Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 39
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 39
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 380, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 31770
                    [post_author] => 6
                    [post_date] => 2022-08-25 11:41:21
                    [post_date_gmt] => 2022-08-25 09:41:21
                    [post_content] => Deze vraag is recent voorgelegd aan de rechtbank Den Haag (Rb. Den Haag 17 juli 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8269). In deze kwestie had de merkhouder van het kledingmerk Elisabetta Franchi, te weten Betty Blue S.P.A. (hierna: Betty Blue) bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de website www.elisabetta-franchi.nl door een derde partij. Deze domeinnaam was geregistreerd en werd gebruikt door CS 24 B.V., handelend onder de naam VLVT (hierna: CS 24). Dit was een partij waarmee Betty Blue geen commerciële band had. Op de website werden wel echte Elisabetta Franchi producten verkocht. Kon Betty Blue (de merkhouder) hier iets tegen doen?

Terug naar de basis

Een merkhouder kan zich verzetten tegen het gebruik van zijn merk door een ander, tenzij het merkrecht is uitgeput. Uitputting houdt in dat een specifiek merkproduct door of met toestemming van de merkhouder op de Europese markt is gebracht, oftewel de merkhouder heeft al een keer aan het merkproduct verdiend. Een wederverkoper die dit product heeft gekocht, mag het dan gebruiken ter aanduiding van de producten die hij of zij doorverkoopt. De merkhouder kan zich dan enkel nog verzetten tegen het merkgebruik als daar een gegronde reden voor bestaat. Anders gezegd houdt dit in dat een wederverkoper die geen commerciële band heeft met de merkhouder bij de doorverkoop van merkproducten rekening moet houden met gerechtvaardigde belangen van de merkhouder. Dit houdt ook in dat de wederverkoper niet de indruk mag wekken dat er een commerciële band bestaat tussen de merkhouder en de wederverkoper als daar geen sprake van is. Wordt die indruk wel gewekt, dan is er sprake van een merkinbreuk.

WIPO Procedure

Terug naar het geschil tussen Betty Blue en CS 24. Via een WIPO procedure had Betty Blue eerder de afgifte van de domeinnaam www.elisabetta-franchi.nl door CS 24 aan Betty Blue gevorderd. Het WIPO overwoog in haar oordeel het volgende. Op basis van de zogenoemde OKI-data criteria moet het voor de bezoeker van de website in ieder geval duidelijk zijn dat er geen commerciële band bestaat tussen de merkhouder (in dit geval Betty Blue) en de wederverkoper (in dit geval CS24). Volgens het WIPO was dit echter onvoldoende duidelijk. Ook werden er andere merken via de website verkocht waardoor het merk niet enkel werd gebruikt ter aanduiding van de Elisabetta Franchi merkproducten. Dit leverde volgens het WIPO ongerechtvaardigd merkgebruik op. Het WIPO oordeelde dan ook dat CS 24 geen rechtmatig belang had bij het gebruik van de domeinnaam. Het oordeel; CS 24 moest de domeinnaam overdragen aan Betty Blue.

Procedure bij de rechtbank Den Haag

Om te voorkomen dat CS 24 de domeinnaam moest overdragen is CS 24 een bodemprocedure gestart bij de rechtbank Den Haag. In deze procedure vorderde CS 24 van de rechter om voor recht te verklaren dat CS 24 geen inbreuk had gemaakt op het merkenrecht van Betty Blue, dan wel de handelsnaam, dan wel dat geen sprake was van enig onrechtmatig handelen van CS 24 jegens Betty Blue. Dit zou tot gevolg hebben dat CS 24 de domeinnaam niet zou hoeven over te dragen. Merkenrecht De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van merkinbreuk. CS 24 heeft haar website sinds de uitspraak van het WIPO namelijk aangepast. Waar voorheen de website www.elisabetta-franchi.nl een website toonde waar ook andere merken werden getoond, leidt de nieuwe website nu enkel naar een website waarop Elisabetta Franchi producten worden verkocht. Ook wordt op de website duidelijk(er) gemaakt dat er geen commerciële band bestaat tussen Betty Blue en CS24 doordat bovenaan iedere webpagina het volgende staat: “VLVT – onafhankelijke dealer van Elisabetta Franchi merkkleding. Gevestigd aan de Cornelis Schuytstraat 22-24 te Amsterdam.” Verder staat er onderaan de homepage een tekst waarin nader wordt toegelicht dat er géén sprake is van een commerciële band tussen Betty Blue en CS 24. Over het ontbreken van een commerciële band tussen Betty Blue en CS 24 kan volgens de rechter dan ook geen onduidelijkheid bestaan bij de bezoekers van de website. Het merk wordt dus rechtmatig door CS 24 gebruikt. Er is geen sprake van merkinbreuk. Handelsnaamrecht Volgens de rechter is er tevens geen sprake van handelsnaamrechtinbreuk. Daar kan pas sprake van zijn als CS 24 de domeinnaam www.elisabetta-franchi.nl als handelsnaam zou gebruiken. Daarvan is sprake als CS 24 deze domeinnaam zou gebruiken ter aanduiding van haar onderneming en/of bepaalde bedrijfsactiviteiten. Om dat te beoordelen wordt naar alle omstandigheden van het geval gekeken. Ook de inhoud van de website is daarbij relevant. Juist doordat CS 24 de naam VLVT als handelsnaam op de website gebruikt en de naam Elisabetta Franchi niet anders dan ter aanduiding van de merkproducten gebruikt, gebruikt zij de domeinnaam niet als handelsnaam en maakt CS 24 dus geen handelsnaamrechtinbreuk. Onrechtmatige daad Volgens de rechtbank is er ook geen sprake van onrechtmatig handelen door CS 24. Het registreren van een domeinnaam is in beginsel niet onrechtmatig. Dit kan anders zijn als er sprake is van voldoende bijkomende omstandigheden. Die omstandigheden zijn niet gebleken in de procedure.

Conclusie

In dit geval kon de merkhouder dus niets doen tegen het gebruik van de merknaam door een andere partij die de merkproducten van de merkhouder doorverkocht. Kan de merkhouder hier dan helemaal niets tegen doen? Jawel. Niet op basis van het merkenrecht, maar wel op basis van de nieuwe Groepsvrijstellingsverordening Verticale Overeenkomsten. Op basis van deze nieuwe wetgeving kan het gemakkelijker worden om een verbod voor doorverkoop van merkproducten op te leggen aan distributeurs én afnemers van die distributeurs.

Vragen?

