Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 69
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 69
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1308
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 680, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 21534
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2020-08-17 08:51:07
                    [post_date_gmt] => 2020-08-17 06:51:07
                    [post_content] => Het kabinet heeft aangekondigd dat er aparte juridische erkenning en actieve ondersteuning komt voor maatschappelijk ondernemerschap. Dit zal gebeuren in de vorm van de maatschappelijke BV ofwel de BVm. De maatschappelijke BV is bedoeld voor ondernemers en organisaties die maatschappelijke vraagstukken aanpakken op het gebied van onder meer energie en klimaat, arbeidsparticipatie, zorg, onderwijs en veiligheid.
Doelstellingen maatschappelijke BV
Komende periode wordt de maatschappelijke B.V. door het kabinet verder wettelijk uitgewerkt. In een rapport dat KPMG en Nijenrode Business Universiteit op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben uitgebracht, is geformuleerd dat het gaat om ondernemingen die:
  • acteren in het economisch veld. Het moet gaan om ondernemingen die een verdienmodel hebben, bijvoorbeeld doordat zij btw-plichtig zijn en/of vennootschaps- of inkomensbelasting moeten betalen;
  • een maatschappelijk doel nastreven. Om te beoordelen of een onderneming een maatschappelijk doel nastreeft, wordt gekeken naar het concept ‘algemeen nut’ zoals gedefinieerd in de fiscale ANBI-wetgeving;
  • de verdeling van winst en vermogen beperken om zo het maatschappelijk doel te bereiken. De onderneming moet transparant zijn over de bijdrage aan de maatschappelijke missie en dit ook vastgelegd hebben in de statuten (“kapitaalklem”);
  • transparant zijn over de stakeholdersdialoog en de uitkomsten en opvolging daarvan. De rol van de stakeholders moet ook vastgelegd zijn in de statuten;
  • transparant zijn over de gerealiseerde maatschappelijke impact, waarbij maatschappelijke waarde zowel sociaal als natuurlijk kapitaal omvat;
  • onafhankelijk zijn in zowel financiële als bestuurlijke zin. De maatschappelijke organisaties moeten zelfstandig zijn en onafhankelijk hun beleid kunnen formuleren en implementeren.
Staatssecretaris Keijzer
Staatssecretaris Keijzer zegt over de maatschappelijke BV: “Maatschappelijke ondernemers en organisaties zijn van steeds groter belang voor onze samenleving. Ze zorgen voor oplossingen voor uiteenlopende vraagstukken op het gebied van zorg of klimaat. Andere organisaties maken juist graag gebruik van werknemers met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Maatschappelijk ondernemerschap vindt het kabinet belangrijk en daarom is betere erkenning en herkenning voor dit type ondernemerschap noodzaak. Ik neem daarom ook de soortgelijke conclusies van diverse onderzoeksrapporten over als het gaat om betere overheidsdienstverlening aan deze ondernemers en organisaties.” Wetgeving In de nieuwe wet worden in ieder geval de volgende punten voor de maatschappelijke BV  verder uitgewerkt:
  • voorschriften waaraan de inrichting van de onderneming en de statuten moeten voldoen;
  • bepalingen over het kunnen voeren van de aanduiding “maatschappelijke BV”; en
  • bepalingen over de registratie van de maatschappelijke BV in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
Dienstverlening en begeleiding
Naast het invoeren van de maatschappelijke BV wordt ook de dienstverlening aan maatschappelijke ondernemers verbeterd. Maatschappelijke ondernemers zullen bijvoorbeeld begeleid worden met vragen over wet- en regelgeving en er wordt een werkgroep “maatschappelijk ondernemerschap” ingesteld waarbij kennisdeling op het gebied van maatschappelijk ondernemerschap tussen overheden wordt gestimuleerd.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid overheid
Ook is het de bedoeling dat de overheid zelf maatschappelijke ondernemingen gaat betrekken in haar inkoop- en aanbestedingsbeleid. Om die reden zal worden onderzocht hoe meer aandacht uit kan gaan naar maatschappelijke ondernemingen en voorbehouden opdrachten. Tegelijkertijd moet het gelijke speelveld daarbij uiteraard wel behouden blijven.
Vervolg
Het is de bedoeling van het kabinet om eind dit jaar een voorontwerp van de wet via internet in consultatie te brengen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen. [post_title] => Er komt een nieuwe rechtsvorm: de maatschappelijke BV [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => er-komt-een-nieuwe-rechtsvorm-de-maatschappelijk-bv [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:59:07 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:59:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21534 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 21499 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-08-12 12:22:24 [post_date_gmt] => 2020-08-12 10:22:24 [post_content] => Een speciale-sectorbedrijf N, onderdeel van NS, gunt door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging een opdracht aan A voor de modificatie van het huidige diagnosesysteem aan de hand waarvan onder andere de aandrijving van het treinmaterieel wordt gemonitord en een computersysteem bevat op grond waarvan afwijkingen worden geconstateerd en meldingen worden gegeven aan de bestuurders en monteurs. Dit diagnosesysteem is ontwikkeld door (de rechtsvoorganger van) A en daarna doorontwikkeld. A heeft intellectueel eigendomsrecht voor het ontwerp en de broncodes van het systeem. Een andere partij S stelt dat de bewuste onderhandelingsprocedure niet gevolgd mag worden en dat de opdracht in concurrentie moet worden aanbesteed.
