiding van dit onderzoek bracht de ACM vandaag het bericht naar buiten dat de Decathlon en H&M op de vingers zijn getikt. Aangezien de winkelketens beloven hun beleid te zullen aanpassen, is hen een boete bespaard gebleven. Maar waar ging het precies mis bij deze bedrijven? En waar moet je op letten bij het gebruik van duurzaamheidsclaims om een boete van de ACM te voorkomen?

“Ecodesign” & “Conscious”

In het voorjaar van 2021 stuurde de ACM verschillende modebedrijven een brief met daarin het verzoek om nog eens kritisch te kijken naar hun duurzaamheidsclaims. Vervolgens zette de ACM haar onderzoek naar misleidende claims voort bij verschillende bedrijven, waaronder Decathlon en H&M. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de Decathlon en H&M producten aanduiden met  algemene termen als “Ecodesign” en “Conscious“. Daarbij geven de modebedrijven echter niet aan wat het concrete duurzaamheidsvoordeel voor dat specifieke product is. Inmiddels hebben Decathlon & H&M beterschap beloofd, door de duurzaamheidsclaims aan te passen of niet langer te gebruiken. Ook doneren beide bedrijven respectievelijk 400.000,- en 500.000,- euro ter compensatie van het gebruik van onduidelijke duurzaamheidsclaims. Nu de winkels zelf met een oplossing zijn gekomen besloot ACM op dit moment nog geen boete op te leggen. Desalniettemin blijft de ACM controleren of zij zich daadwerkelijk aan de toezeggingen zullen houden.

Duurzaamheidsclaims: waar moet je op letten?

Hoewel het voor Decathlon en H&M niet tot een boete heeft geleid, blijft het van belang om zorgvuldig om te gaan met duurzaamheidsclaims. Enerzijds omdat de ACM kenbaar heeft gemaakt dat zij de kledingbranche nauwlettend in de gaten zal blijven houden. Anderzijds kan de ACM flinke boetes opleggen van EUR 900.000,- of een percentage van de omzet, zodra zij constateren dat duurzaamheidsclaims niet voldoen aan de regelgeving. Om misleiding bij de consument te voorkomen, moet een bedrijf dat producten aanprijst met duurzaamheidsclaims ervoor zorgen dat die claims juist, duidelijk en controleerbaar zijn. Om het voor de ondernemer iets eenvoudiger te maken, heeft de ACM deze regels in de Leidraad Duurzaamheidsclaims uitgelegd. De ACM probeert houvast te bieden aan de hand van vijf vuistregels voor duurzaamheidsclaims. Deze vuistregels luiden als volgt:
  1. Maak duidelijk welk duurzaamheidsvoordeel het product heeft
  2. Onderbouw duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel
  3. Vergelijkingen met andere producten, diensten of bedrijven moeten eerlijk zijn
  4. Wees eerlijk en concreet over de duurzaamheidinspanningen van uw bedrijf
  5. Zorg dat visuele claims en keurmerken behulpzaam zijn voor consumenten en niet verwarrend

Vragen?

Twijfel je of jouw duurzaamheidsclaims voldoen aan de huidige wet- en regelgeving? Wij ondersteunen u graag bij de beoordeling van de claims die u voert in uw advertenties of bij uw producten. Wilt u meer informatie? Of heeft u andere vragen over het reclamerecht? Neem vrijblijvend contact op met een van onze IE-specialisten: Jos van der Wijst, Mustafa Kahya en Britt van den Branden. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => ACM: Misleidende duurzaamheidsclaims van Decathlon & H&M [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => acm-misleidende-duurzaamheidsclaims-van-decathlon-hm [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 14:23:54 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 12:23:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32090 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 32037 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-09-07 13:42:54 [post_date_gmt] => 2022-09-07 11:42:54 [post_content] => Een in het bestek opgenomen verbod van een eenmalige (dus vaste) korting volgens de bestekpost 919990 van de standaard RAW-Bepalingen 2020 staat er niet aan in de weg om onder voornoemde bestekpost een procentuele korting aan te bieden. Deze procentuele korting is wezenlijk anders dan een eenmalige korting omdat bij een raamovereenkomst de omvang van het werk niet op voorhand vaststaat en de hoogte van de korting dus meebeweegt met de omvang van het aanbestede werk.

Casus

In een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure voor de reparatie en renovatie van de riolering in de Gemeenten Hardenberg en Ommen wordt de inschrijving van Kumpen terzijde gelegd omdat Kumpen volgens de gemeenten een in het bestek niet toegestane eenmalige korting heeft opgegeven in de inschrijvingsstaat. Het betreft aldus de rechtbank, echter een procentuele korting. Een procentuele korting is wezenlijk anders dan een eenmalige korting en het verbod in de standaard RAW-systematiek strekt zich niet uit tot procentuele kortingen. Als de Gemeenten in afwijking van de standaard RAW-systematiek daadwerkelijk iedere vorm van korting hadden willen verbieden, had het op hun weg gelegen om dit expliciet in het Bestek tot uitdrukking te brengen. Dit is niet gebeurd, aangezien in het Bestek uitsluitend het aanbieden van eenmalige kortingen is verboden. Kumpen is ten onrechte uitgesloten.

Conclusie

Het door de Gemeenten in de gepubliceerde inschrijvingsstaten doorhalen van (onder andere) bestekpost 919990 is niet voldoende gebleken. Als de Gemeenten in afwijking van de standaard RAW-systematiek daadwerkelijk iedere vorm van korting hadden willen verbieden, had het op hun weg gelegen om dit expliciet in het Bestek tot uitdrukking te brengen. Overigens, later in de aanbestedingsprocedure hebben de gemeenten gewijzigde inschrijvingsstaten aan de inschrijvers  verzonden waarin bedoelde bestekpost niet was doorgehaald. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver behoefde er daardoor niet op bedacht te zijn dat het aanbieden van een in het kader van een te sluiten raamovereenkomst gebruikelijke procentuele korting in deze aanbestedingsprocedure niet zou zijn toegestaan. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers 1 [post_title] => Aanbesteding: procentuele korting is geen eenmalige korting [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aanbesteding-procentuele-korting-is-geen-eenmalige-korting [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-07 13:44:12 [post_modified_gmt] => 2022-09-07 11:44:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32037 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 31913 [post_author] => 7 [post_date] => 2022-09-06 13:50:00 [post_date_gmt] => 2022-09-06 11:50:00 [post_content] => Procederen is duur. Wie een civiele rechtszaak verliest, moet de advocaatkosten betalen van de partij die heeft gewonnen. Daarvoor geldt het zogenoemde liquidatietarief. In feite wordt dan maar een deel van de échte advocaatkosten vergoed. Is echter sprake van misbruik van procesrecht, dan kan de rechtbank onder omstandigheden tot het oordeel komen dat de werkelijke advocaatkosten moeten worden vergoed. Dat merkte een Portugese vennootschap. In deze internationale ondernemingsrechtzaak stelt een vennootschap naar Portugees recht schade te hebben geleden. Die schade is ontstaan doordat haar aandelen in een Angolees telecombedrijf in waarde zijn verminderd. Dergelijke schade wordt afgeleide schade genoemd. Het bedrijf houdt onder meer de ceo van het telecombedrijf daarvoor aansprakelijk: door zijn handelen zouden de aandelen minder waard zijn geworden. De rechtbank Amsterdam wordt gevraagd deze ceo te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding.

