WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 39
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 39
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1425
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 380, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 34593
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-01-25 15:34:54
[post_date_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content] => Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te nemen.
Waarom een integraal zorgakkoord?
Welnu het mag algemeen bekend zijn dat de zorg onder druk staat. Zowel waar het gaat om de toegankelijkheid, de kwaliteit als de betaalbaarheid.
In een poging om de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden wordt onder meer afgesproken dat partijen intensiever met elkaar moeten samenwerken, dat de eerstelijnszorg versterkt moet worden en dat er meer wordt ingezet op preventie.
Met het IZA wordt in de kern getracht de al maar stijgende zorgkosten de komende vier jaar in de hand te houden.
Wat staat in het Integraal Zorgakkoord?
Heel veel, het is 117 pagina’s lang. Maar centraal in het IZA staat het begrip ‘passende zorg’. Door de zorg anders in te richten hoopt men dat de zorg efficiënter en dus goedkoper wordt. Focus ligt hierbij op de curatieve zorg, maar waar relevant worden ook de langdurige zorg, publieke gezondheid en het sociale domein betrokken.
De tweedelijnszorg (medisch -specialistische zorg en ggz) zal minder moeten groeien en de eerstelijnszorg van huisartsenzorg, wijkverpleging, multidisciplinaire zorg en eerstelijnsverblijf/geriatrische revalidatiezorg zal meer mogen groeien. In dat kader zullen om maar enkele voorbeelden eruit te lichten, behandelingen waarvan het effect wordt gezien als ‘onbewezen’ niet langer door verzekeraars worden vergoed. Ziekenhuizen zullen meer moeten specialiseren: complexe behandelingen zullen op minder plekken worden uitgevoerd. Passende zorg betekent ook vaker hybride zorg, een mix van digitaal en fysiek aangeboden zorg.
Vermeldenswaardig is dat op het punt van contractering de wijze van organisatie ongewijzigd blijft. Het grootste deel van de zorg binnen de Zorgverzekeringswet wordt concurrentieel ingekocht en individueel gecontracteerd. Dat blijft dus zo. Wel wil men het contractproces gaan verbeteren en de prikkels tot contractering vergroten. Concreet zullen zorgverzekeraars nog meer dan ze nu al doen, scherper gaan letten op de inkoop van passende zorg. Waar dit toe leidt is ongewis maar het hoeft geen betoog dat er hierdoor in potentie over de inkoop van zorg ook meer juridische conflicten kunnen ontstaan.
Zie hier voor een lezenswaardige samenvatting van het Integraal Zorgakkoord.
[post_title] => Integraal Zorgakkoord: beweging naar passende zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => integraal-zorgakkoord-beweging-naar-passende-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-25 15:34:54
[post_modified_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34593
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 34565
[post_author] => 46
[post_date] => 2023-01-24 14:40:06
[post_date_gmt] => 2023-01-24 13:40:06
[post_content] => Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de werknemer voor lange tijd onbereikbaar. Voor werkgever ontstaat hierdoor een onwerkbare situatie.
Wat kan je als werkgever doen als je een werknemer niet kan bereiken en hij/zij niet op werk verschijnt? Moet het loon worden betaald? Is er een mogelijkheid tot ontslag? Marlies Hol legt uit.
Werknemer is onbereikbaar en komt niet opdagen op werk
Als een medewerker niet op werk verschijnt, dient werkgever te proberen contact op te nemen met de medewerker. De werkgever kan contact opnemen door te bellen, via whatsapp/sms en/of per e-mail. Werkgever kan ook naar het huis van de medewerker gaan.
Als deze pogingen niet leiden tot resultaat, dan kan de werkgever een aangetekende brief versturen. Ik raad aan deze brief als officiële waarschuwing te bestempelen. In die brief, alsook in het andere contact, kan worden verzocht contact op te nemen of op werk te verschijnen. Voor de volledigheid kan deze waarschuwing ook per e-mail en zelfs via whatsapp worden verstuurd.
Stopzetten loon onbereikbare werknemer
Als het niet verrichten van arbeid voor rekening van werknemer komt, dan heeft een werknemer geen recht op loon. Het zonder geldige reden of (tijdige) afmelding niet verschijnen op werk, komt voor rekening van werknemer. Over de niet-gewerkte uren is de werkgever dan geen loon verschuldigd. Het is belangrijk de werknemer hier schriftelijk op te wijzen. Ik raad aan dit op te nemen in de officiële brief naar de werknemer.
Loon opschorten of stopzetten
Het stopzetten van loon kan op twee manieren: opschorten van het loon en stopzetten van het loon. Beide sancties zijn bedoeld als een prikkel aan de werknemer om zijn werkzaamheden weer te verrichten.
Bij een loonopschorting heeft de werknemer alsnog recht op zijn/haar loon als hij/zij zijn werkzaamheden hervat. Bij opschorten krijgt een werknemer het loon dan met terugwerkende kracht alsnog.
Bij het stopzetten van het loon is de werknemer zijn/haar loon echt kwijt. Als de werkzaamheden op enig moment worden hervat, bestaat er vanaf dat moment weer een loonaanspraak. Het loon over de periode daarvoor wordt niet met terugwerkende kracht betaald.
Ik adviseer eerst een loonopschorting toe te passen voor bijvoorbeeld één week. Bij die loonopschorting kan de werknemer worden opgeroepen contact op te nemen en op werk te verschijnen. Komt de werknemer niet? Dan kan de loonopschorting worden omgezet in een loonstop.
Let op, maak al deze stappen schriftelijk kenbaar aan de werknemer. Zelfs als de werknemer niet reageert, bouw je hiermee zorgvuldig een dossier op.
Ontslag van onbereikbare werknemer
Als de werknemer onbereikbaar blijft, dan kan hij/zij worden ontslagen. Dat kan via een ontslag op staande voet of een ontbindingsprocedure bij de rechtbank. Een ontslag op staande voet is sneller, efficiënter en minder kostbaar dan een ontbindingsprocedure, maar heeft ook een risico. Als té snel tot het ontslag wordt overgegaan of de werknemer achteraf goede redenen voor zijn/haar afwezigheid heeft, kan het ontslag als onrechtmatig worden gezien.