Procedure
De voorliggende juridische vraag ten overstaan van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland is of voldaan is aan de vereisten van artikel 3.36 sub c Aw 2012 om gebruik te kunnen maken van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging. Anders gezegd, kan alleen A zoals N stelt, de opdracht uitvoeren omdat mededinging om technische redenen ontbreekt en/of bescherming van uitsluitende rechten met inbegrip van intellectuele eigendomsrechten, aan de orde is. Op basis van een in opdracht van N opgesteld deskundigenrapport wordt aannemelijk dat de broncode van de software van het diagnosesysteem nodig is om dit systeem te kunnen aanpassen/upgraden. De voorzieningenrechter overweegt dat het aannemelijk is dat de broncode van de software van het diagnosesysteem nodig is om dit systeem te kunnen aanpassen/upgraden.
Rechten
Verder is het aldus de voorzieningenrechter aannemelijk dat A als auteursrechthebbende de enige partij is die het recht heeft om de software te gebruiken en te verveelvoudigen, of om derden het recht te geven dit te doen. Het is aannemelijk dat A aan N geen licentie of andere toestemming heeft verleend om de software zelfstandig aan te passen of om derden in te schakelen om dat namens N te doen. N is dus niet gerechtigd om een derde de opdracht te geven om de software van het diagnosesysteem aan te passen. De opdracht kan dus alleen door A worden uitgevoerd, omdat het auteursrecht van A op het diagnosesysteem en de broncodes van de software van dit systeem beschermd moeten worden. Het pleidooi van S dat het volledig laten vervangen van het diagnosesysteem een redelijk alternatief is, wordt niet gevolgd. Dat zou immer een wezenlijk andere opdracht zijn dan de opdracht die N wil geven en als het al als alternatief zou kunnen worden gezien, is het geen redelijk alternatief. De voorzieningenrechter constateert dat in het voorgaande besloten dat het ontbreken van de mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de aanbesteding. Evenmin is komen vast staan dat er sprake is van toeschrijven naar de opdracht. N heeft de reële wens om het diagnosesysteem te upgraden en N kan er niets aan doen dat vanwege het auteursrecht alleen A de opdracht kan uitvoeren.
Commentaar
Er is hier sprake van een situatie waarin de aanbesteder door eerder gemaakte keuzes met betrekking tot de opdracht nu aangewezen is op één leverancier. Ook wel een vendor lock-in genoemd. N heeft het dus zelf in de hand gehad in het beperken van de concurrentie. Uit rechtspraak van het Europese Hof van Justitie is gebleken dat wanneer voor een beroep op een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging, gewezen wordt op het bestaan van exclusieve rechten, er onder meer moet worden aangetoond dat er voor het betreffende product slechts één leverancier is en waaraan pas voldaan kan zijn als er op de markt voor het bewuste product geen concurrentie is. Doordat S voor de opdracht in aanmerking wil komen is er kennelijk sprake van concurrentie in de markt voor diagnosesystemen. De voorzieningenrechter heeft zich beperkt tot het toetsen van de redelijkheid van een mogelijk alternatief en bij het oordeel geen rekening gehouden met het feit dat N er eerder zelf voor heeft gekozen om bij zich afhankelijk te maken van A. Deze zaak is voor N goed afgelopen. Maar gelet op de jurisprudentie van het Europese Hof doen aanbesteders er goed aan om een vendor lock-in zoveel mogelijk te voorkomen. Zeker als in een markt te verwachten valt dat op enig moment ook nieuwe spelers zich gaan melden en er dus concurrentie ontstaat, kan het gebruik willen maken van een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging problematisch worden. Zie de volledige uitspraak op rechtspraak.nl Rik Wevers   [post_title] => Toegestane onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => toegestane-onderhandelingsprocedure-zonder-aankondiging [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-12 12:22:24 [post_modified_gmt] => 2020-08-12 10:22:24 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21499 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 21482 [post_author] => 10 [post_date] => 2020-08-12 11:34:32 [post_date_gmt] => 2020-08-12 09:34:32 [post_content] => Veel werkgevers zijn ermee bekend dat wanneer een arbeidsovereenkomst met een werknemer door de kantonrechter wordt ontbonden, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer [de zogenaamde e-grond] en dat handelen of nalaten is als ernstig verwijtbaar of nalaten te kwalificeren, de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding bij ontslag. Minder bekend is dat ook in situaties waarin de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op basis van een andere ontslaggrond zoals bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding, het recht op transitievergoeding evenzeer kan worden verloren als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
In de wet is vastgelegd dat een werknemer het recht op transitievergoeding kan verliezen als het einde van zijn arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten [artikel 7:673 lid 7 sub c BW]. In de praktijk werd dit dus vaak gekoppeld aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de genoemde e-grond. Maar uit recente rechtspraak blijkt dat niet per definitie sprake hoeft te zijn van een ontbinding op de e-grond [verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer] om het recht op transitievergoeding te verliezen.           Uit de parlementaire geschiedenis van de Wet Werk en Zekerheid [WWZ] blijkt dat de werknemer zijn recht op transitievergoeding alleen kan kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt.
Uitzondering
Bij de beoordeling van de uitzonderingsgrond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW zijn de omstandigheden van het geval -waaronder de persoonlijke omstandigheden van de werknemer- slechts van belang voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid. In situaties waarin sprake is van bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding [de zogenaamde g-grond] of andere omstandigheden waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet langer van de werkgever kan worden gevergd [de zogenaamde h-grond] en op basis waarvan de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, kan er ook geen recht op transitievergoeding bij ontslag zijn. Hiervoor is dan wel vereist dat los de ontbindingsgrond, er omstandigheden zijn die als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zijn te kwalificeren. Een verwijtbaarheid van handelen of nalaten van de werknemer dat uiteindelijk via een ontslaggrond zoals bijvoorbeeld de g-grond of de h-grond, tot het ontslag leidt.
