Blog van medewerkers
- Wat wordt er verstaan onder ompakken/opnieuw inpakken van producten?
- Wanneer is ompakken van producten toegestaan?
- Mag je zomaar een merk vermelden op de nieuwe verpakking?
Wat wordt er verstaan onder ompakken/opnieuw inpakken van producten?
HetWanneer is ompakken van producten toegestaan?
Hoofdregel is dat het ompakken van een merkproduct in een nieuwe verpakking- De nieuwe verpakking is noodzakelijk om ingevoerde producten in een andere lidstaat te verhandelen.
- De nieuwe verpakking kan de oorspronkelijke toestand van het product niet aantasten.
- Op de nieuwe verpakking wordt duidelijk vermeld wie het product heeft omgepakt, en de naam van de fabrikant.
- De presentatie van het omgepakte product kan de reputatie van het merk en van de merkhouder niet schaden.
- De importeur stelt de merkhouder vooraf ervan in kennis, dat het omgepakte product op de markt wordt gebracht. Indien de merkhouder dit verzoekt, kan de importeur een exemplaar leveren.
Praktijkvoorbeeld
In een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland was het volgende aan de hand. Gedaagde, een groothandel in onder meer medische en tandheelkundige instrumenten, bood via haar webshop ragers (een soort tandenstoker) van het merk TePe aan consumenten aan. Deels betrof het de doorverkoop in originele verpakking, maar ook werd een deel van de ragers omgepakt. TePe verkocht de ragers oorspronkelijk alleen aan tandartspraktijken. Gedaagde heeft de ragers in andere aantallen in een plastic zakje verpakt, met als doel deze te verkopen aan consumenten. Op deze zakjes werd een sticker geplaatst met de tekst: ‘Omgepakt door: gedaagde’. Later werd deze sticker nog uitgebreid met: ‘Fabrikant: TePe’. Mag dit? Het is de vraag of de uitzondering op de hoofdregel, zoals hierboven toegelicht, in deze zaak van toepassing was. Het ging hier om in Nederland al rechtmatig in de handel gebrachte producten, die worden omgepakt omdat gedaagde producten in andere aantallen aan de consument wil aanbieden dan de merkhouder voor ogen had. Bovendien wilde de merkhouder de producten alleen aan professionals verkopen, terwijl gedaagde deze wilde verkopen aan consumenten. De rechtbank was van mening dat gedaagde niet heeft voldaan aan de uitzondering. Om deze reden heeft zij inbreuk gemaakt op het (merk)recht van TePe. De eerste reden is dat gedaagde een lange tijd heeft nagelaten de naam van de merkhouder te vermelden op de nieuwe verpakkingen. Toen zij dat eenmaal deed, vermeldde zij alleen de naam ‘TePe’. De rechtbank oordeelde dat dit niet nauwkeurig genoeg was. Er waren namelijk meerdere ondernemingen binnen het concern die de naam TePe gebruikte. Dit zou problemen kunnen opleveren voor consumenten die een klacht willen indienen over het product. Daarnaast heeft gedaagde TePe niet op de hoogte gesteld van de ompakking. Het is niet aan de merkhouder om erachter te komen dat haar producten worden omgepakt: gedaagde had TePe hierover in kennis moeten stellen, voordat zij de ragers zou voorzien van nieuwe verpakkingen. TePe moet namelijk in de gelegenheid worden gesteld om de nieuwe verpakkingen te beoordelen. De rechtbank merkte als laatste nog op dat wanneer een onderneming een product voorziet van een nieuwe verpakking, zij zorg dient te dragen voor de juiste informatie op de nieuwe verpakking. Denk hierbij aan een gebruiksaanwijzing of eventuele waarschuwingen. De ompakker dient in zo’n geval ervoor te zorgen dat ook de nieuwe verpakking aan de informatie-eisen voldoet.Mag je zomaar een merk op de nieuwe verpakking zetten?
