WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 39
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 39
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1439
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 380, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 34854
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-02-13 15:14:18
[post_date_gmt] => 2023-02-13 14:14:18
[post_content] => Mag je het merk van een concurrent gebruiken op je website? Mag je in mails of op je website aangeven dat je support en onderhoud levert bij het product van een concurrent? Mag je aangeven dat je gespecialiseerd bent in het systeem van de concurrent? En daarbij natuurlijk dan het merk van de concurrent noemen.
Wat waren de vragen aan de rechter?
In deze zaak gaat het om het merk van een bedrijf dat hard- en software levert ten behoeve van monitorings- en alarmsystemen voor laboratoria (XiltriX). Een ex-werknemer gaat werken bij een bedrijf (Purple Q) dat in uitingen (e-mails en op de website) aangeeft onderhoud en support op XiltriX systemen te bieden en zelfs gespecialiseerd te zijn in XiltriX systemen. XiltriX vordert in kort geding een verbod en rectificatie en baseert deze vordering op merkinbreuk en misleidende/ongeoorloofde reclame.
Merkinbreuk
XiltriX is houder van de merkregistratie XiltriX. Purple Q erkent geen toestemming te hebben voor het merkgebruik. Purple Q heeft de website aangepast maar heeft geweigerd een onthoudingsverklaring te tekenen. En dus is er nog steeds sprake van een dreigende merkinbreuk en spoedeisend belang. De rechtbank overweegt dat geen sprake is van de uitzondering genoemd in art. 2.23 lid 1 sub c BVIE (merkgebruik dat noodzakelijk is om kenmerken van de waar/diensten aan te duiden). Daarvoor moet de informatie juist zijn (zoals opgevat door het relevante publiek). Purple Q blijkt niet alle vormen van onderhoud aan de XiltriX te kunnen leveren. En dus overweegt de rechtbank dat inbreuk is gemaakt op de merkrechten.
Misleidende/ongeoorloofde reclame
De rechtbank overweegt dat een enkele onvolledigheid of onjuistheid onvoldoende is voor misleiding. De mededeling moet het publiek (kunnen) misleiden en het economisch gedrag van het publiek beïnvloeden. De bewijslast dat de gedane mededelingen feitelijk juist zijn, berust bij degene die de uiting heeft gedaan. Purple Q is daar niet in geslaagd.
De vorderingen van XiltriX worden in overwegende mate toegewezen. Ook de rectificatie op de aangepaste website. De rechtbank overweegt dat de rectificatie gerechtvaardigd is omdat de onjuiste mededelingen geruime tijd op de website van Purple Q hebben gestaan. De rechtbank spreekt geen hoofdelijke veroordeling uit ten aanzien van de vertrokken medewerker. Alleen Purple Q wordt veroordeeld. Ook in de volledige proceskosten.
Wat betekent dit voor de praktijk:
- Het algemene uitgangspunt bij reclame is dat de mededelingen feitelijk juist moeten zijn. De bewijslast daarvan ligt bij degene die de uiting doet.
- Een ander uitgangspunt is dat je alleen met toestemming van een
merkhouder een merk mag gebruiken. Dat geldt ook voor verwijzend gebruik.
- Er is een uitzondering op het verbod. Je mag een merk noemen wanneer dat nodig is om de kenmerken van het product te beschrijven. Wanneer je een auto van het merk A verkoopt dan moet je dat merk kunnen noemen. Het merkgebruik mag dan niet verder gaan dan noodzakelijk is. Zo is het niet nodig of het geregistreerde merk erbij af te beelden. Wel om het merk in letters aan te geven.
Mocht je vragen hebben over het gebruik van een merk, dan kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[caption id="attachment_29428" align="alignleft" width="200"]

Jos van der Wijst[/caption]
[post_title] => Merkinbreuk en misleidende/ongeoorloofde reclame
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => merkinbreuk-en-misleidende-ongeoorloofde-reclame
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-13 15:14:18
[post_modified_gmt] => 2023-02-13 14:14:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34854
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 34675
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-02-10 13:00:00
[post_date_gmt] => 2023-02-10 12:00:00
[post_content] =>
Update: Uiteindelijk is Picnic in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis. Hoewel ook het hof van mening is dat Picnic inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van haar werknemer, heeft dit volgens het hof niet geleid tot immateriële en materiële schade bij de werknemer. Aangezien Picnic inmiddels ook voldoende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, bestaat er ook geen reële dreiging voor inbreuk meer. Het hof oordeelt dan ook dat de werknemer de schadevergoeding van EUR 10.000,- aan Picnic terug moet betalen, en dat het opgelegde verbod moet worden vernietigd.
Al eerder schreven we een
blog over werkgevers die foto’s van werknemers willen gebruiken in bijvoorbeeld promotiemateriaal. De werkgever moet daarbij nagaan of de werknemer voor het gebruik van zijn/haar
portret toestemming heeft gegeven. Onlangs is Picnic aangesproken op de inbreuk op het portretrecht van een van haar werknemers. In deze blog leg ik uit waar de kwestie precies over gaat, en vervolgens hoe het oordeel van de
rechtbank Amsterdam luidt.
Wat ging eraan vooraf?
De medewerker in kwestie is werkzaam geweest als runner+ bij Picnic. Gedurende haar dienstverband heeft zij haar medewerking verleend aan een fotoshoot. Voorafgaand aan de fotoshoot tekent de medewerker een verklaring (
quit claim), waarin zij toestemming geeft voor het gebruik van haar
beeldmateriaal en geen bezwaar zal maken tegen de openbaarmaking daarvan. De foto’s worden twee jaar later gebruikt in reclame-uitingen op social media, de website, flyers en op bestelbusjes in Nederland en Duitsland. Vanwege het succes van de campagne betaalt Picnic later nog een extra vergoeding van € 500,-.
De medewerker maakt vervolgens
bezwaar tegen het gebruik van haar foto’s in de reclamecampagnes. Bij de fotoshoot zou haar namelijk verteld zijn dat het beeldmateriaal alleen gebruikt zou worden in een
kortdurende campagne op Instagram. Zij ontdekt echter dat haar foto’s op veel grotere schaal worden gebruikt, zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gegeven. Na een gesprek met Picnic worden de afbeeldingen binnen een maand van de bestelbusjes verwijderd. Ook wordt haar portret niet langer op het internet gebruikt. Tenslotte heeft het Duitse zusterbedrijf ook de afbeeldingen verwijderd en € 2.500,- aan de werknemer betaald.
