Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 32
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 32
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 310, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 34323
                    [post_author] => 67
                    [post_date] => 2023-01-16 14:38:00
                    [post_date_gmt] => 2023-01-16 13:38:00
                    [post_content] => In een recente uitspraak van Rechtbank Rotterdam d.d. 30 december 2022 heeft de rechtbank geoordeeld dat Freem Concepts B.V. (hierna: “Freem”) niet meer onder de betaling van een factuur uitkomt, omdat zij te laat kenbaar heeft gemaakt dat zij ontevreden was over de geleverde prestatie.

Feiten

Freem heeft een overeenkomst van opdracht gesloten met een monteur voor het verrichten van werkzaamheden aan elektra. Een medewerker van Freem heeft na afloop van de werkzaamheden van de monteur een werkbon getekend. De monteur heeft voor zijn werkzaamheden vervolgens facturen gestuurd aan Freem. De facturen worden niet voldaan, ook niet na een betaalherinnering. Pas na de ontvangst van de betaalherinnering klaagt Freem over de deugdelijkheid van de verrichte werkzaamheden. Is dat te laat en moet zij de factuur ondanks de klachten dus gewoon betalen?

Klachtplicht

Artikel 6:89 BW bepaalt dat een schuldeiser op een gebrek in een prestatie geen beroep meer kan doen als hij niet binnen ‘bekwame tijd’ heeft geklaagd. Hiermee wordt beoogd degene die de prestatie verricht, in dit geval de monteur, te beschermen. De gedachte hierachter is dat een schuldeiser niet al te lang in onzekerheid moet verblijven over kwaliteit van zijn werkzaamheden en de betaling van zijn factuur. Kortom: als er te laat wordt geklaagd, dan kan niet meer onder betaling worden uitgekomen. Voor meer informatie over de klachtplicht verwijzen wij u naar onze blog ‘De klachtplicht van artikel 6:89 BW nader beschouwd’.

Klachttermijn

De rechtbank oordeelde dat Freem te laat was met klagen, omdat zij dat pas deed nadat zij een aanmaning had ontvangen. Bovendien had een medewerker van Freem de werkbon al voor akkoord ondertekend. Het verweer van Freem dat zij de werkbon uitsluitend heeft ondertekend voor de aanwezigheid van de monteur slaagt niet. De rechtbank oordeelt dat Freem door ondertekening van de werkbon akkoord is gegaan met het aantal uur dat de monteur heeft gewerkt en de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden. Als Freem klachten had over de productiviteit van de monteur en de kwaliteit van de werkzaamheden, dan had zij dat volgens de rechtbank direct kenbaar moeten maken op de werkbon.

Tips voor de praktijk

Deze uitspraak bewijst dat het ondertekenen van een werkbon verregaande consequenties kan hebben. Bestaat twijfel over het aantal uur dat is gewerkt, de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden of heeft u dat simpelweg ten tijde van het ondertekenen van de werkbon nog niet kunnen controleren, maakt dit dan kenbaar op de werkbon. Op die manier worden geen rechten verspeeld en wordt voorkomen dat betaald moet worden voor ondeugdelijk geleverde prestaties. Remco de Jong nieuw 1 [post_title] => Klaag direct bij ontevredenheid over geleverde prestatie [post_excerpt] => Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat. Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => klaag-direct-bij-ontevredenheid-over-geleverde-prestatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-16 15:48:41 [post_modified_gmt] => 2023-01-16 14:48:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-52201 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 34391 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-01-16 11:46:46 [post_date_gmt] => 2023-01-16 10:46:46 [post_content] => Als bij een inschrijving het voorgeschreven ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) ontbreekt is uitsluiting van de procedure het onvermijdelijke lot van de inschrijver. Een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt dat maar weer eens te meer.

Wat zijn de feiten?

In een Europese openbare aanbestedingsprocedure “Dienstenconcessie Reclame exploitatie voor Abri’s en Vrijstaande Reclamevitrines” van de gemeente Tilburg wordt door een inschrijver abusievelijk niet het door haar wel ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA niet bij de inschrijving overgelegd. In de aanbestedingsdocumenten is bepaald dat inschrijvers die het UEA niet of slechts gedeeltelijk hebben ingevuld of waarvan het UEA ontbreekt bij de inschrijving, worden uitgesloten van de aanbestedingsprocedure. Er volgt een kort geding want de uitgesloten inschrijver meent dat de uitsluiting niet evenredig en disproportioneel is. De gemeente had aldus eisende partij, haar in de gelegenheid moeten stellen het gebrek te herstellen. Dit omdat eiseres aan de hand van de metadata kan bewijzen dat zij vóór de uiterste inschrijfdatum het UEA had ingevuld, ondertekend en gescand. Daarnaast aldus eiseres, het UEA bevat objectief bepaalbare gegevens die ook op andere plaatsen in de inschrijving zijn opgenomen. Eiseres stelt dat het ontbreken van het UEA bij de inschrijving is aan te merken als een overduidelijke omissie dan wel een klaarblijkelijk misverstand en dat de gemeente op grond van het Aanbestedingsdocument en het zorgvuldigheidsbeginsel bij haar navraag had moeten doen.

Beoordeling

Onder verwijzing naar vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie overweegt de rechtbank dat gelet op de aan het aanbestedingsrecht ten grondslag liggende beginselen van transparantie en gelijke behandeling, een aanbestedende dienst nauwgezet de door haar vastgelegde criteria in acht dient te nemen. Daarnaast is herstel niet mogelijk als in de aanbestedingsstukken is bepaald dat het ontbrekende stuk of de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt. En van dit laatste is hier sprake. Een beroep op het evenredigheidsbeginsel kan dan ook niet meer baten.

En wat als de sanctie van uitsluiting ontbreekt?