In beginsel wel. Het uitgangspunt is dat een merkhouder het gebruik van haar merk op producten die rechtsgeldig (dus door de houder zelf of met haar toestemming) op de markt zijn gebracht, niet kan tegenhouden. Maar, hier gelden uitzonderingen op. De merkhouder kan zich hiertegen verzetten, met name wanneer haar producten, nadat zij in de handel zijn gebracht, zijn gewijzigd of verslechterd. Een andere uitzondering is wanneer de doorverkoper de indruk wekt, door het plaatsen van het merk op de nieuwe verpakking, dat er een economische band bestaat tussen hem en de merkhouder. Het plaatsen van het merk brengt de consument dus op het verkeerde been. In de praktijk zijn er ook nog andere uitzonderingen denkbaar. In een recente zaak gebruikte Easycosmetic (doorverkoper van parfum) meerdere merken op haar verpakkingen. Dit waren bekende merken. Door het gebruik van die merken op haar verpakkingen, werd de suggestie gewekt dat Easycosmetic een economische band zou hebben met de merkhouders.Conclusie
De belangrijke boodschap uit deze blog is dus dat men moet oppassen bij het herverpakken van producten. Hoofdregel is dat het niet is toegestaan, mits wordt voldaan aan de uitzondering. In de praktijk kan het lastig zijn te beoordelen wanneer het ompakken van producten is toegestaan. Om u hierbij te helpen, hebben wij een duidelijke checklist voor u opgesteld. Heeft u vragen over het ompakken van producten? Of vermoedt u dat uw producten door een van uw afnemers wordt omgepakt, zonder uw toestemming? Wij helpen u graag. Neem vrijblijvend contact met ons op. Zie ook: checklist verpakken van producten [post_title] => Wanneer is verpakken/opnieuw inpakken van producten toegestaan? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wanneer-is-verpakken-opnieuw-inpakken-van-producten-toegestaan [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-14 08:31:25 [post_modified_gmt] => 2022-02-14 07:31:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20179 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 20232 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-04-09 14:52:31 [post_date_gmt] => 2020-04-09 12:52:31 [post_content] => Iedereen kent de uitgesproken schoenen van Dr. Martens. Net als sneakers zijn ze niet meer weg te denken uit het huidige straatbeeld. Dr. Martens vliegen over de toonbank. Echter, het is ook mogelijk om een goedkopere variant op de kop te tikken bij de Primark. Zij bieden ook schoenen aan die veel op die van Dr. Martens lijken, maar dan voor eenInbreuk op auteursrecht
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het de persoonlijke stempel van de maker draagt. Uiteindelijk moeten de volgende vragen worden beantwoord: In welke mate komen deWas hier sprake van een inbreuk?
DeWat als er wel inbreuk zou zijn geweest?
Indien de rechtbank tot het oordeel zou zijn gekomen dat er wel sprake was van inbreuk op het auteursrecht van Dr. Martens, dan zou Primark haar schoenen niet meer mogen verkopen op straffe van eenConclusie
Alhoewel gedacht kan worden dat Primark inbreuk zou maken op het auteursrecht van Dr. Martens, is door de Rechtbank Amsterdam geoordeeld dat dit niet het geval is. De schoenen van de Primark bevatten niet deMaradona vs. Dolce & Gabbana
Diego Maradona stelde dat hij geen toestemming had gegeven voor het gebruik van zijn naam op het T-shirt. Daarnaast betoogde hij dat het gebruik van zijn naam verwarring zou kunnen opleveren bij de consument en dat het Italiaanse modemerk op deze manier kon meeliften op zijn reputatie. Maradona was op geen enkele manier verbonden aan Dolce & Gabbana. De rechtbank in Milaan oordeelde dat het gebruik van een decoratief element (zoals een naam of teken) een associatie met die persoon teweeg brengt bij de consument. Indien de naam bekend is in de commerciële en/of niet-commerciële sector en het refereert aan historisch succes en een uitstekende carrière, dan is toestemming voor het gebruik hiervan vereist. Kortom: Dolce & Gabbana had toestemming moeten vragen aan Diego Maradona voor het gebruik van zijn naam. Echter, in sommige gevallen is toestemming niet voldoende.Adidas vs. McGregor
Adidas had een collectie ontworpen waarop de naam Conor McGregor werd afgebeeld. Conor McGregor, een bekende MMA-vechter, had geen problemen met het gebruik van zijn naam op de kleding van Adidas (hij had hier toestemming voor gegeven). Echter, het kledingmerk McGregor had hier wel problemen mee. Dit merk staat bekend om kleding met een klassieke stijl, in tegenstelling tot de sportieve stijl van Adidas. Zij vonden dat haar merk McGregor en de naam Conor McGregor zoveel op elkaar lijken, dat er sprake is van merkinbreuk. Deze twee namen zouden door het publiek namelijk tot veel verwarring kunnen leiden. De rechter heeft een lastige overweging moeten maken. Conor McGregor heet nu eenmaal zo. Mag Adidas deze naam dan niet gebruiken, omdat er een ander merk is dat gelijk is aan de achternaam van de MMA-vechter? In deze zaak betwistte Adidas niet dat het merk overeenkwam met de naam, want dit is overduidelijk. In feite zou McGregor Adidas kunnen verbieden de naam McGregor te gebruiken in hun collecties. Echter, in het merkenrecht gelden een aantal uitzonderingen. Deze zijn:- Een merkhouder mag een derde niet verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van diens eigen naam, voor zover sprake is van gebruik volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.