Inbreuk op portretrecht
Desalniettemin stapt de medewerker naar de rechtbank wegens een
inbreuk op haar portretrecht. Volgens Picnic heeft de vrouw vrijwillig haar medewerking verleend aan de fotoshoot, en heeft bovendien toestemming voor het gebruik middels de
quit claim. Het zou nooit de bedoeling zijn geweest dat dit gebruik beperkt zou blijven tot het gebruik van haar foto’s in een korte campagne op Instagram.
De rechtbank gaat echter niet mee met het verweer van Picnic, gelet op de ondertekende
quit claim. In dit document is zij akkoord gegaan met het gebruik van haar foto’s voor ‘de beschikbare promotiekanalen van Picnic’. Daar kan volgens de rechtbank het grootschalige gebruik van haar foto’s tot worden gerekend, waaronder het gebruik van haar foto’s op bestelbusjes in Nederland en Duitsland. In haar hoedanigheid als reguliere werknemer had zij er geen rekening mee hoeven houden dat zij door dit grootschalig gebruik waarschijnlijk voor langere tijd met het bedrijf geassocieerd zou worden. Dit is bijvoorbeeld anders bij een professionele acteur die wordt ingehuurd om langere tijd het gezicht van een campagne te zijn en hiervoor een passende vergoeding ontvangt.
Schadevergoeding
Voorts stelt de rechtbank dat het voldoende aannemelijk is geworden dat de medewerker
immateriële schade heeft geleden. De immateriële schade die voor vergoeding in aanmerking komt, wordt op € 10.000,- geschat. Een onderbouwing hoe de rechtbank tot deze schatting is gekomen wordt echter niet gegeven. Daarnaast wordt ieder verder gebruik van de afbeeldingen verboden, op straffe van een dwangsom.
Conclusie
Mocht je als onderneming foto’s van je werknemers willen gebruiken, wees je er dan bewust van dat je hiervoor toestemming van je werknemers nodig hebt. Om te voorkomen dat je voor onaangename verassingen komt te staan, is het daarnaast van belang dat de
toestemming specifiek genoeg is. Op die manier is voor beide partijen duidelijk voor welke aangelegenheden de foto gebruik zal worden.
Wil je meer weten over het portretrecht? Neem contact op met één van
onze specialisten.

[post_title] => Picnic schendt portretrecht van (ex-)werknemer
[post_excerpt] => Mag een bedrijf de foto’s van een medewerker gebruiken voor meerdere, grootschalige campagnes? Anders dan een professionele acteur hoeft een werknemer van een bedrijf er geen rekening mee te houden dat zij door grootschalig gebruik van haar portret
[post_status] => publish
[comment_status] => closed
[ping_status] => closed
[post_password] =>
[post_name] => picnic-schendt-portretrecht-van-ex-werknemer
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-21 09:30:43
[post_modified_gmt] => 2025-01-21 08:30:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://im-52378
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 34754
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-02-10 09:32:10
[post_date_gmt] => 2023-02-10 08:32:10
[post_content] => Bent u
eigenaar van een recreatiewoning die onder de energielabelplicht valt maar heeft u nog geen geregistreerd energielabel? Eigenaren en beheerders van recreatiewoningen krijgen tot
1 januari 2024 de tijd om een energielabel te registreren.
Lees hier verder:
Energielabel geldt ook voor de meeste recreatiewoningen.

[post_title] => Energielabel geldt ook voor de meeste recreatiewoningen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => energielabel-geldt-ook-voor-de-meeste-recreatiewoningen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-10 09:32:10
[post_modified_gmt] => 2023-02-10 08:32:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34754
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 34832
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-02-09 16:45:20
[post_date_gmt] => 2023-02-09 15:45:20
[post_content] =>
Dit moet je weten!
Na 12 jaar is er een
nieuwe versie van de Gedragscode Openheid medische incidenten (GOMA). In dit artikel wordt stilgestaan bij de hoofdpunten van de GOMA 2022 en wat de grootste veranderingen zijn ten opzichte van de GOMA 2010 voor zorgverleners en zorginstellingen.
Voor wie geldt de GOMA?
De Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid is opgesteld om onder andere de positie van het slachtoffer te verbeteren na een medisch incident. Een slachtoffer heeft vaak een informatie- en kennisachterstand ten opzichte van de zorgverlener. De GOMA bevat aanbevelingen voor alle zorgverleners en zorginstellingen, maar ook voor de patiënt, de belangenbehartiger, en aansprakelijkheidsverzekeraars. De GOMA geldt dus kortom voor iedereen die te maken heeft met medische incidenten en de afwikkeling van klachten en schadeclaims.
Wat is een incident?
Voor de definitie van incident is aansluiting gezocht bij de definitie van het
Uitvoeringsbesluit van de Wet kwaliteit klachten geschillen en zorg (Wkkgz): “een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg, en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt”.
Nieuwe ontwikkelingen binnen de GOMA
De GOMA 2022 benoemt vier ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan en aanleiding hebben gegeven tot de vernieuwing.
- Meer aandacht voor openheid na een incident
Een patiënt heeft behoefte aan informatie en goede communicatie. Openheid is belangrijk om het vertrouwen tussen de patiënt en de zorgverlener te behouden of te herstellen. Tevens zullen klachten en claims minder snel escaleren indien een zorgverlener open communiceert met de patiënt.
Nieuw in de GOMA is ook de erkenning van de impact die een incident op de zorgverlener heeft. Veel zorgverleners ervaren achteraf schaamte, stress of zelfs een burn-out. De zorgverlener wordt wel ‘
the second victim’ genoemd. Zorginstellingen moeten op grond van goed werkgeverschap voorzien in mogelijkheden voor begeleiding en ondersteuning van de zorgverlener na incidenten. Hierdoor wordt een zorgverlener ook in de mogelijkheid gesteld om beter te communiceren met de patiënt. Dit is opgenomen in aanbeveling 5.
Onder veel zorgverleners heerst nog de opvatting dat zij geen excuses mogen maken of verantwoording mogen nemen voor het incident. Er zijn echter geen juridische belemmeringen om excuses te maken. Een veel gehoorde angst is verlies van polisdekking bij de aansprakelijkheidsverzekeraar. Het is echter door de wetgever verboden om een verbod tot erkenning van feiten op te nemen in de polis.