Een interessante vraag is of de uitkomst anders zou zijn als het niet of onvolledig overleggen van het UEA niet expliciet in de aanbestedingsdocumenten zou zijn gesanctioneerd met uitsluiting. Welnu, vermoedelijk niet. Op grond van de jurisprudentie van het Hof van Justitie is herstel slechts onder bepaalde omstandigheden mogelijk en waarbij het herstel betrekking dient te hebben op een eenvoudige precisering of een kennelijke materiële fout. Het herstel mag niet resulteren in een nieuwe inschrijving. Het UEA bevat essentiële informatie en is daarom een essentieel onderdeel van de inschrijving. Het UEA bevat gegevens over de inschrijver, een verklaring met betrekking tot de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen, een verklaring over de juistheid van de ingevulde eigen verklaring en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar. Deze informatie kan niet zonder meer worden ondervangen door kennisneming van de rest van de inschrijving, aangezien het UEA meer behelst dan de som van de rest van de inschrijving. Omdat de inhoud van het UEA die eiseres (mogelijk) had willen indienen niet objectief uit de inhoud van de inschrijving kan worden vastgesteld, kan het niet aanleveren van het UEA bij de inschrijving niet worden gekwalificeerd als een klaarblijkelijk eenvoudige precisering of een kennelijke materiële fout. Gelet op het voornoemde is daarmee de vraag of eiseres het UEA al dan niet tijdig had ingevuld, ondertekend en voor verzending gereed had, niet relevant.

Conclusie

Het niet of onvolledig indienen van het voorgeschreven UEA valt in juridische zin nagenoeg nooit te herstellen en is in de kern altijd fataal. Een inschrijver moet dus altijd zeer alert te zijn waar het gaat om het bij inschrijving overleggen van een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend UEA. Heeft u als inschrijver vragen over het aanbestedingsrecht of meer specifiek over aanbestedingsdocumenten of de inschrijving op een aanbesteding? Neem dan vrijblijvend contact op met Rik Wevers via  wevers@bg.legal Rik Wevers 1 [post_title] => Geen UEA bij inschrijving leidt tot uitsluiting [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-uea-bij-inschrijving-leidt-tot-uitsluiting [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-16 11:50:35 [post_modified_gmt] => 2023-01-16 10:50:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34391 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 34300 [post_author] => 19 [post_date] => 2023-01-13 09:47:26 [post_date_gmt] => 2023-01-13 08:47:26 [post_content] =>

Vergunnen "kruimelgeval'

Op het moment dat een [bouw]aanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, móet de gemeente beoordelen of er toch een vergunning kan worden verleend [art. 2.10 lid 2 Wabo]. De gemeente heeft drie grondslagen om af te wijken van het bestemmingsplan:
  1. Een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid [een afwijkingsregel in het bestemmingsplan zelf];
  2. In de bij het Besluit omgevingsrecht [Bor] aangewezen gevallen;
  3. In alle andere gevallen indien het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
In de praktijk blijkt het Bor veel mogelijkheden te bevatten om af te wijken van het bestemmingsplan. Die gevallen betreffen ‘kruimelgevallen’. Het voordeel van het toepassen van die kruimelgevallenregeling is dat de reguliere procedure doorlopen kan worden. Bovendien gelden geen specifieke motiveringseisen. Dit in tegenstelling tot de onder c) genoemde grond van de ruimtelijke onderbouwing. De drie gronden hebben telkens gemeen dat een vergunning geweigerd moet worden indien er sprake is van strijd met de goede ruimtelijke ordening. Een laagdrempelige manier om af te wijken dus, maar moet de gemeente die mogelijkheid ook altijd benutten? Met andere woorden: stel dat er sprake is van een kruimelgeval en er kan worden voldaan aan de eisen, moet de gemeente dan ook die [afwijkings]vergunning verlenen? Of kan de gemeente die vergunning desondanks weigeren? Een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel geeft hierover meer duidelijkheid. Het besluit om aan een activiteit in afwijking van het bestemmingsplan al dan niet medewerking te verlenen is een bevoegdheid van de gemeente, waarbij de gemeente beleidsruimte heeft. De rechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit in overeenstemming is met het recht. Uit de beleidsruimte volgt al dat er dus geen verplichting bestaat om op grond van de kruimelgevallenregeling een vergunning te verlenen. De gemeente moet immers betrokken belangen afwegen. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.

Uitspraak Rechtbank Overijssel

De Rechtbank Overijssel overwoog in voornoemde uitspraak: “De rechtbank overweegt dat verweerder is nagegaan of op grond van de kruimelgevallenregeling kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. De overkapping voldoet aan de criteria van de kruimelgevallenregeling uit artikel 4 van bijlage II van het Bor, maar verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op grond hiervan af te wijken van het bestemmingsplan. Verweerder heeft ter onderbouwing verwezen naar het bouwverbod uit de koopovereenkomst tussen de gemeente Raalte en de vorige eigenaren van het perceel. In artikel 16 van deze koopovereenkomst is een bouwverbod opgenomen. Het is de koper op grond van dit artikel niet toegestaan een bouwwerk op te richten op het perceel en bij nietnakoming hiervan verbeurt de koper per overtreding ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000,-. Omdat dit een kwalitatieve verplichting is op grond van artikel 16, derde lid, van de overeenkomst, geldt dit bouwverbod ook voor eisers. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag is geweigerd. Verweerder heeft de afwijking van het bestemmingsplan – die op grond van de kruimelgevallenregeling wel mogelijk is – afgewezen en daarbij slechts verwezen naar het bouwverbod uit de privaatrechtelijke koopovereenkomst. Verweerder heeft echter in het geheel niet onderbouwd waarom de afwijking van het bestemmingsplan in strijd wordt geacht met een goede ruimtelijke ordening. Het perceel heeft de bestemming “Groen”, maar het gebruik als tuin wordt gedoogd, ondanks dat dit (ook) in strijd is met het bestemmingsplan. Ter zitting heeft verweerder bevestigd dat tegen dit strijdig gebruik van het perceel als tuin niet wordt opgetreden.”