Werkgevers
Tip voor werkgevers is om ook in gevallen waarin een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt gedaan op een andere grond dan die van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, altijd te bezien in hoeverre de feiten en omstandigheden die leiden tot de gekozen ontslaggrond, mogelijk ook kwalificeren als een ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer en zo ja dit nadrukkelijk te benoemen. Op deze wijze kan wellicht voorkomen worden dat bij einde van de arbeidsovereenkomst een transitievergoeding is verschuldigd. Rik Wevers   [post_title] => Geen recht op transitievergoeding bij ontslag [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-recht-op-transitievergoeding-bij-ontslag [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-12 11:34:32 [post_modified_gmt] => 2020-08-12 09:34:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21482 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 21451 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-08-10 15:03:42 [post_date_gmt] => 2020-08-10 13:03:42 [post_content] => Beide type overeenkomsten zijn in de wet geregeld. Agentuur is een bepaald type bemiddeling. De wet definieert een bemiddelingsovereenkomst (artikel 7:425 BW) als ‘een overeenkomst van opdracht waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich tegenover de andere partij, de opdrachtgever, verbindt tegen loon als tussenpersoon werkzaam te zijn bij het tot stand brengen van een of meer overeenkomsten tussen de opdrachtgever en derden’. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een makelaar. Van een agentuurovereenkomst is sprake (artikel 7:428 lid 1 BW) ‘wanneer de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt, en deze zich verbindt, voor een bepaalde of onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn’.
Wat is nu het verschil?
Het grote verschil zit in de vaste relatie die bestaat tussen de agent en de principaal. Een makelaar bemiddelt eenmalig bij de verkoop van een huis. Een agent bemiddelt op vaste basis voor meerdere overeenkomsten tussen de principaal en diverse afnemers. Indien de opdracht tot bemiddeling bestaat uit een of meer op zichzelf staande opdrachten ten behoeve van bepaalde transacties is geen sprake van een agentuurovereenkomst.
Moeten dergelijke overeenkomsten schriftelijk zijn vastgelegd?
Nee, dat hoeft niet. Het is wel verstandig om afspraken schriftelijk vast te leggen. Zeker wanneer sprake is van een vaste relatie.
Is relevant hoe de overeenkomst wordt genoemd?
Nee, het gaat om de concrete feiten en omstandigheden. Dus zelfs wanneer een overeenkomst een bemiddelingsovereenkomst wordt genoemd, of wanneer partijen nadrukkelijk vastleggen dat geen sprake is van een agentuurovereenkomst, maar de feiten wijzen op een agentuur relatie, dan zal de overeenkomst aangemerkt worden als een agentuurovereenkomst.
Waarom is het verschil relevant?
De wet regelt uitgebreid de rechten en verplichtingen van de agent en de principaal. Dit op basis van Europese regelgeving. Dit is niet het geval bij bemiddeling. Met als een van de belangrijkste rechten van de agent het recht op een klantenvergoeding na het eindigen van de agentuurovereenkomst. Wanneer dit einde niet aan de agent is te wijten en niet op initiatief van de agent plaatsvindt, dan krijgt de agent een soort goodwill vergoeding; de klantenvergoeding. Dit is de beloning voor het opgebouwd hebben van een klantennetwerk. Dat is een waardevol bezit waar de principaal, na het eindigen van de agentuurovereenkomst, nieuwe omzet kan maken. Daarom rechtvaardigt dat een goodwill vergoeding. Maar dan moet die potentie er ook wel zijn. De wet bepaalt hoe de hoogte van de klantenvergoeding moet worden berekend. Dit kan maximaal de gemiddelde jaarprovisie over de afgelopen vijf jaar bedragen.
Wat voor discussies ontstaan hierover:
  • Is er sprake van een agentuurovereenkomst of niet;
  • Heeft de agent wel of geen recht op een klantenvergoeding;
  • Is er wel of niet sprake van een klantenbestand waar de principaal nieuwe omzet uit kan halen;
  • Wat is de hoogte van de klantenvergoeding;
  • Heeft de agent tijdig de klantenvergoeding gevorderd.
Bij al dit soort vragen kunnen wij u bijstaand. Wij hebben cliënten (zowel agenten als principalen) in en buiten gerechtelijke procedures bijgestaan over dit soort vragen. Wanneer u hier vragen over heeft dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Agentuur- en bemiddelingsovereenkomst, wat is het verschil? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wat-is-het-verschil-tussen-een-agentuurovereenkomst-en-een-bemiddelingsovereenkomst [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-11 10:25:18 [post_modified_gmt] => 2020-08-11 08:25:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21451 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 21446 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-08-10 11:43:28 [post_date_gmt] => 2020-08-10 09:43:28 [post_content] => De kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 5 februari 2020 een voor de huurrecht-praktijk belangwekkende uitspraak gewezen. In vrijwel alle huurovereenkomsten voor woonruimten is tegenwoordig opgenomen dat het huurders niet is toegestaan om [bedrijfsmatig] hennep te kweken. In veel gevallen bedingt de verhuurder ook een boete voor de overtreding van deze verbodsbepaling. Zo ook in de uitspraak van 5 februari 2020. De vraag die voorlag was of een dergelijke boete geen oneerlijk beding vormt als bedoeld in de Richtlijn oneerlijke bedingen?
Uitspraak
Woningcorporatie Woonstichting Eigen Haard verhuurt een sociale huurwoning aan haar huurder. In de huurovereenkomst is bepaald dat de huurder een contractuele boete van € 10.000,- verschuldigd is op het moment dat in de huurwoning een hennepkwekerij wordt aangetroffen.  Op een gegeven moment trof de politie daadwerkelijk een hennepkwekerij in de huurwoning aan. Verhuurder heeft vervolgens een gerechtelijke procedure opgestart. Naast ontbinding van de huurovereenkomst vordert de verhuurder onder meer ook betaling van de contractuele boete van € 10.000,-.
