WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 35
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 35
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 340, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 35197
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-03-07 09:07:38
[post_date_gmt] => 2023-03-07 08:07:38
[post_content] => Rookverbod in zorginstellingen
Sinds 1 juli 2021 geldt een rookverbod in (semi)publieke en openbare gebouwen op grond van de Tabaks- en Rookwarenwet. Dit geldt ook voor de gezondheidszorg. Het is echter niet verplicht om een rookverbod in te stellen in privéruimten van cliënten en in de open lucht. Toch voeren sommige zorginstellingen een rookverbod in dat ook roken op het terrein of in privéruimten verbiedt. In onderstaande zaak klaagden cliënten over het rookverbod.
Het geschil
In de huisregels van een GGzE-instelling was opgenomen dat in alle gebouwen een rookverbod geldt. Vanaf 1 juli 2022 is het tevens niet toegestaan om op het terrein van de zorginstelling en in de privéruimten te roken.
Verschillende cliënten dienden vervolgens een klacht in bij de klachtencommissie tegen het rookverbod.
Volgens de klachtencommissie valt het binnen de beleidsvrijheid van de GGzE om de verplichting uit de Tabaks- en Rookwarenwet ook in te voeren voor de cliënten. Hierdoor werden de bepalingen in de huisregels (die het voorheen mogelijk maakten om nog wel in de directe omgeving van de instelling te kunnen roken) niet langer van kracht, aldus de klachtencommissie.
De klachtencommissie heeft zichzelf hierdoor onbevoegd verklaard. Een klacht over de huisregels kan immers op grond van art. 10:3 Wvggz alleen aan de klachtencommissie worden voorgelegd, indien deze nog van kracht zijn. De cliënten verzoeken vervolgens de rechtbank om de klacht alsnog gegrond te verklaren.
Het oordeel van de rechter
Allereerst oordeelt de rechter dat hij op grond van deze procedure het rookbeleid niet kan terug draaien. De rechtbank kan namelijk op grond van de Wvggz alleen een oordeel geven over de klacht en niet over het beleid.
Het rookverbod voor roken in de open lucht is niet opgenomen in de huisregels. Het gevolg is dus dat de klacht niet ziet op het nakomen van een verplichting of beslissing op grond van de huisregels. De rechtbank kan dit onderdeel van de klacht dus niet inhoudelijk beoordelen op grond van art. 10:3 Wvggz.
Ten aanzien van het roken op de eigen kamer oordeelt de rechter als volgt. In art. 6.2 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit is bepaald dat de verplichting voor een rookverbod niet geldt voor ruimten waar geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer, zoals de privékamers van cliënten.
Dit leidt echter niet tot de conclusie dat op grond van de huisregels van de zorginstelling wel op de privékamers gerookt mag worden. Er zijn dus geen huisregels over roken op de privékamer, waardoor de rechtbank ook dit onderdeel van de klacht niet inhoudelijk kan beoordelen.
Rookvrije zorg
In het Nationaal Preventieakkoord is vastgelegd dat in 2030 de gehele zorg rookvrij is. Het afschaffen van (gemeenschappelijke) rookruimtes in alle sectoren is een van de maatregelen uit het Preventieakkoord. Dit krijgt ook onder meer vorm door het ondersteunen van werknemers en cliënten bij het stoppen met roken.
In bovenstaande zaak was het echter niet mogelijk voor de rechter om een inhoudelijk oordeel te geven over de klacht. Het rookverbod van de zorginstelling blijft van kracht.
Heeft u als zorginstelling vragen over een klacht of over huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust contact met ons op!
ECLI:NL:RBOBR:2023:629
ECLI:NL:RBOBR:2023:634
[post_title] => Rechter mag niet toetsen aan rookbeleid zorginstelling
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechter-mag-niet-toetsen-aan-rookbeleid-zorginstelling
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:01:42
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:01:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35197
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 35188
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-03-06 11:03:44
[post_date_gmt] => 2023-03-06 10:03:44
[post_content] => Ook slogans kunnen beschermd worden. Maar wat zijn slogans nu precies, hoe worden ze beschermd en wanneer is het niet mogelijk om een slogan te beschermen? Deze vragen zullen hieronder worden beantwoord.
Slogan
Een slogan, een slagzin, een pakkende tekst met een kernachtige boodschap. Een slogan wordt door een onderneming gebruikt om met een korte boodschap haar verhaal te doen én in de gedachte van de consument te blijven hangen.
Bescherming van slogans
Met een slogan wil je pakkend zijn én duidelijk maken waar het om gaat. Op dit punt ontstaan er nog wel eens problemen.
Een slogan wordt beschermd middels een merkrecht. Een merk mag niet beschrijvend zijn voor de waren en/of diensten waarvoor het merk wordt geregistreerd. Als marketeer zou je dit echter wel willen. Als een slogan niet onderscheidend is, dus als het opgevat kan worden als een louter promotionele of aanprijzende zinsnede, komt het niet in aanmerking voor een merkregistratie.
Een slogan kan onderscheidend zijn als:
- Het een woordspeling bevat; of
- Het bijzonder origineel, fantasievol, verrassend of onverwachts is; of
- Het een cognitief proces triggert of een interpretatieve inspanning vereist van de consument.
Om een slogan onderscheidend te maken kan gebruik worden gemaakt van
ongebruikelijke syntactische structuren of gebruik van stijlfiguren zoals
alliteraties of metaforen[1].
Voorbeelden
Als een slogan onderscheidend genoeg is, kan het als merk worden geregistreerd. Enkele voorbeelden daarvan zijn ‘Ti Amo” (
ik hou van jou) voor alcoholische dranken. Alcoholhoudende dranken hebben geen primaire doelstelling voor het versturen van liefdesboodschappen.
“Wet dust can’t fly” (
nat stof kan niet vliegen) voor o.a. stofzuigmachines. ‘Nat stof’ is een tegenstrijdigheid, en is daardoor voldoende
fantasievol om onderscheidend vermogen te hebben.
“Save Our Earth Now” (
red onze aarde nu) daarentegen is slechts een
waarde statement of politiek motto waardoor het geen onderscheidend vermogen heeft.
Rechtspraak
Onlangs is de aanvraag van de slogan “Sustainability through Quality” (
Duurzaamheid door kwaliteit) afgewezen.
[1] Volgens de Kamer van Beroep (“
Kamer”) had de slogan geen enkel onderscheidend vermogen. Meer specifiek, de Kamer is van mening dat “
het relevante publiek de slogan zou opvatten als een reclameslogan en niet als aanduiding van de herkomst van de waren”. Ook het Europese Gerecht vindt dat de slogan door het relevante publiek zal worden opgevat als een promotiezin,
vanwege de intrinsieke betekenis ervan, en niet als commerciële oorsprong.
Ook “OTHER COMPANIES DO SOFTWARE WE DO SUPPORT” is afgewezen.