- Het gebruik van andermans merk in vergelijkende reclame (zie hiervoor een van mijn eerdere blogs.
- Het gebruik van een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis.
- Het woord McGregor was zeer prominent op de kledingstukken afgedrukt. De voornaam Conor werd klein afgebeeld en in een afwijkende kleur op de kledingstukken weergegeven.
- McGregor komt grote bekendheid toe binnen de vechtsportwereld, maar de rechter acht het niet aannemelijk dat de MMA-vechter ook bekend is bij het algemene publiek.
Conclusie
Je mag niet zomaar gebruik maken van andermans naam of merk, zeker niet wanneer er verwarring kan ontstaan bij het publiek. Hiervoor is eerst toestemming van de rechthebbende nodig. Heeft u hier vragen over? Neem dan vrijblijvend contact op met ons. [post_title] => Namen van beroemdheden gebruiken in fashion [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => namen-van-beroemdheden-gebruiken-in-fashion [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-01 10:57:23 [post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:57:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20154 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 20151 [post_author] => 26 [post_date] => 2020-04-08 14:04:26 [post_date_gmt] => 2020-04-08 12:04:26 [post_content] => Op 27 januari 2020 verscheen een rapport over de problemen en kansen die zich voordoen nu moderne auto's steeds meer elektronische data produceren.[1] Wat is de aanleiding van het rapport? Naar verwachting zullen in 2023 vrijwel alle nieuwe auto’s met het internet verbonden zijn en via het internet data delen (‘connectiviteit’). De hoeveelheid data die op deze wijze wordt verkregen is groot. Zogeheten connectieve auto’s produceren omstreeks 25 gigabyte aan data per gereden uur. Deze data biedt niet alleen inzicht in de prestaties en status van de auto, maar bijvoorbeeld ook in het rijgedrag van de bestuurder en verkeerssituaties. De partijen die de data houden, verkrijgen daardoor in rap tempo een enorm sterke positie.Roep om aanvullende wetgeving
Andere betrokkenen in de automobielbranche, met name dienstverleners, verkrijgen zelf geen data. De afhankelijkheid van de betrokkenen die wel data verkrijgen, zoals autofabrikanten of softwaremakers, neemt daarmee toe. Als argument wordt aangevoerd dat het gebrek aan het delen van date effectieve competitie belemmert. De houders van de data wensen hun waardevolle (en competitiegevoelige) data ook niet zomaar te openbaren. Vanuit dienstverleners bestaat de roep om aanvullende wetgeving die verplicht tot het delen van data.Publiek belang
In de Nederlandse visie op datadeling tussen bedrijven heeft de overheid zichzelf als taak gesteld het delen van data tussen bedrijven vooral te stimuleren. Overheidsingrijpen door middel van het creëren van regelgeving vindt pas plaats als er een duidelijk publiek belang bestaat.[2] De onderzoekscommissie concludeert dat er sprake is van een duidelijk publiek belang. Immers draagt het delen van deze data bij aan verkeersveiligheid en – management. Het delen van data biedt Nederlandse ondernemingen niet alleen meer kansen, maar ook de bedreiging voor de dienstverleners in de automobielbranche wordt weggehaald. Het laatste argument is de bescherming van de privacy van de bestuurder van het voertuig. De onderzoekscommissie volgt daarmee ook het standpunt van de Europese Commissie. De onderzoekscommissie introduceert vervolgens enkele hoofdlijnen ter bevordering van de toegang tot voertuigdata en interfaces. De belangrijkste punten zijn:- de consument moet centraal worden gesteld, en;
- de samenwerking tussen en door marktpartijen moet worden gestimuleerd.