De boeteclausule is een oneerlijk beding
De kantonrechter komt tot de conclusie dat de overeengekomen boete is aan te merken als een oneerlijk beding als bedoeld in de Richtlijn oneerlijke bedingen [93/13/EEG]. Bij de beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat hennepteelt in een huurwoning zeer ongewenst is. Het is voorstelbaar dat verhuurders een boetebeding opnemen om te voorkomen dat huurders in een gehuurde woning hennep zullen telen. De boete dient een zekere afschrikwekkende werking te hebben. De kantonrechter is echter van oordeel dat het boetebeding in de gegeven omstandigheden oneerlijk is, nu in het boetebeding geen enkel onderscheid wordt gemaakt. De huurder is, met andere woorden, zelfs bij het telen van één enkele plant, de volledige boete van € 10.000,- verschuldigd. De kantonrechter vindt het verder van belang dat de huurovereenkomst en de wet- en regelgeving nog meer afschrikwekkende elementen bevat. Denk hierbij aan de mogelijkheid om tot ontbinding over te gaan, de vordering van volledige schadevergoeding wegens ontbinding en de mogelijkheid om volledige winstafdracht te vorderen. Ook acht de kantonrechter van belang dat in het kader van de Opiumwet een zekere hoeveelheid hennep wordt gedoogd. De kantonrechter acht, tot slot, de boete in verhouding tot de relatief geringe ernst van de overtreding zeer hoog. Van belang hierbij is dat het om een sociale huurwoning ging. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de contractuele boete af, maar oordeelt vervolgens wel dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.
Lessen voor de praktijk
De uitspraak van de kantonrechter van 5 februari 2020 wijkt af van enkel vergelijkbare zaken, zoals het arrest van het Hof Amsterdam van 19 november 2019. Wil de boete een zekere afschrikwekkende werking hebben, dan dient de boete een bepaalde minimumhoogte te hebben, zeker nu verondersteld wordt dat met drugshandel aanzienlijke winsten behaald kunnen worden. In het hiervoor aangehaalde arrest van het hof ging het overigens ‘maar’ om een boete van € 5.000,-. De uitspraak van de kantonrechter van 5 februari 2020 is voor de praktijk van belang, nu deze uitspraak laat zien dat alle omstandigheden van het geval relevant kunnen zijn. De risico’s voor de verhuurder van woonruimten zijn aanzienlijk. Komt de rechter namelijk tot de conclusie dat het beding oneerlijk is, dan wordt de gehele boeteclausule vernietigd. Van matiging kan geen sprake zijn. Voor de volledigheid merk ik op dat de toets van oneerlijke bedingen zich alleen voordoet bij een consument-huurder. Huurders van een bedrijfsruimte kunnen dan ook geen beroep doen op deze regelgeving. Verhuurders doen er – zeker in geval van sociale huurwoningen – goed aan om de opgenomen boeteclausules bij nieuw te sluiten huurovereenkomsten nog eens goed tegen het licht te houden, waarbij de volgende aspecten een rol spelen:
  • Of er sprake is van een sociale huurwoning of van een huurwoning in de vrije sector
  • De hoogte van de bedongen boete dient in verhouding te staan tot de ernst van de overtreding
  • De hoogte van de bedongen boete dient in verhouding te staan tot de hoogte van de huurprijs
  • Het eventueel gedogen van een zekere hoeveelheid hennepteelt dient expliciet in de huurovereenkomst te staan verwoord
Bent u huurder of verhuurder en heeft u vragen of een juridisch geschil over contractuele boetes in huurovereenkomsten? Neem dan vrijblijvend contact op met Michael de Marco. Michael de Marco   [post_title] => Boete in huurcontract wegens hennepkwekerij: oneerlijk beding? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => boete-in-huurcontract-wegens-hennepkwekerij-oneerlijk-beding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-10 11:47:21 [post_modified_gmt] => 2020-08-10 09:47:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21446 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 21442 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-08-10 11:15:52 [post_date_gmt] => 2020-08-10 09:15:52 [post_content] => Sommige zorgverzekeraars hanteren een standaard vergoeding bij restitutiepolissen en wijzen declaraties boven dat bedrag af. In praktijk komt het erop neer dat op die manier ongeveer 95% van de betreffende nota’s worden vergoed. Naar aanleiding hiervan heeft Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de aanwijzing gegeven om met deze praktijk te stoppen; verzekeraars moeten iedere zorgdeclaratie individueel beoordelen. Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en FBTO Zorgverzekeringen N.V. zijn het hier niet mee eens en maken bezwaar tegen deze aanwijzing. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat NZa de aanwijzing terecht heeft opgelegd. Het uitgangspunt bij een restitutiepolis is nu eenmaal dat de verzekeraar de zorgnota volledig vergoedt. De wet geeft hem wel de mogelijkheid om de vergoeding van een niet markconforme zorgnota (deels) te weigeren. Zorgverzekeraars mogen bij een restitutieverzekering dus een deel van de rekening niet vergoeden, maar alleen als deze rekening onredelijk hoog is. Lijsten met (indicatieve) bedragen zijn een hulpmiddel, maar niet toereikend als bewijs dat het gedeclareerde bedrag duidelijk uitstijgt boven het bedrag dat andere zorgaanbieders voor gelijksoortige activiteiten in rekening brengen. Zorgverzekeraars moeten iedere declaratie individueel beoordelen en per rekening aantonen of deze te hoog is. De volledige uitspraak van CBb is hier te vinden. Wilt u meer weten of heeft u vragen? U kunt altijd contact opnemen met BG.zorg. [post_title] => Verzekeraars mogen geen standaard vergoeding hanteren bij een restitutiepolis [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verzekeraars-mogen-geen-standaard-vergoeding-hanteren-bij-een-restitutiepolis [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:59:26 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:59:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21442 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 21417 [post_author] => 46 [post_date] => 2020-08-06 11:28:26 [post_date_gmt] => 2020-08-06 09:28:26 [post_content] => Op 5 augustus heeft de rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan over een opgelegde loonstop wegens niet-werken door corona. In deze kwestie ging het om een werknemer met een kwetsbare partner; zowel de werknemer als diens partner kregen in maart 2020 corona-gerelateerde klachten. Op advies van de huisarts en het ziekenhuis is deze werknemer vervolgens in thuis-quarantaine gegaan. De werknemer heeft de thuissituatie niet uitdrukkelijk met diens werkgever besproken.