[1] Patiënten hechten veel waarde aan erkenning van hetgeen hen is overkomen. De GOMA 2022 geeft aan dat een menselijke reactie veel belangrijker is dan formele regels.
- Ontwikkelingen in de verzekeringspraktijk
Aansprakelijkheidsverzekeraars behandelen de verzoeken tot schadevergoeding steeds vaker in samenspraak met de zorginstelling en de zorgverlener. Ook wikkelen zogenaamde ‘zelfregulerende ziekenhuizen’ steeds vaker zelf hun schadeclaims af. Volgens de GOMA 2022 kan dat soms onnodige escalatie voorkomen en leiden tot een snellere schikking.
De zorginstelling moet de patiënt laten weten indien het verzoek wordt beoordeeld door de aansprakelijkheidsverzekeraar en dat deze namens de zorginstelling handelt. In de GOMA 2010 moest de aansprakelijkheidsverzekeraar zich melden bij de patiënt. Ook hieruit blijkt het veranderde uitgangspunt van patiëntvriendelijkheid en het contact vanuit de zorgverlener en/of zorginstelling.
Om de ongelijke positie tussen de patiënt en de zorginstelling te verkleinen dient de zorginstelling de patiënt ook te wijzen op de mogelijkheid om zelf een belangenbehartiger in te schakelen.
- Nieuwe wetgeving
In 2016 is de Wkkgz inwerking getreden. In deze wet heeft de overheid vastgelegd wat er onder goede zorg wordt verstaan. De wet bevat belangrijke klachten- en geschillenregelingen. Ook bevat de Wkkgz een bepaling die het zorgverleners verplicht om incidenten aan de patiënt te melden en op te nemen in het patiëntendossier.[2]
In de GOMA 2010 was opgenomen dat deze melding aan patiënten binnen 24 uur diende te geschieden. Dit is echter niet altijd mogelijk. Daarom is die termijn verzacht naar ‘bij voorkeur binnen 24 uur’. Dit is terug te vinden in aanbeveling 7.
Daarnaast is op
privacygebied ook de AVG in werking getreden. Deze is vooral van belang bij het verstrekken van het medisch dossier. Zo regelt art. 12 lid 3 van de AVG dat dit onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek aan de patiënt verstrekt moet worden.
- Ontwikkelingen in de tuchtrechtspraak
Sinds 2010 is de verantwoordelijkheid van zorgverleners en zorginstellingen verder uitgewerkt. Uit de tuchtrechtspraak van het Centraal tuchtcollege volgde bijvoorbeeld dat een proactieve houding van de zorgverlener behoort tot de zorgplicht van de zorgverlener. Indien de zorgverlener het gesprek aangaat dient hij het gesprek goed voor te bereiden en onder de juiste omstandigheden te laten plaatsvinden.[3] Dit is nu expliciet terug te vinden in aanbeveling 10.
Conclusie
Twee belangrijke uitgangspunten uit de nieuwe GOMA zijn patiëntvriendelijkheid en openheid. De nieuwe aanbevelingen zijn vooral gericht op het aangaan van het (persoonlijke) gesprek tussen de zorgverlener en de patiënt. Bij de afwikkeling na een incident is het aan te raden om als zorgverlener en/of zorginstelling contact te houden met de patiënt, ook indien de afwikkeling loopt via de aansprakelijkheidsverzekeraar en/of belangenbehartiger.
Als zorginstelling is het raadzaam om een ‘open-disclosure’ beleid op te stellen en zorgverleners te wijzen op
het belang van openheid van zaken. Daarnaast dienen zorginstellingen hun zorgverleners goed bij te staan. Een incident kan op de zorgverleners veel impact hebben.
Heeft u vragen over de gedragscode of over een incident? Of heeft u meer in het algemeen een zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op!
BG.zorg
[1] Art. 7:953 BW
[2] Art. 10 Wkkgz
[3] ECLI:NL:TGZCTG:2013:102 en 103

[post_title] => Een nieuwe Gedragscode Openheid Medische Incidenten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-nieuwe-gedragscode-openheid-medisch-incidenten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:10:32
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:10:32
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34832
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 34774
[post_author] => 71
[post_date] => 2023-02-08 14:49:15
[post_date_gmt] => 2023-02-08 13:49:15
[post_content] => Het is ontzettend populair:
zelf digitale kunst maken met behulp van AI (artificial intelligence oftewel kunstmatige intelligentie). Het biedt nieuwe mogelijkheden voor iedereen om kunst te maken. Toch is het een van de ontwikkelingen die veel mensen met lede ogen aanzien, waaronder creatieve makers zoals fotografen, designers, illustratoren en andere beeldende kunstenaars. Hoe zit het met hun rechten?
Hoe worden de werken van kunstenaars in AI gebruikt?
Aan de hand van informatie genereert
AI een afbeelding. Veel AI art
software kun je op basis van een omschrijving een afbeelding laten genereren. Dat gebeurt niet uit het niets; het AI-systeem is gevoed (of eigenlijk getraind) met data, in dit geval duizenden zo niet miljoenen digitale kunstwerken. Aan de hand van die afbeeldingen leert de AI om zo digitale kunstwerken te genereren op basis van een omschrijving (prompt). De afbeeldingen waarmee de AI wordt getraind zijn (bijna altijd) gemaakt door kunstenaars, fotografen en designers; mensen van vlees en bloed. Bekende AI-programma’s zoals Stable Diffusion, MidJourney, DALL-E en Lensa gebruiken op deze manier kunstwerken. In vele door Lensa gegenereerde portretten blijken zelfs nog sporen van signaturen van kunstenaars zichtbaar te zijn. Lang niet alle kunstenaars geven echter hun toestemming hiervoor.
Uitleg auteursrecht
Op de werken van kunstenaars over de hele wereld rust
auteursrecht. Dat auteursrecht (“copyright” in het Engels) is in verschillende verdragen, richtlijnen en wetten vastgelegd. In Nederland hebben we bijvoorbeeld de
Auteurswet. Het auteursrecht geeft de rechthebbende de mogelijkheid om als enige te bepalen wat er met zijn/haar werk gebeurt (binnen de grenzen van de wet). Auteursrecht rust op een concreet werk als er creatieve keuzes zijn gemaakt om dat werk te maken; in Nederland spreken we ook wel van de voorwaarde van het Eigen Oorspronkelijke Karakter en Persoonlijke Stempel (EOK&PS) van de maker. De maker is dan ook doorgaans rechthebbende van zijn werk, uitzonderingen daargelaten.