Heb je vragen over het merkenrecht of het mededingingsrecht? Neem vrijblijvend contact op met Jos van der Wijst of Mustafa Kahya. [post_title] => Mag een ander jouw merk als domeinnaam gebruiken? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-een-ander-jouw-merk-als-domeinnaam-gebruiken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:46:56 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:46:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31770 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 31765 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-08-25 10:34:58 [post_date_gmt] => 2022-08-25 08:34:58 [post_content] => Het dunksilhouet van de ex-basketballer Michael Jordan is inmiddels wereldberoemd. Dit is een merk geregistreerd door Nike. Het Jordan-merk wordt door Forbes geschat op een waarde van $ 1.6 miljard. Dit is dus een goede zet geweest van Nike en Michael Jordan.

Usain Bolt

Usain Bolt, inmiddels wereldberoemd om zijn snelheid en wereldrecords die hij op zijn naam heeft staan. Maar hoe herken je Usain Bolt? Onder andere door zijn bekende pose na zijn overwinningen. Net als Nike en Michael Jordan wil ook Usain Bolt gebruik maken van zijn bekendheid. Bolt heeft op 17 augustus 2022 van een silhouet van zijn overwinningspose een registratie aangevraagd als merk in de Verenigde Staten voor diverse waren en diensten.

Merkaanvraag

Er zijn diverse soorten merken, namelijk woordmerken, beeldmerken en gecombineerde beeld- en woordmerken. Een silhouet (afbeelding) zonder letters, cijfers of andere tekens valt onder de categorie beeldmerk. Een merk moet worden aangevraagd voor bepaalde waren en diensten waarvoor het merk geregistreerd zal worden. De waren en diensten zijn geclassificeerd in 45 klassen. Bolt heeft het beeldmerk aangevraagd voor de klassen 9, 14, 18, 25, 28, 41 en 43. Dit ziet onder andere op (zonne)brillen, horloges, juwelen, (sport)tassen, kleding, amusementsdiensten en restaurants. Een merk kan dus worden ingeschreven voor uiteenlopende waren en diensten. Hierbij is wel van belang dat het teken dat als merk wordt aangevraagd niet beschrijvend mag zijn voor de aangevraagde waren en/of diensten.

Meer informatie

Interesse in een merkregistratie of wil je hier meer informatie over, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Mustafa Kahya nieuw [post_title] => De overwinningspose als merk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-overwinningspose-als-merk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-29 12:14:52 [post_modified_gmt] => 2022-08-29 10:14:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31765 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 31724 [post_author] => 16 [post_date] => 2022-08-19 14:59:58 [post_date_gmt] => 2022-08-19 12:59:58 [post_content] =>

Wat is er gebeurd?

Vier vrienden gaan met de boot naar een recreatiemeer. Zij leggen de boot aan een kade vlakbij een gemarkeerd zwemstrandje. Eén van de mannen neemt een aanloop vanaf de kade en duikt het [ondiepe] water in. Als gevolg van de duik loopt hij een hoge dwarsleasie op. Hij is verlamd vanaf zijn schouders naar beneden en rolstoelafhankelijk. Ten tijde van het ongeval was hij 20 jaar oud.

Aansprakelijkstelling

Het slachtoffer stelt de provincie als beheerder en toezichthouder aansprakelijk. Zij zouden niet hebben voldaan aan hun zorgplicht om voor een veilig zwemwater te zorgen.  En tevens stelt het slachtoffer het recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer, RAUM genaamd, aansprakelijk. Volgens het slachtoffer zijn er onvoldoende maatregelen genomen ter voorkoming van springen en/of duiken in het ondiepe water vanaf de kade waar het ongeval heeft plaatsgevonden. RAUM en de provincie hebben hiermee gevaar scheppend gehandeld.

Standpunten

[De verzekeraar van] RAUM heeft na onderzoek erkend dat er onvoldoende voorzorgsmaatregelen waren getroffen om het ongeval te voorkomen. Zij erkent aansprakelijkheid. Daarbij geeft zij wel aan dat haar vergoedingsplicht niet hoger is dan 50% van de schade. Het slachtoffer zou namelijk ook eigen schuld aan het ongeval hebben gehad. Het slachtoffer is hiermee niet akkoord. De verzekeraar heeft, namens RAUM, nog een minnelijk bod gedaan om 80% van de schade te vergoeden. Het slachtoffer kan zich echter niet vinden in het eigen schuld verweer en stapt naar de rechter. Hij vordert volledige vergoeding van de schade. Hij stelt hierbij dat zowel RAUM als de provincie hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Uitspraak rechter

De rechtbank ziet geen belang  bij een procedure tegen de provincie nu RAUM al aansprakelijkheid heeft erkend. De discussie richt zich op het percentage eigen schuld. De rechtbank gaat uit van 50%  aansprakelijkheid voor RAUM, echter vanwege de billijkheidscorrectie verhoogt de rechtbank dit met 30%. Geen volledige vergoeding dus zoals was gevorderd. Ook de rechter meent dat met de impulsieve duik zonder te kijken er een eigen schuld percentage is voor het slachtoffer. Hij mocht er niet zonder meer vanuit gaan, dat het water overal diep genoeg was om te duiken. Temeer nu het  Alkmaarder- en Uitgeestermeer zo’n 700 hectare beslaat. Wel meent de rechtbank dat hier plaats is van een correctie op basis van :
  • Het zeer ernstig letsel op jonge leeftijd
  • De over en weer gemaakte fouten
  • Het feit dat RAUM voor dergelijke zaken is verzekerd.
Uiteindelijk komt de rechter op 80% schadevergoeding.

Conclusie

Op grond van billijkheid wordt aldus het percentage schadevergoeding gecorrigeerd, in deze zaak tot 80%.  Hetgeen overigens de verzekeraar ook buitengerechtelijk had aangeboden. Nu het belang van het slachtoffer groot is, is het begrijpelijk dat hij 100% bij de rechter heeft gevorderd. Eigen schuld speelt echter wel degelijk een rol in dergelijke zaken. Het percentage dat vergoed moet worden aan het slachtoffer kan echter hoger uitvallen dan de mate van aansprakelijkheid en eigen schuld  o.a. vanwege de ernst van het letsel. Lees hier de volledige uitspraak. Edith de Koning [post_title] => Duik in ondiep water met helaas als gevolg een dwarsleasie. Is de schade verhaalbaar of is er sprake van eigen schuld? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => duik-in-ondiep-water-met-helaas-als-gevolg-een-dwarsleasie-is-de-schade-verhaalbaar-of-is-er-sprake-van-eigen-schuld [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-29 12:12:38 [post_modified_gmt] => 2022-08-29 10:12:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31724 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 31714 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-08-19 14:05:23 [post_date_gmt] => 2022-08-19 12:05:23 [post_content] => Steeds meer software wordt enkel als dienst aangeboden. Dit wordt ook wel Software as a Service (SaaS) genoemd. De software draait dan niet ‘on-premise’ bij de afnemer, maar is enkel toegankelijk via de cloud. In dergelijke gevallen kan de afnemer een abonnement afsluiten bij de softwareleverancier, op grond waarvan hij toegang krijgt tot de netwerkomgeving en gebruik mag maken van de software. De afspraken die daarop zien, worden vastgelegd in een SaaS-overeenkomst. Denk bijvoorbeeld aan afspraken op het gebied van het intellectueel eigendom, de geheimhouding van vertrouwelijke informatie en de functionaliteit van de software. In deze blog vind je nog vijf andere onderwerpen waar in de SaaS-overeenkomsten afspraken over gemaakt moeten worden.