[2] Het Europees Gerecht concludeerde ook in dit geval dat de slogan door het relevante publiek zal worden opgevat als een promotiezin vanwege de intrinsieke betekenis ervan. De slogan was namelijk aangevraagd voor
advies en technische ondersteuning en onderhoud van computersoftware, waardoor het
geen onderscheidend vermogen heeft voor de betreffende diensten.
Vragen?
Het bedenken van een creatief en pakkend slogan is een opgave op zichzelf, waarbij dus ook rekening dient te worden gehouden met de juridische aspecten mocht je de slogan willen beschermen.
Wil je meer weten of
merken of slogans? Neem dan geheel vrijblijvend contact op met
Mustafa Kahya (
kahya@bg.legal).
[1] ECLI:EU:C:2010:29, Audi/BHIM (Vorsprung durch Technik)
[2] ECLI:EU:T:2023:29
[3] ECLI:EU:T:2023:76
[post_title] => Bescherming van slogans
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bescherming-van-slogans
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-03-06 11:03:44
[post_modified_gmt] => 2023-03-06 10:03:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35188
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 35007
[post_author] => 17
[post_date] => 2023-03-02 13:00:00
[post_date_gmt] => 2023-03-02 12:00:00
[post_content] =>
In hoeverre kan de raad van toezicht van een stichting aansprakelijk worden gehouden als een derde schade lijdt door toedoen van die stichting? In deze uitspraak gaat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in op de aansprakelijkheid van (de leden van) een raad van toezicht.
Een man heeft aan een zorgstichting leningen verstrekt en een
belastingschuld van de stichting betaald. De stichting is later op eigen aangifte failliet verklaard en het
faillissement is afgewikkeld. De man eist het geleende bedrag (€ 286.388) terug en spreekt twee bestuursleden en een lid van de raad van toezicht daarop aan. Hij verwijt deze leden onbehoorlijk bestuur respectievelijk onbehoorlijke taakvervulling als toezichthouder: zij hebben onrechtmatig gehandeld en zijn wat hem betreft aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
Niet wettelijk geregeld
In deze uitspraak gaat het hof Arnhem-Leeuwarden in op de
aansprakelijkheid van een raad van toezicht. De taakvervulling en aansprakelijkheid van de raad van toezicht van een stichting zijn niet wettelijk geregeld; taken en bevoegdheden staan doorgaans in de statuten. De
raad van toezicht is niet zelf gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de onder toezicht staande rechtspersoon, maar moet zich laten inlichten, het bestuur adviseren en zo nodig ingrijpen. Daarbij mag de raad van toezicht in beginsel afgaan op de door het bestuur verstrekte informatie en ervan uitgaan dat die volledig en juist is. Het toezicht moet wel intensiever worden bij een slechte financiële situatie: dan moet de raad van toezicht aanvullende informatie vragen, kritische vragen stellen en doorvragen. Ook moet de raad van toezicht dan frequenter vergaderen, afzonderlijk en met het bestuur.
Ernstig persoonlijk verwijt
De leden van een raad van toezicht van een stichting kunnen ook – op grond van onrechtmatige daad – aansprakelijk zijn tegenover derden. De hoofdregel is dat deze leden in beginsel niet in privé aansprakelijk zijn voor een handelen of nalaten van de stichting dat uitsluitend de stichting als zodanig kan worden toegerekend. Op die hoofdregel bestaat dus een uitzondering: als leden van de raad van toezicht zélf een
onrechtmatige daad plegen, waarvan hen een voldoende ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.
Geen onbehoorlijk toezicht
In deze zaak oordeelt het gerechtshof dat de bestuurders zich niet onbehoorlijk hebben gedragen. In zo’n geval kan ook niet worden gezegd dat een lid van de raad van toezicht
onvoldoende toezicht heeft gehouden en dus zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Het toezicht op het handelen en nalaten van het bestuur heeft dan dus ook niet gefaald en het lid van de raad van toezicht kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade die de verstrekker van het geld hier stelt te hebben geleden.
ECLI:NL:GHARL:2022:11162
[post_title] => Raad van toezicht niet snel aansprakelijk voor handelen rechtspersoon
[post_excerpt] => In hoeverre kan de raad van toezicht van een stichting aansprakelijk worden gehouden als een derde schade lijdt door toedoen van die stichting? In deze uitspraak gaat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in op de aansprakelijkheid van (de leden van) een
[post_status] => publish
[comment_status] => closed
[ping_status] => closed
[post_password] =>
[post_name] => raad-van-toezicht-niet-snel-aansprakelijk-voor-handelen-rechtspersoon
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-03-02 14:23:18
[post_modified_gmt] => 2023-03-02 13:23:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://im-52319
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 35038
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-02-27 09:26:09
[post_date_gmt] => 2023-02-27 08:26:09
[post_content] => In een eerdere
bijdrage is kort ingegaan op het arrest van het Hof van Justitie waarin is bepaald dat het is toegestaan dat opdrachten voor sociale diensten (denk aan maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) alleen wordt gegund aan organisaties die geen winstoogmerk hebben.
Wie het meerdere mag, mag ook het mindere. In een recente
uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is onder meer overwogen dat de door de gemeenten gehanteerde eis over winstnormering, is toegestaan.
Waar gaat het om?
De inkooporganisatie Noord-Veluwe, een samenwerkingsverband van diverse gemeenten, organiseert een
openbare procedure met Europese aankondiging in het sociaal domein, genaamd “aanbesteding Wmo-maatwerkvoorzieningen Begeleiding Groep”. Een zorgaanbieder klaagt onder meer over de voorschriften tot het tegengaan van excessieve winsten. Het hof in hoger beroep wijst deze klacht af.
De grief van de zorgaanbieder betreft de sobere besteding van zorggelden en meer in het bijzonder het uitgangspunt in paragraaf 13 van het programma van eisen dat de gemeenten winsten van meer dan 8% niet accepteren, dat zij in voorkomend geval nadere informatie zullen opvragen en uiteindelijk sancties kunnen opleggen.
De Zorgaanbieder stelt dat de voorwaarde
onvoldoende verband houdt met het voorwerp van de opdracht. Immers, bij grote organisaties kan het zijn dat zij actief zijn op verschillende terreinen, waaronder terreinen die niets te maken hebben met deze opdracht. Het is dan niet proportioneel aldus de zorgaanbieder, dat de winsten die op die andere terreinen worden behaald onder de winstnormering in paragraaf 13 van het programma van eisen vallen. Verder stelt de Zorgaanbieder dat in het toezicht op de rechtmatige besteding van Wmo-gelden op publiekrechtelijke wijze is voorzien en dat de door de gemeenten voorgestelde contractuele regeling de publiekrechtelijke regelgeving op onaanvaardbare wijze doorkruist.