AI art auteursrecht
Is een in een AI programma gegenereerd kunstwerk een
auteursrechtelijk beschermd werk? Daarvoor moet een werk creatief zijn, en is het dat wel als het door AI gegenereerd is? In een bekende
uitspraak van een aantal jaar geleden werd al bepaald dat er geen auteursrecht kan rusten op een foto die door een aap genomen is. Alleen mensen kunnen auteursrechtelijk beschermde werken maken, want alleen mensen kunnen creatieve keuzes maken. Zoals een eerdere blog over
AI en auteursrecht al beschrijft, betekent dat dus dat een AI geen auteursrechtelijk beschermd werk kan maken, omdat het geen creatieve keuzes maakt. Áls er creatieve keuzes worden gemaakt, dan gebeurt dat door de personen die de AI ontwikkelen - èn de personen die het vervolgens gebruiken. Zij zouden dan mogelijk de rechthebbende van deze met AI gegenereerde kunst zijn, en kunnen dan mogelijk een gemeenschappelijk auteursrecht hebben. Maar over deze discussie is het laatste nog niet gezegd.
Rechtszaak kunst en AI
Sommigen gaan actief de
discussie aan: een groep kunstenaars uit de Verenigde Staten kondigde op 13 januari aan dat ze Stability AI (makers van Stable Diffusion), MidJourney en DeviantArt dagvaarden. Zelfs grote partijen als Getty Images hebben zich hierbij aangesloten. Wordt ongetwijfeld vervolgd….
We zitten als specialisten
intellectueel eigendom en
IT bovenop deze ontwikkelingen. In een volgend blog ga ik het hebben over AI art en auteursrechtinbreuk. Heb je vragen?
Onze specialisten staan voor je klaar!

[post_title] => AI, kunst en auteursrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-kunst-en-auteursrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-08 14:49:15
[post_modified_gmt] => 2023-02-08 13:49:15
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34774
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 34736
[post_author] => 39
[post_date] => 2023-02-06 16:14:29
[post_date_gmt] => 2023-02-06 15:14:29
[post_content] =>
Inleiding
De Omgevingsvisie is een van de zes kerninstrumenten uit de
Omgevingswet. De Omgevingsvisie vervangt de structuurvisie zoals we die kennen uit de
Wet ruimtelijke ordening (Wro). De Omgevingsvisie is bedoeld als strategische en integrale langetermijnvisie voor de gehele fysieke leefomgeving (artikel 3.2 Ow) en dient zowel door het Rijk, de Provincie als de Gemeente te worden opgesteld (artikel 3.1 Ow). Eerder schreef mijn collega
Rutger Boogers er al een
blog over.
Inhoud van de Omgevingsvisie
De Omgevingsvisie is zoals gezegd een langetermijnvisie van de fysieke leefomgeving. Het is dan ook van belang dat het bevoegd gezag anticipeert op toekomstige ontwikkelingen en dient zich ook aan de inhoud van de Omgevingsvisie te houden. Hiermee wordt de continuïteit en de zekerheid van het ontwikkelingsbeleid beschermd, hetgeen overeenkomst met de doelen van de Omgevingswet.
Nu het om een
integrale langetermijnvisie gaat, betekent dit dat er slechts één Omgevingsvisie per bevoegd gezag wordt vastgesteld. Dit betekent dat alle relevante onderwerpen, waaronder ruimte, water, milieu, natuur en landschap in de Omgevingsvisie moeten worden opgenomen. Deze onderwerpen hoeven slechts op hoofdlijnen vast te staan.
Verschillende beleidsvisies
Dit is een van de verschillen met de systematiek onder de huidige Wro, alle verschillende structuurvisies, verkeersvisies, natuur- en milieubeleidsplannen en dergelijke behoren te worden gebundeld in één beleidsdocument. Ook dit strookt met de doelen van de Omgevingswet. Alle verschillende beleidsvisies zijn zo voor de initiatiefnemer inzichtelijker en duidelijker dan onder de huidige wet- en regelgeving.
De Omgevingsvisie is overigens vormvrij en kent slechts een
drietal wettelijke vereisten:
- De visie moet een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving bevatten;
- De hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied moeten in de visie staan;
- De hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integraal beleid moet in de visie staan.
De inhoud van de Omgevingsvisie bindt ten slotte alleen het bestuursorgaan zelf. De visies van andere bestuursorganen hebben geen juridische doorwerking. Dit wil zeggen dat de Omgevingsvisie van het Rijk die van de Provincie of Gemeente niet bindt. Op gemeentelijk niveau geldt dat de uitgangspunten in de Omgevingsvisie een rol spelen bij de vaststelling van het Omgevingsplan. De ambities uit de Omgevingsvisie dienen in het Omgevingsplan te worden vertaald naar regels die de burger binden. Dit laatste raakt met name de kern van het belang voor de praktijk. Heeft u vragen neemt u dan
contact op met één van de specialisten van de
sectie overheid en vastgoed.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Deel 1: De Omgevingsvisie
Deel 2: Doel en opbouw van de Omgevingswet
Deel 3: Algemene rijksregels en decentrale regels
Deel 4: Het Omgevingsplan
Deel 5: Het programma onder de Omgevingswet
Deel 6: De omgevingsplanactiviteit
Deel 7: Afwijken van het omgevingsplan
Deel 8: Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet
Deel 9: Participatie onder de Omgevingswet
Deel 10: Instructies en instructieregels Provincie
Deel 11: Het projectbesluit
Deel 12: Planschade onder de Omgevingswet
Deel 13: Geluid onder de Omgevingswet
Deel 14: Handhaving onder de Omgevingswet
Deel 15: De Bruidsschat en overgangsrecht

[post_title] => De Omgevingsvisie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-omgevingsvisie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-27 11:33:55
[post_modified_gmt] => 2024-03-27 10:33:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34736
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 34739
[post_author] => 16
[post_date] => 2023-02-06 11:24:04
[post_date_gmt] => 2023-02-06 10:24:04
[post_content] =>
Sinds 1 januari 2023 ben je in Nederland verplicht de helm te dragen op een snorfiets. Deze verplichting geldt zowel voor de bestuurder als voor de passagier. Draag je geen helm dan kan je een boete krijgen. Krijg je een ongeval met letsel dan kan het zijn dat je niet je volledige letselschade vergoed krijgt. Los van je eigen veiligheid is het dus zeer raadzaam de helm op de snorfiets te dragen.