Discussie
Na één week verwachtte de werkgever werknemer weer op werk. Er ontstond discussie over de terugkeer naar werk en de ziekmelding van werknemer. In deze kwestie speelt mee dat de werknemer een chronisch zieke partner en een zoontje van 6 jaar heeft. Door de corona-uitbraak was de kinderopvang gesloten. Werkgever stelde dat de werknemer niet ziek is, maar zich heeft ziek gemeld vanwege een oppasprobleem. Partijen laten vervolgens na om verder te overleggen over een werkbare oplossing, zoals thuiswerken. Meer dan een maand later wordt het loon van de werknemer stopgezet.
Thuis-quarantaine
De vraag die onder andere aan de rechter voorlag is of het niet-werken in redelijkheid voor rekening van werknemer dient te komen. Eerder legde Marlies Hol uit dat het niet verrichten van arbeid door thuis-quarantaine in beginsel voor rekening van werkgever komt, tenzij hij kan aantonen dat de verplichte thuis-quarantaine voor rekening van de werknemer komt. De rechter oordeelt in deze kwestie dat in redelijkheid niet kan niet worden gezegd dat de werknemer ongeoorloofd afwezig is geweest. De richtlijnen van het RIVM waren duidelijk: werk zoveel mogelijk thuis. De werkgever had niet onderzocht of het mogelijk was om ander passend werk vanuit huis te doen en dat is ook niet aangeboden. Van werknemer kon op dat moment niet worden verwacht op het werk te verschijnen.
Terugwerkende kracht
Het loon van de werknemer moet dus met terugwerkende kracht worden betaald. De werkgever had de werknemer daarnaast op staande voet ontslagen, maar ook dat ontslag wordt vernietigd door de kantonrechter. Wel wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, maar de werkgever moet in dat kader aan werknemer een transitievergoeding betalen van € 22.143,28 bruto. Voor een billijke vergoeding ziet de kantonrechter geen aanleiding, beide partijen hebben volgens haar niet ernstig verwijtbaar gehandeld.
Voor rekening van werkgever
Inmiddels zijn er diverse corona-uitspraken gedaan door rechters over doorbetalen van het loon van een werknemer met corona-klachten, het doorbetalen van loon bij bedrijfssluiting of het recht op thuiswerken waarover Rik Wevers eerder schreef. Vooralsnog oordelen rechters dat de meeste corona-omstandigheden in het arbeidsrecht voor rekening van werkgever komen. Dat neemt niet weg dat er veel situaties denkbaar zijn waarin de werkgever meer bescherming toekomt. Ik denk graag met u mee. mr. Marlies Hol, juridisch medewerker arbeidsrecht Marlies Hol 1       [post_title] => Loonstop wegens niet-werken door corona [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => loonstop-wegens-niet-werken-door-corona [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-14 11:33:49 [post_modified_gmt] => 2023-06-14 09:33:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21417 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 21408 [post_author] => 16 [post_date] => 2020-08-05 09:30:14 [post_date_gmt] => 2020-08-05 07:30:14 [post_content] => Als de arts gebruik maakt van een ongeschikte hulpzaak dan wordt dit toegerekend aan de arts en het ziekenhuis tenzij dit onredelijk zou zijn. Uit de wet blijkt de risicoaansprakelijkheid voor het gebruik van gebrekkige medische hulpmiddelen van de hulpverlener, artikel 6:77 BW ; “Wordt bij de uitvoering van een verbintenis gebruik gemaakt van een zaak die daartoe ongeschikt is, dan wordt de tekortkoming die daardoor ontstaat de schuldenaar toegerekend, tenzij dit, gelet op inhoud en strekking van de rechtshandeling waaruit de verbintenis voortspruit, de in het verkeer geldende opvattingen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk zou zijn.” Tussen patiënt en hulpverlener is sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Op grond hiervan kan de patiënt de hulpverlener en ziekenhuis aanspreken als er sprake is van een tekortkoming in de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. Artsen en ziekenhuizen worden dan ook met regelmaat aangesproken voor schade ontstaan door het gebruik van een ongeschikt hulpmiddel. De uitspraken van de lagere rechtspraak laat echter vele uitkomsten zien. In de literatuur wordt al geruime tijd bepleit dat voor artsen en/of ziekenhuizen een [risico] aansprakelijkheid bestaat voor productfalen van medische hulpzaken, mede gelet op artikel 6:77 BW. Deze risico aansprakelijkheid is in het belang van de patiënt die schade lijdt door het gebruik van een ongeschikt hulpmiddel. Dit maakt nl. het verhaal van de schade eenvoudiger voor het slachtoffer.  Het slachtoffer zou zich anders moeten wenden tot de producent. De Hoge Raad gaat hier echter niet in mee. Zij heeft zich onlangs gebogen over dit vraagstuk in twee zaken.