Het hof overweegt als volgt. De strekking van paragraaf 13 uit het programma van eisen is dat het behalen van excessieve winsten met de uitvoering van de opdracht onwenselijk is. Zou het voorkomen dat een zorgaanbieder meer dan 8% winst zou behalen en dat die winst in overwegende mate is behaald met een andere activiteit dan, in dit geval, de uitvoering van Wmo-maatwerk-voorzieningen Begeleiding groep op basis van het contract met de gemeenten, dan volgt uit een objectieve uitleg van de aan de orde zijnde bepaling uit het programma van eisen, dat er dan geen sprake is van een excessief hoge winst en het niet sober omgaan met Wmo-geld. In zo’n geval zouden de gemeenten aldus het hof, niet de in paragraaf 13 van het programma van eisen bedoelde sancties (audits, terugvordering van declaraties en beëindiging van het contract) kunnen toepassen.
De gemeenten hebben erop gewezen dat
fraude met zorggelden hoog op de politieke agenda staat, dat er grote zorgen bestaan over de hoge winsten die zorgaanbieders soms behalen en dat de Algemene Rekenkamer en de regering aan gemeenten hebben aanbevolen dat zij het voorkomen van bovenmatige winsten verder tegengaan door naast het toezichtinstrumentarium dat al bestaat daarover contractuele voorzieningen te treffen met de zorgaanbieders. In het licht van dit verweer aldus het hof, kan niet worden volgehouden dat de gemeenten met de bewuste bepaling in het programma van eisen de publiekrechtelijke regeling op een onaanvaardbare wijze doorkruisen.
Conclusie
Winstnormering in het sociaal domein is
aanvaardbaar. Uiteraard moet het wel gaan om winsten die te relateren zijn aan de uitvoering van met gemeenten overeengekomen uitvoering van zorg waar publieke gelden mee zijn gemoeid. Zorgaanbieders die een winstoogmerk hebben en ook op andere terreinen actief zijn, kunnen dus nog altijd op die andere terreinen zeker naar winstmaximalisatie streven.
[post_title] => Winstnormering in het sociaal domein is toegestaan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => winstnormering-in-het-sociaal-domein-is-toegestaan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-27 09:26:09
[post_modified_gmt] => 2023-02-27 08:26:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35038
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 35066
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-02-24 10:24:05
[post_date_gmt] => 2023-02-24 09:24:05
[post_content] =>
Maakt een beknopte omschrijving van een medische behandeling op de factuur een inbreuk op de privacy?
Op 10 januari jl. deed het gerechtshof Amsterdam uitspraak. Een vrouw vordert een schadevergoeding wegens
schending van de AVG en de geheimhoudingsplicht. Bij de incassoprocedure is gebruik gemaakt van een factuur met een beknopte omschrijving van de behandeling.
Wat speelde er?
Een vrouw had in maart 2018 een medische behandeling ondergaan bij een medisch centrum. Voor de behandeling was een factuur naar de vrouw gestuurd. Nadat zij die niet betaalde werd door een incassoburo een betalingsherinnering toegezonden met de volgende omschrijving van de behandeling:
“099899060 1 of 2 polikliniekenbezoek/consultaties op afstand bij hartfalen of andere hartaandoening”
Ook de betalingsherinnering werd niet betaald door de vrouw. Het medisch centrum heeft toen de
vordering overgedragen aan de incassant.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de rechtbank klaagde de vrouw dat haar privacy was geschonden doordat in strijd met de
AVG was gehandeld en met de geheimhoudingsplicht. Volgens de rechtbank had de vrouw onvoldoende onderbouwd waarom de incassant onzorgvuldig/onrechtmatig had gehandeld door op de factuur en de aanmaningen een korte beschrijving te vermelden. Ook klaagde zij over het gebruik ervan in de gerechtelijke procedure. Dit was volgens de rechtbank
niet onrechtmatig, gezien het feit dat partijen hun vorderingen dienen te onderbouwen met onderliggende stukken.
De grieven in hoger beroep
De vrouw komt in hoger beroep en voert zes grieven (bezwaren) tegen het vonnis aan. De grieven gaan samengevat over het volgende. Volgens de vrouw is de verwerking van haar persoonsgegevens onrechtmatig nu de incassant niet zelf als zorgaanbieder kwalificeert. Volgens haar heeft de incassant onvoldoende (gerechtvaardigd) belang om de (behandel)gegevens te gebruiken. Volgens haar is het overleggen van stukken in een gerechtelijke procedure
niet vereist op grond van de wet (artikelen 21 en 22 Rv). Tevens voert ze aan dat het bewaren van haar medisch dossier door de incassant niet gerechtvaardigd is op grond van de AVG.
Het oordeel van het hof
Allereerst stelt het hof dat op grond van art. 1 lid 1 sub c onder 2 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) de incassant ook aan te merken is als zorgaanbieder. Op grond van art. 38 lid 2 Wmg dienen zorgaanbieders een tarief in rekening te brengen met daarbij een
prestatieomschrijving. Dit is tevens vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit. Door een korte omschrijving op de factuur te vermelden heeft de incassant enkel voldaan aan haar
wettelijke verplichting.
Het gebruik is rechtmatig op grond van art. 9 lid 2 sub f en g van de AVG. Het is voor de incassant namelijk noodzakelijk voor de instelling, uitvoering en onderbouwing van een rechtsvordering en voorts proportioneel. Een verwerkingsverbod zoals neergelegd in art. 9 lid 1 AVG is voorts niet van toepassing.
Het hof geeft aan dat de bezwaren van de vrouw op zichzelf begrijpelijk zijn. Echter zijn haar bezwaren tegen de openbaarmaking van de gegevens
onvoldoende zwaarwegend om af te wijken van de afweging die de wetgever heeft gemaakt, aldus het hof.
Tot slot is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de incassant over het medisch dossier beschikt. Hierdoor wordt het verzoek om het medisch dossier te vernietigen afgewezen.
De grieven falen en de vrouw wordt in het ongelijk gesteld en zij moet de proceskosten betalen.
Conclusie
Door een korte omschrijving van de behandeling op de factuur te zetten is
geen inbreuk gemaakt op de privacy. Het vermelden van een korte omschrijving is een wettelijke plicht waar een zorgaanbieder (en ook de incassant) aan moet voldoen.
Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over de privacy van medische gegevens? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem dan
contact met ons op.
Volledige uitspraak:
ECLI:NL:GHAMS:2023:48
[post_title] => Inbreuk op privacy door beknopte omschrijving factuur?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inbreuk-op-privacy-na-beknopte-omschrijving-factuur
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:06:25
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:06:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35066
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 35048
[post_author] => 74
[post_date] => 2023-02-23 10:23:41
[post_date_gmt] => 2023-02-23 09:23:41
[post_content] =>
Inleiding
Veel mensen kiezen ervoor om kamers te verhuren. Dit mag echter niet zomaar, omdat veel gemeenten verschillende regels voor kamerverhuur hanteren. In dit blog bespreek ik waar u bij het verhuren van kamers op moet letten en ga ik in op de regels die de gemeenten ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven voor kamerverhuur hanteren.
Wanneer is er sprake van kamerverhuur?