Tip 1: Beschikbaarheid

 Wanneer de software enkel toegankelijk is via de cloud, kan het wel eens voorkomen dat de desbetreffende netwerkomgeving niet goed bereikbaar is. Het is dan ook belangrijk om concrete afspraken te maken over de beschikbaarheid van de software. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA), die als bijlage bij de SaaS-Overeenkomst kan worden gevoegd.

 Tip 2: Privacy

 Vaak wordt software gebruikt om persoonsgegevens te verwerken. Bij het gebruik van SaaS-diensten wordt de verwerkingsactiviteit uitbesteed aan de softwareleverancier, die op haar beurt weer (sub-)verwerkers kan inschakelen (e.g. hostingproviders en andere software developers). Met ieder van deze partijen moet (al dan niet direct) een (sub-)verwerkersovereenkomst worden gesloten om te kunnen voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en aanverwante wet- en regelgeving.

Tip 3: Bescherming van data

 De waarde van een onderneming zit steeds meer in de gegevens en data waar zij over beschikken. Wanneer deze gegevens extern worden opgeslagen, is het verstandig om afspraken te maken over de beveiliging van de desbetreffende (netwerk)omgeving. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over het aantal back-ups dat de softwareleverancier binnen een bepaald tijdsbestek dient te maken.

Tip 4: Aansprakelijkheid

 Mocht het toch onverhoopt fout gaan, dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat duidelijk is wie aansprakelijk gesteld kan worden voor de geleden schade. Leg bijvoorbeeld in d SaaS-overeenkomst vast welke situaties wel/niet voor vergoeding in aanmerking komen, welke partij daarvoor (uitsluitend) aansprakelijk gesteld kan worden en welk deel van de schade (maximaal) voor vergoeding in aanmerking komt.

Tip 5: Beëindiging en continuïteit

 Voorkomen moet worden dat het faillissement van een SaaS-leverancier de bedrijfsprocessen van de afnemer in gevaar brengt. Een continuïteitsregeling mag dan ook niet ontbreken in een SaaS-overeenkomst. Hiermee wordt de SaaS-leverancier verplicht om haar dienstverlening voort te zetten gedurende het faillissement. Dit biedt de afnemer de gelegenheid om zijn data veilig te stellen en op zoek te gaan naar een alternatief.  Er komt dus aardig wat kijken bij het opstellen van een SaaS-overeenkomst. Ben je van plan om een SaaS-overeenkomst te sluiten of ben je voornemens om zelf een SaaS-dienst aan te bieden? Neem dan contact op. [post_title] => Vijf tips voor het sluiten van SaaS-Overeenkomsten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vijf-tips-voor-het-sluiten-van-saas-overeenkomsten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:21:32 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:21:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31714 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 31695 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-08-18 11:22:23 [post_date_gmt] => 2022-08-18 09:22:23 [post_content] => Op 15 juli 2022 heeft het Tsjechisch voorzitterschap van de Europese Raad een aangepast voorstel gepubliceerd van de AI Verordening (AI Act). Dit aangepast voorstel borduurt voort op het voorstel van de Europese Commissie en het aangepast voorstel dat onder het Sloveens en het Frans voorzitterschap is aangepast. De definitieve versie van het voorstel zal tot stand moeten komen in onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad (de regeringen). In dit blog bespreek ik de meest in het oog springende aanpassingen van het voorstel.

1. Definitie

In het voorstel van de Europese Commissie van 21 april 2021 is in artikel 3 een definitie opgenomen van een Artificial Intelligence system, waarbij wordt verwezen naar een bijlage I. In die bijlage is een brede definitie opgenomen van een AI systeem. In de bijlage wordt AI zo breed gedefinieerd dat, volgens critici, er zaken onder vallen die wij nu niet als AI zouden aanmerken. In het aangepaste voorstel is de definitie aangepast tot “a system that is designed to operate with a certain level of autonomy and that, based on machine and/or human-provided data and inputs, infers how to achieve a given set of human-defined objectives using machine learning and/or logic- and knowledge based approaches, and produces system-generated outputs such as content (generative AI systems), predictions, recommendations or decisions , influencing the environments with which the AI system interacts”. Ook komt bijlage I te vervallen. Kortom, het is een systeem dat is ontwikkeld met machine learning techniek en/of een ‘logic- or knowledge based approach’. Verder is de mogelijkheid voor de Europese Commissie om de definitie aan te passen gewijzigd. In plaats van het aanpassen van de bijlage, wordt nu in artikel 4 aan de Europese Commissie de mogelijkheid gegeven om met uitvoeringsbesluiten (‘implementation acts’) uitleg te geven aan de termen machine learning en logic-/knowledge bases approach.

Gevolg

Het gevolg van deze aangepaste definitie lijkt te zijn dat het aantal systemen dat onder de definitie van AI systeem vallen nu beperkter is. Daarnaast is met het schrappen van bijlage I ook de bevoegdheid van de Commissie om de desbetreffende bijlage te wijzigen via delegated acts komen te vervallen. Dit houdt in dat het de Commissie nu alleen is toegestaan om uitvoeringsbesluiten vast te stellen ter verduidelijking van bestaande categorieën. [L. Bertuzzi, ‘Czech Presidency sets out path for AI Act discussions’, EURACTIV, 22 juni 2022] Hiermee wordt dus de mate waarin de Commissie in staat is wijzigingen aan te brengen in de technieken en benaderingen, die voorheen gedefinieerd stonden in bijlage I, ingeperkt. De flexibiliteit en toekomstbestendigheid worden nu dus gewaarborgd  door middel van de uitleg die de Europese Commissie kan blijven geven aan de bestaande categorieën.

2. High risk AI systemen

In het voorstel van de Europese Commissie moeten alle AI systemen, door middel van een self-assessment, in één van vier risico categorieën worden ingedeeld. De AI systemen die in de categorie ‘hoog risico’ vallen, zijn beschreven in bijlage III. De AI systemen in deze categorie moeten voor het op de markt brengen en daarna, aan verschillende vereisten (blijven) voldoen. Hier was veel kritiek op. Niet alleen omdat AI toepassingen ten onrechte wel of niet op de lijst stonden, maar ook omdat het een hele administratieve last betekende. In het aangepaste voorstel blijft de bijlage III lijst met High riks AI systemen bestaan. Maar niet ieder AI systeem dat op de bijlage staat is per definitie een ‘High Riks’ AI systeem. Dat is alleen het geval wanneer:
  1. De output van het AI systeem wordt gebruikt zonder dat een mens deze valideert, of
  2. De output van het AI systeem niet wordt gebruikt als louter ondersteunend voor de beslissing die een mens neemt en daardoor tot een aanmerkelijk risico kan leiden voor de gezondheid, veiligheid of fundamentele rechten.
De Europese Commissie moet in uitvoeringsbesluiten (‘implementation acts’) uitleg geven aan de term ‘louter ondersteunend’ (‘purely accessory’).