1. Miragelplombe
In 1992 werd patiënt in het toenmalige RadboudUmc geopereerd aan zijn rechteroog wegens loslating van het netvlies. Bij die operatie werd onder meer gebruik gemaakt van een miragel plombe. In verband met aanhoudende klachten besloot de arts om de miragelplombe in 2006 te verwijderen. De Miragelplombe bleek te zijn gezwollen en fragmenteerde bij verwijdering, met schade als gevolg. De Rechtbank en het Gerechtshof waren van oordeel dat  er sprake was van een ongeschikte zaak in de zin van art. 6:77 BW. Arts en ziekenhuis zijn aansprakelijk, aldus deze lagere rechtspraak. De Hoge Raad oordeelt thans echter anders. Van doorslaggevend belang is of  de hulpzaak volgens de destijds  heersende medische inzichten geschikt werd geacht [zgn. ‘state of art’]. Het enkele feit dat naderhand is gebleken dat de plombe niet geschikt was brengt niet met zich mee dat het gebruik ervan als tekortkoming kan worden aangemerkt, aldus de Hoge Raad. Dus geen aansprakelijkheid van arts en ziekenhuis.
2. PIP implantaten
Voor borstvergroting zijn implantaten bij verschillende patiënten geplaatst. Het implantaat blijkt ongeschikt en er ontstaat schade bij de betreffende patiënten. Ook hier kwam de Hoge Raad niet tot aansprakelijkheid van de arts en ziekenhuis.  De Hoge Raad concludeert dat de toerekening van de gebrekkige  hulpzaak aan de arts en het ziekenhuis niet redelijk was. De volgende omstandigheden waren hierbij van belang:
  • Het ging om grootschalige en ernstige fraude.
  • De hulpverlener had daardoor geen grotere deskundigheid over de hulpzaken.
  • Het aannemen van aansprakelijkheid tot een grote hoeveelheid omvangrijke schadeclaims terwijl de hulpverlener slechts een beperkte verzekering kan afsluiten.
  • De hulpverlener kan de schade niet verhalen op de producent nu deze failliet is.
Conclusie
Uit deze arresten blijkt dat art. 6:77 BW slechts een beperkte omvang heeft. Je kan niet meer echt van een risico aansprakelijkheid spreken voor de arts en het ziekenhuis voor het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken. Het enkele feit dat het medisch hulpmiddel op grond van naderhand opgekomen medische  inzichten  ongeschikt wordt bevonden, brengt niet mee dat het gebruik van de zaak als een tekortkoming moet worden aangemerkt. Ook de toerekenbaarheid wordt niet snel aangenomen. Dit betekent dat de patiënten die een dergelijke kwestie overkomt veelal de producent aansprakelijk moeten stellen. In het geval van faillissement van de producent blijft de patiënt helaas met lege handen staan. Volledige uitspraken: ECLI:NL:HR:2020:1090 ECLI:NL:HR:2020:1082   [post_title] => Hoge Raad: arts niet aansprakelijk voor gebruik ongeschikte medische hulpzaak [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoge-raad-arts-niet-aansprakelijk-voor-het-gebruik-van-een-ongeschikte-medische-hulpzaak [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-08-05 09:53:27 [post_modified_gmt] => 2020-08-05 07:53:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21408 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 21366 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-07-30 15:07:45 [post_date_gmt] => 2020-07-30 13:07:45 [post_content] => Onbezorgd op vakantie in het buitenland; een zorg voor werkgevers. Want wie draait op voor de loonkosten als u ziek wordt of in thuis-quarantaine moet? Marlies Hol geeft uitleg. Een vakantie in tijden van corona leidt tot arbeidsrechtelijke vragen over - met name - het doorbetalen van loon. Er geldt sinds kort een negatief reisadvies voor onder andere Kroatië en Antwerpen. Bij een negatief reisadvies geldt het dringende advies om na terugkomst veertien dagen in thuis-quarantaine te gaan. Geen probleem voor een werknemer die thuis kan werken, maar voor veel beroepen is thuiswerken geen mogelijkheid. Binnen de zorg, horeca, retail en onderwijs (om een paar sectoren te noemen) kunnen de meeste functies niet thuis worden uitgeoefend. Deze werknemers verrichten dan geen arbeid en de vraag rijst of zij wel recht hebben op loon. vakantie corona Begin dit jaar is de hoofdregel: ‘geen arbeid, geen loon’, gewijzigd naar ‘geen arbeid, wél loon, tenzij het niet verrichten van de arbeid voor rekening van de werknemer moet komen’. Met andere woorden: een werkgever is, ook als de werknemer geen arbeid verricht, gehouden loon te betalen. Daarmee is de bewijslast verlegd van werknemer naar werkgever. Het is aan de werkgever om duidelijk te maken dat het niet-werken voor rekening van de werknemer komt. Een nuanceverschil dat vooral voor advocaten en juristen belangrijk lijkt, maar waarover in de praktijk steeds meer vragen worden gesteld.