Stijging aantal verkeersdoden
Het aantal verkeersdoden is gestegen onder motorrijders en bromfietsers. Dit was de aanleiding voor het invoeren van de
helmplicht bij snorfietsers. De overheid hoopt door de invoering van de helmplicht verkeersdoden en ongelukken met ernstig hoofdletsel te voorkomen.
In Amsterdam was in 2019 al een helmplicht voor snorfietsers. Het aantal ongevallen waarbij een snorfietser ernstig letsel oploopt was in Amsterdam al gedaald.
Goedgekeurde Helm
De
verplichting geldt nu dus voor heel Nederland op alle fietspaden en openbare wegen. Door de invoering wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen de gele en blauwe kentekens. De helm moet goedgekeurd zijn. Het keurmerk staat vermeld op of in de helm. Het is dus raadzaam om te controleren of de helm een keurmerk heeft. Het moet gaan om een goedgekeurde brom/motorfietshelm (ECE-05 of ECE-06) of goedgekeurde speedpedelec-helm (NTA-8776).
Boetes
Als je rijdt zonder helm, kun je
een boete krijgen. De boete is in 2023 vastgesteld op € 100,= exclusief administratiekosten. Draagt de passagier geen helm, dan is de passagier zelf verantwoordelijk voor het dragen van een helm. Als de passagier onder de 12 jaar is, is de boete wel voor de bestuurder.
Ook door het dragen van een niet-goedgekeurde helm, riskeer je een boete van € 100,=.
Beperkte of geen dekking letselschade bij je eigen verzekeraar
Je kan bij je snorfietsverzekering ook een
ongevallenverzekering voor de bestuurder en passagiers afsluiten. Als je echter geen helm hebt gedragen en het letsel is hierdoor ontstaan dan keert de verzekeraar niet of slechts beperkt uit. Dit is terug te vinden in je polisvoorwaarden.
Korting letselschade door WA verzekeraar vanwege eigen schuld
Je kunt een ongeval krijgen met de snorfiets door de schuld van een ander. Loop je hierbij
letsel op en heb je geen helm gedragen dan krijg je niet je gehele
letselschade vergoed. De verzekeraar van de aansprakelijke partij [WA verzekeraar] kan een korting toepassen.

[post_title] => Helm dragen op de snorfiets!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => helm-dragen-op-de-snorfiets
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-06 11:24:04
[post_modified_gmt] => 2023-02-06 10:24:04
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34739
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 34691
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-02-03 09:12:59
[post_date_gmt] => 2023-02-03 08:12:59
[post_content] => Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te zetten. Wellicht denkt men bij een merk in eerste instantie aan het
registreren van een logo of naam. Het merkenrecht biedt echter een breed scala aan verschillende type merken die geregistreerd kunnen worden. In deze blog besteed ik daarom aandacht aan de mogelijkheid om een
geluidsfragment als
merk te registreren.
De komst van het klankmerk
Lange tijd gold de eis dat een teken ‘voor grafische voorstelling vatbaar’ moest zijn om als merk te kunnen fungeren. Dit vormde een belemmering aangezien een geluid in principe alleen met het gehoor waargenomen kon worden. Het een en ander veranderde in 2003 met de komst van
Shieldmark-arrest. In dit arrest stelt het Europese Hof van Justitie dat voldaan is aan het vereiste van de grafische voorstelling, wanneer het teken een notenbalk of bladmuziek betreft die deze klank weergeeft. Om die reden konden de eerste negen tonen van het beroemde Für Elise als merk geregistreerd worden. Dit soort merken worden in het merkenrecht ook wel een
klankmerk genoemd.
Per 1 oktober 2017 is het vereiste voor de grafische voorstelling komen te vervallen. Hierdoor kan een klankmerk zowel worden weergegeven met behulp van een notenbalk/bladmuziek of een digitaal geluidsband in het merkenregister.
Enkele voorbeelden
Nu enkel een WAV- of MP3-bestandje voldoende is om een klankmerk weer te geven, hebben verschillende ondernemingen een aanvraag voor een klankmerk ingediend. Van deze groep zijn verschillende
merkaanvragen goedgekeurd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO). Een van de meest bekende voorbeelden van een klankmerk is misschien wel
leeuwenbrul van MGM. Naast deze brul is ook de kreet van
Tarzan succesvol als klankmerk geregistreerd. Een laatste voorbeeld van Nederlandse bodem is het herkenbare deuntje van
Coolblue.
Onmogelijkheden
Betekent dit dat alle geluiden zomaar als klankmerk geregistreerd kunnen worden? Het antwoord daarop is nee. Ook een klankmerk moet net als andere type merken onderscheidend vermogen bezitten. Zo is de merkregistratie van de
Deutsche Bank van het welbekende contactloze pintransactie afgewezen. Volgens het
EUIPO is deze ba-bing toon namelijk uitsluitend een simpele, functionele toon ter bevestiging dat een betaling geslaagd is. Daarmee is dit geluid niet onderscheidend genoeg ten opzichte van andere eenvoudige tonen.
Ook blikjesproducent
Ardagh Metal Beverage heeft tevergeefs geprobeerd een klankmerk te registreren. Het betrof hier een
audiobestand met daarin het geluid van het openen van een blikje, gevolgd door stilte en gebruis van het drankje. Zowel het EUIPO als het Gerecht van de EU waren van oordeel dat dit geluid niet als klankmerk kan dienen. Dit geluid is immers onlosmakelijk verbonden met het gebruik van een blikje, waardoor het geluid enkel een functionele en technische functie heeft. Het geluid zal voor een consument niet verwijzen naar de onderneming waar het drankje van afkomstig is. Wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen is ook dit geluidsfragment afgewezen als klankmerk.
Heeft u vragen over het klankmerk of het
merkenrecht in het algemeen? Neem contact op
één van onze specialisten!

[post_title] => Een geluidsfragment als merk registreren: kan dat?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-geluidsfragment-als-merk-registreren-kan-dat
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-03 09:12:59
[post_modified_gmt] => 2023-02-03 08:12:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34691
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 34709
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-02-02 10:27:08
[post_date_gmt] => 2023-02-02 09:27:08
[post_content] => Het schrijven van een scriptie is voor veel studenten een grote opgave, en voor menig werkende een onprettige herinnering aan de studietijd. Maar stel je voor: een systeem dat
binnen seconden antwoord geeft op jouw hoofdvraag, met logische argumenten en nette paragrafen. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn.