Gevolg

Het gevolg hiervan is dat, waarschijnlijk, een aantal AI systemen die op de bijlage III staan, toch niet als high risk aangemerkt zullen worden. De administratieve last lijkt daardoor beperkt te zijn tot de vaststelling dat er geen sprake is van een high risk AI systeem. De bijlage III lijst is ook aangepast. De volgende AI systemen zijn geschrapt van de lijst:
  • AI systems intended to be used to control emissions and pollution
  • AI systems intended to be used for insurance premium setting, underwritings and claims assessments
  • AI systems intended to be used by law enforcement authorities or on their behalf for law enforcement purposes to detect deep fakes as referred to in article 52(3)
  • AI systems intended to be used by law enforcement authorities or on their behalf for crime analytics regarding natural persons, allowing law enforcement authorities to search complex related and unrelated large data sets available in different data sources or in different data formats in order to identify unknown patterns or discover hidden relationships in the data.
Een aantal beschrijvingen zijn aangepast zoals:
  • Biometrische systemen; in het oude voorstel waren daar beperkingen aangebracht: Biometric identification systems intended to be used for the ‘real-time’ and ‘post’ remote biometric identification of natural persons without their agreement”. De beperkingen zijn geschrapt zodat nu alle biometrische systemen high risk zijn.
De Europese Commissie zal in staat zijn om de voorbeelden in bijlage III waar nodig aan te passen, aan te vullen en te verwijderen.

Wat betekent dit voor de praktijk nu

De definitieve tekst van de AI verordening is er nog niet. Dit betekent dat het voorbereiden op de AI verordening daardoor gehinderd wordt.  Desalniettemin lijkt er al wel op grote lijnen overeenstemming te bestaan. Daarbij kan gedacht worden aan het indelen in risico categorieën, dat organisaties zelf moeten vaststellen in welke risicocategorie een AI systeem valt, en dat test omgevingen (AI regulatory sandbox) mogelijk worden. Ook nu kunnen organisaties al vaststellen of het AI systeem dat zij gebruiken of willen gaan gebruiken compliant is. BG.legal heeft daarvoor enkele tools ontwikkeld  om bedrijven / organisaties hierin te ondersteunen:

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Aangepast voorstel AI Verordening [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aangepast-voorstel-ai-verordening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-29 11:26:19 [post_modified_gmt] => 2022-08-29 09:26:19 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31695 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 31689 [post_author] => 60 [post_date] => 2022-08-18 10:36:58 [post_date_gmt] => 2022-08-18 08:36:58 [post_content] => We zien het onder andere in de incassopraktijk geregeld mis gaan. Er is niet duidelijk vastgelegd of we te maken hebben met een bemiddelaar, principaal/handelsagent of lastgever/lasthebber. Maar wat houden deze begrippen in? En welke overeenkomsten liggen hieraan ten grondslag? Zowel de bemiddelings-, agentuur- als lastgevingsovereenkomst zijn bijzondere overeenkomsten van opdracht. Dit zijn overeenkomsten waarbij een opdrachtgever een opdracht geeft aan een opdrachtnemer en laatstgenoemde deze opdracht aanneemt. Er zijn echter veel verschillende overeenkomsten die onder deze categorie vallen. Bovengenoemde drie bijzondere overeenkomsten van opdracht worden nader gespecificeerd in de wet.

Bemiddelingsovereenkomst (artikel 425 boek 7 Burgerlijk Wetboek)

De bemiddelingsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een bemiddelaar (oftewel de opdrachtnemer) zich verplicht tegenover de opdrachtgever om tegen vergoeding als tussenpersoon werkzaam te zijn bij het tot stand brengen van één of meer overeenkomsten tussen de opdrachtgever en derden. In dit geval wordt uitsluitend gehandeld op naam van de opdrachtgever. De opdrachtgever is verplicht om de overeengekomen vergoeding aan de bemiddelaar te betalen, indien er een overeenkomst tot stand komt door zijn bemiddelingswerkzaamheden. Daarentegen moet de bemiddelaar zijn bemiddelingswerkzaamheden goed uitvoeren en zich als een goed bemiddelaar gedragen.

Agentuurovereenkomst (artikel 428 boek 7 Burgerlijk Wetboek)

De agentuurovereenkomst is een overeenkomst tussen de principaal (de ondernemer) en de handelsagent (de zelfstandige verkoper). De handelsagent bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen de principaal en derden. Het verdient opmerking dat de handelsagent daarbij niet ondergeschikt is aan de principaal. De handelsagent kan op eigen naam of op naam en voor rekening van de principaal overeenkomsten sluiten of orders bezorgen aan de principaal. De principaal moet hiervoor een provisie betalen.

Verschil agentuurovereenkomst en bemiddelingsovereenkomst

Zo op het eerste gezicht heeft de agentuurovereenkomst veel weg van de bemiddelingsovereenkomst. Er is echter een belangrijk verschil tussen beiden. De bemiddelingsovereenkomst ziet op het tot stand brengen van één of meerdere overeenkomsten. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een makelaar die eenmalig bemiddelt bij de verkoop van een huis. Zodra deze overeenkomst tot stand is gebracht, is voldaan aan de bemiddelingsovereenkomst. Bovendien is er bij de bemiddelingsovereenkomst geen sprake van vertegenwoordiging van de opdrachtgever. Bij de agentuurovereenkomst is het natuurlijk ook de bedoeling om te bemiddelen in het sluiten van overeenkomsten, maar het gaat dan om een onbepaald aantal overeenkomsten. Op het moment dat er een agentuurovereenkomst wordt gesloten tussen twee partijen is het de bedoeling om een duurzame zakelijke relatie met elkaar aan te gaan. Het is van belang dit onderscheid goed te maken bij de uitleg van een overeenkomst. Beide figuren hebben immers een eigen wettelijke regeling met elk eigen consequenties. Beter is het natuurlijk om bij de totstandkoming van de overeenkomst na te denken over welke figuur nu juist bedoeld wordt en dat goed te definiëren.