Thuis-quarantaine
De werkgever moet het loon voldoen, tenzij hij bewijst dat het niet verrichten van de arbeid voor rekening van de werknemer behoort te komen. Een werkgever moet een goede reden hebben om het loon niet te betalen. Het niet verrichten van arbeid door thuis-quarantaine komt daarmee in beginsel voor rekening van werkgever, tenzij hij kan aantonen dat de verplichte thuis-quarantaine voor rekening van de werknemer komt. Dat is naar mijn mening het geval als een werknemer tóch op vakantie gaat naar een land met een negatief reisadvies. De werknemer is zich er dan namelijk van bewust dat bij terugkomst een dringend advies tot thuis-quarantaine geldt. Een dringend advies is weliswaar niet hetzelfde als een absolute verplichting, maar van de werknemer mag worden verwacht dat het advies wordt opgevolgd om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Risico
Een werknemer die op vakantie is in een land met code geel (relatief veilig), neemt geen bewust risico. Als het reisadvies van de vakantiebestemming ineens oranje kleurt, komt datzelfde dringende advies om thuis te blijven niet voor rekening van de werknemer. De werknemer hoefde namelijk niet op voorhand rekening te houden met dat risico.
Maatregelen
Naast een vakantie in het buitenland worstelen werkgevers met andere situaties. Een werknemer zit vast in het buitenland door corona. Een werknemer houdt zich niet aan de voorzorgsmaatregelen die op kantoor zijn getroffen. Een werknemer weigert naar kantoor te komen vanwege corona. Het is belangrijk werknemers te informeren over de getroffen maatregelen en te verzoeken rekening te houden met de door de Rijksoverheid gegeven adviezen. Maak concrete vragen of zorgen bespreekbaar en leg dat vast. Mogelijk hoeft u daardoor in bepaalde situaties het loon van een werknemer niet door te betalen.
Wat kunnen wij voor u betekenen?
Wenst u advies bij het opstellen van beleid voor uw organisatie of heeft u een probleem met een werknemer? Neem dan contact op met Marlies Hol via hol@bg.legal. mr. Marlies Hol, juridisch medewerker arbeidsrecht Marlies Hol   [post_title] => Vakantie in tijden van corona leidt tot arbeidsrechtelijke vragen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vakantie-in-tijden-van-corona-leidt-tot-arbeidsrechtelijke-vragen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-07-30 15:31:56 [post_modified_gmt] => 2020-07-30 13:31:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21366 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 21355 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-07-30 14:31:23 [post_date_gmt] => 2020-07-30 12:31:23 [post_content] => In de praktijk horen we het vaak: als er zeven verschillen zijn tussen mijn product en het product van een ander, kan er geen sprake zijn van auteursrechtinbreuk. Dit klopt helaas niet. Er is geen vaste vuistregel om te beoordelen of er sprake is van auteursrechtinbreuk, dit ligt altijd aan de omstandigheden van het geval. auteursrecht Casus In een recente zaak tussen Home Fashion Group (hierna: HFG) en Maison Du Monde (hierna: MDM) was het volgende aan de hand. HFG was van mening dat MDM inbreuk maakte op haar Livorno stoel met de zogenaamde Luna stoel. De totaalindruk van de Luna stoel zou teveel overeen komen met die van de Livorno stoel. De overeenstemming zou het gevolg zijn van overname van de kenmerkende, auteursrechtelijke beschermde trekken, althans de combinatie daarvan. MDM zou alle creatieve elementen van de Livorno stoel hebben overgenomen. MDM verweerde zich door te stellen dat de Livorno stoel niet voldoet aan de vereisten die gelden voor auteursrechtelijke bescherming. De stoel had namelijk geen eigen karakter en draagt niet de persoonlijke stempel van de maker. Van een eigen intellectuele schepping was geen sprake. Daarvoor zouden de verschillen tussen de stoelen in het vormgevingserfgoed en de Livorno stoel te klein zijn. Met andere woorden: de Livorno stoel lijkt niet alleen op de stoelen die al op de markt zijn, maar ook op de Luna stoel. De voorzieningenrechter was van oordeel dat de Livorno stoel niet auteursrechtelijk beschermd was, waardoor MDM dus ook geen auteursrecht inbreuk zou hebben gepleegd. De Livorno stoel heeft te veel overeenkomsten met stoelen die zich al op de markt bevinden en kan daardoor geen oorspronkelijk ontwerp zijn. Alle in het oog springende details van de Livorno stoel, ook in combinatie met elkaar, waren helaas niet nieuw genoeg. Conclusie In de praktijk is het lastig om te beoordelen of er sprake is van auteursrechtinbreuk. Helaas gaat de mythe van 7 verschillen dan ook niet op. Mocht u vragen hebben over het auteursrecht, dan kunt u contact opnemen. [post_title] => De 7 verschillen in auteursrecht is een mythe [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-7-verschillen-in-auteursrecht-is-een-mythe [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-26 16:33:33 [post_modified_gmt] => 2022-10-26 14:33:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21355 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 21534 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-08-17 08:51:07 [post_date_gmt] => 2020-08-17 06:51:07 [post_content] => Het kabinet heeft aangekondigd dat er aparte juridische erkenning en actieve ondersteuning komt voor maatschappelijk ondernemerschap. Dit zal gebeuren in de vorm van de maatschappelijke BV ofwel de BVm. De maatschappelijke BV is bedoeld voor ondernemers en organisaties die maatschappelijke vraagstukken aanpakken op het gebied van onder meer energie en klimaat, arbeidsparticipatie, zorg, onderwijs en veiligheid.