Weigering gemeente

Hieruit volgt, en dat is niet nieuw, dat de gemeente een weigering goed moet motiveren. Maar wat hier ook uit volgt, is het feit dat die weigering wel getoetst moet worden aan de eis van een goede ruimtelijke ordening. Dat geldt uiteraard ook voor het verlenen van een vergunning. Dat had de gemeente in het geheel niet gedaan. Het besluit is daarmee onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank geeft de gemeente dan ook een heldere boodschap mee:  “Verweerder zal in het licht van dat wat hiervoor is overwogen, nader moeten motiveren welk (planologisch) belang nog wordt gediend met de weigering van de toepassing van de afwijkingsmogelijkheid en daarmee met de weigering van de aanvraag om een omgevingsvergunning.” Ondanks de mate van beleidsruimte die de gemeente heeft bij de beoordeling van een kruimelgeval, bestaan er dus zeker mogelijkheden om met succes op te komen tegen een weigering. Dat geldt in het bijzonder indien de afweging niet heeft plaatsgevonden in de sleutel van de goede ruimtelijke ordening. Heeft u een vraag over een omgevingsvergunning? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op, Rutger Boogers, advocaat omgevingsrecht Rutger Boogers [post_title] => Moet de gemeente een ‘kruimelgeval’ vergunnen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => moet-de-gemeente-een-kruimelgeval-vergunnen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-13 10:32:14 [post_modified_gmt] => 2023-01-13 09:32:14 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34300 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 34251 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-01-12 11:48:49 [post_date_gmt] => 2023-01-12 10:48:49 [post_content] => Een van de meest iconische hakken allertijden is misschien wel de Christian Louboutin hak inclusief rode zool. Aangezien deze rode zool zo bekend is, kon deze als positiemerk ingeschreven worden bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Met deze merkregistratie kan Louboutin concurrenten weerhouden een andere hak met een rode zool op de markt te brengen. Onlangs dook de Louboutin-hak op bij het Hof van Justitie van Europese Unie (HvJEU), wegens een kwestie met platformgigant Amazon. In deze blog leg ik uit waar de kwestie precies over gaat, en vervolgens hoe het oordeel van het HvJEU luidt.

Wat ging eraan vooraf?

Amazon is een online platform waar waren en diensten worden aangeboden door zowel Amazon zelf als derde verkopers. Op Amazon wordt met enige regelmaat geadverteerd met hoge hakken met rode zool, zonder dat Louboutin hiervoor toestemming heeft gegeven. Om die reden spant Louboutin in 2019 twee rechtszaken aan in België en Luxemburg tegen Amazon. Zowel de Luxemburgse als Belgische rechter hebben prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU over deze kwestie. De vraag die hier onder meer werd gesteld, is of het gebruik van hakken met een rode zool in een verkoopaanbieding aan Amazon kan worden toegerekend, aangezien op de website een mix van eigen aanbiedingen en externe aanbiedingen te vinden is. Daarnaast zijn zij benieuwd, welke omstandigheden ten aanzien van de aansprakelijkheid in dat geval relevant zijn.

Antwoord op prejudiciële vragen

In haar oordeel geeft het HvJEU te kennen dat Amazon mogelijk verantwoordelijk gehouden kan worden voor de vermeende merkinbreuken in de verkoopadvertenties van derden. Dit heeft met name van doen met de wijze waarop de advertenties op het platform gepresenteerd worden. Amazon presenteert advertenties namelijk door elkaar, zonder dat daarbij een duidelijk onderscheid gemaakt wordt of de advertentie van Amazon of een externe verkoper is. Hierdoor kan de indruk worden gewekt dat een advertentie van Amazon afkomstig is in plaats van de externe verkoper. Als dit het geval is, kan Amazon verantwoordelijk gehouden worden voor de advertenties waarin namaak-Louboutin schoenen worden aangeboden.

Conclusie

Het is op dit moment nog afwachten of de nationale rechtbanken in België en Luxemburg het HvJEU-oordeel zullen volgen. In ieder geval geeft deze uitspraak een signaal af aan platforms die naast externe verkopers ook zelf producten aanbieden. Het is aanbevelenswaardig voor de platforms om de layout van de website te herzien, en daarbij te bekijken of een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de eigen advertenties en de aanbiedingen van derden. Op die manier kunnen zij aansprakelijkheid wegens merkinbreuk in advertenties van derde verkopers mijden. Heeft u vragen over het merkinbreuk of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op met een van onze specialisten. Britt van den Branden nieuw [post_title] => Een kwestie over schoenen: namaak Louboutin advertenties op Amazon [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-kwestie-over-schoenen-namaak-louboutin-advertenties-op-amazon [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-12 11:48:49 [post_modified_gmt] => 2023-01-12 10:48:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34251 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 34232 [post_author] => 65 [post_date] => 2023-01-11 09:44:48 [post_date_gmt] => 2023-01-11 08:44:48 [post_content] => Op de valreep van 2022 heeft het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (“EUIPO”) geoordeeld over een 17-tal merkaanvragen waarbij een afbeelding van het hoofd/gezicht van een persoon als merk is aangevraagd. Alle 17 merkaanvragen zijn door het EUIPO geweigerd wegens het missen van onderscheidend vermogen.

Model “Maartje Verhoef”

In een eerdere blog hebben we geschreven over de vereisten van een merkregistratie en het onderscheidend vermogen. Het onderscheidende vermogen van een merk moet worden beoordeeld met betrekking tot de waren of diensten waarvoor het merk wordt aangevraagd en de perceptie van het in aanmerking komende publiek.[1] Het merk moet het relevante publiek in staat stellen het merk te onderscheiden van die van andere ondernemingen of personen.[2] Het is dus per definitie niet onmogelijk om een portret als merk te registeren. Een voorbeeld hiervan is het hoofd/gezicht van model Maartje Verhoef welk als Europees merk is geregistreerd in 2018.