Misbruik van procesrecht

De rechtbank bepaalt dat op deze zaak het Angolees recht van toepassing is, wat funest blijkt voor de Portugese vennootschap. Volgens dit recht komt afgeleide schade niet voor vergoeding in aanmerking, omdat uit de algemene regels van het Angolese rechtspersonenrecht volgt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor handelingen van bestuurders, en niet de bestuurders zelf. Die gaan in feite vrijuit. Blijkbaar kent het Angolese recht niet een regeling van bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad zoals we die in Nederland kennen. De vordering was dus vooraf kansloos en de Portugese vennootschap wist dat of had dit moeten weten. Zeker nu deze vennootschap in de dagvaarding ook nog eens essentiële informatie heeft achtergehouden, zo oordeelt de rechtbank. Daarom wordt misbruik van procesrecht aangenomen. Intussen heeft de ceo wel veel proces- en advocaatkosten moeten maken. De procedure heeft zes jaar geduurd en zorgde voor veel onzekerheid, ook voor zijn gezin. Zelf is hij werkloos geworden. Voor die kosten was hij niet verzekerd.

Werkelijke kosten

Normaal wordt de verliezende partij veroordeeld in het betalen van de proceskosten die de winnende partij heeft gemaakt. De winnaar krijgt niet alle kosten vergoed, hiervoor geldt het ‘liquidatietarief’. Dat is een tarief dat volgens een staffel wordt opgebouwd en door alle rechtbanken in Nederland wordt gehanteerd. De rechtbank bepaalt dan de ‘redelijke’ advocaatkosten, maar die zijn doorgaans maar een klein deel van de werkelijke kosten. De rest mag uit eigen zak worden betaald. Maar juist vanwege het misbruik van procesrecht oordeelt de rechtbank veel harder: de Portugese vennootschap moet de werkelijke kosten van de advocaat van de ceo betalen. Die zijn in die jaren opgelopen tot 260.000 Britse pond, zo’n 308.000 euro. De term “misbruik” geeft eigenlijk al wel aan wat hiermee bedoeld wordt: dit is een vorm van onrechtmatig handelen en degene die dat doet, moet de schade ervan de ander vergoeden. Het is dus zaak om voorafgaand aan een procedure niet alleen stil te staan bij de eigen kosten ervan, maar ook bij de risico’s van een proceskostenveroordeling. De procesadvocaten van BG.legal kunnen u hier alles over vertellen. ECLI:NL:RBAMS:2022:3113 Wanneer u vragen heeft kunt u contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. Marc Heuvelmans [post_title] => Misbruik van procesrecht: verliezer betaalt tonnen aan advocaatkosten [post_excerpt] => Wie een civiele rechtszaak verliest, moet de advocaatkosten betalen van de partij die heeft gewonnen. Daarvoor geldt het zogenoemde liquidatietarief. In feite wordt dan maar een deel van de echte advocaatkosten vergoed. Is echter sprake van misbruik [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => misbruik-van-procesrecht-verliezer-betaalt-tonnen-aan-advocaatkosten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-07 09:22:39 [post_modified_gmt] => 2022-09-07 07:22:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-50508 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 31952 [post_author] => 16 [post_date] => 2022-09-05 15:22:47 [post_date_gmt] => 2022-09-05 13:22:47 [post_content] => Werkneemster loopt knieletsel op tijdens jaarlijkse sportdag van het bedrijf. Is de werkgever aansprakelijk?

Uitnodiging sportdag

De medewerkers van het bedrijf zijn uitgenodigd voor een jaarlijkse sportdag. De sportdag wordt georganiseerd door de werknemers. De activiteiten bestaan onder andere uit het spelen van trefbal, touwtrekken, vier op een rij en zaklopen. Dit was besproken met - en goedgekeurd door het management van het bedrijf.

Het gebeuren

De werkneemster heeft deelgenomen aan de sportdag. Bij het spelen van trefbal is een collega schuin naar achteren gekomen en tegen de knie van de werkneemster gebotst. Het gevolg was een kniefractuur. Werkneemster is geopereerd waarbij fixatiemateriaal is geplaatst. De werkneemster stelt haar werkgever aansprakelijk.

Wettelijk kader

Een werkgever is aansprakelijk voor schade die een werknemer in de uitoefening van zijn/haar werkzaamheden lijdt. De werkgever is niet aansprakelijk als hij aan kan tonen dat hij aan zijn wettelijke zorgplicht heeft voldaan. De werkgever is verplicht de veiligheid en gezondheid van zijn werknemer te beschermen. Een werkgever zal voldoende specifieke maatregelen moeten nemen om onveilige situaties te voorkomen.

Volgens werkneemster is er sprake van schending zorgplicht

Werkneemster stelt dat zij in de uitoefening van haar werkzaamheden schade heeft geleden en haar werkgever de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden:
  • Werkgever had moeten zorgen voor een geschikte ondergrond om trefbal te spelen.
  • Werkgever had personeel moeten verplichten geschikte schoenen en kleding te dragen.
  • Werkgever had deugdelijke en effectieve instructies moeten geven en toe moeten zien op de naleving daarvan.

Reactie werkgever

  • Er is geen sprake van een ongeval in de uitoefening van werkzaamheden.
  • Niet tekortgeschoten op haar rustende zorgplicht.
  • Er was sprake van een huis-, tuin- en keukenongeval dan wel een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
  • Trefbal is te zien als een alledaagse activiteit.