Doelstellingen maatschappelijke BV
Komende periode wordt de maatschappelijke B.V. door het kabinet verder wettelijk uitgewerkt. In een rapport dat KPMG en Nijenrode Business Universiteit op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben uitgebracht, is geformuleerd dat het gaat om ondernemingen die:
  • acteren in het economisch veld. Het moet gaan om ondernemingen die een verdienmodel hebben, bijvoorbeeld doordat zij btw-plichtig zijn en/of vennootschaps- of inkomensbelasting moeten betalen;
  • een maatschappelijk doel nastreven. Om te beoordelen of een onderneming een maatschappelijk doel nastreeft, wordt gekeken naar het concept ‘algemeen nut’ zoals gedefinieerd in de fiscale ANBI-wetgeving;
  • de verdeling van winst en vermogen beperken om zo het maatschappelijk doel te bereiken. De onderneming moet transparant zijn over de bijdrage aan de maatschappelijke missie en dit ook vastgelegd hebben in de statuten (“kapitaalklem”);
  • transparant zijn over de stakeholdersdialoog en de uitkomsten en opvolging daarvan. De rol van de stakeholders moet ook vastgelegd zijn in de statuten;
  • transparant zijn over de gerealiseerde maatschappelijke impact, waarbij maatschappelijke waarde zowel sociaal als natuurlijk kapitaal omvat;
  • onafhankelijk zijn in zowel financiële als bestuurlijke zin. De maatschappelijke organisaties moeten zelfstandig zijn en onafhankelijk hun beleid kunnen formuleren en implementeren.
Staatssecretaris Keijzer
Staatssecretaris Keijzer zegt over de maatschappelijke BV: “Maatschappelijke ondernemers en organisaties zijn van steeds groter belang voor onze samenleving. Ze zorgen voor oplossingen voor uiteenlopende vraagstukken op het gebied van zorg of klimaat. Andere organisaties maken juist graag gebruik van werknemers met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Maatschappelijk ondernemerschap vindt het kabinet belangrijk en daarom is betere erkenning en herkenning voor dit type ondernemerschap noodzaak. Ik neem daarom ook de soortgelijke conclusies van diverse onderzoeksrapporten over als het gaat om betere overheidsdienstverlening aan deze ondernemers en organisaties.” Wetgeving In de nieuwe wet worden in ieder geval de volgende punten voor de maatschappelijke BV  verder uitgewerkt:
  • voorschriften waaraan de inrichting van de onderneming en de statuten moeten voldoen;
  • bepalingen over het kunnen voeren van de aanduiding “maatschappelijke BV”; en
  • bepalingen over de registratie van de maatschappelijke BV in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
Dienstverlening en begeleiding
Naast het invoeren van de maatschappelijke BV wordt ook de dienstverlening aan maatschappelijke ondernemers verbeterd. Maatschappelijke ondernemers zullen bijvoorbeeld begeleid worden met vragen over wet- en regelgeving en er wordt een werkgroep “maatschappelijk ondernemerschap” ingesteld waarbij kennisdeling op het gebied van maatschappelijk ondernemerschap tussen overheden wordt gestimuleerd.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid overheid
Ook is het de bedoeling dat de overheid zelf maatschappelijke ondernemingen gaat betrekken in haar inkoop- en aanbestedingsbeleid. Om die reden zal worden onderzocht hoe meer aandacht uit kan gaan naar maatschappelijke ondernemingen en voorbehouden opdrachten. Tegelijkertijd moet het gelijke speelveld daarbij uiteraard wel behouden blijven.
Vervolg
Het is de bedoeling van het kabinet om eind dit jaar een voorontwerp van de wet via internet in consultatie te brengen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen. [post_title] => Er komt een nieuwe rechtsvorm: de maatschappelijke BV [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => er-komt-een-nieuwe-rechtsvorm-de-maatschappelijk-bv [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-02 09:59:07 [post_modified_gmt] => 2023-10-02 07:59:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=21534 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1308 [max_num_pages] => 131 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => b91198fbd283947c74480cdbf84670e4 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Het kabinet heeft aangekondigd dat er aparte juridische erkenning en actieve ondersteuning komt voor maatschappelijk ondernemerschap. Dit zal gebeuren in de vorm van de maatschappelijke BV ofwel de BVm. De...
Lees meer
Een speciale-sectorbedrijf N, onderdeel van NS, gunt door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging een opdracht aan A voor de modificatie van het huidige diagnosesysteem aan de hand waarvan...
Lees meer
Veel werkgevers zijn ermee bekend dat wanneer een arbeidsovereenkomst met een werknemer door de kantonrechter wordt ontbonden, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer [de zogenaamde...
Lees meer
Beide type overeenkomsten zijn in de wet geregeld. Agentuur is een bepaald type bemiddeling. De wet definieert een bemiddelingsovereenkomst (artikel 7:425 BW) als ‘een overeenkomst van opdracht waarbij de ene...
Lees meer
De kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 5 februari 2020 een voor de huurrecht-praktijk belangwekkende uitspraak gewezen. In vrijwel alle huurovereenkomsten voor woonruimten is tegenwoordig opgenomen dat het huurders...
Lees meer
Sommige zorgverzekeraars hanteren een standaard vergoeding bij restitutiepolissen en wijzen declaraties boven dat bedrag af. In praktijk komt het erop neer dat op die manier ongeveer 95% van de betreffende...
Lees meer
Op 5 augustus heeft de rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan over een opgelegde loonstop wegens niet-werken door corona. In deze kwestie ging het om een werknemer met een kwetsbare partner; zowel...
Lees meer
Als de arts gebruik maakt van een ongeschikte hulpzaak dan wordt dit toegerekend aan de arts en het ziekenhuis tenzij dit onredelijk zou zijn. Uit de wet blijkt de risicoaansprakelijkheid...
Lees meer
Onbezorgd op vakantie in het buitenland; een zorg voor werkgevers. Want wie draait op voor de loonkosten als u ziek wordt of in thuis-quarantaine moet? Marlies Hol geeft uitleg. Een...
Lees meer
In de praktijk horen we het vaak: als er zeven verschillen zijn tussen mijn product en het product van een ander, kan er geen sprake zijn van auteursrechtinbreuk. Dit klopt...
Lees meer