Afwijzing merkaanvragen door EUIPO

De merkaanvragen gaan om een natuurgetrouwe weergave van het hoofd/gezicht van een persoon (man of vrouw) voor een zwarte achtergrond en met zichtbare kenmerken zoals blauwe ogen, kort/lang zwart/bruin haar etc. Deze omschrijving van de kenmerken van het hoofd/gezicht van een persoon komt bij ieder hoofd/gezicht, min of meer, in verschillende kleuren en samenstellingen terug. Dat het een natuurgetrouwe weergave is, zou geen belemmering voor een aanvraag moeten vormen, mede gelet op het beeldmerk ‘Maartje Verhoef’. Onderscheidend vermogen Het EUIPO geeft aan dat de beeldmerken onderscheidend vermogen missen met betrekking tot de waren en diensten waarvoor zij zijn aangevraagd. Een aantal waren en diensten in deze uitspraak zijn:
  • (Klasse 9) elektronische publicaties, media content;
  • (Klasse 35) e-books, digitale kunstwerken, kunstwerken, boeken, foto’s;
  • (Klasse 41) culturele activiteiten, het organiseren en houden van congressen, seminars, symposia, lessen en workshop en musea.
De aangevraagde beeldmerken zijn volgens de aanvrager "artistieke impressies van een fotorealistische weergave van een persoon (waar geen foto’s van bestaan), gecreëerd door middel van Artificial Intelligence en 2D en 3D rendering". Het EUIPO gaat hier niet in mee. Volgens de bevindingen van het EUIPO zijn en/of lijken de aangevraagde beeldmerken op de hoofden/gezichten van historische figuren zoals Abel Tasman, Hildegard van Bingen, koningin Neferneferuaten Nefertiti en Dante Alighier. Er zijn geen kenmerken, noch gedenkwaardige of opvallende elementen aan de hoofden/gezichten die een minimum aan onderscheidend vermogen verlenen aan de aangevraagde beeldmerken. Hoewel ieder hoofd/gezicht uniek is, is dit niet voldoende om te spreken van onderscheidend vermogen voor de waren en diensten waarvoor het merk is aangevraagd. Uniciteit en onderscheidend vermogen zijn namelijk twee verschillende concepten. Daarnaast is het voor bepaalde waren en diensten ook een puur feitelijke verwijzing naar de betreffende beroemde persoon waar het teken op lijkt, aldus het EUIPO.

Oordeel EUIPO

Wat betreft de waren en diensten in de klassen 9, 35 en 41 is het niet ongebruikelijk dat deze diensten worden aangeboden met een afbeelding van de persoon waar het bij deze diensten om gaat. Bijvoorbeeld publicaties, (e-)boeken, foto’s, seminars of workshops over het leven van de betreffende bekende persoon. Het EUIPO concludeert hierdoor dat er geen reden is om aan te nemen dat de consument, als zij daar niet over geïnformeerd is, het teken zal opvatten als een merk waarmee een bepaalde commerciële herkomst wordt aangeduid.

Conclusie

Het is mogelijk om een hoofd/gezicht als merk te registeren. In een dergelijk geval zal rekening gehouden moeten worden met óf het hoofd/gezicht lijkt op een historisch of bekend persoon én de waren en diensten waarvoor het hoofd/gezicht als merk wordt aangevraagd. Het is in principe dus mogelijk om je eigen gezicht als merk te registeren. Wilt u een merkregistratie of wilt u meer weten over de mogelijkheden? Neem dan contact op met een van onze specialisten. [1] T-348/02, ‘Quick’, EU:T:2003:318. [2] T-81/16, ‘a pair of curved strips on the side of a tire’, EU:T:2017:463 Mustafa Kahya nieuw [post_title] => Een portret als merk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-portret-als-merk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-11 10:01:56 [post_modified_gmt] => 2023-01-11 09:01:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34232 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 34200 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-01-10 17:00:25 [post_date_gmt] => 2023-01-10 16:00:25 [post_content] => Hoewel het auteursrecht een nationaal recht is, worden auteursrechtelijk beschermde werken ook vaak in andere landen verkocht. De komst van het internet heeft deze ontwikkeling verder in de hand gewerkt. Echter, deze internationale kwesties leveren zo zijn eigen praktische implicaties op. De vragen die in dit soort zaken vaak om de hoek komen kijken zijn: (1) welke rechter is bevoegd en (2) welk recht is van toepassing op het geschil. Deze eerste vraag kwam recentelijk nog aan bod in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het ging hier om een vermeende auteursrechtinbreuk op een reisdagboek.

Wat ging eraan vooraf?

De eiser in deze zaak publiceerde in 2018 een reisdagboek. Het reisdagboek vermeldt op iedere pagina een land, waar men een persoonlijke reiservaring aan toe kan voegen. Daarnaast bevat het reisdagboek verschillende opdrachten, to-do lists en een wereldkaart waarmee bijgehouden kan worden welke landen allemaal zijn bezocht. De gedaagde in deze zaak heeft het desbetreffende reisdagboek aangeschaft. Via Instagram heeft eiser vervolgens aan de gedaagde gevraagd of het reisdagboek op bepaalde punten verbeterd zou kunnen worden. Hierop stelde gedaagde voor om het Verenigd Koninkrijk in de nieuwe versie van het dagboek op te splitsen. Op die manier zou onder meer Noord-Ierland een eigen pagina met reistips krijgen. Vervolgens brengt gedaagde zelf in 2021 een reisboek uit over Noord-Ierland, dat sterke gelijkenissen vertoont met het reisdagboek van eiser. Om die reden vordert eiser een schadevergoeding wegens schending van haar auteursrechten.