Er is sprake van kamerverhuur als er
onzelfstandige woonruimte wordt verhuurd. Met onzelfstandige woonruimte wordt woonruimte bedoeld die vanwege de afwezigheid van een eigen toegangsdeur en belangrijke woonvoorzieningen, zoals een keuken, toilet en/of douche, niet zelfstandig door één huishouden kan worden bewoond. Een voorbeeld van onzelfstandige woonruimte en kamerverhuur is het verhuren van losse kamers in een studentenhuis waarbij de bewoners gezamenlijk de keuken, toilet en douche gebruiken.
In de praktijk komt het nog wel eens voor dat op grond van één huurcontract zelfstandige woonruimte wordt verhuurd aan bewoners die
niet één huishouden vormen. Een voorbeeld hiervan is een studentenhuis dat aan een aantal studenten wordt verhuurd. Hierbij wordt nog wel eens ten onrechte gedacht dat geen sprake is van kamerverhuur, omdat er geen [onzelfstandige] kamers maar een [zelfstandig] huis wordt verhuurd. Op papier is er weliswaar sprake van verhuur van zelfstandige woonruimte, maar feitelijk worden er meerdere onzelfstandige woonruimten verhuurd waardoor ook hier sprake is van kamerverhuur.
Waar moet u bij kamerverhuur op letten?
Bestemmingsplan
Wanneer sprake is van kamerverhuur dient u eerst na te gaan of kamerverhuur op basis van de
landelijke en lokale wet- en regelgeving is toegestaan. Hierbij moet u allereerst letten op het geldende bestemmingsplan, en of de bestemming die in dit plan aan de woning is gegeven kamerverhuur toestaat. Let er hierbij wel op dat de bestemming ‘wonen’ niet per definitie betekent dat ook kamerverhuur is toegestaan. Dit is namelijk afhankelijk van wat binnen het bestemmingsplan onder het begrip ‘wonen’ wordt verstaan.
Als het bestemmingsplan geen kamerverhuur toestaat dan kunt u bij de gemeente een
omgevingsvergunning aanvragen om in afwijking van het bestemmingsplan aan kamerverhuur te doen. Een dergelijke omgevingsvergunning wordt nog wel eens aangeduid als een omgevingsvergunning voor kamerverhuur.
In de gehele gemeente Eindhoven geldt op grond van een paraplubestemmingsplan dat een woonruimte door één huishouden of door twee personen die niet één huishouden vormen mag worden bewoond.
[1] Dit betekent dat in de gemeente Eindhoven kamerverhuur aan drie of meer personen in strijd is met het bestemmingsplan en dat bovenbeschreven omgevingsvergunning voor kamerverhuur moet worden aangevraagd.
De
gemeente Eindhoven heeft voor een omgevingsvergunning voor kamerverhuur een
apart toetsingskader vastgelegd in beleidsregels. Uit deze regels volgt dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd als de woonruimte gelegen is in één van de door de gemeente aangewezen “Op-slot-gebieden”.
[2] Dit zijn gebieden waar volgens de gemeente de leefbaarheid zodanig onder druk staat dat nieuwe situaties van kamerverhuur onwenselijk zijn. De vergunning wordt ook geweigerd als de woonruimte binnen een straal van 30 meter ligt van woonruimte waar al sprake is van kamerverhuur en/of dat is gesplitst. Deze 30 meter-regel geldt voor de gehele stad, met uitzondering van het centrumgebied. Als geen sprake is van deze weigeringsgronden, toetst de gemeente of de kamerverhuur zal leiden tot een ‘ongeoorloofde inbreuk op het geordende woon- en leefmilieu’ waarover advies door een leefbaarheidscommissie wordt uitgebracht. Verder dient te worden voldaan aan de geldende parkeernomen en bepaalde kwaliteitseisen. Hierbij gaat het onder meer om de afmetingen van de kamers, privacy van aangrenzende percelen en
geluidbeperkende maatregelen.
[3]
In de
gemeente Den Bosch geldt dat het bestemmingsplan vaak geen kamerverhuur toestaat. In de bestemmingsplannen is vaak geregeld dat woonruimte bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden. In tegenstelling tot de gemeente Eindhoven kent de gemeente Den Bosch
geen apart toetsingskader ten aanzien van de vergunningsaanvragen om in afwijking van het bestemmingsplan aan kamerverhuur te doen. Of deze vergunning wordt verleend hangt dan ook af van het onderliggende bestemmingsplan, en of dit plan een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid bevat. Zo niet, dan kan de vergunning worden verleend als het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Hiertoe maakt de gemeente per geval een ruimtelijke afweging of kamerverhuur mogelijk en wenselijk is op de beoogde locatie.
In de gemeente Tilburg daarentegen geldt dat kamerverhuur aan meer dan vijf personen vaak
in strijd is met het bestemmingsplan. In veel bestemmingsplannen is geregeld dat woningen bedoeld zijn voor de huisvesting van één huishouden, en opvallend genoeg wordt met één huishouden het huisvesten van maximaal vijf personen in onzelfstandige woonruimte [kamerverhuur] gelijkgesteld. Dit betekent dat in de gemeente Tilburg bij kamerverhuur aan meer dan vijf personen vaak een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Of deze vergunning wordt verleend hangt net als in de gemeente Den Bosch af van het geldende bestemmingsplan, nu ook de gemeente Tilburg geen separaat toetsingskader ten aanzien van de [omgevings-]vergunning voor kamerverhuur hanteert.
Huisvestingsverordening - omzettingsvergunning
Naast het bestemmingsplan dient u te letten op een eventuele gemeentelijke
huisvestingsverordening. Met name grote gemeenten, waaronder de gemeenten ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven, hebben een dergelijke huisvestingsverordening vastgesteld waarin zij regels voor onder meer splitsen, samenvoegen en kamerverhuur hebben opgenomen. In deze regels is veelal opgenomen dat voor kamerverhuur een zogenaamde omzettingsvergunning nodig is. Dit is een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te mogen omzetten en/of omgezet te houden.
In de huisvestingsverordening van de gemeente Eindhoven is een omzettingsvergunning voor kamerverhuur opgenomen. De regels voor deze vergunning zijn zodanig geformuleerd dat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen een omzettingsvergunning nodig is.
[4] Het [eerder beschreven] toetsingskader in de vorm van beleidsregels dat de gemeente voor de omgevingsvergunning voor kamerverhuur hanteert, is mede van toepassing op deze gevallen.
De huisvestingsverordening van de gemeente Den Bosch kent ook een omzettingsvergunning voor kamerverhuur. De vergunning is nodig als de woonruimte een WOZ-waarde heeft beneden de € 260.000,-.
[5] Deze vergunning kan worden
geweigerd als naar het oordeel van het college van B&W het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met kamerverhuur gediende belang en/of de kamerverhuur tot een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefmilieu in de omgeving kan leiden. Ook als deze belangen onvoldoende kunnen worden gewaarborgd door het stellen van voorwaarden en voorschriften aan de vergunning, kan de omzettingsvergunning worden geweigerd. Dit laatste geldt tevens als er ernstig gevaar bestaat dat de vergunning misbruikt zal worden [artikel 3 Wet Bibob].