Oordeel rechter

Uit onderzoek blijkt dat het organiseren van de jaarlijkse sportdag ten doel had de onderlinge band en teamspirit tussen werknemers te versterken. Het diende hiermee het bedrijfsbelang. Deelname aan de sportdag was niet verplicht. Echter het is  voldoende aannemelijk geworden dat werknemers het in ieder geval als een sociale verplichting ervaren. Het werd vanuit de werkgever als zeer wenselijk gezien. Volgens de rechter heeft de werkneemster heeft dan ook schade opgelopen in de uitoefening van haar werkzaamheden. Trefbal is geen alledaagse activiteit. Er bestaat een groter risico op vallen of letsel dan bij de zogenaamde huis-, tuin- en keukenongevallen. Er rust dus een zorgplicht op de werkgever. Vast staat dat er enige uitleg is gegeven over het spelen van trefbal. Hierna vond het plaats op een parkeerplaats.  De rechter acht een parkeerplaats niet de meest aangewezen plek voor trefbal. Van de werkgever had op zijn minst verwacht mogen worden te zorgen voor beschermend materiaal en/of voor sportieve activiteiten geschikte ondergrond. De werkgever heeft niet voldaan aan haar zorgplicht en zal de materiele en immateriële schade van de werkneemster moeten vergoeden. Edith de Koning [post_title] => Werkgevers aansprakelijkheid voor bedrijfsuitje [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkgevers-aansprakelijkheid-voor-bedrijfsuitje [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-05 15:22:18 [post_modified_gmt] => 2022-09-05 13:22:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31952 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 31965 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-09-05 15:21:16 [post_date_gmt] => 2022-09-05 13:21:16 [post_content] => Wanneer een patiënt meent dat een zorgverlener een medische fout heeft gemaakt, komt het regelmatig voor dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar een andere arts inschakelt om de situatie te beoordelen. Aan de hand van diens bevindingen kan de verzekeraar inventariseren of de behandelend arts correct heeft gehandeld en of zij al dan niet gehouden is tot vergoeding van de door de patiënt geleden schade. Een kritisch advies kan de juridische positie van de gedupeerde patiënt dan ook ten goede komen. Vandaar dat een patiënt vaak inzage probeert te krijgen in het medisch advies op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) of de Algemene Vordering Gegevensbescherming (AVG). Volgens advocaat-generaal (A-G) Hartman zou dit niet mogelijk moeten zijn. Naar aanleiding van verschillende uitspraken van (tucht)rechters over dit onderwerp, heeft hij namens de procureur-generaal (PG) een vordering tot cassatie in het belang der wet ingesteld bij de Hoge Raad. In deze blog worden de belangrijkste overwegingen uit zijn conclusie nader toegelicht.[1]

Wat ging eraan vooraf?

Een patiënte meent dat er bij haar behandeling een medische fout is gemaakt. Zij stelt haar gynaecoloog en het ziekenhuis daarvoor aansprakelijk. De beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis heeft vervolgens een beoordelend arts ingeschakeld om advies uit te brengen met betrekking tot de vraag of de gynaecoloog lege artis (volgens de regelen der kunst) heeft gehandeld. Nadat het onderzoek was afgerond, heeft de advocaat van de patiënte om een kopie van het medisch advies gevraagd. De verzekeraar weigerde echter een kopie te verschaffen. Zij stelde zich namelijk op het standpunt dat men in het kader van een aansprakelijkheidsprocedure vrijelijk en vertrouwelijk van gedachten moet kunnen wisselen over de verschillende inhoudelijke aspecten en de juridische beoordeling van een casus De patiënte heeft vervolgens een klacht ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG). De patiënte vindt namelijk dat de beoordelend arts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door geen inzage te verschaffen. In dat kader verwijst de patiënte (onder meer) naar artikel 7:464 lid 1 BW, waarin staat dat de bepalingen uit de WGBO – en dus het inzagerecht uit artikel 7:456 BW – eveneens van toepassing zijn, wanneer een arts anders dan uit hoofde van een behandelingsovereenkomst handelingen op het gebied van de geneeskunde verricht.

Uitspraak van het Regionaal en Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG/CTG)

Het RTG heeft geoordeeld dat – voor zover het adviseren al als handeling op het gebied van de geneeskunst kan worden aangemerkt – de aard van de rechtsbetrekking zich tegen toepasselijkheid van het inzagerecht verzet (artikel 7:464 lid 1 BW). Volgens het RTG heeft iedere partij namelijk het recht om een partijdeskundige in te schakelen en diens eigen verdediging in vrijheid en beslotenheid voor te bereiden. Aan dat recht zou afbreuk worden gedaan wanneer er een verplichting bestaat tot het openbaar maken/verlenen van inzage in het medisch advies van een partijdeskundige. Het RTG concludeert dan ook dat de beoordelend arts in het onderhavige geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door geen inzage te verschaffen. De patiënte heeft aansluitend daarop beroep ingesteld tegen de beslissing van het RTG bij het CTG. Het CTG heeft echter de uitspraak van het RGT gevolgd: de klacht van de patiënte werd ongegrond verklaard en het beroep werd verworpen.

Conclusie van de A-G

Volgens de A-G zijn de bepalingen uit de WGBO in de voornoemde uitspraken verkeerd toegepast. Daartoe voert hij de volgende argumenten aan.

Geen sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst

Volgens de A-G is er geen sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst, omdat er in het onderhavige geval geen handelingen zijn verricht op het gebied van de geneeskunst. Het advies ziet namelijk enkel op de vraag of de behandelend arts lege artis heeft gehandeld. Het advies draagt verder niet bij aan de gezondheid van de patiënte. Bovendien heeft de beoordelend arts de patiënte noch gezien, noch is de patiënte op enige andere wijze betrokken geweest bij het onderzoek. Het advies is dus enkel gebaseerd op (de bestudering van) het bestaande medische dossier. Volgens de A-G is deze gang van zaken zó ver verwijderd van een geneeskundige behandeling, dat een gelijkstelling daarmee niet te rechtvaardigen is. Het CTG had volgens de A-G dus kunnen volstaan met de conclusie dat het advies niet onder de definitie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst valt (artikel 7:446 lid 2 BW). Het CTG heeft haar betoog echter gebaseerd op artikel 7:446 lid 4 BW, waarin het volgende staat: Geen behandelingsovereenkomst is aanwezig, indien het betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een persoon, verricht in opdracht van een ander dan die persoon in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Volgens de A-G volgt uit de wetsgeschiedenis dat deze bepaling enkel ziet op medische keuringen. In het onderhavige geval is er echter sprake van een papieren exercitie die buiten de patiënte om heeft plaatsgevonden. De A-G stelt zich dan ook op het standpunt dat het advies eerder doet denken aan een juridische beoordeling dan aan een medische keuring. Het medisch advies van de beoordelend arts kan dan ook niet op één lijn worden gesteld met een medische keuring.