Het oordeel van de rechtbank

Voordat de rechter de kwestie inhoudelijk gaat behandelen, gaat zij in op de vraag of de rechter überhaupt bevoegdheid is kennis te nemen van het geschil. Hierbij wordt onderstreept dat deze zaak een internationaal karakter heeft. De eiser is namelijk woonachtig in Nederland en de gedaagde in het Verenigd Koninkrijk. Aangezien het Verenigd Koninkrijk niet langer onderdeel uitmaakt van de EU, kan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet beantwoord worden aan de hand de Brussel I-bis verordening. Deze EU-verordening omvat o.a. regels omtrent welke rechter in internationale kwesties bevoegd is. De rechtbank moet dus terugvallen op het Nederlandse recht om haar bevoegdheid te bepalen. Op grond van artikel 6 sub e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Nederlandse rechter onder meer rechtsmacht, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voor gedaan. Dat is volgens de eiser hier het geval, aangezien haar verkopen sterk zijn gedaald in het gebied waar gedaagde actief was. De verkoopcijfers die door eiser zijn aangedragen hebben echter alleen betrekking op de verkoop in het Verenigd Koninkrijk, niet in Nederland. Om die reden is de rechter van oordeel dat de enkele omstandigheid dat er schade in Nederland is geleden, die voortvloeit uit de geleden schade en verlies in het Verenigd Koninkrijk, geen bevoegdheid van de Nederlandse rechter oplevert. Dat internationale toeristen die naar Noord-Ierland op vakantie gaan, geen interesse meer zouden hebben in haar reisdagboek maakt dat niet anders. Deze omstandigheid zorgt namelijk niet voor schade in Nederland. De rechter verklaart zich dus onbevoegd om kennis te nemen van het geschil. Daarbij wordt de eiser als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Conclusie

Nu IE-rechtelijke kwesties steeds vaker in internationaal verband plaatsvinden, is het goed te bezien of de Nederlandse rechter wel bevoegd is kennis te nemen van een bepaald geschil. Dit onder meer met het oog op het voorkomen van onnodige juridische kosten. Heeft u een vraag over een auteursrechtelijke kwestie met een internationaal karakter, of een andere vraag over het intellectueel eigendomsrecht? Neem contact op met een van onze specialisten. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => De Nederlandse rechter onbevoegd in geschil over reisdagboek [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-nederlandse-rechter-onbevoegd-in-geschil-over-reisdagboek [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-10 17:00:52 [post_modified_gmt] => 2023-01-10 16:00:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34200 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 34274 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-01-10 16:54:14 [post_date_gmt] => 2023-01-10 15:54:14 [post_content] => Het Europees Parlement wil een verplichte impact assessment mensenrechten voor high risk AI toepassingen invoeren. Het Europees Parlement onderhandelt over aanpassingen op het voorstel voor een AI Act (AI-verordening). In 2021 heeft de Europese Commissie een voorstel hiervoor gedaan. Eind 2022 hebben de Lid-Staten een aangepaste tekst voorgesteld. Nu moet het Europees Parlement met haar voorstel tekst komen. Vervolgens gaan de drie partijen in onderhandeling over een definitieve tekst. Het Europees Parlement stelt voor om het concept van de Commissie op een aantal punten te wijzigen. In het EP voorstel zijn een aantal extra verplichtingen voor de gebruikers van high-risk AI-systemen opgenomen, waaronder de verplichting om een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA) uit te voeren. Het IAMA is ontwikkeld door de Universiteit Utrecht op verzoek van het ministerie van BZK. In 2022 is een Tweede Kamer motie aangenomen waarin wordt voorgesteld om een IAMA voor bepaalde algoritmes verplicht te stellen. In deze blog zullen een aantal van de voorgestelde wijzigingen nader worden toegelicht.

Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA)

De meest opvallende wijziging ten opzichte van het Commissie voorstel, ziet men terug in de nieuwe bepalingen waarin een Fundamental Rights Impact Assessment (ook wel: Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes, “IAMA”) voor de gebruikers van high-risk toepassingen verplicht wordt gesteld. Bij het uitvoeren van een IAMA moet de gebruiker van een high-risk systeem (o.a.) de volgende aspecten in acht nemen: I. het doel waarvoor het systeem wordt gebruikt; II. de geografische reikwijdte en (tijds)duur van het gebruik; III. welke (categorieën van) personen negatieve gevolgen kunnen ondervinden door het gebruik, waarbij in het bijzonder aandacht wordt gevraagd voor gemarginaliseerde groepen; IV. de wijze waarop de negatieve gevolgen voor de grondrechten zullen worden beperkt/gemitigeerd. Gebruikers moeten bovendien de bevoegde nationale autoriteiten informeren over het feit dat zij een IAMA moeten verrichten. Deze instanties krijgen tenminste zes weken de tijd om een eigen oordeel te vormen en/of input te leveren. Tot slot, geldt voor overheidsinstanties de verplichting dat zij het resultaat van de IAMA publiceren in een (centraal) algoritmeregister.