In de
blog van mijn collega Britt van 15 december schreef ze over
een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT. Zij legt daarin uit wat deze technologie kan, namelijk volledig en goed geschreven antwoorden formuleren op uiteenlopende en complexe vragen. Afhankelijk van de vraag kan het antwoord bijvoorbeeld uit een essay, code, e-mail of zelfs wetgeving bestaan. In deze blog zal ik ingegaan op de implicaties van deze technologie op het auteursrecht, zowel wat betreft de trainingsdata als het antwoorden van ChatGPT.
Trainingsdata
ChatGPT is getraind met behulp van allerlei soorten bronnen, zoals webpagina’s, boeken en gesprekken met mensen. ChatGPT kopieert de teksten uit deze bronnen niet letterlijk of in substantiële mate in de antwoorden, maar maakt gebruik van de documenten om te leren hoe (goede) antwoorden eruit horen te zien. Om een antwoord goed te noemen is misschien wat kort door de bocht, want ook slechte antwoorden op vragen kunnen tot de
trainingsdata behoren.
ChatGPT leert hoe patronen en structuren in de menselijke taal werken, zodat het lijkt alsof de antwoorden door een mens geschreven zijn. Het
trainen van het algoritme moet wel gebeuren aangaande de regels over tekst- en datamining. Dat betekent dat OpenAI bronnen mag gebruiken waar ze rechtmatig toegang toe heeft en waarbij dit niet expliciet is verboden. Als het goed is, heeft OpenAI hier rekening mee gehouden tijdens het verzamelen van haar trainingsbronnen. Dat is op dit moment lastig vast te stellen, omdat we niet de mogelijkheid hebben om onder de motorkap te kijken van ChatGPT. Het antwoord van ChatGPT zelf:
“
The data that ChatGPT uses is sourced from a variety of publicly available sources and is pre-processed and curated by OpenAI. While the data is not proprietary, it is protected by copyright, trademark, and other intellectual property laws. OpenAI has a license to use the data for the purpose of training and providing the ChatGPT model as a service, but this license does not extend to other uses of the data without permission from the rights holders.”
De
antwoorden van ChatGPT zijn dus gebaseerd op deze bronnen. Is het gebruik van deze bronnen door ChatGPT een inbreuk op het auteursrecht van, bijvoorbeeld, de auteur van een boek wat wordt gebruikt? Nee, niet zolang de tekst uit de bron niet (direct) wordt gekopieerd in het antwoord. Het is wel mogelijk dat de toestemming van de maker nodig is wanneer specifieke delen worden gekopieerd, zoals passages uit een boek. Hierbij kan de vraag van de gebruiker een groot verschil maken: een samenvatting vragen van een boek leidt niet snel tot inbreuk op het auteursrecht van de maker, maar als de gebruiker vraagt naar een hele pagina uit een boek, dan ligt dit anders. Het hangt dus af van de situatie en zal per geval moeten worden beoordeeld.
De antwoorden
Een andere vraag is of auteursrecht rust op een antwoord van ChatGPT en, zo ja, wie het verkrijgt. Hiervoor is het van belang of een antwoord van ChatGPT een ‘werk’ is in de zin van de
Auteurswet. Een werk is een originele expressie afkomstig van een menselijke maker. De maker moet een mens zijn, waardoor ChatGPT geen ‘werk’ in de zin van de Auteurswet kan maken. Als een gebruiker van ChatGPT een mens is, maar het antwoord van ChatGPT alsnog direct kopieert, dan zijn er geen creatieve keuzes gemaakt waardoor het stuk alsnog geen ‘werk’ is. Dit kan mogelijk anders zijn als de gebruiker het antwoord nog aanpast, hierbij creatieve keuzes maakt en uiteindelijk een origineel werk creëert dat zijn persoonlijke stempel draagt. Dan is de gebruiker de maker van het werk. Ook hier ligt het dus aan de omstandigheden van het geval.
ChatGPT in de praktijk: de student en de werknemer
Dan twee praktische situaties: een student die zijn scriptie laat schrijven door ChatGPT en een werknemer die code laat schrijven door ChatGPT. Welke auteursrechtelijke implicaties komen naar voren in zulke scenario’s?
Buiten
plagiaat, wat in het ergste geval leidt tot verwijdering van de onderwijsinstelling, kan de student zich mogelijk schuldig maken aan auteursrechtinbreuk. Plagiaat houdt in dat een student werk inlevert wat niet zelf gemaakt is, zonder vermelding van de bron. Dit is een breder begrip dan auteursrechtinbreuk, wat het gebruik van andermans werk is zonder toestemming. Ook bij een scriptie hangt auteursrechtinbreuk af van het antwoord van ChatGPT, zoals hierboven uitgelegd. Om ook zelf een auteursrecht te krijgen op de scriptie, zal de student veranderingen aan de antwoorden van ChatGPT aan moeten brengen. Hiervoor zal de student dus alsnog zelf creatief na moeten denken over het scriptieonderwerp en ook de nodige aanpassingen moeten doen. Het probleem is dat de grens van een nieuw auteursrecht bij dit soort zaken bijzonder vaag is. Desondanks zal voornamelijk plagiaat de crux zijn van deze gevallen, want van een ChatGPT geschreven tekst met terugwerkende kracht de bronnen achterhalen zal nog steeds lastig en tijdrovend zijn (als er al een enkele bron is die feitelijk stelt wat ChatGPT aanlevert!), aangezien ChatGPT zelf niet aangeeft welke bron bij welke zin of paragraaf hoort.
En wat als een werknemer een stuk code laat schrijven door ChatGPT, om dit vervolgens in de software van zijn werk te gebruiken?