Schakelbepaling

Het CTG verwijst in haar uitspraak naar de schakelbepaling van artikel 7:464 lid 1 BW. Daarin wordt het toepassingsgebied van een aantal bepalingen uit de WGBO uitgebreid naar bepaalde situaties waarin geen sprake is van een behandelovereenkomst. Volgens het CTG is deze bepaling – en dus het inzagerecht – in het onderhavige geval niet van toepassing, omdat de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen verzet. Volgens de A-G bestaat er echter geen rechtsbetrekking tussen de beoordelend arts en de patiënte. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat er sprake moet zijn van een niet contractuele, doch daarmee vergelijkbare relatie, waarbij de arts handelingen verricht op het gebied van de geneeskunst. De A-G heeft al eerder betoogd dat daar in het onderhavige geval geen sprake is van een handeling op het gebied van de geneeskunst, omdat het advies op geen enkele wijze bijdraagt aan de gezondheid van de patiënte. Waar het CTG bovendien verwijst naar artikel 7:464 lid 1 BW, stelt de A-G – omdat het CTG (ten onrechte) uitgaat van artikel 7:446 lid 4 BW (medische keuring) – dat men in dergelijke gevallen is aangewezen op artikel 7:464 lid 2 aanhef en onder b BW. Dit is een apart regime dat het inzagerecht bij medische keuringen regelt. De schakelbepaling in artikel 4:464 lid 1 BW zou dus – gelet op de argumentatie van het CTG – überhaupt niet van toepassing zijn.

Inzage via een andere grondslag?

Om discussie in de toekomst te voorkomen, heeft de A-G volledigheidshalve onderzocht of inzage wellicht mogelijk is op basis van een andere rechtsgrond.

Medisch dossier

In dat kader zou artikel 7:456 BW toch relevant kunnen zijn, wanneer de patiënt zich daarop beroept ten opzichte van het ziekenhuis. Tussen de patiënt hen het ziekenhuis bestaat namelijk wel een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Volgens de A-G behoort het medisch advies echter niet tot het medisch dossier en hoeft er derhalve geen inzage te worden verschaft. Het advies wordt namelijk niet opgesteld in het kader van de behandeling en is evenmin noodzakelijk voor een goede hulpverlening.

AVG

De A-G komt tot de conclusie dat het medisch advies wel degelijk (althans gedeeltelijk) aangemerkt kan worden als een persoonsgegeven. In dat kader wordt verwezen naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), waarin wordt bepaald dat het begrip persoonsgegeven niet beperkt is tot persoonlijke informatie, maar zich mogelijk ook uitstrekt tot iedere soort informatie (zowel objectieve informatie als subjectieve informatie in de vorm van meningen/beoordelingen) voor zover deze informatie de betrokkene betreft.[2] Er is dus sprake van een persoonsgegeven wanneer de informatie wegens haar inhoud, doel of gevolg gelieerd is aan een bepaalde persoon. Ondanks dat er in het onderhavige geval dus sprake kan zijn van een persoonsgegeven, schept de AVG enige ruimte voor het beperken van het inzagerecht. Meer in het bijzonder verwijst de A-G naar artikel 23 lid 1 sub i AVG jo 41 lid 1 sub 1 AVG. Daarin wordt de mogelijkheid geboden om het inzagerecht te beperken, wanneer dit noodzakelijk is ter waarborging van de rechten en vrijheden van derden. Volgens de A-G is het belang om bijzondere persoonsgegevens te verwerken ten behoeve van de verdediging tegen een rechtsvordering een in de AVG onderkend belang (e.g. artikel 9 lid 2 sub f AVG). Uit deze bepaling blijkt dan ook dat men dit belang in enige mate heeft willen beschermen en dat hiervoor andere aanspraken van derden (e.g. het inzagerecht) soms moeten wijken. De A-G concludeert dan ook dat in het onderhavige geval aan de voorwaarden voor een beperking van het inzagerecht op grond van artikel 23 AVG is voldaan.

Conclusie

De vraag of aan een patiënt inzage moet worden verleend in het medisch advies dat door een beoordelend arts is opgesteld, speelt in veel zaken. In zijn conclusie probeert de A-G de correcte toepassing van de bepalingen uit de WGBO te bewaken, waarbij meer in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de bepalingen inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst en het inzagerecht. In dat kader heeft de A-G (volledigheidshalve) ook gekeken naar de bepalingen uit de AVG. Volgens de A-G vloeit uit deze bepalingen doorgaans geen recht op inzage voort. Het belang van partijen om hun verdediging in vrijheid en beslotenheid voor te kunnen bereiden, weegt namelijk – in het onderhavige geval – zwaarder dan het belang van de betrokkene bij inzage in het medisch advies. Heeft u vragen met betrekking tot het inzagerecht in een medisch advies of dossier? Neem dan contact op. [1] HR 26 augustus 2022, ECLI:NL:PHR:2022:726 (concl. A-G T. Hartlief). [2] HvJEU 20 december 2017, ECLI:EU:C:2017:994 (Nowak / Data Protection Commissioner). [post_title] => Recht op inzage in een medisch advies van een beoordelend arts na een aansprakelijkheidsclaim? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => recht-op-inzage-in-een-medisch-advies-van-een-onafhankelijk-arts-na-een-aansprakelijkheidsclaim [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:20:56 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:20:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31965 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 31935 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-09-02 14:42:14 [post_date_gmt] => 2022-09-02 12:42:14 [post_content] => Dit weekend vindt de Grand Prix in Zandvoort plaats. Het evenement is al geruime tijd officieel uitverkocht. Dus proberen F1-liefhebbers nog op het laatste moment tickets te kopen via niet-erkende doorverkopers. Sommige bedrijven verkopen de toegangskaarten als onderdeel van een verzorgd hospitality-arrangement, daarmee wordt de koper volledig ontzorgt en van hapjes en drankjes voorzien tijdens de race. DGP Race B.V. (de organisatie achter de Nederlandse versie van de Grand Prix, hierna: ‘DGP’) heeft een kort geding aangespannen tegen twee van dit soort bedrijven: Premium Sport Travel en Number1 (hierna gezamenlijk: ‘PST’). DGP eist dat PST niet adverteert met de woordmerken van de Grand Prix en dat ze geen toegangskaarten doorverkoopt.