Verder is ook in de huisvestingsverordening van de gemeente Tilburg een omzettingsvergunning opgenomen. Deze vergunning is vereist als zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte wordt omgezet en er sprake is van bewoning door drie of meer personen. Indien de eigenaar en/of directe gezinsleden in de woonruimte wonen, dan mogen daarnaast maximaal twee personen woonachtig zijn zonder dat een omzettingsvergunning vereist is. De gemeente Tilburg hanteert ten aanzien van de omzettingsvergunning dezelfde [bovengenoemde] weigeringsgronden als de gemeente Den Bosch, en heeft enkele van deze weigeringsgronden geconcretiseerd in een afstandscriterium. Dit criterium houdt in dat de omzettingsvergunning wordt geweigerd als er binnen een straal van 50 meter al een kamerverhuurpand aanwezig is. Valt de woonruimte binnen de door de gemeente aangewezen ‘bedrijvige linten’, dan geldt een straal van 25 meter. In een flat of wooncomplex geldt dat er horizontaal/verticaal en diagonaal gezien minimaal respectievelijk twee en één woonruimte[n] moet zitten tussen de woonruimte waar de omzettingsvergunning voor wordt aangevraagd en eventuele nabijgelegen woonruimte waar al sprake is van kamerverhuur. Tot slot wordt de omzettingsvergunning ook geweigerd als er geen sprake is van “goed verhuurderschap”, waarbij de gemeente onder meer kijkt naar de
staat van de woning en of op het perceel van de woonruimte voldoende ruimte aanwezig is om fietsen en vuilcontainers te stallen.
Huisvestingsverordening - opkoopbescherming
Per 1 januari 2022 is de
Wet opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur in werking getreden. Deze wet heeft gemeenten de bevoegdheid gegeven om een opkoopbescherming in te voeren in de vorm van een verbod om woningen te verhuren. Met de opkoopbescherming mag een woning alleen onder bepaalde voorwaarden verhuurd worden. Hiervoor is een vergunning opkoopbescherming nodig.
Veel gemeenten, waaronder de gemeenten ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven, hebben in hun huisvestingsverordening regels voor opkoopbescherming opgenomen. Indien u na 1 januari 2022 een woning heeft gekocht of van plan bent dat te gaan doen, dan moet u bij kamerverhuur ook letten op de regels voor de opkoopbescherming.
In de gemeenten Eindhoven en Tilburg geldt de opkoopbescherming voor bepaalde delen van de gemeente. Dit in tegenstelling tot de gemeente Den Bosch, waar in de gehele gemeente de opkoopbescherming geldt. Woonruimte die in de voor opkoopbescherming aangewezen gebieden ligt én een WOZ-waarde beneden een bepaald bedrag heeft
[6], valt voor een peridoe van vier jaar na de dag van inschrijving van de akte van levering onder de opkoopbescherming. Dit tenzij de woonruimte op de datum van voorbedoelde inschrijving al voor een periode van meer dan zes maanden in verhuurde staat was. De opkoopbescherming staat dus niet in de weg om woonruimte waar al sprake is van kamerverhuur op te kopen en de kamerverhuur in deze woning voort te zetten.
Indien de opkoopbescherming van toepassing is, is er een vergunning opkoopbescherming nodig. Deze vergunning wordt alleen verleend als de woonruimte wordt verhuurd aan eerstegraads of tweedegraadsfamilieleden, de woonruimte voor maximaal 12 maanden wordt verhuurd voor een andere reden dan toeristisch verhuur of u woonruimte verhuurt die onderdeel is van een winkel, kantoor of bedrijfsruimte.
Conclusie
Dit overzicht is vanzelfsprekend niet volledig, maar geeft u wel een idee waar u bij kamerverhuur op moet letten. Wilt u kamers gaan verhuren dan kunnen wij u voorzien van
juridisch advies en beoordelen welke regels voor u gelden. Desgewenst kunnen
wij u ook adviseren over de met uw huurders op te stellen huurovereenkomsten.
[1] Artikel 1.9
Paraplubestemmingsplan parkeren, kamerbewoning en woningsplitsing 2021.
[2] De wijken Woensel West, Limbeek Noord, Limbeek Zuid, Bennekel Oost, Doornakkers Oost, Doornakkers West, Hemelrijken en Gildebuurt.
[3] artikel 3 lid 4 onder d
Beleidsregels kamerbewoning en woningsplitsing Eindhoven 2021
[4] Een omzettingsvergunning is nodig bij woonruimte met een WOZ-waarde lager dan € 265.000,- die na 12 december 2007 zonder vergunning zijn omgezet in onzelfstandige woonruimte en mits deze omzetting in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
[5] (WOZ-waarde zoals vastgesteld op 1 januari 2020, op basis van onroerend goed waarde op 1 januari 2019), zie art. 3.1 Huisvestingsverordening ’s-Hertogenbosch 2021, tweede wijziging.
[6] Het gaat hierbij in beginsel om de volgende WOZ-waarden: Eindhoven <€ 355.000, Tilburg <€ 355.000,-, Den Bosch <€ 260.000
[post_title] => De regels bij kamerverhuur: hier moet u op letten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-regels-bij-kamerverhuur-hier-moet-u-op-letten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:48:13
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:48:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35048
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 35016
[post_author] => 71
[post_date] => 2023-02-21 15:08:07
[post_date_gmt] => 2023-02-21 14:08:07
[post_content] => In mijn vorige blog ging ik in op
AI, kunst en auteursrecht. Feit is dat er voor het genereren van AI art een hoop afbeeldingen worden gebruikt, waarvan veel
auteursrechtelijk beschermde kunst is. Dit is een voor beeldende kunstenaars urgent vraagstuk. Zij zien hoe hun kunstwerken zonder hun toestemming worden gebruikt en weten niet wat ze daartegen kunnen, mogen of moeten doen. Gezien de omstandigheden van AI Art is het praktisch gezien vaak onmogelijk om voor iedere afbeelding apart toestemming te vragen. Helaas wordt er dan ook vaak geen toestemming gevraagd,
Auteursrechtinbreuk op AI art?
Dan komen we echter bij een belangrijke vraag uit: wordt er eigenlijk wel auteursrechtinbreuk gepleegd door het gebruik van de afbeeldingen zonder toestemming?
Er is sprake van
inbreuk als een beschermd werk zonder toestemming wordt gebruikt, dat kan zijn in de vorm van openbaarmaking of in de vorm van reproduceren/kopiëren.
Uitzonderingen op auteursrechtinbreuk
Het is goed om te beseffen dat niet alle
AI-programma’s letterlijk de digitale bestanden gebruiken. Er kan ook worden gelinkt naar afbeeldingen. Linken is geen inbreuk, omdat het geen kopie of (nieuwe) openbaarmaking van een werk is. Wat ook mag, is werken maken in een bepaalde stijl of met een bepaalde methode. Stijlen, methodes en technieken kunnen niet beschermd worden door het auteursrecht. Het gaat om het inbreuk maken op concrete, waarneembare werken.