Op 11 januari 2023 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat een arbeidsovereenkomst met een werknemer werd ontbonden. De werknemer in kwestie was meer dan drie maanden niet meer op werk verschenen en bleek onbereikbaar voor werkgever. Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van werknemer. De werkgever is daardoor geen transitievergoeding verschuldigd. De werknemer is ook niet op zitting verschenen.
Er zijn verschillende uitspraken bekend waarin een ontslag op staande voet van een onbereikbare werknemer werd vernietigd. Die uitspraken zien veelal op onbereikbaarheid van de werknemer wegens ziekte of tijdens re-integratie. Werkgevers dienen in een situatie van ziekte of re-integratie meer terughoudend met ontslag om te gaan.
Bekijk hier de video over één van de onderwerpen in het arbeidsrecht, namelijk het ontslag op staande voet:
Stappenplan niet verschenen werknemer
Bij een onbereikbare werknemer kan werkgever het hiernavolgende stappenplan doorlopen.
Probeer contact op te nemen. Dat kan door te bellen, per e-mail, sms, WhatsApp e.d. Je kan ook naar het huis van een medewerker gaan, maar dat hoeft niet.
Als de werknemer niet reageert, kan een officiële waarschuwing worden verstuurd. In die waarschuwing kan worden aangegeven dat het loon wordt opgeschort. Aan die loonopschorting kan een termijn worden verbonden om contact op te nemen en het werk te hervatten. Daarna wordt het loon stopgezet.
Als de werknemer onbereikbaar blijft, kan ontslag op staande voet worden gegeven of een ontbindingsprocedure worden gestart.
Neem altijd eerst contact op met een advocaat of jurist. Marlies Hol is advocaat arbeidsrecht bij BG.legal en kan u helpen in het correct opstellen van de brieven die nodig zijn voor bovenstaand stappenplan.
[post_title] => Kan een onbereikbare werknemer worden ontslagen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-een-onbereikbare-werknemer-worden-ontslagen-2
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:09:25
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:09:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34565
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 34562
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-01-24 08:31:38
[post_date_gmt] => 2023-01-24 07:31:38
[post_content] =>
Medische informatie
Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk zijn. Hulpverleners zijn wettelijk verplicht (door de WGBO) om een medisch dossier bij te houden over de behandeling en/of begeleiding van een patiënt. Een zorgvuldig bijgehouden dossier is van belang voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg voor de patiënt, maar ook voor kwaliteitstoetsing. In dit artikel zal worden ingegaan op de vraag wanneer het medische dossier gedeeld mag worden met een derde.
Eigendom van het medisch dossier
De zorginstelling, zorgpraktijk of de individuele arts is verantwoordelijk voor het beheer van het medisch dossier. Hierdoor hebben ze bepaalde zeggenschap over het medisch dossier. De patiënt is geen eigenaar van het medisch dossier, hij kan dus niet zijn medisch dossier opeisen. Ook niet nadat de behandelingsovereenkomst is beëindigd. De patiënt heeft wel bepaalde rechten zoals het recht op inzage, het recht op een afschrift en het recht op vernietiging van het medisch dossier.
Overdragen van het medisch dossier
Als de behandeling van de patiënt wordt overgedragen aan een nieuwe hulpverlener, dient het medisch dossier ook overgedragen te worden om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen. Uit de norm van het goed hulpverlenerschap vloeit voort, dat de hulpverlener de patiënt hierover informeert en expliciet, mondeling of schriftelijk, toestemming vraagt om (de inhoud van) het medisch dossier aan de nieuwe hulpverlener ter beschikking te stellen. Deze toestemming legt hij ook vast in het medisch dossier.
Delen van medisch dossier met vertegenwoordigers
De hulpverlener is verplicht de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag zijn belast van een minderjarig kind tot 12 jaar in beginsel alle informatie over de behandeling van het kind te verstrekken. Zij hebben ook recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind.
Bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar mag de hulpverlener alleen de informatie delen aan de ouder(s) of voogd(en) die met het gezag is (zijn) belast, voor zover die informatie relevant is voor het geven van toestemming voor een behandeling van het kind. Voor de overige informatie heeft de hulpverlener de toestemming van het kind nodig. Indien het kind 16 of 17 is, mag geen medische informatie gegeven worden, tenzij toestemming is gegeven door het kind. Vanaf 16 jaar mag het kind namelijk zonder tussenkomst van de gezaghebbende ouder of voogd een rechtsgeldige behandelingsovereenkomst aangaan.
De ouder(s) of voogd(en) die het gezag hebben over een wilsonbekwame minderjarige (tot 18 jaar) hebben recht op alle informatie, inclusief het recht op inzage in en een afschrift van het medisch dossier van het kind.
De hulpverlener mag een vertegenwoordiger van een wilsonbekwame meerderjarige relevante medische informatie uit het medisch dossier van de wilsonbekwame meerderjarige verstrekken. Om zijn taak als vertegenwoordiger goed uit te voeren, heeft hij recht op inzage in en afschrift van het medisch dossier. Het heeft echter alleen betrekking op de informatie die nodig is voor de taakvervulling.
Delen van medisch dossier na overlijden patiënt
De geheimhoudingsplicht van de hulpverlener loopt door na het overlijden van de patiënt en kan slechts in enkele situaties worden doorbroken, namelijk:
Als de patiënt bij leven hier toestemming voor heeft gegeven;
Als de nabestaanden een mededeling van een incident hebben ontvangen; of
Er is sprake van een zwaarwegend belang.
Indien er sprake is van een incident en de patiënt is overleden moet de zorgaanbieder aan de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger van de patiënt melden wat de aard en de toedracht van het incident is geweest. Tevens moet van de aard en toedracht een aantekening in het dossier worden gemaakt, alsmede het tijdstip en de namen van betrokkenen bij het incident. Indien de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger dat verlangen, dient de hulpverlener hen inzage in of een afschrift van het medisch dossier te geven, maar enkel voor het deel dat betrekking heeft op het incident.