Wat ging eraan vooraf?

PST heeft ongeveer 400 toegangstickets verkocht als onderdeel van haar hospitality-arrangement. DGP vindt dat deze doorverkoop van toegangskaarten in strijd is met haar algemene voorwaarden. Daarin staat namelijk dat alleen erkende resellers de tickets mogen doorverkopen. Hiermee wil DGP voorkomen dat de toegangskaarten tegen ‘woekerprijzen’ worden doorverkocht. DGP vindt bovendien dat PST bij het aanbieden van haar hospitality-arrangement inbreuk heeft gemaakt op de handelsnamen en woordmerken van DGP. DGP heeft een licentie om de Grand Prix naam te gebruiken in Nederland en ook eigen Benelux-woordmerken, namelijk ‘Dutch Grand Prix’ en ‘Formula 1 Dutch Grand Prix’. DGP vordert in het kort geding dat PST het promoten en het aanbieden van de toegangskaarten stopt. Daarnaast vordert DGP dat PST zowel de woordmerken als de handelsnaam niet meer mag gebruiken in haar reclameactiviteiten. Tot slot vordert DGP een lijst met de ticketnummers en persoonsgegevens van de afnemers van tickets van PST.

Oordeel van de voorzieningenrechter

DGP komt er niet goed van af in het oordeel van de rechter. Ze wordt in het ongelijk gesteld op alle vlakken en moet ook de kosten van PST vergoeden. Per eis van DGP heeft de rechter het volgende geoordeeld: Ongeautoriseerde verkoop PST heeft haar volledige voorraad toegangskaarten al verkocht. Hoewel deze kaarten nog geleverd moeten worden, heeft PST niks meer om te verkopen. PST heeft alleen nog verplichtingen om kaarten te leveren aan haar afnemers. Dus oordeelt de rechter dat DGP geen belang meer heeft bij een verkoopverbod of een verbod op het maken van reclame door PST. Inbreuk op merkenrechten De tickets die PST aan haar klanten heeft verkocht zijn officiële tickets waarvoor DGP dus al is betaald. Daarmee zijn de merkrechten op die tickets in principe uitgeput. Een koper van een product mag dat product namelijk in principe inclusief merk doorverkopen. Wel moet de koper loyaal handelen tegenover de merkhouder. Aangezien DGP niet heeft aangetoond dat PST niet loyaal heeft gehandeld, oordeelt de rechter dat er geen sprake is van inbreuk op de merkrechten van DGP. Inbreuk handelsnaamrecht Volgens DGP gebruikt PST haar handelsnaam ‘Dutch Grand Prix’ op een onrechtmatige wijze. Volgens DGP zou dit kunnen leiden tot verwarring tussen DGP en PST. PST gebruikt de aanduiding ‘Dutch Grand Prix’ echter alleen voor het aanbieden van het hospitality-arrangement. De rechter oordeelt dat dit onvoldoende is om te kunnen spreken van een handelsnaaminbreuk. Inzage en afgifte van klantgegevens De laatste eis van DGP is een lijst met afnemers van tickets. DGP claimt namelijk dat ze wil voorkomen dat er straks bezoekers met ongeldige tickets aan de toegang staan die dan weg worden gestuurd, met imagoschade voor DGP tot gevolg. PST stelt echter dat het voor haar heel belangrijk is dat haar klanten geen problemen hebben met hun tickets, dus dat ze nooit ongeldige tickets zou verkopen. De rechter gaat mee in het verweer van PST en oordeelt dat PST geen lijst met klantgegevens over hoeft te dragen. Overdraagbaarheid PST maakt bezwaar tegen het feit dat ze door DGP wordt aangesproken op het doorverkopen van tickets. Het distributiesysteem voor de meer dan 300.000 tickets van de Grand Prix is namelijk niet zo waterdicht als DGP claimt met haar algemene voorwaarden. Er zijn veel bedrijven die zonder toestemming tickets doorverkopen en er zijn ook veel tickets die niet eens op naam staan. DGP kan dus alleen barcodes controleren en niet wie de originele koper was. De rechter krijgt de indruk dat het hele kort geding niet bedoeld is om het voorkomen van doorverkoop met woekerprijzen maar om de monopolie positie van DGP en haar partners te beschermen.

Conclusie

De rechter erkent dat een gesloten ticketsysteem, wat DGP probeert te handhaven, een maatschappelijk belang kan dienen, zoals het tegengaan van het opkopen van tickets om die tegen woekerprijzen door te verkopen. Echter kan DGP op dit moment niet hard maken dat haar systeem ook echt gesloten is en dat ze actief optreedt tegen andere partijen die tickets doorverkopen. Hierdoor is de focus op PST, met een totale verkoop van 400 tickets, niet proportioneel. Dus wordt DGP op al haar eisen in het ongelijk gesteld. Heeft u het vermoeden dat uw afnemers in strijd handelen met uw algemene voorwaarden? Of meent u dat er inbreuk wordt gemaakt op uw merken- of handelsnaamrecht? Neem dan contact op met Robin Verhoef. [post_title] => Doorverkoop van Formule 1-tickets wordt niet verboden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => doorverkoop-van-formule-1-tickets-wordt-niet-verboden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:21:16 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:21:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31935 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 31853 [post_author] => 68 [post_date] => 2022-09-02 10:23:21 [post_date_gmt] => 2022-09-02 08:23:21 [post_content] => Bol.com noemt zichzelf ‘de winkel van ons allemaal’. Daar lijkt het ook sterk op, gelet op het grote aantal externe verkopers op het online platform. De praktijk wijst alleen uit, dat de verkoop door deze enorme hoeveelheid aan derde partijen ook de nodige problemen oplevert. Zo vindt er vaak misbruik van EAN-nummers of merkinbreuk plaats onder deze concurrerende partijen. In deze blog beschrijf ik de problematiek met EAN-nummers op Bol.com en wat je hier concreet tegen kan doen.

Wat is een EAN-nummer?