"Corona-verweer"
Dat is een logische en zelfs begrijpelijke gedachte, maar ook een zeer risicovolle. Deze reactie werkt namelijk door in een hele keten van distributie van goederen of diensten. En als iedereen er zo over denkt, dan betaalt straks helemaal niemand meer en komt de economie écht stil te staan. En de reactie is al helemaal geen juridische, want in veel gevallen is het opschorten van betalingsverplichtingen helemaal niet geoorloofd. Laten we het verweer tegen een betalingsverplichting in de zin van “ik krijg zelf niet betaald door de coronacrisis, dus ik kan zelf ook niet meer betalen” eens het “corona-verweer” noemen en er juridisch naar kijken. Een overeenkomst bindt partijen en de verplichtingen daaruit moeten worden nagekomen. Als de een iets levert, moet de ander daarvoor betalen. Dat is alleen anders onder bijzondere omstandigheden. Enkele van die bijzondere omstandigheden zijn geregeld in de wet. Ons Nederlandse verbintenissenrecht is echter voor het overgrote deel van regelend recht. Dat betekent dat partijen daar zelf bij overeenkomst van af mogen wijken. Ze kunnen als het ware de wet “opzij schuiven” en onderling andere afspraken maken. Of nadere invulling geven aan bepaalde regels. Daarom is het van belang bij het bepalen van de verplichtingen van partijen eerst vast te stellen wat partijen nu eigenlijk precies overeengekomen zijn. Dat ligt vast in de schriftelijke overeenkomst, als die er is. Wanneer slechts sprake is van een mondelinge overeenkomst, wordt het bewijs van wat overeen gekomen is lastig. Vaak maken van een schriftelijke overeenkomst ook algemene inkoop- of verkoopvoorwaarden deel uit, mits geldig overeengekomen. In die algemene voorwaarden is meestal wel geregeld hoe om te aan met bepaalde situaties. In geval van een probleem kan dus op die voorwaarden teruggevallen worden. Als niets in de schriftelijke overeenkomst geregeld is, moet de wet duidelijkheid geven over ieders verplichtingen in bijzondere situaties, zoals bijvoorbeeld een coronacrisis. Het is dan de vraag of met een beroep op de wet een ondernemer die in de knel komt, zo maar zijn betalingsverplichting kan opschorten. In de meeste gevallen kan dat niet, behoudens uitzonderingen. Of de coronacrisis zo’n uitzondering is, moet per geval beoordeeld worden. Grosso modo wordt in dergelijke gevallen een beroep gedaan op overmacht en onvoorziene omstandigheden. Beide verweren hebben een eigen regeling in de wet. Bij overmacht gaat het om een tekortkoming in de nakoming van een verplichting, bijvoorbeeld het betalen van een factuur. Als die tekortkoming toe te rekenen is aan de debiteur, dan is het niet betalen van de factuur wanprestatie. Wanneer een tekortkoming echter niet aan de debiteur is toe te rekenen, dan kan sprake zijn van overmacht. Dat is het geval wanneer de tekortkoming niet de schuld is van de debiteur of de tekortkoming niet voor zijn rekening komt. Een ondernemer die vanwege de coronacrisis in betalingsmoeilijkheden komt, zal al snel betogen dat het niet meer kunnen betalen van zijn factuur overmacht is, omdat de coronacrisis niet zijn schuld is. Dat moge zo zijn, maar de coronacrisis is evenmin de schuld van de leverancier die op zijn geld wacht en zijn factuur betaald wil krijgen. Er is ook nog zoiets als ondernemersrisico en het kan dus zijn dat het niet meer kunnen betalen voor rekening en risico van de debiteur moet komen. De hoofdregel blijft immers “afspraak is afspraak” en dat betekent dat er gewoon betaald moet worden, behoudens de bijzondere omstandigheid van overmacht. Dat geldt temeer wanneer de debiteur andere mogelijkheden heeft om te betalen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van steunmaatregelen, aangeboden door overheid en banken. Misschien kan de debiteur voorzien in andere financieringsbronnen, zoals risicokapitaal, of kan de ondernemer zijn privé vermogen aanspreken om toch te kunnen betalen. Overmacht is dus niet zo maar voor de hand liggend.Overmacht