Verplichtingen voor gebruikers van high-risk toepassingen

In het EP voorstel voor de tekst van de AI Act (AI-verordening) wordt niet alleen de IAMA verplicht gesteld: er worden ook nog een aantal andere verplichtingen in het leven geroepen voor de gebruikers van high-risk Ai-systemen. Hierna volgt een korte samenvatting van de meest ingrijpende wijzigingen: I. De gebruikers van high-risk AI-systemen moeten ervoor zorgen dat er adequate cybersecuritymaatregelen zijn getroffen, ten einde de robuustheid van de AI-toepassing te garanderen. Deze maatregelen moeten bovendien periodiek worden geëvalueerd. II. Voor zover de gebruiker controle kan uitoefenen over de high-risk toepassing, dient deze de mogelijke nadelige gevolgen in kaart te brengen en de risicobeperkende maatregelen te beoordelen. III. Indien een gebruiker constateert dat een high-risk toepassing eveneens een risico inhoudt voor de gezondheid of veiligheid van mensen, dan wel voor de bescherming van hun grondrechten, dan moet de distributeur/leverancier van de AI-toepassing én de nationale toezichthouder onmiddellijk daarvan op de hoogte worden gebracht. IV. Gebruikers moeten ervoor zorgen dat – in de gevallen waarin dit door de AI Act (AI-verordening) wordt voorgeschreven – er sprake is van menselijk toezicht. Degene die daarmee zijn belast moeten eveneens over de nodige bekwaamheden beschikken om adequaat toezicht te garanderen. V. Voordat een high-risk toepassing op de werkvloer mag worden ingevoerd, moeten de gebruikers van het AI-systeem eerst in overleg treden met de werknemers en hun vertegenwoordigers. Deze partijen moeten niet alleen toestemming hebben gegeven voorafgaand aan de invoering van het systeem, maar zij moeten ook adequaat zijn geïnformeerd over het soort AI-systeem dat wordt gebruikt, het beoogde doel van het gebruik en welke beslissingen het systeem zal gaan nemen. VI. Gelet op de recente ontwikkelingen omtrent ChatGPT, wordt er nu ook een bepaling aan de AI Act (AI-verordening) toegevoegd die ziet op generatieve AI. Deze systemen kunnen output genereren op basis van menselijke input. De gebruikers van dergelijke systemen moeten voortaan vermelden dat de output/tekst is gegenereerd door een AI-systeem, tenzij de output aan menselijke beoordeling is onderworpen en de uitgever (redactionele) aansprakelijkheid aanvaardt. Wil je op de hoogte blijven van de meest actuele ontwikkelingen op het gebied van de juridische aspecten van AI? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief over de AI Act (AI-verordening). Dit kan via het onderstaande contactformulier. Mocht je al vragen hebben over de juridische aspecten van AI, neem dan contact op met Jos van der Wijst. [post_title] => Nieuwe compromistekst van AI Act (AI-verordening) maakt IAMA verplicht voor high-risk toepassingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nieuwe-compromistekst-van-ai-verordening-maakt-iama-verplicht-voor-high-risk-toepassingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 14:03:16 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 12:03:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34274 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 34213 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-01-06 15:42:06 [post_date_gmt] => 2023-01-06 14:42:06 [post_content] => Op 20 december 2022 heeft de daartoe bestemde commissie de hernieuwde versie van de Nederlandse Corporate Governance Code (NCGC) gepubliceerd. Deze nieuwste versie vervangt daarmee de versie die reeds in 2016 is opgesteld. In deze blog staan we eerst kort stil bij de Nederlandse Corporate Governance Code, om vervolgens de belangrijkste punten van de hernieuwde versie uiteen te zetten.

Corporate Governance Code

De NCGC is gericht op de governance van beursgenoteerde vennootschappen en geeft daarbij richtlijnen voor effectieve samenwerking en bestuur. De NCGC tracht hiermee met of in relatie tot wet- en regelgeving te bewerkstelligen dat Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen gebruikmaken van een deugdelijk en transparant stelsel van checks and balances en het daartoe reguleren van de verhoudingen tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering/aandeelhouders. Hiermee wordt met de NCGC de ‘best practice’ op het gebied van corporate governance weergegeven. Belangrijk daarbij is dat de NCGC op zichzelf staand een verplichting is om aan te voldoen, zij mogen daar echter wel van afwijken mits zij aangeven waarom zij niet de NCGC volgen.

Duurzame lange termijn waardecreatie

Een van de belangrijke wijzigingen in de hernieuwde NCGC is dat het bestuur verantwoordelijk is voor het op duurzame wijze creëren van waarde op de lange termijn. Hierbij dient het bestuur rekening te houden met de effecten van het handelen van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming op mens en milieu. Bij het bepalen van de strategie en het nemen van beslissingen staat de houdbaarheid en duurzaamheid daarvan op de lange termijn centraal en worden belangen van stakeholders zorgvuldig gewogen. Deze verantwoordelijkheid gaat echter niet zo ver dat dit ook een resultaatsverplichting inhoudt. Tot de duurzame lange termijn waardecreatie wordt ook gerekend dat de vennootschap beschikt over adequate interne risicobeheersings- en controlesystemen. Het bestuur is verantwoordelijk voor het identificeren en beheersen van de risico’s verbonden aan de strategie en de activiteiten van de vennootschap. Het bestuur legt verantwoording af over de effectiviteit van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen aan de raad van commissarissen.

Beleid voor diversiteit en inclusie

Een tweede doelstelling van de NCGC dat sprake is van effectief bestuur en toezicht. De NCGC stelt daaraan als voorwaarde dat het bestuur, de raad van commissarissen en het executive committee (indien aanwezig) zijn samengesteld op een wijze dat sprake is van een voor de vennootschap passende mate van diversiteit op het gebied van deskundigheid, ervaring, competenties, overige persoonlijke kwaliteiten, geslacht of genderidentiteit, leeftijd, nationaliteit en (culturele) achtergrond. De vennootschap dient daartoe te beschikken over een Diversiteit en Inclusie-beleid (D&I-beleid) ten behoeve van de onderneming. Dit D&I-beleid wordt vastgesteld door de raad van commissarissen ten aanzien van de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen. Het bestuur stelt op haar beurt het D&I-beleid vast voor het executive committee (indien aanwezig), de subtop en het overige werknemersbestand, na voorafgaande goedkeuring door de raad van commissarissen. De verslaggeving over het thema diversiteit en inclusie wordt verwacht uitgebreid te zijn.

Digitalisatie

Naast de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, wordt ook meer aandacht besteed aan de opkomst van technologische ontwikkelingen. Het is nu meer van belang dat vennootschappen bewust zijn van de risico’s op onder meer het gebeid van cybersecurity en daarop kunnen anticiperen. Hiervoor zal het bestuur en de raad van commissarissen moeten beschikken over voldoende kennis en ervaring over de digitalisering. Echter, ondernemingen zouden er ook voor kunnen kiezen om een commissaris met specifieke kennis op dit gebied aan te stellen. Het bestuur zal desalniettemin altijd in een rol blijven spelen in de beoordeling van de risico’s.