AI proces
Verder kan er naar het proces binnen AI gekeken worden. Hoe worden de afbeeldingen waar de AI zich mee voedt, gebruikt? De huidige populaire programma’s zoals DALL-E en Stable Diffusion gebruik maken van het “diffusion model”: men neme een afbeelding en corrumpeert deze door er ruis (noise) aan toe te voegen. De AI wordt getraind door via het omdraaien van dit proces de afbeelding weer op te bouwen.
Uit bovenstaande blijkt dat je nog steeds niet zomaar kunt zeggen dat de
kunstwerken worden geopenbaard of gekopieerd zonder toestemming. Wat denk ik wel benadrukt moet worden is dat aan het begin van al deze digitale processen nog steeds concrete, door mensen gemaakte kunstwerken staan. Ze zijn niet alleen inspiratie, maar ook werkelijk nodig om het proces van de AI in gang te kunnen zetten. Dat wordt ook niet ontkend en dus probeert men op meerdere manieren makers tegemoet te komen, zoals het volgende.
DSM-Richtlijn
De
DSM-richtlijn van 2019 inzake auteursrecht en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt geven online diensten die data delen bepaalde vrijheden; ze kunnen auteursrechtelijk beschermde werken gebruiken zolang ze maar rechtmatige toegang hebben tot de werken. Makers zoals fotografen en beeldende kunstenaars kunnen aangeven dat hun werk alleen voor AI mag worden gebruikt met hun toestemming. Een dergelijke licentie zorgt er dan voor dat de gebruikers van zo’n dienst het materiaal ook veilig gebruiken, onder de juiste omstandigheden. Een online AI art generator kan hier (naar mijn mening) ook onder vallen. Zorgt de aanbieder niet voor de genoemde licenties en gebruikt hij de afbeeldingen zonder toestemming, dan kan de rechthebbende hem aansprakelijk stellen.
Onrechtmatige daad?
In het Nederlandse recht is het waarschijnlijk ook interessant om te onderzoeken of hier een rol is weggelegd voor de
onrechtmatige daad. Deze juridische term omschrijft handelingen waarbij iemand aan een ander schade toebrengt. Denkbaar is de situatie dat een partij zeer veel afbeeldingen gebruikt om AI te trainen. Ook als er dan geen sprake van auteursrechtinbreuk is, kan de rechthebbende de gebruiker van al die afbeeldingen aanspreken op onrechtmatige daad vanwege het gebruik op grote schaal.
Wordt vervolgd…
Zoals uit bovenstaande blijkt, zitten er voor zowel
rechthebbenden van kunstwerken als
makers èn
gebruiker van AI haken en ogen aan de discussie over auteursrecht. Er is simpelweg nog te weinig vastgelegd in wet en rechtspraak; de techniek loopt op het recht vooruit. Zoals ik ook in mijn vorige artikel zei heeft een groep kunstenaars uit de Verenigde Staten organisaties als Stability AI (makers van Stable Diffusion), MidJourney en DeviantArt aangesproken op het gebruik van hun werk, en zelfs grote partijen als Getty Images hebben zich hierbij aangesloten. Wordt vervolgd….
We zitten als specialisten
intellectueel eigendom en
IT bovenop deze ontwikkelingen. Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op!
[post_title] => AI, kunst & auteursrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-kunst-auteursrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-21 15:08:07
[post_modified_gmt] => 2023-02-21 14:08:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35016
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 34964
[post_author] => 17
[post_date] => 2023-02-17 11:06:43
[post_date_gmt] => 2023-02-17 10:06:43
[post_content] =>
Om de schade van de coronacrisis voor ondernemers zo veel mogelijk te beperken, zijn er namens de overheid diverse steunpakketten in het leven geroepen. Veruit de meest gebruikte steunmaatregel door ondernemers is het bijzonder uitstel van betaling voor belastingschulden. Via deze bijzondere regeling (hierna: de ‘’coronaregeling’’) kunnen ondernemers de betaling van belastingschulden uitstellen die zijn ontstaan in de coronatijd. Deze coronaregeling vervalt echter als de ondernemer een betalingsregeling treft voor belastingschulden van na de coronatijd. Dit kan een vervelende situatie opleveren. En nog niet iedereen is zich hiervan bewust, merken wij in de praktijk.
Belastingschulden uit de periode maart 2020 en maart 2022 moeten vanaf 1 oktober 2022 binnen vijf jaar worden terugbetaald. Aflossing moet dan plaatsvinden in 60 maandelijkse termijnen. Het bijzondere uitstel wordt verleend voor de aanslagen inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting. De coronaregeling geldt niet voor belasting die vanaf 1 april 2022 moet worden voldaan. Vanaf die datum gelden dus weer de normale regels omtrent aflossing van belastingschulden.
De coronaregeling is opgenomen in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. Hierin zijn voorwaarden gesteld aan het aanvragen van uitstel van betaling. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld dat er geen dividend en bonussen mochten worden uitgekeerd. Ook moesten de aangiften tijdig en juist worden ingediend en moeten de lopende belastingverplichtingen tijdig worden betaald. Als de ondernemer zich hier niet aan houdt, kan de betalingsregeling worden beëindigd door de Belastingdienst.
Betalingsproblemen bij nieuwe belastingschulden (na 1 oktober 2022)
Voor ‘normale’ belastingschulden is het doorgaans ook mogelijk om een betalingsregeling met de
Belastingdienst te treffen. Het is niet ondenkbaar dat ondernemers een nieuwe betalingsregeling willen aangaan voor de belastingschulden die niet binnen de coronaregeling vallen. De coronacrisis heeft immers na de lockdowns nog een negatieve impact gehad op een groot aantal sectoren. Ondernemers (en adviseurs) moeten echter oppassen met het aangaan van een nieuwe betalingsregeling voor belastingschulden met de uiterste betaaldatum van na 1 oktober 2022.
Als er namelijk een
nieuwe betalingsregeling wordt aangegaan, terwijl al gebruik wordt gemaakt van de coronaregeling, dan beëindigt de Belastingdienst de lopende coronaregeling. De oorzaak daarvan is de voorwaarde dat aan lopende, nieuwe belastingverplichtingen moet worden voldaan. Bij beëindiging van de coronaregeling zijn ondernemers verplicht de volledige openstaande coronaschulden in één klap terug te betalen, als daar geen andere afspraken over zijn gemaakt. Afhankelijk van de (openstaande) belastingschuld, kan dit oplopen tot enorme bedragen.
Aanpassing bijzonder uitstel
De Belastingdienst biedt wel de optie om de
betalingsverplichtingen uit de coronaregeling (tijdig) te verlichten. Zo is het mogelijk om per kwartaal te betalen in plaats van per maand. Ook kan één keer een betalingspauze worden verleend. Er hoeft dan eenmalig een periode van maximaal zes aaneengesloten maanden of twee aaneengesloten kwartalen niet betaald te worden. Ten slotte kan de regeling naar maximaal zeven jaar worden verlengd mits er een betalingsregeling is getroffen voor minimaal € 10.000. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor aanpassing zijn echter tamelijk strikt.