Wanneer de nabestaande(n) of voormalig vertegenwoordiger vermoedt dat een medische fout heeft plaatsgevonden, maar geen mededeling van een incident heeft gekregen, kan hij om inzage vragen met een beroep op een zwaarwegend belang. De aanvrager van het dossier moet hiervoor aannemelijk maken dat er sprake is van een zwaarwegend belang, dat hij het medisch dossier nodig heeft voor het behartigen van zijn zwaarwegende belang en dat het beroepsgeheim hieraan in de weg staat. Indien de hulpverlener van mening is dat er geen medische fout is geweest, kan hij het dossier voorleggen aan een onafhankelijke arts. De onafhankelijke arts zal dan beoordelen of het verstrekken van het medisch dossier gerechtvaardigd is.
Delen van het medisch dossier in het kader van letselschade
Hulpverleners ontvangen regelmatig verzoeken om medische gegevens te verstrekken voor letselschadeclaims. Ook de verzekeraar kan de hulpverlener verzoeken om medische informatie te verstrekken die nodig is voor de afwikkeling van een claim.
Indien het verzoek komt van de advocaat van de patiënt geldt in beginsel dat hij recht heeft op inzage in en een afschrift van het medisch dossier. Hij mag dit ook zelf opvragen bij de hulpverlener zonder aparte toestemming van de patiënt. Daar verschilt de positie van de advocaat van andere belangenbehartigers die wel toestemming van de patiënt nodig hebben.
Het is soms onvermijdelijk dat de advocaat of medisch adviseur inzage krijgt in het volledige medisch dossier van de patiënt over een bepaalde periode. Dit is omdat eerdere klachten relevant kunnen zijn voor het vaststellen van de mate waarin de huidige klachten aan het ongeval zijn verbonden (het causale verband). Het staat een hulpverlener vrij om de belangenbehartiger of medisch adviseur te vragen om zijn verzoek toe te lichten, om te voorkomen dat niet relevante feiten een rol gaan spelen. Indien de hulpverlener twijfels heeft over de verstrekking is het raadzaam om afstemming te zoeken met de patiënt.
Verzoeken om medische informatie door een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeraar, een ongevallenverzekeraar of een andere private verzekeraar moeten ingediend worden door de medisch adviseur van die verzekeraar.
Conclusie
Bij de verstrekking van (de gegevens uit) het medisch dossier is het goed om altijd te kijken naar de toestemming van de patiënt (of wat hij voor het overlijden heeft vastgelegd). Bij weigering kan het medisch dossier alleen nog worden gedeeld bij incidenten of een zwaarwegend belang. Bij het delen van het medisch dossier moet de hulpverlener zich er wel van vergewissen dat er geen informatie van een ander in staat vermeld. Indien dit wel het geval is, moet de hulpverlener het verzoek tot het medische dossier weigeren.
Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) delen van het medisch dossier? Of heeft u meer in het algemeen een zorgvraagstuk? Neem dan contact met ons op!
[post_title] => Mag een hulpverlener medische info verstrekken aan derden?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-een-hulpverlener-medische-info-verstrekken-aan-derden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:18:46
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:18:46
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34562
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 34543
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-01-23 15:17:11
[post_date_gmt] => 2023-01-23 14:17:11
[post_content] => Je wilt een kroontje als merk registreren. Mag dat? In principe wel. Hiervoor is het van belang om te onderzoeken of er al een geregistreerd merk bestaat van een soortgelijk kroontje voor dezelfde waren en/of diensten.
Rolex
Een soortgelijke zaak speelde zich ook af tussen Rolex en PWT. Rolex is een bekend merk. Naast haar naam heeft Rolex ook haar kroontje als merk geregistreerd:
De merken van Rolex zijn ingeschreven voor elektrische apparatuur, juwelen (waaronder horloges) en reparatie van horloges.
PWT
PWT is een Deense onderneming die zich richt op mannenmode. PWT heeft ook een kroontje als merk aangevraagd:
PWT heeft in tegenstelling tot Rolex het merk aangevraagd voor onder andere kleding, (lederen) tassen, parfumerie en (zonne)brillen.
Geschil
Nadat Rolex had vernomen van de merkaanvraag van PWT heeft Rolex een oppositie ingesteld tegen de merkaanvraag van PWT. Rolex is van mening dat de kroontjes te veel op elkaar lijken. Ook met een beroep op de reputatie van haar merk stelt Rolex dat er gevaar voor verwarring tussen beide kroontjes is te duchten.
Het Europees merkenbureau (EUIPO) oordeelde dat er geen sprake is van overeenkomsten tussen de waren en/of diensten van beide merken. Hierdoor kon er ook geen sprake zijn van gevaar voor verwarring tussen beide merken. Het EUIPO geeft toe dat Rolex een reputatie heeft, maar dat deze reputatie geldt ten aanzien van horloges en niet voor kleding. Ook maakt Rolex niet duidelijk hoe haar reputatie schade kan oplopen.
Rolex is nogmaals in beroep gegaan bij het Europees Hof van Justitie (HvJ). Het HvJ is het eens met het EUIPO. Gezien de aard van de waren (horloges v kleding), en de reputatie van Rolex dat alleen ziet op horloges, is er geen gevaar voor verwarring tussen beide merken te duchten.
Conclusie
Als een woord of afbeelding als merk is geregistreerd, betekent het niet dat jij niet hetzelfde woord of soortgelijke afbeelding als merk kan registreren. Het is van belang om te onderzoeken of jouw merk voor dezelfde waren en/of diensten wordt aangevraagd.
Wil je meer weten over merkaanvragen of merkonderzoeken neem dan contact op met Mustafa Kahya.
[post_title] => Tegenslag voor Rolex
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => tegenslag-voor-rolex
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-23 15:24:42
[post_modified_gmt] => 2023-01-23 14:24:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34543
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 34484
[post_author] => 74
[post_date] => 2023-01-19 11:26:55
[post_date_gmt] => 2023-01-19 10:26:55
[post_content] => Het kan lonen om bezwaar te maken tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur. Dit bewijst de uitspraak van de Raad van State van 4 januari 2023 waar een door de gemeente Eindhoven verleende omgevingsvergunning voor kamerverhuur centraal stond.