Een ondernemer die niet meer kan betalen, verkeert in de toestand dat hij daarmee is opgehouden. Dat betekent dat de ondernemer technisch failliet is. Een beroep op overmacht kan de ondernemer dan niet baten. Tenzij wel écht sprake is van overmacht, want dan is de tekortkoming niet aan de debiteur verwijtbaar. Als sprake is van overmacht, dan is geen sprake van een gebrek in de nakoming, en kan ook niet om die reden in gebreke gesteld worden, noch bestaat recht op schadevergoeding. Wel kan nog de overeenkomst ontbonden worden. Of sprake is van overmacht, is tevens afhankelijk van wat partijen daarover hebben afgesproken. Dat gebeurt veelal in de algemene voorwaarden. Als partijen het daar niet over eens worden, zal de rechter moeten beslissen of een terecht beroep op overmacht gedaan is. Het is dus zaak niet te lichtvaardig aan te nemen dat een omstandigheid overmacht oplevert. De coronacrisis lijkt een voor de hand liggend argument te zijn voor een beroep op overmacht, maar dat is het niet. Dit “corona-verweer” zal in lang niet alle gevallen slagen en dan blijven alle wettelijke regels overeind. Dat betekent dat voor de niet betaalde factuur een incassotraject gevolgd kan worden en in het uiterste geval zelfs het faillissement van de debiteur aangevraagd kan worden.Onvoorziene omstandigheden
Een andere wettelijke regeling is die van de onvoorziene omstandigheden. De rechter kan de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of die geheel of deels ontbinden, als de onvoorziene omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst beletten. Van onvoorziene omstandigheden is geen sprake als die omstandigheden volgens de aard van de overeenkomst of verkeersopvattingen voor rekening komt van degene die zich er op beroept. Het moet dan gaan om omstandigheden die bij het aangaan van de overeenkomst niet voorzien waren. Het is hier dus de vraag of partijen bij een overeenkomst de coronacrisis konden voorzien. Natuurlijk kunnen partijen bij het sluiten van een overeenkomst rekening houden met van buiten komende omstandigheden die het blijvend of tijdelijk nakomen van verplichtingen beletten, zoals natuurgeweld, of een andere crisis. Ze kunnen dan een artikel daarover in hun overeenkomst opnemen. Als ze dat nalaten, kan de rechter aannemen dat partijen geen behoefte hadden aan een dergelijke voorziening en gaat de rechter in veel gevallen aan dat verweer voorbij. Aan een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden komen partijen maar zelden toe, zo ook in het geval van de coronacrisis. In veel zakelijke relaties is sprake van ongelijke verhoudingen, denk aan een kleine toeleverancier die levert aan een grootwinkelbedrijf. Als de laatste ineens besluit haar betalingstermijn te verlengen van de wettelijke 60 dagen naar 120 dagen, kan dat niet, ook al is de reden daarvoor de coronacrisis. Het grootwinkelbedrijf is net als ieder ander gebonden aan de wettelijke termijn van betaling en kan niet vanwege een dominante marktpositie de spelregels veranderen tijdens de wedstrijd. Dat zou namelijk een eenzijdige wijziging van de overeenkomst zijn en dat is uitgesloten, behoudens een andersluidende regeling in de overeenkomst of algemene voorwaarden. Om die reden pleit MKB Nederland er voor dit soort excessen te voorkomen en roept ze elke Nederlandse ondernemer op zoveel als mogelijk te blijven voldoen aan alle verplichtingen, om zo de economie nog enigszins draaiende te houden. Ondernemers worden daarom opgeroepen op grote schaal gebruik te maken van de financiële faciliteiten die nu gecreëerd worden, om zo toch te kunnen blijven betalen. Niet uit het oog verloren mag worden dat de coronacrisis een gezondheidscrisis is, geen economische crisis, hoewel de economie door de ingrijpende maatregelen hard geraakt wordt. Om te voorkomen dat ondernemingen in de problemen komen en een beroep moeten doen op een oneigenlijk “corona-verweer” is het zaak dat ze in contact blijven met elkaar. Het is verstandig met elkaar te bekijken hoe de crisis door te komen, door afspraken met elkaar te maken, desnoods in een gehele keten. Dat lost tijdelijke problemen op, zonder dat incasso- of andere procedures nodig zijn. Openheid en eerlijkheid zijn dan de sleuteltermen in plaats van overmacht en onvoorziene omstandigheden. Wat een terecht verweer kan lijken, is het vaak niet. Het is daarom verstandig het “corona-verweer” zo lang mogelijk uit te stellen. [post_title] => Het “Corona-verweer” [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-corona-verweer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-04-02 17:38:23 [post_modified_gmt] => 2020-04-02 15:38:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20120 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 20112 [post_author] => 39 [post_date] => 2020-04-02 11:55:26 [post_date_gmt] => 2020-04-02 09:55:26 [post_content] => Enkele dagen geleden hebben brancheorganisaties Detailhandel Nederland en NRW met verhuurders van IVBN, NRW, Vastgoed Belang en VGO een akkoord gesloten om noodlijdende retailers tegemoet te komen.De afspraken