Op grond van de gebruikersvoorwaarden van Bol.com, moeten producten die worden aangeboden op het verkoopplatform voorzien zijn van een European Article Number (EAN). Dit is een uniek nummer toegekend aan een specifiek artikel ten behoeve van de kassa-afhandeling en voorraadadministratie in (web)winkels. Bol.com maakt het mogelijk voor verkopers om hun producten aan te bieden onder een bestaande EAN-code. Een belangrijke voorwaarde om dit te mogen doen, is dat het om een identiek product moet gaan. Op het moment dat een aangeboden product iets afwijkt, dan mag de verkoper dit bestaande EAN-nummer niet gebruiken. Voor dit vergelijkbare product moet die verkoper dus een nieuw EAN-nummer aanvragen. Ook als enkele productkenmerken in de loop van de tijd wijzigen, denk bijvoorbeeld aan een nieuwe uitvoering van een product, zal een nieuwe EAN aangevraagd moeten worden.

Problemen met EAN-nummers op Bol.com

Het gaat nog vaak mis met deze EAN-nummers op Bol.com. Vaak bieden andere verkopers vergelijkbare producten in plaats van identieke producten aan onder een bestaand EAN-nummer. Dit bespaart de concurrent namelijk de nodige tijd en kosten. Echter, het is vrij frustrerend als een verkoper een vergelijkbaar product aanbiedt op dezelfde listing. Het doel van een EAN-nummer is onder meer het waarborgen van de kwaliteit en specifieke kenmerken van een product. Als een vergelijkbaar product onder diezelfde EAN wordt aangeboden, lift dat product mee op het succes van het originele product. De oudere verkoper moet zijn klanten daardoor direct delen met de nieuwe verkoper. Wat de frustratie in de hand werkt, is dat het vaak gaat om producten van mindere kwaliteit. Als de ranking van een product daalt door deze inferieure producten en negatieve productreviews volgen, gaat de originele verkoper dit helaas ook terug zien in zijn sales. Tegelijkertijd maakt de concurrerende verkoper op Bol.com door de manier waarop het platform is ingericht, ook meteen gebruik van productfoto's en merknamen afkomstig uit de advertentie van de eerdere verkoper. Om die reden gaat het EAN-misbruik ook vaak gepaard met merkinbreuk. Het is namelijk niet toegestaan om gebruik te maken van een geregistreerd merk ter onderscheiding van dezelfde waren, zonder toestemming van de merkhouder.

Wat kun je als verkoper doen?

Als je als houder van een EAN-code of merk constateert dat een concurrerende verkoper onrechtmatig meelift op het succes van je listing, bestaan er gelukkig wel verschillende manieren om daar tegen op te treden.
  • Melding maken van inbreuken bij Bol.com
Het platform heeft een Notice and Take Down procedure waar je merkinbreuken en misbruik van EAN-nummers kan melden. Aangezien inbreuken echter aan de orde van de dag zijn, kan het enige tijd duren voordat Bol.com daadwerkelijk actie onderneemt.
  • Een definitief einde maken aan de inbreuk
Het is daarom meer efficiënt om het handelen van deze concurrerende verkoper definitief een halt toe te roepen. Dit kan door de verkoper buiten Bol.com om te sommeren niet langer vergelijkbare producten aan te bieden op de listing. BG.legal kan je helpen bij het opstellen bij een dergelijke sommatiebrief, waarbij ook meteen een schadevergoeding kan worden gevorderd.

Advies nodig?

Heeft u advies nodig over misbruik van EAN-nummers of merkinbreuken op Bol.com? Neem vrijblijvend contact op met een van onze IE specialisten: Jos van der Wijst,  Mustafa Kahya en Britt van den Branden. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Concurrentie op Bol.com: EAN-nummers en merkinbreuken [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => concurrentie-op-bol-com-ean-nummers-en-merkinbreuken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 14:26:40 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 12:26:40 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31853 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 31879 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-09-02 08:47:25 [post_date_gmt] => 2022-09-02 06:47:25 [post_content] => Wat betekenen deze tekens en wanneer mag je ze gebruiken? Deze tekens worden gepast en ongepast gebruikt. Het is van belang om te voorkomen dat je door onjuist gebruik van deze tekens gedoe krijgt.

Wat betekenen de tekens?

Het ® teken Het ® teken staat voor Registered Trademark (geregistreerd merk). Als het ® teken achter een merk is geplaatst, bijvoorbeeld BG.legal®, dan betekent dit dat het merk is geregistreerd. Door gebruik van het ® teken ontstaat er geen merkrecht. Een merkrecht ontstaat pas na registratie ervan. Binnen de Benelux en de EU ben je niet verplicht om het ® teken te gebruiken in tegenstelling tot de VS. Om in de VS schadevergoeding te vorderen van inbreukmakers, ben je verplicht het ® teken te gebruiken. Het TM teken Het TM teken staat voor Trademark (merk). Het wezenlijk verschil met het ® teken is dat voor het gebruik van het TM teken geen merkregistratie is vereist. Het TM teken geeft in de VS bescherming op de naam of het logo zonder deze te registeren. In de EU kennen we een dergelijke regeling niet. Om je naam of logo te beschermen in de EU is een merkregistratie verplicht. Het TM teken wordt ook weleens gebruikt om aan te geven dat een teken als merk is aangevraagd. Het © teken Het © teken staat voor Copyright (auteursrecht). Met dit teken wordt aangegeven dat een werk auteursrechtelijk is beschermd. Dit zie je dan ook vaak bij een foto, in een boek of op een website. Als een werk auteursrechtelijk is beschermd mag dit werk niet zonder toestemming gebruikt of verveelvoudigd worden. Is het verplicht om het © teken bij al je werken te vermelden? Nee, in Nederland ontstaat het auteursrecht namelijk automatisch. Het © teken is afkomstig uit de Verenigde Staten waar het tot 1989 verplicht was om het © teken te gebruiken. fact tekens linkedin

Gevolgen van verkeerd gebruik

Alle drie de tekens hebben een betekenis voor consumenten en concurrenten. De gemiddelde consument weet dat een ® of TM teken te maken heeft met een merk. Door gebruik te maken van het ® teken zonder een merkregistratie te hebben, wordt de consument misleid. Dit kan ervoor zorgen dat de ACM kan optreden tegen het misleidende gebruik van het ® teken. Daarnaast heeft de rechtbank Den Haag[1] geoordeeld dat het gebruik van het TM teken de onjuiste en misleidende suggestie wekt dat er sprake is van een merk. Het gebruik van het TM teken voor niet-geregistreerde merken is dan ook niet mogelijk in de Benelux. In de Benelux (en EU) kan alleen sprake zijn van een merkrecht als er een merkinschrijving is.