Een echtpaar koopt in 2018 een woning in de Eindhovense buurt Woensel-Noord, met als latere doel om er arbeidsmigranten te huisvesten. Hiertoe vragen zij in maart 2019 bij de gemeente een omgevingsvergunning voor kamerverhuur aan. De vergunning wordt in juni 2020 verleend, niet omdat de vergunningsaanvraag voldoet aan de geldende voorwaarden, maar omdat de gemeente – ruimschoots- te laat is met het beslissen op de aanvraag. Zodoende is van rechtswege een omgevingsvergunning voor kamerbewoning ontstaan. Omwonenden - die overlast en een verhoogde parkeerdruk ervaren – maken met succes bezwaar en worden later ook door rechter en hoogste bestuursrechter in het gelijk gesteld. De van rechtswege verleende omgevingsvergunning voldoet namelijk niet aan de geldende vergunningsvoorwaarden: de kamers in de woning waren te klein en het gebruik van de woning voor kamerverhuur bracht een ongeoorloofde inbreuk op het woon- en leefmilieu met zich mee.
De vergunning van rechtswege
Een van rechtswege verleende vergunning, ook wel de lex silencio positivo genoemd, is een vergunning die op grond van art. 4:20b Awb van rechtswege ontstaat op het moment dat een bestuursorgaan te laat beslist op de aanvraag van een omgevingsvergunning. Dit geldt niet voor alle aanvragen, enkel voor aanvragen waar paragraaf 4.1.3.3. van de Awb op van toepassing is verklaard.
Op grond van art. 4:20c lid 1 Awb moet een bestuursorgaan dat te laat beslist op een aanvraag een vergunning van rechtswege bekendmaken binnen twee weken nadat deze is ontstaan. Doet het bestuursorgaan dit niet, dan kan het bestuursorgaan in gebreke worden gesteld en kan een dwangsom worden gevorderd. Ook staat een gang naar de rechter open om bekendmaking van de vergunning af te dwingen. Deugdelijke bekendmaking is met name bij van rechtswege verleende omgevingsvergunningen van belang zijn, omdat dergelijke vergunningen zonder bekendmaking niet in werking treden (art. 3.9 lid 3 Wabo jo. 4:20b Awb). Bij andere soorten van rechtswege verleende vergunningen is bekendmaking minder van belang, omdat deze in werking treden op de derde dag na afloop van de beslistermijn (art. 4:20b lid 3 Awb).
Wanneer is een bestuursorgaan te laat met beslissen?
Een bestuursorgaan moet in beginsel binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een omgevingsvergunning een beslissing nemen op deze aanvraag. Hierbij kan zij eenmalig de beslistermijn met zes weken ‘verdagen’, oftewel verlengen. Daarnaast kan een bestuursorgaan de beslistermijn ‘opschorten’ als bij beoordeling van de aanvraag blijkt dat de bij de aanvraag verstrekte informatie onvoldoende is voor de goede beoordeling van de aanvraag. Een bestuursorgaan zal de aanvrager dan een termijn geven om aanvullende informatie aan te leveren. Gedurende deze termijn wordt de beslistermijn van in beginsel acht weken opgeschort en begint weer te ‘tikken’ als de gevraagde aanvullende informatie is aangeleverd, dan wel wanneer de termijn voor het aanleveren van de gevraagde aanvullende informatie is verstreken. Als de beslistermijn van in beginsel acht weken verstreken is, en de beslistermijn niet verdaagd dan wel opgeschort is, is een bestuursorgaan te laat met beslissen en ontstaat de gevraagde vergunning van rechtswege.
Dat een bestuursorgaan te laat beslist op een aanvraag en er zodoende een vergunning van rechtswege ontstaat, komt vaker voor dan men zou denken. Alleen al in de gemeente Eindhoven werden in 2022 maar liefst 108 omgevingsvergunningen voor kamerverhuur (!) van rechtswege verleend. Dit toont aan dat het voor aanvragers van belang is om de beslistermijn in de gaten te houden, omdat overschrijding van deze termijn maakt dat een vergunning van rechtswege kan worden afgedwongen.
Geen inhoudelijke toetsing bij vergunningverlening, wel in de bezwaarprocedure
Bij het van rechtswege verlenen van een vergunning is het niet van belang of de vergunningsaanvraag aan de geldende voorwaarden voldoet. Aan deze voorwaarden wordt immers bij beoordeling van de aanvraag getoetst, en aangezien een vergunning van rechtswege ontstaat op het moment dat een bestuursorgaan te laat is met beslissen, wordt niet meer toegekomen aan een inhoudelijke toetsing van de aanvraag.
Dit is anders in de bezwaarprocedure, nu op grond van art. 7:11 lid 1 van de Awb een volledige heroverweging van de bestreden van rechtswege verleende vergunning plaatsvindt. Dit betekent concreet dat de aanvraag gedurende de bezwaarprocedure alsnog inhoudelijk zal worden getoetst aan de geldende voorwaarden.
Vergunning van rechtswege: voor- en nadelen
Een vergunning van rechtswege biedt zowel voor- als nadelen. Allereerst voor een aanvrager van een vergunning die oplettend de beslistermijn in de gaten houdt. Bij overschrijding van de beslistermijn kan de aanvrager namelijk een vergunning van rechtswege afdwingen, hetgeen voordelig kan zijn als de aanvraag eigenlijk inhoudelijk niet voldoet aan de geldende voorwaarden. Daarnaast kan een vergunning van rechtswege financieel aantrekkelijk zijn, nu voor van rechtswege verleende vergunningen soms geen of verminderde legeskosten worden gerekend.
Een nadeel voor de aanvrager, wat een voordeel voor derde belanghebbenden vormt, is dat bij bekendmaking van de vergunning door het bestuursorgaan moet worden vermeld dat het gaat om een van rechtswege verleende vergunning. Oplettende derde belanghebbenden kunnen dan weten dat de verleende vergunning mogelijk niet inhoudelijk getoetst is aan de geldende vergunningsvoorwaarden. Dit kan voor hen een extra moverende reden zijn om bezwaar te maken en zo af te dwingen dat de aanvraag alsnog inhoudelijk wordt getoetst aan de voorwaarden. Dit met als mogelijk gevolg dat de vergunning in bezwaar alsnog wordt herroepen.
Een nadeel voor derde belanghebbenden is dat het lang kan duren voordat een van rechtswege verleende vergunning definitief wordt ingetrokken waardoor de vergunde situatie lang kan blijven voortbestaan.