Lastgevingsovereenkomst (artikel 414 boek 7 Burgerlijk Wetboek)

De lastgevingsovereenkomst wordt gesloten tussen de lastgever en lasthebber. De lasthebber verplicht zich om voor rekening van de lastgever één of meer rechtshandelingen te verrichten. Vaak gaat het dan om het sluiten van overeenkomsten. De lasthebber kan de rechtshandelingen verrichten op eigen naam (maar voor rekening van de lastgever) of op naam van de lastgever. De lasthebber heeft echter wel een volmacht nodig om bevoegd in naam van de lastgever te handelen (artikel 62 boek 3 Burgerlijk Wetboek). Met betrekking tot lastgeving gelden behoorlijk wat specifieke regels. Deze regels zien vooral op het gebied van tegenstrijdig belang en de relatie met een derde partij. Er bestaat een verschil tussen de lasthebber en de gevolmachtigde. Waar de lasthebber verplicht is om bepaalde rechtshandelingen uit te voeren, is de gevolmachtigde bevoegd om rechtshandelingen uit te voeren, maar is dit geen verplichting. Haal de lasthebber en de gevolmachtigde daarom niet door elkaar.

Tot slot

Gezien de complexe materie die gepaard gaat met deze bijzondere overeenkomsten van opdracht, is het verstandig om bij het opstellen van deze overeenkomst juridische hulp in te schakelen. Mocht u over bovenstaand onderwerp een vraag hebben, neem dan gerust contact op met onze BG.legal specialisten. Karlijn van der Meule nieuw [post_title] => Bijzondere overeenkomsten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bijzondere-overeenkomsten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-29 11:11:21 [post_modified_gmt] => 2022-08-29 09:11:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31689 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 31593 [post_author] => 10 [post_date] => 2022-08-12 10:53:08 [post_date_gmt] => 2022-08-12 08:53:08 [post_content] => Op 1 juli 2022 is Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 in werking getreden. Deze wet leidt tot een aantal belangrijke wijzigingen in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. In zowel de Jeugdwet als de Wmo 2015 wordt de basis gelegd voor een zogenoemde ‘algemene maatregel van bestuur’ (afgekort AMVB, zijnde een set van regels waarmee een wet verder wordt uitgewerkt) waarin de bij de inkoop of subsidiëring van deze zorg in acht te nemen zorgvuldigheidseisen kunnen worden geregeld. Het gaat hierbij om zorgvuldigheidseisen die de continuïteit van de beschikbaarheid van de bewuste zorg ten goede komen en in het bijzonder de continuïteit van de zorgverlening aan individuele cliënten. Daarbij valt te denken aan onderwerpen als het tijdig afronden van de inkoopprocedure, meerjarige contracten en contractuele afspraken over de continuïteit van zorg voor cliënten na afloop van een contract. fact verantwoord inkopen 1 Daarnaast is specifiek in de Jeugdwet de basis gelegd voor een wettelijke grondslag voor een algemene maatregel van bestuur Reële Prijzen Jeugdwet. Uit de rechtspraak volgt dat ook voor de inkoop van jeugdhulp reële prijzen moeten worden betaald. Deze rechtspraak leidt er nu toe dat er   voor de Jeugdwet wordt voorzien in een wettelijke regeling voor reële prijzen. In de WMO 2015 bestaat al langer een AMVB voor reële prijzen. Voor de praktijk zal vooral van belang zijn de opsomming in de AMVB van de kostprijselementen die zullen moeten worden betrokken in het tarief. Bijvoorbeeld overheadkosten en verplichte indexatie. Verder wordt het aanbesteden vergemakkelijkt door de plicht om te gunnen op de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (emvi-criterium) uit beide wetten te schrappen. Hieraan is eerder een blog gewijd. Rik Wevers 2 [post_title] => Voor de inkoop van jeugdhulp moeten reële prijzen worden betaald [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => voor-de-inkoop-van-jeugdhulp-moeten-reele-prijzen-worden-betaald [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-08-12 10:53:08 [post_modified_gmt] => 2022-08-12 08:53:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31593 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 31670 [post_author] => 46 [post_date] => 2022-08-12 09:19:55 [post_date_gmt] => 2022-08-12 07:19:55 [post_content] => Een werknemer komt naar werk en klokt in, zet zijn computer aan en vertrekt vervolgens via de achterdeur. Aan het einde van de werkdag komt de werknemer terug en klokt die uit. In de tussentijd werd aantoonbaar niet gewerkt. De werknemer ontvangt over deze dagen salaris. Pas later blijkt het frauduleus in- en uitklokken van werknemer. De werkgever probeert daarna de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Frauduleus in- en uitklokken en inloggen bedrijfssysteem zonder te werken

Tijdens corona werkte veel medewerkers volledig of deels thuis. Het toezicht en de controle op thuiswerkers is lastig. Het fysiek aanwezig zijn op de werkvloer is eenvoudiger te controleren. Een werksysteem waarbij werknemers inloggen en activiteiten worden bijgehouden, zorgt voor enige controle. Dit systeem werkt zowel thuis als op kantoor. Toch is zo’n systeem niet waterdicht, zo blijkt uit deze zaak. De betreffende werknemer heeft zichzelf negentien werkdagen geregistreerd in het bedrijfssysteem als ingelogd en aanwezig. In werkelijkheid was hij op die werkdagen een groot deel van de dag afwezig en zijn er geen (of nauwelijks) werkzaamheden verricht. Nadat werkgever dit ontdekte, startte zij een procedure bij de rechtbank om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Voor de rechtbank Noord-Holland was dit gedrag reden genoeg de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter noemt het gedrag van de werknemer ‘dagdieverij’. Tot deze uitspraak had ik nog nooit van deze term gehoord. Vrij uitgelegd wordt hiermee bedoeld dat de dag als het ware wordt gestolen (‘dag’ en ‘dief’). Omdat de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen wordt ontbonden, krijgt de werknemer geen transitievergoeding en wordt de opzegtermijn niet in acht genomen.

Bekijk hier de video over ontslagrecht:

https://www.youtube.com/watch?v=BhmW0wQl-yg

Meer weten over ontslag?

Wilt u specifiek weten hoe om te gaan met een ontslag? Of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen? Neem dan gerust contact op met mij [Marlies Hol]. Ik ben advocaat arbeidsrecht bij BG.legal in ’s-Hertogenbosch en omgeving. Marlies Hol 1 [post_title] => Inklokken, maar niet werken: reden voor ontslag [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inklokken-maar-niet-werken-reden-voor-ontslag [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:17:04 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:17:04 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31670 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 31632 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-08-11 09:25:43 [post_date_gmt] => 2022-08-11 07:25:43 [post_content] => Recent boog het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de vraag of het monitoren van een zakelijk e-mailaccount van een werknemer is toegestaan.[1] In de desbetreffende zaak verweet ING een van haar werknemers dat hij in strijd handelde met de arbeidsovereenkomst en vermoedelijk betrokken was geweest bij verschillende strafbare feiten. Voldoende aanleiding om het zakelijke e-mailverkeer van de werknemer te monitoren, aldus ING. Benieuwd naar wat het Hof ervan vindt? Je leest het in de onderstaande blog.