De toekomst

De bovenstaande wijzigingen in de NCGC zijn natuurlijk interessant, maar het aantal bedrijven dat ermee te maken krijgt is niet bijzonder groot natuurlijk. Toch geeft ons dit een kijkje in de toekomstige keuken voor niet beursgenoteerde bedrijven. Met name het onderwerp van duurzame lange termijn waardecreatie in combinatie met digitalisatie buitengewoon interessant, omdat het maar weer eens het belang onderstreept van het hebben van voldoende aandacht op digitalisatie. Niet voor niets tonen onderzoeken steeds vaker aan dat het aantal incidenten met cyberveiligheid meer en meer toenemen, terwijl er daarnaast nog te weinig bewustzijn is bij bestuurders op dit vlak. Dat dit ook voor niet beursgenoteerde genoteerde bedrijven belangrijk is zien we ook terug op Europees niveau. Recent is er door de Europese Raad nog de NIS2 richtlijn aangenomen. Hierin worden de eisen voor cyberbeveiliging nog eens opgeschroefd en is deze voor nog meer sectoren van toepassing ten opzichte van de vorige NIS richtlijn. Kortom, tijd om nog eens goed na te denken hoe in 2023 meer aandacht kan worden geschonken aan cyberveiligheid/weerbaarheid. Wij helpen daarbij graag mee om goed voorbereid te zijn op al deze onderwerpen en hoe deze van toepassing zijn op uw organisatie.

Afsluitende opmerkingen

De hernieuwde NCGC treedt in werking vanaf het boekjaar dat op of na 1 januari 2023 begint. De commissie raadt vennootschappen dan ook aan te bekijken of het noodzakelijk is wijzigingen door te voeren in statuten en/of reglementen ten behoeve van de hernieuwde code. Heeft u vragen? Neem contact op met een van onze specialisten. Jos van der Wijst [post_title] => De komst van de hernieuwde Nederlandse Corporate Governance Code [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-komst-van-de-hernieuwde-nederlandse-corporate-governance-code [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:57:44 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:57:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34213 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 34173 [post_author] => 71 [post_date] => 2023-01-04 10:35:05 [post_date_gmt] => 2023-01-04 09:35:05 [post_content] => Als iemand inbreuk maakt op jouw auteursrecht, dan kun je een schadevergoeding vorderen. Maar wat is dan een redelijk bedrag om te vorderen? Het is belangrijk om dat goed te onderbouwen. Dat bleek maar weer uit enkele recente rechtszaken, waarin zonder toestemming foto’s op een website waren geplaatst. In de betreffende rechtszaken baseerden de eisers de hoogte van het bedrag op de tarieven van Stichting BeeldAnoniem. Deze Stichting zorgt ervoor dat beeldmateriaal waarvan de rechthebbende niet bekend is alsnog gebruikt kan worden, tegen een vergoeding. Sommige rechthebbenden gebruiken dit tarief als schadevergoeding. Om een idee te krijgen: Stichting Beeld rekent voor het gebruik van een foto voor een jaar op een commerciële website € 360. In de betreffende procedures kwam naar voren dat de eisers in de praktijk lagere tarieven gebruiken voor hun foto’s. Daarbij betwistten de gedaagden gemotiveerd waarom Stichting BeeldAnoniem geen goede onderbouwing voor de schadevergoeding is. Het gevolg was dat eiser en gedaagde beide gedeeltelijk in het gelijk werden gesteld (wel inbreuk, maar een te hoge schadevordering) en dat beide hun eigen proceskosten van meerdere duizenden euro’s moesten dragen. Als iemand auteursinbreuk maakt op jouw werk, lijkt het misschien aantrekkelijk om een hoge schadevordering in te stellen. Maar als je die niet kunt onderbouwen, kun je alsnog (gedeeltelijk) aan het kortste eind trekken. In deze zaken hadden de eisers een (veel) te hoge schadevordering, die niet goed was onderbouwd en door de andere partij gemotiveerd was betwist. Als gevolg werd een veel lager schadebedrag toegewezen en moesten ze hun eigen proceskosten betalen. Als de eisers een realistische schade hadden gevorderd, onderbouwd met feiten, waren ze ook op dat punt in het gelijk gesteld en had de gedaagde hun proceskosten moeten betalen. Krijgt u ook te maken met auteursrechtinbreuk? Neem contact op met een van onze specialisten! Yvonne Vetjens 1 [post_title] => Auteursrechtinbreuk, schadevergoeding en proceskosten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => auteursrechtinbreuk-schadevergoeding-en-proceskosten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-04 10:38:35 [post_modified_gmt] => 2023-01-04 09:38:35 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34173 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 34066 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-22 14:42:16 [post_date_gmt] => 2022-12-22 13:42:16 [post_content] => Sinds 21 december 2022 kan iedereen via www.algoritmes.overheid.nl opzoeken welke algoritmes overheidsorganisaties gebruiken in hun werk. Uitgangspunt is dat overheidsorganisaties zelf verantwoordelijk zijn voor het opstellen en het beheer van een algoritmeregister. Dit centrale algoritmeregister zorgt ervoor dat burgers op één plek alle gepubliceerde algoritmes kunnen vinden.

Wat is het doel van het register?

Door middel van dit register wil het kabinet zorgen voor transparantie over algoritmes die door bestuursorganen worden gebruikt en hun toepassing. Hierdoor kan gecontroleerd worden of de algoritmes niet discrimineren of willekeurige beslissingen nemen. Het register stelt de burgers in staat om de overheid kritisch te volgen en te bevragen of zij zich aan de regels houdt. Ook is het register bedoeld om bij te dragen aan het beter uitlegbaar maken van de toepassing en uitkomst van algoritmes. Een kanttekening hierbij is dat het register een eerste versie is en verder moet worden doorontwikkeld. Deze doorontwikkeling houdt in dat de overheid andere overheidsorganisaties stimuleert om algoritmes te publiceren, maar ook de verplichtstelling voor de publicatie voorbereidt. In het kader van de AI Act (AI-verordening) zal de overheid kijken naar die verplichtstelling en verdere eisen, vooral met betrekking tot hoog-risico algoritmes. Wij houden de ontwikkelingen over het algoritmeregister en de AI Act (AI-verordening) nauw in de gaten en zullen hier verder over berichten wanneer er interessante veranderingen plaatsvinden. Mocht je vragen hebben over het algoritmeregister of de juridische aspecten van AI, neem dan contact op met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst 1 [post_title] => Algoritmeregister van de Nederlandse overheid [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => algoritmeregister-van-de-nederlandse-overheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 12:31:55 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 10:31:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34066 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 34323 [post_author] => 67 [post_date] => 2023-01-16 14:38:00 [post_date_gmt] => 2023-01-16 13:38:00 [post_content] => In een recente uitspraak van Rechtbank Rotterdam d.d. 30 december 2022 heeft de rechtbank geoordeeld dat Freem Concepts B.V. (hierna: “Freem”) niet meer onder de betaling van een factuur uitkomt, omdat zij te laat kenbaar heeft gemaakt dat zij ontevreden was over de geleverde prestatie.