OpenAI geeft aan dat het in het algemeen toegestaan is om de output van ChatGPT commercieel te gebruiken, zolang de gebruiker de benodigde toestemmingen en licenties heeft. Het kan dus nodig zijn om, afhankelijk van de omstandigheden, een licentie van OpenAI of de relevante houders van de IE-rechten te verkrijgen. OpenAI verduidelijkt echter niet wanneer dat dan nodig is. Ook hier ligt het dus aan het antwoord van ChatGPT of er sprake is van auteursrechtinbreuk, en of er toestemming of licentie nodig is van de maker van het werk of van OpenAI zelf. Het moge overigens duidelijk zijn dat in veel gevallen deze vraag ook nu al relevant is, zelfs zonder het gebruik van ChatGPT, aangezien er verschillende hulpmiddelen zijn om software te ontwikkelen, variërend van websites die complete antwoorden bevatten op (veel) gestelde vragen, tot AI-gebaseerde hulpmiddelen die gedurende het schrijven van code direct proberen de code automatisch aan te vullen.
Conclusie
De auteursrechtelijke implicaties van ChatGPT zijn nog niet duidelijk. De antwoorden kunnen inbreuk maken op het auteursrecht van de maker van de bron(nen), indien een stuk tekst wordt gekopieerd, maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. ChatGPT heeft in ieder geval geen
auteursrecht op de antwoorden die worden gegeven, en ook een gebruiker zal niet automatisch het auteursrecht op een antwoord krijgen. Alleen wanneer een gebruiker nog veranderingen aanbrengt die creatief en origineel zijn en zijn
persoonlijke stempel drukken op een antwoord, zal die gebruiker een auteursrecht krijgen.
Heeft u vragen? Neem contact op met
één van onze specialisten!

[post_title] => De auteursrechtelijke implicaties van ChatGPT
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-auteursrechtelijke-implicaties-van-chatgpt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-03 10:57:28
[post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:57:28
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34709
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 34666
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-02-01 10:43:58
[post_date_gmt] => 2023-02-01 09:43:58
[post_content] =>
In het zogenaamde Didam-arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) is bepaald dat bij de verkoop van een onroerende zaak door een overheidslichaam (denk aan bijvoorbeeld een gemeente of provincie), er de verplichting geldt om aan de hand van een openbare selectieprocedure mededingingsruimte en transparantie te bieden. Dit vanwege de gebondenheid van de overheid aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het gelijkheidsbeginsel, ook als het gaat om het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten. Het gelijkheidsbeginsel strekt dan tot het bieden van gelijke kansen.
Wat betekent dit nu in de praktijk, ruim een jaar na dit (onder juristen) veelbesproken arrest?
Reikwijdte Didam-arrest
Om te beginnen
niet onbelangrijk, in het Didam-arrest ging het om de verkoop van een onroerende zaak maar het arrest is net zo goed van toepassing in situaties van uitgifte van grond in erfpacht, pacht, grondruil en verhuur van onroerende zaken.
Uitzondering op openbare selectieprocedure
Op de verplichting voor de overheid om bij het voorgenomen verkopen, verhuren, ruilen etc. van vastgoed een openbare selectieprocedure te volgen, is er de uitzondering als bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria, er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Een overheid heeft
beleidsruimte om tot die bedoelde criteria te komen.
Als bedoelde uitzondering aan de orde is, moet de overheid wel het voornemen van de transactie met die enige serieuze gegadigde op een zodanige wijze publiceren dat eenieder daarvan kennis kan nemen. Derden die ook een serieuze gegadigde menen te zijn kunnen dan bij de desbetreffende overheid aan de bel trekken en zo nodig de zaak voorleggen aan de rechter om te toetsen of er wel voldaan wordt aan de criteria die in het Didam-arrest zijn gesteld.
In de praktijk zien we dat overheden relatief vaak (althans aan de hand van de kenbare rechtszaken) gebruikmakende van de hun toekomende beleidsruimte, de criteria zo inrichten dat daarmee de kring van gegadigden dusdanig worden beperkt dat daarmee feitelijk maar één serieuze gegadigde overblijft. Dit mag niet zo ver gaan dat de criteria (achteraf bezien) lijken te zijn toegeschreven naar één bepaalde gegadigde. Maar omdat er nu eenmaal vrij veel beleidsruimte is en overheden hun criteria zeker niet zo hoeven te formuleren dat zij partijen die een in de ogen van de overheid ongewenste ontwikkeling voorstaan, toch zouden moeten laten meedingen, zal het vaak lastig zijn om dat “toeschrijven” ook aannemelijk te maken in (veelal) kort geding.
In de meeste ‘Didam’ rechtszaken gaat het om het door de overheid gedane beroep op de uitzondering en in iets meer dan 50% daarvan slaagt dat beroep ook. Dat laatste kan door verschillende factoren zijn. Bijvoorbeeld omdat een partij een sleutelpositie heeft voor een integrale gebiedsontwikkeling. Of een partij heeft unieke kenmerken waardoor zij bij uitstek geschikt is om het project uit te voeren. Het kan ook een partij zijn die in staat is een (door de overheid gewenste) packagedeal te sluiten. Dan wel een partij die in beeld komt nadat een andere gegadigde is afgehaakt. Verder kunnen er omstandigheden zijn die een andere gegadigde tot een ‘ongelijk geval’ maakt (t.o.v. de enige serieuze gegadigde). Denk aan te weinig aan de dag gelegde interesse of actie, dan wel iets willen dat niet past in het voornemen van de overheid.
Conclusie
Wat kunnen we nu voorzichtig concluderen aan de hand van het voornoemde? Welnu, dat de overheid standaard tot het voeren van een
openbare selectieprocedure moet overgaan bij een voorgenomen vastgoedtransactie van verkoop, verhuur, gronduitgifte en grondruil, is zeker niet het geval. Het Didam-arrest dwingt overheden in dit soort situaties wel om voorafgaand zich de vraag te stellen of er meerdere serieuze gegadigden zijn en selectiecriteria (of nu voor een openbare selectieprocedure of ter invulling van het beroep op uitzondering) vast te stellen.
Advies
Voor u als potentiële gegadigde bij de aankoop of huur van overheids-onroerend goed of bij grondruil of gronduitgifte van de overheid, is het zaak het voornemen van de overheid op deze terreinen al dan niet na bekendmakingen, goed in de gaten te houden en uw eventuele serieuze interesse tijdig kenbaar te maken. Bij twijfel of u mogelijk ten onrechte als geïnteresseerde derde wordt gepasseerd of over de vraag of de gehanteerde criteria wel objectief, toetsbaar en redelijk zijn, kan het nuttig zijn om dit aan de hand van de criteria van het Didam-arrest juridisch te laten beoordelen. Voor
meer informatie kunt u vrijblijvend contact opnemen met
BG.legal via
wevers@bg.legal

[post_title] => Gelijke kansen bij verkoop overheidsvastgoed
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gelijke-kansen-bij-verkoop-overheidsvastgoed
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-01 10:43:58
[post_modified_gmt] => 2023-02-01 09:43:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34666
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 34854
[post_author] => 6
[post_date] => 2023-02-13 15:14:18
[post_date_gmt] => 2023-02-13 14:14:18
[post_content] => Mag je
het merk van een concurrent gebruiken op je website? Mag je in mails of op je website aangeven dat je support en onderhoud levert bij het product van een concurrent? Mag je aangeven dat je gespecialiseerd bent in het systeem van de concurrent? En daarbij natuurlijk dan het merk van de concurrent noemen.