Controle zakelijke e-mail door werkgever

ING ontving in april 2021 een anonieme melding, waarin stond dat de werknemer betrokken was geweest bij witwassen en hypotheekfraude. Naar aanleiding van deze melding raadpleegde ING het incidentenregister. Daaruit bleek dat het Openbaar Ministerie (OM) en een (niet nader genoemde) overheidsinstantie in 2018-2019 een bevel aan ING hadden gegeven om informatie over verweerder te verstrekken, aangezien deze (vermoedelijk) betrokken was bij het plegen van strafbare feiten. Gelet op de inhoud van de anonieme melding en de bevelen tot het verstrekken van informatie, was er volgens de ING voldoende aanleiding om de zakelijke e-mailaccounts van de werknemer te controleren. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de werknemer (i) niet-gemelde nevenwerkzaamheden (onder werktijd) verrichte, (ii) zijn zakelijke e-mailadres (inclusief handtekening met ING-logo) gebruikte voor privéaangelegenheden en (iii) meerdere keren – zonder zakelijke reden – de gegevens van ING klanten raadpleegde. Mede omdat het functioneren van de werknemer in 2018 en 2020 als onvoldoende werd beoordeeld, verzocht ING de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De werknemer bepleitte dat het verzoek van ING moest worden afgewezen. Als het verzoek toch zou worden toegewezen, wenste de werknemer een transitievergoeding en een forse billijke vergoeding omdat ING ernstig verwijtbaar zou handelen.

Voorwaarden inzage werkgever werkmail

Voor het antwoord op de vraag of ING het zakelijke e-mailaccount van de werknemer mocht monitoren, verwijst het hof naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Bărbulescu.[2] Daarin worden de volgende richtsnoeren gegeven: I. Is de werknemer vooraf geïnformeerd over (de aard van) de mogelijke monitoring van correspondentie en andere communicatie door de werkgever? II. Wat is de omvang van de monitoring en hoe ernstig is de inbreuk op de privacy van de werknemer? III. Heeft de werkgever legitieme gronden die de toegepaste monitoring rechtvaardigen? IV. Was monitoring met minder indringende methoden en maatregelen mogelijk geweest? V. Welke gevolgen heeft de monitoring voor de werknemer gehad? VI. Zijn de werknemer adequate waarborgen geboden, in het bijzonder bij indringende vormen van monitoring? In de Bărbulescu-richtlijnen zie je verschillende kernbegrippen en -waarden uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) terugkomen: (ad I.) transparantie/informatieplicht, (ad II.) proportionaliteit, (ad III.) gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke en (ad IV.) subsidiariteit.  Volgens het hof moeten deze richtsnoeren in onderlinge samenhang worden bezien, waarbij het gewicht dat wordt toegekend aan de verschillende richtsnoeren afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Het niet voldoen aan één van de richtsnoeren, hoeft dus niet perse in negatieve zin doorslaggevend te zijn. Volgens het hof staat vast dat de werknemer van ING niet vooraf is geïnformeerd over (de aard van) de mogelijke monitoring (richtsnoer I). Wat betreft richtsnoer III, heeft ING aangevoerd dat zij een gerechtvaardigd belang (legitieme reden) had om de e-mails van de werknemer te controleren, namelijk het voorkomen/bestrijden van financieel economische delicten. Deze poortwachtersfuncties wordt ook door de wetgever onderschreven. Wat betreft de overige richtsnoeren, is er volgens het hof nog onvoldoende bekend om een sluitend oordeel te geven. Zonder kennis over de aard en inhoud van de meldingen, kan het hof niet beoordelen of het monitoren van het e-mailaccount proportioneel was. Zij kan evenmin vaststellen of de beschuldigingen direct verband houden met de meldingen of dat er slechts sprake was van ‘bijvangst’. Het hof stelt ING dan ook in de gelegenheid om aanvullend bewijs aan te dragen en houdt iedere verdere beslissing aan.

Mag werkgever werkmail van werknemers lezen?

Er zitten aardig wat haken en ogen aan het monitoren van een zakelijk e-mailaccount. Allereerst dient de werknemer vooraf geïnformeerd te worden over (de aard van) de mogelijke monitoring. Dit kan via een intern protocol of door dergelijke bepalingen te verwerken in de gedragsregels. De werkgever dient ook een gerechtvaardigd belang te hebben bij het monitoren van het zakelijke e-mailverkeer. Denk bijvoorbeeld aan het beschermen van bedrijfsgeheimen of het voorkomen/bestrijden van strafbare feiten. Zelfs wanneer aan al deze richtsnoeren is voldaan, kan het monitoren alsnog niet toegestaan zijn wanneer dit disproportioneel of anderszins niet noodzakelijk is. Het monitoren van een zakelijk e-mailaccount is dus een verstrekkende maatregel waar een uitgebreide belangenafweging aan vooraf dient te gaan. Ben je voornemens om deze maatregel toch in te zetten? Neem dan contact op met Marlies Hol. Wij helpen je graag bij het inventariseren van de mogelijkheden/risico’s. [1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:6203 (ING/Verweerder) [2] EHRM 5 september 2017, ECLI:CE:ECHR:2017:0905JUD006149608 (Bărbulescu). [post_title] => Zakelijke e-mail en privacy: wanneer mag je de mailbox van een werknemer controleren? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zakelijke-e-mail-en-privacy-wanneer-mag-je-de-mailbox-van-een-werknemer-controleren [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:29:56 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:29:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31632 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 31528 [post_author] => 46 [post_date] => 2022-08-10 09:40:25 [post_date_gmt] => 2022-08-10 07:40:25 [post_content] => Tegenwoordig zijn er veel organisaties die vraag en aanbod bij elkaar brengen als dienstverlening. Uber doet dit voor transport, Deliveroo voor eten en Gorillas voor boodschappenbezorging. Op Temper.works kunnen bedrijven zelfs vacatures voor losse diensten zetten, zoals een dienst in de bediening van een restaurant. Deze bedrijven werken met werknemers of zzp’ers. Eén van de verschillen tussen zzp’ers en werknemers is dat een zelfstandige ondernemer zelf bepaalt welke opdracht ze accepteren en hoe ze die vervolgens uitvoeren. Ze staan niet onder gezag van een bedrijf. Ze zijn eigen baas en autonoom in de uitvoering. Een ander verschil tussen een werknemer en een zelfstandige is de wijze van vergoeding. Werknemers ontvangen namelijk loon en zelfstandigen sturen facturen. Een laatste onderscheid wordt gemaakt in de mogelijkheid van vrije vervanging van een zelfstandige. Een zelfstandige mag zijn werkzaamheden door een ander laten uitvoeren (hoewel dit in de praktijk niet vaak gebeurt). In dit artikel wordt ingegaan op de aandachtspunten voor zelfstandigen. Een gelijksoortig artikel over werknemers staat hier.