Feiten

Freem heeft een overeenkomst van opdracht gesloten met een monteur voor het verrichten van werkzaamheden aan elektra. Een medewerker van Freem heeft na afloop van de werkzaamheden van de monteur een werkbon getekend. De monteur heeft voor zijn werkzaamheden vervolgens facturen gestuurd aan Freem. De facturen worden niet voldaan, ook niet na een betaalherinnering. Pas na de ontvangst van de betaalherinnering klaagt Freem over de deugdelijkheid van de verrichte werkzaamheden. Is dat te laat en moet zij de factuur ondanks de klachten dus gewoon betalen?

Klachtplicht

Artikel 6:89 BW bepaalt dat een schuldeiser op een gebrek in een prestatie geen beroep meer kan doen als hij niet binnen ‘bekwame tijd’ heeft geklaagd. Hiermee wordt beoogd degene die de prestatie verricht, in dit geval de monteur, te beschermen. De gedachte hierachter is dat een schuldeiser niet al te lang in onzekerheid moet verblijven over kwaliteit van zijn werkzaamheden en de betaling van zijn factuur. Kortom: als er te laat wordt geklaagd, dan kan niet meer onder betaling worden uitgekomen. Voor meer informatie over de klachtplicht verwijzen wij u naar onze blog ‘De klachtplicht van artikel 6:89 BW nader beschouwd’.

Klachttermijn

De rechtbank oordeelde dat Freem te laat was met klagen, omdat zij dat pas deed nadat zij een aanmaning had ontvangen. Bovendien had een medewerker van Freem de werkbon al voor akkoord ondertekend. Het verweer van Freem dat zij de werkbon uitsluitend heeft ondertekend voor de aanwezigheid van de monteur slaagt niet. De rechtbank oordeelt dat Freem door ondertekening van de werkbon akkoord is gegaan met het aantal uur dat de monteur heeft gewerkt en de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden. Als Freem klachten had over de productiviteit van de monteur en de kwaliteit van de werkzaamheden, dan had zij dat volgens de rechtbank direct kenbaar moeten maken op de werkbon.

Tips voor de praktijk

Deze uitspraak bewijst dat het ondertekenen van een werkbon verregaande consequenties kan hebben. Bestaat twijfel over het aantal uur dat is gewerkt, de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden of heeft u dat simpelweg ten tijde van het ondertekenen van de werkbon nog niet kunnen controleren, maakt dit dan kenbaar op de werkbon. Op die manier worden geen rechten verspeeld en wordt voorkomen dat betaald moet worden voor ondeugdelijk geleverde prestaties. Remco de Jong nieuw 1 [post_title] => Klaag direct bij ontevredenheid over geleverde prestatie [post_excerpt] => Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat. Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een [post_status] => publish [comment_status] => closed [ping_status] => closed [post_password] => [post_name] => klaag-direct-bij-ontevredenheid-over-geleverde-prestatie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-01-16 15:48:41 [post_modified_gmt] => 2023-01-16 14:48:41 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://im-52201 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 51c8d9be4095e88f442af805be858827 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat. Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een
Lees meer
Als bij een inschrijving het voorgeschreven ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) ontbreekt is uitsluiting van de procedure het onvermijdelijke lot van de inschrijver. Een vonnis van de...
Lees meer
Vergunnen "kruimelgeval' Op het moment dat een [bouw]aanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, móet de gemeente beoordelen of er toch een vergunning kan worden verleend [art. 2.10 lid 2 Wabo]....
Lees meer
Een van de meest iconische hakken allertijden is misschien wel de Christian Louboutin hak inclusief rode zool. Aangezien deze rode zool zo bekend is, kon deze als positiemerk ingeschreven worden...
Lees meer
Op de valreep van 2022 heeft het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (“EUIPO”) geoordeeld over een 17-tal merkaanvragen waarbij een afbeelding van het hoofd/gezicht van een persoon...
Lees meer
Hoewel het auteursrecht een nationaal recht is, worden auteursrechtelijk beschermde werken ook vaak in andere landen verkocht. De komst van het internet heeft deze ontwikkeling verder in de hand gewerkt....
Lees meer
Het Europees Parlement wil een verplichte impact assessment mensenrechten voor high risk AI toepassingen invoeren. Het Europees Parlement onderhandelt over aanpassingen op het voorstel voor een AI Act (AI-verordening). In...
Lees meer
Op 20 december 2022 heeft de daartoe bestemde commissie de hernieuwde versie van de Nederlandse Corporate Governance Code (NCGC) gepubliceerd. Deze nieuwste versie vervangt daarmee de versie die reeds in...
Lees meer
Als iemand inbreuk maakt op jouw auteursrecht, dan kun je een schadevergoeding vorderen. Maar wat is dan een redelijk bedrag om te vorderen? Het is belangrijk om dat goed te...
Lees meer
Sinds 21 december 2022 kan iedereen via www.algoritmes.overheid.nl opzoeken welke algoritmes overheidsorganisaties gebruiken in hun werk. Uitgangspunt is dat overheidsorganisaties zelf verantwoordelijk zijn voor het opstellen en het beheer van...
Lees meer