De partijen zijn overeengekomen: - De afspraken zijn alleen van toepassing op huurders met een substantiële omzetdaling van ten minste 25%; - Indien huurder en verhuurder kwartaalhuur zijn overeengekomen dan wordt deze kwartaalhuur voor Q2 per 1 april 2020 omgezet in maandhuur; - Indien nodig krijgen huurders uitstel van betaling voor de betaling van de huurprijs van 1 april 2020 tot 20 april 2020. Reeds toegezonden facturen zullen niet worden geïncasseerd tot 20 april 2020; - Tijdens de coronacrisis worden geen boetes en rente gerekend over de uitgestelde huurbetalingen; - Indien overeengekomen hoeven huurders tot eind april niet aan hun exploitatieverplichting te voldoen. Dit mits overlegd met de verhuurder.Polderen
Interessant is om te zien hoe andere partijen met de betalingsproblemen in verband met de coronacrisis omgaan. Bovengenoemde afspraken kunnen een leidraad bieden voor andere partijen die niet bij deze organisaties zijn betrokken. Hoe nu verder? Het is niet uit te sluiten dat deze zullen worden doorgetrokken voor een opvolgende periode. Bovengenoemde partijen hebben echter de wens om voor 20 april 2020 met definitieve oplossingen te komen, waarbij de lasten zo veel mogelijk door beide partijen gedragen dienen te worden. Het akkoord staat overigens haaks op de aankondigingen van enkele grote winkelketens die eenvoudig aankondigden hun huurbetalingen wegens de coronacrisis te zullen opschorten. In een eerdere blog bespraken wij dat het maar de vraag is of huurders hiertoe eenzijdig kunnen overgaan. Beide partijen doen er zodoende goed aan om met elkaar in gesprek te blijven en te zoeken naar maatwerkoplossingen die voor beide partijen tot een bevredigend resultaat kunnen leiden. Huurt of verhuurt u een winkelruimte en wilt u advies of juridische bijstand? Neem dan gerust met onze corona helpdesk contact op via: corona@bg.legal [post_title] => Akkoord vastgoedeigenaars en retailers vanwege de coronacrisis [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => akkoord-vastgoedeigenaars-en-retailers-vanwege-de-coronacrisis [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-04-03 16:36:56 [post_modified_gmt] => 2020-04-03 14:36:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20112 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 20054 [post_author] => 6 [post_date] => 2020-04-01 16:06:05 [post_date_gmt] => 2020-04-01 14:06:05 [post_content] => Er is nu een tekort aan hulpmiddelen. 3D Printing wordt al ingezet, zelfs door ziekenhuizen. Een tijdelijke licentie voor productie van hulpmiddelen kan waarborgen geven voor licentiegever en licentienemer. Het kan. En het kan veilig. Materiaalfabrikanten werken mee door kennis over materiaal en ontwerpen vrij beschikbaar te stellen. Ook voor fabrikanten die aarzelen om kennis en ontwerpen vrij te geven is er eenOplossing: tijdelijke licentie
In deze Corona crisis is er zo’n grote behoefte aan hulpmiddelen dat fabrikanten die Intellectuele Eigendomsrechten en know how (over materialen en productieproces) hebben, de vraag naar de producten niet alleen aan kunnen. Of ze moeten van ver komen terwijl er nu behoefte aan is. Onder die omstandigheden zou de overheid een dwanglicentie kunnen afgeven. Zie mijn eerder blog daarover. Wij hebben eenWaarom een dergelijke overeenkomst?
Voor de licentiegever: - hij weet wie de producten gaat maken - hij kan ervoor zorgen dat de producten op een goede wijze worden geproduceerd (en dat het dus geen reputatieschade op kan leveren) - hij krijgt een (minimale) royalty vergoeding - er is geheimhouding vastgelegd - er is en non-concurrentie voor ná het einde van de overeenkomst vastgelegd. Voor de licentienemer - hij kan produceren zonder inbreuk te maken op de IP rechten - hij krijgt ook kennis overgedragen waardoor goede producten kunnen worden gemaakt De model tijdelijke licentieovereenkomst is in het Engels opgesteld omdat er veelal sprake is van internationale partijen die erbij betrokken zijn. Het model is geen juridisch advies en is slechts een basisdocument dat nog op maat moet worden gemaakt. Wij adviseren om daar juridisch advies voor in te winnen. Wij helpen daar graag bij. Het model is verkrijgbaar door het invullen van hetIP bescherming
Doordat er veel coronatesten (Dwanglicentie