Bovengenoemde voor- en nadelen komen terug in de uitspraak van de Raad van State. Het echtpaar verkreeg in juni 2020 van rechtswege een omgevingsvergunning voor kamerbewoning, welke – naar later bleek – niet aan de geldende voorwaarden voldeed. Nadat omwonenden bezwaar maakten, werd de aanvraag alsnog aan de gestelde vergunningsvoorwaarden getoetst en werden omwonenden door zowel de gemeente Eindhoven als de rechter in het gelijk gesteld. Het duurde echter tot januari 2023 voordat de kwestie definitief door de hoogste bestuursrechter werd beslecht waardoor de kamerverhuursituatie – welke het gevolg was van een simpele fout van de gemeente - nog bijna drie jaar kon voortbestaan. Desalniettemin laat deze uitspraak zien dat bezwaar maken tegen voor kamerverhuur verleende vergunningen kan lonen.
[post_title] => Bezwaar tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur kan lonen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bezwaar-tegen-verleende-vergunningen-voor-kamerverhuur-kan-lonen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-14 11:48:26
[post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:48:26
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34484
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 34477
[post_author] => 26
[post_date] => 2023-01-19 10:51:11
[post_date_gmt] => 2023-01-19 09:51:11
[post_content] =>
Wetgeving privacy
Zorgaanbieders en hulpverleners beschikken over veel gevoelige informatie van hun patiënten. Deze gegevens, veelal bijzondere persoonsgegevens, zijn cruciaal om de levering van goede zorg te kunnen waarborgen. Deze informatie wordt beschermd door middel van het beroepsgeheim alsook door privacywetgeving. In de gezondheidszorg is er steeds meer sprake van digitalisering en automatisering. Extra aandacht voor de privacy is daarmee vereist.
Kunstmatige intelligentie (AI) wordt daarbij steeds vaker gezien als een waardevolle aanvulling op de zorgverlening. Hoewel het toepassen van AI in de zorg allerlei voordelen kan hebben, roept het ook specifieke vragen op het gebied van privacy op. Eerder schreef Tom Oerlemans hier al een artikel over: ‘AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk?’.
AVG
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) treedt regelmatig handhavend op bij zorgaanbieders omdat deze zich onvoldoende houden aan de verplichtingen die uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voortvloeien. Het is voor iedere zorgaanbieder van groot belang om een goed privacybeleid te hanteren, de juiste documentatie voorhanden te hebben en om deze op een correcte manier toe te passen.
Soms is het moeilijk om een weg te vinden door alle wetgeving, zeker wanneer in de dagelijkse praktijk de focus op het verlenen van zorg ligt. Sinds de invoering van de AVG vinden er ook veel ontwikkelingen plaats op het gebied van privacy. Heeft u een privacyvraagstuk? Onze advocaten hebben o.a. ervaring met (het bieden van ondersteuning bij het) het implementeren van de (U)AVG en denken graag me u mee.
[post_title] => Privacy in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => privacy-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-19 10:54:35
[post_modified_gmt] => 2023-01-19 09:54:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34477
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 34429
[post_author] => 65
[post_date] => 2023-01-17 10:31:45
[post_date_gmt] => 2023-01-17 09:31:45
[post_content] => De Hoge Raad heeft onlangs uitspraak gedaan in een kwestie waarbij in (een) zorglocatie(s) muziek is afgespeeld. Hierbij is de zorgverlener veroordeeld tot het betalen van vergoedingen voor het afspelen van muziek.
Voor een zorginstelling is het dus van belang om te beoordelen of zij voor het afspelen van muziek in haar zorglocaties een vergoeding zou moeten betalen.
De relevante vraag is of het afspelen van die muziek een zogenaamde mededeling aan het publiek inhoudt. Dit wordt beoordeeld aan de hand van enkele criteria:
(1) De rol van de zorginstelling
- Ten aanzien van het eerste criterium wordt gekeken naar de rol van de zorginstellingen. Met name of de zorginstelling een handeling heeft verricht in het (laten) afspelen van de muziek.
(2) De samenstelling en omvang van het publiek
- Bij het tweede criterium gaat het om een mededeling die ziet op een onbepaald aantal potentiële ontvangers. Een mededeling die zich beperkt tot specifieke individuen die tot een bepaald groep behoren valt hier niet onder.
(3) Winstoogmerk
- Hier is van belang of met de mededeling aan het publiek winst wordt beoogd. Een winstoogmerk is niet bepalend, maar ook niet irrelevant.
Hoe te beoordelen
Het is van belang om een goede afweging te maken of een zorglocatie mededelingen aan het publiek maakt. In onderhavige kwestie is als volgt geoordeeld:
Rol van de zorginstelling
De zorginstelling heeft aangegeven dat het afspelen van muziek in de gezamenlijke ruimtes een centrale rol speelt. De zorginstelling heeft muziek afgespeeld via tv- en radio-uitzendingen én cd’s afgespeeld via muziekinstallaties. De apparatuur is door de zorginstelling aangeschaft en de muziek werd (op verzoek) aangezet door het personeel. Hierdoor speelt de zorginstelling een rol bij het mededelen aan het publiek.
Samenstelling en omvang van het publiek
Doordat de samenstelling van de groep personen in de woonkamers een wisselend publiek is, namelijk gemiddeld twintig bewoners en visite van de bewoners (familie en vrienden), het personeel, externe zorgverleners en vrijwilligers, kan niet gesproken worden over specifieke personen die tot een besloten groep behoren. Ook is relevant dat de zorginstelling meer dan 27 zorglocaties heeft. Omdat het publiek zich niet beperkt tot een specifieke groep mensen, wordt de muziek medegedeeld aan het publiek.
WinstoogmerkWinstoogmerk kan een rol spelen bij het bepalen of muziek is medegedeeld aan het publiek. In onderhavige kwestie heeft de zorginstelling aangegeven dat het afspelen van muziek een fundamenteel onderdeel is van de zorg voor haar bewoners.
Conclusie
Het is dus uitermate belangrijk om in de gaten te houden waar en wanneer muziek wordt afgespeeld in zorglocaties. Als er muziek wordt afgespeeld in een locatie is het raadzaam dit te beperken tot een kleine groep, bijvoorbeeld alleen voor de bewoner(s) en vaste zorgverlener. Of de vergoedingen hiervoor te betalen.