Wat waren de vragen aan de rechter?
In
deze zaak gaat het om het merk van een bedrijf dat hard- en
software levert ten behoeve van monitorings- en alarmsystemen voor laboratoria (XiltriX). Een ex-werknemer gaat werken bij een bedrijf (Purple Q) dat in uitingen (e-mails en op de website) aangeeft onderhoud en support op XiltriX systemen te bieden en zelfs gespecialiseerd te zijn in XiltriX systemen. XiltriX vordert in kort geding een verbod en rectificatie en baseert deze vordering op
merkinbreuk en
misleidende/ongeoorloofde reclame.
Merkinbreuk
XiltriX is houder van de
merkregistratie XiltriX. Purple Q erkent geen toestemming te hebben voor het merkgebruik. Purple Q heeft de website aangepast maar heeft geweigerd een
onthoudingsverklaring te tekenen. En dus is er nog steeds sprake van een dreigende merkinbreuk en spoedeisend belang. De rechtbank overweegt dat geen sprake is van de uitzondering genoemd in art. 2.23 lid 1 sub c BVIE (merkgebruik dat noodzakelijk is om kenmerken van de waar/diensten aan te duiden). Daarvoor moet de informatie juist zijn (zoals opgevat door het relevante publiek). Purple Q blijkt niet alle vormen van onderhoud aan de XiltriX te kunnen leveren. En dus overweegt de rechtbank dat inbreuk is gemaakt op de merkrechten.
Misleidende/ongeoorloofde reclame
De rechtbank overweegt dat een enkele onvolledigheid of onjuistheid onvoldoende is voor misleiding. De mededeling moet het publiek (kunnen) misleiden en het economisch gedrag van het publiek beïnvloeden. De bewijslast dat de gedane mededelingen feitelijk juist zijn, berust bij degene die de uiting heeft gedaan. Purple Q is daar niet in geslaagd.
De vorderingen van XiltriX worden in overwegende mate toegewezen. Ook de
rectificatie op de aangepaste website. De rechtbank overweegt dat de rectificatie gerechtvaardigd is omdat de onjuiste mededelingen geruime tijd op de website van Purple Q hebben gestaan. De rechtbank spreekt geen hoofdelijke veroordeling uit ten aanzien van de vertrokken medewerker. Alleen Purple Q wordt veroordeeld. Ook in de volledige proceskosten.
Wat betekent dit voor de praktijk:
- Het algemene uitgangspunt bij reclame is dat de mededelingen feitelijk juist moeten zijn. De bewijslast daarvan ligt bij degene die de uiting doet.
- Een ander uitgangspunt is dat je alleen met toestemming van een
merkhouder een merk mag gebruiken. Dat geldt ook voor verwijzend gebruik.
- Er is een uitzondering op het verbod. Je mag een merk noemen wanneer dat nodig is om de kenmerken van het product te beschrijven. Wanneer je een auto van het merk A verkoopt dan moet je dat merk kunnen noemen. Het merkgebruik mag dan niet verder gaan dan noodzakelijk is. Zo is het niet nodig of het geregistreerde merk erbij af te beelden. Wel om het merk in letters aan te geven.
Mocht je vragen hebben over het gebruik van een merk, dan kun je contact opnemen met
Jos van der Wijst (
wijst@bg.legal).
[caption id="attachment_29428" align="alignleft" width="200"]

Jos van der Wijst[/caption]
[post_title] => Merkinbreuk en misleidende/ongeoorloofde reclame
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => merkinbreuk-en-misleidende-ongeoorloofde-reclame
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-13 15:14:18
[post_modified_gmt] => 2023-02-13 14:14:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34854
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1439
[max_num_pages] => 144
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 7f20fa912bf9ecdfde8fc1d10ec8e8ed
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Mag je het merk van een concurrent gebruiken op je website? Mag je in mails of op je website aangeven dat je support en onderhoud levert bij het product van...
Lees meer
Mag een bedrijf de foto’s van een medewerker gebruiken voor meerdere, grootschalige campagnes? Anders dan een professionele acteur hoeft een werknemer van een bedrijf er geen rekening mee te houden dat zij door grootschalig gebruik van haar portret
Lees meer
Bent u eigenaar van een recreatiewoning die onder de energielabelplicht valt maar heeft u nog geen geregistreerd energielabel? Eigenaren en beheerders van recreatiewoningen krijgen tot 1 januari 2024 de tijd...
Lees meer
Dit moet je weten! Na 12 jaar is er een nieuwe versie van de Gedragscode Openheid medische incidenten (GOMA). In dit artikel wordt stilgestaan bij de hoofdpunten van de GOMA...
Lees meer
Het is ontzettend populair: zelf digitale kunst maken met behulp van AI (artificial intelligence oftewel kunstmatige intelligentie). Het biedt nieuwe mogelijkheden voor iedereen om kunst te maken. Toch is het...
Lees meer
Inleiding De Omgevingsvisie is een van de zes kerninstrumenten uit de Omgevingswet. De Omgevingsvisie vervangt de structuurvisie zoals we die kennen uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De Omgevingsvisie is...
Lees meer
Sinds 1 januari 2023 ben je in Nederland verplicht de helm te dragen op een snorfiets. Deze verplichting geldt zowel voor de bestuurder als voor de passagier. Draag je geen...
Lees meer
Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te...
Lees meer
Het schrijven van een scriptie is voor veel studenten een grote opgave, en voor menig werkende een onprettige herinnering aan de studietijd. Maar stel je voor: een systeem dat binnen...
Lees meer
In het zogenaamde Didam-arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) is bepaald dat bij de verkoop van een onroerende zaak door een overheidslichaam (denk aan bijvoorbeeld een...
Lees meer