Een octrooihouder heeft een exclusief recht. Dit recht is vastgelegd in internationale verdragen (Trade-Related Aspects of Intellectual Property (TRIPs) en in de Rijksoctrooiwet. Wanneer een octrooihouder niet in staat of bereid is om voldoende medicijnen te produceren dan zouden anderen kunnen inspringen. De octrooihouder kan dat verbieden met een beroep op het octrooi. Een uiterste middel is dan de dwanglicentie. Daarmee zouden anderen dan de octrooihouder het medicijn kunnen maken, zonder inbreuk te maken op het octrooi. Een octrooi moet ‘nawerkbaar’ zijn. Op basis van het gepubliceerde octrooi moet een vakman de vinding kunnen toepassen en namaken. De regelgeving maakt een dwanglicentie mogelijk in het geval van een ‘Bedrijfsgeheim
Toch zal de medewerking van de octrooihouder waarschijnlijk nog wel nodig zijn. Deze heeft immers de kennis van en ervaring met materialen, productieproces, etc. Die know how staat niet in het octrooi. Deze know how (bijvoorbeeld een receptuur) kan een bedrijfsgeheim van de octrooihouder zijn. Om bescherming op grond van de Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen te kunnen hebben (en houden) moeten bedrijfsgeheimen geheim worden gehouden en moeten er maatregelen worden getroffen om bedrijfsgeheimen geheim te houden. Daar past niet bij het, zonder een overeenkomst met geheimhoudingsbepalingen, aan derden bekend maken van de bedrijfsgeheimen. Mogelijk zou het niet verstrekken van informatie, onder omstandigheden van een nationale noodtoestand, onrechtmatig handelen kunnen optreden. Een rechter zou dan mogelijk, in het kader van een spoedvoorziening, kunnen gebieden om bepaalde informatie, onder bepaalde voorwaarden, ter beschikking te stellen.Vrijwillige tijdelijke licentie
Een alternatief voor een dwanglicentie is mogelijk een3D printing
Een ander voorbeeld zijn de mondkapjes en de gezichtsbeschermers. Kort geleden verscheen een bericht over een Italiaans bedrijf dat een octrooi had op kleppen voor beademingsmachines. Zij konden de productie niet aan. Daarom waren er anderen die metInbreuk op auteursrecht?
Wanneer een product met 3D printing wordt gemaakt, dan is het de vraag of hiermeeConclusie
Wanneer een octrooihouder niet kan voldoen aan de behoefte van producten ten tijde van een crisis, dan zou een dwanglicentie als uiterste middel kunnen worden ingezet. Een alternatief daarvoor is een vrijwillige tijdelijke licentie. Maar daarvoor is de medewerking van de octrooihouder vereist.Wat kunnen wij voor u doen:
- adviseren over de inhoud van licentie overeenkomsten - adviseren over de mogelijkheden van een dwanglicentie - afspraken vastleggen over het, al dan niet tijdelijk, gebruik van kennis/ IP van een ander - optreden tegen inbreukmakers op IP [1] Telegraaf 26 maart 2020, https://www.telegraaf.nl/nieuws/1674144737/farmaceut-roche-speelt-onderhandelingsspel-coronatest [2] Website Roche, https://www.roche.nl/nl/covid-19/roche-deelt-receptuur.html [3] Rechtbank Amsterdam, 30 november 2011 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2011:CA4035 [post_title] => Tekort materialen corona bestrijding. Is 3D printing of dwanglicentie oplossing? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gebrek-aan-materialen-bij-corona-bestrijding-biedt-3d-printing-of-een-dwanglicentie-een-oplossing [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-04-03 16:27:36 [post_modified_gmt] => 2020-04-03 14:27:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=19952 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 20205 [post_author] => 7 [post_date] => 2020-04-14 16:08:34 [post_date_gmt] => 2020-04-14 14:08:34 [post_content] => In tijden van crisis blijken processen ineens veel sneller doorlopen te kunnen worden dan onder normale omstandigheden. Uitzonderlijke omstandigheden als de corona-crisis vragen om uitzonderlijke beslissingen en besluitvormingsprocessen. De overheid heeft snel en slagvaardig gereageerd op de crisis door een aantal maatregelen af te kondigen om de verspreiding van het corona-virus in te dammen. De meest ingrijpende is de “intelligente lock-down” waarvan het samenscholingsverbod deel uit maakt. Dat is goed bedacht, want veel mensen tegelijk in een kleine ruimte speelt het virus in de kaart. Tegelijkertijd heeft dit verbod consequenties die aan de andere kant weer moeten worden opgevangen, omdat anders cruciale maatschappelijke processen spaak lopen. Denk bijvoorbeeld aan jaarvergaderingen van verenigingen en (besloten) vennootschappen, die verplicht door de wet of statuten moeten worden gehouden. Die moeten liefst wel door gaan, te meer omdat er een goed alternatief is om dat ook te garanderen. Er zijn veel mogelijkheden om elektronisch, langs digitale weg te vergaderen met groepen mensen en de apps die daarvoor ontwikkeld zijn, worden op grote schaal gebruikt. Punt is alleen wel dat de wet en veel statuten ingericht zijn op fysiek vergaderen met een face-2-face contact. Dat kan nu even niet, en om te voorkomen dat aversie van sommige mensen tegen digitaal vergaderen deze oplossing verstoort, grijpt de overheid ook hier in met een spoedwet.Spoedwet