Wilt u weten of uw zorglocatie een vergoeding moet betalen voor het afspelen van muziek? Neem dan contact op met een van onze specialisten.
[post_title] => Auteursrecht vergoeding verschuldigd voor afspelen muziek in zorglocatie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => auteursrecht-vergoeding-verschuldigd-voor-afspelen-muziek-in-zorglocatie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-17 11:16:49
[post_modified_gmt] => 2023-01-17 10:16:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34429
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 34323
[post_author] => 67
[post_date] => 2023-01-16 14:38:00
[post_date_gmt] => 2023-01-16 13:38:00
[post_content] => In een recente uitspraak van Rechtbank Rotterdam d.d. 30 december 2022 heeft de rechtbank geoordeeld dat Freem Concepts B.V. (hierna: “Freem”) niet meer onder de betaling van een factuur uitkomt, omdat zij te laat kenbaar heeft gemaakt dat zij ontevreden was over de geleverde prestatie.
Feiten
Freem heeft een overeenkomst van opdracht gesloten met een monteur voor het verrichten van werkzaamheden aan elektra. Een medewerker van Freem heeft na afloop van de werkzaamheden van de monteur een werkbon getekend. De monteur heeft voor zijn werkzaamheden vervolgens facturen gestuurd aan Freem. De facturen worden niet voldaan, ook niet na een betaalherinnering. Pas na de ontvangst van de betaalherinnering klaagt Freem over de deugdelijkheid van de verrichte werkzaamheden. Is dat te laat en moet zij de factuur ondanks de klachten dus gewoon betalen?
Klachtplicht
Artikel 6:89 BW bepaalt dat een schuldeiser op een gebrek in een prestatie geen beroep meer kan doen als hij niet binnen ‘bekwame tijd’ heeft geklaagd. Hiermee wordt beoogd degene die de prestatie verricht, in dit geval de monteur, te beschermen. De gedachte hierachter is dat een schuldeiser niet al te lang in onzekerheid moet verblijven over kwaliteit van zijn werkzaamheden en de betaling van zijn factuur. Kortom: als er te laat wordt geklaagd, dan kan niet meer onder betaling worden uitgekomen. Voor meer informatie over de klachtplicht verwijzen wij u naar onze blog ‘De klachtplicht van artikel 6:89 BW nader beschouwd’.
Klachttermijn
De rechtbank oordeelde dat Freem te laat was met klagen, omdat zij dat pas deed nadat zij een aanmaning had ontvangen. Bovendien had een medewerker van Freem de werkbon al voor akkoord ondertekend. Het verweer van Freem dat zij de werkbon uitsluitend heeft ondertekend voor de aanwezigheid van de monteur slaagt niet. De rechtbank oordeelt dat Freem door ondertekening van de werkbon akkoord is gegaan met het aantal uur dat de monteur heeft gewerkt en de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden. Als Freem klachten had over de productiviteit van de monteur en de kwaliteit van de werkzaamheden, dan had zij dat volgens de rechtbank direct kenbaar moeten maken op de werkbon.
Tips voor de praktijk
Deze uitspraak bewijst dat het ondertekenen van een werkbon verregaande consequenties kan hebben. Bestaat twijfel over het aantal uur dat is gewerkt, de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden of heeft u dat simpelweg ten tijde van het ondertekenen van de werkbon nog niet kunnen controleren, maakt dit dan kenbaar op de werkbon. Op die manier worden geen rechten verspeeld en wordt voorkomen dat betaald moet worden voor ondeugdelijk geleverde prestaties.
[post_title] => Klaag direct bij ontevredenheid over geleverde prestatie
[post_excerpt] => Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat.
Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een
[post_status] => publish
[comment_status] => closed
[ping_status] => closed
[post_password] =>
[post_name] => klaag-direct-bij-ontevredenheid-over-geleverde-prestatie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-16 15:48:41
[post_modified_gmt] => 2023-01-16 14:48:41
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://im-52201
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 34391
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-01-16 11:46:46
[post_date_gmt] => 2023-01-16 10:46:46
[post_content] => Als bij een inschrijving het voorgeschreven ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) ontbreekt is uitsluiting van de procedure het onvermijdelijke lot van de inschrijver. Een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt dat maar weer eens te meer.
Wat zijn de feiten?
In een Europese openbare aanbestedingsprocedure “Dienstenconcessie Reclame exploitatie voor Abri’s en Vrijstaande Reclamevitrines” van de gemeente Tilburg wordt door een inschrijver abusievelijk niet het door haar wel ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA niet bij de inschrijving overgelegd.
In de aanbestedingsdocumenten is bepaald dat inschrijvers die het UEA niet of slechts gedeeltelijk hebben ingevuld of waarvan het UEA ontbreekt bij de inschrijving, worden uitgesloten van de aanbestedingsprocedure.
Er volgt een kort geding want de uitgesloten inschrijver meent dat de uitsluiting niet evenredig en disproportioneel is. De gemeente had aldus eisende partij, haar in de gelegenheid moeten stellen het gebrek te herstellen. Dit omdat eiseres aan de hand van de metadata kan bewijzen dat zij vóór de uiterste inschrijfdatum het UEA had ingevuld, ondertekend en gescand.
Daarnaast aldus eiseres, het UEA bevat objectief bepaalbare gegevens die ook op andere plaatsen in de inschrijving zijn opgenomen. Eiseres stelt dat het ontbreken van het UEA bij de inschrijving is aan te merken als een overduidelijke omissie dan wel een klaarblijkelijk misverstand en dat de gemeente op grond van het Aanbestedingsdocument en het zorgvuldigheidsbeginsel bij haar navraag had moeten doen.
Beoordeling
Onder verwijzing naar vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie overweegt de rechtbank dat gelet op de aan het aanbestedingsrecht ten grondslag liggende beginselen van transparantie en gelijke behandeling, een aanbestedende dienst nauwgezet de door haar vastgelegde criteria in acht dient te nemen. Daarnaast is herstel niet mogelijk als in de aanbestedingsstukken is bepaald dat het ontbrekende stuk of de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt. En van dit laatste is hier sprake. Een beroep op het evenredigheidsbeginsel kan dan ook niet meer baten.