Het laten aanpassen van een coronaregeling heeft echter potentieel
nadelige gevolgen voor de ondernemer. Bij de betaling per kwartaal en de betalingspauze worden de termijnbedragen hoger. Daarnaast is bij iedere aanpassing van de betalingsregeling meer invorderingsrente verschuldigd.
Indien u hier vragen over heeft, kunt u uiteraard contact opnemen met
één van de specialisten van de sectie Faillissement en Herstructurering.
[post_title] => Einde betalingsuitstel voor coronaschulden? Voorkom verrassingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => einde-betalingsuitstel-voor-coronaschulden-voorkom-verrassingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-17 11:08:21
[post_modified_gmt] => 2023-02-17 10:08:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34964
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 34868
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-02-17 09:30:06
[post_date_gmt] => 2023-02-17 08:30:06
[post_content] => Het Hof van Justitie heeft in een
arrest bepaald dat het toegestaan is dat bij opdrachten voor sociale diensten (denk aan maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) er alleen wordt gegund aan organisaties die geen winstoogmerk hebben.
Onder welke voorwaarden is zo’n winstverbod nu toegestaan?
De organisaties moeten daadwerkelijk bijdragen aan de sociale doelstellingen en de aan het socialezekerheidsstelsel ten grondslag liggende doelstellingen van solidariteit en kostenefficiëntie.
De organisaties mogen
direct of indirect geen winst behalen uit hun dienstverlening met uitzondering van de vergoeding van de variabele, de vaste en de permanente kosten die voor de dienstverlening noodzakelijk zijn.
De organisaties mogen geen winst uitkeren.
De organisaties mogen slechts personeel inzetten als dat
noodzakelijk is en met inachtneming van de eisen die de nationale wettelijke regeling aan hen stelt. Vrijwilligers mogen slechts de daadwerkelijk voor de verstrekte dienst gemaakte kosten vergoed, krijgen en dit binnen de grenzen die vooraf door de private organisaties zelf zijn vastgesteld.
Verder is er ruimte om sociale hulpverlening alleen voor te behouden aan private non-profitorganisaties, mits de eventuele winsten door die organisaties worden geherinvesteerd met het oog op verwezenlijking van sociale doelstellingen van algemeen belang die zij nastreven.
Van belang is dat het hof wel heeft aangegeven dat het niet is toegestaan dat dergelijke overheidsopdrachten rechtstreeks, zonder oproep tot mededinging, aan non-profitorganisaties worden gegund. Dit betekent dat alvorens tot gunning over te gaan de offertes van de verschillende non-profitorganisaties moeten worden
vergeleken en gerangschikt en waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de prijs.
Gevolgen voor de Nederlandse praktijk.
Gemeenten krijgen de ruimte om bij het gunnen van opdrachten in het kader van de Wet maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet de door hen ongewenst geachte (over)winsten die sommige zorgaanbieders maken, tegen te gaan.
Het schrappen van het EMVI-criterium in de WMO 2015 en de Jeugdwet ten spijt,
vereist het gunnen aan uitsluitend non-profitorganisaties wel dat er nog altijd gunningscriteria worden vastgesteld aan de hand waarvan de offertes worden vergeleken en gerangschikt
.
Tot slot, goed is om te weten dat uit het arrest ook blijkt dat als wordt
afgezien van het vergelijken en rangschikken van inschrijvingen, de open house procedures waarbij alle zorgaanbieders die aan de eisen voldoen, worden toegelaten, gewoon kan.
[post_title] => Winstverbod in sociaal domein toegestaan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => winstverbod-in-sociaal-domein-toegestaan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-17 09:38:24
[post_modified_gmt] => 2023-02-17 08:38:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34868
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 34977
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-02-16 15:28:59
[post_date_gmt] => 2023-02-16 14:28:59
[post_content] => Hoewel je AI nodig hebt om
AIVD te spellen, denkt men bij de AIVD toch eerder aan spionnen en ongevraagd afluisteren, dan aan AI-systemen. De dienst is er echter wel mee bezig. Niet alleen intern, maar ook in de praktijk. Het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging (NBV) van de AIVD heeft namelijk in februari
een brochure gepubliceerd waarin wordt uitgelegd hoe AI-systemen kunnen worden aangevallen en wat men daartegen kan doen.
Typen aanvallen
Het NBV heeft vijf categorieën opgesteld van aanvallen die specifiek op AI-systemen zijn gericht:
Poisoning aanvallen: De aanvaller probeert de trainingsdata, het trainingsalgoritme of het model aan te passen, waardoor het AI-systeem niet meer goed werkt.
Input (evasion) aanvallen: De aanvaller probeert een normale input zodanig aan te passen, dat het AI-systeem daardoor niet meer goed werkt.
Backdoor aanvallen: Een aanvaller met toegang tot een backdoor in het AI-systeem kan hier bepaalde informatie aan toevoegen, waarmee de beslissingen van het model kunnen worden beïnvloed.
Model reverse engineering & inversion aanvallen: De aanvaller probeert erachter te komen hoe het onderliggende model werkt, zodat het model kan worden nagemaakt en/of misbruik kan worden gemaakt van bepaalde gebreken.
Inference aanvallen: De aanvaller probeert informatie te krijgen over de trainingsdata van het AI-systeem, waarmee hij vervolgens een bestaande dataset kan verrijken.
Principes voor verdediging
Hoe kun je een AI-systeem beschermen tegen de hiervoor genoemde aanvallen? Allereerst moet de infrastructuur waarin het AI-systeem draait, goed zijn beveiligd. Daarnaast heeft het NBV een aantal kernprincipes uitgewerkt waarin aandachtspunten en mogelijke maatregelen worden omschreven:
Houd je datakwaliteit op orde: Weet waar je data vandaan komt en controleer of de data integer is.
Zorg voor validatie van je data: Bij data die afkomstig is van derden is het verstandig om die data te valideren. Kijk daarbij naar de wijze waarop de data tot stand is gekomen.
Houd rekening met supply chain security: Bij modellen die je niet zelf hebt ontwikkeld, zou er weleens een backdoor aanwezig kunnen zijn. Controleer dan ook de kwaliteit van (aan)geleverde modellen.
Maak je model robust tegen aanvallen: Controleer hoe bestendig je model is tegen verkeerde inputs, veranderingen in data of andere pogingen tot misbruik. Je zou bijvoorbeeld een groep programmeurs de opdracht kunnen geven om je AI-systeem aan te vallen (een red team) en te kijken hoe het systeem daarop reageert.
Zorg dat je model controleerbaar is: Als je weet hoe een model werkt en dat ook kan uitleggen, dan is dat vaak een teken dat het model robuust is. Kijk daarom of je je model inzichtelijk kan maken tijdens development.
Conclusie
Zeker voor
AI-systemen die in cruciale/belangrijke situaties worden gebruikt, is het belangrijk dat deze tegen een stootje kunnen. Het is dan ook verstandig om dit in het achterhoofd te houden gedurende de ontwikkeling van het AI-systeem.