Hoe behoud ik goede arbeidskrachten?

Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt, hebben bedrijven groot belang bij het behouden van arbeidskrachten. Je wil voorkomen dat goede arbeidskrachten worden weggekaapt door concurrenten. Welke belemmeringen mag een bedrijf opleggen om te voorkomen dat arbeidskrachten overstappen?

Waar moet ik op letten bij een concurrentie- en relatiebeding voor zelfstandigen?

Het is toegestaan om een concurrentie-relatiebeding op te leggen aan opdrachtnemers. Dit wil zeggen dat arbeidskrachten niet zomaar voor opdrachtgevers mogen gaan werken buiten het platform om. Let wel op het volgende. Bij opdrachtnemers/zelfstandige kan een inperking van de vrijheid om ergens anders te werken ertoe leiden dat sprake is van een verkapt dienstverband ofwel een schijnconstructie. Er is dan een overeenkomst van opdracht gesloten, maar eigenlijk is sprake van een arbeidsrelatie.

Is een concurrentie- en relatiebeding mogelijk bij detachering en uitlening aan een ander bedrijf (belemmeringsverbod)?

Als een zelfstandige wordt gedetacheerd of wordt uitgeleend aan een ander bedrijf, dan mag de arbeidskracht niet worden verboden daar rechtstreeks werkzaamheden voor te gaan verrichten. Het is niet mogelijk arbeidskrachten te verbieden/belemmeren in dienst te treden bij de klant waar zij aan zijn uitgeleend of zijn gedetacheerd. Dit heet het belemmeringsverbod (artikel 9a Waadi). Het belemmeringsverbod geldt voor zzp’ers die gelijk te stellen zijn aan werknemers en werkzaam zijn op grond van een overeenkomst van opdracht, artikel 7:400 BW. Het belemmeringsverbod staat in de weg aan een concurrentie- en relatiebeding. Als een zelfstandige bij een ander bedrijf heeft gewerkt onder diens leiding en toezicht geldt een concurrentie- en relatiebeding dus niet. Op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) mag de arbeidskracht niet na de inlening worden belemmerd om bij de inlener in dienst te treden. Tijdens de inlening mag de opdrachtgever wel verbieden dat de arbeidskracht bij de klant in dienst treedt. Dit kan dus ook in een overeenkomst worden opgenomen. Het is de vraag of een dergelijk beding in de praktijk veel zin heeft, omdat er bijna altijd mogelijkheden bestaan om de opdracht eerder te stoppen. Als de opdrachtnemer de samenwerking eindigt, staat hem/haar niks in de weg bij het inlenende bedrijf te starten. Tip: sluit in een concurrentie- en relatiebeding het werken voor inlenende bedrijven uit. Anders is het concurrentie- en relatiebeding mogelijk nietig en gelden deze ook niet meer voor andere bedrijven. Met deze uitzondering geldt het concurrentie- en relatiebeding nog wel voor andere bedrijven.

Mogelijkheden om een overstap van opdrachtnemers te beperken

Wat kan dan wel? Er kunnen wel andere acties worden ondernomen om arbeidskrachten zoveel mogelijk aan je te binden. Zo kan je een concurrentie-, relatie- (klanten waarvoor is gewerkt uitgezonderd) en boetebeding opnemen. Daarnaast kan met de inlener wél worden afgesproken dat een vergoeding moet worden betaald als zij jouw arbeidskrachten in dienst nemen.

Werken voor één opdrachtgever (exclusiviteit)

Een ander aandachtspunt voor zelfstandigen is dat vaak in een overeenkomst van opdracht staat dat zij mogen werken voor andere opdrachtgevers. Hoe verhoudt zich dat tot het concurrentiebeding? Een exclusiviteitsbeding (het alleen mogen werken voor de opdrachtgever) er niet perse toe leidt dat sprake is van een (ongewenst) fictief dienstverband. Dit kan wel een indicatie zijn, maar daarvoor is veel meer nodig. Op basis van de mij bekende informatie hoeft u zich daar dus geen zorgen om te maken.

Meer weten over het binden van zzp’ers?

Marlies Hol is gespecialiseerd advocaat arbeidsrecht in ’s-Hertogenbosch en omgeving. Marlies Hol [post_title] => Alles over detachering en uitlenen van zelfstandigen (zzp’ers) en opdrachtnemers [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => alles-over-detachering-en-uitlenen-van-zelfstandigen-zzpers-en-opdrachtnemers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:17:27 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:17:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31528 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 31770 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-08-25 11:41:21 [post_date_gmt] => 2022-08-25 09:41:21 [post_content] => Deze vraag is recent voorgelegd aan de rechtbank Den Haag (Rb. Den Haag 17 juli 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8269). In deze kwestie had de merkhouder van het kledingmerk Elisabetta Franchi, te weten Betty Blue S.P.A. (hierna: Betty Blue) bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de website www.elisabetta-franchi.nl door een derde partij. Deze domeinnaam was geregistreerd en werd gebruikt door CS 24 B.V., handelend onder de naam VLVT (hierna: CS 24). Dit was een partij waarmee Betty Blue geen commerciële band had. Op de website werden wel echte Elisabetta Franchi producten verkocht. Kon Betty Blue (de merkhouder) hier iets tegen doen?

Terug naar de basis

Een merkhouder kan zich verzetten tegen het gebruik van zijn merk door een ander, tenzij het merkrecht is uitgeput. Uitputting houdt in dat een specifiek merkproduct door of met toestemming van de merkhouder op de Europese markt is gebracht, oftewel de merkhouder heeft al een keer aan het merkproduct verdiend. Een wederverkoper die dit product heeft gekocht, mag het dan gebruiken ter aanduiding van de producten die hij of zij doorverkoopt. De merkhouder kan zich dan enkel nog verzetten tegen het merkgebruik als daar een gegronde reden voor bestaat. Anders gezegd houdt dit in dat een wederverkoper die geen commerciële band heeft met de merkhouder bij de doorverkoop van merkproducten rekening moet houden met gerechtvaardigde belangen van de merkhouder. Dit houdt ook in dat de wederverkoper niet de indruk mag wekken dat er een commerciële band bestaat tussen de merkhouder en de wederverkoper als daar geen sprake van is. Wordt die indruk wel gewekt, dan is er sprake van een merkinbreuk.