En wat als de sanctie van uitsluiting ontbreekt?
Een interessante vraag is of de uitkomst anders zou zijn als het niet of onvolledig overleggen van het UEA niet expliciet in de aanbestedingsdocumenten zou zijn gesanctioneerd met uitsluiting. Welnu, vermoedelijk niet.
Op grond van de jurisprudentie van het Hof van Justitie is herstel slechts onder bepaalde omstandigheden mogelijk en waarbij het herstel betrekking dient te hebben op een eenvoudige precisering of een kennelijke materiële fout. Het herstel mag niet resulteren in een nieuwe inschrijving.
Het UEA bevat essentiële informatie en is daarom een essentieel onderdeel van de inschrijving. Het UEA bevat gegevens over de inschrijver, een verklaring met betrekking tot de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen, een verklaring over de juistheid van de ingevulde eigen verklaring en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar. Deze informatie kan niet zonder meer worden ondervangen door kennisneming van de rest van de inschrijving, aangezien het UEA meer behelst dan de som van de rest van de inschrijving.
Omdat de inhoud van het UEA die eiseres (mogelijk) had willen indienen niet objectief uit de inhoud van de inschrijving kan worden vastgesteld, kan het niet aanleveren van het UEA bij de inschrijving niet worden gekwalificeerd als een klaarblijkelijk eenvoudige precisering of een kennelijke materiële fout.
Gelet op het voornoemde is daarmee de vraag of eiseres het UEA al dan niet tijdig had ingevuld, ondertekend en voor verzending gereed had, niet relevant.
Conclusie
Het niet of onvolledig indienen van het voorgeschreven UEA valt in juridische zin nagenoeg nooit te herstellen en is in de kern altijd fataal. Een inschrijver moet dus altijd zeer alert te zijn waar het gaat om het bij inschrijving overleggen van een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend UEA.
Heeft u als inschrijver vragen over het aanbestedingsrecht of meer specifiek over aanbestedingsdocumenten of de inschrijving op een aanbesteding? Neem dan vrijblijvend contact op met Rik Wevers via wevers@bg.legal
[post_title] => Geen UEA bij inschrijving leidt tot uitsluiting
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => geen-uea-bij-inschrijving-leidt-tot-uitsluiting
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-16 11:50:35
[post_modified_gmt] => 2023-01-16 10:50:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34391
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 34300
[post_author] => 19
[post_date] => 2023-01-13 09:47:26
[post_date_gmt] => 2023-01-13 08:47:26
[post_content] =>
Vergunnen "kruimelgeval'
Op het moment dat een [bouw]aanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, móet de gemeente beoordelen of er toch een vergunning kan worden verleend [art. 2.10 lid 2 Wabo]. De gemeente heeft drie grondslagen om af te wijken van het bestemmingsplan:
Een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid [een afwijkingsregel in het bestemmingsplan zelf];
In de bij het Besluit omgevingsrecht [Bor] aangewezen gevallen;
In alle andere gevallen indien het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
In de praktijk blijkt het Bor veel mogelijkheden te bevatten om af te wijken van het bestemmingsplan. Die gevallen betreffen ‘kruimelgevallen’. Het voordeel van het toepassen van die kruimelgevallenregeling is dat de reguliere procedure doorlopen kan worden. Bovendien gelden geen specifieke motiveringseisen. Dit in tegenstelling tot de onder c) genoemde grond van de ruimtelijke onderbouwing. De drie gronden hebben telkens gemeen dat een vergunning geweigerd moet worden indien er sprake is van strijd met de goede ruimtelijke ordening.
Een laagdrempelige manier om af te wijken dus, maar moet de gemeente die mogelijkheid ook altijd benutten? Met andere woorden: stel dat er sprake is van een kruimelgeval en er kan worden voldaan aan de eisen, moet de gemeente dan ook die [afwijkings]vergunning verlenen? Of kan de gemeente die vergunning desondanks weigeren? Een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel geeft hierover meer duidelijkheid.
Het besluit om aan een activiteit in afwijking van het bestemmingsplan al dan niet medewerking te verlenen is een bevoegdheid van de gemeente, waarbij de gemeente beleidsruimte heeft. De rechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit in overeenstemming is met het recht. Uit de beleidsruimte volgt al dat er dus geen verplichting bestaat om op grond van de kruimelgevallenregeling een vergunning te verlenen. De gemeente moet immers betrokken belangen afwegen. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.
Uitspraak Rechtbank Overijssel
De Rechtbank Overijssel overwoog in voornoemde uitspraak:
“De rechtbank overweegt dat verweerder is nagegaan of op grond van de kruimelgevallenregeling kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. De overkapping voldoet aan de criteria van de kruimelgevallenregeling uit artikel 4 van bijlage II van het Bor, maar verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op grond hiervan af te wijken van het bestemmingsplan. Verweerder heeft ter onderbouwing verwezen naar het bouwverbod uit de koopovereenkomst tussen de gemeente Raalte en de vorige eigenaren van het perceel. In artikel 16 van deze koopovereenkomst is een bouwverbod opgenomen. Het is de koper op grond van dit artikel niet toegestaan een bouwwerk op te richten op het perceel en bij nietnakoming hiervan verbeurt de koper per overtreding ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000,-. Omdat dit een kwalitatieve verplichting is op grond van artikel 16, derde lid, van de overeenkomst, geldt dit bouwverbod ook voor eisers. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag is geweigerd. Verweerder heeft de afwijking van het bestemmingsplan – die op grond van de kruimelgevallenregeling wel mogelijk is – afgewezen en daarbij slechts verwezen naar het bouwverbod uit de privaatrechtelijke koopovereenkomst. Verweerder heeft echter in het geheel niet onderbouwd waarom de afwijking van het bestemmingsplan in strijd wordt geacht met een goede ruimtelijke ordening. Het perceel heeft de bestemming “Groen”, maar het gebruik als tuin wordt gedoogd, ondanks dat dit (ook) in strijd is met het bestemmingsplan. Ter zitting heeft verweerder bevestigd dat tegen dit strijdig gebruik van het perceel als tuin niet wordt opgetreden.”