Meer informatie

Wil je weten of en hoe je het ®, © of TM teken kunt gebruiken of heb je vragen over het merkenrecht? Neem dan contact op met een van onze specialisten. [1] Rb Den Haag 22 augustus 2012, HA ZA 11-2417 Mustafa Kahya nieuw 1 [post_title] => Gebruik van TM, ® en © tekens [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gebruik-van-tm-en-tekens [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-02 08:47:25 [post_modified_gmt] => 2022-09-02 06:47:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31879 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 31810 [post_author] => 46 [post_date] => 2022-08-30 10:36:55 [post_date_gmt] => 2022-08-30 08:36:55 [post_content] => Veel (grotere) bedrijven en ondernemingen werken met directeuren of bestuurders. Een medewerker in deze positie kan worden aangesteld als statutair bestuurder van de onderneming. De statutair bestuurder is niet alleen werknemer, maar ook juridisch en officieel bestuurder. De bestuurder is daardoor bevoegd de onderneming te vertegenwoordigen. Een statutair bestuurder is in dienst bij de onderneming, maar heeft een andere arbeidsrechtelijke positie dan ‘normale’ werknemers. Dat geldt zowel voor de aanvang als het einde van het dienstverband. Het ontslag van een statutair bestuurder werkt anders dan bij reguliere werknemers. In dit artikel leg ik het verschil uit tussen het ontslag van een statutair bestuurder en iedere andere medewerker.

Dubbele rechtsverhouding statutair bestuurder

Een statutair bestuurder heeft twee petten op; die van werknemer en die van bestuurder. De bestuurder is gewoon in loondienst en heeft een arbeidsovereenkomst. Daarnaast is hij via de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) of de Raad van Toezicht (RvT) aangesteld tot bestuurder. Deze aanstelling is formeel vastgelegd. Deze zogeheten ‘dubbele rechtsverhouding’ is volgens de wet en jurisprudentie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst én aanstelling als bestuurder niet los van elkaar kunnen worden getrokken. Dat leidt ertoe dat een einde van de aanstelling als bestuurder, ook leidt tot een einde van de arbeidsovereenkomst. In een arbeidsovereenkomst met de bestuurder kán worden opgenomen dat het einde van de benoeming als bestuurder niet leidt tot het einde van het dienstverband. Dat zie je in de praktijk niet vaak. De gedachte daarachter is dat een medewerker die ‘bestuurder af’ is, een inhoudsloze functie overhoudt. De bestuurstaken kunnen namelijk niet meer worden uitgevoerd. Een meer voorkomende afspraak in de arbeidsovereenkomst is de zogeheten ‘golden parachute’. Dat is een afspraak waarbij de bestuurder een extra ontslagvergoeding (vaak naast de transitievergoeding) krijgt als de aanstelling als bestuurder, en daarmee de arbeidsovereenkomst, eindigt. De reden voor deze financiële tegemoetkoming is dat een bestuurder minder ontslagbescherming heeft dan andere werknemers. De gouden parachute is een compensatie voor het feit dat de bestuurder sneller kan worden ontslagen. Dat maakt de landing toch een stuk zachter.

Minder ontslagbescherming bestuurder

Bij een reguliere werknemer kan een werkgever het dienstverband niet zomaar beëindigen. De werkgever moet veelal naar de rechter (of het UWV) om het dienstverband te beëindigen. Heeft de werkgever geen goede reden of geen dossier tegen de werknemer, dan blijft het dienstverband vaak in stand. Voor een statutair bestuurder geldt deze ontslagbescherming niet. Als de benoeming als statutair bestuurder eindigt, betekent dat vaak ook het einde van de arbeidsovereenkomst. Een uitzondering is de bestuurder die ziek is. Bij ziekte kan de benoeming als bestuurder eindigen, maar loopt het dienstverband door. Het opzegverbod bij ziekte is hier van toepassing.

Bestuurder vereniging of stichting

Voorheen genoten de bestuurders van verenigingen en stichtingen dezelfde ontslagbescherming als reguliere werknemers. De ontslagbescherming was dus vooral vooraf. Per 1 juli 2021 is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) in werking getreden. De WBTR heeft het ontslag van bestuurders van stichtingen en verenigingen vereenvoudigd. Voortaan geldt ook voor deze bestuurder de ruimere ontslagmogelijkheid. De ontslagbescherming is dus achteraf in de vorm van een billijke vergoeding.

Geen herstel arbeidsovereenkomst mogelijk, wel billijke vergoeding

Als het dienstverband met een bestuurder eindigt, krijgt de bestuurder vaak alleen de transitievergoeding en wordt de opzegtermijn in acht genomen. Een (ex-)bestuurder die vindt dat werkgever geen reden voor ontslag had, kan de rechter om een billijke vergoeding vragen. Als de rechter meent dat werkgever geen goede reden voor de beëindiging had, dan zal deze billijke vergoeding worden toegewezen. Het is voor een (ex-)bestuurder niet mogelijk te vorderen dat hij terug in dienst keert bij het bedrijf. Dit, in tegenstelling tot een normale werknemer. Mocht de werkgever procesfouten gemaakt hebben in de beëindiging, dan kan dat er wel toe leiden dat het ontslag niet geldig is gegeven. Het dienstverband duurt in dat geval (met terugwerkende kracht) nog wel voort.

Gronden voor ontslag statutair bestuurder

De meest voorkomende redenen voor ontslag van een statutair bestuurder zijn bedrijfseconomische reden, disfunctioneren, een verstoorde arbeidsverhouding en een verschil van inzicht of een verlies van vertrouwen. Een verlies van vertrouwen leidt bij een statutair bestuurder eerder tot ontslag dan bij andere werknemers. Een bestuurder is namelijk bevoegd de onderneming te vertegenwoordigen. Zodra het vertrouwen ontbreekt, is al snel sprake van een reden voor ontslag. Toch geniet de bestuurder hier wel enige bescherming, zij het achteraf. Als de werkgever de bestuurder nooit op zijn gedrag heeft aangesproken en ‘ineens’ stelt dat sprake is van een vertrouwensbreuk, dan kan dat leiden tot een hoge billijke vergoeding. Bij ontslag vanwege disfunctioneren geldt hetzelfde. Als de bestuurder niet op zijn functioneren is aangesproken, krijgt hij ook geen kans tot verbetering. Van een bestuurder wordt weliswaar verwacht dat hij goed functioneert, maar het maken van fouten is menselijk. Ook een bestuurder dient dus een reële kans tot verbetering van zijn functioneren te krijgen.  Bij gebreke daarvan kan een rechter een (hoge) billijke vergoeding toekennen.