WIPO Procedure

Terug naar het geschil tussen Betty Blue en CS 24. Via een WIPO procedure had Betty Blue eerder de afgifte van de domeinnaam www.elisabetta-franchi.nl door CS 24 aan Betty Blue gevorderd. Het WIPO overwoog in haar oordeel het volgende. Op basis van de zogenoemde OKI-data criteria moet het voor de bezoeker van de website in ieder geval duidelijk zijn dat er geen commerciële band bestaat tussen de merkhouder (in dit geval Betty Blue) en de wederverkoper (in dit geval CS24). Volgens het WIPO was dit echter onvoldoende duidelijk. Ook werden er andere merken via de website verkocht waardoor het merk niet enkel werd gebruikt ter aanduiding van de Elisabetta Franchi merkproducten. Dit leverde volgens het WIPO ongerechtvaardigd merkgebruik op. Het WIPO oordeelde dan ook dat CS 24 geen rechtmatig belang had bij het gebruik van de domeinnaam. Het oordeel; CS 24 moest de domeinnaam overdragen aan Betty Blue.

Procedure bij de rechtbank Den Haag

Om te voorkomen dat CS 24 de domeinnaam moest overdragen is CS 24 een bodemprocedure gestart bij de rechtbank Den Haag. In deze procedure vorderde CS 24 van de rechter om voor recht te verklaren dat CS 24 geen inbreuk had gemaakt op het merkenrecht van Betty Blue, dan wel de handelsnaam, dan wel dat geen sprake was van enig onrechtmatig handelen van CS 24 jegens Betty Blue. Dit zou tot gevolg hebben dat CS 24 de domeinnaam niet zou hoeven over te dragen. Merkenrecht De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van merkinbreuk. CS 24 heeft haar website sinds de uitspraak van het WIPO namelijk aangepast. Waar voorheen de website www.elisabetta-franchi.nl een website toonde waar ook andere merken werden getoond, leidt de nieuwe website nu enkel naar een website waarop Elisabetta Franchi producten worden verkocht. Ook wordt op de website duidelijk(er) gemaakt dat er geen commerciële band bestaat tussen Betty Blue en CS24 doordat bovenaan iedere webpagina het volgende staat: “VLVT – onafhankelijke dealer van Elisabetta Franchi merkkleding. Gevestigd aan de Cornelis Schuytstraat 22-24 te Amsterdam.” Verder staat er onderaan de homepage een tekst waarin nader wordt toegelicht dat er géén sprake is van een commerciële band tussen Betty Blue en CS 24. Over het ontbreken van een commerciële band tussen Betty Blue en CS 24 kan volgens de rechter dan ook geen onduidelijkheid bestaan bij de bezoekers van de website. Het merk wordt dus rechtmatig door CS 24 gebruikt. Er is geen sprake van merkinbreuk. Handelsnaamrecht Volgens de rechter is er tevens geen sprake van handelsnaamrechtinbreuk. Daar kan pas sprake van zijn als CS 24 de domeinnaam www.elisabetta-franchi.nl als handelsnaam zou gebruiken. Daarvan is sprake als CS 24 deze domeinnaam zou gebruiken ter aanduiding van haar onderneming en/of bepaalde bedrijfsactiviteiten. Om dat te beoordelen wordt naar alle omstandigheden van het geval gekeken. Ook de inhoud van de website is daarbij relevant. Juist doordat CS 24 de naam VLVT als handelsnaam op de website gebruikt en de naam Elisabetta Franchi niet anders dan ter aanduiding van de merkproducten gebruikt, gebruikt zij de domeinnaam niet als handelsnaam en maakt CS 24 dus geen handelsnaamrechtinbreuk. Onrechtmatige daad Volgens de rechtbank is er ook geen sprake van onrechtmatig handelen door CS 24. Het registreren van een domeinnaam is in beginsel niet onrechtmatig. Dit kan anders zijn als er sprake is van voldoende bijkomende omstandigheden. Die omstandigheden zijn niet gebleken in de procedure.

Conclusie

In dit geval kon de merkhouder dus niets doen tegen het gebruik van de merknaam door een andere partij die de merkproducten van de merkhouder doorverkocht. Kan de merkhouder hier dan helemaal niets tegen doen? Jawel. Niet op basis van het merkenrecht, maar wel op basis van de nieuwe Groepsvrijstellingsverordening Verticale Overeenkomsten. Op basis van deze nieuwe wetgeving kan het gemakkelijker worden om een verbod voor doorverkoop van merkproducten op te leggen aan distributeurs én afnemers van die distributeurs.

Vragen?

Heb je vragen over het merkenrecht of het mededingingsrecht? Neem vrijblijvend contact op met Jos van der Wijst of Mustafa Kahya. [post_title] => Mag een ander jouw merk als domeinnaam gebruiken? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-een-ander-jouw-merk-als-domeinnaam-gebruiken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-03 10:46:56 [post_modified_gmt] => 2022-10-03 08:46:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=31770 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 7f20fa912bf9ecdfde8fc1d10ec8e8ed [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Deze vraag is recent voorgelegd aan de rechtbank Den Haag (Rb. Den Haag 17 juli 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8269). In deze kwestie had de merkhouder van het kledingmerk Elisabetta Franchi, te weten...
Lees meer
Het dunksilhouet van de ex-basketballer Michael Jordan is inmiddels wereldberoemd. Dit is een merk geregistreerd door Nike. Het Jordan-merk wordt door Forbes geschat op een waarde van $ 1.6 miljard....
Lees meer
Wat is er gebeurd? Vier vrienden gaan met de boot naar een recreatiemeer. Zij leggen de boot aan een kade vlakbij een gemarkeerd zwemstrandje. Eén van de mannen neemt een...
Lees meer
Steeds meer software wordt enkel als dienst aangeboden. Dit wordt ook wel Software as a Service (SaaS) genoemd. De software draait dan niet ‘on-premise’ bij de afnemer, maar is enkel...
Lees meer
Op 15 juli 2022 heeft het Tsjechisch voorzitterschap van de Europese Raad een aangepast voorstel gepubliceerd van de AI Verordening (AI Act). Dit aangepast voorstel borduurt voort op het voorstel...
Lees meer
We zien het onder andere in de incassopraktijk geregeld mis gaan. Er is niet duidelijk vastgelegd of we te maken hebben met een bemiddelaar, principaal/handelsagent of lastgever/lasthebber. Maar wat houden...
Lees meer
Op 1 juli 2022 is Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 in werking getreden. Deze wet leidt tot een aantal belangrijke wijzigingen in de Wmo 2015 en de...
Lees meer
Een werknemer komt naar werk en klokt in, zet zijn computer aan en vertrekt vervolgens via de achterdeur. Aan het einde van de werkdag komt de werknemer terug en klokt...
Lees meer
Recent boog het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de vraag of het monitoren van een zakelijk e-mailaccount van een werknemer is toegestaan.[1] In de desbetreffende zaak verweet ING een van haar...
Lees meer
Tegenwoordig zijn er veel organisaties die vraag en aanbod bij elkaar brengen als dienstverlening. Uber doet dit voor transport, Deliveroo voor eten en Gorillas voor boodschappenbezorging. Op Temper.works kunnen bedrijven...
Lees meer