Weigering gemeente
Hieruit volgt, en dat is niet nieuw, dat de gemeente een weigering goed moet motiveren. Maar wat hier ook uit volgt, is het feit dat die weigering wel getoetst moet worden aan de eis van een goede ruimtelijke ordening. Dat geldt uiteraard ook voor het verlenen van een vergunning. Dat had de gemeente in het geheel niet gedaan. Het besluit is daarmee onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank geeft de gemeente dan ook een heldere boodschap mee:
“Verweerder zal in het licht van dat wat hiervoor is overwogen, nader moeten motiveren welk (planologisch) belang nog wordt gediend met de weigering van de toepassing van de afwijkingsmogelijkheid en daarmee met de weigering van de aanvraag om een omgevingsvergunning.”
Ondanks de mate van beleidsruimte die de gemeente heeft bij de beoordeling van een kruimelgeval, bestaan er dus zeker mogelijkheden om met succes op te komen tegen een weigering. Dat geldt in het bijzonder indien de afweging niet heeft plaatsgevonden in de sleutel van de goede ruimtelijke ordening.
Heeft u een vraag over een omgevingsvergunning?
Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op, Rutger Boogers, advocaat omgevingsrecht
[post_title] => Moet de gemeente een ‘kruimelgeval’ vergunnen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => moet-de-gemeente-een-kruimelgeval-vergunnen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-13 10:32:14
[post_modified_gmt] => 2023-01-13 09:32:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34300
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 34593
[post_author] => 10
[post_date] => 2023-01-25 15:34:54
[post_date_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content] => Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te nemen.
Waarom een integraal zorgakkoord?
Welnu het mag algemeen bekend zijn dat de zorg onder druk staat. Zowel waar het gaat om de toegankelijkheid, de kwaliteit als de betaalbaarheid.
In een poging om de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden wordt onder meer afgesproken dat partijen intensiever met elkaar moeten samenwerken, dat de eerstelijnszorg versterkt moet worden en dat er meer wordt ingezet op preventie.
Met het IZA wordt in de kern getracht de al maar stijgende zorgkosten de komende vier jaar in de hand te houden.
Wat staat in het Integraal Zorgakkoord?
Heel veel, het is 117 pagina’s lang. Maar centraal in het IZA staat het begrip ‘passende zorg’. Door de zorg anders in te richten hoopt men dat de zorg efficiënter en dus goedkoper wordt. Focus ligt hierbij op de curatieve zorg, maar waar relevant worden ook de langdurige zorg, publieke gezondheid en het sociale domein betrokken.
De tweedelijnszorg (medisch -specialistische zorg en ggz) zal minder moeten groeien en de eerstelijnszorg van huisartsenzorg, wijkverpleging, multidisciplinaire zorg en eerstelijnsverblijf/geriatrische revalidatiezorg zal meer mogen groeien. In dat kader zullen om maar enkele voorbeelden eruit te lichten, behandelingen waarvan het effect wordt gezien als ‘onbewezen’ niet langer door verzekeraars worden vergoed. Ziekenhuizen zullen meer moeten specialiseren: complexe behandelingen zullen op minder plekken worden uitgevoerd. Passende zorg betekent ook vaker hybride zorg, een mix van digitaal en fysiek aangeboden zorg.
Vermeldenswaardig is dat op het punt van contractering de wijze van organisatie ongewijzigd blijft. Het grootste deel van de zorg binnen de Zorgverzekeringswet wordt concurrentieel ingekocht en individueel gecontracteerd. Dat blijft dus zo. Wel wil men het contractproces gaan verbeteren en de prikkels tot contractering vergroten. Concreet zullen zorgverzekeraars nog meer dan ze nu al doen, scherper gaan letten op de inkoop van passende zorg. Waar dit toe leidt is ongewis maar het hoeft geen betoog dat er hierdoor in potentie over de inkoop van zorg ook meer juridische conflicten kunnen ontstaan.
Zie hier voor een lezenswaardige samenvatting van het Integraal Zorgakkoord.
[post_title] => Integraal Zorgakkoord: beweging naar passende zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => integraal-zorgakkoord-beweging-naar-passende-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-25 15:34:54
[post_modified_gmt] => 2023-01-25 14:34:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34593
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1425
[max_num_pages] => 143
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 7f20fa912bf9ecdfde8fc1d10ec8e8ed
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Nu de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV als laatste partij de handtekening heeft gezet onder het Integraal Zorgakkoord (IZA), is het goed dit akkoord eens kort nader onder de loep te...
Het gebeurt regelmatig dat een werknemer niet op werk verschijnt zonder zich te hebben afgemeld. De medewerker neemt zijn telefoon niet op en reageert niet op WhatsApp. Soms blijft de...
Medische informatie Gedurende een behandelingsovereenkomst worden veel medische gegevens van een patiënt verzameld. In het medisch dossier worden alle relevante (medische) gegevens van de patiënt opgenomen die voor goede hulpverlening...
Je wilt een kroontje als merk registreren. Mag dat? In principe wel. Hiervoor is het van belang om te onderzoeken of er al een geregistreerd merk bestaat van een soortgelijk...
Het kan lonen om bezwaar te maken tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur. Dit bewijst de uitspraak van de Raad van State van 4 januari 2023 waar een door de gemeente...
Wetgeving privacy Zorgaanbieders en hulpverleners beschikken over veel gevoelige informatie van hun patiënten. Deze gegevens, veelal bijzondere persoonsgegevens, zijn cruciaal om de levering van goede zorg te kunnen waarborgen. Deze...
De Hoge Raad heeft onlangs uitspraak gedaan in een kwestie waarbij in (een) zorglocatie(s) muziek is afgespeeld. Hierbij is de zorgverlener veroordeeld tot het betalen van vergoedingen voor het afspelen...
Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat.
Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een
Als bij een inschrijving het voorgeschreven ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) ontbreekt is uitsluiting van de procedure het onvermijdelijke lot van de inschrijver. Een vonnis van de...
Vergunnen “kruimelgeval’ Op het moment dat een [bouw]aanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, móet de gemeente beoordelen of er toch een vergunning kan worden verleend [art. 2.10 lid 2 Wabo]....