Wil je op de hoogte blijven van de meest actuele ontwikkelingen op het gebied van de juridische aspecten van AI? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief over de AI Act (AI-verordening). Dit kan via het onderstaande contactformulier.
Aanmelding nieuwsbrief AI Act (AI verordening):
Mocht je al vragen hebben over de juridische aspecten van AI, dan kun je uiteraard contact opnemen met
Jos van der Wijst.
[post_title] => AIVD publiceert principes voor veilige ontwikkeling van AI-systemen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => aivd-publiceert-principes-voor-veilige-ontwikkeling-van-ai-systemen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-01 14:56:59
[post_modified_gmt] => 2024-07-01 12:56:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34977
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 35197
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-03-07 09:07:38
[post_date_gmt] => 2023-03-07 08:07:38
[post_content] =>
Rookverbod in zorginstellingen
Sinds 1 juli 2021 geldt een rookverbod in (semi)publieke en openbare gebouwen op grond van de
Tabaks- en Rookwarenwet. Dit geldt ook voor de gezondheidszorg. Het is echter niet verplicht om een rookverbod in te stellen in privéruimten van cliënten en in de open lucht. Toch voeren sommige zorginstellingen een rookverbod in dat ook roken op het terrein of in privéruimten verbiedt. In onderstaande zaak klaagden cliënten over het rookverbod.
Het geschil
In de huisregels van een GGzE-instelling was opgenomen dat in alle gebouwen een rookverbod geldt. Vanaf 1 juli 2022 is het tevens
niet toegestaan om op het terrein van de zorginstelling en in de privéruimten te roken.
Verschillende cliënten dienden vervolgens een klacht in bij de klachtencommissie tegen het rookverbod.
Volgens de klachtencommissie valt het binnen de beleidsvrijheid van de GGzE om de verplichting uit de Tabaks- en Rookwarenwet ook in te voeren voor de cliënten. Hierdoor werden de bepalingen in de huisregels (die het voorheen mogelijk maakten om nog wel in de directe omgeving van de instelling te kunnen roken) niet langer van kracht, aldus de klachtencommissie.
De klachtencommissie heeft zichzelf hierdoor onbevoegd verklaard. Een klacht over de huisregels kan immers op grond van art. 10:3 Wvggz alleen aan de klachtencommissie worden voorgelegd, indien deze nog van kracht zijn. De cliënten verzoeken vervolgens de rechtbank om de klacht alsnog
gegrond te verklaren.
Het oordeel van de rechter
Allereerst oordeelt de rechter dat hij op grond van deze procedure het rookbeleid niet kan terug draaien. De rechtbank kan namelijk op grond van de Wvggz alleen een oordeel geven over de klacht en niet over het beleid.
Het rookverbod voor roken in de open lucht is niet opgenomen in de huisregels. Het gevolg is dus dat de klacht niet ziet op het nakomen van een verplichting of beslissing op grond van de huisregels. De rechtbank kan dit onderdeel van de klacht dus niet inhoudelijk beoordelen op grond van art. 10:3 Wvggz.
Ten aanzien van het roken op de eigen kamer oordeelt de rechter als volgt. In art. 6.2 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit is bepaald dat de verplichting voor een rookverbod niet geldt voor ruimten waar
geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer, zoals de privékamers van cliënten.
Dit leidt echter niet tot de conclusie dat op grond van de huisregels van de zorginstelling wel op de privékamers gerookt mag worden. Er zijn dus geen huisregels over roken op de privékamer, waardoor de rechtbank ook dit onderdeel van de klacht niet inhoudelijk kan beoordelen.
Rookvrije zorg
In het Nationaal Preventieakkoord is vastgelegd dat in 2030 de gehele zorg rookvrij is. Het afschaffen van (gemeenschappelijke) rookruimtes in alle sectoren is een van de maatregelen uit het
Preventieakkoord. Dit krijgt ook onder meer vorm door het ondersteunen van werknemers en cliënten bij het stoppen met roken.
In bovenstaande zaak was het echter niet mogelijk voor de rechter om een inhoudelijk oordeel te geven over de klacht. Het rookverbod van de zorginstelling blijft van kracht.
Heeft u als zorginstelling
vragen over een klacht of over huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust
contact met ons op!
ECLI:NL:RBOBR:2023:629
ECLI:NL:RBOBR:2023:634
[post_title] => Rechter mag niet toetsen aan rookbeleid zorginstelling
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechter-mag-niet-toetsen-aan-rookbeleid-zorginstelling
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:01:42
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:01:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35197
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1413
[max_num_pages] => 142
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 936e87ffabf781be0edd9f0b3f1e5ade
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Rookverbod in zorginstellingen Sinds 1 juli 2021 geldt een rookverbod in (semi)publieke en openbare gebouwen op grond van de Tabaks- en Rookwarenwet. Dit geldt ook voor de gezondheidszorg. Het is...
Lees meer
Ook slogans kunnen beschermd worden. Maar wat zijn slogans nu precies, hoe worden ze beschermd en wanneer is het niet mogelijk om een slogan te beschermen? Deze vragen zullen hieronder...
Lees meer
In hoeverre kan de raad van toezicht van een stichting aansprakelijk worden gehouden als een derde schade lijdt door toedoen van die stichting? In deze uitspraak gaat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in op de aansprakelijkheid van (de leden van) een
Lees meer
In een eerdere bijdrage is kort ingegaan op het arrest van het Hof van Justitie waarin is bepaald dat het is toegestaan dat opdrachten voor sociale diensten (denk aan maatschappelijke...
Lees meer
Maakt een beknopte omschrijving van een medische behandeling op de factuur een inbreuk op de privacy? Op 10 januari jl. deed het gerechtshof Amsterdam uitspraak. Een vrouw vordert een schadevergoeding...
Lees meer
Inleiding Veel mensen kiezen ervoor om kamers te verhuren. Dit mag echter niet zomaar, omdat veel gemeenten verschillende regels voor kamerverhuur hanteren. In dit blog bespreek ik waar u bij...
Lees meer
In mijn vorige blog ging ik in op AI, kunst en auteursrecht. Feit is dat er voor het genereren van AI art een hoop afbeeldingen worden gebruikt, waarvan veel auteursrechtelijk...
Lees meer
Om de schade van de coronacrisis voor ondernemers zo veel mogelijk te beperken, zijn er namens de overheid diverse steunpakketten in het leven geroepen. Veruit de meest gebruikte steunmaatregel door...
Lees meer
Het Hof van Justitie heeft in een arrest bepaald dat het toegestaan is dat bij opdrachten voor sociale diensten (denk aan maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) er alleen wordt gegund aan...
Lees meer
Hoewel je AI nodig hebt om AIVD te spellen, denkt men bij de AIVD toch eerder aan spionnen en ongevraagd afluisteren, dan aan AI-systemen. De dienst is er echter wel...
Lees meer