Bijzondere positie bestuurder

De statutair bestuurder heeft een bijzondere positie binnen het arbeidsrecht. De sectie arbeidsrecht en ondernemingsrecht kunnen uw onderneming of u als bestuurder bijstaan in uiteenlopende kwesties.

Bekijk hier de video over ontslagrecht:

https://www.youtube.com/watch?v=BhmW0wQl-yg Voor vragen kunt u contact opnemen met Marlies Hol. Marlies Hol [post_title] => Aandachtspunten bij het ontslag van een statutair bestuurder [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aandachtspunten-bij-het-ontslag-van-een-statutair-bestuurder [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:10:41 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:10:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31810 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 32121 [post_author] => 43 [post_date] => 2022-09-16 13:45:56 [post_date_gmt] => 2022-09-16 11:45:56 [post_content] => Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit het wetsvoorstel te bespreken. Het doel van de Wegiz vloeit voort uit een andere wet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (de Wkkgz). De Wkkgz verplicht zorgverleners tot het aanbieden van goede zorg, zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. De Wegiz biedt de mogelijkheid voor de overheid om in het kader van die goede zorg eisen te stellen aan het uitwisselen van cliëntgegevens tussen zorgverleners. Het streven van de Wegiz is om een einde te maken aan de vaak nog analoge wijze waarop deze gegevens tussen zorgverleners wordt uitgewisseld. De minister van Volksgezondheid Kuipers sprak tijdens het debat over een ‘faxit’. Artikel 2.1 Wegiz bepaalt dat de zorgaanbieder er op toe moet zien dat aangewezen gegevensuitwisselingen via een elektronische infrastructuur verlopen. Op basis van de Wegiz kan tevens worden verplicht dat er slechts gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde ICT-producten of -diensten. Aan de hand van een meerjarenagenda en middels algemene maatregelen van bestuur wordt bepaald welke uitwisselingen van patiëntgegevens als eerst in lijn moeten worden gebracht met de Wegiz en aldus moeten worden gedigitaliseerd. Zo krijgen onder andere de gegevensuitwisseling in het kader van Medicatieoverdracht en Verpleegkundige overdracht prioriteit. Er is inmiddels een concept algemene maatregel van bestuur opgesteld omtrent het versturen van een recept door een huisarts aan een terhandsteller (apotheek). Deze gegevensverwerking zal in de toekomst conform NEN-normen 7510, 7512 en 7513 elektronisch moeten verlopen.

Verhouding met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

De Wegiz is een zogenaamde kaderwet waarmee de overheid zoals eerder genoemd bij algemene maatregel van bestuur verplicht kan stellen dat een bepaalde gegevensuitwisseling ten minste elektronisch verloopt. De Wegiz vormt dus geen nieuwe grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens in de zorg. Daarvoor is artikel 6 AVG nog steeds de basis, waarbij toestemming van de betrokkene vaak de aangewezen grondslag zal zijn. De handhaving van de gegevensverwerking onder de Wegiz is in artikel 4.1 opgedragen aan de Minister van Volksgezondheid, die dit in de praktijk zal laten uitvoeren door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Deze handhaving zal onder andere zien op het naleven van de verplichting de gegevensverwerking elektronisch, volgens vastgelegde normen en indien vereist middels gecertificeerde producten of diensten te laten verlopen. Wordt een overtreding geconstateerd, dan kan er een schriftelijke aanwijzing worden gegeven of kunnen er een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom worden opgelegd. Mocht een gegevensverwerking niet elektronisch plaatsvinden terwijl dit wel verplicht is gesteld op basis van de Wegiz, dan komt mogelijk ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in beeld. Ook zij heeft handhavende bevoegdheden en een boetebevoegdheid op basis van de AVG. In het Samenwerkingsprotocol AP-IGJ zijn afspraken gemaakt over de samenloop van bevoegdheden van de AP en IGJ. Meer weten over gegevensverwerking in de zorg in het algemeen of de Wegiz in het bijzonder? Neem dan contact op met het team van BG.zorg. Tom Oerlemans nieuw 1 [post_title] => Verplichte digitalisatie van gegevensuitwisseling in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verplichte-digitalisatie-van-gegevensuitwisseling-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-09-16 13:45:56 [post_modified_gmt] => 2022-09-16 11:45:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=32121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 61e008337550474e085cc4051f0b922c [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit...
Lees meer
Al eerder hebben we een blog gewijd aan het gebruik van misleidende duurzaamheidsclaims in de modebranche. Aangezien het nog al eens fout gaat in die specifieke sector, startte de Autoriteit...
Lees meer
Een in het bestek opgenomen verbod van een eenmalige (dus vaste) korting volgens de bestekpost 919990 van de standaard RAW-Bepalingen 2020 staat er niet aan in de weg om onder...
Lees meer
Wie een civiele rechtszaak verliest, moet de advocaatkosten betalen van de partij die heeft gewonnen. Daarvoor geldt het zogenoemde liquidatietarief. In feite wordt dan maar een deel van de echte advocaatkosten vergoed. Is echter sprake van misbruik
Lees meer
Werkneemster loopt knieletsel op tijdens jaarlijkse sportdag van het bedrijf. Is de werkgever aansprakelijk? Uitnodiging sportdag De medewerkers van het bedrijf zijn uitgenodigd voor een jaarlijkse sportdag. De sportdag wordt...
Lees meer
Wanneer een patiënt meent dat een zorgverlener een medische fout heeft gemaakt, komt het regelmatig voor dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar een andere arts inschakelt om de situatie te beoordelen. Aan de...
Lees meer
Dit weekend vindt de Grand Prix in Zandvoort plaats. Het evenement is al geruime tijd officieel uitverkocht. Dus proberen F1-liefhebbers nog op het laatste moment tickets te kopen via niet-erkende...
Lees meer
Bol.com noemt zichzelf ‘de winkel van ons allemaal’. Daar lijkt het ook sterk op, gelet op het grote aantal externe verkopers op het online platform. De praktijk wijst alleen uit,...
Lees meer
Wat betekenen deze tekens en wanneer mag je ze gebruiken? Deze tekens worden gepast en ongepast gebruikt. Het is van belang om te voorkomen dat je door onjuist gebruik van...
Lees meer
Veel (grotere) bedrijven en ondernemingen werken met directeuren of bestuurders. Een medewerker in deze positie kan worden aangesteld als statutair bestuurder van de onderneming. De statutair bestuurder is niet alleen...
Lees meer