Op 8 april 2020 is bij de Tweede Kamer de spoedwet ingediend onder de naam “Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid”. De wet is tijdelijk omdat die vervalt op 1 september 2020. Hoewel, er is een mogelijkheid van verlenging met steeds twee maanden, als de omstandigheden op 1 september en daarna daar om vragen. De spoedwet zal versneld worden aangenomen en op sommige onderdelen zelfs met terugwerkende kracht tot 23 maart 2020 van kracht worden. De wet behelst bestuurders van rechtspersonen de mogelijkheid te geven om te beslissen dat cruciale vergaderingen digitaal langs elektronische weg plaats vinden, om zo rechtsgeldige besluitvorming mogelijk te maken. Denk aan het goedkeuren van een jaarrekening, het aanstellen van bestuurders, of het voorzien in goedkeuring van een toezichthouder of aandeelhouder.Rechtsgeldige besluiten
De wet stelt de voorwaarde dat deelnemers aan de digitale vergadering vooraf hun vragen in kunnen dienen en gaat als hoofdregel uit van 72 uur. Alle vergadergerechtigden moeten kunnen deelnemen aan de vergadering, maar als dat niet volmaakt lukt, kunnen toch rechtsgeldige besluiten genomen worden. De voorzitter van de vergadering krijgt de bevoegdheid staande de vergadering de orde te bepalen en kan bepalen dat stemming over bepaalde besluiten vóór de vergadering schriftelijk gedaan kan worden. Statutaire bepalingen die een fysieke bijeenkomst voorschrijven, worden buiten werking gesteld. Het bestuur kan ook besluiten de termijn voor het goedkeuren van een jaarrekening te verlengen, waarvan de termijn afhankelijk is van het type rechtspersoon. Dat besluit is dus niet langer voorbehouden aan de algemene vergadering. Zelfs de bestuurdersaansprakelijkheid als gevolg van het niet tijdig publiceren van de jaarrekening wordt buiten werking gesteld, als dat het gevolg is van de corona-crisis. In afwijking van de overige artikelen, vervalt dit deel zelfs pas op 1 september 2023.Digitale notariële akten
Naast deze maatregelen voor rechtspersonen, regelt de wet ook dat notariële akten door de notaris mogen worden verleden zonder fysieke aanwezigheid van de comparanten en mag het passeren van de akte langs digitale weg plaats vinden. De notaris maakt daarvan in zijn akte aantekening. Zelfs mag de notaris via dit digitale middel de identiteit van de comparant aan de andere kant van het communicatiemiddel vaststellen.Digitale zittingen
Tenslotte regelt de wet dat zittingen in civiele, bestuursrechtelijke en strafzaken, ook digitaal gehouden kunnen worden, zonder de fysieke aanwezigheid van partijen, getuigen of verdachten. De Rechtspraak had zelf deze maatregel al ingesteld bij schrijven van 2 april 2020, waarbij bepaald was dat de landelijke procesreglementen aangepast zouden worden en zittingen niet meer fysiek door zouden gaan. Voor faillissementen werd al aangekondigd dat zittingen alleen nog per digitale verbinding zouden worden gehouden, omdat bepaalde cruciale zittingen nu eenmaal door moeten gaan.Slagvaardig en voortvarend
De conclusie van deze tijdelijk wet moet zijn dat de overheid bereid en in staat is in te grijpen op normale, ingeburgerde processen waar dat nodig is en wel op zeer korte termijn. Normaal gesproken zouden dergelijke wetgevingstrajecten een lange doorlooptijd hebben, nu is dat anders. Er moet slagvaardig en voortvarend bestuurd worden en dat vergt ingrijpende maatregelen, die een wettelijke basis nodig hebben. Vanaf 1 september 2020 kan bezien worden hoe tijdelijk tijdelijk is. [post_title] => Tijdelijke wet elektronisch vergaderen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tijdelijke-wet-elektronisch-vergaderen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-04-14 16:11:15 [post_modified_gmt] => 2020-04-14 14:11:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=20205 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1300 [max_num_pages] => 130 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => d4f1cce0d394d549a273d2ed11244a01 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
14 apr 2020
09 apr 2020
08 apr 2020
08 apr 2020
02 apr 2020